ja a r g a n g 9 n u m me r 2 2011
E e n u i t g ave va n S t ichting B edrijf sp e nsio e nfond s voor d e A grari s che en Vo edse lvoorzi enin g s h a n del
Zekerheid voor alles? Aandacht voor risico’s • Pensioenakkoord eindelijk getekend • Jaarverslag 2010 • AVH let op de kosten •
Voorwoord
Colofon AVH Magazine is een uitgave van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Bpf AVH Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postbus 3144 2280 GC Rijswijk Tel.: 070 - 306 11 90 Fax: 08422 - 62369
[email protected] www.bpfavh.nl AVH Magazine verschijnt twee maal per jaar in een oplage van circa 24.000 exemplaren. AVH Magazine wordt gratis verzonden aan de deelnemers, werkgevers en gepensioneerden van Bpf AVH. Redactie: Bpf AVH Concept / Realisatie / Druk: Drecht Graphics, Dordrecht Informatie: Voor vragen of informatie over de artikelen kunt u terecht bij Bpf AVH, tel. 070 - 306 11 90. Op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 17.15 uur. Of raadpleeg www.bpfavh.nl Rechten: Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd of gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever en / of andere auteursrechthebbenden. Bpf AVH kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de volstrekte juistheid en volledigheid van alle in deze uitgave opgenomen teksten en beelden. Alle genoemde gegevens zijn onder voorbehoud. Aan de inhoud van dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend. Waar in de tekst het woord ‘hij’ in algemene zin voorkomt, kan uiteraard ook ‘zij’ worden gelezen.
Zekerheid voor alles? ‘Risico is de kans dat een gebeurtenis plaatsvindt vermenigvuldigd met het gevolg van die gebeurtenis (…). Dit gevolg kan positief dan wel negatief zijn.’ Deze definitie van risico geeft goed aan dat risico’s niet altijd negatief zijn, ook al wordt het woord vaak wel zo gebruikt. Risico’s zijn ook kansen op iets positiefs. Als het tegenwoordig over pensioen gaat, gaat het al snel over risico: risico op slechte rendementen, risico op afstempelen van pensioenaanspraken, risico op lagere pensioenen. De meeste mensen willen liever geen risico lopen, zeker niet met hun pensioen. Op zich heel begrijpelijk. Toch kan risico ook bijdragen aan een hoger pensioen. Meer risico levert namelijk ook meer rendement op. Als pensioenfonds hebben wij ook te maken met andersoortige risico’s dan risico’s op het gebied van vermogensbeheer. U leest er meer over in dit magazine. Als bestuur moeten we met al die risico’s rekening houden. Helemaal uitbannen kunnen we ze niet, maar wel zo goed mogelijk beheersen. Ook het nieuwe pensioenakkoord draait om risico. Willen we een zekerder, maar lager pensioen of nemen we wat meer risico om zo een hoger pensioen te bereiken? Sociale partners en de overheid lijken met het akkoord te kiezen voor het laatste. De vraag is dan wel wie het risico gaat lopen. Als we teveel uitkeren aan de ouderen lopen jongeren het risico dat de pot leeg is als zij met pensioen gaan. Dat mag niet gebeuren. We zullen dus als bestuur afgewogen keuzes moeten maken. Ook zonder pensioenakkoord zal de regeling op punten aangepast moeten worden. Het kabinet zet in op verhoging van de AOW-leeftijd en inperking van de fiscale mogelijkheden om pensioen op te bouwen. Daar krijgen wij als pensioenfonds mee te maken. We zullen dan eventuele risico’s scherp in beeld moeten hebben. Risico’s kun je op verschillende manieren verkleinen. Kennis is daar één van. Keer op keer blijkt weer dat de gemiddelde Nederlander weinig van zijn/haar pensioen weet. Onlangs zijn de jaarlijkse pensioenoverzichten (UPO’s) weer verstuurd. Heeft u het gelezen? Veel mensen gooien hun UPO ongelezen in een la. Dat is iets voor later. Ze weten toch wel wat ze krijgen. Het loopt via de werkgever en zal dus wel goed geregeld zijn. Je loopt dan het risico dat je pensioen tegenvalt. Als je weet wat je krijgt kun je nog tijdig iets extra’s regelen als dat nodig is. Als bestuur willen we onze deelnemers pensioenbewust maken. Daarom hebben we een onderzoek uit laten voeren om het pensioenbewustzijn binnen onze sectoren te meten. Wellicht heeft u eraan meegedaan. De uitkomsten ervan gaan we gebruiken om de communicatie verder te verbeteren en daarmee de kennis van onze deelnemers, maar ook van werkgevers en gepensioneerden, te vergroten. U ziet, risico’s brengen ook kansen met zich mee. Kansen om er meer uit te halen, kansen om je te verbeteren. Wij als bestuur willen de risico’s beperken, maar ook die kansen grijpen. Dat is een hele uitdaging, maar we hebben er vertrouwen in dat het mogelijk is. Ik wens u een fijne zomer!
Jacqueline Bergervoet, voorzitter
2
AVH Magazine
avh magazine nummer 2-2011
Inhoud
04
06
Aandacht voor risico’s
Bpf AVH peilt meningen over communicatie
10
12
14 08 09
AVH let op de kosten
Pensioenakkoord eindelijk getekend
Meer weten over pensioen? Doe de cursus!
15
15 16
Pensioenfondsen aan beterende hand
Indexatielabel verdwijnt
Jaarverslag 2010
19
Kabinet wil AOW-leeftijd verhogen
19
Waardeoverdrachten hervat
UPO’s verstuurd
Column
AVH M agazine
3
ris ico
Aandacht voor Bij alles wat u doet loopt u risico. Dat geldt ook voor pensioenfondsen. Over welke risico’s hebben we het dan en wat doen we eraan?
Matchingrisico Een pensioenfonds heeft bezittingen, in de vorm van premie- inkomsten en vermogen, en verplichtingen, in de vorm van toegezegde pensioenen. Die worden berekend aan de hand van een aantal factoren zoals bijvoorbeeld de rente en valutakoersen. Als deze factoren niet voldoende op elkaar afgestemd zijn heeft dit ongewenste effecten op de balans van het fonds en op de dekkingsgraad. Kredietrisico Binnen het vermogensbeheer wordt gewerkt met tegenpartijen. Dan bestaat het risico dat een tegenpartij haar verplichtingen niet na kan komen. Dat noemen we het kredietrisico. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om leningen die niet afgelost worden of garanties die niet worden nagekomen. Verzekeringstechnisch risico Bij de berekening van pensioenverplichtingen wordt gerekend met een aantal aannames, bijvoorbeeld over de levensverwachting en daarmee verwachte uitkeringsduur. Als deze aannames niet correct blijken zouden de premies en rendementen wel eens niet voldoende kunnen zijn om de uitkeringen te financieren. Omgevingsrisico In een pensioenregeling spelen meerdere partijen een rol, zoals bijvoorbeeld vakbonden, werkgevers en de overheid. Bij elk van deze partijen kunnen zich ontwikkelingen voordoen, waardoor ook het pensioenfonds wordt getroffen. Werkgevers- of werknemersorganisaties kunnen zich terugtrekken uit het fonds of de overheid kan wetgeving aanpassen. Dit kan risico’s voor het fonds met zich meebrengen. Operationeel risico Uitvoering van een pensioenregeling brengt behoorlijk wat administratie met zich mee. Premies moeten worden berekend en geïnd, pensioenaanspraken vastgesteld en pensioenuitkeringen uitbetaald. Als daarbij iets mis gaat valt dat onder het operationeel risico. Uitbestedingsrisico Pensioenfondsen besteden vaak een aantal werkzaamheden uit. Soms is de gehele administratie uitbesteed, soms alleen het vermogensbeheer of de actuariële werkzaamheden. Als deze uitbestede taken niet naar behoren worden verricht kan dat leiden tot schade aan continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening van het fonds of integriteitsschade. IT-risico Administraties zijn tegenwoordig in hoge mate geautomatiseerd. Je loopt daardoor bepaalde risico’s: als het systeem problemen
4
AVH Magazine
risi co
risico’s heeft kun je bijvoorbeeld geen aanspraken vastleggen of uitkeringen doen, als het systeem niet goed beveiligd is kan het gehackt worden. Een goede beveiliging en vastlegging van procedures kan dit risico beperken. Juridisch risico Pensioen kent ook een juridische kant. Wet en regelgeving moet nageleefd worden, evenals contractuele afspraken met uitvoerders en adviseurs. Niet-naleving door het fonds of door een andere partij kan grote juridische en financiële gevolgen hebben. Risicomanagement Bpf AVH neemt deze risico’s zeer serieus en besteedt veel aandacht aan risicomanagement. Onlangs zijn we daarin nog een stap verder gegaan. De commissie risicomanagement heeft nauwgezet alle risico’s in kaart gebracht en beoordeeld. Op basis van de door de DNB opgestelde Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode (FIRM) is een methode ontwikkeld die nu gebruikt wordt om de risico’s periodiek te beoordelen en monitoren.
De commissie, bestaande uit bestuursleden en adviseurs, heeft alle vragen (605 stuks!) over risico management uit de door DNB gehanteerde FIRM methode doorgelopen. FIRM gaat in op alle risico’s waar een financiële instelling mee te maken heeft en kijkt naar de kwaliteit van de binnen de instelling aanwezige risicobeheersing. Voor elk van de hierboven genoemde risico’s is de mate van risico en de kwaliteit van de beheersmaatregelen vastgesteld. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in een zogenaamd nettorisico voor elke risicocategorie. Binnen FIRM geldt een risico als acceptabel als het nettorisico minder dan 2,5 bedraagt. De commissie heeft kunnen concluderen dat het risico in alle categorieën onder de 2,5 ligt. Het risicobeheer is daarmee voldoende, op onderdelen zelfs ruim voldoende. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen ruimte voor verbetering is. Uit de risico-analyse zijn ook een aantal verbeterpunten naar voren gekomen, die het bestuur nu op gaat pakken. Zo kunnen we de risico’s nog verder beperken.
AVH M agazine
5
communi catie
Bpf AVH peilt m communicatie Communicatie is belangrijk. Daarom heeft Bpf AVH een groot onderzoek uitgevoerd naar de tevredenheid hierover.
6
AVH Magazine
c ommunicatie We doen ons best om u zo goed mogelijk te informeren over uw pensioenregeling en alle zaken daaromheen. Dit magazine is daar een voorbeeld van. Uit wat wij zo horen blijkt dat onze deelnemers, gepensioneerden en werkgevers behoorlijk tevreden zijn over de informatievoorziening. Toch kan het altijd beter. Om die verbeteringsslag te kunnen maken is het belangrijk te weten wat men wil en welke informatie men nodig heeft. Ook verwachtingen en de daaraan ten grondslag liggende pensioenkennis en het pensioenbewustzijn spelen een rol. Als blijkt dat het pensioenbewustzijn laag is zul je manieren moeten vinden om mensen toch te bereiken. Dat kan betekenen dat er een ander communicatiebeleid nodig is. Weten mensen weinig van hun pensioenregeling, dan zullen we daar nog meer op moeten focussen en is gerichte communicatie nodig. Het onderzoek stelt ons ook in staat om groepen te onderscheiden en communicatie te ontwikkelen die op die groepen is gericht. Misschien willen jongeren wel heel anders benaderd worden door hun pensioenfonds dan ouderen of zijn er verschil-
len te vinden tussen verschillende sectoren. Dat hopen we te ontdekken met het onderzoek. In juni hebben een groot aantal deelnemers, werkgevers en gepensioneerden een brief ontvangen met het verzoek een online vragenlijst in te vullen. Die vragenlijst bevatte onder andere vragen met betrekking tot de interessen in pensioen, de kennis van de pensioenregeling, het gebruik van de communicatiemiddelen en de tevredenheid daarover. Als u dit leest is het onderzoek net afgerond en zijn we bezig de resultaten te verwerken. In het volgende magazine leest u de uitkomsten. Heeft u niet aan het onderzoek deel kunnen nemen, maar heeft u toch ideeën over onze communicatie? Laat ons dan vooral weten hoe wij onze informatievoorziening verder kunnen verbeteren. Goede ideeën zijn altijd welkom! U kunt daarvoor contact opnemen met Sandra Hofland op telefoonnummer (070) 306 11 90 of e-mailadres
[email protected].
eningen over
AVH M agazine
7
diversen
UPO’s verstuurd Afgelopen maand zijn ze weer op de deurmat gevallen: de UPO’s. In het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) kunt u zien hoeveel pensioen u heeft opgebouwd en hoeveel u krijgt als u met pensioen gaat. Waar moet u op letten?
Het te bereiken pensioen geeft aan hoeveel u krijgt vanaf uw 65e als u blijft deelnemen aan de pensioen regeling van Bpf AVH. De AOW is daar nog niet bijgeteld. Bedenk hierbij goed hoeveel u nodig denkt te hebben als u straks gepensioneerd bent en of dit bedrag voldoende zal zijn. Is dat niet zo, dan zult u iets aan vullends moeten regelen. Heeft u een partner, dan is het partnerpensioen belangrijk. Wanneer u overlijdt tijdens uw deelname aan de pensioenregeling ontvangt uw partner een hoger pensioen dan wanneer u overlijdt na beëindiging van die deelname. Ook hier geldt: bekijk goed of het partnerpensioen voldoende zal zijn en regel zonodig een aanvullend partnerpensioen. Wilt u eerder stoppen met werken of een hoger pensioen? In de toelichting bij het UPO leest u meer over de mogelijkheden. Een UPO is niet de meest spannende lectuur. Toch is het belangrijk uw pensioenoverzicht én de toelichting goed te lezen. Zo krijgt u een goed beeld van uw oudedagsvoorziening en voorkomt u onplezierige verrassingen als uw pensioen nadert. Uw UPO lezen: kleine moeite, groot plezier!
8
AVH Magazine
column Nieuw begin Een einde betekent vaak ook een nieuw begin. Vorig jaar heeft onze voorzitter, Jan Janssen, helaas de deelnemersraad moeten verlaten. Als waarnemend voorzitter zal ik voorlo pig zijn taken, zoals het schrijven van deze column, waarnemen. Omdat u mij nog niet kent is een kleine introductie wel op zijn plaats. Mijn naam is René Weststrate, in het dagelijks leven controller bij een groothandel in uienproducten. Kort na de start van de deel nemersraad (2004) ben ik lid geworden. Het is immers belangrijk dat deelnemers en gepensioneerden mee kunnen praten over hun pensioen. Medezeggenschap vraagt best veel van de mensen die een deel nemersraad vormen. Je bent (mede)verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de pensioenregeling. Als vertegenwoordi ger van de deelnemers moet je uit kunnen leggen waarom de deelnemersraad instemt met beslissingen van het bestuur, ook als het om minder populaire maatregelen gaat. Je bent immers verantwoording schuldig aan je achterban. De ervaring leert dat het moeilijk is mensen te interesseren in het lidmaatschap van een deelnemersraad. Pensioenen heb ben nogal een saai imago en veel mensen schrikken terug voor de benodigde tijdsinvestering. Jammer, want het is wel degelijk uitdagend en dynamisch. De deelnemersraad adviseert het bestuur over verschillende belangrijke punten. Tweemaal per jaar, in juni en december, vergadert de deelnemersraad samen met het bestuur. We behandelen dan het jaarverslag, de premies en indexatie en een grote verscheidenheid aan onderwerpen. Toch is er gelukkig een kentering te bespeuren in de interesse van deelnemers en gepensioneerden in medezeggenschap. Misschien komt dat door alle berichtgeving over pensioenen. Die berichtgeving is vaak weinig genuanceerd en wekt de indruk dat de pensioenen ernstig in gevaar zijn. Kennelijk vergroot dat de betrokkenheid van deelnemers bij hun pensioenfonds. In de afgelopen periode zijn er een aantal vacatures in de deel nemersraad ontstaan. Waar het voorheen lastig was om die op te vullen hebben we nu gelukkig een aantal kandidaten. Ik heb dus goede hoop dat we snel weer op volle sterkte zijn. Dat is ook nodig, wat er komt nogal wat op ons af. Als het pen sioenakkoord definitief is zal ook onze pensioenregeling onder de loep genomen worden. De deelnemersraad zal daarover moeten adviseren. Dat is geen kleinigheid. Er hangt veel vanaf en er zijn veel belangen mee gemoeid. Gelukkig is er sprake van een goede verstandhouding tussen be stuur en deelnemersraad. Dat werkt wel zo prettig. Het betekent echter niet dat we minder kritisch zijn. We zijn er om de inspraak van deelnemers en gepensioneerden vorm te geven en die taak nemen we serieus. We doen het voor u! René Weststrate, Waarnemend voorzitter deelnemersraad
financieel
AVH let op de kosten Onlangs heeft de Autoriteit Financiële Markten onderzoek gedaan naar de kosten van pensioenfondsen. Hoe zit het met de kosten van Bpf AVH?
10
AVH Magazine
finan cieel
Overige 119.000
Kosten vermogensbeheer 1.662.000
Contributies/bijdragen 105.000
Pensioenuitvoeringskosten 1.682.000
Bestuurskosten 234.000 Controle- en advieskosten 391.000
Conclusies AFM Toezichthouder AFM stelt dat de kosten van pensioenfondsen steeds inzichtelijker worden. De uitkomsten van eerdere onderzoeken zijn goed opgepakt en veel fondsen hebben op dit vlak verbeteringen doorgevoerd. Wel is er nog winst te behalen bij het zicht krijgen op alle kosten die samenhangen met vermogensbeheer. De aandacht van de fondsen hiervoor is in de afgelopen 2 jaar wel sterk gegroeid, wat ook tot uiting komt in een kritischer opstelling naar vermogensbeheerders. Pensioenuitvoeringskosten Pensioenfondsen maken een aantal verschillende kosten. Al die kosten samen zijn in het jaarverslag vermeld als de pensioen uitvoeringskosten. Het gaat dan dus om het totaalbedrag. In 2010 bedroegen de pensioenuitvoeringskosten € 2,5 miljoen. Dat is zo’n 5,5% van de jaarlijkse premie-inkomsten van het fonds. Weinig, als je het vergelijkt met de kosten die verzekeraars in rekening brengen als u een individuele regeling bij hen afsluit. Uit onderzoek is gebleken dat de kosten bij verzekeraars variëren van 12% tot wel 38%. Ook vergeleken met andere bedrijfstakpensioenfondsen scoort Bpf AVH goed als het om kostenbewustzijn gaat. Uit een vorig jaar gehouden onderzoek is gebleken dat Bpf AVH € 73 per premiebetalende deelnemer per jaar betaalt, terwijl het gemiddelde bij vergelijkbare fondsen € 128 bedraagt. Administratiekosten Veruit de grootste kostenpost voor een pensioenfonds zijn de administratiekosten. Die bedroegen voor Bpf AVH in 2010 bijna € 1,7 miljoen. Voor dat geld worden premies gefactureerd en geïnd, pensioenrechten geadministreerd en pensioenen uitbetaald. Daarnaast wordt er gecommuniceerd met werkgevers, deel nemers en gepensioneerden door middel van mailings, start- en stopbrieven, UPO’s en dit magazine.
Overige kosten Naast de administratiekosten maakt een pensioenfonds nog een aantal kosten. Bestuurskosten hebben betrekking op de kosten die gemaakt worden voor bestuursvergaderingen en vergaderingen van de verschillende commissies. Bestuurs- en commissieleden krijgen een vergoeding voor het bijwonen van deze vergaderingen. In 2010 zijn er vier bestuursvergaderingen, vier vergaderingen van het dagelijks bestuur en twaalf vergaderingen van verschillende commissies geweest. Daarnaast zijn zowel de deelnemersraad als het verantwoordingsorgaan viermaal bijeen gekomen en is er een opleidingsdag georganiseerd. De bestuurskosten bedroegen in 2010 € 234.000. De controle- en advieskosten hebben betrekking op de accountantscontrole en de actuaris. Hun rol wordt steeds belangrijker en daarmee stijgen ook de kosten. In 2010 waren we hieraan € 391.000 kwijt. Tenslotte zijn er de contributies en bijdragen. Daaronder vallen de verplichte bijdrage aan de toezichthouders DNB en AFM en het lidmaatschap van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen. Samen bedroeg dit € 105.000. Kosten vermogensbeheer Onlangs was er het nodige te doen over de kosten van het vermogensbeheer. Pensioenfondsen zouden onvoldoende inzicht hebben in die kosten en te maken krijgen met veel verborgen kosten. Dit is voor Bpf AVH reden geweest de kosten van het vermogensbeheer nog eens goed onder de loep te nemen. Bpf AVH heeft meegedaan aan de CEM Benchmark vermogensbeheer 2009. Uit het onderzoek onder de deelnemende pensioenfondsen bleek dat de gemiddelde vermogensbeheerkosten 0,39% van het belegd vermogen bedragen. Bpf AVH zit onder dit gemiddelde; onze vermogensbeheerkosten bedroegen in 2009 0,35% van het totaal belegd vermogen. De totale vermogens beheerkosten in 2009 kwamen uit op € 1.662.000. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kosten van de ingehuurde vermogensbeheerders en kosten voor de aan- en verkoop van beleggingen. AVH M agazine
11
financieel
Eindelijk is het er dan: het pensioenakkoord. Wat staat er in?
Nederland heeft één van de beste pensioenstelsels ter wereld; collectief, solidair en zeker. Door een aantal ontwikkelingen is duidelijk geworden dat het stelsel aangepast moet worden. De vergrijzing en de stijgende levensverwachting zorgen voor een verzwaring van de verplichtingen van het pensioenfonds, waarmee de solidariteit onder druk komt te staan.
Pensioenakkoord eindelijk getekend
finan cieel
Het zijn immers vooral de jongere generaties die de daardoor stijgende premies op moeten brengen. Stijgende pensioenpremies zijn ook slecht voor de economische ontwikkeling van ons land. Daarnaast is gebleken dat ons stelsel kwetsbaar is voor economische ontwikkelingen, met name als het gaat om de rente. De lage dekkingsgraden waar fondsen nu mee kampen zijn voor een groot deel het gevolg van de lage rente, meer nog dan van de ontwikkelingen op de beurzen. Dat alles is voor sociale partners reden geweest het zogenaamde pensioencontract te herzien. Huidige regelingen De huidige regelingen kennen een onvoorwaardelijke toezegging en een voorwaardelijke indexatie. Dat wil zeggen dat het opgebouwde pensioen in principe gegarandeerd is en slechts in uitzonderlijke gevallen verlaagd kan worden. De jaarlijkse indexatie is echter afhankelijk van de beleggingsrendementen. Daarmee kent ook de huidige regeling een grote, zij het niet volledige, mate van zekerheid. Nu is al die zekerheid natuurlijk heel fijn, maar er hangt wel een prijskaartje aan. Om alle toegezegde pensioenen te kunnen garanderen moeten fondsen grote reserves aanhouden. Dat is wettelijk verplicht. Nu al is bekend dat de eisen met betrekking tot de aan te houden reserves alleen maar zwaarder zullen worden, wat weer gevolgen zal hebben voor de premiehoogte. Die premies staan toch al onder druk door de vergrijzing. Collectieve verplichtgestelde regelingen kennen een zogenaamde doorsneepremie, een gemiddelde premie voor alle deelnemers. Hoe ‘grijzer’ een deelnemersbestand wordt, hoe hoger die premie moet zijn om de kosten van de pensioenregeling te dekken. Kortom, er zijn aanpassingen nodig om ons pensioenstelsel betaalbaar te houden. AOW Om de AOW betaalbaar te houden is het nodig dat mensen langer blijven werken. In 2020 wordt daartoe een eerste stap gezet: dan werken mensen door tot hun 66e. Naar verwachting gaan mensen in 2025 tot hun 67e doorwerken. Dit zorgt voor extra belastinginkomsten en kortere uitkeringen. Vanaf 2013 gaat de AOW-uitkering ieder jaar met 0,6% extra omhoog. Het blijft mogelijk om op 65-jarige leeftijd te stoppen met werken, maar dan krijgt men wel een AOW-uitkering die 6,5% lager is. Als mensen na hun 66e (vanaf 2025 na hun 67e) doorwerken, krijgen ze een hogere AOW. Vanaf 2020 komt er voor de lage inkomens een extra ouderenkorting van 300 euro. Risico’s Beleggen is nodig voor een goed pensioen, omdat het op de lange termijn meer oplevert dan sparen. Daar zijn wel risico’s aan verbonden. In de regel geldt: hoe meer risico, hoe hoger het rendement.
Het pensioen kan onder het nieuwe pensioencontract lager of juist hoger uitvallen als de beleggingen tegen- of meevallen. De mee- en tegenvallers worden verwerkt in het pensioen, maar wel verspreid over een aantal jaren. Elk pensioenfonds kan straks, kijkend naar onder andere de leeftijdsopbouw van het fonds, een optimale balans kiezen tussen de mate waarin risico wordt genomen en te realiseren rendement c.q. de kans op indexeren. De pensioenfondsen zullen hun deelnemers eerder en duidelijker informeren over de risico’s. Pensioenpremie De pensioenpremie, het geld dat werkgevers en werknemers opzij zetten voor het pensioen, blijft stabiel. Dat wil zeggen dat in goede tijden de premie niet automatisch zal worden verlaagd, maar dat in slechte tijden de premie ook niet automatisch zal worden verhoogd. Dit laat onverlet dat werkgevers en werk nemers aan de CAO-tafels afspraken kunnen maken over de pensioenpremie. Langer doorwerken In cao’s zullen meer en betere afspraken worden gemaakt over hoe mensen langer kunnen doorwerken. Maatregelen gericht op inzetbaarheid, scholing, arbeidsomstandigheden, mobiliteit, werkhervatting en productiviteit moeten ervoor zorgen dat alle werknemers, jong en oud, bewuster de regie kunnen nemen over hun loopbaan en duurzame inzetbaarheid. Ook komt er een mobiliteitsbonus voor werkgevers als ze oudere werknemers aannemen. Samen met het kabinet richten de sociale partners zich ook op het wegnemen van onterechte beelden over oudere werknemers en het bevorderen van het in dienst nemen en houden van oudere werknemers. Voor de instroom van oudere werkzoekenden zullen aan de cao-tafel actieplannen worden opgesteld. Tot 2020 kunnen oudere werklozen blijven instromen in de IOW, een inkomensvoorziening voor oudere werklozen op bijstandsniveau maar zonder partner- en vermogenstoets. Bij het schrijven van dit artikel moest het pensioenakkoord nog worden goedgekeurd door de achterbannen. Met name FNV Bondgenoten – maar ook ABVAKABO – zijn niet positief over het pensioenakkoord.
Het pensioenakkoord in het kort: • AOW-leeftijd wordt vanaf 2020 66 jaar en naar verwachting vanaf 2025 67 jaar; • AOW-uitkeringen gaan vanaf 2013 omhoog; • op 65 stoppen met werken blijft mogelijk, maar met lagere uitkering; • het aanvullend pensioen wordt in sterkere mate afhankelijk van de door het fonds gemaakte rendementen; • de pensioenpremie blijft gelijk; • het wordt voor oudere werknemers makkelijker gemaakt om door te werken.
AVH M agazine
13
diversen
Meer weten over pensioen?
Doe de cursus! Pensioen is ingewikkelde materie. Misschien heeft u er beroepshalve mee te maken, misschien is uw interesse gewekt door berichten in de media en wilt u graag weten hoe de vork nu echt in de steel zit. Dan is de pensioenopleiding van Bpf AVH iets voor u! In drie dagdelen leert u de basics van de pensioenregeling. Hoe zit het Nederlandse pensioen systeem in elkaar? Wie is er betrokken bij de pensioenregeling? Hoe ziet de regeling eruit? U hoort het in de opleiding.
Dagdeel 1
Dagdeel 3
• het
Bestuur en governance
Nederlandse drie pijlersysteem; en regelgeving; • de pensioendriehoek werkgever - werknemer - pensioenfonds; • de pensioenregeling van Bpf AVH; • de administratieve gang van zaken rondom de regeling. • wet-
Dagdeel 2 De actuariële achtergrond van de pensioenregeling De actuaris legt uit: • hoe de aanspraken worden berekend; • hoe de premie wordt vastgesteld; • wat de betekenis is van de dekkingsgraad en de z-score.
Communicatie De communicatieadviseur legt uit welke verplichte communicatie uitingen er zijn en welke communicatie Bpf AVH nog meer verzorgt richting deelnemers, werkgevers en gepensioneerden.
De financiële kant van de pensioenregeling
Pensioenactualiteiten Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen en welke gevolgen hebben zij voor de pensioenregeling van Bpf AVH?
De manager vermogensbeheer legt uit: het beleid inzake vermogensbeheer is; • hoe de normportefeuille is opgebouwd en welke risico’s hiermee worden afgedekt; • op welke wijze vermogensbeheerders worden geselecteerd; • hoe het besluitvormingsproces er uitziet.
Deelname aan de opleiding is gratis. Interesse? Meldt u dan uiterlijk 1 september aan bij Leo van Kampen, secretariaats- en beleidsmedewerker, op telefoonnummer 070 3061190 of e-mailadres
[email protected]. Deze opleiding biedt plaats aan vijftien deelnemers, dus wees er snel bij!
• wat
14
Een bestuurslid legt uit: • wat de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur inhouden; • hoe het bestuur is samengesteld; • hoe besluitvorming plaatsvindt; • welke externe factoren de pensioenregeling beïnvloeden; • welke rol de toezichthouders spelen.
AVH Magazine
div ersen
Pensioenfondsen aan beterende hand Er klinken weer positieve geluiden vanuit De Nederlandsche Bank over de financiële positie van de pensioenfondsen. Na een wat mindere periode zijn de fondsen aan de beterende hand. Dekkingsgraden stijgen De gemiddelde dekkingsgraad steeg van 99 procent eind september naar 107 procent eind december 2010. Deze verbetering kwam vooral door de stijging van de lange rente (van 3,0 naar 3,8 procent). Hierdoor zijn de verplichtingen van pensioenfondsen voor het eerst sinds juni 2009 sterk in waarde gedaald, wat een positief effect heeft op de dekkingsgraad. Bij alle drie typen pensioenfondsen steeg de gemiddelde dekkingsgraad in het vierde kwartaal van 2010: bij bedrijfstakpensioenfondsen van 96 naar 105 procent, bij ondernemingspensioenfondsen van 106 naar 112 procent en bij beroepspensioenfondsen van 109 naar 117 procent. Het aantal deelnemers dat is aangesloten bij een pensioenfonds met een dekkingstekort (dekkingsgraad lager dan 105 procent) is gedaald van 4,8 naar 3 miljoen. Hersteltempo gehaald Begin dit jaar hebben circa 300 pensioenfondsen een tussentijdse evaluatie van hun herstelplan ingediend. DNB heeft deze evaluaties grondig beoordeeld en bekend gemaakt dat vijf kleinere pensioenfondsen misschien per 1 april 2012 een korting moeten doorvoeren op de pensioenrechten. De korting zal alleen plaatsvinden als het herstel in de loop van 2011 niet alsnog op
schema komt. Voor Bpf AVH geldt nog steeds dat een korting niet aan de orde is. Bijna alle Nederlandse pensioenfondsen herstellen dus naar verwachting. Verreweg de meeste fondsen voldoen aan het hersteltempo dat ze zelf eerder in hun herstelplannen hadden aangegeven. Toch is het nog volgens de Pensioenfederatie te vroeg voor optimisme. Het herstel is weliswaar over de gehele linie duidelijk zichtbaar, maar zou nog een stevig fundament ontberen. Bovendien is bij veel fondsen nog geen sprake van aanpassing van de pensioenopbouw en -uitkeringen aan de loon- of prijsontwikkeling, de zogeheten indexatie.
Indexatielabel verdwijnt De ontwikkelingen gaan snel in pensioenland. Nauwelijks is het indexatielabel ingevoerd, of het is alweer (bijna) afgeschaft! Sinds 1 januari 2010 is het indexatielabel verplicht voor alle persoonlijke communicatie met deelnemers waarin over indexatie wordt gesproken. Het werd daarom opgenomen in start- en stopbrieven en pensioenoverzichten. Met het label zou het bij waardeoverdracht mogelijk zijn om het indexatiebeleid van de oude én de nieuwe regeling in één oogopslag te vergelijken. Vanaf het begin waren er twijfels over de toegevoegde waarde van het indexatielabel. Het zou eerder verwarring zaaien dan duidelijkheid geven. Deze twijfels hebben er nu toe geleid dat het label niet meer gebruikt hoeft te worden. Het bestuur van Bpf AVH heeft daarop besloten het label uit de communicatie te verwijderen. Op dit moment wordt er door de Pensioenfederatie gewerkt aan een pensioenwijzer, waarin behalve het indexatiebeleid ook andere aspecten van de pensioenregeling opgenomen kunnen worden. Een soort van keurmerk voor pensioenregelingen dus. AVH M agazine
15
Jaar verslag
Op 26 mei heeft het bestuur het jaarverslag 2010 vastgesteld. Dit jaarverslag, dat u binnenkort kunt vinden op onze website, geeft een beeld van de financiële situatie van het fonds en het gevoerde beleid.
Jaarverslag 2010
16
AVH Magazine
Jaarversl a g Kerncijfers Het aantal aangesloten werkgevers en deelnemers is belangrijk voor een fonds. Immers, hoe meer werkgevers en deelnemers des te beter het draagvlak van het pensioenfonds. In 2010 is het aantal werkgevers, het derde jaar op rij, licht gestegen. Een belangrijk gegeven in tijden van economische crisis. Het aantal actieve deelnemers is echter iets afgenomen.
2010
2009
Aantal werkgevers 855 846 Aantal verzekerden Actieve deelnemers 17.540 17.690 Arbeidsongeschikten 313 350 Gewezen deelnemers (‘slapers’) 42.691 41.780 Pensioentrekkenden 8.075 7.789
2008 843
17.343 388 41.725 6.550
Het aantal uitgekeerde ouderdoms- en nabestaandenpensioenen is gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit is in lijn met de verwachtingen: er komen immers steeds meer ouderen. Tegenover het gestegen aantal uitkeringen staat een daling van het aantal (volledig) arbeidsongeschikten die een beroep doen op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw. Voor deze groep draagt het pensioenfonds de kosten, dus minder premievrije voortzettingen betekent lagere kosten ten opzichte van voorgaande jaren. Door de afname van het aantal deelnemers is het bedrag aan binnengekomen premies lager dan in 2009. In het verslagjaar kreeg Bpf AVH iets minder dan € 46 miljoen aan premies binnen. Hiervoor zijn pensioenaanspraken toegekend aan de deelnemers. Tegelijkertijd is het bedrag aan uitkeringen gestegen. In 2010 werd € 14,7 miljoen uitgekeerd tegen €13,7 miljoen een jaar eerder. Deze uitkeringen worden niet gefinancierd uit in 2010 ontvangen premies, maar uit reeds eerder ontvangen premies. Ook de uitvoeringskosten (de kosten met betrekking tot het personeel, materieel etc.) stijgen.
Bedragen x € 1000
2010
2009
Ingekomen premie 45.819 46.046 Uitvoeringskosten 2.531 2.052 Uitkeringen 14.731 13.700
2008 45.420 1.914 12.409
Beleggingsrendement In 2010 werd door Bpf AVH een totaal rendement behaald van 6,52%. Dat is een goed resultaat gezien de beweeglijke financiele markten. Het gemiddelde rendement over de afgelopen vijf jaar is 5,02%. Het bestuur houdt de economische ontwikkelingen nauw in de gaten om hier goed op in te kunnen spelen. De waarde van de beleggingen nam in 2010 flink toe tot € 589 miljoen. Daarmee wordt de stijgende lijn, die enkele jaren geleden is ingezet, gecontinueerd. Die beleggingen bestaan voor het grootste deel uit vastrentende waarden (obligaties), gevolgd door aandelen, vastgoed, derivaten en overige beleggingen.
Bedragen x € 1000
2010
2009
• Vastgoedbeleggingen 28.593 25.625 • Aandelen 103.310 63.163 • Vastrentende waarden 428.627 413.704 • Derivaten 14.893 9.546 • Overige beleggingen 13.630 6.745
2008 27.913 43.482 366.630 43.574 15.348
AVH M agazine
17
Jaar verslag Voor alle beleggingscategorieën geldt dat hun waarde in 2010 is toegenomen. Op basis van de beleggingsrendementen wordt de zogenaamde z-score berekend. Aan de hand daarvan kan bepaald worden hoe het fonds heeft gepresteerd ten opzichte van een eerder gekozen benchmark. De z-score bedroeg in 2010 0,55. Bpf AVH heeft daarmee beter gepresteerd dan de benchmark. Om de prestaties over een langere periode te beoordelen hebben we de zogenaamde performancetoets, die de gemiddelde z-score over de afgelopen vijf jaar weergeeft. Voor Bpf AVH bedraagt de performancetoets 0,42. Ook daaruit blijkt dus dat het fonds relatief goede rendementen haalt. Dekkingsgraad De dekkingsgraad geeft aan of een pensioenfonds aan al zijn verplichtingen kan voldoen. Indien een pensioenfonds een dekkingsgraad heeft van 100%, kan het fonds aan al zijn verplichtingen voldoen. De Nederlandsche Bank is van mening dat een fonds sowieso een buffer moet hebben van 5% De minimale dekkingsgraad van een pensioenfonds is dan ook 105%. Is de dekkingsgraad lager dan heeft het fonds een dekkingstekort. Aan de hand van risicoprofiel van de beleggingen wordt ook een vereiste dekkingsgraad vastgesteld. Dat is de dekkingsgraad waarvan De Nederlandsche Bank vindt dat met dat risicoprofiel de dekkingsgraad tenminste moet zijn (vaak tussen de 115% en 120%). Indien de dekkingsgraad lager is, is er sprake van een reservetekort. Eind 2010 bedroeg de dekkingsgraad van Bpf AVH 101%; dat is lager dan de dekkingsgraad eind 2009. Belangrijke oorzaken daarvan waren de daling van de rente in de tweede helft van het jaar, maar meer nog de invoering van de nieuwe sterftetafels. Hierdoor namen de verplichtingen van het fonds sterk toe en dat drukt de dekkingsgraad. In de maand mei 2011 bedroeg de voorlopige dekkingsgraad 104.2%. Verantwoording en medezeggenschap Het verantwoordingsorgaan heeft op grond van het jaarverslag geoordeeld dat het bestuur in 2010 een verantwoord beleid heeft gevoerd. De deelnemersraad heeft positief geadviseerd ten aanzien van het jaarverslag. Herstelplan Omdat Bpf AVH een dekkingstekort heeft is er in april 2009 een herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB). Daarin geven we aan hoe we het tekort weg gaan werken. Onderdeel van dat herstelplan is een voorspelling van de ontwikkeling van de dekkingsgraad, het zogenaamde herstelpad. Tot halverwege 2010 lag Bpf AVH goed op koers. Toen werden we echter geconfronteerd met de invoering van de nieuwe sterftetafels, wat de dekkingsgraad met zo’n 7 procentpunt drukte. Daarbovenop kwam de verdere daling van de rente. Als gevolg van deze factoren ligt Bpf AVH op dit moment achter op het herstelpad. Dit houdt nog niet direct in dat er maatregelen genomen moeten worden, wel dat het bestuur alert zal zijn op verder herstel.. Het complete jaarverslag is binnenkort te downloaden vanaf onze website www.bpfavh.nl.
18
AVH Magazine
div ersen
Kabinet wil AOW-leeftijd verhogen Het kabinet zet de plannen voor de verhoging van de AOW-leeftijd, zoals opgenomen in het regeerakkoord, door. Een wetsvoorstel daartoe is naar de Tweede Kamer gestuurd. De AOW-leeftijd wordt dan in 2020 verhoogd van 65 naar 66 jaar. Verhoging van de AOW-leeftijd maakt dat de AOW ook voor toekomstige generaties betaalbaar blijft. De vergrijzing zorgt voor steeds minder werkenden om AOW-premie op te brengen: nu staan er nog vier werkenden tegenover één gepensioneerde en in 2040 is dat gehalveerd tot nog maar twee. Dit betekent dat de kosten door minder mensen moeten worden opgebracht, terwijl de kosten van de AOW naar verwachting oplopen van circa 30 miljard euro nu tot ongeveer 50 miljard euro in 2040. Naast de verhoging van de AOW-leeftijd wordt ook de jaarlijkse maximale pensioenopbouw beperkt. Vanaf 2013 kan jaarlijks minder pensioen worden opgebouwd door verlaging van de maximale opbouwpercentages. Langer doorwerken zorgt ervoor dat mensen meer tijd hebben om pensioen op te bouwen, waardoor de opbouwpercentages naar de mening van het kabinet omlaag kunnen. Nieuw uitgangspunt wordt dat in 40 jaar in plaats van 35 jaar een volledig pensioen kan worden opgebouwd. Tot 2013 blijft de pensioenopbouw ongewijzigd. De reeds opgebouwde pensioenrechten blijven intact. Uiteraard moeten de Tweede en Eerste Kamer nog instemmen met het voorstel. De verwachting is echter dat dit zal gebeuren. Wat gaat u hiervan merken? Dat ligt eraan. De verhoging van de AOW-leeftijd zal alleen degenen treffen die na 2020 met pensioen gaan. Of de verlaging van de maximale pensioenopbouw voor u gevolgen heeft is afhankelijk van hoe uw pensioenregeling aan het pensioenakkoord zal worden aangepast. Het voorstel staat overigens los van het pensioenakkoord. In het akkoord zijn wel afspraken gemaakt over de verhoging van de AOW-leeftijd, maar deze zijn niet gekoppeld aan het wetsvoorstel. Ook zonder pensioenakkoord zal het kabinet de plannen om de AOW-leeftijd te verhogen doorzetten.
Waardeoverdrachten hervat De dekkingsgraad van Bpf AVH stijgt. Daarom hebben we de afhandeling van waardeoverdrachten kunnen hervatten. Heeft u een aanvraag voor waardeoverdracht lopen die opgeschort is? Dan ontvangt u bericht van ons zodra de afhandeling wordt hervat. Wanneer dat gebeurt is mede afhankelijk van de financiële situatie van het andere pensioenfonds. Hervatting kan namelijk alleen als ook de dekkingsgraad van het andere fonds 100% of hoger is.
AVH M agazine
19
Samen met Bpf AVH een zekere koers in 2011 De Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (Bpf AVH), verzorgt al meer dan veertig jaar de pensioenvoorziening voor de Agrarische groothandel. Bpf AVH biedt werknemers in deze sector financiële zekerheid voor de toekomst. Bpf AVH staat voor heldere communicatie, duidelijke afspraken en een goed georganiseerde administratie. Als werkgever kunt u rekenen op actuele informatie over pensioenregelingen en daaraan gerelateerde onderwerpen. Bpf AVH heeft oog voor het voorkomen van administratieve lasten. Met haar partner ABZend berichten-
dienst biedt zij de werkgevers een eenvoudige wijze van gegevens aanlevering. Ook de werknemers hebben hiervan voordeel. Zij kunnen rekenen op pensioenvoorzieningen en -regelingen die concreet en adequaat aansluiten bij hun behoeften. BPF AVH, een belangrijke investering in uw toekomst en die van uw werknemers. Postbus 3144, 2280 GC Rijswijk Tel. 070 - 306 11 90, Fax 08422 - 62369,
[email protected]. Kijk voor meer informatie op www.bpfavh.nl
Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel