Kapucijnenvoer 39 3000 Leuven +32(0)16 33 69 10 fax: +32(0)16 33 69 22 www.kuleuven.be
ITHACA BESCHUT WONEN ‘DE VLIER’
De Groof Marian Taeymans Sofie Prof. Dr. Van Audenhove Chantal
Leuven oktober 2009
Inhoud
Samenvatting
7
Inleiding
9
Mensenrechten en algemene gezondheidszorg in Beschut Wonen ‘De Vlier’
10
1 Beschrijving van de monitoring
10
2 Details van de voorziening
11
3 Leefomstandigheden
15
4 Dwangopname en toetsingsprocedures
20
5 Zelfstandig wonen en deelnemen aan de samenleving
20
6 Deelname aan culturele, recreatieve en sportactiviteiten
22
7 Deelname aan het politieke en publieke leven
23
8 Opleiding, training en werk
24
9 Vrijheid van godsdienst
24
10 Correspondentie en bezoek
25
11 Familie en recht op privacy
25
3
12 Vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie
26
13 Vrijwaring van marteling, slechte bejegening, mishandeling en verwaarlozing
27
14 Toestemming voor behandeling
27
15 Fixatie en separatie
28
16 Therapie en rehabilitatie
28
17 Toegang tot algemene gezondheidszorg
29
18 Toegang tot psychiaters
29
19 Toegang tot huisartsen
30
20 Toegang tot verpleegkundigen
30
21 Toegang tot psychotherapeuten
31
22 Medische dossiers
31
23 Preventie
31
24 Medicatie
32
25 Onderzoek bij opname
33
26 Diagnose
33
27 ECT
33
28 Levensstijl
33
4
29 Autonomie (betrekken van cliënten bij het opstellen van hun zorgplan)
34
30 Toestemming voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek
35
Besluit en aanbevelingen
36
6
Samenvatting
In het kader van het ITHACA-project werd op donderdag 18 juni 2009 een monitoring uitgevoerd in Beschut Wonen ‘De Vlier’ door De Groof Marian en Taeymans Sofie (LUCAS – K.U.Leuven). In ‘De Vlier’ worden volwassenen begeleid die omwille van psychiatrische en/of psychosociale problemen ondersteuning nodig hebben om zich zelfstandig te vestigen in de maatschappij. Naast een blijvende aandacht voor de basisproblematiek van de bewoner zijn er diverse zorgactiviteiten zoals: dagbesteding, arbeidsbemiddeling, sociale administratie,... De beleidsarts van 'De Vlier' is dr. De Decker en het wordt gecoördineerd door de heer Luc Vlassak. Het is erkend voor de begeleiding van 75 bewoners die in vijftien woningen en acht studio’s te Zelzate gehuisvest zijn. Vanaf 2007 zijn er ook plaatsen voor forensische cliënten voorzien. Momenteel zijn dit er twintig. Deze sluiten aan bij het forensisch zorgcircuit van het ziekenhuis. Zowel het naleven van de mensenrechten als de algemene gezondheidszorg werden nagegaan. Dit aan de hand van observaties en interviews in twee huizen, twee studio’s en het activiteitencentrum ‘De Biotoop’. Zowel de coördinator, twee personeelsleden als twaalf bewoners werden bevraagd. Als sterke punten van Beschut Wonen ‘De Vlier’ komen de volgende naar voor: •
De bewoners kunnen van hun ‘recht om in de samenleving te leven’ genieten. Daarnaast worden er vanuit Beschut Wonen ‘De Vlier’ inspanningen geleverd om de bewoners zo goed mogelijk in de buurt te integreren en hen te laten deelnemen aan het politieke en publieke leven.
•
Er is veel aandacht voor een zinvolle dagbesteding voor elke bewoner en om ze op een zo hoog mogelijk niveau te laten functioneren in de samenleving. Hiervoor wordt samengewerkt met het arbeidszorgcentrum, waar bewoners die nog in staat zijn om regulier te werken terecht kunnen. Voor de andere bewoners wordt in het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ en het Psychiatrisch Centrum Sin-Jan-Baptist gezocht naar activiteiten die de bewoners graag doen en als zinvol ervaren.
•
Het aanbod in het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ is gevarieerd en er worden inspanningen geleverd om de bewoners ook geregeld ’s avonds en tijdens de weekends van ontspannende activiteiten te laten genieten.
7
Hoofdstuk 1
•
De bewoners worden zoveel mogelijk betrokken bij het opstellen van hun begeleidingsplan. In het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ kwam dit aan bod via het werken met ‘de droomfabriek’, wat de bewoners hielp om hun doelen te formuleren.
•
Er wordt geobserveerd dat de woonbegeleiders hartelijk en respectvol met de bewoners omgaan. Verschillende bewoners geven aan zeer tevreden te zijn over de kwaliteit van de zorg door de woonbegeleiders en de psychiater. De woonbegeleiders werken ook regelmatig tijdens het weekend waardoor er ook dan een aanbod aan ontspanningsactiviteiten is.
Als verbeterpunten komen de volgende punten naar voor:
8
•
Zowel in ‘de Pinzon’ als in ‘de Lijster’ voldoen enkele kamers niet aan de minimumgrootte → dit probleem werd ook aangehaald door de inspectie vanuit de Vlaamse Overheid (2006) en zal tegen 2012 aangepakt worden. Dit heeft dan wel als nadeel dat de kostprijs hierdoor zal stijgen voor sommige bewoners.
•
De bijwerkingen van medicatie worden niet altijd spontaan vermeld. Dit is niet in overeenstemming met het recht op ‘geïnformeerde toestemming’ uit de Wet Patiëntenrechten (22 augustus 2002). Hier is overleg en het werken met beslissingshulpen aan te bevelen conform de literatuur terzake.
•
De bewoners worden niet op de hoogte gebracht van hun recht om hun dossier in te kijken. Ook dit is niet in overeenstemming met de Wet Patiëntenrechten (22 augustus 2002).
•
De bewoners van ‘de Pinzon’ kunnen enkel in de woonkamer telefoneren. Bewoners die niet over een gsm beschikken, kunnen hierdoor geen privé-gesprekken voeren.
•
Sommige bewoners vinden dat het huis of de badkamer er niet netjes bijligt en durven dit niet aan de andere bewoners of de begeleiders te zeggen.
•
Er is geen computer in het huis ‘de Pinzon’. Hierdoor kunnen de bewoners niet van de mogelijkheden tot correspondentie, opleiding en ontspanning genieten die een computer kan bieden.
•
De huizen van ‘de Vlier’ zijn niet aangepast voor personen in een rolwagen.
Titel hoofdstuk
Inleiding
De monitoring in Beschut Wonen ‘De Vlier’ werd uitgevoerd in het kader van het ITHACAproject. ‘Institutional Treatment, Human Rights And Care Assessment’ (ITHACA) is een driejarige, internationale studie over mensenrechten en algemene gezondheidszorg in psychiatrische voorzieningen (2007 – juni 2010). De studie wordt gefinancierd door een divisie van de Europese Commissie en gecoördineerd door King’s College in Londen en vindt plaats in vijftien landen (http://www.ithaca-study.eu). De doelstellingen van de studie zijn: -
goede praktijken identificeren en verspreiden om de bescherming van de mensenrechten en de algemene gezondheidszorg in psychiatrische voorzieningen te verbeteren
-
nagaan op welke vlakken er verbeteringen mogelijk zijn en op basis hiervan aanbevelingen doen naar de voorzieningen toe
-
een praktische methode ontwikkelen om goede praktijken te identificeren in verband met mensenrechten en algemene gezondheidszorg
-
een pan-Europees netwerk vestigen dat toegewijd is aan het ondernemen van acties om de kwaliteit van de zorg in psychiatrische voorzieningen te verbeteren
Om deze doelstellingen te realiseren werd er een audit-instrument ontwikkeld waarmee zowel de mensenrechten als de algemene gezondheidszorg in voorzieningen nagegaan kunnen worden. Dit instrument is gebaseerd op de meest recente conventie van de mensenrechten van de Verenigde Naties: The Convention on the Rights of Persons with Disabilities (CRPD, zie Hoofdstuk 1). De CRPD kondigt een paradigmaverandering aan waarbij personen met beperkingen niet langer gezien worden als passieve ontvangers van sociale bijstand en steun, maar als actoren met gevrijwaarde rechten. Het instrument wordt in zes voorzieningen van elk deelnemend land getest door een team van twee onderzoekers waarvan één een ervaringsdeskundige is. Het uittesten van het instrument houdt in dat er observaties van de fysieke omstandigheden en de kwaliteit van de zorg gemaakt worden, relevante informatie opgevraagd wordt en interviews afgenomen worden bij zowel patiënten als personeelsleden. De onderzoekers zullen enerzijds processen en activiteiten identificeren die leiden tot positieve therapeutische ervaringen. Anderzijds zullen ze nagaan op welke vlakken er verbetering mogelijk is en op basis hiervan aanbevelingen doen naar de voorzieningen toe.
9
Hoofdstuk 1
Mensenrechten en algemene gezondheidszorg in Beschut Wonen ‘De Vlier’
1
Beschrijving van de monitoring
De monitoring ging door op donderdag 18/06/2009 bij Beschut Wonen ‘De Vlier’ met als coördinator LUC VLASSAK en beleidsarts dr. DE DECKER. Beschut Wonen ‘De Vlier’ Kerkstraat 38 9060 Zelzate 09/337 95 99 De monitoring werd uitgevoerd door DE GROOF MARIAN (wetenschappelijk medewerker LUCAS – K.U.Leuven)) en TAEYMANS SOFIE (vrijwillig medewerker LUCAS – K.U.Leuven). Zowel het naleven van de mensenrechten als de algemene gezondheidszorg werden nagegaan. Er werden twee huizen voor Beschut Wonen bezocht, namelijk ‘de Pinzon’ en ‘de Lijster’. Daarnaast werden ook enkele bewoners van het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ bevraagd en werden er twee studio’s bezocht. Het bezoek aan een huis voor forensisch beschut wonen werd door de hoofdgeneesheer geweigerd aangezien hij dit niet haalbaar inschatte voor enkele bewoners die op dat moment zeer psychotisch waren. Het naleven van de mensenrechten en de algemene gezondheidszorg werd allereerst nagegaan via observaties van de fysieke omstandigheden en de kwaliteit van de geboden zorg. Daarnaast werden gesprekken gevoerd met de coördinator voor Beschut Wonen, twee personeelsleden en twaalf bewoners. Om te vermijden dat bewoners in dit verslag geïdentificeerd kunnen worden, werden er steeds meerdere bewoners van eenzelfde huis bevraagd. Om dezelfde reden wordt bij de verwijzing naar de bevraagde bewoners en personeelsleden steeds het mannelijke geslacht gebruikt. De onderzoekers werden overal hartelijk ontvangen en kregen uitgebreid de kans om vragen te stellen over de voorziening. Zowel personeelsleden als bewoners waren op de hoogte van hun komst en toonden zich bereid om mee te werken.
10
Titel hoofdstuk
2
2.1
Details van de voorziening
Locatie
De huizen van Beschut Wonen ‘De Vlier’ zijn allen gelegen in Zelzate. De bewoners beschikken elk over een sleutel van hun woning en kunnen er dus vrij in- en uitlopen. Wel wordt er hierbij gevraagd om afspraken te maken met de andere bewoners en elkaar te verwittigen bij afwezigheid.
2.2
Instelling
'De Vlier' is erkend voor de begeleiding van 75 bewoners die in vijftien woningen (voor vier à vijf personen) en acht studio’s gehuisvest zijn te Zelzate. Het project is in 1993 ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist en een Dienst Geestelijke Gezondheidszorg uit de regio Deinze-Eeklo-Gent. Vanaf 2007 worden er ook plaatsen voor forensische cliënten voorzien. Sinds 2008 zijn dit er twintig. Deze plaatsen sluiten aan bij het forensisch zorgcircuit van het ziekenhuis. Momenteel zijn hiervan veertien plaatsen bezet. In ‘De Vlier’ worden volwassen mannen en vrouwen begeleid die omwille van psychiatrische en/of psychosociale problemen ondersteuning nodig hebben om zich zelfstandig te vestigen in de maatschappij. De hulp die geboden wordt, kan tijdelijk of blijvend van aard zijn. Naast een blijvende aandacht voor de basisproblematiek van de bewoner zijn er diverse zorgactiviteiten zoals: dagbesteding, arbeidsbemiddeling, sociale administratie, budgetbeheer, gezondheidszorg, vrije tijd, contactvaardigheden... Beschut Wonen ‘De Vlier’ wordt gesubsidieerd door het ministerie voor Volksgezondheid van de Federale Overheid. De cijfers in verband met budget worden steeds openbaar gemaakt via het jaarverslag. Tussen 1 september 2008 en 31 december 2008 bedroeg de dagprijs 35,27 euro per bewoner. Deze dagprijs wordt bijna volledig aan personeelskosten besteed waardoor de bewoners veel zelf dienen te betalen (bijvoorbeeld de huur van de woning). Voor bewoners met een leefloon, brengt dit met zich mee dat ze nog heel weinig geld overhouden voor persoonlijke kosten (bv. sigaretten, ontspanning, kledij,...). In het kader van solidariteit, wordt van iedere bewoner maandelijks een bijdrage gevraagd van € 12,50. Deze bedragen komen terecht in de sociale kas van ‘De Vlier’ waaruit geput wordt
11
Hoofdstuk 1
wanneer bewoners echt in de knoop zitten (bv. uitkering gestopt, alimentatie,...). Enkele bewoners geven aan het niet fijn te vinden dit te moeten betalen. ‘Ik doe zelf mijn best om uit de problemen te blijven en moet dan toch opdraaien voor de anderen hun problemen.’ (bewoner) In 2006 kreeg ‘De Vlier’ inspectie vanuit de Vlaamse overheid. Deze inspectie vindt om de zes jaren plaats. Na de inspectie van 2006 werden er een aantal aanbevelingen geformuleerd, bijvoorbeeld dat er voor gezorgd dient te worden dat al de kamers van de bewoners aan de minimumgrootte van 9 m2 voldoen. De coördinator geeft aan dat op vijf kamers niet het geval is en dat ze dit tegen 2012 proberen te verhelpen. Wel zal dit belangrijke financiële gevolgen hebben voor sommige bewoners aangezien de prijzen van de kamers afhankelijk zijn van de grootte en sommige bewoners hierdoor een kleine kamer verkiezen.
2.3
Cliënten
Er zijn 75 bedden voor Beschut Wonen en daarvan zijn er momenteel 73 bezet. De bewoners zijn voornamelijk mannen (ongeveer 85% mannen en 15% vrouwen). Dit overwicht aan mannen heeft te maken met het feit dat ‘De Vlier’ gedeeltelijk ontstaan is vanuit het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan Baptist, wat vroeger een ziekenhuis voor mannen was. De leeftijd van de bewoners ligt aan de hoge kant. De meeste bewoners zijn tussen 51 en 60 jaar (25%), tussen 41 en 50 jaar (23%) en tussen 61 en 70 jaar (23%). Daarnaast zijn er ook bewoners tussen 31 en 40 jaar (13%) en tussen 21 en 30 jaar (11%). Een minderheid van de bewoners is tussen 71 en 80 jaar (5%). Weinig bewoners zijn van een etnische minderheid: er zijn twee bewoners van Marokkaanse afkomst en één bewoner van Afrikaanse afkomst. De coördinator geeft hierbij als verklaring aan dat er in Zelzate niet veel personen van een etnische minderheid woonachtig zijn. De meeste bewoners van ‘de reguliere Vlier’ verblijven er vrijwillig. Momenteel zijn er twee interneringen en soms valt het ook voor dat bewoners nog onder gedwongen statuut staan. In het forensisch beschut wonen, zijn alle bewoners geïnterneerd. Er zijn nogal wat bewoners die onder bewindvoering staan (31%). Hiervan heeft het grootste deel een professionele bewindvoerder (73%) en een minderheid de familie als bewindvoerder (27%). Een personeelslid geeft aan dat er wel eens problemen ontstaan wanneer de familie de bewindvoerder is. Hierdoor is hij voorstander van de bewindvoering die via Similes aangeboden wordt en vindt hij het jammer dat dit niet vaker gebeurt.
12
Titel hoofdstuk
Op dit moment worden er onder de bewoners 126 diagnoses geteld, wat wil zeggen dat er verschillende bewoners zijn met meerdere diagnoses. De diagnoses die het vaakst voorkomen zijn een combinatie van een mentale handicap en psychiatrische problematiek (28,6%), middelenmisbruik (24,6%) en schizofrenie (21,4%). Minder voorkomend zijn mentale handicap (5,6%), Syndroom van Korsakov (5,6%), persoonlijkheidsstoornis (5,6%), depressie (4%), bipolaire stoornis (2,4%), afwijkend seksueel gedrag (1,6%) en niet-aangeboren hersenafwijking (0,8%). In Beschut Wonen ‘De Vlier’ zijn er tien à vijftien opnames per jaar. Momenteel is er een wachtlijst van zeven à acht personen. Aangezien het voor de werking belangrijk is dat er een goede match is tussen de bewoner en het huis, is het niet zo dat de eerste persoon op de wachtlijst ook als eerste in een huis terecht kan. Dit wordt ook op deze manier meegedeeld aan de personen die op de wachtlijst staan. Op de gemiddelde verblijfsduur zijn moeilijk cijfers te zetten. Voor een deel van de bewoners is dit de hoogst mogelijke vorm van reïntegratie in de maatschappij die ze kunnen bereiken. Wanneer ze zich thuis voelen, blijven ze dan ook vele jaren. Zo is er momenteel een bewoner die er al verblijft van bij de start van ‘De Vlier’ in 1992. ‘Ik woon hier nu al 10 jaar en het zijn de beste 10 jaar uit mijn leven geweest.’ (bewoner) Voor een ander deel van de bewoners is het verblijf een leersituatie en dus een tijdelijke situatie. ‘Ik wil zo snel mogelijk terug naar een eigen woning. Uiteindelijk word je samen gezet met mensen waar je niet voor gekozen hebt en je moet heel veel water bij de wijn doen om het leefbaar te houden.’ (bewoner) Bewoners die vertrekken gaan meestal alleen of samenwonen of gaan naar een andere voorziening voor Beschut Wonen. Ouderen gaan vaak naar een rusthuis of een Psychiatrisch Verzorgingstehuis (PVT).
2.4
Staf
In 2008 beschikte ‘de Vlier’ over 12,6 VTE voor het Beschut Wonen en het activiteiten- en het ontmoetingscentrum (verdeeld over 16 medewerkers). Hiervan was 1 VTE verantwoordelijk voor de coördinatie, 1,5 VTE voor het activiteiten- en ontmoetingscentrum, 1,3 VTE voor de Sociale Maribel en 8,80 VTE voor de directe begeleiding van de bewoners. De opleiding van deze medewerkers betrof voornamelijk psychiatrische verpleegkunde (5) en opvoedkunde (5). Verder zijn er ook medewerkers die de opleiding maatschappelijk werk (2),
13
Hoofdstuk 1
regentaat (1), ergotherapeut (1), kinderverzorgster (1), assistent in de psychologie (1) gevolgd hebben. De boekhouding en personeelsadministratie gebeurt vanuit het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist in naam van en voor rekening van de Beschut Wonen ‘de Vlier’. De medewerkers die instaan voor de directe begeleiding van de bewoners zijn enkele keren per week in de hun toegewezen huizen aanwezig. Ze werken in dagdiensten (8u30-16u30) en laatdiensten (13u-21u). Ze werken ook regelmatig tijdens het weekend (twee weekends op vier). Dit is een bewuste keuze omdat het beleven van vrije tijd en socioculturele input als wezenlijke aspecten van het rehabilitatief denken gezien worden. Daarnaast wordt er ook gewerkt met GSM-permanentie. Dit houdt in dat iedere begeleider om de beurt één week van permanentie is, wat wil zeggen dat de bewoners dag en nacht beroep kunnen doen op deze begeleider. ’s Nachts wordt er in eerste instantie telefonisch raad gegeven, maar bij ernstige problemen wordt er ook ter plaatse gegaan. Toezicht op het werk van de medewerkers vanuit het management gebeurt via functioneringsgesprekken. Deze vinden voor iedere medewerker om de twee jaar plaats met de coördinator van Beschut Wonen. Wanneer tussendoor bij bepaalde medewerkers echte leemtes vastgesteld worden, vindt er een evaluatiegesprek plaats waarbij ook de psychiater van de dienst aanwezig is. Daarnaast hebben ze ook formulieren om eventuele onregelmatigheden vast te stellen. Zo is er bijvoorbeeld ‘een priklijst’ waarop medewerkers neerschrijven hoe laat ze in het huis toekwamen en weer vertrokken. De coördinator geeft hierbij echter aan dat de samenwerking met de medewerkers over het algemeen heel goed verloopt, in een sfeer van wederzijds respect en vertrouwen.
2.5
Scholing
In Beschut Wonen ‘De Vlier’ is er een werkgroep Vorming Training Opleiding (VTO). Deze werkgroep komt zeswekelijks samen om na te gaan wat het aanbod is aan vorming en welke voor hen interessant zijn. Er wordt ook actief op zoek gegaan naar personen die een vorming rond een bepaald thema kunnen verzorgen. De coördinator noemt drie thema’s die ze heel belangrijk vinden op het vlak van bijscholing, namelijk: psychosociale rehabilitatie, forensisch psychiatrisch werk en verslavingszorg. Wanneer medewerkers vrije voorstellen doen voor vorming of opleiding, kan er wel eens van deze thema’s afgeweken worden, maar niet wanneer het langdurige opleidingen betreft. Er wordt ook steeds bijgehouden welke bijscholingen gevolgd worden door de verschillende medewerkers.
14
Titel hoofdstuk
Een personeelslid geeft aan dat de interne vorming verplicht te volgen is, maar dat ze niet verplicht worden om externe vorming te volgen. Hij geeft aan misschien wat te weinig externe vorming te volgen, maar het moeilijk te vinden om het werk even achter zich te laten. Uit het jaarverslag van 2008 blijkt dat er in dat jaar twaalf externe vormingen werden gevolgd door in het totaal zestien medewerkers (acht verschillende medewerkers namen deel). De vormingen gingen over uiteenlopende onderwerpen, zoals psychiatrische problematieken (borderline, ADHD, Korsakov, depressie, verstandelijke beperking), algemene gezondheidszorg (rookstopbegeleiding), rehabilitatie (praktisch werken met begeleidingsplannen, naar herstel en gelijkwaardig burgerschap),...
2.6
Klachtenprocedures
De coördinator geeft aan dat ze klachten in de eerste plaats intern proberen op te lossen. Bewoners kunnen met hun klachten steeds bij hem terecht en meestal lukt het om er op dat niveau een oplossing voor te vinden. Hiervan wordt ook een registratie bijgehouden. Daarnaast kunnen bewoners terecht bij de ombudsman van het Provinciaal Overleg Platvorm Oost-Vlaanderen (POPOV). Bewoners worden van zijn contactgegevens op de hoogte gebracht via affiches die zoveel mogelijk verspreid worden over de huizen en centrale plaatsen. Bij navraag blijkt dat de naam van de ombudsman bij verschillende bewoners gekend is. De klachten die bij de ombudsman terecht komen, worden geregistreerd en ook opgenomen in het jaarverslag. Uit het verslag van 2008 komt naar voor dat er tijdens dat jaar geen klachten vanuit IBW ‘De Vlier’ bij de ombudsman van het POPOV behandeld werden.
2.7
Sterfgevallen
In de voorbije twee jaren zijn er geen bewoners overleden. Er is een procedure rond wat er dient te gebeuren bij een sterfgeval en deze wordt momenteel herwerkt.
3
Leefomstandigheden
In het kader van de leefomstandigheden wordt in het jaarverslag van 2007 beschreven dat een woonmilieu als rehabilitatiegericht beschouwd wordt wanneer de vijf pijlers waarop rehabilitatie gebouwd is voldoende worden ondersteund. Eén van deze vijf pijlers, betreft de materiële ondersteuning. Hiermee wordt bedoeld dat het belangrijk is om aandacht te hebben
15
Hoofdstuk 1
voor veilige en comfortabele woningen, voor voldoende en gezonde voeding en om rekening te houden met de individuele materiële noden.
3.1
Materiële en fysieke omstandigheden
De bezochte woningen en studio’s maken over het algemeen een degelijke en schone indruk. Het huis ‘de Lijster’ is daarnaast ook mooi ingekleed. Aan de muren hangen schilderijen die een bewoner zelf maakte. In één van de studio’s zijn de muren in felle en warme kleuren geschilderd, wat de woning een frisse en aangename uitstraling geeft. De bevraagde bewoners geven aan graag in het huis of de studio te wonen en geen tekorten te ervaren in de materiële omstandigheden. Wat herstellingen in ‘de Lijster’ betreft, geeft een bewoner aan blij te zijn dat ze binnenkort een mooie rokersruimte krijgen en een tweede toilet. Een bewoner van ‘de Pinzon’ geeft echter aan dat herstellingen voor hem niet altijd zo welkom zijn omwille van het financiële. ‘Het is nodig en niet nodig (om nieuwe vloeren te leggen en opnieuw te behangen). Het gaat ons weer veel kosten en daarvoor is het niet nodig.’ (bewoner)
3.2
Voorzieningen
In de bezochte huizen is er een woonkamer met zetels en eettafel, een keuken, een garage, een badkamer, voor elke bewoner een eigen slaapkamer en een tuin. In ‘de Pinzon’ hebben ze daarnaast nog een veranda. In de woonkamer staat steeds een televisietoestel en de meeste bewoners hebben ook een televisietoestel op de slaapkamer. Verder is er in ‘de Lijster’ een gemeenschappelijke computer met internetverbinding en hebben verschillende bewoners een computer op de kamer. Een bewoner van ‘de Pinzon’ geeft aan het jammer te vinden dat zij geen computer hebben. ‘Ik heb vroeger eens een computercursus gevolgd en zou dit graag nog eens doen. Het is jammer dat we geen computer hebben.’ (bewoner) In de huizen is er een telefoon met vaste lijn ter beschikking. Eén bewoner geeft aan dat er wel eens onenigheid ontstaat bij het betalen van de telefoonrekening. ‘De telefoonrekening wordt gedeeld maar één bewoner had veel buitenlandse gesprekken gevoerd en daar wil ik niet mee voor betalen.’ (bewoner). De studio’s bestaan uit een leefruimte met daarin de keuken, het bed, een eettafel en een zetel. Ook is er een televisietoestel en een computer aanwezig. Daarnaast is er een badkamer (met
16
Titel hoofdstuk
douche, toilet en lavabo) en een kleine opbergruimte. Ten slotte, beschikken de bewoners van de studio’s over een gemeenschappelijk tuintje en een gezamenlijke wasplaats met wasmachine en droogkast. Wat de grootte van de huizen betreft, komen verschillende meningen naar voor. Eén bewoner van ‘de Lijster’ geeft aan dat het huis groot genoeg is voor hen allemaal terwijl een andere aangeeft dat de ruimte nogal klein is om met zoveel verschillende personen samen in te leven. In de activiteitenruimte ‘de Biotoop’ beschikken de bewoners over één groot lokaal met een ingebouwde keuken, tafels en stoelen en enkele zetels, een hometrainer en een computer. Er is ook knutselmateriaal aanwezig. Dit probeert het personeel zoveel mogelijk tijdens promoties aan te kopen om de prijs te drukken. De inkleding van de ruimte is gezellig. Er hangen allerlei werkjes die de bewoners gemaakt hebben aan de muur. Buiten is er een overdekt terras en een tuintje. Een personeelslid geeft aan dat er soms nogal weinig plaats is wanneer ze in twee groepen werken en de ene groep kookt terwijl de andere ergens anders mee bezig is, maar dat het over het algemeen wel lukt om het te doen met de ruimte die ze hebben. De coördinator geeft aan dat de huizen en studio’s van ‘De Vlier’ niet aangepast zijn voor personen in een rolwagen. Dit vormt voor hen geen prioriteit doordat deze vraag niet vaak gesteld wordt. Bewoners die een ingreep moeten ondergaan en zich nadien moeilijk kunnen verplaatsen, kunnen hierdoor soms voor een bepaalde tijd niet naar huis en moeten op een afdeling in het ziekenhuis verblijven.
3.3
Maaltijden
De bewoners van ‘De Vlier’ gebruiken de maaltijden op verschillende plaatsen. Meestal is dit in het huis waar ze wonen, het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan Baptist, het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ of het Sociaal Restaurant (daar gaan ze elke vrijdag met het activiteitencentrum eten). Uit observatie van twee maaltijden (een warme maaltijd en een broodmaaltijd) blijkt dat er steeds ruim voldoende voedsel aanwezig is en dat er in de huizen de nodige middelen zijn om het voedsel klaar te maken en hygiënisch te bewaren. De meeste bewoners geven ook aan tevreden te zijn over de maaltijden die ze in het huis gebruiken. Verschillenden geven aan het fijn te vinden dat ze elk om de beurt mogen kiezen wat ze zullen eten. Een andere bewoner geeft wel aan dat niet alle bewoners even goed kunnen koken. Ze lossen dit op door dan een handje toe te steken tijdens het koken. Ook geeft een bewoner aan dat ze geregeld zaken moet eten die ze niet zo graag eet.
17
Hoofdstuk 1
‘De kost van vroeger mag ik niet meer zo graag. Thuis eten ik en nog twee anderen graag meer de moderne keuken terwijl de rest liever de gewone kost eet.’ (bewoner) Vermits veel bewoners in een financieel zwakkere positie staan, wordt er geprobeerd om de kosten van de maaltijden zo laag mogelijk te houden. Dit is echter niet voor alle bewoners even welkom. ‘Het moet altijd zo goedkoop mogelijk zijn, liefst van den Aldi, en dat begint na verloop van tijd wel tegen te steken, ik denk niet dat het altijd even goede kwaliteit is.’ (bewoner) Ten slotte, geven enkele bewoners aan dat het soms gebeurt dat er zomaar etenswaren uit de kast of de koelkast verdwijnen en dat er dan onenigheid of ruzie ontstaat tussen de bewoners.
3.4
Water
De bewoners geven aan dat ze wanneer ze thuis zijn de hele dag door water kunnen drinken. Een bewoner geeft ook aan dat er in het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist een automaat staat waar ze gratis plat water kunnen krijgen.
3.5
Kleding
De bewoners geven aan dat ze vrij zijn om de kleding te dragen die ze wensen. Ze moeten zelf hun kleding wassen en beschikken hiervoor over een wasmachine in de woning.
3.6
Slaapkamers
Alle bewoners van ‘De Vlier’ beschikken over een eigen slaapkamer. Deze variëren in grootte en hierdoor ook in prijs. De meeste bewoners geven aan tevreden te zijn over hun slaapkamer. De bezochte kamers hebben een lavabo en beschikken over voldoende opbergruimte. Verder staat er op alle kamers een televisie en op enkele een computer. Opvallend is ook dat elke bewoner de kamer op een persoonlijke manier ingericht heeft (foto’s, tekeningen, schikking meubels,...). Een minpunt aan de slaapkamers is dat sommige kamers erg klein zijn (zie 2.2). In dit verband geeft één bewoner aan dat hij zijn kamer te klein vindt om er overdag in te verblijven en ze enkel gebruikt om er te slapen. Dit brengt met zich mee dat hij nergens in het huis echt alleen kan zijn. Een ander minpunt is dat de slaapkamers in ‘de Lijster’ niet gesloten kunnen worden. Een bewoner geeft aan dit jammer te vinden. Een personeelslid geeft aan dat er plannen zijn om dit te voorzien, maar dat er momenteel niet genoeg geld is doordat er nog
18
Titel hoofdstuk
andere vernieuwingen gepland zijn en omwille van recente aankopen (wasmachine, kast en computer).
3.7
Verlichting
Alle bezochte huizen en studio’s zijn voldoende verlicht. In de bezochte studio’s is er een groot raam en een koepeltje in het plafond.
3.8
Frisse lucht
Alle bezochte bewoners hebben de mogelijkheid om snel in de buitenlucht te vertoeven door de aanwezigheid van een tuin aan elk huis en de studio’s.
3.9
Hygiëne
Een personeelslid geeft aan dat het onderhoud in principe door de bewoners zelf gebeurt. Dit past in het gedachtegoed van rehabilitatief werken. Toch lukt het niet altijd om de bewoners de woning zelf te laten poetsen. Als niemand het doet of kan, vragen ze toch een poetsvrouw die dan door de bewoners van het huis betaald wordt. In alle bezochte huizen beschikken de bewoners over een lavabo op de slaapkamer en is er daarnaast ook een badkamer (met lavabo en bad/douche) en een toilet in het huis. De sanitaire voorzieningen zien er netjes uit en ruiken fris. Enkel in één van de studio’s ruikt het onaangenaam in de badkamer. Hierop geeft de coördinator aan dat er in het gebouw problemen met de afvoer zijn. Ook het grootste deel van de bewoners geven aan de badkamer en de toiletten netjes te vinden. In ‘de Lijster’ is dit voor sommige bewoners echter niet het geval. ‘Vroeger poetste ik de badkamer. Nu hebben we herverdeeld en vind ik het minder proper. Ik durf dat niet zeggen aan ... dat ik het nu minder proper vind, ... heeft een product uit de reclame gezien waarbij hij niet moet schrobben, maar dat klopt niet.’ (bewoner) ‘Soms is het moeilijk om samen te leven, ik wil graag dat alles proper is, als ik alleen woon, kan ik daar zelf voor zorgen, maar hier niet.’ (bewoner)
19
Hoofdstuk 1
Verder wordt geobserveerd dat de begeleiders aandacht hebben voor de persoonlijke verzorging van de bewoners. Zo moedigt een begeleider een bewoner meermaals aan om die avond in bad te gaan.
4
Dwangopname en toetsingsprocedures
Een personeelslid geeft aan dat bewoners voor een korte opname naar het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist gestuurd kunnen worden wanneer ze een bedreiging vormen voor zichzelf en/of anderen. Hierbij wordt steeds de spoedprocedure toegepast. ‘We proberen om gedwongen opnames zoveel mogelijk te vermijden door de bewoner zo ver te krijgen dat hij zich vrijwillig laat opnemen, maar soms zijn we toch genoodzaakt om de politie erbij te halen en over te gaan tot een gedwongen opname. Achteraf kunnen sommige bewoners inzien dat het nodig was en loopt de samenwerking terug goed. Maar het gebeurt ook soms dat het vertrouwen geschonden is en dat de begeleiding nadien moeilijk loopt.’ (begeleider)
5
Zelfstandig wonen en deelnemen aan de samenleving
In Beschut Wonen ‘De Vlier’ leven bewoners zelfstandiger en meer binnen de samenleving dan in de meeste psychiatrische voorzieningen. Voor sommige bewoners is deze woonsituatie langdurend. Voor anderen is het tijdelijk en wordt er gewerkt aan een nog grotere zelfstandigheid van de bewoner om een volledige terugkeer naar de samenleving mogelijk te maken. Twee bevraagde bewoners geven aan dat ze vroeger lange tijd in een psychiatrisch ziekenhuis waren en blij zijn nu in Beschut Wonen te zijn. Dit aangezien ze zich hier ‘meer vrij’ en ‘minder opgesloten’ voelen en ‘meer kunnen doen wat ze willen’. Wat de integratie in de samenleving betreft, staat in het jaarverslag van 2007 beschreven dat ze in ‘De Vlier’ streven naar integratie en positieve beeldvorming van de bewoners. Dit via informatie-overdracht aan en samenwerking met lagere en middelbare scholen door het organiseren van gemeenschappelijke activiteiten, door vrijwilligerswerk aan te moedigen en door nauw samen te werken met instellingen binnen het hoger onderwijs door het organiseren van stagemogelijkheden voor studenten van deze instellingen. Met betrekking tot integratie in de buurt, geeft een personeelslid en de coördinator aan dat het contact tussen de bewoners en de buren over het algemeen vrij goed loopt. Hierbij merken ze wel verschillen van huis tot
20
Titel hoofdstuk
huis en van buurt tot buurt. Wanneer het contact met de buren moeilijk loopt, zoeken ze per huis naar mogelijke oplossingen. ‘Over het algemeen merken we dat de meer zwakkere bewoners goed aanvaard worden en dat bewoners met een bepaald uiterlijk, bijvoorbeeld tatoeages, vaak op meer weerstand botsen. Op dit moment is er één huis waarbij het contact met de buren moeilijk loopt en waarbij ze met het idee spelen om de buren eens op de koffie te vragen om dit te kunnen doorbreken. Dit is echter een afweging die we per huis maken en waarbij we erover waken om de stigmatisering niet te vergroten.’ (begeleider) ‘Er is één huis waar we de laatste tijden wat problemen hebben rond aanvaarding. We hebben de buren aangesproken en het probleem is vooral dat ze onvertrouwd zijn met psychiatrische patiënten en niet goed weten hoe ermee om te gaan.’ (coördinator) De bewoners zelf geven in verband met stigmatisering en discriminatie verschillende meningen aan. ‘Er zijn wel buurtbewoners die vooroordelen hebben. “Het zijn er van Sint-Jan” wordt soms gezegd’. (bewoner) ‘In mijn dorp van herkomst heb ik last gehad van stigmatisering en discriminatie, maar in Zelzate voel ik mij wel aanvaard en is iedereen vriendelijk voor mij.’ (bewoner) Eén bewoner ervaart het als stigmatiserend om samen met de begeleiders te gaan winkelen. ‘Wat ik wel stigmatiserend vind, is dat het winkelen altijd samen met de begeleider moet gebeuren. Daardoor weten sommige winkeliers onmiddellijk dat ik bij de Vlier zit.’ (bewoner) Aansluitend bij ‘het zelfstandig wonen en deelnemen aan de samenleving’ wordt in de UN CRPD ook beschreven dat elke persoon met een beperking dezelfde keuzemogelijkheden hoort te hebben als anderen op vlak van waar en hoe hij wil leven. In dit verband geeft een bewoner aan tevreden te zijn in Beschut Wonen, maar niet met zijn verblijfplaats. ‘Ik heb mijn hele leven in Gent gewoond. Ik zou daar liever gebleven zijn.’ (bewoner) Ten slotte, geven enkele bewoners aan het als beperkend en vernederend te ervaren dat ze niet zelfstandig over hun geld kunnen beheren. Dit doordat ze onder bewind staan en wekelijks een vaste som zakgeld krijgen. ‘Ik kan in principe wel geld afhalen, maar dan zien ze hier wat ik er mee doe.’ (bewoner) ‘Ik krijg elke week 40 € ‘zakgeld’, maar ik vind het veel te weinig.’ (bewoner)
21
Hoofdstuk 1
Hierop geeft de coördinator aan dat bewoners die hun geld zelf kunnen beheren, dit zelf mogen doen. Wanneer ze echter merken dat het niet lukt om het geld te beheren, wordt er tijdelijk een bewindvoerder ingeschakeld.
6
Deelname aan culturele, recreatieve en sportactiviteiten
Via verschillende wegen krijgen de bewoners van ‘De Vlier’ culturele, recreatieve en sportactiviteiten aangeboden. •
In de woning
Zowel in ‘de Pinzon’ als ‘de Lijster’ staat er een tv in de woonkamer en hebben de bewoners ook een tv op de kamer. In ‘de Lijster’ is er een gemeenschappelijke computer beschikbaar en hebben sommige bewoners een eigen computer op de kamer. Eén bewoner geeft aan dat hij veel naar de televisie kijkt. Hij zegt vooral graag naar teletekst te kijken en dat hij daarop het nieuws volgt. De begeleiders doen regelmatig weekenddienst waardoor er, vooral op zondag, een aanbod aan ontspanningsactiviteiten is. In het jaarverslag van 2007 staat beschreven dat de bewoners hier vrij aan kunnen deelnemen en dat velen hier veelvuldig gebruik van maken. •
Activiteitencentrum ‘De Biotoop’
In het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ worden er iedere dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag culturele, ontspannende en sportieve activiteiten aangeboden (bv. sportgroep, tentoonstelling ‘De wereld van Kina’, uitstap Blaarmeersen, damesnamiddag, daguitstap naar de zoo,...). Per maand is er een thema waarrond gewerkt wordt (bv. Afrika) en dan worden alle activiteiten binnen dit thema ingekleed. De begeleiders gaan hiervoor steeds op zoek naar nieuwe thema’s en invalshoeken om de bewoners te kunnen blijven boeien. Hierbij pikken ze ook in op de actualiteit door bijvoorbeeld deel te nemen aan het benefietprogramma ‘Music for Life’ waarvoor ze een eigen initiatief uitdachten. ‘De Biotoop’ voorziet ook geregeld een avond- of weekendprogramma. Hierbij gaat het steeds om ontspannende activiteiten. Enkele keren per jaar gaan ze op weekend (bv. de kerstmarkten in Duitsland, Disneyland Parijs) en ieder jaar gaan ze op reis (bijvoorbeeld naar de Beekse Bergen). Aangezien het financiële aspect voor sommige bewoners een belemmering is, letten ze erop om voldoende activiteiten aan te bieden die weinig tot niets kosten zodat alle bewoners kunnen deelnemen. Bewoners worden ingelicht over de activiteiten via het boekje ‘De vlierefluiter’ dat maandelijks onder de bewoners verdeeld wordt. Naast de aankondiging van de activiteiten en een duidelijk overzicht van welke
22
Titel hoofdstuk
activiteit wanneer doorgaat, is er nog heel wat meer in het boekje te vinden: een tekstje gemaakt door een bewoner, een foto via fotoshop bewerkt door een bewoner, wist-je-datjes, extra informatie rond het thema waarrond ze werken (bv. Baobab-bomen), spelletjes en kleurplaten waarmee bewoners een prijs kunnen winnen. Het boekje is duidelijk met veel zorg en enthousiasme samengesteld en getuigt van een grote betrokkenheid van de begeleiders. Nog een ander aanbod vanuit het activiteitencentrum is de cursus ‘vrije tijd en sociaal netwerk’. Hier moedigen ze bewoners aan om contacten buiten Beschut Wonen te leggen en om deel te nemen aan activiteiten in Zelzate. Daarnaast wordt er ook gezocht naar of bepaalde bewoners zich bij een vereniging zouden kunnen aansluiten.
•
Dagcentrum van Sint-Jan-Baptist
Ook in het dagcentrum van Sint-Jan Baptist kunnen bewoners van ‘De Vlier’ terecht voor culturele, recreatieve en sportactiviteiten. Hierover hebben we enkel informatie van enkele bewoners die vertellen ernaar toe te gaan. Zo geven zij aan dat er sportactiviteiten georganiseerd worden en dat ze er boekjes kunnen lezen, kruiswoordraadsels oplossen, handwerk maken, gewoon wat praten,... Een bewoner geeft aan dat er de laatste tijd minder uitstappen georganiseerd worden dan vroeger maar dat hij dit niet erg vindt. ‘We kunnen ook alleen weg gaan. Ik maak zo wel eens een wandeling rond de blok. Of ga een terrasje doen. Een cola’tje drinken.’ (bewoner)
7
Deelname aan het politieke en publieke leven
De meeste bevraagde bewoners mogen in principe gaan stemmen. Eén bewoner geeft aan dat hij geen stembrief kreeg. ‘Ik ben mijn burgerrechten kwijt geweest. Ik heb ze nu terug, maar dat weten ze nog niet. Ik ga ’t eens vragen op het gemeentehuis.’ (bewoner) Hierover geeft de coördinator aan dat het geregeld voorvalt dat bewoners die niet meer geïnterneerd zijn nog geen stembrief ontvangen. Het grootste deel van de bewoners geeft aan dat ze gingen stemmen. Eén bewoner vertelt hierbij de nodige begeleiding gekregen te hebben. Hij werd begeleid tot aan het stemhokje en een begeleider legde hem uit hoe te stemmen. Enkele bewoners zeggen dat ze een
23
Hoofdstuk 1
doktersattest gevraagd hebben en niet gingen stemmen. De coördinator geeft hierbij aan dat meer dan de helft van de bewoners opziet tegen het stemmen en een doktersattest vraagt.
8
Opleiding, training en werk
In het jaarverslag van 2007 wordt als één van de vijf pijlers van rehabilitatie aangegeven dat er ruimte en kansen geschept dienen te worden om vaardigheden op cognitief, communicatief, praktisch en sociaal vlak uit te proberen en aan te leren. Dit wordt via onderstaande initiatieven gerealiseerd. Een personeelslid geeft aan dat ze vanuit ‘De Vlier’ proberen om zoveel mogelijk te stimuleren dat hun bewoners een kans krijgen bij het Arbeidszorgcentrum. Dit is een therapiecentrum en een arbeidscentrum, dat via de methodieken van Supported Employment en Arbeidstrajectbegeleiding, de bewoners individueel tracht te benaderen. Afhankelijk van de hulpvraag worden één of meerdere doelstellingen nagestreefd, bijvoorbeeld trainen van arbeidsattitudes, opdoen van ervaring of voorbereiding van een tewerkstelling. Via deze weg, kunnen sommige bewoners terug regulier aan het werk. Momenteel zijn er vier bewoners die regulier werken. Daarnaast zijn er ook twee bewoners die in een beschutte werkplaats werken en enkelen die werken via de Interne Jobdienst van het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan Baptist, waarmee er vanuit Beschut Wonen ‘De Vlier’ ook samengewerkt wordt. Bewoners geven aan dat ze door de begeleiders aangemoedigd worden om opleidingen of cursussen te volgen. Zo vertelt een bewoner dat hij een opleiding tot zorgkundige volgt bij Familiehulp. Andere bewoners volgden avondlessen rond ‘kunst in de woning’ en rond budgettering. Ook vertelt een bewoner dat een begeleider hem thuis op de computer leert werken. ‘Alles is formidabel zoals het nu is. Hoe meer ik kan bijleren, hoe liever ik het heb. En dat kan ik hier.’ (bewoner)
9
Vrijheid van godsdienst
De katholieke signatuur van de voorziening is te zien in de vergaderruimte waar de missie van de Broeders van Liefde geafficheerd staat. In de huizen en de ruimtes waar de bewoners komen, zijn religieuze symbolen weinig of niet aanwezig.
24
Titel hoofdstuk
De coördinator geeft aan dat de bewoners vrij zijn op vlak van godsdienst. De bewoners kunnen beroep doen op de pastoraal medewerker van PC Sint-Jan-Baptist. Wanneer een bewoner een vraag stelt naar een godsdienstig consulent van een andere godsdienst, zal hij hiermee geholpen worden door de begeleiders. Enkele bevraagde bewoners geven aan katholiek opgevoed te zijn, maar nu geen behoefte meer hebben aan godsdienstige activiteiten.
10
Correspondentie en bezoek
Wat correspondentie met en bezoek van de buitenwereld betreft, worden verschillen tussen de huizen vastgesteld. In ‘de Lijster’ en de studio’s geven de bewoners aan vrij te kunnen communiceren met de buitenwereld via brief, telefoon en e-mail en hier voldoende privacy bij te ervaren. De bewoners van ‘de Pinzon’ beschikken niet over een computer en kunnen dus niet via e-mail communiceren. Daarnaast ervaren ze soms weinig privacy wanneer ze telefoneren doordat ze momenteel enkel via de vaste telefoon in de woonkamer kunnen telefoneren. ‘Dus we moeten nu in de woonkamer telefoneren, maar dan kan je eens geen persoonlijk gesprek voeren, bijvoorbeeld met je beheerder of met je familie. En ik heb geen gsm, dus dan is dat soms moeilijk’ (bewoner)
11
Familie en recht op privacy
De meeste bevraagde bewoners geven aan voldoende privacy te ervaren in het huis. Enkel in ‘de Pinzon’ geven enkele bewoners aan dat ze onvoldoende privacy hebben tijdens het telefoneren (zie 10) en geeft een bewoner van dit huis aan dat hij nooit alleen kan zijn doordat zijn slaapkamer hiervoor te klein is (zie 3.6.). Wat het privé ontvangen van bezoek betreft, geeft de coördinator aan dat dit in principe toegelaten is in alle huizen. Hierbij vertelt hij ook dat er een bewoner is die om de twee weken een prostitué ontvangt op zijn kamer. De bewoners van ‘de Pinzon’ geven hierover echter aan dat ze geen bezoek op de kamer mogen ontvangen en dat ze dit jammer vinden. Wat intieme relaties tussen de bewoners betreft, geeft de coördinator aan dat ze dit niet stimuleren, maar dat het wel toegestaan is. Wanneer ze zien dat twee bewoners een echte relatie met elkaar aangaan, proberen ze hen op termijn samen op een studio te laten wonen. Zo zijn er momenteel enkele koppels die elkaar in een huis van Beschut Wonen leerden kennen
25
Hoofdstuk 1
en nu samen op een studio wonen en er begeleiding krijgen. Ook wanneer bewoners gaan samenwonen met iemand die niet op Beschut Wonen verblijft, kunnen ze als koppel van de begeleiding vanuit Beschut Wonen blijven genieten. Enkele bewoners geven aan dat het moeilijk is om een relatie aan te gaan tijdens het verblijf in Beschut Wonen. Eén bewoner vertelt dat hij verliefd was op een externe verzorgende en dacht dat hij geen relatie met deze persoon mocht aangaan van de begeleiders. De coördinator geeft aan dat er met de bewoners over voorbehoedsmiddelen gepraat wordt wanneer dit aan de orde is en er vragen rond leven. Soms stelt zich ook de vraag naar gedwongen manieren van contraceptie, bijvoorbeeld wanneer de familie hierop aandringt. De psychiater geeft hierbij aan dat hij in deze gevallen steeds zelf een inschatting maakt van of de bewoner voor kinderen zou kunnen zorgen, maar ook aan de bewoner de vraag stelt wat zij wil. Tot hiertoe werden er nog geen voorbehoedsmiddelen tegen de wil van een bewoner toegediend.
12
Vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie
In het jaarverslag van 2007 staat aangegeven ‘dat er binnen het rehabilitatiegericht werken aandacht dient te zijn voor factoren die de extrinsieke motivatie versterken zoals: inspraak, waardering, duidelijke communicatie en afspraken’. De bevraagde bewoners geven aan voldoende informatie te krijgen. Eén bewoner geeft echter aan dat hij het gevoel heeft niet altijd vrijuit zijn mening te kunnen geven. ‘Ik ben iemand die nogal opkomt voor zijn mening. Ik ga het zeggen wanneer iets mij niet aanstaat, maar dat nemen ze mij dan kwalijk, ik stond nochtans recht in mijn schoenen, maar heb geen gelijk gekregen.’ (bewoner)1. Een personeelslid geeft aan dat ze af en toe de aandacht richten op zelfhulpgroepen en patiëntenplatforms. Er worden dan ook soms folders rond uitgedeeld en sommige bewoners en/of familieleden zetten daadwerkelijk de stap. Ze brengen dit enkel aan op momenten waarop ze voelen dat er nood aan is omdat het de bewoners op andere momenten te weinig zal boeien en ze er dan niet veel van zullen opsteken.
1
Bij navraag kan of durft de bewoner geen voorbeeld te geven.
26
Titel hoofdstuk
13 Vrijwaring van marteling, slechte bejegening, mishandeling en verwaarlozing De bevraagde bewoners maken tijdens het bezoek aan ‘De Vlier’ geen melding van slechte bejegening, mishandeling of verwaarlozing. Integendeel geven de bewoners aan dat ze zich goed begrepen voelen door de woonbegeleiders en het gevoel hebben bij hen terecht te kunnen.
14
Toestemming voor behandeling
Wat de toestemming voor de begeleiding betreft, geeft een personeelslid aan dat er niet met formele toestemming gewerkt wordt. De bewoners worden wel vooraf ingelicht rond hoe er bij Beschut Wonen gewerkt wordt en kunnen vrij kiezen om er al dan niet te komen wonen. Een personeelslid geeft aan dat alle bewoners een begeleidingsplan hebben. Hierin worden er doelen gesteld waar ze naartoe proberen te werken en die na verloop van tijd geëvolueerd worden door de bewoner en alle begeleiders die met de bewoner in contact komen. De frequentie van dit overleg varieert, afhankelijk van de behoefte die de bewoner hieraan heeft. Bij problemen of bij een vraag van de bewoner wordt er sneller opnieuw een overleg gepland. Een personeelslid vertelt dat het begeleidingsplan steeds samen met de bewoners opgemaakt wordt. Soms is het echter heel moeilijk om de bewoners hierbij te betrekken en hen zelf de doelstellingen te laten verwoorden. ‘Bij bewoners met betere verstandelijke vermogens lukt dit soms beter, maar toch niet altijd omdat het ziekte-inzicht hen soms ontbreekt. Er was eens een bewoner die zichzelf als doel stelde om terug regulier te gaan werken terwijl wij dit niet echt haalbaar zagen. We hebben hem dit dan toch laten proberen. Uiteindelijk heeft hij zelf ingezien dat het niet lukte en zich erbij neergelegd.’ (begeleider) Om bewoners zelf tot het formuleren van doelstellingen te laten komen, hebben ze in het activiteitencentrum eens rond ‘de droomfabriek’ gewerkt. Hierdoor konden enkele bewoners na verloop van tijd zelf hun doelen voor het begeleidingsplan verwoorden.
27
Hoofdstuk 1
15
Fixatie en separatie
Personeelsleden geven aan dat er binnen ‘De Vlier’ geen gebruik gemaakt wordt van fixatie of separatie.
16
Therapie en rehabilitatie
Beschut Wonen ‘De Vlier’ vertrekt vanuit de integrale visie op psychosociale rehabilitatie. In deze visie is er zowel aandacht voor de ontwikkelingsgerichte, de milieugerichte als de probleemgerichte benadering van rehabilitatie. ‘Het zo groot mogelijk laten zijn van het zelfzorgvermogen en de levenskwaliteit’ staat centraal voor hen. Er is dan ook een aanbod aan therapeutische en rehabilitatie-activiteiten, waarbij steeds per bewoner nagegaan wordt welke activiteiten het beste bij hem of haar aansluiten. Therapie en rehabilitatie worden zowel aangeboden in het Psychiatrisch Centrum Sint-JanBaptist, het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ als in de woning zelf.
•
Dagtherapie in het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist
Een aantal bewoners gaan in dagtherapie in het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan-Baptist. Verschillende oudere bewoners geven aan dat ze daar wat kunnen praten, de krant lezen, kruiswoordraadsels maken,... en dat ze er graag naartoe gaan. Eén van hen geeft ook aan dat ze blij is dat ze niet verplicht zijn om deel te nemen aan bepaalde activiteiten wanneer ze dit niet willen. Twee andere bewoners geven aan dat ze er voornamelijk creatief bezig zijn: een sprei maken, schilderen, kaartjes maken,... ‘In ‘de oever’ maak ik kaartjes en die worden nadien verkocht aan het onthaal. Het geld wordt gebruikt om nieuw materiaal mee te kopen. Ik voel mij dan nuttig. Hier lukt het om dit te doen omdat het niet moet. Ik mag het traag doen. Op mijn tempo.’ (bewoner) Nog een andere bewoner geeft aan dat hij er veel sport en naar de thema-, de cultuur- en de ontmoetingsgroep gaat. Vroeger ging hij ook naar de bezigheidstherapie, maar dit doet hij nu niet meer. ‘Ik ben niet meer gemotiveerd. Ga er niet meer graag naar toe. Het is bezigheidstherapie. Ik ben al 24 jaar in de psychiatrie en om daar heel de tijd nageltjes te zitten kloppen... ik zie er het nut niet meer van in’ (bewoner)
28
Titel hoofdstuk
Ten slotte, geeft een bewoner aan dat er ook inhoudelijke groepssessies zijn die hij daar bijwoont, bijvoorbeeld in verband met alcoholverslaving.
•
Activiteitencentrum ‘De Biotoop’
Andere bewoners gaan naar het activiteitencentrum ‘De Biotoop’. Een begeleider geeft aan dat het hier vooral draait om ‘vrije tijd en ontmoeten’, maar dat er toch ook rehabilitatieve activiteiten aangeboden worden, zoals leren koken en strijken. Enkele bewoners geven aan er graag te komen.
•
Begeleiding in de woning
In het jaarverslag van 2007 staat beschreven dat ze ook een dag per week dagbegeleiding in de woning zelf aanbieden, met de klemtoon op het ervaringsgerichte bijleren qua hygiëne, onderhoud en gezond koken. Er wordt tijdens deze huishouddag vooral aandacht besteed aan het persoonlijk contact met de begeleider en het ‘alles samen doen in groep’. Ook is er tijdens deze dag ruimte voor bijscholing op het vlak van schoolse of administratieve vaardigheden, of voor een verruimend gesprek omtrent actualiteit.
17
Toegang tot algemene gezondheidszorg
De coördinator geeft aan dat de meest voorkomende medische problemen bij de bewoners problemen met de longen en het hart, orthopedische problemen, overgewicht en gehoorsproblemen betreffen. Hiermee kunnen de bewoners terecht bij de huisarts (zie 19.). Daarnaast worden alle medische problemen besproken op de wekelijkse bewonersraad. Hierop is de psychiater aanwezig die de nodige doorverwijzingen naar gespecialiseerde artsen doet. De bevraagde bewoners van ‘De Vlier’ geven aan geen belemmeringen te ervaren wanneer zij medische hulp nodig hebben.
18
Toegang tot psychiaters
De bewoners van ‘De Vlier’ kunnen terecht bij de beleidsarts van Beschut Wonen, die verbonden is aan het PC Sint-Jan-Baptist. Sommige bewoners geven aan dat ze regelmatig
29
Hoofdstuk 1
naar de psychiater gaan, andere gaan bijna nooit. Wel geven ze allen aan dat ze gemakkelijk een afspraak met de psychiater kunnen maken wanneer ze hier behoefte aan hebben. Ook zijn ze zeer tevreden over de kwaliteit van de geboden zorg. ‘Tegen de dokter heb ik voor het eerst in mijn leven alles verteld. Hij heeft echt tijd voor mij gemaakt. Is echt heel menselijk.’ (bewoner) ‘Ik heb een goed contact met de dokter. Hij luistert heel goed en geeft raad. Maakt zeker veel tijd. Soms 45 minuten bij hem. Het is een goede dokter. Ik kan er echt mijn verhaal doen.’ (bewoner) ‘Toen het echt heel slecht met mij ging, is hij uitzonderlijk eens bij ons thuis geweest, normaal doet een psychiater dat niet, maar toen heeft hij dat wel gedaan.’ (bewoner)
19
Toegang tot huisartsen
De bewoners van ‘De Vlier’ geven aan dat ze gemakkelijk een huisdokter kunnen bereiken. Ze kunnen steeds terecht bij een huisdokter in het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan Baptist en zijn ook vrij om naar een eigen huisdokter in de buurt te gaan.
20
Toegang tot verpleegkundigen
Bij Beschut Wonen ‘De Vlier’ zijn de woonbegeleiders niet steeds verpleegkundigen, maar hebben ze ook andere opleidingen genoten zoals Maatschappelijk Werk, Opvoedkunde, Regentaat, Ergotherapie of Assistent in de Psychologie. Alle informatie rond de woonbegeleiders wordt in dit onderdeel besproken. In het jaarverslag van 2007 wordt beschreven dat er binnen rehabilitatieve zorg aandacht dient te zijn voor de individuele psychische noden. Er dient tijd gemaakt te worden om advies te geven, actief te luisteren en te zoeken naar een analyse en/of antwoord op een probleem. Deze aandacht voor individuele psychische noden vertaalt zich in de praktijk doordat ieder huis een vaste woonbegeleider heeft die enkele dagen per week langskomt. Op de momenten waarop de woonbegeleider er niet is, kunnen de bewoners steeds telefoneren naar de permanentie wanneer er problemen zijn. Verder wordt er elke week een bewonersraad gehouden. Hier worden praktische afspraken gemaakt en krijgen bewoners de kans om iets te vertellen over hoe het met hen gaat.
30
Titel hoofdstuk
De bevraagde bewoners geven aan tevreden te zijn met de begeleiding door de woonbegeleiders. Ze geven aan dat ze naar hen luisteren en hen begrijpen en dat ze het gevoel hebben bij hen terecht te kunnen. Ook uit observatie blijkt een hartelijke omgang tussen een woonbegeleider en de bewoners. De woonbegeleider is betrokken bij de bewoners en toont respect. Hij is oprecht geïnteresseerd in de bewoners en moedigt hen aan om verdere stappen te zetten, aangepast aan hun niveau.
21
Toegang tot psychotherapeuten
De bewoners van ‘De Vlier’ hebben de mogelijkheid om met een psycholoog te spreken in het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan Baptist. Bewoners die werken, kunnen ook na de kantooruren bij haar terecht. Twee van de bevraagde bewoners hebben wekelijks een gesprek van 30 à 45 minuten met de psycholoog. Ze voelen zich door haar begrepen en hebben het gevoel erbij terecht te kunnen met hun verhaal. De coördinator geeft aan dat de bewoners ook vrij zijn om een andere psychotherapeut te kiezen wanneer ze dit wensen.
22
Medische dossiers
Een personeelslid geeft aan dat elke bewoner een dossier heeft dat achter slot bewaard wordt in het huis waar hij woont. Ook de medische gegevens van de bewoners zijn hierin opgenomen.
23
Preventie
De coördinator geeft aan dat de begeleiders erover waken dat alle bewoners één keer per jaar een medisch onderzoek krijgen bij een huisarts. Daarnaast wordt er bij de oudere bewoners jaarlijks een gyneacologisch onderzoek of een onderzoek van de prostaat uitgevoerd. Verder wordt er individueel bepaald welke onderzoeken noodzakelijk zijn. Zo worden diabetici vaak opgevolgd door een endocrinoloog. Ten slotte, is er veel aandacht voor personen met
31
Hoofdstuk 1
gehoorsproblemen. Deze worden steeds doorverwezen naar een arts en worden geholpen in het bedienen van een gehoorapparaat. Wat protocollen voor veel voorkomende ziektes betreft, is er een protocol aanwezig met betrekking tot het metabolisch syndroom, een aandoening als gevolg van een gebrek aan beweging en een te calorierijke voeding.
24
Medicatie
De bewoners van ‘De Vlier’ zijn in principe zelf verantwoordelijk voor het bewaren en innemen van hun medicatie. De inname van medicatie wordt hierdoor niet geregistreerd. Veel bewoners hebben een doos waarin de medicatie per week geordend zit. In ‘de Lijster ‘wordt de medicatie per bewoner in een koffer bewaard die gesloten kan worden. Dit omwille van problemen met een bewoner die de medicatie van de andere bewoners uit de kast haalde. Een personeelslid geeft aan dat enkele bewoners de medicatie wel op eigen vraag onder toezicht innemen omdat ze het anders te gemakkelijk vergeten of onregelmatig innemen. Uit observatie komt naar voor dat er voornamelijk generische geneesmiddelen worden voorgeschreven. In verband met bijwerkingen van medicatie geeft een personeelslid aan dat niet al de bijwerkingen spontaan vernoemd worden omdat veel bewoners zich er te veel op zouden fixeren, maar dat er wel altijd op ingegaan wordt wanneer bewoners ernaar vragen. De bevraagde bewoners geven wel aan dat ze voldoende informatie krijgen over de medicatie. Enkelen geven ook aan dat ze de bijsluiter kunnen nalezen of op internet zoeken wanneer ze nog meer informatie wensen. De psychiater geeft aan dat bewoners inspraak krijgen op vlak van medicatie en dat er zelden of nooit medicatie tegen de wil gegeven wordt. Enkel wanneer het welzijn van de bewoner of het samenwonen in de woning erdoor in het gedrang komt, worden bewoners verplicht om medicatie in te nemen. Twee bewoners geven aan dat ze geen inspraak hebben in de medicatie die ze krijgen en die niet mogen weigeren. Eén van hen geeft echter wel aan dat hij het recht heeft om medicatie te weigeren doordat hij vrijwillig in ‘De Vlier’ verblijft. De andere vertelt dat wanneer je je medicatie niet wil innemen ‘ze het desnoods met pikuren door je broek inspuiten’. Andere bewoners geven wel aan dat ze medicatie kunnen weigeren en dit met de dokter kunnen bespreken. ‘We kunnen medicatie weigeren. Ik heb dat nog niet gedaan omdat ik voel dat het nodig is. Slaapmedicatie heb ik wel geweigerd, maar het gebruik daarvan stimuleren ze sowieso niet.’ (patiënt)
32
Titel hoofdstuk
25
Onderzoek bij opname
Een personeelslid en enkele bewoners geven aan dat er geen lichamelijk onderzoek uitgevoerd wordt wanneer de bewoners in een huis van ‘De Vlier’ komen wonen.
26
Diagnose
Een personeelslid geeft aan dat er geen diagnostisering plaatsvindt in ‘De Vlier’. De diagnose is steeds al gesteld wanneer de bewoners in ‘De Vlier’ terecht komen.
27
ECT
Een personeelslid geeft aan dat er geen electroconvulsieve therapie gebruikt wordt in ‘De Vlier’.
28
Levensstijl
De bewoners van ‘De Vlier’ worden aangemoedigd om gezond te leven. Op vlak van lichaamsbeweging, worden er verschillende activiteiten georganiseerd. Een personeelslid vertelt dat er in het activiteitencentrum een sportgroep is en dat ze al eens rond dit thema gewerkt hebben. Daarnaast is er een hometrainer in de ruimte en organiseren ze soms wandelingen. Verder geven ook enkele bevraagde bewoners aan dat ze regelmatig aangemoedigd worden om lichaamsbeweging te nemen door de psychiater en de begeleiders. ‘Ik word aangemoedigd om te sporten door een begeleider van de sport en ook door de begeleidster. Nu ga ik om de 2 weken zwemmen met een vriendin en staat mijn fiets klaar om te gaan fietsen.’ (bewoner) Toch geeft een personeelslid aan dat het moeilijk blijft om de bewoners zo ver te krijgen om lichaamsbeweging te nemen. Ook bewoners die het op doktersadvies zouden moeten, doen het vaak niet. Hij probeert hen met kleine zaken te laten beginnen, zoals bijvoorbeeld met de fiets of te voet naar de daghospitalisatie te gaan.
33
Hoofdstuk 1
Enkele bewoners geven ook aan dat er aandacht gegeven wordt aan gezonde voeding. Zo geeft een bewoner bijvoorbeeld aan dat de begeleiding er steeds voor zorgt dat er voldoende verse groenten en fruit beschikbaar zijn. Wat roken betreft, mogen de bewoners enkel buiten of in een speciaal gemaakte ‘rokersruimte’ roken. In ‘de Lijster’ zal de rokersruimte, die erg kaal en ongezellig is, omgebouwd worden tot een gezelligere plaats. Hier is een spanningsveld voelbaar tussen enerzijds de bewoners een aangename leefomgeving aanbieden en anderzijds hen aanmoedigen om te stoppen met roken. Een personeelslid geeft aan dat er veel bewoners zijn die roken en dat het voor de meesten erg moeilijk is om te stoppen, zelfs wanneer dit heel belangrijk is voor hun gezondheid. Als bewoners willen stoppen, kunnen ze hier wel steeds begeleiding rond krijgen. Voor problemen rond het gebruik van alcohol hebben de bewoners de mogelijkheid om naar een alcoholgroep te gaan in Sint-Jan Baptist. Eén bewoner geeft aan dat ze daar heeft leren praten over haar problemen in de plaats van te drinken. Verder geeft een personeelslid aan dat er per bewoner individuele afspraken gemaakt worden rond alcoholgebruik. Bewoners met een forensisch statuut en/of een alcoholverslaving mogen geen alcohol drinken. Indien er een vermoeden van drankmisbruik ontstaat, worden ze aan een test onderworpen. Wanneer een bewoner echt te veel gedronken heeft, bespreken ze dit achteraf en bekijken ze hoe het in de toekomst vermeden kan worden. Het verblijf in ‘De Vlier’ zal hier volgens een begeleider echter niet door in het gedrang komen. Een bewoner geeft in dit verband echter wel aan dat hij al enkele keren bijna moest vertrekken uit Beschut Wonen doordat hij te veel dronk. Aan druggebruik wordt volgens een begeleider vooral aandacht besteed in het doorgangshuis waar bewoners zitten die acute problemen hebben met het gebruik van drugs. Dit is een samenwerking tussen ‘De Vlier’ en het Psychiatrisch Centrum Sint-Jan Baptist. Deze bewoners worden hier begeleid en ook regelmatig gecontroleerd. Daarnaast wordt er aan hervalpreventie gedaan. Bij de andere bewoners wordt druggebruik niet zomaar aangekaart, tenzij ze echt merken dat er problemen rond bestaan.
29
Autonomie (betrekken van cliënten bij het opstellen van hun zorgplan)
Iedere bewoner van ‘De Vlier’ heeft een begeleidingsplan. Een personeelslid geeft aan dat hierover op geregelde tijdstippen een overleg plaatsvindt met de bewoner, de begeleiders en de psychiater. Enkele bewoners bevestigen dit en blijken op de hoogte te zijn van wat de werkpunten uit hun begeleidingsplan zijn.
34
Titel hoofdstuk
‘Ik heb het vooral moeilijk met papieren in te vullen. Daar krijg ik nu begeleiding bij. Ik leer ook om mijn geld te beheren en alles ordelijk in een map te bewaren.’ (bewoner) De coördinator geeft aan dat bewoners van Beschut Wonen nog nooit gevraagd hebben om het dossier in te kijken en ook niet op de hoogte worden gebracht van het feit dat ze hier het recht toe hebben. Hierbij geeft hij echter aan dat het dossier voor een groot deel bestaat uit het begeleidingsplan dat de bewoners kennen doordat ze een inbreng leveren bij het opstellen ervan. Daarnaast geeft de psychiater ook aan dat hij tijdens de consultaties vertelt wat hij in het dossier neerschrijft wanneer de bewoners hier vragen rond stellen.
30
Toestemming voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek
Voorstellen tot wetenschappelijk onderzoek in Beschut Wonen ‘De Vlier’ worden steeds voorgelegd aan de ethische commissie van de Broeders van Liefde vooraleer er kan op ingegaan worden. De ethische commissie ziet er onder andere op toe of de bewoners informatie krijgen rond het onderzoek, er toestemming gevraagd wordt en de anonimiteit gerespecteerd wordt.
35
Hoofdstuk 1
Besluit en aanbevelingen
In wat volgt, worden de opvallende sterke punten en de verbeterpunten die uit de monitoring in Beschut Wonen ‘De Vlier’ naar voor kwamen achtereenvolgens toegelicht. Duidelijk is dat er in Beschut Wonen ‘De Vlier’ veel voor de bewoners gerealiseerd wordt met weinig middelen. De volgende sterke punten kwamen uit de monitoring naar voor:
36
•
In Beschut Wonen ‘De Vlier’ kunnen de bewoners genieten van het ‘recht om in de samenleving te leven’. Een aantal bewoners geeft ook aan zich hier in vergelijking met de psychiatrische ziekenhuizen waar ze vroeger verbleven, meer vrij te voelen en meer te kunnen doen wat ze willen. Daarnaast worden er vanuit Beschut Wonen ‘De Vlier’ ook inspanningen geleverd om de integratie in de buurt zo goed mogelijk te maken en wordt er naar specifieke oplossingen gezocht. Ook positief is dat bewoners die niet zelfstandig kunnen gaan stemmen hierin begeleid worden. Zo wordt ‘het recht om deel te nemen aan het politieke en publieke leven’ gevrijwaard.
•
Er is veel aandacht om voor een zinvolle dagbesteding te zorgen voor elke bewoner en om ze op een zo hoog mogelijk niveau te laten functioneren in de samenleving. Hiervoor wordt samengewerkt met het Arbeidszorgcentrum, waar bewoners die nog in staat zijn om regulier te werken, terecht kunnen. Voor de andere bewoners wordt in het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ en het Psychiatrisch Centrum Sin-Jan-Baptist gezocht naar activiteiten die de bewoners graag doen en als zinvol ervaren.
•
In het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ worden culturele, sportieve en ontspannende activiteiten aangeboden. Het aanbod is gevarieerd en de begeleiders gaan er steeds op zoek naar nieuwe thema’s en invalshoeken om de bewoners te blijven boeien. Daarnaast worden er inspanningen geleverd om de bewoners ook ’s avonds en tijdens de weekends van ontspannende activiteiten te laten genieten. Het boekje van het activiteitencentrum, ‘De vlierefluiter’, ziet er verzorgd uit en straalt enthousiasme en dynamiek uit. Naast ontspanningsmateriaal (kleurprenten, wist-je-dat-jes, informatie rond het thema,...) vinden de bewoners hierin een duidelijk overzicht van wanneer de activiteiten doorgaan.
•
De bewoners worden zoveel als mogelijk betrokken bij het opstellen van hun begeleidingsplan. In het activiteitencentrum ‘De Biotoop’ kwam dit aan bod via het werken met ‘de droomfabriek’, wat goede effecten had om de bewoners zelf hun doelen te laten formuleren.
Titel hoofdstuk
•
Er wordt geobserveerd dat de woonbegeleiders hartelijk en respectvol met de bewoners omgaan. Verschillende bewoners geven aan zeer tevreden te zijn over de kwaliteit van de zorg door de woonbegeleiders en de psychiater. De woonbegeleiders werken ook regelmatig tijdens het weekend waardoor er ook dan een aanbod aan ontspanningsactiviteiten is.
Verbeterpunten: •
Zowel in ‘de Pinzon’ als in ‘de Lijster’ voldoen enkele kamers niet aan de minimumgrootte → dit probleem werd ook aangehaald door de inspectie vanuit de Vlaamse Overheid (2006) en zal tegen 2012 aangepakt worden. Dit heeft dan wel als nadeel dat de huurprijs hierdoor zal stijgen voor sommige bewoners.
•
De bijwerkingen van medicatie worden niet altijd spontaan vermeld. Dit is niet in overeenstemming met het recht op ‘geïnformeerde toestemming’ uit de Wet Patiëntenrechten (22 augustus 2002). Hier is overleg en het werken met beslissingshulpen aan te bevelen conform de literatuur terzake.
•
De bewoners worden niet op de hoogte gebracht van hun recht om hun dossier in te kijken. Ook dit is niet in overeenstemming met de Wet Patiëntenrechten (22 augustus 2002).
•
De bewoners van ‘de Pinzon’ kunnen enkel in de woonkamer telefoneren. Bewoners die niet over een gsm beschikken, kunnen hierdoor geen privé-gesprekken voeren.
•
Sommige bewoners vinden dat het huis of de badkamer er niet netjes bijligt en durven dit niet aan de andere bewoners of de begeleiders te zeggen.
•
Er is geen computer in het huis ‘de Pinzon’. Hierdoor kunnen de bewoners niet van de mogelijkheden tot correspondentie, opleiding en ontspanning genieten die een computer kan bieden.
•
De huizen van ‘de Vlier’ zijn niet aangepast voor personen in een rolwagen.
37