Isolatie en bekleding van de hoofdgevels van twee woongebouwen en renovatie van 58 woningen Plejadenlaan 52 tot Brussel

PFC Engineering sprl // Bld Paepsemlaan nr. 16 te 1070 Brussel // www.pfc-engineering.eu

Isolatie en bekleding van de hoofdgevels van twee woongebouwen en renovatie van 58 woningen Plejadenlaan 52 tot 60 - 1200 Brussel

Bestek: structuurelementen 26.06.2013

Bouwheer: De Moderne Woning cv Sint-Lambertusberg 2 te 12000 Brussel

T. 02 770 38 30

E.

Architect: Atelier Antex Ruststraat 13 te 1180 Brussel

T. +02 375 03 37

E. [email protected]

Studiebureau: PFC Engineering sprl Bld Paepsemlaan nr.16 te 1070 Brussel

T. 02 343 71 58

E. [email protected]

654

PFC Engineering sprl // Bld Paepsemlaan nr.16 te 1070 Brussel // www.pfc-engineering.eu

BESCHRIJVING VAN DE STRUCTURELE ELEMENTEN 1.

STUTTING VAN DE BESTAANDE CONSTRUCTIES ................................................................................................................. 3

1.1.

Ondersteuning van de gevels, terrassen en bestaande structuren .............................................................................................. 3

2.

SLOOPWERKEN ........................................................................................................................................................................... 4

2.1.

Afbraak van de betonnen claustra's ............................................................................................................................................... 4

2.2.

Openingen in de muren voor de doorgang van de balken ............................................................................................................ 4

2.3.

Insnijding in muren van de gelijkvloerse verdieping voor betonnen zuil....................................................................................... 5

2.4.

Verwijderen van de bestaande terrasbekleding en ondervloer in gepolijst cement ..................................................................... 5

3.

STRUCTURELE ELEMENTEN IN GEWAPEND BETON ............................................................................................................ 6

3.1. 3.1.1. 3.1.2. 3.1.3. 3.1.4.

Algemeenheden .............................................................................................................................................................................. 6 Studie .............................................................................................................................................................................................. 6 Materiaal ......................................................................................................................................................................................... 6 Uitvoering ........................................................................................................................................................................................ 6 Metingen ......................................................................................................................................................................................... 7

3.2.

Zuilen............................................................................................................................................................................................... 7

3.3.

Aanvoer van beton terrassen - ....................................................................................................................................................... 8

3.4.

Bewapeningsstaal voor gewapend beton ...................................................................................................................................... 8

3.5.

Betonherstellingen .......................................................................................................................................................................... 8

4.

ELEMENTEN VAN STAAL.......................................................................................................................................................... 12

4.1.

Zuilen............................................................................................................................................................................................. 14

4.2.

Balken ........................................................................................................................................................................................... 14

4.3.

Balken met beveiliging RF 1u....................................................................................................................................................... 14

5.

METSELWERKCONSTRUCTIE.................................................................................................................................................. 15

5.1. 5.1.1. 5.1.2.

Opgaand metselwerk .................................................................................................................................................................... 15 Algemeenheden ............................................................................................................................................................................ 15 Opgaand dragend metselwerk in betonblokken - Herstelling van schachtmuren na de plaatsing van de balken .................... 16

6.

CHEMISCHE VERANKERINGEN ............................................................................................................................................... 18

6.1.

Chemische verankeringen van bewapeningsstaven in het beton............................................................................................... 18

7.

TE BOUCHARDEREN OPPERVLAKTE .................................................................................................................................... 19

Dossier 654

p 2/19


1.

STUTTING VAN DE BESTAANDE CONSTRUCTIES 1.1. Ondersteuning van de gevels, terrassen en bestaande structuren

Beschrijving Deze post omvat alle nodige leveringen en prestaties om tijdens de volledige duur van de werken, de stabiliteit van de gevels, terrassen en behouden structuren, te verzekeren. Materiaal Naar keuze van de aannemer, naar gelang van de behoeften van de bouwplaats (stempeling, driepoot, volledige structuur, ...). De aannemer moet een beroep doen op een firma die ter zake gespecialiseerd is. Uitvoering Naar keuze van de aannemer, naar gelang van de behoeften van de bouwplaats. De aannemer moet het type, het plan, de fasering en de berekening met betrekking tot het concept en de uitvoering van de structuren vóór de aanvang van de werken ter goedkeuring voorleggen aan de ingenieur die verantwoordelijk is voor de stabiliteit. Alle herstellingen van schade veroorzaakt door de bekisting van de aanpalende vloeren, zijn ten laste van de aannemer. Toepassing Zie plannen voor de uitvoering van de stabiliteitswerken. Meetcode: Allesomvattende prijs per gebouw

Dossier 654

p 3/19


2.

SLOOPWERKEN

De aannemer zorgt persoonlijk voor de vereiste toelatingen, alsook voor de energie, de werktuigen en de nodige materialen. Hij moet de gemeentelijke beschikkingen en de politiereglementen naleven. Hij moet de nodige veiligheidsmaatregelen nemen conform de van kracht zijnde wetten een reglementen met betrekking tot de arbeidsbescherming. De veiligheid van de gebruikers van de trottoirs, van de openbare weg, enz. moet verzekerd worden door middel van beschermen onthaalvoorzieningen. Alvorens de werken aan te vatten, moet de aannemer op eigen initiatief en op zijn kosten, contact opnemen met de openbare diensten (water, gas, elektriciteit) met het oog op de bescherming, de sluiting of de verwijdering van de leidingen, meters, aansluitingen, enz. De algemene leidingen, zowel boven- als ondergronds, moeten in werking behouden worden en beschermd worden tegen iedere beschadiging met betrekking tot de werken of het gebruik en de montage van machines of voertuigen. Indien nodig, moeten de leidingen die zich op het tracé van de werken bevinden, tijdelijk of definitief verwijderd of verplaatst worden. De aannemer moet het initiatief nemen om de bevoegde diensten op de hoogte te brengen van de noodzaak om de algemene leidingen te verwijderen of te verplaatsen, conform de van kracht zijnde reglementen. De rooi- en sloopwerken moeten worden uitgevoerd met de grootste zorg en voorzichtigheid. De gebruikte werkmethodes moeten zo weinig mogelijk hinder veroorzaken (geluid, vuil, stof, trillingen, enz.) voor derden, het verkeer, de buurt en de omgeving. Stoffig puin moet bevochtigd worden alvorens het afgevoerd wordt. Er worden stofdichte schermen geplaatst, indien nodig. Het afval en het puin worden verzameld en zo snel mogelijk van de site afgevoerd. De aannemer moet alle nodige maatregelen en voorzorgen nemen om de integriteit van de aanpalende constructies en de te behouden delen te waarborgen, en iedere schade door middel van bekistingen, schoren, verankeringen vóór, tijdens en na de werken te vermijden. Als na de werken, het weghalen van de bekistingen de stabiliteit van de te behouden delen zou kunnen beïnvloeden, moet de aannemer dit op de meest adequate wijze verhelpen. De sloopwerken moeten zodanig uitgevoerd worden dat schade aan de te behouden delen, vermeden wordt. De kwetsbare delen die niet gesloopt, maar behouden worden, moeten doeltreffend beschermd worden. De te veel of overtallig gesloopte elementen en de gevolgschade veroorzaakt aan de delen die behouden moeten blijven, moeten hersteld worden door de aannemer (of op zijn kosten) met identieke materialen of middelen. Wanneer er openingen gemaakt worden in de gevel of in het dak, moet het gebouw beschermd worden tegen de weersomstandigheden en tegen de eventuele infiltratie van vocht, door middel van zeilen, in gewapende kunststof, platen, enz. Het afval en het puin mogen niet ter plaatse achtergelaten worden of gestort worden in putten de gebruikt worden voor de ophoging, noch ingegraven of verbrand worden. Na het beëindigen van de werken, moeten het gebouw en het terrein schoongemaakt worden en in een behoorlijke staat gebracht worden en moet de eventuele schade aan de openbare weg en aan het publieke domein hersteld worden.

2.1. Afbraak van de betonnen claustra's Deze post omvat de afbraak van de betonnen claustra's voor het plaatsen van nieuwe structuren en keukens. Met inbegrip van de gesloopte elementen. Betreft: zie opmetingsstaat en plannen Meetcode: AP per woning

2.2. Openingen in de muren voor de doorgang van de balken Deze post omvat de lokale afbraak van de muren voor het plaatsen van de balken. Met inbegrip van de gesloopte elementen. Betreft: zie opmetingsstaat en plan Meetcode: AP per woning

Dossier 654

p 4/19


2.3. Insnijding in muren van de gelijkvloerse verdieping voor betonnen zuil Deze post omvat de realisatie van een insnijding in de muren van de gelijkvloerse verdieping voor de plaatsing van de betonnen zuilen. Gelet op het feit dat de gevelbekleding behouden moet blijven, moet de aannemer de dikte van de muur controleren alvorens werken uit te voeren, om de gevel niet te beschadigen. Om ieder trilling te vermijden, moet de aannemer in de muur zagen. Iedere schade aan de gevel moet op identieke wijze herstel worden, zonder bijkomende kosten voor de bouwheer. Met inbegrip van de gesloopte elementen. Betreft: zie opmetingsstaat en plan Meetcode: AP per woning

2.4. Verwijderen van de bestaande terrasbekleding en ondervloer in gepolijst cement Deze post omvat de afbraak van de terrasbekledingen. Met inbegrip van de gesloopte elementen. Betreft: zie opmetingsstaat en plan Meetcode: AP per woning

Dossier 654

p 5/19


3.

STRUCTURELE ELEMENTEN IN GEWAPEND BETON 3.1. Algemeenheden

3.1.1. Studie De stabiliteitsstudie wordt uitgevoerd door het studiebureau PFC Engineering. De bekistingsplannen zijn bijgevoegd bij dit dossier. De bewapeningsplannen moeten geleverd worden op het ogenblik van de uitvoering. Bij de aanvang van de bouwwerken moet de aannemen in overleg met het studiebureau een planning afspreken voor de verspreiding van de uitvoeringsplannen, opgesteld naarmate de bouwwerken vorderen. De plannen worden verspreid naarmate de bouwwerken vorderen. In ieder geval moeten plannen ten minste 3 weken vóór hun afgifte door het studiebureau aangevraagd worden. Er is een minimumtermijn van 3 weken vereist tussen de validatie van de bekistingsplannen door de architect en de verspreiding van de uitvoeringsplannen. De aannemer controleert of alle elementen gerealiseerd kunnen worden volgende de documenten van de ingenieur die hierbij gevoegd zijn en of er geen anomalieën zijn. De aannemer moet de ingenieur op de hoogte brengen van alle tegenstrijdigheden tussen de verschillende documenten. De studies met betrekking tot de plaatsing van tijdelijke elementen die niet vermeld staan op de plannen, zijn ten laste van de aannemer (sokkel van de kraan, stutting, stempeling, ...).

3.1.2. Materiaal A. Beton De aannemer kiest zelf de samenstelling van het beton. De minimale kubusdruksterkte na 28 dagen moet 30 N/mm² bedragen. (fckcube = 30 N/mm²), klasse 25/30 volgens NBN 15-001 (1992). De blootstellingklasse in verhouding tot de invloed van het milieu is: 2a. Het zand dat gebruikt wordt voor alle delen die zichtbaar blijven, moet wit zijn. Het beton beantwoordt aan index 26 (1998) van het typebestek 104. Voor de metalen balken die in het beton liggen, moeten elke 15 cm beugels met diam. 6 op deze balk gelast worden om een goede aanhechting van het beton te garanderen. Er moet gebruik gemaakt worden van een voldoende fijn "kiftbeton", om een goede omhulling van de metalen balk toe te laten. B. Staal Het staal beantwoordt aan de eisen van de reeks NBN A24 en de bepalingen van bijlage 1 bij de circulaire nr. 546-17. De staven van staalkwaliteit: BE 500 S zijn voorzien. De uitvoering beantwoordt aan de NBN B15-104. De bedekking van de staven moet beantwoorden aan de normen. Op de borderellen van de gelaste netten moet voor de bedekking een surplus van 10 % van de netto te bedekken oppervlakte voorzien worden, wat overeenstemt met het gebruik van economische roosters. Als de aannemer gewone netten gebruikt, zal het staalsurplus niet in rekening gebracht worden. In het geval van zwembadbassin, moet de omhulling van het staal 40 mm bedragen. De nodige afstandhouders, die voorzien zijn voor het realiseren van de geëiste betonbedekking worden niet in rekening gebracht in de hoeveelheid staal maar zijn inbegrepen in de prijs. Voor de meting bedraagt de volumetrische massa van het staal 7850 kg/m3.

3.1.3. Uitvoering De uitvoeringsplannen van de structurele elementen worden verspreid naarmate de bouwwerken vorderen, volgens een definitieve planning, in gemeenschappelijk overleg bij de aanvang van de bouwwerken. Behalve indien expliciet voorzien, zullen de uitvoeringsplannen niet allemaal tegelijkertijd verspreid worden. De documenten met betrekking tot de betonnen bouwwerken worden verstrekt door de aannemer (art. 4 § 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 26/09/96). De kosten met betrekking tot deze documenten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen. De prefabricatieplannen (predallen, premuren, welfsels, balken, architectonische balkons, …) moeten ter goedkeuring voorgelegd worden aan het studiebureau. Het studiebureau beschikt over 10 werkdagen om haar opmerkingen over te maken aan de aannemer. De aannemer moet op de bouwplaats alle maten controleren

Dossier 654

p 6/19


alvorens de geprefabriceerde elementen te bestellen. In voorkomend geval moet hij de nodige aanpassingen doorvoeren. De uitvoering beantwoordt aan de NBN B15-104. De bedekking van de staven moet beantwoorden aan de normen. De nodige afstandhouders, die voorzien zijn voor het realiseren van de geëiste betonbedekking worden niet in rekening gebracht in de hoeveelheid staal maar zijn inbegrepen in de prijs. Het type afstandhouder moet ter goedkeuring voorgelegd worden aan de ingenieur en de architect. De vuurbestendigheid (Rf) van de structuurelementen moet beantwoorden aan de van kracht zijnde normen. Ze bedraagt 2 uur voor de elementen die zich onder het ontruimingsniveau bevinden en 1 uur voor de andere niveaus, volgens de verzoeken van de architect. De genoemde gladde bekistingen moeten uitgevoerd worden met een bekisting van gebakeliseerde multiplexplaten of met een gelijkaardige bekisting. De scherpe hoeken van de zuilen, wanden en balken worden afgeschuind door het plaatsen van een hoeklat. De volgende betonnen elementen worden gegoten met behulp van gladde bekistingen: alle betonnen structuren die zichtbaar blijven. Alle vermelde gladde bekistingen zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van het beton. Bijzondere architecturale elementen zijn opgenomen in afzonderlijke artikels. Op het ogenblik van het ter plaatse gieten van het beton dat zichtbaar blijft op het onbepleisterd metselwerk, wordt een holle voeg rondom gevraagd, om cementpapverlies te vermijden. Deze voeg moet op de volgende manier gerealiseerd worden: creëren, door middel van een afneembaar latje, horizontaal zowel als verticaal, van een voeg van 10 mm breed en 20 mm diep, waarbij deze gleuf opgevuld wordt samen met het metselwerk. De eventuele grindnesten of beschadigingen aan het beton worden afgebikt, grondig schoongemaakt en zorgvuldig hersteld met een gepaste mortel. Het realiseren van de uitsparingen en de doorboringen is inbegrepen in de eenheidsprijs. De netten worden in de fabriek gelast. De overlappinglengte van de hoofdwapeningen en van de geprefabriceerde netten staat vermeld op de plannen. Wat de verdeelbewapening betreft, worden de netten geplaatst met een overlapping van een volledige maas en op de hoeken met elkaar verbonden. Afstandhouders van staal worden gebruikt voor dubbele netten. Deze afstandhouders staan niet vermeld op het staalborderel en zijn inbegrepen in de prijs van de wapeningen. Tijdens vorstperiodes mag de aannemer enkel betonnen elementen gieten mits de aflevering van een attest dat de kwaliteit van het beton waarborgt, alsook de kwaliteit van de plaatsing ervan.

3.1.4. Metingen De meting van het beton gebeurt per m³, netto volume volgens de afmetingen op het plan. De uitsparingen van minder dan 0,05 m³ worden niet afgetrokken. De bekisting is inbegrepen in de eenheidsprijzen van het beton. De meting van het staal gebeurt per netto gebruikte kg, volgens de borderellen van de ingenieur. Voor de predallen, gebeurt de meting volgens de nodige doorsneden vermeld op de plannen van de ingenieur (hoofdbewapeningen) waar 20 % bijgevoegd wordt de dwarsarmaturen.

3.2. Zuilen Deze post omvat de levering en de plaatsing van betonnen zuilen volgens de beschrijving in de paragraaf "Algemeenheden" van dit hoofdstuk. Alle elementen, materialen, werken en leveringen zijn inbegrepen in de prijs van deze post: bekistingen, toebehoren, be- en ontkistingsproducten, doorgangen voor technieken, het schoonmaken van de zichtbare elementen en de bijwerking van de scherpe hoeken en randen, enz. De scherpe hoeken van de zuilen worden afgeschuind tijdens het bekisten, door middel van kleine, afneembare latten (met een zijde van 7 mm). De uiteinden moeten voorzien worden van wachtbewapeningen om de verbinding te maken met de andere structurele elementen. De zuilen worden in 1 keer gegoten, behoudens indicatie van de ingenieur en/of architect. De ontkisting moet gebeuren volgens de richtlijnen van de ingenieur en ten minste na 28 dagen. Voor de elementen die geprefabriceerd zijn, moet al het toebehoren dat nodig is voor de plaatsing, waaronder met name de verankeringhaken, de gietbuizen, ... inbegrepen zijn in de post. Wapeningspercentage: 130kg/m³ Meetcode: per m³

Dossier 654

p 7/19


3.3. Aanvoer van beton terrassen Deze post omvat de realisatie van betonnen platen op de bestaande terrassen volgens de voorschriften vermeld in de paragraaf "Algemeenheden" van dit hoofdstuk. De bestaande terrassen worden behouden en er wordt een bijkomende betondikte gegoten. Deze aanvoer wordt stevig verbonden met de bestaande plaat door middel van chemische verankerde bewapeningen in de bestaande terrassen. Er wordt voorzien om een kleine bijkomende neus te maken aan de bestaande terrassen om de nieuwe voorziene muur tegen te houden; deze neus wordt bekist. Alle elementen, materialen, werken en leveringen zijn inbegrepen in de prijs van deze post: bekistingen, toebehoren, be- en ontkistingsproducten, doorgangen voor technieken, uitsnijdingen en uitsparingen, het schoonmaken van de zichtbare elementen en de bijwerking van de scherpe hoeken en randen, enz. De platen worden in 1 keer gegoten, behoudens indicatie van de ingenieur en/of architect. De ontkisting moet gebeuren volgens de richtlijnen van de ingenieur en ten minste na 28 dagen. Wapeningspercentage: 110kg/m³ Meetcode: per m³

3.4. Bewapeningsstaal voor gewapend beton In deze post staan de verschillende staalkwaliteiten vermeld, onderverdeeld aan de hand van de artikels van dit bestek. De definitieve hoeveelheden zullen bepaald worden door de borderellen van de uitvoeringsplannen. Het staal beantwoordt aan de eisen van de reeks NBN A24 en de bepalingen van bijlage 1 bij de circulaire nr. 546-17. De stangen van staalkwaliteit: BE 500 S zijn voorzien. De uitvoering beantwoordt aan de NBN B15-104. De bedekking van de staven moet beantwoorden aan de normen. De nodige afstandhouders, die voorzien zijn voor het realiseren van de geëiste betonbedekking worden niet in rekening gebracht in de hoeveelheid staal maar zijn inbegrepen in de prijs. Voor de meting bedraagt de volumetrische massa van het staal 7850 kg/m3. Meetcode: per kg

3.5. Betonherstellingen Deze post omvat de herstellingen van de platen, balken en zuilen van beton (zichtbare bewapeningen, gebroken beton en barsten, ...). De prijs van de aannemer moet gerechtvaardigd worden door een afrekening. Deze moet de levering en de plaatsing die hierboven beschreven wordt, omvatten. Met inbegrip van de markering en de voorbereiding van de ondergrond. A. Aanbrengen van een hechten beschermmortel op de bewapeningsijzers Beschrijving: Passiveringspleister gebonden met cement, met 1 component, verbeterd door de toevoeging van synthetisch hars en silica fume. Toepassingsgebieden: Als beschermlaag van betonijzers, als aanhechtingslaag op oude beton en mortel, vóór het aanbrengen van de herprofileringsmortel. Voordelen: Aanmaak enkel met water, eenvoudig in gebruik en gemakkelijk aan te brengen. Uitstekende hechting op staal en beton. Uitgesproken barrière-effect tegen water en chloriden. Waterdicht. Goede mechanische eigenschappen. Bestand tegen strooizouten volgens de norm SIA 162/1. Aanbrengen mogelijk door spuiten. Kenmerken: Opslaan in de onaangebroken, oorspronkelijke verpakking, beschermd tegen het vocht; 6 maanden houdbaar, okergeel van kleur. Algemene eigenschappen: Densiteit (bij +20 °C): poeder: 1,15 kg/l (zichtbaar); verse mortel: 2,0 kg/l Mechanische sterkte (na 28 dagen): Compressie: 45-55 N/mm²

Dossier 654

p 8/19


Tractie door flexie: 5,5 - 7,5 N/mm² Module E (statisch) Ongeveer 20.000 N/mm² Thermische uitzettingscoëfficiënt alfa: ongeveer 15.10-6 par °K Bestendigheid tegen de verspreiding van waterdamp μH2O: ongeveer 80 Bestendigheid tegen de verspreiding van koolstofdioxide μCO2: ongeveer 200 Zijn van toepassing: Verbruik: Als aanhechtlaag: 1-5 tot 2,0 kg/m² droge mortel naar gelang van de aard van de ondergrond. Als bescherming van de bewapeningen: ongeveer 2 kg/m² droge mortel voor 2 lagen van 1 mm dik. Voorbereiding van de betonondergrond: De betonondergrond moet gezond zijn, vrij van brosse delen, stof en vuil. Alle olie-, was- of cementmelklagen moeten absoluut verwijderd worden. Betonijzers: Schoon, vrij van olie, vet, roest, walshuid en betondeeltjes. Optimale reiniging door zandstraling Sa2. Menverhouding: Voor het aanbrengen met het penseel: water: mortelpoeder = 1: 4,75 delen in gewicht (of 1: 4,13 delen in volume), hetzij 1,05 l water per zak van 5 kg of 5,25 l water per zak van 25 kg. Voor het aanbrengen door spuiten: water: mortelpoeder = 1: 5 delen in gewicht (of 1: 4,35 delen in volume), hetzij 1 l water per zak van 5 kg of 5 l water per zak van 25 kg. Mengsel: De hoeveelheid water volgens de mengverhouding in een geschikt recipiënt gieten. Langzaam het poeder toevoegen onder voortdurend roeren. Vervolgens gedurende ten minste 3 minuten mengen met een elektrische menger die draait op lage snelheid (ten hoogste 500 t/min) om zo weinig mogelijk lucht in het mengsel te brengen. Na het aanmaken moet Sika MonoTop-610 een consistentie hebben die gemakkelijk met het penseel aangebracht kan worden. Praktische gebruiksduur: 90 - 120 minuten bij +23 °C Aanbrengtemperatuur Ten minste + 5 °C - Ten hoogste + 30 °C. Aanbrengen: Toepassing: 1. Als bescherming van de bewapeningen: Op vooraf behandelde betonijzers een laag aanbrengen van ongeveer 1 mm dik, met een halfhard penseel of met het pistool. De tweede laag van dezelfde dikte wordt aangebracht na een wachttijd van 4-5 uur bij + 20 °C. 2. Als aanhechtlaag: Met het penseel, met de rol of met behulp van een geschikt pistool, op de vooraf voorbereide en tot capillaire verzadiging bevochtigde ondergrond. Om een optimale aanhechting te verzekeren, wordt aangeraden de gietmortel goed te laten indringen in de ondergrond en eveneens in de zones met oneffenheden. Het aanbrengen van de herprofileringsmortel gebeurt vervolgens vers op vers op de aanhechtmortel. Reiniging van het gereedschap: De werktuigen en het werkgerei worden afgewassen met water terwijl de mortel nog niet uitgehard is. Na verharding is enkel het mechanisch schoonmaken mogelijk. Gebruiksvoorzorgen: Veiligheidsmaatregelen De bijtende werking van de cementdeeltjes houdt gevaar in bij contact met de ogen en kan een ontvetting en irritaties veroorzaken bij contact met de huid. Daarom wordt aanbevolen om een bril en beschermkleding te dragen bij het aanmaken en aanbrengen. De mortel in poeder is een verontreinigende stof voor water en moet op conforme wijze weggegooid worden. Dit product mag niet in de leidingen, in de waterlopen of in de bodem gegoten worden. Lagen inwerken met 20 delen water

Dossier 654

p 9/19


en het verharde product elimineren. B. Aanbrengen van een gebruiksklare, vezelhoudende eencomponent mortel op basis van synthetische polymeren voor de herstellingen in de dikte en de weerstand tegen sulfaten Beschrijving: Eencomponent mortel met gecontroleerde krimp op basis van gemodificeerde hydraulische bindmiddelen, synthetische polymeren, silica fume, synthetische microvezels voor het controleren van de krimp en waterreducerende additieven. Dankzij de eventuele toevoeging van metalen vezels krijgt deze mortel bijzondere kenmerken op het vlak van de buigsterkte, de schokweerstand en hoge rekbaarheid. Toepassingsgebieden: Deze mortel is bijzonder goed geschikt voor het voorbereiden en verstevigen van beschadigde structuren in gewapend beton, de herstelling van structuren die blootstaan aan belastingen en aan schokken. Dankzij de toevoeging van metalen vezels is deze mortel, bovendien, bijzonder geschikt voor het herstellen en verstevigen van structuren in gewapend beton die een seismische schok ondergaan hebben (knopen, balk, zuil); de herstelling van structuren die sterk belast worden, de herstelling van vloeren op basis van industriële cement, cement voor wegen en luchthavens. Voordelen: Bevat synthetische harsen. Uitstekende verwerkbaarheid, uitstekende hechting op de materialen die het meest gebruikt worden in de bouwsector (beton, steen, baksteen, enz.); gecontroleerde krimp; hoge mechanische weerstanden (flexie, compressie, aanhechting); chemische weerstand in een verontreinigd milieu; bestendigheid tegen vorst en strooizout; hoge thixotropie. Kenmerken: Opslaan in de oorspronkelijke verpakking, beschermd tegen het vocht; grijs van kleur. Algemene eigenschappen: Aspect: poeder; dichtheid: 2,34 kg/l; korrelgrootte: Dmax: 2,5 mm Stabiliteit: goed - thixotroop. Druksterkte: 24 uur: ≥ 30 N/mm²; 3 dagen: ≥ 34 N/mm²; 28 dagen: ≥ 60 N/mm² (gegevens verkregen na tests met een verhouding water/product = 14,5 %, +20 °C en 90 % r.v;) DM 03.06.68 – 22.09.93 Buigsterkte: 24 uur: ≥ 6 N/mm²; 3 dagen: ≥ 7 N/mm²; 28 dagen: ≥ 8 N/mm² (gegevens verkregen na tests met een verhouding water/product = 14,5 %, +20 °C en 90 % r.v;) DM 03.06.68 – 22.09.93 Elasticiteitsmodule ≥ 29.000 N/mm² UNI 6556 Breukweerstand: ≥ 8,7N/mm² methodologie Autosnelwegen UNI 6132-72 Gecompenseerde krimp: ~ 0,500 ‰ Weerstand tegen carbonatatie: K 0,27 mm/jaar Weerstand tegen de vorst-/dooicycli: geen enkele beschadiging RILEM CDC 2-77 Weerstand tegen sulfaten: volgens ASTM C 88 Opmerking bij de toepassing: Verbruik ~ 20 kg/m²/cm Kwaliteit van de ondergrond: de ondergrond moet 28 dagen oud zijn en een cohesie hebben van ten minste 1 N/mm² bij directe tractie. Voorbereiding van de ondergrond: Alle loszittende delen of delen die niet voldoende hechten, verwijderen door manueel of mechanisch decaperen. Het wegsnijden van de oppervlakkige laag moet toelaten dat ten minste 1 cm mortel aangebracht wordt. De omtrekken van de te herstellen delen moeten verticaal afgeslepen worden met de schijf over een minimale diepte van 1 cm. De barsten moeten opengemaakt worden om een correcte opvulling met de mortel toe te laten. De oppervlakken moeten algemeen schoongemaakt worden door zandstralen, hydro-zandstralen, hydro-wassen op hoge druk (400 bar) voor het verwijderen van alle bestaande bekledingen, stof, cementmelk en ieder spoor van oxidatie van de bewapeningsijzers die bloot gemaakt werden tijdens de voorbereidingsfase. De ijzers moeten behandeld worden met ten corrosieremmer Sika MonoTop-610.

Dossier 654

p 10/19


Voorbereiding van het mengsel: Voor een zak van 25 kg poeder, 3,5 tot 4 l water, afhankelijk van de gewenste verwerkbaarheid. Gedurende ongeveer drie minuten een zak Sika MonoTop-624 mengen met water gebruik makend van een elektrische menger op lage snelheid tot een homogene massa wordt verkregen met de consistentie van de plastische thixotrope mortel. Temperatuur van de ondergrond: minimum +5 °C, maximum +30 °C Omgevingstemperatuur: minimum +5 °C, maximum +30 °C Aanbrengen: Toepassing: 1. - De ondergrond tot afdruipen bevochtigen. De vezelhoudende mortel Sika MonoTop-624 rechtstreeks met de omgekeerde troffel of met de machine aanbrengen, waarbij goed wordt geduwd en de ondergrond goed wordt verdicht. Aanbevolen maximale dikte per laag: 2,5 - 3,0 cm. Gladstrijken met de troffel en afwerken met het plastieken of houten strijkspaan wanneer de mortel begint te drogen. 2. Bescherming van de mortel: zoals elke hydraulische mortel moet Sika MonoTop-624 tijdens het drogen en het uitharden beschermd worden tegen vorst, regen, wind en zon. Reiniging van het gereedschap: De werktuigen moeten worden afgewassen met water vóór de mortel begint uit te harden. Gebruiksvoorzorgen: Veiligheidsmaatregelen Analoge manipulatie als bij cement. Er wordt aangeraden de ogen en de handen te beschermen. In het geval van spatten in de ogen, overvloedig spoelen met zuiver water. Niet in de riolering, de waterlopen of de bodem gieten. Vernietigen in een erkend centrum. Betreft: herstelling van de betonnen platen, balken en zuilen van het gebouw. Meetcode: per netto dm², te rechtvaardigen, met een minimum van 1 dm² per interventie.

Dossier 654

p 11/19


4.

ELEMENTEN VAN STAAL

Definitie: De post "structuurelementen van staal" omvat alle werken en leveringen voor de realisatie van de bouwwerken van staal, met inbegrip van alle assemblagesystemen, de eigenlijke uitvoering, alle boutverbindingen, de aansluiting op de ruwbouw, de verankeringen, het toebehoren, de bescherming tegen corrosie, … De externe elementen die blootgesteld zijn aan de weersomstandigheden moeten een afwerkbehandeling krijgen die voorgeschreven is door de architect (verzinking, antiroestverf, ...) De aannemer moet erover waken dat de prijs van deze behandelingen goed gespecificeerd en gedetailleerd is in zijn prijsofferte. De assemblages moeten op passende wijze en doeltreffend beschermd worden na de installatie van de structuur. Conform de bepalingen van het bijzonder bestek, moeten de eenheidsprijzen die inbegrepen zijn in deze post altijd, hetzij volgens de expliciete opsplitsing in de samenvattende opmetingsstaat, hetzij in hun totaliteit het volgende omvatten: §

in voorkomend geval, het opmaken van de stabiliteitsstudie en de uitvoeringstekeningen;

§

de herstelling en de bewerking van het staal in de werkplaats (koppelen, plooien, ...), met inbegrip van alle assemblages door lassen en met bouten;

§

de bescherming tegen corrosie door metallisatie, thermisch verzinken en/of antiroestverfsystemen ...

§

de levering en de montage van de constructie-elementen van staal op de bouwplaats, met inbegrip van alle assemblage-, steun- en verankeringsvoorzieningen.

De voorschriften van aflevering VII - 1ste deel - editie 1988 - Metalen constructies, technische specificaties zijn van toepassing. Ze worden aangevuld met de normen van de reeksen NBN A 21 en NBN A 24. De berekeningen gebeuren volgens NBN reeks B 51 (Eurocode 3). De werkingen die in aanmerking genomen moeten worden, beantwoorden aan NBN reeks B 03 - Werkingen op constructies. De aannemer legt de detail- en uitvoeringsplannen met betrekking tot de metalen constructies ter goedkeuring voor aan de ingenieur. Deze documenten moeten geleverd worden binnen een termijn die de realisatie van de werken toelaat volgens de voorziene algemene planning en rekening houdend met de goedkeuringstermijnen vastgelegd in art. 3 § 3 van het typebestek 100 van 1984. Het decaperen gebeurt conform art. 6 van aflevering X - 1ste deel. Materiaal: Staalsoort: FE 360 Uitvoering: Behoudens andersluidende bepalingen op de detailplannen en/of het bijzonder bestek, moet de assemblagewijze van de verschillende elementen onderling (door lassen, met bouten, gelaste pennen, klinknagels, ...) voorgesteld worden door de aannemer, indien van toepassing, ondersteund door de nodige berekeningen. De berekeningen voor de assemblages moeten uitgevoerd worden conform de voorschriften van de laatste editie van de normen NBN B 51-001, NBN B 51-002, NBN 117, NBN 212, aangevuld door het typebestek 104 (1963), met addendum van 1973, hoofdstuk 27. De uitvoeringswijze moet bovendien voldoen aan de volgende criteria van algemene orde: §

de aannemer moet erop toezien dat de toegepaste assemblagesystemen perfect verenigbaar zijn met de andere structurele, technische en/of afwerkingelementen waaruit het bouwwerk bestaat.

§

De assemblages moeten ieder verplaatsing van de stukken verhinderen. Een knoop of een assemblagestuk mag pas breken bij een belasting die ten minste gelijk is aan 2,25 keer de nuttige belasting.

§

De elementen van een bouwwerken die in één enkel stuk voorgesteld worden op de plannen, mogen niet uit meerdere stukken bestaan die geassembleerd zijn door lassen of door iedere andere assembleerwijze.

§

Alle zijden die elkaar raken, moeten perfect vlak en recht gemaakt zijn. Het vlak en recht maken gebeurt met de vlakschaafmachine of met de walsmachine, met uitsluiting van hameren of uitkloppen.

§

Alle stukken die, volgens de indicaties op de plannen, moeten aansluiten tegen andere elementen, de belegstukken onder verstevigingen, onder hoekstukken, onder steunplaten, enz., de verstevigingen, lasplaten, … moeten op de juiste maat gesneden en geëgaliseerd worden, met rechte randen die goed

Dossier 654

p 12/19


aansluiten. Het snijden en inkorten van de elementen moet gebeuren zonder barsten, scheuren of andere vervormingen van het metaal te veroorzaken. §

De benen van de bevestigingshoeken die aangebracht worden in paren, op de uiteinden van de elementen, moeten zich volledig in hetzelfde vlak bevinden, om een perfect contact te waarborgen over de volledige oppervlakte.

§

De voegen moeten afgewerkt worden vlak afgewerkt worden zodat de gestuikte assemblages goed afgedicht zijn, en meer in het bijzonder op de plaatsen die onder spanning staan.

§

Voor de scharnierelementen worden de stukken geassembleerd met behulp van cilindervormige beugels; de stijve assemblages worden gerealiseerd met behulp van krammen of pennen.

§

Behoudens specifieke bepalingen op de detailplannen en/of het bijzonder bestek, moeten de assemblages in de werkplaats en op de bouwplaats voorgesteld worden door de aannemer.

Assemblages met bouten: De assemblages met bouten moeten uitgevoerd worden conform de NBN reeks E 27, NBN 293 en hoofdstuk 7 van aflevering VII. De openingen voor de bouten moeten zorgvuldig geboord worden, met een diameter die 1 mm groter is dan deze van de bout. Specificaties §

De bouten zijn van het type klasse 8.8 volgens de Eurocode 3.

§

Alle bouten en moeren moeten vercadmiumd zijn.

Voorgespannen bouten Wanneer de bouten van een specifieke assemblage niet aangespannen kunnen worden met een dynamometrische moersleutel, mogen ze aangespannen worden met een normale sleutel, op voorwaarde echter dat de volgende praktische regels worden nageleefd: §

aanspanning met beperkt koppel om de geassembleerde elementen in contact te brengen; dit koppel is vergelijkbaar met het koppel dat verkregen wordt met behulp van een handsleutel en stemt overeen met het begin van het gehamer van de slagmoeraanzetter.

§

de definitieve aanspanning wordt vervolgens verkregen door bijkomende draaiing, in de richting van de metrische draad A° = e+d+90° (waarbij a°= rotatiehoek, e = totale dikte van de aangespannen elementen, d = diameter van de bout in mm.)

Assemblages door lassen: De gelaste assemblages moeten uitgevoerd worden conform NBN EN 1011, NBN EN 1708, NBN 212, NBN 228 en hoofdstuk 9 van aflevering VII. De assemblages door lassen mogen, in principe, uitsluitend in de werkplaats gebeuren, in gunstige omstandigheden en door een bekwaam lasser. Wanneer het, mits de goedkeuring van de adviserende ingenieur, als gevolg van aanpassingen uitgevoerd op de bouwplaats, nodig is om ter plaatse te lassen, moet dit gebeuren in de beste klimatologische omstandigheden en moet de las door metallisatie beschermd worden tegen oxidatie. De aannemer moet een lasprogramma ter goedkeuring voorleggen aan de projectontwerper. De lassen moeten van goede kwaliteit zijn en worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst. De stukken moeten geassembleerd worden door continu lassen, zonder onderbrekingen of holtes. In het bijzonder voor de stukken buiten moet bijzondere aandacht besteed worden aan een doeltreffende bescherming tegen corrosie. Alle lasbraam, krassen en uitsteeksels worden moeten zorgvuldig verwijderd worden door borstelen, slijpen of zandstalen en worden zorgvuldig geschuurd. Chemische verankeringen: De chemische verankeringen van bouten in een bestaande betonnen structuur. Ze worden gerealiseerd door chemische verankering in een boorgat. De aannemer moet een technische fiche van het gebruikte product ter goedkeuring voorleggen aan het studiebureau. Op deze fiche moeten de aard van de verankering en de plaatsingsvoorwaarden (afmetingen van de boring afhankelijk van de diameter van de te verankeren bout, ...) vermeld staan. De verankerdiepte moet ten minste gelijk zijn aan 10 x de diameter van de verankerde bout. Toepassing: Volgens gedetailleerde opmetingsstaat en detailplannen in bijlage. Meetcode: per kg

Dossier 654

p 13/19


Enkel deze conventionele theoretische massa wordt in rekening gebracht. Deze wordt bepaald door de berekening op basis van de overzichten van stukken, opgesteld door de aannemer, conform de uitvoeringsplannen. Er wordt uitsluitend rekening gehouden met de geometrische vorm van de stukken. De uitsnijdingen en holtes worden niet afgetrokken. Er wordt geen enkel massasupplement in rekening gebracht voor soldeersel, bouten, moeren en sluitringen, aansluitpennen, afval en walstoleranties. Er wordt echter een percentage tussen 0 en 15 % extra opgenomen op de opmetingsstaat van de aanbesteding om rekening te houden met alle assemblagestukken. Dit percentage is onbetwistbaar en wordt vastgelegd door de ingenieur. De verbinding van de balken aan de bestaande structuur door chemische verankering is inbegrepen in de eenheidsprijs. De volumieke massa van het staal is conventioneel vastgelegd op 7.850 kg/m³.

4.1. Zuilen Deze post omvat alle metalen zuilen die geplaatst moeten worden, met inbegrip van alle aansluiten assemblagestukken. Alle zuilen moeten gevuld worden met beton. Meetcode: per kg

4.2. Balken Deze post omvat alle metalen balken die geplaatst moeten worden, met inbegrip van alle aansluiten assemblagestukken. In het geval dat 3 balken naast elkaar worden geplaatst, moeten ze elke 50 cm onderling verbonden worden door middel van M12-bouten, vóór het plaatsen van een houten vloerbalk tussen de 2 balkkernen. Voor de balken die in het beton liggen, moeten beugels met diam. 6 op deze balk gelast worden om een goede aanhechting van het beton te garanderen. Meetcode: per kg

4.3. Balken met beveiliging RF 1u Deze post omvat alle metalen balken die geplaatst moeten worden, met inbegrip van alle aansluiten assemblagestukken. In het geval dat 2 balken naast elkaar worden geplaatst, moeten ze elke 50 cm onderling verbonden worden door middel van M12-bouten, vóór het plaatsen van een houten vloerbalk tussen de 2 balkkernen. Vóór de plaatsing van deze balken wordt een verf met RF 1u aangebracht. Deze verf moet dezelfde kleur hebben als de verf van het plafond die gekozen wordt door de architect. De aannemer met alle technische fiches van deze verf alsook de nodige attesten voorleggen, om te overhandigen aan de brandweermannen bij hun bezoek aan de bouwplaats. Meetcode: per kg

Dossier 654

p 14/19


5.

METSELWERKCONSTRUCTIE 5.1. Opgaand metselwerk

5.1.1. Algemeenheden Beschrijving: De post 'opgaand metselwerk' omvat alle elementen, werken en leveringen die betrekking hebben op het bovengrondse metselwerken, dewelke noch met de grond in aanraking komen, noch aan weersinvloeden zijn blootgesteld. Hierin begrepen zijn alle dragende binnenmuren, binnenspouwbladen (het langs binnengelegen deel van de buitenmuren), alsook de massieve buitenmuren, welke worden voorzien van een gevelbepleistering. Materiaal: Metselstenen - blokken: Conform de Belgische norm NBN 24-001 - Metselstenen - wordt er een terminologisch onderscheid gemaakt tussen drie soorten 'metseltenen' volgens hun geometrische vorm: volle metselsteen, geperforeerde metselsteen en holle metselsteen. Metselwerk dat bestaat uit bouwelementen die aangepast zijn aan het modulaire systeem volgens NBN B04001. De karakteristieke druksterkte (f´bk) van de metselstenen of blokken wordt bepaald op basis van de NBN B24201 en de berekeningsresultaten volgens NBN B 24-301 - Ontwerp en berekening van metselwerk (1980). Ze bedraagt ten minste 5N/mm². Metselmortel: De samenstelling en de bereiding van de mortels voor het metselwerk gebeuren conform de norm NBN reeks van B 14-001 tot B14-221. De aannemer past de samenstelling van de mortel en de keuze van de additieven aan volgens de kenmerken (porositeit, hardheid, drukweerstand, ...) van de metselsteen en volgens de geëiste sterkte van de metselwerkelementen. Hij neemt alle verantwoordelijkheid op zich in dit verband. De invloed van de kwaliteit van de mortel op de sterkte van het metselwerk is groter naarmate de verhouding tussen de dikte van de voeg en deze van de metselsteen groter is. In geval van twijfel over de totale draagkracht van het metselwerk in zijn geheel, kan deze getest worden door proeven met muurtjes. De tests zijn ten laste van de in fout zijnde partij. De mortels worden onderverdeeld in genormaliseerde klassen volgens NBN B 14-001(1985). De mortel behoort ten minste tot de klasse M2. In de mortels voor het metselwerk zijn additieven enkel toegelaten mits akkoord van het bouwteam; verhardingsvertragers zijn niet toegelaten. Uitvoering: Het metselwerk wordt uitgevoerd volgens NBN B24-401. De metselmortel wordt verwerkt volgens de richtlijnen van NBN B 14-001 - Metselmortel (1985). Toleranties op het niveau van het metselwerk: zie Algemene prijsopgave, 2de deel, Levering 6, index T.32.8 en TV-95 index 5.23. De nodige maatregelen worden genomen om het gerealiseerde metselwerk te beschermen tegen de regen en/of het intense zonlicht. Aan het einde van elke werkdag en in een periode van regen dekt de aannemer de bovenste lagen van het metselwerk af, zodat er zich geen water kan opstapelen in de steenholten. De bedekking moet ten minste 60 cm van de muur beschermen, te rekenen vanaf de bovenzijde van deze laatste. Bij warm en droog weer wordt het vers metselwerk regelmatig maar licht besproeid om uitdroging te voorkomen. Om voldoende hechting te verkrijgen tussen de mortel en de metselsteen, zal de noodzaak van een voorafgaande bevochtiging overwogen worden, afhankelijk van de kenmerken van de baksteen, van de mortel en van de weersomstandigheden. In een periode van langdurige droogte worden de blokken/metselstenen de dag voor hun verwerking bevochtigd. Bevochtigen door onderdompeling is verboden. Alle regels van de kunst worden in acht genomen om ervoor te zorgen dat het metselwerk er regelmatig en verzorg uitziet. Alle muren worden loodrecht, haaks en mooi glad uitgevoerd. Alle randen en openingen zijn volledig loodrecht,

Dossier 654

p 15/19


het zichtbare deel is mooi glad. Het metselwerk van elke laag moet gerealiseerd worden met behulp van een loden draad. Het werk zal verworpen worden als de toleranties met betrekking tot de venster- en deuropeningen niet gerespecteerd worden. Alle voegen hebben overal dezelfde dikte, ze zijn horizontaal en rechtlijnig. De gemiddelde nominale dikte van de voeg bedraagt 10/12 mm, rekening houdend met de toleranties op de gebruikte metselstenen. De dikte van de gemiddelde voeg wordt gecontroleerd op 10 lagen metselwerk. Alle eindvoegen opverlappen elkaar. Behoudens andersluidende vermelding in de bijzondere prijsopgave worden de muren opgericht met een halfsteensverband (snelbouw). Koppelstukken: - De aansluiting tussen gelijkaardig metselwerk moet gerealiseerd worden door de continuïteit van het metselverband. Alle muren die een geheel vormen, worden tegelijk gebouwd. - Metalen verankering (bewapeningsstrips/-staven) voor metselwerk en beton en voor de verschillende metselwerken onderling. - Getande koppelingsvoegen voor nieuw en bestaand metselwerk, elke 3 lagen. - De hoeken, randen en uitsprongen worden beschermd tegen afbrokkeling en iedere andere mogelijke schade. - In het geval van schade voert de aannemer de herstellingen uit op zijn kosten. - Op de plaats van de openingen in de buitenmuren, wordt de holle muur dichtgestopt met een paneel op de binnenspouw, waarbij tussen de holle binnen- en buitenmuur een ruimte gelaten wordt van 3 cm, opgevuld met een isolatie van de juiste dikte, identiek aan deze die voorzien is voor de holle muur. - Voor het metselwerk dat zichtbaar blijft, worden de metselstenen voor het nivelleren gezaagd en niet gekapt; de metselstenen die geen regelmatige vorm hebben of er niet regelmatig uitzien, worden niet gebruikt. De nodige voorzorgen worden genomen om ervoor te zorgen dat de gevel er verzorgd en niet bevuild uitziet.

5.1.2. Opgaand dragend metselwerk in betonblokken - Herstelling van schachtmuren na de plaatsing van de balken Materiaal: De betonblokken voldoen aan de norm NBN B21-001. Het specifieke gewicht van de blokken is groter dan 1200 kg/m³. De karakteristieke druksterkte (f bk) van de blokken bedraagt ten minste 15 N/mm2. De metselmortel beantwoordt aan de categorie M2 van NBN B14-001. Uitvoering: In aanwezigheid van grote druk worden de betonblokken volledig gevuld met beton H volgens de index 26.0.02.1 van bestek 104, en gewapend indien nodig. De zichtbare zijden van het metselwerk bestaan uit hele en volle metselstenen. In de hoeken wordt het metselwerk gerealiseerd in assemblage. De dwarsmuren achteraan, daarentegen, worden niet ingemetseld, maar goed verbonden met de continue muur door koppelingsbewapeningen in de voegen. In de binnenzijden van de deuren vensteropeningen, wordt gebruik gemaakt van klossen met afgeronde staart, in Noords grenen nr. 414 van NBN 199, vooraf geïmpregneerd met een rotwerend product volgens STS 31.04.31.12, of klossen op basis van cement en van inerte, onbederfelijke materialen. Het metselverband mag niet onderbroken worden door de plaatsing van de klossen. In het geval van metselwerk dat zichtbaar blijft, mogen de klossen na afwerking niet zichtbaar zijn. In de binnenzijden van de openingen voor brandwerende deuren en vensters, worden speciale onbrandbare klossen gebruikt. In het metselwerk dat achteraf gevoegd, bepleisterd of betegeld zal worden, worden de voegen uitgekrabd tot op ten minste 1 cm achter het zichtbare deel. Voor het dragende metselwerk kunnen op de stabiliteitsplannen de bijkomende eisen vermeld staan op het vlak van druksterkte. Als op de detailplannen een andere dikte vermeld staat voor de dragende muren dan de plannen van de architect, zijn het de stabiliteitsplannen die primeren. De maat moet indien nodig aangepast worden aan de wijzigingen.

Dossier 654

p 16/19


Specificaties: Oppervlaktestructuur voor het metselwerk dat zichtbaar blijft: glad Afmetingen voor het metselwerk dat zichtbaar blijft: modulaire afmetingen volgens het voorstel van de aannemer. De metseltenen/blokken zijn hol. Omvang: Uitgeholde krammen inbegrepen, de niet-ingemetselde koppelingsbewapeningen van de muren zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. De lateien van de openingen die niet vermeld staan op de betonplannen van het bureau van de ingenieurs zijn inbegrepen in het metselwerk van de muur waarin ze zich bevinden. De isolaties tegen het opstijgend vocht, de isolatie tegen het vocht in de holle muren en de bewapeningen zijn inbegrepen in de prijsberekening van dit artikel. Toepassing: Herstelling van de muren na de plaatsing van de balken. Meetcode: per m³, verdeeld indien nodig per gevraagde drukbestendigheid, indien verschillend. De openingen kleiner dan 0,5 m² worden niet afgetrokken.

Dossier 654

p 17/19


6.

CHEMISCHE VERANKERINGEN 6.1. Chemische verankeringen van bewapeningsstaven in het beton

Deze post omvat het leveren en het aanbrengen van chemische verankeringen in de bestaande betonnen structuur. Ze worden gerealiseerd door chemische verankering in een boorgat. De aannemer moet een technische fiche van het gebruikte product ter goedkeuring voorleggen aan het studiebureau. Op deze fiche moeten de aard van de verankering en de plaatsingsvoorwaarden (afmetingen van de boring afhankelijk van de diameter van de te verankeren staaf, ...) vermeld staan. De verankerdiepte moet ten minste gelijk zijn aan 10 x de diameter van de verankerde staaf. Meetcode: per stuk. De prijs omvat de boring en de verankering van de staaf. De bewapeningsstaaf is opgenomen in de specifieke post.

Dossier 654

p 18/19


7.

TE BOUCHARDEREN OPPERVLAKTE

Deze post omvat het boucharderen van de bestaande tegels van de terrassen. Dit wordt uitgevoerd om een perfecte aanhechting te verkrijgen tussen de bestaande tegel en de nieuwe tegel. Na het boucharderen van de tegel is er geen enkel glad deel van de bestaande tegel zichtbaar. Deze bouchardering zal uitgevoerd worden over een dikte van ten hoogste 10 tot 15 mm en de bestaande bewapeningen mogen in geen geval beschadigd worden. Meetcode: per m²

Dossier 654

p 19/19

Isolatie en bekleding van de hoofdgevels van twee woongebouwen en renovatie van 58 woningen Plejadenlaan 52 tot Brussel

Recommend Documents