De Unentse krant Jaargang 3, nummer 1, 23 december 2005
Oplage 4400
Met een trots gevoel kunnen zeggen:
“Ik woon in Udenhout” In maart 2006 staat de bescherming van het dorpsgezicht van Udenhout op de agenda van de Tilburgse gemeenteraad. Dat zal inhouden dat het bestemmingsplan wordt aangescherpt. De vraag is hoe groot het beschermde gebied moet zijn. Alleen de directe omgeving van het kruispunt? Alleen het eerste stuk van de Slimstraat? Of het hele gebied van de overweg tot voorbij het kapelletje aan de Schoorstraat en van de Spitsenhoek tot de Brandsesteeg? De redactie van deze krant had op een zonnige zaterdagmorgen in oktober over dit onderwerp een discussie met vier gasten: Marcel Degen (fractievoorzitter van Algemeen Belang), Theo Hoppenbrouwers (lid van de Dorpsraad), Jan Jansen (voorzitter van de Dorpsraad) en Willem Verhoeven (Tuin- en landschaparchitect). Al snel lagen er boekjes op tafel, voortgekomen uit initiatieven in de afgelopen jaren, zo-
als “Een cultuurhistorische effectrapportage”, “Karakteristiek Udenhout” en een studie van de Fontys Hogeschool (het zogenoemde Bilan-rapport).
Historisch perspectief De dorpskern van Udenhout is historisch gezien bijzonder, omdat de oorspronkelijke aan-
pak van de ontginning van het dorp nog zichtbaar is. Ongetwijfeld waren er ook ontginningen aan de rand van het dorp, zoals in de Berkhoek en op ’t Winkel, maar in de 12 e eeuw werd vanaf de Waalwijkseweg speciaal voor de ontginning een weg aangelegd, die we nu kennen als Molenhoefstraat, Slim-
Discussie op ‘t Schoor. v.l.n.r. Kees van Kempen, Jan Jansen, Marcel Degen, Wim Maarse, Theo Hoppenbrouwers, Willem Verhoeven. foto: Jan Denissen
Komt Kerstmis met een groen kleed, dan ligt met Pasen de sneeuw gereed.
Is het met Kerstmis nog niet koud, dan gebruikt de winter weinig hout.
Een groene Kerst is een witte Pasen.
Veel wind in de kerstdagen, de bomen zullen manden vol vruchten dragen. Is Kerstmis helder en klaar, verwacht dan een vruchtbaar jaar. Volle maan met Kerstmis, een volle schuur in augustus.
Te koop op zaterdag 4 februari 2006
Twee nieuwe boeken van ’t Schoor Het is al bijna drie jaar geleden dat het schrijversteam van ’t Schoor een boek heeft gepresenteerd. Al die tijd zijn de schrijvers druk in de weer geweest met archiefbezoek, interviews, boeken lezen, etc. om nu met twee prachtige nieuwe boeken te komen. Het ene gaat over de geschiedenis van de Udenhoutse Lambertusparochie en is getiteld “Over de Unentse parochie”. Gelijktijdig komt er een boek uit over alle in Udenhout en Biezenmortel geboren en/of getogen priesters, broeders, fraters en zusters, ge-
titeld: “Over heeroom en tante zuster”. De boeken zijn te koop op zaterdag 4 februari van 10.00 uur tot 15.00 uur op het parochieel centrum en vanaf maandag 6 februari bij fotogalerie Angelique aan de Kreitenmolenstraat. Het boek “Over de Unentse parochie” kost 20 euro. Het boek “Over heeroom en tante zuster”, 15 euro. Over de inhoud van de boeken en over het programma rondom de presentatie van de twee boeken leest u alles op pagina 3 van deze krant.
Onze gasten benadrukken eensgezind het sociale belang van een herkenbare en goed functionerende dorpskern in Udenhout. Bij zo’n dorpskern kun je je thuisvoelen. Je kunt zeggen: “Ik woon in Udenhout” en dan woon je niet zomaar in een wijk van Tilburg.
“Je zegt het ook met een trots gevoel”, zegt Theo Hoppenbrouwers, “Daar ben ik thuis, daar hoor ik bij”. Zo’n functie heeft de dorpskern van Udenhout en die functie moet worden behouden.
Kerk, café en winkels Een dorpskern zal alleen maar kunnen voldoen aan het sociale perspectief als die kern herkenbaar blijft en bruist van activiteiten. Kerk, pastorie, fraterhuis en raadhuis vervullen een belangrijke rol in het gevoel van een dorpscentrum. “Het zou heel erg zijn als er vlak buiten het dorp een groot winkelcentrum zou worden gebouwd en de winkels uit de dorpskern zouden verdwijnen”, zegt Willem Verhoeven, “winkels horen in een dorpskern, precies zoals het nu in Udenhout is”. De huidige opzet van de winkels tussen de woonhuizen moet worden behouden. In een dorpskern horen een of meer café’s te zijn. Verenigingen moeten er zich thuisvoelen. En er moeten activiteiten zijn zoals Festipet en Unentse Mert. Lees verder op pagina 2.
Beeldhouwwerk van Quirin Bäumler
Frater Andreas krijgt plaats in de kerk Udenhout, 23 december 2005.
Als met Kerstmis de muggen zwermen, moet ge op Pasen uw gat verwermen.
structuur van de dorpskom. Laten we komend vanaf de Waalwijkseweg eens een opsomming geven van de rechterzijwegen van Slimstraat en Groenstraat. Dat zijn de Berkelseweg, de Boomgaardstraat, de Tuinstraat, de Van Heeswijkstraat, het Kloosterpad, de Kreitenmolenstraat, de Langenhof, de Achthoevenstraat, de Mortel en de Winkelsesteeg. Allemaal van oorsprong paden voor erfscheidingen of om de bossen in te trekken en het bos te ontginnen. Alle wegen loodrecht op de Slimstraat en de Groenstraat en alle wegen evenwijdig aan elkaar. En op een van de kruispunten (met de latere Kreitenmolenstraat, de weg naar de molen op de Kreitenhei) is het centrum van het dorp ontstaan.
Sociaal perspectief
Weerbericht voor de kerstdagen
Kerstmis in de sneeuw, Pasen in de modder.
straat, Groenstraat en Biezenmortelsestraat. Oorspronkelijk heette het hele stuk Groenstraat. Vanaf het begin kwamen er paden, die de bossen inliepen. Sommige paden waren alleen maar bedoeld om de bossen in te gaan, andere waren erfscheidingen tussen hoeven met voldoende grond voor een economisch zelfstandige eenheid. Dat heet de boshoevencultuur. Veel van die oude paden zijn op dit moment nog herkenbaar in de
Prijs: Gratis
Op zondag 5 februari tijdens de Mis van 10 uur zal pastoor Looyaard een sculptuur van frater Andreas inwijden. Het beeldhouwwerk, gemaakt door de Beierse beeldhouwer Quirin Bäumler, zoon van Leo Bäumler, krijgt een plaats tussen de rechter sacristiedeur en het Lambertusaltaar. Heemcentrum ’t Schoor zal op 3 februari twee nieuwe boeken presenteren. Een boek gaat over de geschiedenis van de parochie. Het tweede geeft een overzicht van alle in Udenhout en Biezenmortel geboren en/of getogen priesters, zusters, broeders en fraters. Een van deze Udenhoutse religieuzen is frater Andreas van den Boer, geboren op de Houtsestraat en opgegroeid in de Biezenmortelsestraat. Frater Andreas werd al in zijn leven “de heilige frater” genoemd en sinds zijn dood in 1917 zijn er vele gelovigen die hun noden in gebed voorleggen aan frater Andreas en er zijn vele gebedsverhoringen vastgesteld. Voor frater Andreas bestaat een gedachteniskapel in het generalaat van de fraters in Tilburg en er loopt een procedure
tot zaligverklaring. Frater Andreas heeft tot nu toe wel een bijzondere maar nog geen herkenbare plaats in de Udenhoutse gemeenschap. Enkele initiatiefnemers zagen in de nieuwe boeken van Heemcentrum ’t Schoor een mooie aanleiding om frater Andreas zo’n plaats in onze gemeenschap te geven. Een plaats waar mensen naar toe kunnen, misschien om in gebed de hulp van een oude “heilige” dorpsgenoot te vragen. Op initiatief van het schrijversteam van Heemcentrum ’t Schoor, met André Witlox uit Den Bosch als boodschapper, met de financiële steun van de Boudewijn van Gorpstichting, met goedkeuring van het generalaat van de fraters van Tilburg en met het enthousiasme van pastoor Looyaard heeft het idee vorm gekregen. Er komt een beeldhouwwerk van frater Andreas en dat krijgt een mooie plaats in de kerk. Met al deze gegevens is in de herfst 2004 contact gezocht met Leo Bäumler, de beeldhouwer die in de vijftiger jaren de unieke Udenhoutse kerkbanken heeft gemaakt. Leo was verheugd om weer vanuit Udenhout een opdracht
Quirin en Leo Bäumler bij het nieuwe beeld van frater Andreas. te mogen ontvangen. Zijn zoon Quirin heeft de sculptuur van frater Andreas gemaakt. Verderop in deze Udenhoutse krant een hernieuwde kennismaking met Leo Bäumler. Pastoor Looyaard is in zijn nopjes met het initiatief. Dat er een nieuw beeldhouwwerk komt, gemaakt door de zoon van de beeldhouwer, die de kerkbanken heeft gemaakt, is al uniek. De pastoor vertrouwt er op, dat frater Andreas door ons gebed een steun kan zijn voor mensen die voor moeilijke keuzes staan. In de H.Mis op zondag 5 februari zal ook het Andreasgenootschap en de provinciale overste van de fraters van Tilburg aanwezig zijn.
Colofon
De Unentse krant is een uitgave van Heemcentrum ’t Schoor Udenhout-Biezenmortel, huis aan huis verspreid op vrijdag 23 december 2005. Aan deze krant hebben meegewerkt: Kees van den Bersselaar, Henk Breimer, Luud de Brouwer, Lia Clement-Verhoeven, Jan Denissen, Kees van Kempen, André van der Lee, Mina Lhajoui, Joost van der Loo, Wim Maarse, Piet Naalden, Annie van RoesselKolen, Will Verhoeven, Peter Vervloed en André Witlox. De eindredactie en de lay-out zijn verzorgd door Jan Denissen, Kees van Kempen en Wim Maarse. De krant is in een oplage van 4400 gedrukt door ELKA te Tilburg.
Beschermd dorpsgezicht Udenhout Vervolg van pagina 1.
Typisch Udenhout Het is bijzonder dat de grote straten van Udenhout brede straten zijn, met de huizen zover van de straat dat er ruimte is voor royale voortuinen. In een beschermd dorpsgezicht zullen we ook op deze historische verworvenheid zuinig moeten zijn.
Een groot beschermd dorpsgezicht De deelnemers aan onze discussie nemen nog geen definitief standpunt in over de omvang van het te beschermen gebied als “dorpsgezicht van Udenhout”. Maar er is wel heel veel voor te zeggen om te denken aan het hele gebied vanaf de overweg van de Kreitenmolenstraat tot aan Baronsvelden voorbij het Mariakapelletje aan de Schoorstraat en vanaf de Spitsenhoek op de kruising van Slimstraat en Kuil tot voorbij Winkelsesteeg en Brandsesteeg achter op ’t Endeke. Bovendien moet het gebied rondom het kasteel onderdeel zijn van het beschermde dorpsgezicht.
Consequenties voor bewoners Het aanwijzen van een gebied als beschermd dorpsgezicht heeft zo zijn voor- en nadelen. Tot de voordelen behoren ongetwijfeld het behoud van het dorpse karakter, een dorpscentrum dat in de Udenhoutse gemeenschap een sociale bindende functie heeft, het feit dat Udenhout een dorpse maat en een menselijke maat behoudt, het behoud van de kleinschaligheid, en ook behoud van de historische bijzonder-
De Unentse krant
WONEN IN UDENHOUT
Pagina 2
heden van de boshoevenontginning, het kruispunt op twee doorgaande wegen en de tuinen voor de huizen. Een aantal van de panden zullen monumenten blijven of worden, sommige panden gemeentelijke monumenten en andere panden rijksmonumenten. Voor bewoners betekent dat minder mogelijkheden om naar eigen inzichten te verbouwen. Van de andere kant wonen huiseigenaren in een prachtig dorpscentrum en zullen subsidies beschikbaar zijn voor het onderhoud van de monumenten.
Hoe het niet moet De afgelopen jaren zijn een paar grote projecten gerealiseerd, die door velen worden ervaren als voorbeelden van hoe het niet moet. De betonnen doos achter het raadhuis past niet in het dorpsbeeld. Evenmin de kolossale nieuwbouw van de Eikelaar. De flats aan de Kreitenmolenstraat, op de plaats van het postkantoor en het klooster Sint Felix, zijn misschien wel mooi, maar passen toch niet in het gewenste dorpse karakter.
Hoe het wel moet We mogen niet stil gaan staan. Het dorp moet leven, bruisen van energie, meegaan met de ontwikkelingen. “Het mag geen museum worden”, zegt Marcel Degen, “Dan verhuis ik liever naar het Openluchtmuseum in Arnhem”. Dat betekent dat niet elk huis een monument moet worden. Op z’n tijd zijn aanpassingen en nieuwbouw nodig. Het huis van Ben Besselink in de Groenstraat is moderne architectuur,
Foto:
Bibliotheek Udenhout Tentoonstelling januari Ter gelegenheid van de presentatie van 2 nieuwe boeken van Heemcentrum ‘t Schoor, “Over de Unentse parochie” en “Over heeroom en tante zuster” op 3 februari 2006, zal in de openbare bibliotheek van Udenhout, voor de maand januari, een expositie worden ingericht over de beleving van het katholieke geloof in de tijd van het Rijke Roomse Leven. Er zullen voorwerpen te zien zijn, die betrekking hebben op de persoonlijke devotie: de rozenkrans, het scapulier, het wijwaterbakje, het kruisbeeld, heiligenbeeldjes, kerkboeken enz., maar ook voorwerpen uit de kerk, canonborden, priesterkleding, ziekenpixus, kelk en pateen, overzichten van de geschiedenis van de Lambertuskerk, de bekendste bedevaartplaatsen voor Udenhoutse gelovigen, de pastoors en kapelaans.
maar past heel prima in het straatbeeld. Misschien moet er eens een discussie ontstaan wat je als bewoners wel doet en niet doet binnen de grenzen van een beschermd dorpsgezicht. Past het als bewoners het voortuintje vervangen door een parkeerplaats? Past het als alles wordt volgebouwd en er geen ruimte tussen de huizen meer is om achter de huizen te kijken, zoals je oorspronkelijk bij elk huis op het erf kon kijken? Passen grote schreeuwende reclameborden in het dorpscentrum?
Reconstructie Kreitenmolenstraat In maart 2006 start de reconstructie van de Kreitenmolenstraat. De rijweg wordt wat smaller. Auto’s kunnen we nog maar aan een kant parkeren. Aan de andere kant van de straat komt een breder wandelpad. Er worden veel bomen geplant en komen lage straatlantaarns. De bedoeling is dat de mensen vanuit de wijken het fijn vinden om te voet of met de fiets te gaan winkelen, naar de kerk en het café te gaan of naar een verenigingsbijeenkomst. Als de Kreitenmolenstraat na de reconstructie daartoe uitnodigt, zou dat wel heel prima passen in het beschermde dorpsgezicht. Het zou helemaal mooi zijn als er parkeerplaatsen achter de huizen kwamen, op vergelijkbare locaties als die van de doe-het-zelfzaak.
De redactie van deze krant hoopt dat de Dorpsraad een primaire rol kan spelen op weg naar uiteindelijk de beste besluitvorming voor Udenhout in de Tilburgse gemeenteraad. Jan Jansen, de voorzitter van de Dorpsraad, wil parallel aandacht voor het versterken van het sociale aspect: “Mensen, die het sociale aspect kunnen behouden en versterken en verenigingen kunnen dragen, moeten in Udenhout willen blijven wonen. En dat betekent ook meer nieuwe woningen”.
Twee verdwenen monumenten
En de discussie gaat verder…. Over de silotoren van de Boerenbond, over de plannen vanaf Quatres Bras tot aan de rotonde, over het wel of niet dorpse karakter van de wijk De Kuil, over hoe de wijk De Mortel past in de omgeving, over de natuurstrook langs de Gommelsestraat, over het omleiden van het doorgaande verkeer over een weg vanaf de rotonde naar de Waalwijkseweg,...
Acetyleenfabriek
Ambtelijke discussie Voordat het bestemmingsplan zal zijn aangepast ten behoeve van het beschermde dorpsgezicht van Udenhout zijn we enkele maanden verder. In de tussentijd is een leefmilieuverordening van kracht, die voorkomt dat er op korte termijn schade aan de dorpskern wordt aangericht. Dat is mooi.
H.-Hartmonument
Biezenmortel
De Unentse krant
BOEKEN
Twee nieuwe boeken van Heemcentrum t Schoor
290 religieuzen uit Udenhout en Biezenmortel
Over heeroom en tante zuster
De Geschiedenis van de Udenhoutse parochie Het schrijversteam van Heemcentrum ’t Schoor presenteert op 3 februari twee nieuwe boeken over de lokale geschiedenis van Udenhout en Biezenmortel. Dit keer over de Udenhoutse parochie van de H.Lambertus. Het ene boek is een boeiend geschiedenisboek. Het andere gaat over alle in Udenhout en Biezenmortel geboren en/of getogen priesters, zusters, fraters en broeders.
325 Pagina’s geschiedenis Het geschiedenisboek is er een zoals we dat inmiddels gewend zijn van het schrijversteam, 325 bladzijden dik en rijk geïllustreerd. Meer dan 500 foto’s staan er garant voor dat lezers en kijkers van dit boek ongetwijfeld ertoe worden aangezet om de eigen herinneringen nog eens op te halen en te delen met familie en vrienden, hopelijk vooral dierbare en blije herinneringen. Het boek bestaat uit drie delen. Deel 1 is het echte geschiedenisdeel en vertelt wat er door de eeuwen heen is gebeurd. Deel 2 gaat over de geloofsbeleving van onze ouders. Deel 3 geeft een overzicht van de vijf kloosters van Udenhout en Biezenmortel.
16 pastoors De geschiedenis van de parochie begint met de stichting van een kapel op 7 april 1474. In de eerste eeuwen waren Udenhout en Biezenmortel deel van de parochie Oisterwijk. De onafhankelijkheid van de parochie Oisterwijk kwam op 27 juni 1723. Sinds die tijd telde de Udenhoutse parochie 16 pastoors. 1 . De eerste pastoor was Elias Robben, die met zijn familie een belangrijke rol heeft gespeeld om in Udenhout een eigen parochie te vormen. Het is ook de grond van zijn familie waarop de kerk en later de pastorie zijn gebouwd. 2 . De tweede pastoor was Jacobus Watrin, die zijn pastorie had achter aan de Slimstraat op grond die zijn moeder had gekocht. Die plek kennen we in de volksmond nog als “de oude pastorie”. 3 . De derde pastoor was Lambertus van den Boome die een pastorie liet bouwen aan de Kreitenmolenstraat. Pastoor Van den Boome was ook deken. 4 . De vierde pastoor, Wilhelmus Reijs, heeft de initiatieven genomen voor de bouw van de Waterstaatskerk. 5 . De vijfde pastoor, Petrus Verschuure, is de bouwpastoor van de Udenhoutse Lambertuskerk. Zijn grafmonument staat pal achter de deur van de sacristie. 6 . De zesde pastoor was Felix Cuijpers. Hij bouwde een
nieuwe pastorie naast de kerk aan de Slimstraat en op de oude pastorie aan de Kreitenmolenstraat kwamen de zusters van Liefde voor onderwijs aan meisjes en voor de verzorging van zieken en bejaarden. Het klooster werd vernoemd naar de pastoor: Sint Felix. 7 . De zevende pastoor, Petrus van de Wal, heeft gezorgd voor de komst van de fraters van Tilburg om hier katholiek onderwijs aan jongens te geven. De jongensschool was ook vernoemd naar de pastoor: de Petrusschool. 8 . De achtste pastoor was Everardus van der Heijde. Hij werkte hier maar anderhalf jaar en stierf jong aan de gevolgen van suikerziekte. Hij was een vurig vereerder van Maria en heeft een boekje geschreven over O.L.V. van Lourdes. 9 . De negende pastoor, Petrus van Eijl, was 36 jaar lang pastoor van Udenhout in de tijd van het Rijke Roomse leven. De ouderen onder ons vertellen bonte verhalen over hem, met respect. Hij was een sociaal voorman. Voor de jeugd richtte hij een patronaat op. 10. Pastoor Adrianus van der Meijden, de tiende pastoor, is maar één jaar pastoor van Udenhout geweest. Toen werd hij geroepen om president te worden van het groot seminarie in Haaren. 11. Pastoor Johannes van Welie, de elfde pastoor, was pastoor tijdens de Tweede Wereldoorlog met alle ellende die daarbij hoorde. Hijzelf heeft vaak zijn pastorie beschikbaar moeten stellen voor gevluchte medepriesters en voor de bezetter. 12. Pastoor Karel Prinsen, de twaalfde pastoor, heeft veel energie gestoken aan de prachtige Lambertuskerk, die nu een rijksmonument is. 13. Pastoor Piet Ras, de dertiende pastoor, bracht de vernieuwing van het Tweede Vaticaans Concilie. De vernieuwingen gingen voor sommigen te snel en voor anderen te langzaam. Voor de pastoor zelf te langzaam. 14. Pastoor Karel Gevers was de veertiende pastoor in een tijd van ontkerkelijking, die ondermeer tot uiting kwam doordat het kerkbestuur geen schoolbestuur meer was, de naam RKSSS werd vervangen door SVSSS, etc. 15. Pastor Wim van Sprang was de vijftiende pastoor, die zelf vooral pastor wilde zijn, een herder temidden van de parochianen om samen elkaars herder te
Pagina 3
Programma Vrijdag 3 februari Presentatie van de boeken voor genodigden.
Zaterdag 4 februari Boeken te koop op het parochieel centrum van 10.00 uur tot 15.00 uur.
Zondag 5 februari Eucharistieviering in onze Lambertuskerk om 10.00 uur met presentatie en zegening van de sculptuur van frater Andreas in aanwezigheid van onder andere het Andreasgenootschap. Daarna, zoals elke eerste zondag, staat de koffie klaar.
Maandag 6 februari Boeken te koop bij fotogalery Angelique.
Maandag 6 februari Lezing “Een wandeling door katholiek Udenhout” voor belangstellenden. Aanvang 20.00 uur in hotel café ’t Centrum.
zijn. Onder Van Sprang groeide de parochie uit een tot een gemeenschap met zeer veel vrijwilligers. 16. Pastoor Godfried Looyaard is de zestiende pastoor van Udenhout. In het boek geven we een beeld van het kerkelijke jaar 2004/2005 om de lezers die het boek ter hand nemen te laten zien hoe wij vandaag de dag ons geloof beleven.
Van de wieg tot het graf Wat is er veel gebeurd in al die jaren. En hoezeer was de geloofsbeleving verschillend. In het boek besteedt het schrijversteam dan ook uitvoerig aandacht aan de geloofsbeleving van de wieg tot het graf en van de Advent tot en met Christus Koning. Dat gebeurt hoofdzakelijk door herinneringen aan de vijftiger en zestiger jaren van de twintigste eeuw, herinneringen aan de eerste communie, de biecht, het misdienaarschap, een eerste Mis van een neomist, het bidden bij het opstaan en het slapengaan en voor en na het eten, het palmtakje achter het kruis, het wijwatervaatje langs het bed, het rozenhoedje, de stolp op de kast, de huisheilige, het vrome tegeltje langs de voordeur, de bedevaart naar Cornelius in Bokhoven, te voet naar de Zoete Moeder van Den Bosch, de catechismusles, het strooike bij een overlijden, en veel veel meer. Het boek is een Udenhouts boek geworden, over wat er in Udenhout gebeurde en hoe onze (voor)ouders in Udenhout omgingen met het geloof. Dit is gelukt dankzij de medewerking van zeer velen, die teksten hebben toegestuurd, met wie individueel of in groepsverband interviews mochten houden en van wie foto’s zijn ontvangen.
Vijf kloosters Udenhout en Biezenmortel telden vijf kloosters: 1 . In 1862 kwamen de Zusters van Liefde van de
Oude Dijk naar Udenhout en stichtten er Huize St.Felix. De zusters hadden een verzorgingshuis voor zieken en ouderen en ze runden een meisjesschool. De woonwijk Felixhof herinnert aan het oude klooster. 2 . In 1901 kwamen de fraters van Tilburg naar Udenhout voor onderwijs aan jongens. Het fraterhuis staat er nog altijd en heeft onder de naam “De Vuurhaard” een sociaal maatschappelijke rol voor de opvang van asielzoekers. 3 . In 1903 kwamen de broeders Penitenten van Boekel naar Biezenmortel om er een verzorgingshuis voor geestelijk gehandicapten te beginnen: Huize Assisië, vernoemd naar de geboorteplaats van hun leidsman Sint Franciscus. 4 . In 1920 kwamen de Kapucijnen naar Biezenmortel. Ze bouwden er een klooster dat tot midden jaren zestig heeft gediend als opleidingsinstituut voor de kapucijner priesterstudenten. In Biezenmortel vonden elk jaar priesterwijdingen plaats. Aan het klooster is een kerk verbonden voor de lokale gemeenschap van Biezenmortel. 5 . In 1925 kwamen de zusters van de Choorstraat in Den Bosch naar de Schoorstraat in Udenhout. Op grond, geschonken door gouden Willem van Iersel, bouwden zij Huize Vincentius, een huis voor onderwijs aan geestelijk gehandicapte meisjes. De vijf kloosters van Udenhout en Biezenmortel hebben lange tijd het aanzien van het dorp mede bepaald. Naast deze vijf kloosters hebben ook zusters gewoond in woonhuizen en doen dat nog. Lange tijd ook woonden er zusters Franciscanessen van Dongen op kasteel De Strijdhoef en zusters Franciscanessen van Etten in het Kapucijnenklooster.
Zuster Chrysostoma Mutsaers, meer dan 70 jaar in het klooster. Bij het maken van een boek over de geschiedenis van de Udenhoutse parochie ontstond bij het schrijversteam het idee om een overzicht op te nemen van alle in Udenhout en Biezenmortel geboren en/of getogen priesters, fraters, broeders en zusters. Maar dat liep ernstig uit de hand. Het werden er uiteindelijk 290. Als je dan ook bij allemaal een verhaaltje wilt vertellen, dan past het overzicht niet meer op een paar pagina’s van een boek. Dan is er voldoende materiaal voor een apart boek met als titel “Over heeroom en tante zuster”. Van alle 290 religieuzen is een klein verhaal geschreven, dankzij de enorme medewerking van familieleden en van de diverse kloosterarchieven. Ze hebben met z’n allen veel meegemaakt: bouwpastoor van een parochie, een leven lang achter de tralies van een klooster, als missionaris kampend met tropische ziekten, opgesloten in een Jappenkamp, omgekomen in de Tweede Wereldoorlog, overste van een klooster, een leven als kunstenaar, een leven lang ten
dienste van het onderwijs, dag en nacht werkend voor gehandicapten, pastoor in Amerika, enzovoorts, enzovoorts. Allemaal gewone mensen van gewone ouders uit Udenhout en Biezenmortel. In het boek zijn alleen de religieuzen opgenomen die hun leven lang religieus zijn gebleven. Velen hebben ook andere keuzes gemaakt en hebben hun priesterambt of hun kloostergemeenschap verlaten. Sommigen van hen willen niet meer aan die tijd worden herinnerd en anderen zijn nog steeds trots op een mooi stuk van hun leven. De samenstellers van het boek kunnen niet weten wie wel of niet met die verleden tijd wil worden geconfronteerd. Met alle respect heeft het schrijversteam van Heemcentrum ’t Schoor ervoor gekozen om alleen die religieuzen op te nemen die zijn geboren en/of getogen in Udenhout en Biezenmortel en die het priesterambt of de kloostergemeenschap trouw zijn gebleven. Het is een boeiend boek met mooie verhalen en verhaaltjes en heel veel foto’s.
Top 10 van aantallen religieuzen uit Udenhout en Biezenmortel Aantal 1 Pastoors, kapelaans, rectoren 2 Franciscanessen van Dongen, 3 Zusters van Liefde Oude Dijk 4 Fraters van Tilburg 5 Franciscanessen van Oirschot 6 Zusters van Schijndel 7 Kapucijnen 8 Broeders Penitenten Zusters van de Choorstraat 10 Broeders van Maastricht
en aalmoezeniers Etten en Roosendaal Tilburg en Oisterwijk
46 36 33 26 20 14 10 9 9 7
Boeken te koop De boeken “Over de Unentse parochie” en “Over heeroom en tante zuster” zijn te koop: * Op zaterdag 4 februari van 10.00 uur tot 15.00 uur op het parochieel centrum. * Vanaf maandag 6 februari bij fotogalerie Angelique. Het boek “Over de Unentse parochie” kost 20 euro. Het boek “Over heeroom en tante zuster” kost 15 euro.
De protestantse gemeente in Udenhout Henk
Breimer
Toen men mij vroeg om een stuk te schrijven over de protestantse gemeente in Udenhout had ik er nogal wat moeite mee. Wij voelen ons zo ingeburgerd, dat we nauwelijks meer een onderscheid kunnen voelen tussen protestant en katholiek. Wij komen zowel in de protestantse als in de katholieke kerk. Wij zijn lid van katholieke verenigingen, werken bij katholieke organisaties, onze kinderen zijn gemengd gehuwd etc. Toch zal ik proberen ervaringen van het “inburgerproces” te omschrijven.
De Unentse krant
GELOOF EN SAMENLEVING
Pagina 4
Wij hebben een paar jaar in Sint-Oedenrode gewoond op de voormalige landerijen van de familie Beckers en hebben daar als protestant van boven de grote rivieren de oecumenische sfeer van monseigneur Beckers mogen ervaren, waar we nog steeds met veel warmte aan terug denken. In 1971 kwam ik in dienst van de Katholieke Hogeschool Tilburg, nu Universiteit Tilburg. Wij zochten woonruimte in de buurt van de Hogeschool en streken neer in Udenhout. In de jaren zeventig kwamen nogal wat protestantse gezin-
vormsel kwamen aan bod en hoe wij er als protestanten mee om moesten gaan. De onderlinge band was zeer hecht, er zijn door deze werkgroep in de loop der tijd vriendschappen ontstaan. De werkgroep bezocht de beide kerken, maar de excursies, onder andere naar het Kapucijnenklooster, hebben veel indruk op mij gemaakt. Het hoogtepunt was wel de vervaardiging van de diaserie voor kinderen van de basisscholen over de Eucharistieviering en het Avondmaal. Deze serie is nog jaren aan de kinderen vertoond ter voorberei-
ding op de communie en het vormsel. De werkgroep is opgeheven, toen de meeste kinderen naar de middelbare school gingen. Dat wil niet zeggen dat de oecumene niet meer leeft in Udenhout, integendeel. Mijn vrouw, lerares op een R.K. basisschool, was in de jaren negentig lid van de kerkenraad en heeft in die hoedanigheid vele oecumenische vieringen samen met pastor Van Sprang verzorgd. In de jaren tachtig is de Nederlands Hervormde gemeente en de Gereformeerde ge-
meente te Oisterwijk gaan samenwerken als Samen-OpWeg-gemeente. De Gereformeerde kerk te Oisterwijk in de Kievietslaan werd toen alleen nog maar in de zomermaanden gebruikt. Het bezoek liep de afgelopen jaren sterk terug en sinds augustus 2004 wordt in deze kerk geen dienst meer gehouden en het gebouw zal binnenkort worden gesloopt. In 2006 zal de Samen-Op-Weggemeente worden omgedoopt in de Protestantse gemeente Oisterwijk.
nen in de wijk Achthoeven wonen. Deze gelijkgezinden zochten elkaar via de kerk op. Udenhout had sinds 1866 geen eigen protestantse kapel meer, zodoende moesten we kerken in de Nederlands Hervormde kerk te Oisterwijk. De kinderen van de protestantse gezinnen gingen naar de R.K. scholen in Udenhout, daar er toen geen andere keuze was. Dit heeft absoluut geen enkel probleem gegeven, omdat men in deze scholen wel degelijk rekening hield met anders-gezinden. De kinderen en de ouders werden op deze scholen geconfronteerd met het voorbereiden voor de communie en het vormsel en hadden behoefte aan informatie om vooral de kinderen bij te staan bij dit gebeuren. Daar ook in Udenhout de oecumene leefde, werd er al snel een oecumenische groep opgezet onder leiding van kapelaan Boers en dominee Van Boven. Deze groep was eind jaren zeventig en begin jaren tachtig zeer actief. Tradities en gewoonten van de beide kerken werden toegelicht en besproken. Maar vooral de communie en het
Gebedszaal van moskee Alfath, Stedekestraat, Tilburg
Moslims in Udenhout Mina Lhajoui Je ziet ze niet veel, maar ze zijn er wel. Ook in het overwegend katholieke Udenhout wonen moslims. Door de werkgelegenheid die de steenfabriek in de jaren zeventig hen bood, vestigden de eerste moslims, overwegend van Marokkaanse afkomst, zich in het dorp. In het kader van de gezinshereniging begonnen in de jaren zeventig en tachtig ook de scholen ietwat te kleuren door de ‘donkere’ koppies. Zo kwam ook ik, bijna 26 jaar geleden, als dochter van een gastarbeider in Udenhout terecht. Toen Heemcentrum ’t Schoor met het verzoek kwam om iets te schrijven over de Islam in Udenhout, moest ik goed nadenken over hoe die moslimgemeenschap er eigenlijk uitziet op dit moment en wellicht hoe die er uitzag een paar decennia terug. Voordat de gezinsherenigingen plaatsvonden, beleefden de moslimmannen, die samen werkten en onder één dak woonden, hun geloof samen. Samen bidden, samen vasten.
De mannen leefden vaak met meer dan zes man in barakken vlakbij de steenfabriek. Toen ieder zijn eigen gezinsleven oppikte, werd dat vooral in het eigen gezin gedaan: samen bidden, samen vasten. Er werd van hen niet meteen verwacht dat zij participeerden in de samenleving. Maar omdat de kinderen naar school gingen en Nederlandse vriendjes kregen, kwamen de plaatselijke inwoners voor het eerst in contact met de Islam. In het jongerencentrum, toen nog gevestigd aan de Zeshoevenstraat, kregen kinderen Koranlessen. Deze werden gegeven door mijn oudste neef. Streng doch rechtvaardig bracht hij ons de basisprincipes van de Islam bij. En zo werden wij – zo’n 15 kinderen – geacht om onze zaterdag op te geven en de lessen bij te wonen. In het gebouw, waar het jongerencentrum gevestigd was, konden de mannen gebruik maken van een ruimte om te bidden. Die ruimte werd al snel omgedoopt tot ‘de moskee’. Vrouwen baden hier niet, omdat mannen en vrouwen
Leslokaaltje Moskee Alfath
gescheiden horen te bidden en omdat er maar één ruimte was. Zo zag je de moslimvrouwen wel vaak in het gebouw, maar dan kwamen ze voor lessen Nederlands of naailes. Het was een centraal punt, waar ‘de moskee’ een sociale ontmoetingsplek was voor de moslimmannen. Bij de lessen Nederlands en de naailessen onderhielden de moslimvrouwen hun sociale contacten. Enkele jaren later kreeg de moskee een eigen heuse imam. Deze nam ook de Koranlessen over. Die lessen heb ik niet meer meegemaakt, omdat ik al te oud was. Met het verhuizen van het jongerencentrum kreeg de moslimgemeenschap een an-
dere gebedsruimte. Echter door het principe van ‘scheiding tussen kerk en staat’ moest deze ruimte een aantal jaren geleden ingeleverd worden. Voor het kleine groepje moslims, dat er veel gebruik van maakte, was de huur te hoog. Met het kwijtraken van deze ‘nieuwe moskee’ verdween ook een nieuwe sociale ontmoetingsplek. Voor het vrijdagmiddaggebed (vergelijkbaar met de zondagsdienst in de kerk van de katholieken) waren de voornamelijk oudere moslims gedwongen naar de Tilburgse moskeeën te gaan. Dit geldt ook voor de kinderen die in het dorp les kregen. Zo carpoolen ouders elk weekend met een volle auto opgehaalde kinderen uit het Udenhout richting Tilburg. Naast de Marokkaanse moslimgezinnen kent Udenhout de
laatste jaren ook moslims uit vluchtelingengezinnen van bijvoorbeeld Afghaanse afkomst. Maar omdat die er niet veel zijn, lijken ze voor de dorpsgemeenschap onzichtbaar. Een van de weinige Afghaanse dames, die ik heb leren kennen, vroeg mij waarom Marokkaanse moslimvrouwen een hoofddoek dragen, wat zij niet doet sinds zij hier in Nederland is komen wonen. Op zulke momenten word je er weer aan herinnerd, dat de moslimgemeenschap in Udenhout geen homogene groep is. De Islam kent verschillende stromingen met net zoveel verschillende opvattingen zoals andere religies. Het Soennisme is de stroming, die de grootste groep moslims in Udenhout aanhangt. Deze moslims kan ik alleen maar omschrijven als progressief en werkend aan hun persoonlijke toekomst, die
op goede voet willen samenleven met hun buren, ongeacht geloof of nationaliteit. De landelijke discussies, die gevoerd worden over hoe moslims hun geloof beleven, herken ik dan ook helemaal niet. Op het moment is er een zeer klein percentage radicale moslims in Nederland, die nu de volle aandacht hebben in de media. Mocht ik een buitenstaander zijn geweest, dan zou de aandacht in de media voor deze radicalen ook mijn beeld hebben gevormd. Radicalisme is in de Udenhoutse moslimgemeenschap gelukkig ver te zoeken. Met alle recente incidenten omtrent moslims in Nederland vragen mensen zich misschien af hoe het staat met de beveiliging van de Udenhoutse moskee…… helaas heeft Udenhout die niet (meer)!
De Unentse krant
GELOOF EN SAMENLEVING
Beweging van Barmhartigheid Wim Maarse Johannes Zwijsen stichtte in 1844, toen hij pastoor van de Heikese kerk in Tilburg was, de congregatie “Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid”, de fraters van Tilburg. Al meer dan 150 jaar proberen de leden van deze congregatie werk te maken van de barmhartigheid. Uit de leefregel, die Zwijsen schreef, blijkt, dat hij oog had voor de mensen van zijn tijd, vooral voor de zwaksten, de armen en onwetenden. Hij wilde, dat zijn fraters en zusters (de zusters van Liefde), met als voorbeeld Vincentius à Paulo, God zouden dienen in de medemens, onder andere door te zorgen voor goed onderwijs, voor gezondheidszorg. Vincentius à Paulo, die leefde van 1581 tot 1660, zorgde in zijn tijd voor opschudding, toen hij zich ging inzetten voor de armen. Zijn zusters, “Dochters van Liefde”, hadden geen kloosters, maar woonden tussen de armen in de sloppenwijken. Vincentius inspireerde Zwijsen en ook de huidige passie voor barmhartigheid van de fraters en zusters verschilt niet van die van Vincentius. In 1998 wordt door de fraters van Tilburg de brochure “Een passie voor barmhartigheid” uitgegeven. De KRO vertoont de 7-delige T.V.-serie “Werken van Barmhartigheid”. Er ver-
Foto: Lenie van Spelde
schijnen grote advertenties, waarin de fraters nieuwe leden voor de congregatie zoeken, maar ook “bondgenoten” voor de nieuwe beweging van barmhartigheid. In de Bijbel worden ze genoemd, de 7 werken van barmhartigheid (Mt. 25, 35-40): 1 . De hongerigen te eten geven 2 . De dorstigen te drinken geven 3 . De vreemdelingen herbergen 4 . De naakten kleden 5 . De zieken bezoeken 6 . De gevangenen bezoeken (vroeger gevangenen bevrijden, maar daarmee werden slaven bedoeld) 7 . De doden begraven Deze traditionele formuleringen zijn nu vertaald naar onze eigen tijd: 1 . Het brood breken en delen 2 . Bron worden 3 . Geborgenheid bieden 4 . In warmte hullen 5 . Tochtgenoot zijn 6 . Toekomst openen 7 . Uit handen geven. Onder het motto “Zien, bewogen worden, in beweging komen” laten mensen zien, dat je er concreet voor kunt zorgen, dat je medemens weer het gevoel krijgt erbij te horen.
In de landelijke beweging van barmhartigheid laten mensen zien hoe je er kunt zijn voor de ander. Zou het mogelijk zijn, dat een dorp ziet, bewogen wordt en in beweging komt? In Udenhout en Biezenmortel zijn er een aantal voorbeelden, zoals de Vuurhaard, waar geborgenheid wordt geboden aan vluchtelingen, en Vincentius en Huize Assisië (Prisma),
waar velen tochtgenoot zijn voor de mensen met een verstandelijke beperking. Kan er meer? Natuurlijk, maar hoe te beginnen? Interesse. Als je op internet zoekt naar ‘Beweging van Barmhartigheid’ kom je op de site van de beweging, waar je een nieuwsbrief vindt en teksten ter inspiratie. Voor contact kun je mailen naar
[email protected]. Ook het parochiecentrum heeft informatie.
Pagina 5
100 jaar armenzorg Piet Naalden Udenhout, december 2005. Het is dit jaar precies honderd jaar geleden dat pastoor Van Eijl en burgemeester Van Heeswijk het initiatief namen tot een halfjaarlijkse collecte ten behoeve van de armenzorg. Vijf jaar later volgde de oprichting van de Vincentiusvereniging. Het initiatief van pastoor en burgemeester kreeg concreet vorm door een halfjaarlijkse collecte ten behoeve van het Burgerlijk Armbestuur. De collecte werd gehouden op Maria Lichtmis (2 februari) en Allerheiligen (1 november). Reeds na een jaar kocht de parochie van het opgehaalde geld een woning aan het Kloosterpad. Dit huis werd Godefridushuis (genoemd naar de vader van pastoor Van Eijl) en kreeg als bestemming het opvangen van arme, verzwakte kinderen, wezen en halfwezen, op aangeven van de pastoor. In 1910 volgde de oprichting van de Vereniging van de Heilige Vincentius à Paolo. Het was een zelfstandige plaatselijke vereniging, werkend onder een overkoepelende landelijke vereniging. Doel was om in de geest van de christelijke bezieling de liefdadigheid uit te dragen. Dat kreeg concreet vorm in het verwerven van financiën en die te bestemmen voor gezinnen in finan-
ciële nood, bijvoorbeeld in de situatie dat de kostwinner van een gezin langdurig ziek was of erger, overleed. De hulp kon bestaan uit het geven van kleding, brandstof of uit het betalen van de huur. De Vincentiusvereniging werd getipt door pastoor en kapelaan, huisarts, politieagent of middenstander die vaak bij mensen aan huis kwamen. De leden van het bestuur hadden niet alleen de taak om elke zondag bijeen te komen voor een vergadering over de fondswerving en het bestemmen van het geld, maar de bestuursleden moesten ook op huisbezoek bij de gezinnen die door de Vincentiusvereniging werden ondersteund. De fondswerving bestond uit collectes en schenkingen. Zo schonk gouden Willem van Iersel zijn boerderij “de Oliemeulen” aan de Molenhoefstaat aan de Vincentiusvereniging. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er diverse sociale voorzieningen, zo ook een Gemeentelijke Bijstandswet. Daarmee kwam er een einde aan de Burgerlijke Armbesturen en op veel plaatsen ook aan de Vincentiusverenigingen. Niet in Udenhout. Hier bestaat de Vincentiusvereniging nog steeds. Ze doet op eigentijdse wijze en in stilte haar werk, dankzij de schenkingen.
Leo Bäumler en frater Andreas André Witlox
Enkelen waren van mening dat de beeldhouwer Leo Bäumler, als dank voor alle moois wat hij voor Udenhout deed, recht gedaan moest worden met een opdracht uit Udenhout. Doordenkend hierover is het idee ontstaan een plaquette van onze dorpsgenoot frater Andreas van den Boer te laten maken. Dit idee is verder uitgewerkt waardoor de verering van frater Andreas in zijn geboorteplaats vorm kan aannemen. Het is inmiddels 45 jaar geleden dat Leo Bäumler zijn werk in Udenhout heeft voltooid en terugkeerde naar Beieren. Sindsdien is zijn band en interesse met Nederland en Udenhout in het bijzonder altijd blijven bestaan. De Nederlandse taal, die hij er leerde in de periode tussen 1955 en 1960, koestert hij nog steeds. Met Nederlanders praten en Nederlandse boeken lezen zijn grote liefhebberijen van hem. Het brengt hem terug bij zijn mooie jaren in Udenhout en de mensen waar hij zo dankbare herinneringen aan bewaart. In de voorbije jaren is al vaak over hem geschreven door Heemkundekring en Torenhaan. Veel hoef ik daar niet aan toe te voegen, slechts enkele mythen kan ik nog wegnemen na er onlangs nog uitvoerig met Leo over te hebben gesproken. Zo’n 80 jaar geleden leek het voor de zoon van een landbouwer niet vanzelfsprekend om beeldhouwer te worden. Geboren en getogen in een afgelegen boerderij op de Rennerhöhe vlak bij Weiden i.d. Oberpfalz was zijn hulp op de boerderij nodig. Later kwam de oorlog en moest hij als jonge jongen in militaire dienst waar hij radiotelegrafist was, een tijdperk waar Leo nog steeds vol ongeloof en afgrijzen aan
Woonhuis van Leo Bäumler
De Unentse krant
HEEMCENTRUM ‘T SCHOOR
Pagina 6
terugdenkt. Een tijdperk ook dat diepe sporen in zijn denken heeft achtergelaten en zijn opstelling ten opzichte van medemensen sterk heeft gevormd. De gruwel en ellende van het nationaal-socialisme heeft hij aan den lijve ondervonden, begrepen en een plaats gegeven in zijn leven. Als voortvloeisel hiervan zou later één van zijn motieven worden: “Door lijden naar het licht”. Na de bevrijding ging hij, van 1945 tot 1949, werken als leerlingbeeldhouwer in een atelier in Weiden. Vervolgens werd hij gezel in een atelier in Rheinland. Daarna bezocht hij zes jaar de kunstacademie van Nürnberg, die destijds in Ellingen was gevestigd, omdat in Nürnberg alles kapot was gebombardeerd. In Ellingen zijn nu nog enkele werkstukken van Leo, die hij er in zijn studiejaren maakte. Veel indruk op mij maakte de engel Gabriël, op het dak van de preekstoel, die Leo van zijn oorlogsschade herstelde en die hij in plaats van een houtgesneden zwaard een grote roestige bomscherf in de hand gaf. Het geeft iets weer over zijn diepere gevoelens en de invloed ervan op zijn kunst. Nadat hij was afgestudeerd aan de kunstacademie begon hij zijn eigen beeldhouweratelier in Regenburg. Er is geen sprake van een “Wanderschaft”, zoals deze in de mythe-vorming is ontstaan. In Udenhout is de mythe ontstaan dat Leo te voet, met staf en knapzak naar Udenhout kwam. In de laatste kerkbank middenachter verwijst Leo zelf naar de “Wanderschaft”, maar dan als metafoor. Daarover zegt Leo: “De mens is altijd op Wanderschaft, het is een toevalligheid op welke plaatsen men komt en waar men blijft”. Een ander echter heeft er ooit, in zijn beschrijving van de kerkbanken in de ‘Wegwijzer’, de uitleg aan gegeven, dat Leo op sandalen vanuit Weiden naar Udenhout kwam. Zo ging het ook met het verhaal dat hij op de motorfiets naar Udenhout kwam, maar hij kwam op 1 januari 1955 per trein en pas later bracht hij zijn motorfiets mee.
Stamboomonderzoek neemt een vlucht Luud de Brouwer
Kruiswegstatie uit de kerk van Unterköblitz Maar het is aan de kunstzin en niet aflatende speurzin van pastoor Prinsen te danken, dat Udenhout uiteindelijk zoveel moois rijker is geworden Zoals gezegd, Leo heeft Udenhout in zijn hart gesloten en ook zijn hele gezin is daarin opgegroeid en in meegegaan. In de voorbije 45 jaar zijn er verschillende dierbare contacten in stand gebleven of hebben Udenhouters hem bezocht in Oberköblitz. En altijd is iedereen er hartelijk welkom geweest en gastvrij ontvangen. In 1960 terug in Beieren kreeg Leo kennis aan Karola Hammer. Ze trouwden en gingen ver achteraf wonen in Weidenbrunn. Vaticanum II en Leo’s moderne opvattingen over religieuze kunst bezorgden hem naam. In nauwe samenwerking met de Regensburger architect Hans Beckers kregen zij vele opdrachten. de parochiekerk van Pirk, bij Weiden i.d. Oberpfalz is daar een eerste voorbeeld van. Door de tevredenheid van pastores ontstonden weer nieuwe opdrachten. In de streek tussen Weiden i.d. Oberfalz en Regensburg zijn in vele kerken, openbare gebouwen en in de openlucht kunstwerken van Leo te vinden. Direct herkenbaar omdat Leo de kunst verstaat van het weglaten. Een kunstwerk van Leo is geen verzameling van beeldende gegevens, maar veeleer soberheid waarin het om de essentie gaat. De stijl is strak en geordend. Zijn bijzondere stijl komt voort uit een diepe filosofische doorleefdheid van zijn werk, waardoor eenvoud en zeggingskracht belangrijke stijlkenmerken vormen. Stijlkenmerken die aanmerkelijk verschillen van de stijl zoals we die van zijn kerkbanken in Udenhout kennen. In 1965 wordt één van de zonen geboren, Quirin. Quirin heeft een “aardje naar zijn vaartje” en legt al op jeugdige leeftijd talenten aan de dag, die hem uiteindelijk voor drie jaar op de beeldhouwschool in Oberammergau en later voor zeven jaar op de academie van München brengen. Na zijn studies vestigt hij zich eerst in München en later in Berlijn, waar hij op velerlei manieren kunstzinnig bezig is, hoofdzakelijk met beeldhouwwerk en tekeningen. Hij neemt vaak deel aan symposia voor kunstenaars in diverse landen. Zo’n symposium is een kunstenaarstreffen van enkele weken, op initiatief van gemeenten veelal, die tevens werk la-
ten maken. In 2001 werd hij uitgenodigd om deel te nemen aan het Eerste Internationale Symposium voor beeldende kunstenaars in Franzenbad (Tsjechië) waar hij sculpturen maakte. Quirin kreeg verschillende opdrachten en exposeerde in diverse galeries en exposities in Duitsland. Zo maakte hij in 2003 een portret van de musicus Franz Josef Strauss, vader van Richard Strauss, vanwege diens 100-jarige sterfdag voor zijn geboorteplaats Parkstein vlakbij Weiden. Zijn visie en opvattingen op werk van anderen laat hij nooit gelden, maar in zijn kenmerkende bescheidenheid brengt hij ze te berde als zienswijze en verruiming van interpretatie. Een visie en opvattingen die sterk zijn beïnvloed door religie, eerbied voor de schepping en menselijk leed. Dit alles door zijn godsdienstige opvoeding, zijn opgroeien op het platteland en de onbegrijpelijke ervaringen van oorlogen, gevangenschap en onmenselijkheid. In overleg met de initiatiefnemers is besloten de opdracht tot het maken van een plaquette van frater Andreas van den Boer via Leo door te geven aan zijn opvolgende generatie, zoon Quirin, die zich inmiddels bewezen heeft als bekwaam portrettist in brons en hout. Bijgestaan en waar nodig geadviseerd door zijn vader, voor deze opdracht werkend in het atelier van Leo in Oberköblitz. Leo vindt het een grote eer dat Udenhout hem nog altijd zo nabij is, hem op deze manier wil gedenken en in herinnering wil blijven houden. Het zegt hem dat zijn jaren en zijn inspanningen in Udenhout niet voor niets waren. De vriendschappen getuigen daarvan. Hij is daarvoor erg dankbaar. Onder de eeuwenoude lindeboom op het erf bij zijn monumentale oude woonhuis uit de 15 e eeuw is sinds de Bäumlers er wonen, 1969, al menig discussie gevoerd over zaken als non-conformisme, kunst, koninkrijksgedachten, federalisme en een betere wereld. Uit alle delen van de wereld hebben mensen er een gastvrije plaats gevonden en hebben er met hun opvattingen en ideeën de Bäumlers gevormd tot goede wereldmensen met ruime opvattingen. Naast zijn prachtige scheppingen kan hij op dit alles met dankbaarheid en voldoening terugzien.
Geschiedenis is “in”. De boekwinkels liggen vol met romans en thrillers met een duidelijke historische laag, op tv zijn regelmatig historische programma’s te zien en het nazoeken van de stamboom is een hobby voor velen. De archiefinstellingen spelen daar al enkele jaren op in door in toenemende mate gegevens en bronnen via hun website ter beschikking te stellen. Het Regionaal Archief Tilburg bewaart de archieven die voor de Udenhoutse geschiedenis belangrijk zijn. De stamboomonderzoekers kunnen al enkele jaren hun hart ophalen. Op de website van het Regionaal Archief Tilburg is het zoeken in de vele gegevens sterk vereenvoudigd. Op dit moment zijn de volgende indexen online doorzoekbaar: - de doop-, trouw- en begraafboeken (over de periode 1721-1810) - de tienjaarlijkse tafels van de burgerlijke stand (na 1811) - de bevolkingsregisters (1850-1910). Voor de periode voor 1721 moet u kijken in de doop-, trouw- en begraafboeken van de parochie Oisterwijk.
De nieuwste ontwikkelingen Van een deel van de bronnen, namelijk de registers van de burgerlijke stand, kunt u nu ook de gescande orginele documenten raadplegen. U kunt daar ook een digitale kopie van maken en die verwerken bij uw eigen gegevens in een website of op papier. Het is de bedoeling om in de komende jaren ook de andere bronnen voor stamboomonderzoek op dezelfde manier digitaal ter beschikking te stellen. Die operatie is niet van vandaag op
morgen klaar. Het hele proces zal nog een jaar of twee duren. Het loont de moeite om regelmatig te kijken op de website.
Nog meer Udenhout online De digitale beeldbank, BeeldOnline, bevat enkele honderden foto’s van Udenhout die u daar kunt doorzoeken en bekijken. Ook daar komt steeds nieuw materiaal bij. Het Regionaal Archief Tilburg geeft ook cursussen om u op weg te helpen. De cursus “Genealogie voor beginners” geeft u allerlei handige tips die van pas komen bij een onderzoek naar uw stamboom. Het is een goede start voor een hobby die velen regelmatig naar de studiezaal van archieven lokt. In de cursus “Paleografie (oud schrift) voor beginners” leert u de oude handschriften lezen en krijgt u tevens een uitleg over de soorten bronnen die u bij uw onderzoek tegen kunt komen. Deze cursussen starten elk voor- en najaar bij voldoende belangstelling. De aankondigingen kunt u vinden op de website maar ook in de Tilburgse Koerier en het Stadsnieuws. Het internetadres van de website is: http://regionaalarchief.tilburg.nl. Wilt u de studiezaal bezoeken dan bent u van harte welkom op de Kazernehof 75 in Tilburg. U kunt daar terecht van dinsdag tot en met vrijdag van 10.00u17.00u en op zaterdag van 10.00u tot 16.00u. De zaterdagopenstelling is er niet in de maanden juli en augustus. Op maandag is de studiezaal van het Regionaal Archief Tilburg gesloten.
Neem een abonnement op
Sprokkels
Sprokkels is het jaarboek van Heemcentrum ’t Schoor. Het komt elk jaar uit in maart of april en is een bonte verzameling van verhalen, verhaaltjes en prachtige foto’s over de geschiedenis van Udenhout en Biezenmortel. Losse nummers kosten 10 euro. Een abonnement kost in 2006 5 euro, mogelijk vanaf 2007 meer. Als u een abonnement neemt, weet u zeker dat u een
Sprokkels hebt, want wij reserveren dan voor u een boek. U kunt zich voor een abonnement melden bij het secretariaat van Heemcentrum ’t Schoor, Mevrouw Corrie Roovers – Goos, Blesterd 11, 5071 AE Udenhout, telefoon 0135112238, of bij Jan Denissen, Slimstraat 41, 5071 EG Udenhout, telefoon 0135112554.
De Unentse krant
PUZZEL
Pagina 7
De Grote Unentse Puzzel 3 Zoektocht voor het hele gezin
1 Hoofdprijs
75 euro
Dit keer geen cryptogram of kruiswoordpuzzel, maar een ware zoektocht voor het hele gezin. Op deze en op de volgende drie pagina’s treft u in totaal 75 opgaven aan, waarbij u moet aangeven wie het is, wat het is, waar het is, op welke datum het is, enzovoorts.
1 Tweede prijs
Alle opgaven hebben te maken met de kerk, de parochie en het geloof. Niet omdat het Kerstmis is, maar omdat het schrijversteam van Heemcentrum ’t Schoor binnenkort het boek “Over de Unentse parochie” presenteert, waarover u elders in deze krant uitvoerig informatie kunt lezen. De opgaven hebben betrekking zowel op Udenhout als op Biezenmortel.
3 Derde prijzen
Op pagina 10 staat een oplossingsformulier. Dat kunt u gebruiken om uw oplossing op te schrijven en in te leveren. Vergeet niet uw naam en adres op het deelnameformulier te vermelden. Uw oplossing moet u uiterlijk vrijdag 27 januari 2006 inleveren bij Kees van Kempen, Kreitenmolenstraat 49, 5071 BB Udenhout. Wij wensen de lezers van de Unentse krant veel puzzelplezier.
50 euro 25 euro
Prijzen beschikbaar als Udenhoutse cadeaubon.
Wie is dit? 1
2
3
4
5
J.M.Vincent
Wat is dit? 6
7
8
9
10
13
14
15
Waar is dit?
We zoeken de juiste locatie in Udenhout of Biezenmortel.
11
12
De Unentse krant
PUZZEL
Pagina 8
Voorganger 16
17
18
19
20
23
24
25
Bedevaart
Naar welke plaats gaan we op bedevaart?
21
22 Zoete Lieve Vrouw
Peerke Donders
H. Eik
Troosteres der bedroefden
Sint Jozef
Patroon
Welke heilige is de patroon van...?
26
27 Scouting
28
Boerenbond
29 Imkers
30 Schutters
Harmonie
Voordeur
We zoeken het juiste adres (straat + huisnummer).
31
32
33
34
35
39
40
Wij hebben tot u gebeden Tot welke heilige hebben we gebeden?
36 Een gezonde varkensstal
37
38 Stuipen
Verloren voorwerpen
Hopeloze zaken
Geld
De Unentse krant
PUZZEL
Pagina 9
Zuster
We zoeken de namen van congregaties van zusters. Herkent u de congregatie aan de kap van de kloosterkleding?
41
42
43
44
45
48
49
50
Latijn
Wat is de Nederlandse vertaling van deze Latijnse woorden?
46
47
Gaudeamus
Confiteor
Asperges me
Urbi et orbi
Pax et Bonum
Welke datum 51
52 Onnozele kinderen
53 IJsheiligen
54 Baomis
55
Ongelovige Thomas
Blasiuszegen
Bloemen en dieren 56
57
58
59
60
62
63
64
65
Cryptogram 61 De rozenkrans van mijn vader
Gewelddadig klein verzoek
Meikever uit Biezenmortel
Voornaam 19e eeuws klooster
Biertje pastoor?
De Unentse krant
PUZZEL
Pagina 10
In welk jaar? 66
In welk jaar is de St.-Lambertuskerk gebouwd?
68
67
In welk jaar is frater Andreas geboren?
In welk jaar werd de parochie Biezenmortel volledig zelfstandig?
70
69
In welk jaar is Huize St.-Felix gesloopt?
In welk jaar is het Mariakapelletje aan de Schoorstraat gebouwd?
Heilige huisjes
We zoeken de juiste naam van een gebouw.
71
72
Deelnameformulier Naam: ....................................................................................
73
74
75
22 ............................................................................................
50 ............................................................................................
23 ............................................................................................
51 ............................................................................................
Adres: ....................................................................................
24 ............................................................................................
52 ............................................................................................
Postcode/plaats: ................................................................
25 ............................................................................................
53 ............................................................................................
Telefoon: ..............................................................................
26 ............................................................................................
54 ............................................................................................
27 ............................................................................................
55 ............................................................................................
Mijn oplossing is:
28 ............................................................................................
56 ............................................................................................
1 ..............................................................................................
29 ............................................................................................
57 ............................................................................................
2 ..............................................................................................
30 ............................................................................................
58 ............................................................................................
3 ..............................................................................................
31 ............................................................................................
59 ............................................................................................
4 ..............................................................................................
32 ............................................................................................
60 ............................................................................................
5 ..............................................................................................
33 ............................................................................................
61 ............................................................................................
6 ..............................................................................................
34 ............................................................................................
62 ............................................................................................
7 ..............................................................................................
35 ............................................................................................
63 ............................................................................................
8 ..............................................................................................
36 ............................................................................................
64 ............................................................................................
9 ..............................................................................................
37 ............................................................................................
65 ............................................................................................
10 ............................................................................................
38 ............................................................................................
66 ............................................................................................
11 ............................................................................................
39 ............................................................................................
67 ............................................................................................
12 ............................................................................................
40 ............................................................................................
68 ............................................................................................
13 ............................................................................................
41 ............................................................................................
69 ............................................................................................
14 ............................................................................................
42 ............................................................................................
70 ............................................................................................
15 ............................................................................................
43 ............................................................................................
71 ............................................................................................
16 ............................................................................................
44 ............................................................................................
72 ............................................................................................
17 ............................................................................................
45 ............................................................................................
73 ............................................................................................
18 ............................................................................................
46 ............................................................................................
74 ............................................................................................
19 ............................................................................................
47 ............................................................................................
75 ............................................................................................
20 ............................................................................................
48 ............................................................................................
21 ............................................................................................
49 ............................................................................................
Inleveren uiterlijk 27 januari !!!
De Unentse krant
ONTMOETINGEN
Pagina 11
Piet Ras, godsdienstleraar met pensioen in Bladel
Pater Monaldus, met emeritaat in Tilburg
“Ik was gedreven door het gedachtegoed van de Septuagintbeweging”.
“Preken met het schuim in mijn snor”
Natuurlijk was er in Udenhout discussie over de vernieuwing, maar dat was in die jaren in alle parochies zo. Daarin was Udenhout niet uniek. Er waren parochianen die niet meer naar de kerk kwamen, omdat zij gehecht waren aan de tradities. Anderen vonden de vernieuwing niet snel genoeg gaan en gingen bijvoorbeeld naar meer progressieve parochies in Tilburg.
In een vriendelijke woonwijk van Bladel bellen we aan. Mevrouw Ras doet open. We worden mede verwelkomd door de hond, een Maltezer leeuwtje, dat doof blijkt te zijn en de Bijbelse naam Caspar draagt (omdat hij wit is). In de kamer wacht Piet Ras, klein van gestalte, beminnelijk, vrolijk en ondertussen 77 jaar oud. We zijn van harte welkom. Piet Ras was pastor van Udenhout van oktober 1970 tot november 1972. In november stopte hij niet alleen als pastor van Udenhout, hij legde ook het priesterambt neer. Hij werd godsdienstleraar in Deventer en verhuisde naar Bathmen, waar hij in 1973 is getrouwd. In 1974 zag hij een vacature op enkele NCB-scholen met vestigingen in Reusel, Bladel en Bergeijk. Rector Merkx, die hij kende als rector van Huize St.-Vincentius, was ook geestelijk adviseur van de NCB. Piet Ras is godsdienstleraar gebleven tot aan zijn VUT in 1987. En nu geniet hij al ruim 18 jaar van VUT en pensioen. Toen Piet Ras benoemd werd tot pastoor, wist hij nagenoeg niets van de situatie in Udenhout. Vicaris Ooms had hem in Oss, waar hij kapelaan was, opgebeld, dat zijn nieuwe standplaats Udenhout zou zijn. Er was geen gesprek over de situatie en over een eventuele opdracht van het bisdom. Hem werd wel uitdrukkelijk gevraagd om ja te zeggen op de vraag van het bisdom. Zo ging dat in die tijd. Pas nadat Piet Ras zich oriënteerde in Udenhout, moest hij constateren dat onder pastoor Prinsen de vernieuwing, zoals in gang gezet na het Tweede Vaticaans Concilie, nog nauwelijks was doorgevoerd. En dus wachtte hem een flinke klus met veel veranderingen: de communie op de hand, leken op het priesterkoor, het oprichten van een parochieberaad, een kerstnachtdienst in het Nederlands, activiteiten voor jongeren, het afschaffen van de eerste kerkgang voor vrouwen die net een kind hadden gebaard, enzovoorts. Hij denkt met veel plezier terug aan zijn Udenhoutse tijd. “Er was veel werk te doen, je kon veel initiatieven nemen en nieuwe ontwikkelingen realiseren”.
Met dat conflict leefde Piet Ras ook persoonlijk. Hij geloofde met heel zijn hebben en houden in het algemeen priesterschap van de gelovigen. Hij was al lang voordat hij naar Udenhout kwam, aangesloten bij Septuagint, een beweging van katholieke priesters, die gedreven door het gedachtengoed van het Tweede Vaticaans Concilie er vast van overtuigd waren, dat de opheffing van het celibaat zeer nabij was. Tot die beweging behoorde onder anderen Huub Oosterhuis en de studentenpastor Van Kilsdonk. Maar ja, het ging allemaal niet zo snel en veel Septuagintpriesters hebben begin jaren zeventig het priesterambt verlaten. Piet Ras herinnert zich de kleine wrijvingen in de parochie. Eens had hij nieuwe gordijnen gekocht, vanwege de kostenbesparing bij V&D. Dat riep weerstand op bij de lokale middenstand. Ook had hij een dochter van een bevriende wijnhandelaar uit Waspik in huis, een jonge vrouw die soms op blote voeten de deur van de pastorie opende. Ook dat was in het dorp aanleiding tot opmerkingen. Sommige parochianen hechtten nog erg aan een bepaalde status, waar Piet Ras stukken minder mee op had. Langzaamaan vond Piet Ras het
moeilijker worden. De aanhoudende discussies tussen traditie en vernieuwing, zijn persoonlijke door Septuagint gedreven conflict en de wrijvingen in het dorp gingen allemaal niet in de koude kleren zitten. Toen gebeurde er iets, wellicht een druppel, maar de emmer liep over. De zusters van het klooster in Berkel hadden een retraite. Die retraite werd gegeven door de toenmalige rector en huidige kardinaal Simonis. Hij belde Piet Ras op dat hij in de buurt was en dat hij graag ’s avonds langs zou komen op de Udenhoutse pastorie om een glas wijn te drinken. De wijn was vanzelf van harte gegund, maar Simonis greep het gesprek aan om Ras te bekeren van zijn Septuagintgedachten. “Van binnen gaat er dan iets kapot”. Nagenoeg dezelfde tijd hoorde hij dat enkele parochianen naar het bisdom waren geweest om over hem hun beklag te doen. De maat was vol. Ras koos ervoor Udenhout en het ambt te verlaten, maar niet nadat hij zeker wist dat hij een nieuwe baan had. Bij zijn vertrek werd het hem vanuit het bisdom verboden om afscheid te nemen. Ras is nog lange tijd actief gebleven in de kerk. Zo was hij negen jaar lang voorzitter van het dekenaat Bladel. Hij is daarmee moeten stoppen op dringend verzoek van het bisdom, niet lang nadat monseigneur Ter Schure tot bisschop van Den Bosch was benoemd. Toen knapte de band met de hiërarchische kerk voorgoed. De activiteiten in de lokale gemeenschap van Bladel zijn er niet minder om. Zo is hij tot voor kort voorzitter geweest van een bloeiende Wereldwinkel, die is uitgegroeid tot een van de mooiste en grootste in de Kempen. Mevrouw
Pater Monaldus is al 91 jaar en woont sinds enkele jaren in het Kapucijnenklooster aan de Korvelseweg in Tilburg. Als we aanbellen, zit hij al te wachten in de spreekkamer. Hij geniet van een sigaar, zo vlakbij een bordje “verboden te roken”. Monaldus van den Broek is geboren in Nuenen en opgegroeid aan de Zandstraat in Helmond. Het gezin telde elf kinderen, maar was toch het kleinste gezin in de straat van vier woningen. Het waren thuis moeilijke tijden. Drie zussen lagen in bed met tuberculose en zijn ook alle drie daaraan overleden. Een broer had ook tuberculose en lag in het sanatorium in Bilthoven. De priesters van de Lambertusparochie van Helmond kwamen regelmatig op ziekenbezoek en dat deden ook paters Kapucijnen van Helmond en ook de zusters Clarissen die in Helmond een klooster hadden. Zo is Monaldus in aanraking gekomen met de Kapucijnen. De pastoor had liever gezien dat hij naar het kleinseminarie van het bisdom ging (in St.-Michielsgestel), maar Monaldus koos voor het kleinseminarie van de Kapucijnen in Langeweg. Na het kleinseminarie heeft hij onder andere gestudeerd op de kloosters van Helmond en Biezenmortel. Pater Monaldus is priester gewijd in Biezenmortel, deed zijn eerste H.Mis in de parochiekerk in Helmond en zijn tweede H.Mis bij de Clarissen daar omdat die zoveel betekenden voor zijn zieke zussen. Na de priesterwijding volgde nog een jaar studie, namelijk om goed te
Ras moest die middag al snel weg omdat zij vrijwilligster is op het verpleegtehuis en in de vrijwillige thuiszorg. In huis zijn er volop tekenen van geloof, een prachtig Mariabeeld en in de hoek St.-Jozef op een console, gemaakt door zijn opa. Nogmaals, Piet Ras kijkt positief terug op zijn Udenhoutse tijd, omdat hij er immers veel initiatieven kon nemen en veel resultaten kon boeken. Hij herinnert zich mensen met wie hij intensief mocht samenwerken: Harrie van Iersel, Dré Verspeek, Kees van den Bersselaar Wz, Toos Vervoord (“die altijd in de kerk was”) en zuster Augustine van het kasteel. In het eerste jaar, dat hij op de Udenhoutse pastorie woonde, kreeg hij hulp van zuster Allegonda en zijn warm eten van de zusters van Felix. Elke dag kwam er een zuster eten brengen. “Altijd sperzieboontjes”, weet Piet Ras; “na Udenhout heb ik nooit meer sperzieboontjes gegeten”.
leren preken. En daarna werd Monaldus professor aan het kleinseminarie in Langeweg voor de vakken wiskunde, Latijn en Grieks. De Kapucijnen overwogen vlak na de oorlog om naar Rusland te gaan, voor missiewerk. Daarvoor was het nodig dat enkele leden van de orde zich de Russisch-orthodoxe liturgie eigen maakten. Er werd een groep van zes Kapucijnen aangewezen, waaronder pater Monaldus. Hij kreeg toen een andere kloosternaam, een Russische naam, pater Gregori. In die tijd was pater Monaldus medeoprichter van het Tilburg Byzantijns koor. De Russische ambities gingen niet door en pater Monaldus kreeg een nieuwe opdracht. Dertien jaar lang heeft hij heel Nederland doorkruist voor missieweken, preken, parochieretraites en lijdensmeditaties. Een keer had hij drie lijdensmeditaties op één dag gedaan. Toen hij ’s avonds terugkwam op het klooster, kreeg hij als waardering een glas water. Al die jaren werden hem drie parochies toegewezen, waar hij deur aan deur op huisbezoek moest om zieken te bezoeken, armen een hart onder de riem te steken en wellicht op een aantal adressen te vragen om steun voor de Kapucijnen. En dan ’s zaterdags naar Dortmund. ’s Middags door het winkelcentrum van de stad, met een bel, om aan te kondigen dat er ’s avonds een kapucijn zou preken. In de jaren vijftig zaten de kerken dan bomvol. “Het waren mooie jaren, maar het allerliefste preekte ik, tot het schuim in mijn snor stond”. Op een gegeven moment wordt het tijd voor een vaste benoeming in een parochie. Voor Monaldus kwam die tijd in 1969 met de benoeming in Biezenmortel. Monaldus was blij met de kleine parochie. “Ze wisten wel dat ik niet thuis op
het honk kon zitten. Ik was een vrije vogel en moest er op z’n tijd uit kunnen. Dat kon beter vanuit een kleine parochie”. Met “er op uit trekken” bedoelt Monaldus onder andere de bedevaarten, naar Handel. “Op de lokale omroep van Handel riepen ze om: D’n bruine komt, en dan had de pastoor van Handel weer een goeie zondag”. Pater Monaldus heeft nog een goed jaar pastoor Prinsen meegemaakt en de maandelijkse kransjes op de pastorie. Die waren niet altijd leuk. De Kapucijnen hadden in Biezenmortel al biechtoefeningen en ze moesten er extra houden vanwege de vele Udenhouters die daarvoor naar Biezenmortel kwamen. Dat zat Prinsen niet zo lekker. Onder druk van zijn parochianen stond Prinsen uiteindelijk toe dat de Kapucijn pater Antimus, de rector van Felix, in de Lambertuskerk voorging in een boete-oefening. Dat ging niet van harte. Van pastoor Gevers herinnert Monaldus zich dat preken niet zijn sterkste kant was. Die belde op zaterdagmorgen naar het klooster van Biezenmortel: “Hebben jullie de preek al klaar?”. Monaldus heeft dierbare herinneringen aan burgemeester Dijkstra, met wie hij goed kon opschieten en die hem steevast de burgemeester van Biezenmortel noemde. Op de vraag naar de allermooiste herinnering aan Biezenmortel antwoordt pater Monaldus: “Mensen. Ik kon er werken met en voor mensen. Ik kon mensen bezielen met de geest van Franciscus”. Vrede en het ga je goed!
De Unentse krant
ONTMOETINGEN
Pagina 12
Joop Boers, rustend pastoor van Waalre/Aalst
“Het is onze taak de jeugd de weg te wijzen, hen op het spoor te zetten van de Bron”. Pastor Joop Boers heeft in Udenhout gewerkt van 1973 tot 1987, eerst 10 jaar met pastoor Gevers en daarna nog 4 jaar met pastor Van Sprang. Pastor Boers is na zijn Udenhoutse periode in 1987 pastoor van Langenboom geworden en in 1990 van de Marcusparochie in Oisterwijk. In 1993 ging hij met pensioen en nam zijn intrek in de pastorie van de Johannesparochie in Oisterwijk. Hij hield lezingen en ging voor in parochies om er te helpen. Toen Waalre zonder priester kwam te zitten, werd hij eerst gevraagd zo af en toe eens voor te gaan in diensten, maar in 1999 volgde de vraag om daar pastoor te worden. Dat heeft hij gedaan, tot hij in de herfst van 2004 werd opgevolgd door een jonge pastoor. Hij woont nog altijd in de pastorie aan de Eindhovenseweg 63 in Waalre/Aalst. Pastoor Boers blikt met een goed gevoel terug op zijn werk in Udenhout. Het was geen gemakkelijke tijd, nergens, in Udenhout ook niet. Na het Tweede Vaticaans Concilie werden veranderingen snel doorgevoerd en er werd zoveel ge-
stopt zonder dat er iets nieuws voor in de plaats kwam, dat velen naar eigen wegen gingen zoeken, ieder op z’n eigen manier. “Dat hebben we in Udenhout ook gedaan. De jongerenliturgie was daarvan een goed voorbeeld. We schreven onze eigen tafelgebeden, omdat er van hogerhand geen alternatieven beschikbaar waren. Gelukkig is dat later allemaal wel gebeurd en wordt er weer liturgisch houvast gegeven. In Udenhout zijn de veranderingen allemaal nog redelijk rustig verlopen, al waren er ook parochianen waarvoor het allemaal te langzaam of allemaal te snel ging, zoals overal, bij leken en onder priesters.” Pastoor Boers kijkt het meest dankbaar terug naar de weekendvieringen in Udenhout. “Die waren altijd goed bezocht, goed voorbereid en door veel koren mooi opgeluisterd. Dat was dankbaar om te doen. Voor de jongerenvieringen moesten we alleen voor de zaterdagavond al 800 misboekjes maken en vouwen. We bereikten daar heel veel mensen mee. De zusters van
Felix baden elke dag voor het welslagen van de jongerenvieringen, ten einde de jongeren te blijven bereiken. Dat was het geheim van de smid”, aldus pastor Boers. De meest onaangename herinneringen houdt pastoor Boers over aan de dood van jonge mensen; “Die bleef ik altijd bezoeken op het kerkhof, als het kon elke dag”. In 1981 kwam Pastor Boers via zijn broer in Frankrijk in aanraking met de Emmanuel-gemeenschap. Die is ontstaan als een gebedsgroep geïnspireerd op Sint Franciscus. Die gemeenschap is gegroeid, ook in Nederland. Mensen leren door gebed, dat er wonderen kunnen gebeuren onder mensen. Toen pastor Boers de eerste keer terugkwam uit Frankrijk, kreeg hij al snel reacties dat hij was veranderd. Hij zegt daarover, dat hij meer charisma kreeg, meer respect voor het gebed, voor het mystieke en voor de eredienst. Bij zijn aantreden in de Marcusparochie van Oisterwijk werd dat charisma al snel bestempeld als te traditioneel. Hij heeft in die periode van ellende een aantal
maanden op Emmaus Helvoirt gewoond.
in
Pastor Boers wil meer aandacht voor “het inhoudelijke van het geloof”. Hij herinnert zich, dat de Udenhoutse parochie veel medewerkers telde, maar dat er maar wei-
nigen zich voelden aangesproken als hij met het voorstel kwam een bezinningsbijeenkomst te organiseren. Pastor Boers zelf heeft jarenlang genoten van een bezinningsuurtje op vrijdagavond op het fraterhuis onder leiding van Harrie van Geene
en Kees Paanakker. “Op dit moment is veel jeugd op zoek naar spiritualiteit. Wij mogen de jeugd niet laten zweven. Het is onze taak de jeugd de weg te wijzen, hen op het spoor te zetten van de Bron”.
In zijn Udenhoutse tijd heeft rector Merkx 5 pastoors meegemaakt. Pastoor Prinsen, die zeer welwillend was, had toch graag dat de beide zielzorgers op hun eigen terrein actief waren. Pastoor Ras heeft verschillende keren gevraagd om te assisteren en na diens vertrek heeft rector Merkx hem een half jaar vervangen. Pastoor Gevers deed heel vaak een beroep op hem. Met pastor van Sprang was sprake van een intensieve samenwerking:
Met pastoor Looyaard heeft hij afgesproken, dat de parochie een beroep op hem mag doen, als dat nodig is.
Rector Merkx bij zijn afscheid als geestelijk adviseur van de NCB:
“Ik ben niet moe en ik ben ’t niet moe” Aan zijn bridgetafel zitten we en praten ontspannen met de 80-jarige oud-rector van Huize Vincentius, die vanaf 1962 in Udenhout woont. Hij heeft in Udenhout vijf pastoors meegemaakt, alle vijf vaak geholpen, maar zonder ooit officieel te zijn benoemd als kapelaan of assistent van de parochie St.Lambertus. Jos Merkx is geboren in Haaren, als enige zoon in een boerengezin en werd beschouwd als de opvolger in het bedrijf. Maar zoon Jos wilde priester worden en toen moeder ernstig ziek werd, beloofde ze, dat hij naar het seminarie mocht, als ze weer beter werd, hetgeen gebeurde. Rechtstreeks naar het klein seminarie Beekvliet in St.-Michielsgestel, zonder voorbereidingsklas, zoals in die tijd gebruikelijk was. Er gingen 2 leerlingen uit zijn 6 e klas van de lagere school naar het seminarie, in september 1939. Bij het uitbreken van de oorlog in mei 1940 werd iedereen naar huis gestuurd, maar in september begon weer het volgend schooljaar. De Duitsers vorderden het seminariegebouw en de studenten verspreidden zich over Brabant. De klas van Jos Merkx vond onderdak in Udenhout, in het patronaat. De docenten werden gehuisvest op de pastorie. Studenten en docenten konden eten op Huize Vincentius. Van Udenhout ging de klas
naar Son, waar onder andere de latere Udenhoutse pastoor Karel Prinsen les gaf. Het grootseminarie volgde Jos Merkx in Haaren, bij wijze van stage gaven de studenten catechismusles op de lagere school aldaar. In 1951 ontving hij in de Sint Jan van Monseigneur Mutsaerts de priesterwijding. In 1951 volgde een eerste benoeming tot kapelaan in Wamel. Onder leiding van de pastoor heeft de jonge kapelaan daar goede jaren gehad. Er moest een nieuwe kerk gebouwd worden en ook het jeugdwerk moest flink vernieuwd worden. “Ik heb er een goede leerschool gehad en de pastoor beschouwde ons niet als zijn knechtjes, maar als volwaardige partners. Bovendien was hij bezorgd om ons. Als ik bijvoorbeeld op mijn brommertje weer eens op en neer naar Haaren ging, dan was hij ’s avonds nog op om me op te wachten en in de winter brandde de kachel nog en dan schonk hij een glas wijn om weer bij te komen.” In 1955 werd hij benoemd tot kapelaan in de Tilburgse parochie ’t Heike, waar na een half jaar pastoor van Dun werd opgevolgd door pastoor Bekkers. De kapelaan uit Haaren had wat angst voor de stad, maar zijn taak: jeugdwerk en
catechismusles op de mulo gingen hem zeer goed af. Vooral de scouting is onder zijn leiding sterk verbeterd. Dan volgde de benoeming tot geestelijk adviseur van de NCB. “Dat is het mooiste geweest, wat me overkomen is. Veel sociaalcharitatief werk, fondsen vormen en vakantieweken voor gehandicapten mee organiseren, maar vooral veel persoonlijke adviezen aan mensen die het moeilijk hadden en het soms niet meer zagen zitten
om hun bedrijf gaande te houden.” Naast het adviseurschap van de NCB werd Merkx benoemd tot rector van Huize Vincentius, waar hij rector Van Teeffelen opvolgde. Hij bleef rector van Vincentius tot zijn “pensionering”, maar hij mocht blijven wonen in het mooie pand aan de Schoorstraat, waar in de voortuin de ploeg staat opgesteld, die hij kreeg bij zijn afscheid van de NCB.
Toen Heemcentrum ’t Schoor werd opgericht, verleende hij gastvrij onderdak op de zolder van zijn woning en hij werd tegelijk bestuurslid. Tot slot nog een kleine anekdote. In de ochtend van 6 januari 2002 was het spek- en spekglad vanwege de ijzel. Niettemin liet rector Merkx de auto thuis staan en nam de fiets om in Berkel voor te gaan in de H.Mis. Maar in Berkel viel hij, ook nog eens vlak voor een auto. Hij belandde in het ziekenhuis met een gebroken kaak en kwam gelukkig dezelfde week weer thuis en moest een maand later, in de eerste week van februari, op controle terug naar de behandelend specialist. “De kaak wordt niet meer zoals die was en dat zal invloed hebben op het spreken”, zo concludeerde de specialist. De rector vroeg: “Zou ik over een paar weken wel kunnen zingen?”. De specialist antwoordde: “Maar natuurlijk!”. “Da’s mooi”, vervolgde de rector, “ik heb mijn hele leven nog niet kunnen zingen”.
De Unentse krant
ONTMOETINGEN
Pagina 13
Diaken Rein Geurts
“Parochie: gemeenschap samen vieren”. Rein Geurts wist al op zeer jeugdige leeftijd, dat hij priester wilde worden. Zijn oom was Missionaris van het H. Hart, die in 1952, voor het eerst sinds zijn verblijf in het jappenkamp in Nederlands Indië, terug was bij zijn familie in Nederland. Rein was toen vier jaar en diep onder de indruk van heeroom. Thuis in Vierlingsbeek werd Rein samen met zijn broer en zus degelijk katholiek opgevoed. Hij was misdienaar, eerst bij de zusters van Jezus, Maria en Jozef en daarna in de parochiekerk. Zijn vader, die timmerman was, had een altaartje gemaakt, zodat Rein thuis “misje” kon spelen in kinderpriesterkleding en met een pepermuntje als hostie, hoewel hij daarvoor liever Mariekoekjes gebruikte. Na de lagere school ging Rein naar het kleinseminarie (de apostolische school) van de Missionarissen van het H.Hart aan de Bredaseweg in Tilburg. Er waren kleinseminaries dichter bij Vierlingsbeek, maar Rein
wilde persé naar dezelfde congregatie als zijn heeroom. Omdat de studie in Tilburg niet tot een officieel gymnasiumdiploma leidde, verhuisde hij naar Driehuis/Velzen, waar de congregatie samen met de Witte Paters wel een erkend gymnasium had. Na de middelbare school volgde de verhuizing terug naar Tilburg, naar een pand in de Stationstraat, voor het noviciaat en Rein begon de studie aan de theologische faculteit. Na twee jaar heeft Rein – het was 1970 - de congregatie verlaten. Niet alleen vanwege het briefje op de deur van het pand aan de Stationstraat met de tekst “Wil de laatste het licht uitdoen”, maar ook omdat hij zich min of meer schuldig voelde ten opzichte van zijn ouders, die hard moesten ploeteren, terwijl binnen de congregatie alles zo vanzelfsprekend ging, dat je kreeg wat je nodig had zonder je te hoeven inspannen. Terugkijkend is de tijd bij de missionarissen van het H.Hart een belangrijke tijd geweest, waar je werd ge-
vormd onder andere op het gebied van klassieke talen, kunst en literatuur. Rein ging in Tilburg op kamers wonen, stapte over van de theologische faculteit op de opleiding MO A Theologie. Rein werd na zijn studie godsdienstleraar op Dyonisius aan de Ringbaan Oost, werk dat hij 27 jaar heeft gedaan. Hij bleef actief in de kerk, bleef meezingen in het koor van de missionarissen van het H.Hart en werd dirigent van een koor op het verpleeghuis Sint-Jozefzorg. Daar heeft hij Marianne leren kennen. Ze trouwden in 1974 en kregen drie zonen. In 1985 volgde de verhuizing naar Udenhout. Rein en Marianne gingen in 1986 naar de tonnepraotaovond, alleen maar om sfeer te proeven in het dorp, waar ze pas waren komen wonen. Daar hebben ze pastor Van Sprang ontmoet, hetgeen leidde tot een wat langer gesprek bij Rein en Marianne thuis op aswoensdag. Rein
begon als trekker van de jongerenliturgie en van lieverlee ging hij steeds meer werkzaamheden doen in de parochie. Per 1 januari 1993 kwam Rein parttime op de loonlijst van de parochie, als parochieel medewerker, hoewel dat niet door het bisdom was erkend. Na verloop van tijd kwam vanuit de parochie het kerkbestuur de vraag om diaken te worden. Dan immers zou Rein in de parochie meer taken op zich kunnen nemen, zoals trouwen en dopen. Het kerkbestuur moest met man en macht naar Den Bosch om dat voor mekaar te krijgen, want Rein was immers “illegaal parochieel medewerker”. Maar hij kon met de studie beginnen en in september 1998 volgde de diakenwijding. De periode van 1993 tot 2003 noemt Rein “de rijkste periode van m’n leven”. Van meet af aan was hij welkom in de parochie en bij de parochianen. “Je kon veel geven en je kreeg er veel voor terug. Deuren gingen open. Mensen vertelden
lief en leed.” Hij kon bij mensen zijn, met mensen samen zijn, met mensen samen vieren, met mensen gemeenschap zijn. “Pastor Van Sprang had twee boekjes”, zo vertelt Rein, “een bijbel en een adresboekje. Hij gaf me zijn adresboekje en zei: Je moet naar de mensen. Dat is het enige dat je moet doen. Je moet naar de mensen.” Zo is Rein als het ware door pastor Van Sprang letterlijk “gezonden”. 14 december 1999 is de fatale datum, waarop Rein hoorde, dat hij de ziekte van Parkinson had, het begin van een heel moeilijke periode. Nu, zes jaar later, kan hij zichzelf de vraag stellen “Waarom ik niet en de buurman wel”, maar het blijft elke dag moeilijk niet meer te kunnen, niet meer over voldoende energie te beschikken. Rein heeft intussen afscheid genomen als medewerker in loondienst bij de parochie. De opdracht die hij gekregen heeft bij zijn diakenwijding, de zending, die heeft hij nog steeds. Hij vindt kracht om zieken te
bezoeken en als mensen dat vragen en zijn lichaam het toe staat, dan kan Rein nog altijd dopen en trouwen en begraven. Hij blijft diaken. Hij blijft gezonden door de bisschop. Rein Geurts heeft de afgelopen jaren een weg moeten gaan, die niet benijdenswaardig is: de eigen ziekte; het wel willen maar niet kunnen; het vertrek en het overlijden van zijn inspirator pastor Van Sprang; de rijke jaren samen met van Sprang die een herinnering zijn; de veranderingen in de parochie; zijn vertrek als medewerker van de parochie. Maar één moment blijft voor Rein onuitwisbaar. Bij zijn afscheid van de parochie kwamen er plusminus 500 mensen naar hem toe, 500 mensen met een heldere boodschap: wij zijn samen met jou gemeenschap en we willen samen met jou gemeenschap blijven. “Dat geeft kracht om voor mensen diaken te blijven”, aldus een geëmotioneerde, welhaast gedreven Rein Geurts.
In memoriam Pastor Van Sprang Uitgesproken door Wil Broos, vice-voorzitter van het kerkbestuur, tijdens de uitvaart op 12 februari 2005 Bij zijn plotselinge vertrek begin december 2002 heeft pastor Van Sprang een brief voor onze parochianen achtergelaten met de mooie titel “Een afscheid is de geboorte van een mooie herinnering”. In die herinnering wil ik nu even op hem terugkijken. De eerste wens van pastor Van Sprang na zijn benoeming in onze parochie was, om niet te worden aangesproken als pastoor maar als pastor. Het was een “o-tje” minder, maar voor hem had dit een grote betekenis. Zijn verzoek had te maken met zijn opvatting over zijn plaats en taak als parochiepriester, namelijk als een herder, die optrekt met zijn mensen. Pastor Van Sprang hield niet zo van de kerkelijke hiërarchie, hij koos voor een plaats in de ruimte temidden van zijn parochianen. Als devies koos hij “Elkaars pastor zijn”. Hij was géén “bouwpastoor met stenen en cement”, pastor Van Sprang was een “Opbouwpastor” van onze Udenhoutse parochiegemeenschap. Negentien jaar lang was hij dé bindende factor die ons met alle vrijwilligers op tal van terreinen gebonden heeft tot die parochiegemeenschap die wij nu zijn. Hij heeft kans gezien, om mensen aan hem, aan de parochie en aan elkaar te binden. Hij gaf ons, vrijwilligers
in 37 verschillende parochiële werkgroepen, - van liturgiegroep, missiecomité tot de groep tuinmannen - levensruimte, verantwoordelijkheid en vertrouwen. Zijn devies van “Elkaars pastor zijn” heeft hij tot werkelijkheid gebracht en daarvoor zijn wij hem veel dank verschuldigd. Pastor Van Sprang was ook echt “de gastheer” van onze parochie. De pastorie is de zoete inval van Udenhout. Iedereen loopt in en uit, en voor iedereen had hij ruimschoots belangstelling onder het genot van een kopje koffie. Zijn voor menigeen bekende groene kleine agenda met allemaal kleine losse briefjes had hij altijd in de aanslag en elk nieuwtje voor de verschillende werkgroepen, voor het Parochieel Team of voor het kerkbestuur werd genoteerd. Iedereen kon er zijn voordeel mee doen. Hij was het lijntje die er voor zorgde dat de juiste informatie bij de juiste persoon terecht kwam. Hij was in deze digitale tijd als het ware een wandelend e-mailbericht. Toen kwam voor mij persoonlijk die bewuste woensdagmiddag begin december 2002 toen hij mij bij zich riep en meedeelde dat hij diezelfde middag nog met zijn provinciaal Theo Scholtes ons dorp wilde verlaten om zijn voorlaatste pelgrimage aan te gaan naar de communiteit in
Valkenswaard. Na de verlening van het eervol ontslag door onze bisschop, mgr. Hurkmans, was dát de enige plaats waar hij naar toe wilde. Op die donkere regenachtige woensdagmiddag om half zes heb ik als enige hem uitgezwaaid en persoonlijk heb ik op de dag van vandaag daar toch nog altijd wat moeite mee. Maar het was zijn wil en wens en die hebben wij tot op de dag van vandaag nog steeds te respecteren. In alle bescheidenheid en alle eenvoud zoals hij leefde wilde hij pertinent geen afscheid. Als kerkbestuur hebben we dat later nog verschillende keren aan hem voorgelegd maar hij wilde er niets van weten. Toch heb ik het voorrecht gehad om begin 2003 tijdens een informeel samenzijn met het kerkbestuur en het Parochieel Team bij de communiteit in Valkenswaard hem namens de parochie een cadeau te mogen aanbieden en heb ik hem tevens de gouden parochiespeld mogen opspelden. Pastor, Bedankt voor alles wat U in uw leven voor ons en vele anderen betekend en gedaan hebt en volgens de getuigenis van Sint Franciscus zeg ik U toe, Pax et Bonum, vrede en alle goeds.
De “Ontmoetingen” op pagina 11, 12 en 13 zijn het resultaat van interviews door Kees van Kempen en Wim Maarse: met Pastoor Boers op 20 november 2004, met Piet Ras op 11 december 2004, met pater Monaldus op 22 januari 2005, met Rector Merkx op 7 mei 2005 en met Rein Geurts op 2 juli 2005.
De Unentse krant
PAGINA VOOR DE KIDS
Pagina 14
Verhaal voor de jeugd
Vogelverschrikker Een verhaal van Peter Vervloed met illustraties van Will Verhoeven Alle kinderen in de straat schelden de oude man uit voor vogelverschrikker. Met het gerafelde strohoedje op zijn hoofd en zijn te lange jas lijkt hij daar ook op. Marleen weet nog niets van deze man. Ze is gisteren pas in de straat komen wonen. Vriendinnen heeft ze nog niet. Ze vindt wel dat de oude man die naar haar toe komt lopen er vreemd uitziet. ‘Zo meisje, hoe heet je?’ vraagt hij. Het klinkt hees, alsof hij niet met zijn mond maar met zijn keel praat. Hij heeft een versleten stem, denkt Marleen. ‘Marleen. Ik woon hier pas.’ ‘Dat dacht ik al. Ik heb je nog nooit gezien.’ ‘Ik u ook niet.’ De man lacht zonder geluid. Zijn lach doet het ook niet meer, denkt Marleen. ‘Ik wil je iets moois laten zien,’ zegt de vogelverschrikker. Hij steekt zijn hand uit. Marleen doet een stap terug. ‘Nooit met vreemde mannen meegaan, ook al beloven ze snoep of een nieuwe fiets,’ hoort ze haar moeder weer zeggen. ‘Ik doe je niks, hoor,’ zegt de oude man. Marleen bekijkt hem van zijn strohoedje tot zijn schoenen. Hij ziet eruit als een zwerver. Sterk lijkt hij in ieder geval niet. Eerder breekbaar, alsof hij elk moment uit elkaar kan vallen. De vele rimpels in zijn bleke gezicht doen haar denken aan het antieke porseleinen kopje dat zij van haar oma gekregen heeft. ‘Ik heb een leuk vogeltje voor jou.’ Daar heb je het al, denkt Marleen. Hij belooft iets. Het is geen snoep of een nieuwe fiets, maar toch… ‘Ik heb veel vogeltjes,’ zegt de oude man. ‘Spaart u die?’ De oude man glimlacht. Nu lijkt hij weer op een droevige circusclown, denkt Marleen. ‘Mijn vogeltjes zijn heel mooi. Ze zingen als sijsjes. Kom mee.’ Weer steekt hij zijn hand uit. Twijfelend hipt Marleen van haar ene been op haar andere. Ze heeft het gevoel dat ze niet bang hoeft te zijn, maar ze moet steeds aan de waarschuwende woorden van haar moeder denken. De oude man draait zich om. Met gebogen rug sjokt hij weg. Een steek van medelijden gaat door Marleen heen. Ze rent achter hem aan en loopt met hem mee, maar ze geeft hem geen hand. Als ze de straat uit lopen, komen ze een paar kinderen tegen. ‘Hé vogelverschrikker!’ roepen ze, terwijl ze hard lachend weghollen. ‘Stomme vogelverschrikker!’Marleen kijkt de man aan. Hij loopt gewoon door. Zijn gehoor is ook versleten, denkt ze. ‘Zo noemen alle kinderen me,’ zegt de man. ‘Vogelverschrikker. Dat wist je natuurlijk niet.’ ‘Nee,’ zegt Marleen. ‘Vindt u het erg dat ze u uitschelden?’
‘Ik ben er al aan gewend. Alleen vind ik het jammer dat die kinderen altijd wegrennen. Net of ze bang voor me zijn.’ De oude man stopt bij een hoekhuis. Hij opent de deur. ‘Beneden woon ik. Boven wonen mijn vogeltjes,’ zegt hij. Aarzelend blijft Marleen in de gang staan. De oude man draait zich om. Hij drukt zijn wijsvinger op zijn lippen. Dan tikt hij tegen zijn oor. Marleen luistert aandachtig. Ze glimlacht, want boven zich hoort ze het heldere gefluit van vogeltjes. ‘Ze zijn zenuwachtig,’ zegt de oude man, ‘want ze weten dat ze bezoek krijgen.’ Marleen loopt achter hem aan de trap op. Steeds duidelijker hoort ze zijn vogeltjes. Als ze op zolder staan, kunnen haar ogen nauwelijks bijhouden wat ze ziet. De zolder staat vol met kooitjes en in al die kooitjes zitten kanaries. Honderden kanaries en niet alleen gele. Marleen ziet blauwe, rode, groene, oranje… Aan elk kooitje hangen twee bakjes. In het ene bakje zit zaad, het andere
is gevuld met water. Op de bodem van elk kooitje ligt wit… is het zout? ‘Schelpenzand,’ verklaart de oude man. Marleen loopt langs de kooitjes. De vogeltjes fladderen heen en weer, terwijl ze haar met hun speldenknopoogjes volgen. ‘Wat zijn ze mooi,’ fluistert Marleen. ‘Kies er maar een uit,’ zegt de man. ‘Dat hoeft niet.’ ‘Jawel, een zangertje voor op je nieuwe kamer.’ Marleen zucht. ‘Ik weet niet welke ik moet kiezen.’ Ze kijkt rond. Het valt haar op dat het zo schoon is op zolder, zo schoon als in een ziekenhuis. ‘Ik verzorg mijn vogeltjes goed,’ zegt de oude man. Marleen wijst een oranje vogeltje aan. ‘Die vind ik het mooist.’ De oude man opent het deurtje van het kooitje en gaat er met zijn hand in. De kanaries fladderen verschrikt rond. ‘Rustig maar, beestjes. De vogelverschrikker moet alleen
jullie oranje vriendje hebben. Goed zo,’ zegt hij zacht. Het lijkt alsof de vogeltjes hem begrijpen, want ze gaan op hun stokje zitten wachten. De oranje kanarie piept even, maar laat zich gewillig pakken. De oude man zet hem apart in een klein kooitje. Met het kooitje in haar hand loopt Marleen naar huis terug. Haar oranje vogeltje hipt van het ene op het andere stokje. Enkele kinderen komen naar haar toe. ‘Wat een lief vogeltje. Is hij van jou?’ ‘Ja,’ antwoordt Marleen. ‘Van de vogelverschrikker gekregen. Zijn vogeltjes schelden niet. Ze zingen voor hem.’
28 december
De jongste mag zeggen wat we eten! Van onze speciale correspondent in Bethlehem.
Wonderen bestaan De in Udenhout geboren pastoor Martinus Verhoeven was pastoor van De Mortel van 1904 tot 1927. Van hem wordt het volgende verhaal verteld: Er was in De Mortel een jongen, Harrieke geheten. Het was in 1913. De jongen werd door zijn moeder op pad gestuurd om een kruikske melk te gaan halen op de melkfabriek. Vol goede moed ging de jongen te voet naar de melkfabriek en liet het kruikske vullen met melk. En vol goede moed ging de jongen weer huiswaarts, naar buurtschap de Smagt. Maar wat doet zo’n jongen? Het kruikske wordt zwaar en dan stop je even. Je komt andere jongens tegen en je speelt en stoeit samen wat. En na een tijdje krijgt Harrieke dorst en besluit een slokje te nemen uit zijn kruikske. Deksel eraf en drinken, maar… o nee, Lieve Heer, de melk was veranderd in gewoon water. Harrieke barstte in huilen uit, tranen met tuiten. Plots, als geroepen, stond daar pastoor
Verhoeven, die zei: “Maar, m’n beste jongen, wat scheelt eraan?”. Harrieke vertelt zijn verhaal en benadrukt dat hij best van zijn vader en moeder een slokje had mogen drinken. Maar hij mag natuurlijk nooit en te nimmer met een kruikske water thuis aan komen, absoluut niet. Pastoor Verhoeven had wel eens voor hetere vuren gestaan. Hij sprak: “Harrieke, mijn zoon, gelooft ge in wonderen?”. Harrieke, een pienter manneke, zei: “Jawel, mijnheer pastoor. Maar toch wil ik de wonderen eerst liever zien en dan geloven”. Mijnheer pastoor pakte zijn wandelstok en liet hem in het kruikske zakken. En onder het prevelen van een gebedje, begon hij in ’t kruikske te roeren. En Harrieke ziet met eigen ogen hoe het water weer in mooie melk veranderde. Het wonder is geschied. De pastoor wandelt door. En de jongen, die zet het op een lopen, snel naar huis en hij riep voortdurend “Een wonder! Een wonder!”.
Op 28 december is het feest van Onnozele Kinderen. Eerst even het verhaal. Toen Jezus was geboren in een stal in Bethlehem kwamen er drie wijzen uit het oosten, Balthazar, Caspar en Melchior. Ze hadden cadeaus bij zich: goud, mirre en wierook. Ze wisten niet precies waar ze moesten zijn en daarom meldden ze zich eerst bij Koning Herodus in Jeruzalem. De koningen vroegen aan Herodus: “Kunt u ons zeggen waar de nieuwe koning is geboren”. Alle geleerden van het paleis werden opgetrommeld en na enig zoeken kwamen met een tekst uit de oude Bijbel, waaruit zij konden afleiden dat Jezus zou zijn geboren in Bethlehem. De koningen gingen op weg naar Bethlehem, met in de lucht een ster die hen leidde, en zij vonden Jezus in een kribbe in een stal buiten de stad. Nadat de koningen Jezus hadden aanbeden en hun cadeaus hadden aangeboden vertrokken ze weer. En hoewel ze aan ko-
ning Herodus beloofd hadden eerst weer naar het paleis te komen om te vertellen waar zij de koning hadden gevonden, deden zij dat niet. Iets in hun zei dat ze niet meer naar de koning moesten gaan, maar rechtstreeks terug naar hun land. Herodus had intussen ongeduldig gewacht op de terugkomst van de drie koningen. Herodus was een beetje bang. Hoezo een nieuwe koning? Hij was toch de koning? Er kon toch niet een andere koning zijn die net zo belangrijk zou zijn als Herodus zelf? Met dit soort vragen raakte koning Herodus flink van streek. Hij nam een gruwelijk besluit. De nieuwe koning moest dood. En dus gaf koning Herodus opdracht om alle pasgeboren kinderen in Bethlehem en verre omgeving te vermoorden. Gewaarschuwd door een engel waren Jozef en Maria samen met hun pasgeboren kind Jezus al vertrokken, op de vlucht naar Egypte. In Bethlehem werden alle pasgeboren kinde-
ren vermoord door de soldaten van koning Herodus. Door deze gruweldaad is 28 december al in de vroege Middeleeuwen een dag geworden om de armste kinderen, de straatkinderen, de wezen eens een extraatje te bezorgen. Daar zijn uit vroegere eeuwen vele gebruiken van bekend. Ooit kwam Sinterklaas niet op 5 december maar op Onnozele Kinderen. Vroeger gingen de kinderen niet op Driekoningen maar op Onnozele Kinderen langs de deur voor snoepgoed en een cent. Een van de tradities is ook dat in een gezin op de dag van Onnozele Kinderen, 28 december, de jongste van het gezin mag bepalen wat er wordt gegeten. Een mooie traditie, de moeite waard om in ere te houden. De jongste van het gezin is de laatstgeborene, de kleinste, de minste, symbool voor de arme zwerfkinderen, symbool voor die pasgeboren kinderen in Bethlehem.
Opstelwedstrijd voor de jeugd Jongens en meisjes, Als jullie deze Unentse krant al goed hebben gelezen, dan weet je al dat het schrijversteam van Heemcentrum ’t Schoor binnenkort weer twee boeken presenteert, een boek over de geschiedenis van de parochie en een boek over alle in Udenhout en Biezenmortel geboren en/of getogen priesters, zusters, broeders en fraters. Het schrijversteam van ’t Schoor heeft met heel veel plezier gewerkt aan de twee boeken. Wij dagen jullie uit om ook eens een verhaal te schrijven, een heus opstel. Wij zouden het leuk vinden als jij een opstel schrijft over het mooiste plekje van Udenhout of Biezenmortel. Dan moet je natuurlijk eerst bedenken wat jouw eigen mooiste plekje in Udenhout of Biezenmortel is, misschien je eigen kamertje, de stal van je paard, een plekje in de Loonse- en Drunense duinen, de bossen, een plekje in school of op de speelplaats, natuurgebied den Brand of de Zandleij, misschien de snoeppot bij oma. Schrijf een opstel en lever dat voor 1 maart a.s. in bij de heer Wim Maarse, Blesterd 8, 5071 AE Udenhout, telefoon 013-5112282. Misschien ken je het jaarboekje van Heemcentrum ’t Schoor, SPROKKELS. We beloven je dat het winnende opstel wordt gepubliceerd in de Sprokkels van april 2006.
De Unentse krant
KINDEREN VROEGER MISJE SPELEN Vroeger kregen de kinderen maar zelden speelgoed. Daar was geen geld voor. Enkele spelletjes waren hinkelen, knikkeren en hoepelen. En soms maakte vader een altaartje en moeder een priesterkleed, zodat de kinderen echt misje konden spelen met pepermuntjes als hosties.
Pagina 15
KINDEREN IN 2006 NINTENDO In 2006 zijn kinderen al op jonge leeftijd vaardig op de computer. De vaardigheid neemt toe als kinderen computerspelletjes spelen, waarbij het gaat om snelheid en behendigheid. De spelletjes heten trouwens geen spelletjes maar games.
CATECHISMUS Vroeger gingen de meeste kinderen elke morgen naar de kerk. Op school kreeg de kinderen godsdienstles. Er was een catechismus met vragen over geloof en kerk, die je helemaal van buiten moest leren. Op het rapport stond een punt voor godsdienst. Dat moest een 10 zijn.
HARRY POTTER In 2006 komen de meeste kinderen niet meer in de kerk en weten niet meer wat Pasen en Pinksteren betekent. In sommige gezinnen worden de verhalen uit de Bijbel nog voorgelezen, maar vaker lezen de kinderen Harry Potter of Sjakie van de Chocoladefabriek.
SPEELTUIN BIJ BOS EN DUIN Kinderen gingen zelden of nooit op reis. Alleen als een oom buiten het dorp woonde, werd een enkele keer een ander dorp bezocht. Soms mochten kinderen mee op een bedevaart, naar Kevelaer of Scherpenheuvel. Maar de meeste dagjes uit kwamen niet verder dan de duinen of een speeltuin.
DISNEY PARIJS In 2006 maken kinderen met hun ouders verre reizen. Veel kinderen zijn al wel in Parijs geweest, bij Eurodisney. Maar de jaarlijkse vakantie van de ouders brengt kinderen naar vele vreemde landen.
NACHTEGAAL Vroeger was er geen tv, geen radio, geen telefoon, geen auto. De jeugd leefde in een kleine omgeving en leerde alles van die omgeving kennen, al de verschillende geluiden van de vogels, het ritselen van de dieren en de sporen van een vos.
MSN In 2006 kan de jeugd niet meer leven zonder een permanente stroom aan communicatie, op tv, op de radio, op school en heel veel jeugd heeft een eigen mobiele telefoon, waarmee je kunt MSN’en, met je eigen vrienden in een zelfgemaakte taal met woorden zonder klinkers.
WERKEN Vroeger moesten de meeste kinderen meteen na de basisschool gaan werken. Er moest namelijk geld worden verdiend voor thuis. Kinderen gingen op 12-jarige leeftijd werken bij een boer of als jongste medewerker bij een smid, een meubelmaker of op een fabriek in Tilburg.
STUDEREN In 2006 is er leerplicht en moeten alle kinderen tenminste tot 16 jaar studeren. De meeste kinderen leren daarna nog door, soms wel tot de leeftijd van 22 tot 25 jaar.
BET, KEE, DRIKA Vroeger kregen de kinderen voornamen van familieleden, de oudste kinderen de namen van opa en oma, andere kinderen namen van peetoom of peettante. bekende voornamen van jongens waren: Peer, Harrie, Bart, Kees, Jan, Janus en Hendrik, en van meisjes Bet, Kee, Jenna, Jans, Han en Drika.
BRITT, ISA EN MANON In 2006 geven de ouders hun kinderen namen die ze mooi vinden, een enkele keer omdat namen een diepere betekenis hebben. De meest voorkomende jongensnamen zijn Luuk, Daan en Tom en de meest voorkomende meisjesnamen Sophie, Julia en Sanne.
Pastoor zet paard in voorportaal Udenhout, 1704. Het conflict met Oisterwijk is opnieuw tot uitbarsting gekomen. De Oisterwijkse pastoor De Winter had de schuurkerk van Udenhout met geweld in bezit genomen. Hij voorzag de kerk van een ander slot en posteerde er een kwezel. De schuurkerk was eigendom van Jan Willem Berghmans. Uit protest tegen de handelwijze van de pastoor zegde hij de huur van de schuur op. De ei-
De Unentse krant
OVER DE HEG
Pagina 16
genaar wilde de schuur zelf weer in gebruik nemen, maar pastoor De Winter belette hem dat. Met geweld en dreigementen verdreef de pastoor de eigenaar uit zijn schuur. Als teken van zijn macht stalde de pastoor, tegen de wil van de huiseigenaar, zijn paard in het voorhuis van de schuurkerk, waardoor er enige schade ontstond.
Diefstal uit de kerk Udenhout, 25 maart 1754. Kosteres Maria Woestenburg en de kerkmeesters Adriaan van Rooij en Wouter Verhoeven hebben aangifte gedaan van diefstal uit de Udenhoutse schuurkerk. Afgelopen nacht is er ingebroken door een raam te forceren. De dief had het gemunt op het zogenaamde Zilveren Wereldje, een beeld van Maria met het kindje Jezus, waarbij het kindje Jezus een kleine zilveren wereldbol met daarop een kruis in zijn hand draagt. Ook is er geld verdwenen uit een kastje in de sacristie.
Hemel of hel Udenhout, 1951. De voorbereidingen voor de uitbreiding van de Udenhoutse kerk tot een kruiskerk zijn in volle gang. Terwijl pastoor Prinsen nog onderhandelt met het bisdom en met aannemers, zijn vrijwilligers begonnen met het verplaatsen van graven op het kerkhof. Er worden veel beenderen en enkele hele skeletten opgegraven. Dat trekt natuurlijk de aandacht van de jeugd. Een van de werklui vertelde tegen de jeugd, verwijzend naar de skeletten, “die is in de hemel, die is in de hel, die is in de hemel, die is in de hel, ….”. Op de vraag hoe hij dat wist, antwoordde de werkman: “Kijk, die gaat naar de hel, want die heeft nog een gebit, en er staat geschreven: In de hel is er geween en tandengeknars”.
Russische revolutie Udenhout, oktober 1917. De Russische revolutie heeft voor een compleet drama gezorgd onder de Nederlandse beleggers. Veel Nederlandse instituten en particulieren hebben belegd in Russisch waardepapier, ook de Udenhoutse parochie en ook pastoor Van Eijl. Na de revolutie is al dat waardepapier in een
Gregoriaans koor in staking Udenhout, 14 december 1808. Gisteravond op het feest van de heilige Lucia was er zoals gewoonlijk een eucharistieviering in de kerk, maar dit keer een stille mis. Het botert al lang niet tussen het koor en de pastoor. Alles draait rondom het zingen van de Leuvense mis. Voor het zingen van een Leuvense mis wil het koor voortaan 25 stuivers ontvangen, terwijl de pastoor niet meer wil betalen dan 18 stui-
vers. Enkele weken geleden dreigden de opstandige koorleden ook al de uitvaartmis van Francis van Iersel niet te zingen, maar het koor zong toch nadat pastoor Van den Boome beloofd had het eens te worden met de dirigent. Dat bleek echter niet te lukken. Met als gevolg de staking van het koor. Het ziet er naar uit dat het ook een stille Kerst wordt in de Udenhoutse schuurkerk.
Moordaanslag op pastoor Van de Wal Udenhout, 17 januari 1894. Vanmiddag passeerde pastoor Van de Wal met zijn kapelaan de Groenstraat, toen uit een poort, ongeveer tegenover bakker Van de Ven, een schot gelost werd. De pastoor maakte de opmerking: “‘t Is of er een kogel langs mijn oren fluit”. Hij zag echter niemand. In de avond was er opnieuw een schietpartij op dezelfde plaats. De 68-jarige Anna Maria
van den Oever, die bij de weduwe Maria Heijman van den Oever in de kamer zat, raakte ernstig gewond. De dader is Theodorus Kesner, rondventer in garen en band. Het gerucht ging al langer dat hij met een pistool in zijn korf rondliep. Mensen schertsten met hem en dat was blijkbaar Anna Maria van den Oever noodlottig geworden.
Pastoor weigert laatste sacramenten Denekamp, 1908. Vorig jaar is de Udenhouter Ludovicus van den Bosch, de pastoor van het Twentse Denekamp, overleden. Twee van zijn broers hadden zich als notarissen ook in Twente gevestigd. Na de dood van de pastoor maakten de beide broers aanspraak op het familiekapitaal dat was belegd
in de Denekampse parochie. De ruzie liep zo hoog op dat toen een van beide broers op sterven lag de priester weigerde de laatste sacramenten te komen toedienen. De man overleefde de ziekte en is inmiddels bij een zus in Udenhout komen wonen.
keer niets meer waard. De pastoor schrijft in zijn dagboek: Annulatie van de Russische effecten, de grootste financiële ramp die Nederland heeft getroffen. Men spreekt van anderhalf miljard schade. Arme kerk van Udenhout en arme pastoor. Pastoor Van Eijl bidt elke dag voor het herstel van het oude regime in Rusland.
Portret Elias Maxi-singel van Robben jongerenkoor Sjaloom Udenhout, 1901. De Udenhoutse pastorie is een prachtig schilderstuk rijker. Het is een met olieverf geschilderd portret van de eerste pastoor Elias Robben. Het schilderstuk komt uit de erfenis van de vorig jaar overleden pastoor van Diessen Adrianus van Iersel, broer van oud-burgemeester Jozef van Iersel.
Stront gooien Udenhout, 1925. Afgelopen zondag preekte pastoor Van Eijl dat als men dames met te luchtige kleding zag, men gerust met stront kon gooien. Eergisteren stond een beminde parochiaan, Frans uit den Berkhoek, mest te breken op de Kreitenhei. En jawel, daar passeerde een mevrouw met een diep inzicht. Frans twijfelde geen moment. Raak. Midden in de roos. Volgens woordvoerders van de politie zal pastoor Van Eijl alle kosten en een proces verbaal moeten vergoeden.
Udenhout, 1976. Het Udenhoutse jongerenkoor Sjaloom heeft een maxi-singel uitgebracht. Het jongerenkoor “Sjaloom” is opgericht in 1971 met dirigent Sjef de Weijer, organist Sjef Kemps en drummer Ad Lommers. Na een jaar werd ook een jongerenliturgiegroep opgericht om thematische diensten te verzorgen. De com-
Udenhout, 28 december 1967. Vanavond vindt in de Udenhoutse kerk een avondmis plaats. Dat is bijzonder. Tot nu toe werden alleen avondmissen gehouden in de Goede week en met Kerstmis en anders nooit. Vandaag komt daar verandering in. Vanavond is er een H.Mis bij gelegenheid van de koperen bruiloft van Dré en Lies Verspeek.
binatie van de vlotte muziek van het jongerenkoor en de populaire teksten van de jongerenliturgie zorgden elke drie weken voor een volle kerk. Op de maxi-singel staan vier liederen: ‘Door de wereld gaat een woord’, ‘Onze Vader’, ‘Wij zingen voor de Heer’ en ‘Alle wegen van de wereld’.
Hond ontvoerd Udenhout, 4 oktober 2005 Pastoor Looyaard had een beeld van een hond, dat hij met Kerstmis 2004 in de kerststal in de kerk plaatste. Toen het tijd was de kerststal weer op te ruimen, bleek de hond te zijn verdwenen. Was er sprake van diefstal? Of ontvoering? Later bleek dat de hond een wereldreis maakte. Hij stuurde voortdurend kaarten met vakantiegroeten van over de hele wereld, uit Rome, uit Japan, uit Canada, uit Argentinië, uit Finland. De hond vertelde dat hij het goed maakte en dat hij weer thuis zou komen. Uiteindelijk kwam hij thuis op dierendag. Hij kwam aan op het station van
Oisterwijk met de trein van 18.31 uur. De ontvoering was een ludieke actie van enkele leden van het kerkbestuur als reactie op het feit dat de pastoor bij hem thuis op de pastorie de kerststal al voor Driekoningen had opgeruimd, terwijl het traditie is dat pas te doen op de dag na Driekoningen.
Broeder Gerardus koninklijk onderscheiden Brussel, 1952. De in Udenhout geboren broeder Gerardus (Adrianus) van de Voort is in Brussel koninklijk onderscheiden tot Ridder in de Orde van Leopold II. De versierselen werden hem opgespeld door Koning
Eerste avondmis
Boudewijn. Adrianus van de Voort trad in 1925 in bij de congregatie van de Broeders van de Christelijke Scholen (Broeders De la Salle) te Groot-Bijgaarden nabij Brussel. Hij volgde een opleiding
tot smid en twee maanden later vertrok hij naar de missie van Congo als leraar metaalbewerking op diverse missieposten. Later is hij naar Ruanda gegaan, waar hij een school heeft gebouwd.
Kerkepad Hilversum, 1988. De omroep N.C.R.V. heeft vanmorgen nieuwe routes voor het populaire televisieprogramma “Kerkepad” bekend gemaakt. Dit seizoen komt er ook een route door MiddenBrabant waarbij ook een bezoek wordt gebracht aan de Udenhoutse Waterstaatskerk. Op twee opeenvolgende zaterdagen zullen naar verwachting meer dan 20.000 mensen de Udenhoutse kerk bezoeken. Speciaal voor dit doel zal Joost Frieling een brochure over de kerk samenstellen.