Jubileumboek
I n h o u d s o p g av e
•
Voorwoord.............................................................................pagina
5
•
Evert Kuiters........................................................................pagina
7
Geschiedschrijving Ossekop nr. 11 vanaf 1999
•
Waar Saskia werd geboren.....................................pagina 13
•
Door T. Hemrica-Postma
•
Door Baukje Westerhoff-Westerdijk
•
Reacties van een aantal bewoners van het zusterhuis
•
Colofon.....................................................................................pagina 45
Het zusterhuis....................................................................pagina 23
Het zusterhuis....................................................................pagina 27
Herinneringen. ..................................................................pagina 33
2
Jubileumboek
Jubileumboek
3
V o o rwo o r d Een decennium is een relatief begrip in de tijd. Gezien de leeftijd van het pand Ossekop 11 is tien jaar best weinig en toch is er reden om stil te staan bij tien jaar voor Anker aan de Ossekop 11. In 1999 besloten Hans en Wim Anker, de naamgevers van Anker & Anker Strafrechtadvocaten, om zelfstandig en onder eigen naam de praktijk voort te zetten en de band met Trip advocaten losser te maken. Dit besluit resulteerde in de huur van Ossekop 11 en na enige tijd werd overgegaan tot koop. Een advocatenkantoor gespecialiseerd in het strafrecht, dat was nog nooit vertoond in Noord-Nederland. Eigen briefpapier, eigen mentaliteit, eigen sfeer en tenslotte ook nog een eigen pand. Het kantoor groeide gestaag naar een team van 22 medewerkers. Zij zijn er trots op en zich allen zeer bewust van het feit dat ze in een uniek kantoor met een rijke historie werkzaam mogen zijn. Met enige regelmaat worden de medewerkers hierop opmerkzaam gemaakt door mensen (cliënten) die in de contacten merken dat de onderlinge cohesie groot is. Cohesie is niet vanzelfsprekend, maar daarom des te opmerkelijker en dat is tegelijk ook de reden om dit boekje het licht te doen zien met een reflectie naar het recente en verdere verleden. Het recente verleden wordt belicht in de verhalen van de eerdere bewoners toen de Ossekop 11 een zusterhuis was, het verdere verleden is de bijdrage van Historisch Centrum Leeuwarden. Zonder hun belangeloze medewerking was deze uitgave niet in deze vorm tot stand gekomen. Zeer hartelijke dank is hier zonder enige aarzeling op zijn plaats.
4
Jubileumboek
Jubileumboek
5
Evert Kuiters Geschiedschrijving Ossekop
nr.
11
va n a f
1999
Het geboortehuis van Saskia werd in 1995 verlaten en eigenlijk aan haar lot overgelaten. In 1995 werd het pand aan de Ossekop nr. 13 afgesplitst van nr. 11. Nummer 13 werd namelijk verkocht en de doorgang tussen de beide panden werd afgesloten. U kunt de toenmalige doorgangen nog steeds waarnemen in de wachtkamer (zie foto van de bogen op pagina 18) en op de daarboven gelegen verdieping, nabij de huidige kamer van Hans Anker. Zoals gezegd werd nummer 11 aan haar lot overgelaten. Na een verhuizing naar de Tweebaksmarkt bleef achter wat niet meer bruikbaar was en maakte het pand beslist een uitgewoonde indruk. Door de toenmalige eigenaar werden nog wel pogingen gedaan om het pand verhuurd te krijgen maar met beperkt succes. Slechts een betrekkelijk korte periode is de benedenverdieping verhuurd geweest. Overigens gebruikte de eigenaar de zolderverdieping nog als archiefruimte. Wel is er toen een nieuwe cv-installatie aangelegd om iets van comfort te kunnen bieden. Het pand zou anders ten onder gaan aan vocht en ventilatieproblemen. In de periode dat het pand verhuurd is geweest, is het ook nog eens getroffen door een enorme waterschade, opgetreden als gevolg van baldadige inbrekers. Na wat inleidende beschietingen werd door de toenmalige strafsectie _ Hans, Wim, Evert, Jan, Nico, Els, Nicole en Marg _ de overstap
Pand Ossekop 11
6
Jubileumboek
gemaakt naar een eigen pand met een eigen profiel. De terugkeer naar Ossekop 11 zou uiteindelijk weer gaan passen als een oude jas. Maar zo lag het pand er in 1999 beslist niet bij, inmiddels stond het al een tijdje leeg. Vrolijk kon je er in het begin niet van worden, een enorme puinzooi. Na overeenstemming te hebben bereikt met de eigenaar werd het pand aanvankelijk gehuurd, hetgeen ook beperkingen met zich meebracht als het ging om interne veranderingen. En hoe komt het na ommekomst van de huurtermijn? In de laatste situatie zouden alle te plegen investeringen in beginsel ten goede komen aan de eigenaar van het pand. Een periode van plannen maken brak aan. In korte tijd waren we in staat om goedomlijnd het pand in te delen in algemene ruimtes, werkkamers voor de advocaten en de ondersteuning. Op basis daarvan werden hulpkrachten ingeschakeld om mee te denken over bijvoorbeeld stroom- en data-aansluitingen, maar ook over kleurstellingen, verlichting, kantoormeubilair, computers, bureaus etc.
Jubileumboek
7
Ook de keuze voor de koffiemachine vroeg veel tijd, suggesties werden aangedragen en proefstellingen van fabrikanten trokken aan ons voorbij. Het juiste bakkie werd (gelukkig) gevonden. In korte tijd wisten bouwvakkers, schilders en elektriciens het pand intern zodanig bij de tijd te brengen dat we op 17 mei 1999 officieel over konden. Vanaf die periode werden de begane grond, de eerste en tweede verdieping bezet. Pas later kwam daarbij de zolderverdieping, die werd getransformeerd tot archiefruimte en bibliotheek. Een leuk detail dat kan worden teruggevonden onder een triplexplaatje op de verschillende deuren in het pand, is de roedeverdeling met glas en daarboven een kamernummer, wat de zusters zeker iets zal zeggen. De huidige deur van de kopieerruimte is zo’n originele deur. Twee schilderijen van Rembrandt. Schilder: Sylvester Peperkamp.
Uiteraard waren er de nodige kinderziekten, maar al met al functioneerde alles goed, niet in de laatste plaats door het enthousiasme en de inzet van alle medewerkers. Iedereen werkte er met veel plezier en was trots op het pand met al de historie. De overgang was niemand in Friesland ontgaan, er werd de nodige aandacht aan besteed in de media, zeker toen bleek dat Saskia op nr. 11 was geboren en niet, zoals daarvoor werd aangenomen, op nr. 9. Saskia siert dan ook onze gevel. Toen de gelegenheid zich aandiende in 2001 werd het pand gekocht waarmee de toekomst van ons kantoor aan de Ossekop 11 werd veiliggesteld.
De vroegere huiskamer van het zusterhuis. Nu conferentiekamer.
8
Jubileumboek
Zoals hiervoor beschreven was de focus vooreerst gericht op het creëren van een ruimte waarin gewerkt kon worden. Daarna kwam het pand aan de buitenkant in beeld. De vorige eigenaar was in ieder geval consequent, de buitenkant zag er ongeveer zo uit als de binnenkant. Uiteraard met behoud van de monumentale waarde werd besloten om het pand volledig op te knappen, achterstallig onderhoud werd weggewerkt en er werd het nodige gerestaureerd. Vanaf het dak (het dak zelf, goten, gootbakken) tot en met de begane grond
Jubileumboek
9
(verwijderen houtrot, nieuwe dorpels etc.) werd alles aangepakt, resulterend in een lange periode van onrust maar wel met als uiteindelijk resultaat een prachtig en waardig kantoorpand.
Links de wachtkamer.
Helaas is het niet zo dat daarmee een einde kwam aan het onderhoud van het pand. Een oud pand kent, zo hebben we inmiddels wel geleerd, zijn beperkingen. Nadien is door het hele pand de stroomvoorziening vervangen en gaven de aanwezige loden waterleidingen de nodige problemen. Verder is het zo dat het pand nog steeds last ondervindt van optrekkend vocht en uitzwetende zouten en mineralen, wat we er ook aan gedaan hebben. Inmiddels hebben we geleerd om met een aantal gebreken te leven, het hoort er kennelijk bij. En vlak voordat u het jubileum met ons kwam vieren hebben we het pand weer volledig opnieuw geschilderd teneinde te kunnen blijven waarborgen dat aan de Ossekop nr. 11 een waardig monument binnen ons erfgoed blijft bestaan.
10
Jubileumboek
Jubileumboek
11
Waar Saskia
werd geboren
In 1971 verscheen een publicatie van hoofdonderwijzer D.J. van der Meer uit Reduzum over het familieverleden van de Uylenburgh’s. De genealoog J.C. Kutsch Lojenga voegde nog belangrijke feiten toe in zijn publicatie over de familie Van Loo in het Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie. Jurist Gerryt van Loo was gehuwd met de oudere zuster van Saskia; Hiskje van Uylenburgh. Toen Saskia op haar twaalfde weeskind werd, is ze samen met broertje Gerrit en zusje Titia opgenomen in dat gezin. De vader van Saskia-Rombertus Uylenburgh - werd rond 1554 in Bergum geboren. Op 10 september 1578 promoveerde hij tot doctor in de rechten, na te hebben gestudeerd aan de universiteit in Heidelberg. In 1585 was hij gedeputeerde staat van Friesland en in 1597 raad ordinaris in het Hof van Friesland. Van Rombertus Uylenburgh is bekend dat hij op 10 juli 1585 als een van de laatsten prins Willem van Oranje (Willem de Zwijger) in levende lijve heeft gezien en gesproken. Bij onderhandelingen in Den Haag en Delft trad hij op namens de stad Leeuwarden en zijn gewest. Die bewuste avond dineerde hij bij de prins. Deze werd na de maaltijd door Balthazar Gerards doodgeschoten. Rombertus huwde met Siuckien Ulckedr. Aessinga. Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren waarvan Saskia, gedoopt op 2 augustus 1612, de jongste was. Rombertus overleed op 3 juni 1624, zijn vrouw was vijf jaar daarvoor al overleden. Saskia, nog geen twaalf jaar, werd toevertrouwd aan de zorgen van haar zwager dr. Gerryt van Loo en haar oudere zuster Hiskje Uylenburgh. Op 22 juni 1636 trad Saskia in Sint Annaparochie in het huwelijk met de uit Amsterdam afkomstige Rembrandt Harmensz. van Rhijn, aldus Van der Meer in 1971.
Portret van Saskia van Uylenburgh. Schilder: Sylvester Peperkamp.
12
Jubileumboek
Van der Meer
Van der Meer maakt in zijn artikel melding van de aankoop in 1595 door Rombertus Uylenburgh van een huis bij de “Blockhuyster piep”. Over de exacte locatie laat hij de lezer in het ongewisse. Wel spreekt hij het vermoeden uit dat de familie Rombertus dit pand jaren moet hebben bewoond en dat Saskia hier moet zijn geboren. In oude koopcontracten van woningen aan het Zwitserswaltje en het Blokhuis-
Jubileumboek
13
plein kwam de naam van Rombertus Uylenburgh niet voor. Het Schoorsteengeldregister maakte duidelijk dat moest worden gezocht in de nabijheid van de hoek Zwitserswaltje-Blokhuisplein en wel de pijp die het Blokhuisplein tot 1894 met het straatje de Ossekop verbond. Al snel werd duidelijk, mede door het eerdergenoemde koopcontract uit 1595, dat het geboortehuis van Saskia zich aan de Ossekop moest bevinden, ergens tussen de percelen 1 en 13. Voor 1.300 goudguldens werd het pand aangekocht waarbij het verkochte als volgt werd omschreven: ”zeeckere huysinghe metten boomen, achterplaatze ende schuijre, achter ande voersscreven plaats opde waterswal getimmert ende tot d’voersscreven huysinge behoorende”. Nader onderzoek wees uit dat de Ossekop aan die omschrijving voldeed en dat Saskia dus moet zijn geboren in het pand aan de Ossekop 11. Een koopcontract van 29 november 1604 vermeldt de verkoop van het naastgelegen pand, het Old Burger Weeshuis aan... Den Edel Achtbaren ende Hoechgeleerden Heere Doctor Romberto Ulenburch, mede Raedt ordinaris inden Hove van Frieslandt, ende Sijuckyen Elcke Reijnsdr., echtelieden te Leeuwarden. De aankoopprijs was 399 goudguldens.
Saskia van Uylenburgh vereeuwigd op de muur.
14
Jubileumboek
In 1628 maken proclamatieboeken melding van de verkoop van “de huijsinge ende hovinge cum annexis bij de heer Uylenburgh ende Siucktien Aesinga, echtelieden naegelaten”. Het huis werd door de raadsheer ordinaris Gellius van Jongestall voor 2.600 goudguldens gekocht van de erfgenamen van de genoemde echtelieden, te weten “vande minderjaarige bij decreet ende vande andere sonder decreet”. Helaas zijn de decreetboeken van het Hof van Friesland over deze periode verloren gegaan, zodat we over de indeling van het pand niet worden ingelicht. In 1682 wordt het pand gekocht voor 3.430 goudguldens door Bruno van Vierssen uit Koudum. In het koopcontract van 1595 wordt in een nadere bepaling wel melding gemaakt van het feit dat de woning een kelder bezat. In 1696 werd het pand voor 4.400 goudguldens overgedragen aan raadsheer Aggaeus van Hamerster. De indeling lijkt dan nog steeds hetzelfde. Ook wanneer de erfgenamen van laatstgenoemde in 1738 de woning verkopen aan de heer Colonel Eelco van Glinstra, lijkt met een koopsom van 5.000 goudgulden de waardevermeerdering binnen acceptabele grenzen te liggen, zij het, dat de beschrijving van het interieur uitgebreider is.
Jubileumboek
15
De hoofdindeling lijkt echter nog hetzelfde als in 1682 en het pand kende nog steeds één verdieping met daarboven een zolder. In 1795, wanneer Arend Johan van Glinstra voor 2.002 goudguldens 3/5 deel van het huis koopt van de mede-erfgenamen van zijn ouders, lijkt er sprake van een waardevermeerdering van het pand. Omgerekend zou de waarde van het pand destijds 3.337 goudguldens hebben bedragen. In 1881 wordt het pand overgedragen door de erven van Arend Johan van Glinstra aan de echtelieden Jan Thomas Ferdinand Huguenin, destijds Maire van Sonnega, en Lamberdina Henriëtta Huber, beiden woonachtig te Wolvega. De weduwe verkoopt het op haar beurt rond 1834 aan de goud- en zilversmid Pieter Adama HJzn. Hij verwijderde hoogstwaarschijnlijk, gelet op de neoclassicistische stijl van de gevellijst, de topgevels en liet een 19de eeuwse lijstgevel aanbrengen. Grietje Adema werd in 1888 de nieuwe eigenaresse. Zij sloopte het bouwsel dat aan de oostzijde van de tuin aan de oude Herengracht lag en dat als werkplaats van Pieter Adema had gediend.
Het logo van Anker & Anker uitgevoerd in brons.
16
Jubileumboek
Een metamorfose
Nadat de gracht in 1894 was gedempt werd hier ter verkrijging van een betere rooilijn een strook grond van 100 m2 voor 680 gulden aan de stad overgedragen. In 1897 werd het pand verkocht aan de N.V. Leeuwarder Waterleiding Maatschappij, die er enige jaren kantoor en magazijn hield, waarna het - na enige jaren in gebruik te zijn geweest als was- en strijkinrichting - in 1921 in gebruik werd genomen als zusterhuis van het nabijgelegen Stads Ziekenhuis. Bij de drastische verbouwing die in 1920 en 1921 heeft plaatsgevonden en waarbij het pand werd voorzien van een extra verdieping, is de oorspronkelijke indeling van het pand helaas volledig verstoord. De verbouwingsplannen werden door de toenmalige directeur van Gemeentewerken als volgt omschreven: “Het maken van een keldertje van gewapend beton, een verwarmingskelder met brandstofberging. Op den beganen grond: een portaal met garderobe en vestibule met trap, ontbijt- of conversatiezaal, keukentje en W.C., en 2 slaapkamers voor te zamen 5 bedden. Op de verdieping: trap, badkamer, leerkamer, W.C., 3 kamers elk voor één bed en 2 kamers elk voor 2 bedden. Op de 2e verdieping: trap, W.C., 2 kamers met elk één en 2 kamers met elk 2 bedden. Voorts een dienst-
Jubileumboek
17
bodenkamer boven de badkamer”. In 1921 heette het, dat het gebruik van het gebouw zeer goed aan zijn bestemming voldeed: “Van een oud uitgewoond heerenhuis is een vriendelijk en gezellig tehuis voor het verplegend personeel gemaakt”. Dat het voorkomen van het pand in 1920/21 een ingrijpende metamorfose heeft ondergaan, valt eveneens te constateren als we een panoramafoto uit 1877 van Gerharda Henriëtte Mattijssen (1830-1907) vergelijken met een panoramafoto uit de jaren zeventig van de vorige eeuw.
De toenmalige doorgangen zijn nog steeds zichtbaar in de wachtkamer (de bogen).
Achteraanzicht Ossekop 11.
18
Jubileumboek
Voor 1920 telde het gebouw boven de begane grond nog één verdieping met daarboven een zolder voorzien van twee dakkajuiten. Wat de bouwhoogte betreft, viel Ossekop 11 bijna geheel in het niet bij buurpand nummer 9. Het huidige dak heeft een centrale dakkajuit en links bevindt zich een zijkajuit. Toch zijn de verbouwers niet geheel voorbij gegaan aan de historische kenmerken van het exterieur. De bestaande kroonlijst met een geprofileerde dakgoot op een reeks klossen lijkt omhoog gebracht. Ook aan de achterzijde toont het pand nog onmiskenbaar zijn 16de eeuwse oorsprong, waarbij de gehandhaafde dubbele dakconstructie verraadt dat hier twee panden hebben gestaan, ooit in opdracht van Rombertus Uylenburgh tot één woonhuis verenigd. Het destijds van het Old Burger Weeshuis aangekochte pand toont aan de achterzijde nog het oorspronkelijke 16de eeuwse kruisvenster, zij het, dat het is herplaatst op de nieuwe verdieping. Het buitenmuurwerk van het dubbelpand is tot aan de eerste verdieping opgetrokken uit ruim 50 centimeter lange en 9 centimeter dikke kloostermoppen. Het is niet geheel ondenkbaar dat hier bouwmaterialen zijn hergebruikt die na de verwoesting van de Uniastins in 1498 op het stinsenterrein zijn blijven liggen, dan wel oorspronkelijk deel hebben uitgemaakt van de fundering van deze sterkte. Ondanks de rigoureuze bouwkundige ingrepen laat het interieur van Ossekop 11 nog steeds een duidelijke scheiding tussen de twee oorspronkelijke panden zien. Ondanks het feit dat het metselwerk door een dikke pleisterlaag aan het zicht wordt onttrokken, verraden ontlastingsbogen boven de doorgangen, dat dragende (buiten)muren zijn doorgebroken. Tenslotte zijn in de achterkamer van het voorhuis nog de oorspronkelijke moerbinten zichtbaar waarvan er één rust op een 16de eeuws sleutelstuk.
Jubileumboek
19
Op 14 april 1971 vertrokken de laatste leerling-verpleegsters naar een nieuw onderkomen en werd het gebouw tot 1976 ingericht als opleidingsschool voor leraren van de Stichting Leraren Opleiding Ubbo Emmius. In 1981 verkocht de gemeente het pand aan advocatenpraktijk Stoop c.s. In 1989 fuseerde dat kantoor met Advocatenkantoor Trip uit Groningen. In 1994 verhuisde het kantoor waarna Ingenieursbureau DHV voor slechts 4 jaar zijn intrek in Ossekop 11 nam. Sedert mei 1999 biedt het statige pand onderdak aan Anker & Anker Strafrechtadvocaten.
Wim Anker geschilderd door TOSKOS ‘07.
20
Jubileumboek
Jubileumboek
21
Het
zusterhuis
D o o r T. H e m r i c a - P o s t m a
Toen de gebroeders Anker goed en wel in de luiers lagen, werd ik een bewoonster van Ossekop 11.
Het was 1 september 1953
Een zolderkamer met 4 bedden op een rijtje en een vaste wastafel was ons domein. Van 7 uur ‘s morgens tot 6 uur ‘s avonds, met ‘s middags een half uur pauze. Zo zag onze werkdag er uit, 6 dagen per week. In de eerste week versliep ik mij 5 minuten en kreeg ik zodanig op m’n kop, dat als dit mijn plan was, kon ik mijn koffer pakken en vertrekken. Zo sprak zuster Kras, ze deed haar naam eer aan. 14 lange nachten van half 10 tot 7 uur gingen we in de nachtdienst. Gemiddeld hadden we 2 a 3 zondagen vrij per jaar. Er woonden ongeveer 20 zusters in het huis. Als 2e jaars kreeg je een verdieping lager een ruimere kamer toegewezen. In het 3e jaar zocht je zelf een kamer uit. Na het eindexamen werd je met U aangesproken, ook al had je elkaar een paar jaar getutoyeerd. De huiskamer was het centrum. Daar werd ook de zusterfuif gevierd: een jaarlijks feest. De cursussen werden ook in de huiskamer gegeven, waarbij sommigen dan wel eens in slaap vielen, want ook de cursusuren moest je inhalen. Dan was de dag nog langer. Ook de examens werden afgelegd in de huiskamer: 1e, 2e, en 3e jaars.
Stadsziekenhuis
22
Jubileumboek
Toen ik eindexamen deed, zei de gecommitteerde: U bent momenteel de jongste verpleegster in Nederland. Maar helaas kreeg ik het diploma niet, dat bleef nog een jaar in Den Haag liggen samen met het ‘’kruisje‘’ tot ik 22 jaar was. Daarna snel getrouwd, want het schoolbestuur had al een half jaar lang een huis voor ons vastgehouden. Er waren meer die veel langer moesten wachten met trouwen, er was een zuster die verliefd geworden was op een arts, die 8 jaar in de gevangenis zat. Zij hebben het samen uitgezeten, hij daar en zij hier in het zusterhuis. Overdag wuifden ze naar elkaar op een vast tijdstip. Ook een zuster die geen toestemming van haar ouders kreeg om te trouwen en moest wachten tot ze 30 was. Maar ook waren er twee collega’s die niet getrouwd waren maar toch een kind hadden. De foto’s stonden op het nachtkastje, maar er werd met geen woord
Jubileumboek
23
over gesproken. Schande moet je bedekken nietwaar. In 1956 hadden we een broeder in ons midden, nee niet hier in huis, hij woonde zelfstandig en was getrouwd. Maar als tijdens de cursus de vrouwelijke geslachtsdelen werden besproken, werd de broeder er uitgestuurd. In de hal werd het mannenbezoek ontvangen onder nauwlettend toezicht van het hoofd der huishouding. Mannenbezoek bestond vaak uit ouderlingen van de kerk. Of iets dergelijks. Bibberend van de kou liepen we in ons uniform, 3 maal om het kerkhof heen om de boze geesten te misleiden, toen onze directrice begraven werd. Nee pro Deo werkten we niet, we gingen er voor de volle 100 procent tegen aan, en verdienden daarmee 50 `a 60 gulden per maand. Wel met kost en inwoning, dat moet gezegd worden. Ik heb hier met veel plezier gewoond, daarmee is bewezen: gebroeders Anker, dat de sfeer hier in huis goed was. We waren jong en hadden ontzettend veel schik. Ik hoop dat ik u hier een tijdsbeeld heb gegeven van de jaren 50 van het leven aan de Ossekop 11.
Tekstborden in de wachtkamer.
24
Jubileumboek
Jubileumboek
25
Het
zusterhuis
D o o r B au k j e W e s t e r h o f f - W e s t e r d i j k
Schilderij links: “water” Schilderij rechts: “brood”
Schilderij links: “bal” Schilderij rechts: “tralies”
Schilderij links: “wetboek” Schilderij rechts: “ossekop”
26 4
Jubileumboek
Het is 1965 en ik ga beginnen aan een roeping die al lang bij mij leefde. Ik ga ZUSTER worden! Gesolliciteerd bij het stadsziekenhuis in Leeuwarden en aangenomen voor de A-opleiding. Dat zusters in opleiding intern moesten wonen was een normale zaak. Je ging wonen in het zusterhuis aan de Ossekop, scheef t.o. het ziekenhuis. Spannend, ik woonde nog thuis (in Leeuwarden) en ging ’t huis uit. Op 1 september trad onze groep aan. Allemaal jonge meisjes (ja, jongens zaten er toen echt niet tussen) zo tussen 18 en 20 jaar gingen hun dromen achterna. Je kreeg kleding uitgereikt met een hoofdkapje (dat maakte je pas echt zuster). Ik had er zelfs een grijze mantelcape bij; Florence Nightingale was er niets bij. We werden in het zusterhuis ingedeeld in slaapzalen. Wij lagen met 6 tot 8 meisjes op 1 zaal. Er waren volgens mij 2 wastafels en de zaal lag aan de achterkant van het huis. Ik had een raam met vensterbank bemachtigd en probeerde dat hoekje ter grootte van een 1-persoonsbed zo gezellig mogelijk te maken. ’t Raam keek uit op de parkeerplaats (tuin) achter het huis. Nog steeds als ik er langs kom kijk ik automatisch omhoog, daar was het. Aan het voeteneinde van het bed was een wastafel met gordijn. ’s Morgens werden we gewekt door een zuster van de nachtdienst. We moesten dan om de beurt gebruik maken van de wastafels en ons keurig aankleden voor het werk. Om 07.30 uur begon de dienst en je moest dan dus om 07.00 uur aan tafel voor ’t ontbijt. Bij binnenkomst zaten de directrice en de hoofdzusters samen aan tafel, daarachter kon je aanschuiven bij de rest van de troepen. Er werd verwacht dat je keurig groette: goedemorgen directrice, goedemorgen hoofdzusters, goedemorgen zusters! Daarna mocht je na een genadig knikje je weg vervolgen. Het eten met elkaar hoorde er dus ook bij, ook ’s middags en ’s avonds (eind van de middag om 17.00 uur want om 17.30 uur begon de avonddienst). Binnen het kleine ziekenhuis werden we de eerste weken (voor-voor-opleiding) per week op een andere afdeling geplaatst. Tegenwoordig zouden we dat een snuffelstage noemen. Leuk, spannend en interessant. Net echt, verpleegsterskleren aan en een kapje op. Wie niet beter wist dacht dat we dus wat konden! Ik herinner me een erg oude en lieve mevrouw uit de barakken (Boerhaavestraat, in de omgeving van de Archipelweg;
Jubileumboek
27
Schilderij links: “Rembrandt” Schilderij rechts: “Saskia”
Schilderij links: “weegschaal” Schilderij rechts: “Anker”
Schilderij links: “bef ” Schilderij rechts: “advocaat”
28
Jubileumboek
hier lagen allemaal ouderen met aderverkalking, oftewel dement. Deze barakken hoorden bij het stadsziekenhuis). Met haar moest ik in een taxi naar het Diaconessenhuis voor foto’s. Ik met die mevrouw onderweg in dat ziekenhuis; uitkleden en aankleden en weer in een hokje. ’t Arme mens was doodmoe en koud maar hield mij goed in de gaten. Zodra ik uit beeld was riep ze keihard: “Ik wil mijn eigen zuster!” en dat was ik. In onze vrije tijd konden we in het zusterhuis gebruik maken van de grote huiskamer, beneden in het pand. Je kon natuurlijk ook op je kamer zitten, keten met de meiden. Omdat ik in Leeuwarden woonde en een vriendje had met een auto sleepte ik de halve huishouding van thuis mee om de slaapzaal wat op te leuken. Aan enthousiasme geen gebrek. Vriendinnen mocht je wel ontvangen maar vrienden niet! Wanneer je de stad in ging of naar huis dan moest je er goed aan denken om OP TIJD thuis te zijn. ’s Avonds na 22.30 uur was je de klos. Dan moest je aanbellen bij het ziekenhuis en moest er speciaal iemand vanuit het ziekenhuis met je mee om de voordeur open te maken en je naam werd genoteerd! Dat betekende dat je de volgende morgen bij de directrice op het matje moest komen! Je mocht niet zomaar wegblijven van het eten, tenzij je hiervoor uitdrukkelijk toestemming had; je werd geacht altijd aanwezig te zijn bij de gezamenlijke maaltijden, ook als je vrij was! Als je ’t in je hoofd haalde dat niet te doen dan werd je daar van hoog tot laag op aangesproken. Al binnen een paar weken kwam de rebel in mij naar boven; ik kwam ’s avonds een paar keer te laat thuis, kwam niet opdagen bij maaltijden en zette bij voorkeur de boel op stelten. Het werken in het ziekenhuis vond ik erg leuk; van de verbandkamer (hier rolde je het verband met de hand!) tot de spoelkeuken en vooral het werken met en voor mensen. Het samenwonen met de andere meiden in ’t zusterhuis was erg gezellig. De strenge regels in het huis en de hiërarchie in het ziekenhuis braken me al snel op. Iedereen dacht iets over je te zeggen te hebben en ik kon daar slecht tegen. Toen ik opnieuw niet aan tafel was geweest bedacht ik dat ik maar beter direct naar de directrice kon
Jubileumboek
29
gaan en m’n excuus aanbieden. Dat werd enorm op prijs gesteld en ik kreeg verder geen straf. De volgende dag was het alweer raak. Toen bedacht ik me geen moment en stapte direct door naar de directrice en bood haar mijn ontslag aan! De directrice was helemaal overdonderd. Binnen een maand alweer ontslag nemen en ik beloofde nog wel zo’n goede verpleegster te worden! Nee. Dat ontslag kreeg ik niet, ik moest er nog maar eens rustig over nadenken en daarna kon ik weer naar de spoelkeuken. Dit zong snel rond in het ziekenhuis, dat was trouwens de reden dat ik ’t niet langer zag zitten. Je kon geen scheet laten of iedereen wist het! En dan al die vrouwen die de baas over je speelden, vreselijk! M’n medezusters van de slaapzaal vonden ’t allemaal spannend; wat ging ik nu doen? Ik had al snel besloten om ’t ontslag dan maar schriftelijk aan te vragen, dat kon niet geweigerd worden. ’s Avonds laat een brief geschreven en ’s morgenvroeg op het bureau van de directie gelegd en toen maar afwachten. Dat duurde niet zo lang. Ik moest komen! De directrice was ‘not amused’ en vertelde me dat ik bij nader inzien toch niet zo veelbelovend was! Ik moest binnen een uur m’n eigendommen uit het zusterhuis verwijderen (want daarna mocht ik er niet meer in!) en me op de administratie melden voor m’n salaris. Om met dat salaris te beginnen, na aftrek van kost en inwoning en ’t betalen van 2 leerboeken (ja, die waren voor mij besteld) kreeg ik 2 gulden en 50 cent voor 1 maand werken. Dat zusterhuis was wel even een probleem, ik had zoveel spullen naar het pand gesleept, dat kon ik niet zomaar even meenemen.
Links de entree, rechts de receptie. Vroeger de wachtkamer voor de mannelijke bezoeker.
30
Jubileumboek
Enfin, ik moest maar zien hoe ik dat deed. Voor de zusters was ik een slecht voorbeeld en moest ik zo snel mogelijk verwijderd worden. Ik ben maar een andere richting uitgegaan. Uiteindelijk ben ik secretaresse en later directiesecretaresse geworden bij het GIMD; deze stichting verzorgde o.a ziekenhuismaatschappelijk werk en via dit werk ben ik later toch nog regelmatig in ziekenhuizen op bezoek geweest voor vergaderingen. Nog steeds ben ik via commissies betrokken bij het MCL. Er is inmiddels het een en ander veranderd!
Jubileumboek
31
Herinneringen Reacties
va n e e n a a n ta l b e w o n e r s
Via de krant hebben we een oproep gedaan aan oud-bewoners van het zusterhuis om herinneringen uit die tijd op papier te zetten en op te sturen. Er kwamen veel brieven en oude foto’s binnen waarvan we een aantal hebben gepubliceerd. Mevrouw J. Kayzer-Huizing uit Drachten die haar diploma heeft behaald in 1953 vertelt dat ze het best gezellig vond met elkaar maar ze vond het vervelend dat, wanneer ze van verlof terug kwam, haar bed in beslag genomen was door iemand anders.
Groepsfoto Ingezonden door: Mevr. J. Kayzer-Huizing
Links: Geen titel Ingezonden door: Mevr. Ineke Smit Rechts: Personeelsfeest Ingezonden door: Mevr. Tjitske ten Berg-Abma
Mevrouw Ineke Smit uit Sybrandaburen begon de opleiding in september 1967. Zij weet te vertellen dat om 10 uur ‘s avonds de deur op slot ging. Eén keer in de week mocht je “laat uit” vragen. Dat moest schriftelijk aan de directrice. “Laat uit” betekende wel om 12 uur binnen zijn. Stiekem gingen we wel ‘s vaker “laat uit”. Dan gingen we met iemand anders mee. Maar dat liep niet altijd goed af. Toen ik eenmaal de “vrijheid” had, ging ik veel minder vaak uit dan in de tijd dat ik in het zusterhuis woonde! Mevrouw Jukema-de Jong kwam als 18-jarige in het zusterhuis en heeft er een goede tijd gehad. “Een leerperiode voor mijn verdere leven” schrijft ze. Tjitske ten Berg-Abma uit St. Nicolaasga sliep met 3 verpleegsters op de kamer. Een keer hebben ze me op de gang geduwd en het bed voor de deur gezet. Daar was mevr. Van der Veer niet blij mee. Mevrouw T. W. Visser-van Asselt uit Leeuwarden heeft vanaf 1956 ongeveer twee jaar in het zusterhuis gewoond. O.a. om het magere salaris heeft ze de opleiding niet afgemaakt en uiteindelijk voor een kantoorbaan gekozen, maar daar heeft ze achteraf wel spijt van gehad.
De directeur Dhr. van Driel Ingezonden door: Mevr. Tjitske ten Berg-Abma
32
Jubileumboek
Ook Maaike de Jong-Kloosterman heeft aan de periode maart 1963 tot september 1964 in het zusterhuis vriendinnen overgehouden voor het leven, zo vertelt ze.
Jubileumboek
33
Links: Groepsfoto Ingezonden door: Y. Reitsma-Slager Rechts: OK en POLI-ploeg. Afscheidsfeestje van een collega op haar kamer. (±1962) Ingezonden door: Mevr. Ank Oosterloo
Links: De geslaagden (1961) Ingezonden door: Mevr. Ank Oosterloo Rechts: Toneelstukje (1961) Ingezonden door: Mevr. Ank Oosterloo
Mevrouw Y. Reitsma-Slager vertelt in haar brief de tijd in het zusterhuis voor geen goud te hebben willen missen. Ondanks dat het heel erg streng was. Ook zij probeerde de “laat uit” regeling te omzeilen en glipte vaak met andere meiden mee naar binnen. Toen ze betrapt werden kwamen ze voortaan keurig op tijd thuis... om weer via het schuifraam te ontsnappen en alsnog later binnen te komen. Totdat dat was ontdekt. Mevrouw Ank Oosterloo uit Tytsjerk herinnert zich dat de huiskamer ook werd gebruikt voor het Sinterklaasfeest en voor het opvoeren van toneelstukjes voor de geslaagden. Een piepklein podium met allen er omheen, het was reuze gezellig. Omstreeks 1962 is hiermee gestopt. Ze vertelt verder: “Het voelde als één grote familie al was het wel streng. Mevrouw H. Weijdema te Leeuwarden weet ook nog dat er een keer per jaar een feestavond was in de kamer op de begane grond. De deur werd er uitgehaald en er kwam een “podium” voor in de plaats. Aangezien vrouwen in de meerderheid waren werden enkelen omgeturnd tot mannen. De aanwezige mannen voelden zich dan geroepen zich als vrouw te verkleden, wat grote hilariteit veroorzaakte. Ze weet nog dat “hoofd huishouding” haar fiets in de gang van de Ossekop stalde omdat ze de stalling te ver weg vond. “Wij hebben de fiets toen een keer in het bad op de eerste verdieping gezet. Fiets weg, politie bellen... even later stond de fiets er weer...” Lies Memerda uit Leeuwarden kwam als tweedejaars binnen en ging ook al weer vrij snel de deur uit. Ze weet nog dat op de dag van haar examen prinses Margaret trouwde met Lord Snowdon. Ze was die dag om 10 uur klaar en mocht een kopje koffie halen bij juf Ter Veer. Ze had geluk want zij hadden de televisie aan met de trouwerij er op.
Sinterklaasfeest (1962) Ingezonden door: Mevr. Ank Oosterloo
34
Jubileumboek
Jubileumboek
35
Links: Personeelsfeestje naar Vlieland Ingezonden door: Mevr. Muntendam-Wester Rechts: Rond de 80.000 ste inwoner van L’warden Ingezonden door: Mevr. Muntendam-Wester
“Clandestien feestje” Ingezonden door: Mevr. Muntendam-Wester
Mevrouw Muntendam-Wester uit Heerenveen heeft van mei 1950 tot en met juni 1952 gewoond in het zusterhuis. Ze was al lang blij dat ze de opleiding tot verpleegkundige kon doen en onderdak vond in deze moeilijke jaren, schrijft ze. Ze heeft o.a. foto’s bijgevoegd van een personeelsreisje naar Vlieland en een door hen zelf georganiseerd “clandestien feestje”, zonder de directie op de hoogte te stellen. Iedere zuster moest zorgen voor een vriendje, of een broer. Allen waren we in het lang, erg chique. “Een zeer geslaagd feest”, schrijft ze. Boukje Velzen uit Sneek woonde in 1954-1955 in het zusterhuis. Zij weet nog dat je eerst 21 jaar moest zijn voordat je het diploma kreeg, ook al was je eerder geslaagd. Ze zat met drie, en ook een tijdje met vier leerlingen op één kamer. Ook Boukje Velzen had het schuifraam ontdekt en wist de sluiproute onder het hek door te vinden. Volgens haar heeft de gevangeniswacht, die altijd zicht op hen had, hen verraden en er werden maatregelen genomen om dit te voorkomen. Het ligbad kon iedereen een keer per week gebruiken. Wel moest je dan vooraf inschrijven. “Maar we wisten niet beter”, schrijft ze. Willy Koopmans-de Vries had het geluk dat ze een kamertje had voor zichzelf. Bij mooi weer werd er gebruik gemaakt van de dakgoot om daarin te zonnebaden met een muziekje van de Cats op de achtergrond.
Femmy Landman samen met 2 collega’s op hun kamer Ingezonden door: Mevr. Femmy Landman
36
Jubileumboek
Femmy Landman uit Baarn is op 1 april 1968 gestart met de opleiding. Zij weet te vertellen dat ze bij het schuifraam op heterdaad betrapt werden en dat ze van schrik het raam naar beneden lieten vallen. Eén van de meiden was halverwege en zat klem... Een taak van het nachthoofd was dat zij thee bracht bij de directrice, die in de straat tegenover het ziekenhuis woonde. Via een smalle trap kwam je bij haar kamer. Je klopte op de deur en moest wachten tot ze ja zei. Het gebit kwam in de mond en daarna deed ze het licht aan. Vaak lag er meer thee in de schotel dan dat er in het kopje zat...
Jubileumboek
37
Afscheid van Dr. Winkel (3e rij van boven; 4e van links is Mevr. A. Demmer-Bouma) Ingezonden door: Mevr. Annie Demmer-Bouma
Annie Demmer-Bouma uit Ureterp woonde van ca. 1950-1954 aan de Ossekop. Ze vond het een drukke tijd. Studeren, werken en vaak overwerken. Jongens kwamen niet verder dan het kleine kamertje naast de voordeur in de hal herinnert ze zich. Als ze trek hadden gingen ze even naar de Chinees achter de Ossekop voor een loempia. Op een dag zat de hal vol met militairen die dansles wilden nemen en op zoek waren naar 10 meisjes. Hun overste was in ‘t “normale leven” dansleraar en wilde les geven. Een fantastisch halfjaar herinnert ze zich. Betty Heitman-v.d. Hoek weet nog dat je collega’s op de zaal niet bij de voornaam mocht noemen. Ze kregen ook een cursus van enkele specialisten. Ook al hadden ze nachtdienst, dan moest deze cursus overdag gevolgd worden. Als de cursus niet in je vrije tijd was, moest je die later weer inhalen. Ook Betty weet zich nog een personeelsreisje te herinneren op 28 juni 1961. Op het programma staan: Scheveningen en het Panorama Mesdag. Ook kerst was een hoogtepunt: ‘s morgens kopje thee met een snee kerstbrood. Het kerstmaal bestond uit: tomatensoep, brette pyk, appelsmots, tusearte, swiete snobberij (fan ‘e kou) mei fruchten fan Hawaii.
Stadsziekenhuis aan het Blokhuisplein Ingezonden door: Mevr. A. Demmer-Bouma
Veel van bovenstaande onderwerpen komen ook terug in de verhalen van Olga Grootveld. Zij weet nog dat er goed op je lichamelijk welzijn gelet werd. Eens per maand kwam de weegschaal tevoorschijn om je gewicht te controleren. Werd je “te licht” bevonden, dan kwam de extra pap op tafel. Olga werd al snel slachtoffer van het “papregime” omdat ze in die tijd een dunne spriet was, ook al gruwde ze ervan. Voor Olga was het zusterhuis de basis van een succesvolle carrière die eindigde als directeur van een verzorgingshuis. Gea de Groot weet nog hoe ze in de jaren ‘50 na een ongelukje op een brancard via de smalle treden naar beneden werd gedragen.
Feestavond Stadsziekenhuis Ingezonden door: Mevr. A. Demmer-Bouma
38
Jubileumboek
Jubileumboek
39
Ineke Antonisse-Heslinga uit Oentsjerk weet dat het vrijdagavond altijd een gezellige boel was. De huiskamer leek net een kapsalon en om beurten onder de droogkap. In die tijd kwam ook een meisje uit Curaçao in het zusterhuis, Helen Gibbs. Toen ze mee ging naar mijn ouderlijk huis en we weer teruggingen, troffen we een egeltje aan bij de bushalte. Ze maakte plaats in de tas en de egel ging mee. Twee dagen heeft het diertje bij ons op de kamer gewoond totdat juf Van der Veer er achter kwam. Nog twee dagen verbleef het dier aan een touw in de tuin alvorens het de vrijheid kreeg. In de periode september 1962 tot mei 1966 heeft Janny PalmaVeenstra in het zusterhuis gewoond. Zij herinnert zich de huiskamer, rechts van de ingang, waar je als je vrij was, koffie kon drinken. TV was er niet. Er werden spelletjes gedaan, we mochten graag handwerken en er werd veel gepraat... Een andere bewoonster weet zich te herinneren dat er in 1940 een patiënt op een eenpersoons kamer lag die ziek was van het eczeem over haar hele lichaam. Omdat ze met haar te doen had diende ze na het eerste bord nog een tweede bord kapucijners op. Dat werd haar door de hoofdzuster niet in dank afgenomen. Het leukste vond ze het gezamenlijke eten aan de lange tafel.
Boven van links naar rechts: - Riek de Boer - Aaf Smid - Janny Veenstra - Alie Planting Zittend: - Janet van der Noord - Jolanda Cat - Liesbet Voss - Anneke Elderink Ingezonden door: Mevr. A. Demmer-Bouma
40
Jubileumboek
Pietie de Groot uit Harlingen heeft het zusterhuis als heel heftig ervaren. “Spartaans, met strenge hoofdzusters en een nog strengere directrice. Je werd voor de leeuwen gegooid en er was totaal geen begeleiding”. Volgens haar is dat de reden waarom meer dan de helft afhaakte. In de huiskamer probeerden ze elkaar te ondersteunen. “Er is veel gelachen en er is veel gehuild” zegt ze. Pietie is ook niet vergeten dat ze bij de directie moest komen en een uitbrander kreeg omdat haar vader een kastje in haar kamer had gebracht. “Geen mannen in huis! Ook je vader niet!” Pietie de Groot is nu 64 jaar.
Jubileumboek
41
Staand van links naar rechts: Marg Beekhuizen, Nico de Vries, Hans Anker, Tjalling van der Goot, Dorothée Weitenberg, Evert Kuiters, Wiepie Knoppers, Meindert de Koning, Annet Visser, Henk Bakker, Wim Anker, Jan Boksem, Els Schröder, Evert van der Meer en Geke Bekhof. Zittend van links naar rechts: Bouwina Hoekstra, Marianne Nicolai, Hilde van der Ploeg en Nicole Roorda.
42
Jubileumboek
Jubileumboek
43
Colofon
44
Jubileumboek
Redactie: Fotografie: Grafische verzorging: Oplage:
Marg Beekhuizen, Geke Bekhof, Nicole Roorda en Nico de Vries Archiefmateriaal Lautenbag Reclame Leeuwarden Lautenbag Reclame Leeuwarden 2.000 stuks
Met dank aan:
Hans Anker Wim Anker Evert Kuiters Historisch Centrum Leeuwarden
Uitgave:
De oud-verpleegsters: Baukje Westerhoff-Westerdijk Ineke Smit Tjitske ten Berg-Abma Maaike de Jong-Kloosterman Ank Oosterloo Lies Memerda Boukje Velzen Willy Koopmans-de Vries Femmy Landman Annie Demmer-Bouma Betty Heitman-v.d. Hoek Olga Grootveld Gea de Groot Ineke Antonisse-Heslinga Janny Palma-Veenstra Pietie de Groot T. Hemrica-Postma J. Kayzer-Huizing B. Jukema-de Jong T.W. Visser-van Asselt Y. Reitsma-Slager H. Weijdema K. Muntendam-Wester September 2009 Jubileumboek
45
Bezoekadres: Ossekop 11 8911 LE Leeuwarden Postadres: Postbus 324 8901 BC Leeuwarden Telefoon: 058 2442500 Fax: 058 2169696 www.ankerenanker.nl
[email protected]
46
Jubileumboek
Jubileumboek
47