Toegepaste biometrie op Rudolf Hess, Adolf Hitler, Bernard Montgomery en de Noord- Koreaanse dictator Kim Jong-il
Dubbelgangers Ontmaskerd
Met een andere manier van observeren één van de allerlaatste raadsels van de Tweede Wereldoorlog opgelost!
At Voorhorst
ISBN: 978 90 81 5545 1 0 0
Disclaimer Titel: Dubbelgangers Ontmaskerd, 2010 At Voorhorst Website en -redactie: Alexandra van Schubert Webontwerp en techniek: Helga de Boer ISBN: 978 90 815545 1 0 Onafhankelijk Hierbij verklaart de auteur dat dit onderzoek tot stand kwam zonder belangenconflict en zonder financiële ondersteuning van derden. Alle rechten voorbehouden Dit e-book mag slechts gedownload worden voor privédoeleinden. Ander gebruik is slechts toegestaan met voorafgaande schriftelijke toestemming van de schrijver. Hoewel dit e-book met de grootst mogelijke zorgvuldigheid is opgesteld, aanvaardt de schrijver geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schrijf-/typefouten, onjuistheden en/of onvolledigheden. De schrijver aanvaardt evenmin aansprakelijkheid voor mogelijke directe of indirecte schade die zou kunnen zijn ontstaan door technische storingen of door gebruik van de op de website aangeboden informatie. Aan de inhoud van deze website kunnen op geen enkele wijze rechten worden ontleend of aanspraken worden gemaakt. Wat betreft de gebruikte afbeeldingen moet vermeld dat die nergens bedoeld zijn als illustraties maar steeds als noodzakelijke elementen voor het betoog, waarbij de schrijver zich beroept op het beeldcitaatrecht. Er werd waar mogelijk getracht de rechthebbenden van het in dit boek besproken beeldmateriaal, te achterhalen. In het geval van onbedoeld onjuiste bronvermeldingen wordt rechthebbenden verzocht dit kenbaar te maken zodat de juiste bron alsnog bij het betreffende beeldmateriaal vermeld kan worden. All rights reserved No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means whithout written permission from the author. Downloading is accepted just for private use when not for commercial reasons.
1
Dubbelgangers Ontmaskerd Men kan alleen zien wat men waarneemt, en men neemt alleen die dingen waar die al in de geest aanwezig zijn. Alphonse Bertillon (1853/1914), pionier op het gebied van de biometrie en de antropometrie
2
Over de auteur
At Voorhorst (1953, Zwolle) Ik ben van beroep fysiotherapeut en manueeltherapeut. Naast mijn werk verdiepte me in de concentratiekampen van het Derde Rijk, op zoek naar de donkerste krochten in de menselijke geest en de uiterste grenzen van het menselijk incasseringsvermogen. Tot op een mooie zondagmiddag een vriend op bezoek kwam met een bijzonder boek: µ+LHUPRHWMHGLWHHQVOH]HQRQJHORIHOLMN«¶+HWERHNKHHWDe moord op Rudolf Hess en is geschreven door Hugh Thomas, een Brits chirurg die het lichaam van de Duitse oorlogsmisdadiger Rudolf Hess onderzocht en zeer goede redenen had om te veronderstellen dat er een dubbelganger tussen de muren van het gevangeniscomplex in Spandau huisde. Het boek was zo bizar en intrigerend, dat mijn vriend het nooit heeft teruggezien. Twee volle jaren lag het op mijn nachtkastje totdat ik het, bij gebrek aan andere literatuur, ging herlezen. Ondertussen had ik me bijna wanhopig afgevraagd of er een oplossing was te bedenken voor de dubbelgangerproblematiek. Ik kreeg plotseling een ingeving toen ik, om Rudolf Hess µbeter te leren kennen¶, digitale fotodatabanken ging bezoeken en duizenden afbeeldingen aantrof. 2SPHHUGHUHIRWR¶VVWRQG+HVVWRHYDOOLJDIJHEHHOGLQYRRUNHXUVKRXGLQJen die ik onmiddellijk als zodanig herkende omdat ze een belangrijke rol spelen in het Systeem Van der Bijl, een behandelmethode voor slecht functionerende wervels in de rug. Ervan overtuigd dat ik daarmee een sleutel in handen had gekregen om de zaak-Hess op te lossen liet ik een notariële akte opmaken om het idee vast te leggen en begon mijn onderzoek. Mijn manier van werken is niet alleen toepasbaar op Rudolf Hess, maar ook op andere - veronderstelde - dubbelgangers. Steeds weer duiken er verhalen op over al dan niet geregisseerde persoonsverwisselingen waarbij te denken valt aan Saddam Hussein, Kim Jong-il en John Demjanjuk. Met de kennis en de ervaringen die in dit e-book zijn vastgelegd kan iedereen een onderzoek naar zijn/haar favoriete dubbelganger opstarten. Helemaal probleemloos zal een dergelijk onderzoek niet YHUORSHQRPGDWHUUHNHQLQJJHKRXGHQPRHWZRUGHQPHWQRJDOZDWµPLWVHQHQPDUHQ¶'LHKRHYHQ echter niet af te schrikken, u vindt ze allemaal in deze publicatie. Mijn vriend - die van het boek - is nog steeds een goede vriend en hij vindt het geen probleem dat ik het min of meer in beslag nam, mijn fascinatie voor de materie was een afdoend excuus daarvoor.
3
Deel 1 De voorkeursbewegingen 59 Het armenkruisen 59 Andersom kruisen 59 +RHYDDNGHµUHFKWHUDUPYRRU¶ 61 Resultaat 61 Het handenvouwen 63 +HWµDUPenVWUHQJHOHQ¶ 67 Disclaimer 1 Resultaat 71 Over de auteur 3 Armen op de rug 72 Links- of rechtshandig? 75 Hoe zit dit e-book in elkaar 5 Een niet alledaags experiment 77 Nog meer aanwijzingen 78 Inleiding Conclusie 79 Voorwoord 7 Deel 2 Een woord van dank 9 Het mysterie 10 Vijf lichaamkenmerken en één Doelstellingen 15 gedragskenmerk 80 De vragen 17 De stand van de oren 80 Werkwijze en methode 20 Een kale kruin 83 Literatuuronderzoek 22 Een litteken? 84 Rimpels tussen de Hoofdstuk 1 wenkbrauwen 85 Een vingerafdruk van de tijd 85 Het systeem Van der Bijl 24 Resultaten 90 Theoretische achtergronden 25 De lichaamslengte 91 Adolphe Quételet en Alphonse Bertillon De intelligentie 93 25 De gewoonte µkakenklemmen¶ Samenvatting 28 Het anatomische verloop van de De biometrie 30 kauwspieren 97 Doel van de biometrie 32 De echte Hess een kakenklemmer? 97 Het handschrift 33 Hoe vaak kakenklemmen? 99 De betrouwbaarheid van de metingen 34 Deel 3
Inhoud
Dubbelgangers Ontmaskerd
Hoofdstuk 2 Rudolf Hess 37 Ernstig ziek 38 Alles gehuld in dichte mist 41 Jeugd 42 In Duitsland 43 Ten strijde 44 De verwondingen en littekens 44 Het einde 46 De tweede lijkschouwing 47 De nederlaag 48 Na de Eerste Wereldoorlog 49 Hess leert Hitler kennen 50 1932 en daarna 51 Naar Schotland 53 Hoofdstuk 3 Inleiding 56 Lichaamskenmerken 57
Over de brieven en een verkeerde foto 100 De brieven 100 Een verkeerde foto 104 Een oplichter? 106 Vervalsingen zijn niet uniek 107 Deel 4 Op dood spoor 109 Spitten 109 In de handen klappen 109 Het vaatpatroon 109 Het handschrift en de oren 112 Gebit 112 De hoeken van de neus 113 De poriën 115 Hoofdstuk 4 Statistiek en kansrekening 117 Probleemstelling 117
De controverse 118 De Bayesiaanse statistiek 120 De wiskundige kans 124 Gelijkend maar oneindig anders 126 Samenvatting 130 Het bewijs verwoord 132 Overzicht van de afhankelijke en onafhankelijke kenmerken 133 Conclusies 135 Tenslotte 138 Hoofdstuk 5 Dubbelgangers ontmaskerd 140 Saddam en McCartney 141 Adolf Hitler 142 Bernard Law Montgomery 145 Kim Jong-il 151 Toshimitsu Shigemura 152 Aan de slag 153 Voorkeursbewegingen 154 Aselect 155 Afbeeldingen handenvouwen voor en na 2003 156 Afbeeldingen handenklappen voor en na 2003 157 Afbeeldingen armenkruisen voor en na 2003 157 .LP¶VµODQJHUHFKWHUDUP¶ Nog een aanwijzing 159 Een dubbelganger? 160 Terugblik 163 Appendix Historisch perspectief van de manuele therapie 168 De chiropraxie 169 De osteopathie 170 De manuele geneeskunde 171 De orthomanuele geneeskunde 171 Samengevat 172 De secties Eerste sectie (Duitstalig) 173 Tweede sectie (Duitstalig) 180 Literatuur 186 Elektronische bronnen 188 Fotodatabanken 190 Zoekmachines 190 'YG¶V 190 Televisiedocumentaires 190 Dagbladen 191 Tijdschriften 191 Register 192
4
Hoe zit dit e-book in elkaar
Dit e-book kan gezien worden als een studie naar dubbelgangers en de rol die lichaamskenmerken - bij de verificatie van de identiteit - spelen. Ik maakte daarbij gebruik van de uitgangspunten van de manuele therapie volgens het Systeem Van der Bijl en van de biometrie. Na de Inleiding is in Hoofdstuk 1 ruimte gemaakt om kennis te maken met het Systeem Van der Bijl en uit te leggen waar biometrie nu eigenlijk voor staat. Hoe betrouwbaar zijn de biometrische lichaamskenmerken waar we tegenwoordig allemaal - gedwongen - zoveel veel mee te maken hebben? En, hebben we hier eigenlijk wel te maken met wetenschap in de meest pure vorm? Daarna volgt in Hoofdstuk 2 de kennismaking met Rudolf Hess en zijn familie, daaruit blijkt dat de literatuur nog steeds niet al zijn geheimen prijsgaf. Gericht zoeken bracht opmerkelijke zaken aan het licht! Vervolgens komt in Hoofdstuk 3, dat uit drie delen bestaat, de praktische toepassing van de biometrie aan bod. Na de conclusies en de wetenschappelijke verantwoording in Hoofdstuk 4, worden de opgedane ervaringen toegepast in Hoofdstuk 5. Daarin acteren Adolf Hitler, Bernard Montgomery en de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-il. In Terugblik vat ik de opgedane ervaringen samen. Dit deel kan als voorafje - na de inleiding - gelezen worden om sneller een indruk te krijgen wat zich in het voorgaande afspeelde. Aan het eind van elk hoofdstuk, of deel daarvan, vindt u een verkorte bronvermelding van de literatuur. De titels van de elektronische bronnen worden daarin cursief en meer uitgebreid weergegeven om verwarring met de gedrukte bronnen te voorkomen. Helemaal achterin dit e-book staat de literatuurlijst in alfabetische volgorde en een lijst van de bronnen die met internet verkregen zijn;; ook hier worden de titels cursief weergegeven. De internetadressen van de diverse databanken worden ook vermeld, zodat iedereen zonder al te veel zoekwerk de fotoarchieven vanuit de thuissituatie kan bezoeken. 'HIRWR¶VGLHLQGLWH-ERRNRSJHQRPHQ]LMQKHEEHQVWHHGVLHWVELM]RQGHUVWHµYHUWHOOHQ¶HQ]LMQQRRLW bedoeld als illustratie op zich. In de bijschriften onder de afbeeldingen en filmfragmenten worden waar mogelijk de rechthebbenden vermeld. Tenslotte vindt u in de Appendix HHQRYHU]LFKWYDQGHµDQGHUHVRRUWHQPDQXHOHWKHUDSLH¶'DDUQDDVW zijn voor de geïnteresseerde lezer - in de Duitse taal - de volledige sectierapporten van Rudolf Hess opgenomen waaruit niet alleen blijkt dat Hess diverse littekens had, maar vooral dat hij bepaalde verwondingen nooit heeft opgelopen. De rapporten geven tevens voeding aan de veronderstelling dat de hoogbejaarde gevangene op laffe wijze van het leven werd beroofd.
5
Inleiding
6
Voorwoord De zaak Rudolf Hess sprak vanwege zijn intrigerende karakter heel lang tot de verbeelding en doet dat nu nog steeds omdat tientallen jaren na dato niet onomstotelijk vaststaat of de man - die jarenlang als oorlogsmisdadiger gevangen werd gehouden in de gevangenis van Spandau - de enige echte Hess was. De Engelse chirurg Hugh Thomas onderzocht de gevangene en toonde aan dat die niet de littekens op zijn borstkas had die op grond van zijn verwondingen - opgelopen in de Eerste Wereldoorlog - aanwezig moesten zijn. Daarmee bewees hij dat er een onbekende vervanger tussen de muren van het naargeestige complex huisde. Het bewijs van Thomas ging er bij vele historici niet in, die hielden zich liever aan de officiële berichtgevingen van de autoriteiten. Tot op heden weet niemand wie we nu eigenlijk moeten geloven. Rudolf Hess, zijn vrouw en hun enige zoon zijn overleden net als de meeste tijdgenoten. Daarom zijn er geen getuigen meer die nog iets aan deze zaak kunnen toevoegen, waarmee het raadsel dreigt weg te zakken in de vergetelheid. Dubbelgangers houden de gemoederen wel vaker bezig. Steeds weer duiken er verhalen op dat µZHUHOGEHURHPGH¶SHUVRRQOLMNKHGHQ]LFK- meestal om veiligheidsredenen - laten vervangen door een look-alike. Wat daarvan waar is weten we niet. Dat er af en toe van vervangers gebruik gemaakt wordt op het wereldtoneel, lijkt wel zeker. Toch maken we zeer zelden kennis met een echte dubbelganger, maar in dit boek zullen wel een man leren kennen die echt als dubbelganger is ingezet. 'HYHUKDOHQRYHUµGXEEHOV¶]LMQGXVYDDNQLHWPHHUGDQJHUXFKWHQGLHDOGDQQLHWEHZXVWZRUGHQ verspreid, en kunnen door media-aandacht uitgroeien tot mythen. Sommige van die raadsels lijken het eeuwige leven te hebben, zoals de zaak-Hess. Hess is niet de enige die zich mocht verheugen in wereldwijde aandacht vanwege een vermeende dubbelganger ook Adolf Hitler, Bernard Montgomery, Saddam Hussein, Paul McCartney en - tegenwoordig - John Demjanjuk en Kim Jong-il hielden de gemoederen bezig. +HWµDEVROXWHEHZLMV¶RYHULHPDQGVLGHQWLWHLWNDQVOHFKWVJHOHYHUGZRUGHQGRRU'1$-onderzoek, vingerafdrukken en gebitsanalyses. Als dat materiaal niet bestaat of niet ter beschikking gesteld wordt, ontstaat er meteen een impasse omdat niet duidelijk is hoe we de identiteit van een persoon dan moeten verifiëren. Dat was dus mijn probleem;; hoe kan ik met de mogelijkheden die mij nu nog ten dienste staan tóch uitspraken doen over de authenticiteit van personen die mogelijk als dubbelganger werden ingezet? Als manueeltherapeut volgens het Nederlandse Systeem Van der Bijl werd de oplossing mij aangereikt. Ik was dagelijks met dat systeem bezig, maar had me niet gerealiseerd dat ik daarmee de sleutel voor een mogelijke oplossing in handen had! Toen ik me daarvan bewust werd, was een project geboren dat HQNHOHMDUHQYDQPLMQOHYHQLQEHVODJ]RXQHPHQ1DNRUWHWLMGKDGLNµPLMQPHWKRGH¶EHGDFKWPDDUGH uitwerking daarvan bleek noeste arbeid. Doorzettingsvermogen hield me op de been, daarbij geholpen door af en toe een beetje geluk, omdat ik soms onverwachts tegen beeldmateriaal aanliep dat me de juiste informatie gaf. Beeldmateriaalvergelijking en literatuuronderzoek bleken onontbeerlijk om de raadsels op te lossen. Steeds was het QRGLJRPGHWHRQGHU]RHNHQSHUVRRQWHSODDWVHQLQGHWLMGµNHQQLVWHPDNHQ¶PHWGH familie en te zoeken naar typerende gedragselementen en karaktertrekken. Zonder dat alles is de kans op succes niet onmogelijk maar de factor geluk komt dan wel om de hoek kijken. Indien men literatuur raadpleegt, is het vaak een hele klus de bijbehorende bronnen op te zoeken om zeker te weten dat de gedane beweringen daadwerkelijk in overeenstemming zijn met de gepubliceerde. Het komt ook wel eens voor dat een auteur de bron anders interpreteert, niet in de geest van de oorspronkelijke tekst. Dat kan op dit onderzoek ook van toepassing zijn;; maar door simpelweg in een aantal zoekmachines van het internet de namen Hess, Montgomery, Kim Jong-il enzovoorts in te typen en daarna afbeeldingen te selecteren kunt u als lezer meedenken en zelf waarnemingen verrichten. Daarnaast vindt u achterin dit werk de adressen van de geraadpleegde fotodatabanken en 7
een overzicht van de gebruikte bronnen. De databanken zijn vrij toegankelijk en leveren een schat aan informatie op. Het zwaartepunt van dit e-book ligt duidelijk op de zaak-Hess;; de ervaringen die ik daarbij opdeed kwamen goed van pas bij Hitler, Montgomery, Kim Jong-il en hun veronderstelde dubbelgangers. Daarbij bleek dat het niet altijd nodig is om diepgaand bronnenonderzoek te doen. Soms loopt een vervanger onverwachts tegen de lamp. Een andere keer is intensief speurwerk een absolute noodzaak, vooral als - achteraf - blijkt dat er van een dubbelganger helemaal geen sprake is. Mijn onderzoek is waar mogelijk wetenschappelijk van opzet, maar wil buiten dat een praktische handleiding zijn voor iedereen die zelf dubbelgangers te lijf wil gaan en daarmee de jacht opent naar de waarheid achter de mythe. At Voorhorst, maart 2011.
8
Een woord van dank Enkele metingen uit dit onderzoek zijn afkomstig uit de manuele therapie. Van de kennis ontwikkeld door Van der Bijl senior en junior, en de jarenlange inspanningen van vele anderen ter verdieping van het theoretisch fundament van het Systeem Van der Bijl, heb ik dankbaar gebruik gemaakt. De uitgangspunten van de manuele therapie waren een voortdurende bron van inspiratie. (HQZRRUGYDQGDQNLVHUYRRUGHWLHQPDQQHQGLH]RNRHOEORHGLJPHHZHUNWHQDDQPLMQµH[SHULPHQW PHWKHWPHV¶HQYRRUDQGHUHQGLHNZDPHQDDQGUDJHQPHWGLYHUVHGYG¶VDDQJHPRHGLJGGRRUPLMQ verhalen over de geheimzinnige gevangene in Spandau. Een ieder die welwillend een oor gaf aan mijn theorieën, en er voorzichtig geformuleerde vragen over stelde, ben ik ook dank verschuldigd. Het drong tot me door dat de materie niet voor iedereen even makkelijk te doorgronden was;; mijn verteltrant was daar ongetwijfeld debet aan. Een extra punt van aandacht was daarom Dubbelgangers ontmaskerd zo duidelijk mogelijk aan het papier toe te vertrouwen en daarmee misverstanden uit te sluiten. Een apart dankwoord is er voor de mensen die me met professionele raad en daad op weg hielpen bij de realisatie van dit boek. Ik noem ze in alfabetische volgorde: Xander Bakker, drs. Cees Blaauwhof, drs. mr. Adri Blomme, dr. Wim Coster, dr. Frits van Engeldorp Gastelaars, Marc Freriks, Peter Hanning, Frank Janssen, drs. Joop de Jonge, drs. Han Kouveld, dr. Nico Lettinck, mr. Martijn Limberger, drs. Pieter Jan de Loor, Ton Nauta, prof. ir. Cor Schiebroek, Jan Stavenuiter, Filippa Twijnstra-Lugtenburg, Herbert Wennekes, Robert Wonink en drs. Tjeerd van der Zwan. Nooit klopte ik tevergeefs bij jullie aan, bedankt daarvoor. Dan mijn gezin. Jarenlang hebben ze mij moeten aanhoren over de zaak-Hess, vaak was dat leuk en LQWHUHVVDQWPDDUVRPVZHUGPHWHYHUVWDDQJHJHYHQµGDWZHWHQZHDOOHPDDODO¶ Tijdens een vakantie in 2007 werd het graf van de familie Hess bezocht in Wunsiedel, we vonden in Berchtesgaden de Berghof en stonden op de plek waar zich eens het bekende terras bevond met het - in die tijd - meest beroemde uitzicht ter wereld. We liepen een wandelpad af in de sporen van Adolf Hitler, op zoek naar het voormalige Theehuis*op de Mooslahnerkopf, hingen daar over het hek en zagen Salzburg in de verte liggen. Programmeerden onze TomTom en reden naar de Harthauserstraße in München, daar waar de stadsvilla van de familie Hess ooit stond. Dat alles in één vakantie was misschien iets teveel van het goede, maar het bracht ons wel op plaatsen waar we anders nooit gekomen waren, stelde ik met een glimlach. Bedankt Annemieke, Arne en Milan voor het meelezen van de concepten, het FRPPHQWDDUHQKHWEHNLMNHQYDQGHGYG¶VLNKHEHUYHHODDQJHKDG Hugh Thomas schrijft in het voorwoord van zijn veelbesproken boek De moord op Rudolf Hess: µ0DDULN hoop, dat mijn eigen onderzoek andere historici, zowel professioneel als amateur, zal uitdagen RQYHUPRHLEDDUGHZDDUKHLGQDWHMDJHQ¶ Dat heb ik gedaan. *Tijdens zijn verblijf op de Berghof wandelde Hitler vrijwel dagelijks naar het ODJHUJHOHJHQµ7HHKDXV¶HHQZDQGHOingetje van ongeveer 20 minuten;; de weg terug werd per auto afgelegd. +HWKRJHUJHOHJHQµ$GOHUQHVW¶GDWWHQRQUHFKWHµ7HHKDXV¶ZRUGW genoemd bezocht hij hoogst zelden.
9
Het mysterie
*RHULQJµ7XVVHQKDDNMHV+ess, wanneer ga je ons MHJURWHJHKHLPYHUWHOOHQ"¶ Hermann Goering tijdens de processen van Neurenberg
Over Rudolf Hess, de plaatsvervanger van Hitler*is veel geschreven;; zijn jeugd werd nageplozen, zijn carrière doorvorst, zijn woorden gewogen, geïnterpreteerd en nogmaals beschouwd en de relatie met Hitler werd onder de loep gelegd. Er werd getwijfeld aan zijn libido;; er werd zelfs gesuggereerd dat de man homoseksuele trekjes had omdat er na zijn huwelijk tien jaren verstreken voordat zijn enige zoon Wolf Rüdiger geboren werd.
Hess oogt op het eerste gezicht als saai en degelijk. Bij zijn ingetogen karakter pasten geen frivoliteiten;; hij lachte weinig, at geen vlees en rookte niet. Moedig en sportief was hij wel, maar daarnaast ook punctueel, een beetje naief en buitengewoon beleefd;; voorkomendheid was zijn handelskenmerk. Hij werd na zijn spectaculaire en levensgevaarlijke vlucht naar Groot-Brittannië een dankbaar onderwerp voor discussies aan de borreltafel. Maar, hij mocht zich ook verheugen in de serieuze belangstelling van historici. Het medische dossier van Hess werd uitgeplozen, gebitsstatussen werden tevergeefs bestudeerd, en allerlei littekens - opgelopen in de Eerste Wereldoorlog - werden samen met die van diverse zelfmoordpogingen in kaart gebracht. Op zijn dode lichaam werd tenslotte door gerenommeerde pathologen meermalen sectie verricht omdat er over de doodsoorzaak twijfel bestond. 1 De vragen over zijn authenticiteit in Spandau en de plotselinge dood in het tuinhuisje zijn tot op de dag van vandaag niet beantwoord, want op het internet gonst het nog steeds van de geruchten dat er in de gevangenis van Spandau**een dubbelganger gevangen heeft vastgezeten. Na de dood van Rudolf Hess werd de gevangenis onmiddellijk afgebroken, bang als de autoriteiten waren voor het ontstaan van een bedevaartsoord.2
*In Neurenberg (1945) luidde - een deel van - GHDDQNODFKWWHJHQ+HVVµ'HYHUGDFKWH+HVVZDVWXVVHQHQOLG
van de NSDAP, plaatsvervanger van de Führer, rijksminister zonder portefeuille, lid van de Rijksdag, lid van de raad van ministers voor de verdediging van het Rijk, lid van de geheime kabinetsraad, benoemd als opvolger van de Führer na YHUGDFKWH*|ULQJJHQHUDDOELMGH66HQJHQHUDDOELMGH6$¶ **Spandau Prison was gelegen in de West-Berlijnse wijk Spandau. De Duitse keizer liet het complex in 1876 bouwen als militaire gevangenis. Later werden er burgers afgestraft. In 1946 volgde tenslotte in beslagname door de vier zegemachten, om de belangrijkste oorlogsmisdadigers te huisvesten.
10
:H]LMQGXVQRJQLHWVWHHGVQLHWNODDUPHWGHµ6WHOOYHUWUHWHU¶YDQGH)KUHU1LHXZHLQIRUPDWLHRYHUKHP komt voorlopig niet meer boven tafel, want de archieven over de zaak-Hess zijn gesloten tot 2017. Zijn lichaam moest aanvankelijk worden gecremeerd, zo hadden de geallieerden beslist, maar als een daad YDQµFKULVWHOLMNHEDUPKDUWLJKHLG¶ZHUGKHWGHIDPLOLHXLWHLQGHOLMNWRHJHVWDDQKHPELMWH]HWWHQLQKHW familiegraf dat gelegen is op de begraafplaats van het Duitse dorpje Wunsiedel, vlakbij de Tsjechische grens in Oost-Beieren. Bij leven werd Hess legendarisch als de eenzaamste en tevens duurste JHYDQJHQHWHUZHUHOGHQQD]LMQGRRGZHUGKLMHHQLQWHUQDWLRQDDOV\PERROYDQQHRQD]L¶VHQDQGHUH rechtse groeperingen, die op zijn sterfdag nog MDDUOLMNVGHGHPRQVWUDWLHYHµ5XGROI+HVVJHGHQNPDUV¶ RUJDQLVHUHQLQ:XQVLHGHO'DDUPHHZHUGKLMHHQµPDUWHODDUYRRUGHYUHGH¶*Van 1991 tot 2000 werd de mars verboden, maar desondanks kon deze in andere plaatsen doorgang vinden, zowel in Duitsland zelf, alsook in landen als Denemarken, de Verenigde Staten en Nederland. Stapels documentatie is er te vinden waarin Hess de hoofdrol speelt, maar desondanks bleef Hess voor velen een merkwaardig heerschap die veel van zijn geheimen mee zou nemen in zijn graf. Hij hield mensen uit de slaap, geobsedeerd als ze waren door zijn raadselachtige gedrag. Hess besmeurde de wanden van zijn cel met leuzen, was ervan overtuigd dat zijn eten vergiftigd was, kreeg plotseling geheugenverlies, en even abrupt was hij weer bij zijn volle verstand. Zijn ondervragers krabden zich achter de oren, glimlachten vermoeid en lieten tenslotte hun hoofd op de armen rusten, wanhopig zoekend naar een geraffineerde valstrik. Maar Hess liet zich niet in de val lokken. Telkens als het net zich om hem dreigde te sluiten met als instinker bedoelde vragen, ontsnapte hij met een even simpel als sluw antwoord, glad als een aal. Hess werd tijdens de processen van Neurenberg veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf;; een straf die hij voor het grootste deel doorbracht in eenzame - en daarom onmenselijke - opsluiting in de gevangenis van Spandau. Menigeen vindt het een reële optie te veronderstellen dat de man uiteindelijk werd vermoord in een tuinhuisje op het gevangenisterrein. Immers: een 93-jarige grijsaard die op het punt staat vrijgelaten te worden, half blind, nauwelijks in staat zijn veters te strikken en zijn armen op te tillen, pleegt geen zelfmoord en verkiest zeker geen ophanging aan de klink van een raam, een voor hem fysiek vrijwel onmogelijke opgave. Hess, of zo u wilt zijn look-alike, deed dat echter wél, zo wil ons de officiële berichtgeving van de gevangenisdirectie doen geloven. De vermeende zelfmoord en zijn bizarre attitude zijn niet de enige mysteries die ons bezighouden. Over de vredesmissie naar Groot Brittannië bestaan nog vele onopgeloste vragen. We weten immers niet zeker of Hess deze missie ondernam met toestemming van Hitler. Evenmin is duidelijk of er in Schotland al sprake was van een dubbelganger, die mogelijk door Hess zélf opgepikt werd bij een tussenlanding op Schiphol. En, wat was de rol van Bernhard van Lippe-Biesterfeld op de vooravond van de noodlottige µYUHGHVvlucht¶ richting Zweden en wie was de onbekende passagier in het verongelukte vliegtuig?3
*Hess wordt in H[WUHHPUHFKWVHNULQJHQQRJVWHHGVEHVFKRXZGDOVµPDUWHODDUYRRUGHYUHGH¶+LMYORRJLPPHUVPHWJHYDDU
YRRUHLJHQOHYHQQDDU6FKRWODQGVOHFKWVµJHZDSHQG¶PHWYUHGHVYRRUVWHOOHQGLHPRHVWHQOHLGHQWRWHHQGXXU]DPHYUHGH+LM wilde daarmee verder - onnodig - bloedvergieten voorkomen. Zijn initiatief werd echter niet op waarde geschat en gevangenisstraf onder erbarmelijke omstandigheden werd zijn deel. Tenslotte werd hij onder buitengewoon verdachte omstandigheden dood aangetroffen in een tuinhuisje op het gHYDQJHQLVWHUUHLQµ=HOIPRRUGGRRURSKDQJLQJ¶ZDVGHRIILFLsOH YHUNODULQJµ0RRUG¶VWHOGH]LMQ]RRQ:ROI5+HVVYDVWQDGDWHHQ- tweede - lijkschouwing had uitgewezen dat de wurgsporen rondom de nek van zijn vader over de gehele lengte een (vrijwel) horizontaal verloop hadden.
11
Als we de boeken lezen met Hess in de hoofdrol dan valt er een aantal in het bijzonder op. Rudolf Hess, der Mann an Hitlers Seite4 is een bijzonder degelijke biografie waarin geen ogenblik getwijfeld wordt aan de identiteit van gevangene nummer 7 in Spandau;; het boek volgt kritiekloos de officiele lezing waarin Hess zelfmoord pleegt. Ook het werk van David Irving The Missing Years5 is onderhoudend, vlot geschreven en bevat een schat aan informatie. Het is een aanrader voor ieder die meer wil weten, YRRUDORYHUGHMDUHQGLH+HVVGRRUEUDFKWLQ%ULWVHJHYDQJHQVFKDS,UYLQJODDWHHQSRJLQJGRHQ+HVV¶ gebit te analyseren maar veel verder dan een tandartsverklaring over de aanzienlijke hoeveelheid aan gebruikt gouden materiaal komt het niet. Daarnaast is het boek van Wolf R. Hess: Mijn Vader Rudolf Hess6 lezenswaardig. Wolf Rüdiger laat geen gelegenheid onbenut zijn vader te verdedigen en hij levert voortdurend kritiek op de handelwijze van de geallieerden. Onthullend is het werk van Hugh Thomas uit 1976: De moord op Rudolf Hess7 waarin Thomas beweert GDW+HVVWLMGHQV]LMQYOXFKWRYHUGH1RRUG]HHPRHW]LMQQHHUJHVFKRWHQLQRSGUDFKWYDQ]LMQFROOHJD¶VLQ Duitsland, en dat de man die uiteindelijk in Neurenberg terechtstond daarom wel een dubbelganger JHZHHVWPRHW]LMQ+LMYRHUW]LFK]HOIRSDOVRRJJHWXLJHHQFRQVWDWHHUWGDWGHµ+HVV¶LQ6SDQGDXQLHWGH littekens had die men had mogen verwachten op grond van zijn oorlogsverwondingen opgelopen in de Eerste Wereldoorlog! Het boek zorgde voor veel commotie en leidde zelfs tot vragen in het Engelse Lagerhuis. Frau Hess en haar zoon - die overigens op goede voet stonden met Thomas - namen afstand van de constateringen in het boek. Dan is er het werk van Lynn Picnett e.a.: Double Standards8;; daarin wordt waardering uitgesproken voor het werk van Thomas. De drie auteurs concluderen dat er inderdaad onmiskenbare aanwijzingen zijn dat de gevangene niet de echte Rudolf Hess geweest kán zijn. Ook de Nederlandse schrijver van historische (fictie-)romans Tomas Ross laat zich door die vermoedens inspireren in zijn boek De Dubbelganger.9 Zelfs Hitler deed kort na de vlucht van Hess naar Schotland een duit in het zakje van de toen al heersende verwarring door te veronderstellen dat men een stand-in van Hess wel eens zou kunnen PLVEUXLNHQYRRUDQWLQD]LJHWLQWHUDGLRSURJUDPPD¶V0HGHGDDURPYHUNODDUGHKLM]LMQSODDWVYHUYDQJHU voor een geestelijk gestoorde figuur, die al geruime tijd voor zijn vlucht tekenen had vertoond van mentale instabiliteit. Na al die jaren weten we dus nog niet zeker of de man in Spandau wellicht een geraffineerd geselecteerde dubbelganger was. Aan de ene kant zien we een groep van onderzoekers die zich hierover niet uitlaten zoals Kurt Pätzold10, Martin Allen11, Roger Manvell12 en Ian Kershaw13 en aan de andere kant staan daar Thomas en Lynn Picknett met zijn co-auteurs. Daarbij komen nog de verklaringen van Allen Welsh Dulles, de latere baas van de CIA, die in 1945 al overtuigd was van een dubbelganger in de verdachtenbank van Neurenberg. Toen de gevangene door de Amerikaanse psychiater Cameron onderzocht diende te worden, moest die aan Dulles vooraf geheimhouding beloven. Daarna werd hem verteld dat de plaatsvervanger van Hitler, op bevel van Churchill, mogelijk in het geheim was geëxecuteerd. Het bewijs daarvoor zou geleverd kunnen worden door de borstkas van de gevangene aan een nauwkeurige inspectie te onderwerpen, want de echte Hess moest littekens hebben ter hoogte van de linkerlong, veroorzaakt door een schotwond opgelopen tijdens de Eerste Wereldoorlog (onderzoek van de borstkas vond uiteindelijk niet plaats omdat de bewaking weigerde de handboeien van de gevangene te verwijderen).14 7LMGHQVKHWSURFHVOLHWHQHQNHOHYDQ+HVV¶PHGHYHUGDFKWHQRRNDOGRRUVFKHPHUHQWZLMIHOVWHKHEEHQ over hun FROOHJD]RDOV-RDFKLPYRQ5LEEHQWURSµ+HVV"8EHGRHOWRQ]H+HVV"'HPDQGLHKLHU]LW"¶ 15 )RWR¶VYDQHHQEURRGPDJHUHµ+HVV¶LQ1HXUHQEHUJZHUGHQJHSXEOLFHHUGLQDOOHNUDQWHQWHUZHUHOGHQ gaven mede voeding aan de aanzwellende geruchtenstroom van een dubbelganger in de verdachtenbank. Wereldwijd is dus bekend dat er twijfel bestaat aan de identiteit van Hess. Waarom doen diverse historici er dan het zwijgen toe, is een terechte vraag. Het antwoord is simpel: ze kunnen slechts 12
gelóven dat de man in Spandau de echte Hess was. Hugh Thomas onderzocht het bovenlichaam van Hess en zag geen littekens, maar als getuige stond hij alleen.*Daarom kon zijn bewijs genegeerd worden. Ik heb lang over de oplossing van de dubbelgangerproblematiek gedacht. Vergelijking van vingerafdrukken had het mysterie indertijd kunnen oplossen. Verwantschapsonderzoek, met gebruik van DNA, afkomstig van skeletmateriaal, kan nu nog uitkomst bieden, maar daartoe zou na gerechtelijke toestemming het familiegraf moeten worden geopend. Dat is geen voor de hand liggende optie. Gelukkig bedacht ik uiteindelijk dat de enige manier om meer te weten te komen over Rudolf Hess en de treurniswekkende figuur in de gevangenis, was gelegen in het vergelijken van lichaamskenmerken. Leidraad daarbij was de theorie over de houdings- en bewegingsasymmetrieen van de grondlegger van de manuele therapie G. van der Bijl senior.16 Daarmee begaf ik me op onbekend terrein;; is een dergelijk onderzoek al eens eerder gedaan en door wie? Kan men inderdaad lichaamskenmerken vinden die niet veranderen tijdens de levensloop? Is foto- en filmmatriaal wel geschikt voor dit onderzoek? In hoeverre is de objectivieteit van de waarnemingen gewaarborgd? En: is deze manier van onderzoek ook toepasbaar op andere dubbelgangers? Dit boek geeft antwoord op veel van de gestelde vragen. Die antwoorden waren zelfs zo opmerkelijk dat ik met plezier een aantal andere dubbelgangers tegen het licht hield. (HQµQLHXZHPDQLHUYDQREVHUYHUHQ¶LVGDDUYRRUZHOQRRG]DNHlijk en dat is mogelijk als de de lezer bereid is de uniciteitsassumptie van de Belgische wetenschapper Quételet - een axioma dat stelt dat de natuur zich nooit herhaalt - te accepteren als praktisch uitgangspunt. Dubbelgangers ontmaskerd laat zien dat er van een dubbelganger in Neurenberg/Spandau µvrijwel ]HNHU¶ geen sprake geweest kan zijn en dat het heel goed mogelijk is om aan de hand van - combinaties van - lichaamskenmerken uitspraken te doen over de authenticiteit van dubbelgangers in het algemeen. Dat is voldoende reden de resultaten in de openbaarheid te brengen.
*De bevindingen van Hugh Thomas werden later bevestigd door de resultaten van twee secties op het lichaam van Hess. In geen van de twee sectierapporten wordt melding gemaakt van littekens die overeen kunnen komen met de verwondingen uit de Eerste Wereldoorlog.
13
Bronnen: Het mysterie 1. Irving, D, years;; Thomas, H, moord. 2. Hess, Wolf R., vader. 3. Picknett, Lynn, double standards;; Ross, Tomas, iiiiiiidubbelganger. 4. Pätzold, Kurt, Rudolf Hess. 5. Irving, D, years. 6. Hess, Wolf R., vader. 7. Thomas, H, moord. 8. Picknett, Lynn, double standards.
9. iiiRoss, Tomas, dubbelganger. 10. Pätzold, Kurt, Rudolf Hess. 11. Allen, Martin, Hitler-Hess. 12. Manvell, Roger, Rudolf Hess. 13. Kershaw, Ian, Hitler. 14. Picknett, Lynn, double standards. 15. Idem. 16. Bijl G. van der, Manipulaties;; Bijl G. van der, iiiiiiiiiifunctiemodel;; De Cock, Johan iJ., Begrippen.
14
Doelstellingen
µ«,FKZDUGHU0DQQGHUVLFKIUGLH)UHLKHLWLQGHU Welt einsetzte, und weil ich das getan habe, muß LFKQXQDPOlQJVWHQLP*HIlQJQLVVLW]HQ«¶
µ+HVV¶LQ6SDQGDXWHJHQJHYDQJHQLVGLUHFWHXU%LUG
In eerste instantie had ik één doel voor ogen en dat was het oplossen van de zaak-Hess met behulp van het registreren van zoveel mogelijk bewegingsvoorkeuren, lichaamshoudingen en andere lichaamskenmerken, afkomstig van foto- en filmmateriaal. Al snel werd het bestuderen van geschreven bronnen als noodzakelijk ervaren omdat na oriënterend onderzoek bleek, dat de opbrengst van alleen ¶SODDWMHVNLMNHQ·ZHOHHQVVXPPLHUNRQXLWSDNNHQ,NKRRSWHLQGHEURQQHQEHVFKULMYLQJHQYDQ- of verwijzingen naar - lichaamskenmerken te vinden. De statistiek zou uiteindelijk het laatste woord hebben, zo was mijn veronderstelling, waarna de zaak-Hess al dan niet opgelost was.
Geleidelijk werd me duidelijk dat deze denktrant te kort door de bocht was, want als het lukt de gevangene van Spandau te identificeren als Hess, of hem als dubbelganger te ontmaskeren, dan is er misschien een nieuwe manier van onderzoek ontwikkeld die losgelaten kan worden op dubbelgangers in het algemeen. Een manier van onderzoek die alleen voor Rudolf Hess werkt is nogal ongeloofwaardig, en daarom besloot ik mijn manier van werken te toetsen op Adolf Hitler, Bernard Montgomery en Kim Jong-il en hun dubbelgangers, omdat van deze heren voldoende beeldmateriaal en achtergrondinformatie beschikbaar bleek te zijn. Voorts ontstond er enige twijfel of de statistiek uiteindelijk een beslissende rol moest gaan spelen want in de media vlogen diverse statistici van naam elkaar in de haren omdat ze het niet eens konden ZRUGHQRYHUµGHNDQVRSVFKXOG¶LQGHJHUXFKWPDNHQGHPRRUG]DDNYDQ/XFLDGH%0LVVFKLHQZDVKHW GDDURPEHWHUGHORJLFDWHODWHQSUHYDOHUHQHQµPRHLOLMNH¶VWDWLVWLVFKHEHUHkeningen achterwege te laten, want specialisten die het niet met elkaar eens kunnen worden doen naar buiten toe hun beroep geen goed. Pas toen ik kennis nam van de boeken van Broeders en Sjerps, Op zoek naar de bron1 en Het onzekere bewijs2 werd duidelijk dat de Bayesiaanse statistiek me uitstekend van pas kwam om inzichtelijk te maken in welke mate de registratie van lichaamskenmerken een bijdrage levert aan uitspraken over de identiteit van personen. Ik was me ervan bewust dat een onderzoek naar dubbelgangers op deze manier nog niet eerder werd gedaan. Mijn belangrijkste inspiratiebron het Systeem Van der Bijl is ontwikkeld voor het diagnosticeren van bewegingsstoringen in het menselijk bewegingsapparaat en voor de behandeling daarvan, niet om de identiteit van dubbelgangers te verifiëren.*Dat laatste deed ik wel. Ook betrok ik de uiterste consequentie van dat systeem in mijn onderzoek, namelijk dat symmetrie - in het menselijk lichaam - QLHWEHVWDDW'DDUPHHHQPHWGHVWHOOLQJYDQ4XpWHOHWµGHQDWXXUKHUKDDOG]LFKQRRLW¶ZHUGKHW mogelijk lichaamskenmerken te vinden die meestal verborgen blijven. Ik baseerde mij op bekende ideeën die weliswaar algemeen worden aanvaard, maar waar weinig onderzoek naar is gedaan. Pas toen het onderzoek vorderde en er kleine succesjes werden behaald, raakte ik ervan overtuigd dat ik met het verzamelen van biometrische kenmerken inderdaad een bijdrage kan leveren aan de oplossing van de dubbelgangerproblematiek. Het tijdpad dat ik voor dit onderzoek uitzette behoefde voortdurend aanpassing omdat ik niet vooraf kon inschatten op welke problemen ik überhaupt zou stuiten: is er wel voldoende beeldmateriaal, kan ik genoeg lichaamshoudingen en lichaamskenmerken vinden, hoeveel heb ik er dan nodig en wat gaat 15
bronnenonderzoek mij brengen? Daarbij kwam nog een ander en misschien wel het grootste vraagstuk: heeft het registreren van lichaamskenmerken voldoende wetenschappelijke pretentie om serieus genomen te worden? Daarover handelt het hoofdstuk Statistiek en kansrekening.
Bronnen: Doelstellingen 1. 2.
Broeders, A.P.A., bron. Sjerps, M.J., bewijs.
*Als referentie voor de verificatie dient de identiteit. De identiteit van Rudolf Hess berust in dit onderzoek op het beeldmateriaal dat er van hem in omloop is uit de tijd voordat hij naar Engeland vloog.
16
De vragen Het officiële verhaal over de vlucht van Rudolf Hess luidt dat hij op 10 mei 1941 per vliegtuig vertrok uit Augsburg en per parachute landde in het Schotse Dungavel met de bedoeling te onderhandelen over een duurzame vrede tussen Duitsland en Groot-Brittannië. Bij zijn gevangenneming maakte hij zich aanvankelijk bekend als Alfred Horn, maar werd later geïdentificeerd als Rudolf Hess. Na de Tweede Wereldoorlog werd Hess per vliegtuig overgebracht naar 1HXUHQEHUJZDDUKLMPHW]LMQYRRUPDOLJH¶FROOHJD·V·WHUHFKWVWRQGHQWRWOHYHQVODQJHJHYDQJHQVFKDSZHUG veroordeeld. Die straf zat hij uit tot 1987 toen hij - volgens de gevangenisdirectie - in het tuinhuisje van de gevangenis in Spandau zelfmoord pleegde door ophanging met een stuk elektriciteitssnoer aan de klink YDQHHQUDDP+HVV·OLFKDDPZHUGRYHUJHGUDJHQDDQ]LMQIDPLOLHGLHKHWOLHWELM]HWWHQLQKHWIDPLOLHJUDIWH Wunsiedel.
De meest in het oog springende vragen zijn in chronologische volgorde: 1: Was de man die in Schotland landde werkelijk Rudolf Hess? Zo niet, werd de echte Hess dan op bevel van Goering, tijdens zijn vlucht naar Groot-Brittannië, neergeschoten boven de Noordzee en daarna vervangen door een dubbelganger? 1 2: Er bestaat onenigheid over de vraag of het vredesinitiatief van Hess oprecht was. Kwam hij met voorstellen voor een duurzame vrede of wilde hij slechts vrede met Engeland bewerkstelliggen zodat Duitsland de handen vrij had om oorlog te voeren in het oosten? 2 3: Was Hitler op de hoogte was van de vlucht?3 4: Als het Rudolf Hess was die gevangen gehouden werd in Engeland en Schotland, was hij het dan die omkwam kwam bij het vliegtuigongeluk in 1942? 4 5: Was er in Engeland sprake van één of meerdere dubbelgangers? 5 6: Was de gevangene die in 1945 van Engeland naar Neurenberg werd overgevlogen Rudolf Hess zelf of een vervanger?6 7: Was het Hess of zijn dubbelganger die zelfmoord pleegde in het tuinhuisje op het gevangenisterrein? Was er misschien sprake van moord? 7 8: Ervan uitgaande dat de man die in Spandau overleed inderdaad Hess was, werd zijn lichaam dan ook daadwerkelijk bijgezet in het familiegraf te Wunsiedel, of was de begrafenis een fakevoorstelling [ARV]? Over vraag drie werd veel gespeculeerd. Diverse ooggetuigen werden gehoord naar aanleiding van Hitlers reactie op de vlucht, maar de verklaringen van diverse getuigen waren niet eenduidig. Tot op heden weet niemand zeker of de woede-uitbarsting van Hitler, op het bericht dat zijn goede vriend Hess naar Schotland was gevlogen, spontaan was of het product van een goed ingestudeerd toneelstukje. Vraag acht voegde ik toe aan de lijst van de meest in het oog springende vragen. Naar mijn weten is die niet eerder gesteld, maar is een logisch vervolg op de andere vragen. Na zijn dood werd de gevangene van Spandau aanvankelijk op een geheime locatie begraven. Men had er alle belang bij dat de rust rondom de persoon Hess zou terugkeren, bang als men was dat een begrafenis met media-aandacht zou culmineren in pro-nazidemonstraWLHVHQLQRQJHZHQVWHFXOWYRUPLQJYDQZHJHGHµYHUPRRUGH 17
YUHGHVWLFKWHU¶'DDURPZHUGKLMLQRYHUOHJPHWGHIDPLOLHSDV]HYHQPDDQGHQQD]LMQGRRGWLMGHQVHHQ strikt besloten plechtigheid bijgezet in het familiegraf. De rust was toen inderdaad weergekeerd, getuige de bescheiden berichtgeving over de begrafenis in de Nederlandse kranten (1, 2).8 Dit boek doet in eerste instantie een poging antwoord te geven op de vragen een, vier en zes. Als dat lukt, wordt het eveneens duidelijk of het Hess zélf was die in het tuinhuisje overleed (vraag 7). 9HUYROJHQVZRUGWGHPDQLHUYDQZHUNHQDOVµSURHIRSGHVRP¶WRHJHSDVWRSDQGHUHSHUVRQHQHQKXQ veronderstelde dubbelgangers. 1: De Telegraaf doet verslag van de bijzetting van Rudolf Hess in het familiegraf. Wolf Hess (gebukt) tilt de kist op de juiste plaats. 2: Leeuwarder Courant.
Het identiteitsvraagstuk van Hess heeft de proportie van een mythe aangenomen;; de officiële verklaringen van overheidsinstanties gaan uit van een echte Hess in Groot Brittannië en in Neurenberg/Spandau, terwijl Hugh Thomas, diverse onderzoekers en vele anderen (Dulles, het grote publiek, de media) daar ernstige en gegronde twijfels over hadden. Het is niet mogelijk gebleken om met officiële verklaringen die twijfels weg te nemen. De formuleringen bleken steeds zo ongelukkig gekozen dat ze voor meerdere interpretaties vatbaar bleken te zijn. Daardoor ontstond er uiteindelijk alleen maar meer onduidelijkheid en ze veroorzaakten daarmee hernieuwde speculaties over de ware loop van de gebeurtenissen. Er valt niets te bewijzen met de middelen die ons normaal gesproken ten dienste staan. Gebitsanalyses leverden niets op, we hebben geen DNA, geen vingerafdrukken en de gegevens van de militaire keuring van Hess zijn zoek. De handschriften van Hess en die van de gevangene zijn wel bewaard gebleven, maar handschriften zijn helaas gevoelig voor manipulatie en mogen daarom niet de enige leidraad zijn in serieus onderzoek. Literatuuronderzoek bevestigt de algemene verwarring die er over dit onderwerp bestaat. Joachim von Ribbentrop en Hermann Goering uitten zich in dubbelzinnige bewoordingen over hun medegevangene µ+HVV¶$OEHUW6SHHUZDVHFKWHUZHORYHUWXLJGYDQ]LMQDXWKHQWLFLWHLW6SHHUHQ9RQ6FKLUDFK]DWHQ jarenlang samen met de gevangene opgesloten in Spandau. Ze bekommerden zich regelmatig om hun medegevangene, die door zijn excentrieke gedrag zowel irritant als meelijwekkend was geworden. Beiden spraken hun oprechte bezorgdheid uit over de man die ze na hun invrijheidsstelling, twintig lange jaren later, alleen moesten achterlaten.9 Nergens in zijn Herinneringen10 noch tijdens de latere gesprekken met Sereny en Fest11 laat Speer blijken twijfels te hebben aan de identiteit van de 18
gevangene. Al met al ziet er nu naar uit dat de dubbelgangerproblematiek nooit tot een oplossing komt, de deur zit in het slot. %LMKHWEHNLMNHQYDQIRWR¶VYDQKHW1HXUHQEHUJWULEXQDDOYLHOPHRSGDWGHJHYDQJHQHQYDDNPHWGH armen over elkaar in de verdachtenbank zaten. Dat bracht me op het idee meer lichaamshoudingen en -standen te onderzoeken, toegespitst op het beeldmateriaal van Rudolf Hess en dat van de gevangene in Neurenberg/Spandau. De resultaten daarvan waren zo veelbelovend dat ik na wat oriënterend gezoek met internet besloot dit onderzoek een systematisch vervolg te geven. Aanvankelijk gebruikte ik alleen de bewegingsvoorkeuren uit het Systeem Van der Bijl, maar al snel kwam ik (andere) lichaamskenmerken op het spoor die niet buiten dit onderzoek mochten vallen.
19
Werkwijze en methode De methodiek is die van het registreren van lichaamshoudingen op foto- en filmmateriaal van de echte Hess en van de veronderstelde dubbel. Er wordt steeds gezocht naar houdings- en bewegingsasymmetrieën afkomstig uit de manuele therapie Systeem Van der Bijl. Daarnaast worden lichaamseigen kenmerken onder de loep genomen die bij beide personen duidelijk waarneembaar zijn en daarmee voor vergelijking in aanmerking komen;; ook wordt in de literatuur - over Hess en de gevangene - gezocht naar verwijzingen of beschrijvingen van lichaamskenmerken.
+HWLVHYLGHQWGDWHUVOHFKWVGDQNDQVLVRSVXFFHVDOVHUYDQµEHLGH¶SHUVRQHQYROGRHQGH beeldmateriaal beschikbaar is om meerdere lichaamskenmerken vast te kunnen leggen. Om daar een eerste indruk van te krijgen keek ik of er voldoende afbeeldingen in digitale vorm beschikbaar waren om een onderzoek aan te vangen. Daartoe werd gebruik gemaakt van Google en andere zoekmachines GRRUVLPSHOZHJµ5XGROI+HVV¶DOV]RHNRSGUDFKWLQWHYRHUHQHQGDDrna afbeeldingen te selecteren. Dat leverde veel materiaal op. 'HUHVROXWLHYDQGHIRWR¶VLVPHHVWDOQLHWRSWLPDDOPDDUPHHUGDQYROGRHQGH om lichaamshoudingen te registreren. Vervolgens werd gezocht in diverse beelddatabanken van onder andere Corbis, Beeldbank WO2, ANP, Imperial War Museum, Bildarchiv Preusißer Kulturbesitz, TopFoto, Ullstein Bild en Keystone. Omdat de behoefte aan meer vergelijkingsmateriaal zich steeds deed gelden, en ik ook graag bewegende beelden wilde bestuderen, begon ik naar documentaires te kijken over het proces van Neurenberg, verzamelde dvd¶s van de Tweede Wereldoorlog en bekeek de filmfragmenten die met YouTube te vinden zijn. Het registreren van lichaamsstanden en bewegingsvoorkeuren wordt in de manuele therapie gebruikt met als doel het stellen van een individuspecifieke diagnose. Uit het Systeem Van der Bijl werden de metingen*geïnventariseerd die mogelijk van toepassing konden zijn op de zaak-Hess.12 Niet van alle metingen had ik even hoge verwachtingen. Ik verwachtte natuurlijk niet dat het tot een vergelijking zou komen van de stand van de bilnaad, de dikte van de polsen of van de lengte van de onderbenen. Andere metingen waren bepaald meer kansrijk, zoals het kruisen van de armen en het vouwen van de handen. Door zoveel mogelijk overeenkomsten of verschillen tussen Hess en de verdachte vast te OHJJHQNDQGHVWDWLVWLHNXLWHLQGHOLMNPHGH GXLGHOLMNKHLGYHUVFKDIIHQRYHUGHµNDQV¶RSHHQ dubbelganger. De metingen die ik deed hebben steeds een dichotoom karakter, wat hier betekent dat er µslechts¶ onderscheid gemaakt wordt tussen links/rechts, boven/onder, lang/kort enzovoorts. Absolute lengtes van bijvoorbeeld de neusrug, de breedte van de oogkas of de omvang van de oren werden niet vastgelegd. Gelukkig is dat niet nodig, want die metingen zijn vaak voer voor eindeloze discussies met als inzet de betrouwbaarheid van het gemetene. Diverse - dichotome - metingen uit de manuele therapie hebben een zeer grote intra-reliabiliteit;; terwijl de interreliabiliteit**nog onderzocht moet worden.13
*9RRUGHGXLGHOLMNKHLGZRUGWRYHUµPHWLQJHQ¶JHVSURNHQ%HGRHOGZRUGHQPHWLQJHQDDQKHWPHQVHOLMNOLFKDDP]RDOVGHGLNWH
YDQGHSROVRIGHOHQJWHYDQGHRQGHUEHQHQ'DDUQDDVWZRUGWKLHURQGHUµPHWLQJHQ¶GHUHJLVWUDWLHYHUVWDDQYDQGHHLQGstand van een aantal voorkeursbewegingen, bijvoorbeeld: in de handen klappen, de armen kruisen, het handenvouwen enzovoorts. **µ2EMHFWLYLWHLWYDQGHPHWLQJHQLV>YDQ]HOIVSUHNHQG@HUJEHODQJULMNHUPRHWGDDURPPHHUDDQGDFKWZRUGHQEHVWHHGDDQGH standaardisatie van het meetmateriaal, van de meettechniek, van de meetinterpretatie en van eenduidige notatie van de meetinterpretatie.¶(De Cock, Begrippen, 140.)
20
Inspiratie putte ik vooral uit de lezingenbundel Manipulaties van alfa tot omega.14 De scherpe, eigenzinnige manier van observeren en redeneren van auteur G. van der Bijl senior was bijzonder leerzaam. Van der Bijl introduceerde het idee dat de asymmetrische ligging van de deelzwaartepunten van het lichaam karakteristieke lichaamsbewegingen tot gevolg hebben;; het is daarom dat mensen, vaak al van veraf, herkend worden. Juist dankzij de asymmetrische ligging van deelzwaartepunten kunnen wij functioneren zoals we doen, en zijn we in staat te bewegen zonder daar vooraf over te hoeven nadenken, want de voorkeursbewegingen dicteren de motoriek van ons handelen.15 De Cock stelt in zijn boek Begrippen van de manuele therapie dat symmetrie in ons lichaam eerder regel is dan uitzondering;; dat geldt zowel voor de vorm, de stand van de lichaamsdelen, de houding als de beweging. Deze bewering is gebaseerd op een veelheid van internationale studies. De Cock stelde PHWHQLJHUHVHUYHµV\PPHWULHLVHHUGHUHHQ XLW]RQGHULQJGDQHHQUHJHO¶,16 maar naar mijn overtuiging is asymmetrie in het menselijk lichaam de regel.*Dat betekent dat iedereen anders asymmetrisch is en daarmee een geheel eigen, unieke presentatie heeft naar de buitenwereld. De manuele therapie maakt dankbaar gebruik van de lichaamsasymmetrie als axioma. De manueeltherapeutische metingen zijn daarom niet de enige mogelijkheden tot registratie van unieke lichaamsgebonden kenmerken. Alle metingen die aan of in het menselijk lichaam worden verricht, kunnen ondergebracht worden onder de noemer biometrie. We kunnen bijvoorbeeld denken aan het vastleggen van lichaamsgeur, de hartslag, het irispatroon, vingerafdrukkenen en aan DNA-onderzoek. Daarbij moeten we ons realiseren dat niet alle biometrie per definitie lichaamseigen gegevens oplevert die consistent en invariabel zijn in de tijd gedurende een relevante periode. Veel metingen, zoals die van de bloeddruk en de hartslag, variëren van dag tot dag en van moment tot moment en zouden daarmee niet geschikt zijn voor dit onderzoek. Als we voortborduren op asymmetrische uiterlijke lichaamspresentaties zijn er nauwelijks beperkingen en kunnen we zelfs kijken naar zaken als het aderpatroon op de handen of op de voeten, het poriënpatroon in de huid, rimpelvorming in het gezicht en ook naar bijvoorbeeld de stand van de oren. *De asymmetrische presentatie van het bewegingsapparaat zie ik dagelijks. Met regelmaat vragen de patiënten die ik in mijn praktijk behandel met nadruk of hun rug wel recht staat. Om duidelijk te maken dat het menselijk lichaam asymmetrisch is verzamelde ik skeletmateriaal en laat zien dat geen enkele wervel symmetrisch is. De wedervraag aan de patiënt is vervolgens of het reëel is te veronderstellen dat van al deze schots en scheve wervels een rechte toren (wervelkolom) kan worden samengesteld.
21
Literatuuronderzoek Er werd al gesteld dat literatuuronderzoek tot op heden niets heeft opgeleverd dat zou kunnen bijdragen aan de oplossing van de zaak-Hess. In het bijna vuistdikke boek Hess17 van Lynn Picknett e.a. wordt verondersteld dat Hugh Thomas zich vergist moet hebben wat betreft het vliegtuignummer*, maar een dubbelganger in Spandau wordt niet onwaarschijnlijk geacht en moord - in het tuinhuisje op het gevangenisterrein - is voor de schrijvers een reële optie. Zelfs Wolf Rüdiger Hess kon niet ontkennen dat de littekens op de borstkas van zijn vader ten tijde van de secties afwezig waren, maar de dramatische en onvermijdelijke conclusie van Thomas kon hij niet RYHUQHPHQZDQW]HJWKLMµPLMQPRHGHUNDQ]LFKQDDOGLHMDUHQQLHWYHUJLVWKHEEHQ¶µ6HOHFWLHYH hysterische depressie van de waarheid¶zegt Thomas GDDURYHURPGDWµ:ROI5GLJHUde sprong niet NRQPDNHQYDQKHWHQHGHHOYDQGHZDDUKHLGQDDUKHWDQGHUHGHHO¶ 18 Literatuuronderzoek kan slechts bij toeval nieuws opleveren als men niet weet waarnaar te zoeken. Met µKHW]RHNHQQDDUbeschrijvingen YDQDV\PPHWULVFKHOLFKDDPVSUHVHQWDWLHV¶YHUVFKDIWHLNPHHHQ perfecte legitimatie de geschreven bronnen na te pluizen op zaken die voor de argeloze lezer als bijzaak worden gezien, maar in het licht van dit boek wel een prominente rol kunnen spelen. Verder hoopte ik te stuiten op feitelijkheden en ongerijmdheden die mijn bevindingen konden bevestigen of tegenspreken, want ik voelde vooraf bijna intuïtief aan dat de statistiek alléén me onvoldoende zekerheid bieden kon. Bronnen: De vragen/Werkwijze en methode 1. Picnett, Hess;; Thomas, moord. 2. Douglas-Hamilton, Motive;; Picnett, Hess;; Thomas, moord. 3. Allen, Hitler-Hess;; Douglas-Hamilton, Motive;; Picnett, Hess;; Thomas, moord. 4. Picnett, Hess. 5. Thomas, moord. 6. Picnett, Hess;; Thomas, moord. 7. De Telegraaf, 18-03-1988;; Leeuwarder Courant, 18-03-1988. 8. Bird, Hess. 9. Speer, herinneringen;; Speer, herinneringen vervolg. 10. Sereny, Albert Speer;; Fest, vragen. 11. De Cock, Begrippen 123-143;; Bijl van der, Manipulaties;; Bijl van der, functiemodel 465-543. 12. De Cock, Begrippen, 140. 13. Bijl van der, Manipulaties. 14. De Cock, Begrippen;; Bijl van der, Manipulaties;; Bijl van der, functiemodel. 15. De Cock, Begrippen, 51. 16. Picnett, Hess. 17. Thomas, moord, 243.
*Bedoeld wordt het registratienummer van de BF110 waarmee Rudolf Hess vanuit Duitsland naar Groot- Brittannië vloog.
22
Hoofdstuk 1
23
Het Systeem Van der Bijl
µ(UZRUGWQLHWJHVWUHHIGKHWµNURPPH¶UHFKWWH PDNHQKHWLV]HOIVPRJHOLMNGDWKHWµNURPPH¶QRJ NURPPHUJHPDDNWPRHWZRUGHQ¶
Van der Bijl senior in Manipulaties van alpha tot omega
In de jaren tachtig van de vorige eeuw liep ik - in mijn beroep als algemeen fysiotherapeut - vast in de mij tot dan toe onderwezen mobilisatietechnieken van de wervelkolom. Een studie chiropraxie of osteopathie lag voor de hand vanwege de snel te behalen therapeutische resultaten, maar het kraken van gewrichten VWRQGRRNEHNHQGDOVQLHWYDQULVLFR·VRQWGDDQ'DDURPEHVORRWLNPDQXHOHWKHUDSLHWHJDDQVWXGHUHQ volgens het Systeem Van der Bijl.
De verhalen over nekmanipulaties die fracturen van de wervelkolom veroorzaakten, en soms zelfs verlammingen tot gevolg hadden, klonken nogal dramatisch. Het aantrekkelijke voor de therapeut was vooral dat met slechts enkele manipulaties - die een krakend geluid teweeg brachten - de patiënt verlost kon worden van allerlei kwalen. Met de gelukzalige glimlach van een wonderdokter constateerde de behandelaar vervolgens dat de wervelkolom weer in het gelid stond. Als het aan hem lag zou dat ook zo blijven. Een voorwaarde daarvoor was evenwel dat de patiënt geeQµIRXWH¶EHZHJLQJHQPHHUPRFKW maken. Desgevraagd kwam de patiënt aan de weet dat hij/zij daartoe de rug vooral recht moest houden ]RGDWGHZHUYHOVQLHWPHHUNRQGHQµWHUXJVFKLHWHQ¶XLWGHMXLVWHVWDQG9DQGHU%LMOKDGJURWHEH]ZDUHQ tegen deze benadering en ontwikkelde een subtiele methode waarbij botstukken, door externe sturing van de behandelaar, een individueel bepaalde bewegingsrichting opgedrongen krijgen. Voor grof geweld was geen plaats ingeruimd en alle wervels werden stuk voor stuk behandeld omdat de beweging van het ene botstuk een beweging van het andere uitlokt. Daarmee gaf hij blijk van een holistische visie op het bewegen. Tegenwoordig is een holistische kijk op de mens welhaast de gewoonste zaak van de wereld geworden maar in de tijd van de ontwikkeling van het Systeem Van der Bijl was het een uitdagende en prikkelende visie die kon rekenen op nogal wat verzet van beroepsgenoten. Om inzicht te krijgen in de plaats die de manuele therapie volgens grondlegger Van der Bijl inneemt worden diverse andere behandelmethoden in de Appendix besproken. Gerrit van der Bijl (1909/1977) haalde zijn titel Doctor of Osteopathie in Frankrijk. Van de osteopathie zag hij al snel de beperkingen. Hij had veel kritiek op de manier waarop de diagnose werd gesteld. Een belangrijke plaats binnen - zowel de chiropraxie als de osteopathie - was namelijk ingeruimd voor de palpatie van botstukken met de bedoeling om scheefstanden te beoordelen. Herhaaldelijk onderzoek had echter uitgewezen dat met palperen uiterst onbetrouwbare gegevens werden verkregen. Uit diverse onderzoeken daartoe opgezet, bleek dat zelfs de waarnemingen van één en dezelfde therapeut gemakkelijk van dag tot dag en zelfs van uur tot uur konden verschillen. Als de diagnose niet objectief gesteld kan worden, hoe effectief zal dan de behandeling zijn die daarop is gebaseerd? Daarom ontwikkelde Van der Bijl een manier van diagnosticeren die niet gebaseerd is op subjectieve criteria;; daardoor stelt iedere - in de manuele therapie geschoolde therapeut - dezelfde diagnose. Dat is een van de sterke punten van het systeem waartoe hij de aanzet gaf en dat later door vele anderen theoretisch en praktisch verder is vormgegeven. Een belangrijk punt van kritiek op de osteopathie en de chiropraxie was ook dat de discipelen van Palmer en Still te dicht bij de theoretische basis van hun leermeesters waren gebleven en dus niet 24
waren meegegaan in de modernere ideeën over het bewegingsapparaat. Het kritiekloos volgen van verouderde gedachten zou volgens Van der Bijl geleid hebben tot driekwart eeuw ontwikkelingsachterstand. Deze stellingname kwam hem natuurlijk op veel commentaar te staan van critici die de manuele therapie meestal niet inhoudelijk trachtten te doorgronden maar eenvoudigweg afdeden als apekool en panacee. Van der Bijl daarover:
µ>«@XLWJDDQGHYDQGHYHURQGHUVWHOOLQJGDWYDQYHUGDFKWPDNLQJHQDOWLMGZHOZDWEOLMIW hangen groeit het panaceeplantje nog steeds in de kassen van hen die ziende blind willen blijven.¶1
Theoretische achtergronden Het Systeem Van der Bijl werd ontwikkeld op de pijlers van de formele logica, de biomechanica en de functionele morfologie. Het menselijke lichaam wordt samengesteld geacht uit de deelzwaartepunten van het hoofd (met de nek), de borst (met de armen), en de buik (met de benen). Het gezamenlijke zwaartepunt ligt ergens voor het heiligbeen, maar bij niemand op precies dezelfde plek. Dat geldt ook voor de deelzwaartepunten, die liggen - ten opzichte van een denkbeeldig assenstelsel in het horizontale vlak - nooit precies op de lichaamsas. 'HGHHOPDVVD¶VVWDDQRQGHULQYORHGYDQGHIRUPHUHQGHNUDFKWHQ]RDOVGH]ZDDUWHNUDFKW HQYDQ reformerende krachten die gegenereerd worden door spieren, gewrichtskapsels en de banden. Is er evenwicht in dit krachtenspel dan kan mens (en dier) functioneren op een manier die de minste energie kost. Dit wordt het minimum principle genoemd, een axioma dat dicteert dat een ieder bij voorkeur beweegt op een manier die in de gegeven situatie het minste energieverlies oplevert. Het bewegen wordt, met andere woorden, zo ingericht dat de evenwichtstoestand niet of zo weinig mogelijk wordt verstoord. De deelzwaartepunten dringen aan het lichaam bewegingspatronen op die gekoppeld zijn aan het individu. Het zou volgens Van der Bijl ideaal zijn als de ligging van de zwaartepunten exact berekend konden worden, maar dat stuitte op nogal wat praktische bezwaren. Daarom werd de redenering omgedraaid: als de zwaartepunten individuele bewegingspatronen uitlokken dan hebben die patronen een voorspellende waarde ten aanzien van de ligging van de deelzwaartepunten. Adolphe Quételet en Alphonse Bertillon µ,HGHUPHQVRQWZLNNHOWRSEDVLVYDQYRRUJHYRUPGHDQDWRPLVFKHVWUXFWXUHQ]RDOVGLHLQDDQOHJ aanwezig zijn, tijdens het leven onder inwerking van de zwaartekracht en spierkracht én onder controle van individuele neurale stuurmechanismen de individuele neutraalhoXGLQJ¶(vrij naar Gutmann, 1985) De neutraalhouding zoals Gutmann die beschrijft wordt in de manuele therapie de grondvorm genoemd. De grondvorm dicteert zowel de houding als de bewegingen die persoonsgebonden zijn. Daardoor kunnen bij observaties bewegingsverschillen tussen personen worden opgemerkt. Wij mensen vertonen inter-individueel veel gelijkenis: we hebben allemaal twee armen en benen en één hoofd, maar bij nadere beschouwing vertonen die onderdelen nogal wat verschillen in bouw en vormgeving. Ook intra-individueel bestaan grote verschillen bijvoorbeeld tussen links en rechts: niemand heeft twee benen die exact even lang zijn, twee polsen die even dik zijn, een symmetrisch gebit of twee nieren die precies even groot zijn. Voor de gewrichten betekent dit dat gepaarde gewrichten van één en dezelfde persoon oppervlakkig gezien wel enige gelijkenis vertonen maar er, bij nadere beschouwing, heel anders uitzien;; van symmetrie is geen sprake. Ook in het boek Begrippen van manuele therapie 'H&RFN LVPHQKLHUYULMGXLGHOLMNRYHUµ$V\PPHWULH in ons lichaam is eerder regel dan uitzondering. Dit geldt zowel voor de vorm, de stand van lichaamsdelen, de houding en de beweging. Deze stelling is mede gebaseerd op een veelheid van LQWHUQDWLRQDOHVWXGLHV¶ zegt De Cock. Mogelijk doelt hij hier ook op de uniciteitsassumptie,*de aanname dat de natuur zichzelf nooit herhaalt. Voor de mens betekent dit niet alleen dat er geen twee lichamen 25
onderling gelijk zijn, maar ook dat geen bot in één lichaam precies even groot is, dezelfde vorm heeft en bijvoorbeeld even zwaar is als een corresponderend botstuk in datzelfde lichaam. Geen twee benen zijn even lang en geen twee handen of voeten even groot. Het axioma van de uniciteitsassumptie**schrijft men meestal toe aan Adolphe Quételet (1796/1874), een Belgisch astronoom en statisticus. De assumptie wordt in zijn algemeenheid (ook) toegepast in de criminologie. In Het onzekere bewijs van M.J. Sjerps wordt P.L. Kirk als volgt geciteerd: µ,GHQWLW\LVGHILQHGE\DOOSKLORVRSKLFDODXWKRULWLHVDVXQLTXHQHVV$WKLQJFDQEHLGHQWLFDO only with itself, never with any other object, since all objects in the universe are unique. It has been stated that nature never duplicates herself, so that no two objects are ever completely alike. ,QWKHPRVWSUHFLVHWHUPVWKLVLVDEVROXWHO\WUXH¶2
In de praktijk komt het er volgens de schrijvers op neer dat geen twee numeriek verschillende voorwerpen kwalitatief identiek zijn: µ*HHQWZHHERPHQEODGHUHQJUDVVSULHWHQSLQJXwQVRIPLHUHQ]LMQKHW]HOIGHJHHQWZHH personen hebben dezelfde handtekening of vingerafdrukken, geen wapens hebben dezelfde loop en geen scherven dezelfde vorm. De belangrijke implicatie van deze stelling >«@LVGDWalle objecten [en individuen, ARV@LQSULQFLSHYDQHONDDU]LMQWHRQGHUVFKHLGHQ¶3
Het uitgangspunt van de uniciteitstheorie werd toegepast in de forensische antropometrie, ontwikkeld door de Fransman Alphonse Bertillon. Hij legde twaalf metingen (lichaamskenmerken) aan het menselijk lichaam vast in de veronderstelling dat die - bij volwassen personen - in de loop van het leven onveranderd blijven en hij berekende ook de uiterst kleine kans dat er twee personen rondlopen met exact dezelfde groep kenmerken. Toen het Bertillon inderdaad lukte om met zijn methode personen te identificeren maakte hij naam en werd de Bertillonage als methode bij veel Europese politiecorpsen ingevoerd. Het vastleggen van de kwantitatieve maten met passer en schuifmaat, bleek erg omslachtig en werd uiteindelijk ingehaald door de introductie van de vingerafdruk als zeer onderscheidend lichaamskenmerk. Vanuit de forensische criminologie bezien was dat logisch omdat er veel tijdwinst werd geboekt en omdat op de plaats van een delict vaak vingerafdrukken achter blijven. Terugkomend op de theoretische grondslagen van Van der Bijl kunnen we stellen dat asymmetrisch georiënteerde deelzwaartepunten verschillend gebouwde gewrichtsoppervlakten ten gevolge hebben die daarom leiden tot anders uitgevoerde bewegingen.
*uniciteitsassumptie ook wel uniciteitsaanname of uniciteitsprincipe.
**In strikt wetenschappelijke zin ontbreekt het bewijs voor de uniciteitsassumptie. Misschien lijkt het er alleen maar op dat de natuur zich niet herhaalt doordat het totaal aantal beschikbare vormen zoveel groter is dan het aantal daadwerkelijk JHUHDOLVHHUGHYRUPHQ'HNDQVRSKHUKDOLQJLVGDDURP]HHUNOHLQ¶%HUHNHQLQJYDQGHPRJHOLMNHDDQWDOOHQYHUVFKLOOHQGH vingerafdrukken, DNA-profielen en gebitten gebaseerd op het totale aantal mogelijke combinaties leveren extreem hoge aantallen op die niet zozeer steun geven aan de uniciteitsassumptie als aan de stelling dar de kans op duplicatie verwaarloosbaar klein zou (kunnen) zLMQ¶4
26
De manier waarop een individu beweegt is zeer constant en de bewegingspatronen - zoals gebruikt in de manuele therapie van Van der Bijl - zijn niet tijdgebonden. Daarmee wil gezegd zijn dat een voorkeursbeweging, zoals armenkruisen voor de borst dat is, in iemands twintigste levensjaar op dezelfde manier wordt uitgevoerd als ten tijde dat die persoon bijvoorbeeld tachtig jaar oud is! Als de man in Spandau de echte Hess is dan zal hij op zijn 90-ste in de gevangenis nog steeds op dezelfde manier zijn armen kruisen en handen vouwen als hij vroeger in vrijheid deed. µ(HQDDQWDOYRRUNHXUVEHZHJLQJHQNXQQHQGRRUDXWRPDWLVDWLHQDDUKHWRQGHUEHZXVW]LMQZRUGHQ JHWUDQVIRUPHHUG¶VWHOW'H&RFNHQKLMJDDWYHUGHU µNaast die bewegingen bestaan nog andere die aan het bewustzijn ontsnappen. Vanuit biomechanisch oogpunt heeft ieder mens, ongeacht zijn kleur (ras), sekse, leeftijd, gewicht, typologie, beroep etcetera een individueel bepaalde voorkeur om bewegingen uit te voeren of houdingen aan te nemen, ten gevolge van de kenmerken van de gewrichtsvlakken, het individuele karakter ervan alsmede de intra-individuele asymmetrie van houding en beweging- RIYRUPHQIXQFWLH¶5
Armenkruisen voor de borst is een van de vele voorkeursbewegingen. Kruis de armen voor de borst: de ene persoon plaatst daarbij de linkerarm voor, een ander geeft de voorkeur aan de rechterarm voor. Hebt u de linkerarm voor? Kruis dan de armen opnieuw en probeer daarbij de rechterarm voor te plaatsen. Veel mensen kijken nu min of meer verbaasd naar de positie van de armen en voeren de beweging nogmaals ter controle uit, want onmiddellijk werd ervaren dat de nieuwe positie van de armen QLHWGHPHHVWSUHWWLJHLVµKHWYRHOWQLHWOHNNHUDDQ¶2QJHYHHUHYHQYHHOPHQVHQKHHIWHHQYRRUNHXUYRRU µUHFKWVYRRU¶DOVµOLQNVYRRU¶ZDDUELMRSJHPHUNWZRUGWGDWGLWQLHWVWHPDNHQKHHIWPHWKHWDOGDQQLHW links- of rechtshandig zijn. Rudolf Hess, de man in Neurenberg en de geïnterneerde man in Spandau hebben zoals zal blijken HHQYRRUNHXUYRRUµUHFKWVYRRU¶ Hoe men uiteindelijk exact de manueeltherapeutische diagnose bepaalt vergt veel technische uitleg en valt daarmee buiten het kader van deze studie. Voor de geïnteresseerde lezer wordt verwezen naar de boeken van G. van der Bijl junior en het boek van Johan J. De Cock. Het komt er in het kort op neer dat met behulp van acht basisparameters*een bewegingsmodel wordt opgesteld (het mobileschema) en met achttien bijkomende parameters**worden vervolgens verfijningen in dit model aangebracht. De reproduceerbaarheid van de acht basisparameters blijkt zeer groot te zijn. Voor wat betreft de achttien bijkomende parameters is de betrouwbaarheid redelijk maar is wel voor verbetering vatbaar. Verbeteringen worden vooral gezocht in de standaardisatie van het meetmateriaal, de meettechniek en de interpretatie. *De voorkeursbewegingen, de voorkeurshoudingen, de vorm van de wervelkolom en de individuele vormverschillen in bouw zijn bruikbaar om de ligging van de deelzwaartepunten te berekenen. Daartoe worden acht basisparameters gebruikt te weten:
+HWYRRUNHXUVRRJKHWRRJZDDUPHHPHQELMYRRUNHXUULFKW'LWKRHIWQLHWSHUVHKHWµVWHUNVWH¶RIEHVWHRRJWH]LMQ 2. De oogrotatie (endo- of exoforie): hiermee wordt de scheve oogas bedoeld die het oog maakt in het horizontale vlak. 3. Het kruisen van de armen: welke arm wordt boven geplaatst? 4. Het duimkruisen, ook wel bidgreep genoemd: welke duim ligt achter/boven? 5. Bovenhands werpen: met welke hand gooit men bij voorkeur een balletje? Van der Bijl jr. (1986) stelt dat in theorie hier niet gesproken wordt van links- of rechtshandigheid, maar slechts van een voorkeur voor links- of rechtshandig werpen. (Dit geldt ook voor schoppen tegen een bal.) 6. Schoppen tegen een bal: met welk been schopt men bij voorkeur tegen een bal? 7. Spitten/vegen: welke hand houdt men onder bij het gebruik van een spade of een bezem? 8. Glijden: met welk been glijdt men voor op een ijsbaantje?
**De verfijning van het basismodel wordt tot stand gebracht door achttien extra parameters. Hieronder worden enkele genoemd. Het mag duidelijk zijn dat ik probeerde zoveel mogelijk voorkeurshoudingen, standen en bewegingen bij dit
27
onderzoek te betrekken, want hoe meer overeenkomsten of verschillen tussen de pertinent echte Hess en de gevangene, hoe zekerder de conclusies kunnen luiden. Van een aantal parameters was van te voren al duidelijk dat ze geen informatie zouden kunnen geven. Wat te denken van GHµSROVEUHHGWH¶RIGHVWDQGYDQGHµELOQDDG¶'H]HPHWLQJHQ]LMQLQGLHWLMGQRRLWYHUULFKWRPGDWKHWSysteem Van der Bijl toen nog niet bestond. Bovendien kan foto- of filmmateriaal hier geen uitsluitsel over geven. Wat betreft de voorkeursbewegingen kan nog opgemerkt worden dat personen die bij voorkeur op een bepaalde manier uitvoeren, waarmee niet gezegd is dat men de bewegingen af en toe niet op een andere manier uitvoert. Mijn observaties bij honderden patiënten leerde echter dat dit zelden voorkomt. Soms moet de patiënt wel even µzoeken¶HQ twee mogelijkheden vergelijken, waarna men (meestal) stellig de bewegingsvoorkeur kan aangeven. Enkele van de achttien extra parameters: 1. De gezichtsscoliose: de hoek wordt bepaald die de gehele neus maakt ten opzichte van het voorhoofd. De neus staat naar links of rechts. 2. De intranasale hoek: de hoek wordt bepaald tussen het benige neusbeen en het kraakbenige deel van de neus. 3. Handen klappen: wordt de linker- of de rechterhand onder gehouden bij klappen? 4. Armenstrengelen: voor de romp worden de armen in elkaar gestrengeld. Welke arm wordt voor gehouden of ligt boven? 5. Kleermakerszit: welk onderbeen ligt voor bij het maken van een kleermakerszit? 6. Vegen of spitten: welke hand wordt onder gehouden bij het vegen van de vloer of bij het spitten?
De gedetailleerde totaalanalyse is dus gebaseerd op zesentwintig parameters, waarmee inzicht wordt gekregen in de optimale ligging van de draaiingsassen van de gewrichten van de betreffende patiënt. =LMQHUNODFKWHQGDQLVKLHULQYHUDQGHULQJRSJHWUHGHQPHQVSUHHNWGDQYDQµJHVWRRUGEHZHJHQ¶RIZHO YDQHHQYHUDQGHUGµMRLQWSOD\¶'HEHKDQGHOLQJEHVWDDWHUXLWGDWDOOHJHZULFKWHQLQKHWOLFKDDPGHMXLVWH draaiingsassen krijgen opgedrongen door ze ritmisch, binnen de gewrichtsgrenzen, te bewegen in de juist geachte - drie dimensionale - bewegingsrichtingen. De manuele therapie volgens het Systeem Van der Bijl behandelt daarmee functiestoornissen in gewrichten en bewegingsketens, maar geen structuurdiagnoses zoals een tenniselleboog, ischias en heupslijtage. Samenvatting Van der Bijl ontwikkelde - uit onvrede met de vigerende manuele technieken in zijn tijd - een systeem GDWKHWPRJHOLMNPDDNWHSDWLsQWHQWHEHKDQGHOHQQDDULQGLYLGXHOHEHZHJLQJVYRRUNHXU+HWµLQGLYLGXHOH IXQFWLHPRGHO¶GDWKLMXLWGDFKWKDGHHQYROVWUHNWQLHXZHEHQDGHULQJYDQKHWPHQVHOLMNEHZHJHQWHQ grondslag: ieder mens beweegt anders en dat moet in de behandeling tot uiting komen. De zwaartekracht probeert het lichaam te vervormen en de spieren moeten daaraan weerstand bieden. Om de ligging van de zwaartepunten te berekenen wordt gebruik gemaakt van een aantal voorkeursbewegingen en voorkeurshoudingen. Het gaat hierbij om kwalitatieve bepalingen van de zwaartepuntliggingen: waar ligt het zwaartepunt in een denkbeeldig horizontaal opgesteld assenstelsel? Over exacte plaats van de deelzwaartepunten in het assenstelsel worden, en kunnen, geen uitspraken gedaan. Naast de in het Systeem Van der Bijl gebruikte voorkeurbewegingen bestaan er nog talloze bewegingen die (samen) typerend zijn voor het individu. Hoe trekt iemand bijvoorbeeld een broek aan: eerst met zijn linkerbeen in een pijp en daarna het rechter of andersom? Aan welke kant loopt men het liefst met de fiets in de hand? Met welk been start men bij voorkeur na het opstaan uit een stoel? Deze bewegingen worden levenslang (indien er geen sprake is van optredende relevante pathologie) op dezelfde manier XLWJHYRHUG'HFRPELQDWLHYDQDOGH]HEHZHJLQJVYRRUNHXUHQPDDNWHHQSHUVRRQµHQLJLQ]LMQVRRUW¶ Tevens wordt - met de voorkeursbewegingen - voldaan aan het minimum principle want er wordt bewogen met een minimum verbruik van energie. Kenmerkend voor voorkeursbewegingen is dat ze zich meestal onttrekken aan de bewuste waarneming tenzij er de aandacht op wordt gevestigd. Lichaamskenmerken zoals pigmentvlekken, bewegingsvoorkeuren en voorkeursstanden kunnen in meer of mindere mate bepalend zijn voor de uniciteit van een persoon. Bij een corresponderend DNA- profiel of vingerafdruk is aanvullend bewijs meestal niet nodig om de identiteit van personen aan te
28
tonen. Voor een flapoor of een kale plek op het achterhoofd geldt dat niet. Lichaamskenmerken kennen dus een gradatie voor de mate waarin ze typerend zijn. De uniciteitsassumptie, en daarmee de bewering dat symmetrie in de natuur niet voorkomt, is geen wetmatigheid maar een axioma om de eenvoudige reden dat de stelling niet bewezen kan worden;; daarmee plaatst ze zich buiten het zuiver wetenschappelijke terrein. Het verzamelen van zoveel mogelijk (lichaams)kenmerken in de verwachting dat daarmee de uniciteit van een voorwerp of een persoon kan worden aangetoond is wel werkbaar in de praktijk en geeft bij toename van het aantal correspondeerde kenmerken een toenemende kans op zekerheid;; dat zal in het vervolg van dit onderzoek blijken. Door stapeling van bewijs kan elke mate van zekerheid verkregen worden behalve de absolute omdat er altijd een kans blijft bestaan op een toevallige match van corresponderende kenmerken. Bronnen: Het Systeem Van der Bijl
1. 2. 3. 4. 5.
Bijl van der, Manipulaties. Sjerps;; Coster van Voorhout, bewijs, 74. Ibidem. Broeders, bron, 139. De Cock, Begrippen.
29
De biometrie Biometrie is het meten van eigenschappen en kenmerken van levende wezens. 1 Alle soorten metingen in of aan het menselijke lichaam vallen daaronder. De hoeveelheid metingen is daarom enorm en divers;; ze variëren van het opstellen van DNA-profielen tot het meten van staplengten en het vaststellen van de lichaamsgeur. Er wordt ook wel gesteld dat biometrie het gebruik is van lichaamskenmerken of gedragseigenschappen, met als doel de identiteit van iemand te verifiëren of vast te stellen. %LRPHWULVFKHJHJHYHQV]LMQJHJHYHQVYDQELM]RQGHUHDDUG¶ZDQW]HKHEEHQEHWUHNNLQJRSGHI\VLHNH- en gedragseigenschappen van een persoon en maken het mogelijk deze met een grote mate van QDXZNHXULJKHLGWHLGHQWLILFHUHQ·2 In de politiek staat de biometrie sinds de aanslagen van 11 september 2001 in Amerika hoog op de agenda. Naarstig wordt gezocht naar biometrische persoonsgegevens die betrouwbaar genoeg zijn om te kunnen koppelen aan paspoorten en identiteitskaarten.
We dienen onderscheid te maken tussen technieken die fysiologische kenmerken vastleggen zoals DNA-patroonanalyse, irisherkenning, oorvormherkenning, stemherkenning, lichaamsgeurdetectie enzovoorts en methoden die gedragskenmerken registreren zoals loopanalyse en het plaatsen van handtekeningen. 0HWµJHGUDJVNHQPHUNHQUHJLVWUHUHQ¶NDQRRNEHGRHOGZRUGHQGDWHUSHUVRRQOLMNHNDUDNWHUSURILHOHQ worden gecreëerd waarbij, nog meer dan bij andere profielen, de vraag gesteld kan worden in hoeverre de regels van ethiek en privacy overschreden worden. Het hek lijkt hier van de dam indien de gegevens worden opgeslagen in centrale databanken.3 'HELRPHWULVFKHJHJHYHQVKHEEHQLQPHHURIPLQGHUHPDWHGHHLJHQVFKDSGDW]Hµuniverseel zijn want alle mensen hebben het;; ze zijn permanent, dus niet te veranderen, en ze zijn uniek want geen twee SHUVRQHQKHEEHQ>H[DFW@KHW]HOIGHNHQPHUN¶ 4 Veel biometrische kenmerken zijn gevoelig voor manipulatie zodat de invoering ervan nog veel moeilijkheden met zich meebrengt. Het scanapparaat van vingerafdrukken kan bijvoorbeeld eenvoudig worden gefopt door het aanbrengen van een uiterst dun laagje rubber op de vinger. De irisscan is evenmin betrouwbaar indien er geprepareerde contactlenzen worden gebruikt. Dat hoeft niet altijd een probleem te zijn omdat mensen die gebruik willen of moeten maken van autorisatiekaarten, meestal geen reden hebben de apparatuur op het verkeerde been te zetten. Zonder werkzame kaart krijgt men immers geen toegang tot de plek waar men moet zijn. Dat de fundamentele vrijheid en de rechten van mensen met de verregaande invoering van biometrie onder druk staat, is zonneklaar. Er zit een duidelijk JHYDDULQKHWVOXLSHQGHUZLMVLQYRHUHQYDQVWHHGVPHHUµSHUVRRQVJHERQGHQ¶JHJHYHQVZDDUGRRU gewenning bij het grote publiek optreedt. De werkgroep biometrie van het Europese Parlement (opgericht in 1995) onderkent dit probleem en stelt dat het gebruik van biometrie in bijvoorbeeld VFKRROELEOLRWKHNHQµHUWRHOHLGHQNDQGDWNLQGHUHQ]LFKPLQGHUEHZXVWZRUGHQYDQKHWULVLFRYDQ gegevensbescherming waarmee zij in hun ODWHUHOHYHQNXQQHQZRUGHQJHFRQIURQWHHUG¶5 Bovendien ziet men het gevaar dat gedecentraliseerd opgeslagen gegevens worden gekoppeld zodat er een centrale biometriebank ontstaat. Tenslotte wordt erop gewezen dat een aantal biometrische gegevens, vooral vingerafdrukken, kan worden verkregen zonder dat de betreffende persoon daar toestemming voor geeft (bijvoorbeeld vingerafdrukken van een glas). Een schat aan biometrische gegevens kan verkregen worden door het zorgvuldig uitpluizen van vuilniscontainers van burgers. Het opstellen van een DNA-profiel van alle gezinsleden wordt immers een peulenschil indien men gebruik kan maken van nagels, haren en maandverband. Tevens is het PRJHOLMNHHQSURILHORSWHVWHOOHQYDQGHµVRFLDOHVWDWXV¶DDQGHKDQGYDQUHVWDQWHn van verscheurde bankpapieren, adreslabels en resten verpakkingsmateriaal. Zo bezien zetten de meeste van ons een 30
RQEHGRHOGHµVFKDWNLVW¶PHWLQIRUPDWLHRSGHVWUDDW µ'H]RUJRPRQ]HSULYDF\LVHFKWHUDOODQJKHW SUREOHHPQLHWPHHU¶VWHOWGHPLVGDDGVFKULjver Den Tex in het NRC Handelsblad: µ«+HWQLHXZHSUREOHHPJDDWYHHOGLHSHU- de bescherming van onze identiteit. Het gaat er niet meer omdat anderen weten wie ik ben of wat ik doe;; het gaat erom dat anderen mijn identiteitsgegevens kunnen gebruiken om iets te doen wat ik helemaal niet wil, iets illegaals waarvoor ik kan opdraaien. Privacy is een achterhoedegevecht. In de voorhoede gaat er iemand met onze identiteit vandoor. Iedereen die denkt dat ZHµEHVWHHQEHHWMHSULYDF\NXQQHQLQOHYHUHQYRRUGHEHVFKHUPLQJWHJHQWHUURULVPH¶ werkt mee aan de verhoging van het risico dat op een dag zijn eigen identiteit wordt misbruikt. Terwijl de overheid verkondigt dat ze ons beschermt tegen terreur, stelt ze RQVEORRWDDQHHQEHGUHLJLQJZDDU]HJHHQYDWRSKHHIW«¶6
Ook hoogleraar Bert-Jaap Koops (universiteit Tilburg/Nederland) is bezorgd over verdere afkalving van RQ]HSULYDF\µ:HZRUGHQYDQDOOHNDQWHQJHFRQWUROHHUGHQKHWOLMNWDOVRIZHVFKXOGLJ]LMQ>«@WHQ]LMZH onze onschuld kunnen bewijzen. Dit is een gevaarlijke omkering in onze maatschappij. Maatregelen die EHGRHOG]LMQRPGHJURWHFULPLQHOHQDDQWHSDNNHQUDNHQYRRUDOGHRQVFKXOGLJHEXUJHU¶ 7 Anderen stellen dat privacyschending door de overheid weliswaar een probleem is maar dat we de overheid op de voet kuQQHQYROJHQHULVGXVSXEOLHNHFRQWUROHRSKDDUKDQGHOHQµ'DWDEDQNHQYDQGH overheid verbleken bij de vrijwillig achtergelaten sporen;; het schenden van de privacy is de orde van de dag. De online beschikbare gegevens, dataminingtechnologieën, gecombineerd met de winstprikkels GLHEHGULMYHQKHEEHQOHYHUHQEHODQJULMNHQLHXZHULVLFR¶VRS¶ 8 Een bron van zorg is hierbij bovendien GDWµYHHOPHQVHQQLHWDOOHHQPDDUQDwHI]LMQPDDUYRRUDOGDW]HEHZXVWVSRUHQDFKWHUODWHQRPGDWKHW ze iets oplevert: je hoort eUELMMHNXQWSUDWHQPHWORWJHQRWHQHQKHWLVHHQYRUPYDQ]HOIH[SUHVVLH¶ 9 Privacybescherming is kennelijk een achterhoedegevecht geworden. Ons doen en laten wordt al YDVWJHOHJGZHZRUGHQDIJHOXLVWHUGHQPHWEHZDNLQJVFDPHUD¶VEHVSLHGRQ]HOLFKDPHQZRUGen met bodyscanners afgetast wanneer we willen vliegen en de gegevens worden - of u nu wilt of niet - opgeslagen, in het beste geval ten dele gedecentraliseerd. De combinatie van al die deelgegevens is uniek, en daarmee specifiek voor het individu en levert een identiteitsprofiel op waarmee criminelen aan de slag kunnen. Bovendien is het tegenwoordig veel eenvoudiger persoonlijke profielen vast te leggen dan voorheen omdat de opslagcapaciteit voor digitale informatie zo groot is geworden dat zelfs de, op het eerste gezicht, meest banale informatie over personen langdurig kan worden bewaard. Hierbij kan gedacht ZRUGHQDDQGHRSVODJYDQVPV¶MHVHQKHWYDVWOHJJHQYDQLQWHUQHWJHGUDJLQJHQ:DQQHHUDOGDWVRRUW gegevens worden gecombineerd met biometrische data is een persoonlijk profiel gerealiseerd. In de huidige toepassing worden biometrische gegevens niet steeds als zodanig weergegeven op identificatie- RIYHULILFDWLHGRFXPHQWHQPDDUZRUGHQWRWµWHPSODWHV¶RIµJHQHULFV¶YHUZHUNWGDW]LMQ computertaalsjablonen die karakteristiek zijn voor één persoon.10
$OVZHKHWRYHUµFRPSXWHUWDDOVMDEORQHQ¶KHEEHQGULQJW zich de vergelijking op met de ponskaarttechnologie zoals die gebruikt werd bij de grote Duitse volkstelling in 1933 toen Hitler net aan de macht was gekomen. Speciaal opgeleide enquêteurs gingen van deur tot deur en vroegen de burger het hemd van het lijf over voorouders, kinderen, burgerlijke staat, geloof, werk en afkomst. Vervolgens werd de verkregen informatie centraal verwerkt op ponskaarten waarbij elk genummerd gaatje belangrijke informatie verschafte over de persoon in kwestie. De ponskaart als geheel droeg daarmee in belangrijke mate bij aan de karakterisering van het individu. De zogenaamde Hollerith-systemen die hiervoor werden gebruikt waren afkomstig van het Amerikaanse IBM dat een in Duitsland gevestigde dochteronderneming had (Dehomag). In IBM and the Holocaust 11 beschrijft Edwin Black het in zijn ogen strategische verbond tussen IBM en nazi-Duitsland, waarbij de ponskaarttechnologie een vrijwel doorslaggevende rol heeft gespeeld bij de 31
identificatie van de joden en vervolgens, in de jaren die erop volgden, rechtstreeks bij de genocide. De theorie van Black, die IBM voor een belangrijk deel medeschuldig houdt voor de nazimisdaden, wordt door historici uitgebreid bekritiseerd omdat IBM niet kon weten welke misdagen er uiteindelijk zouden worden gepleegd en daarbij is het ook nog de vraag in hoeverre de informatie op de kaarten wezenlijk bijdroeg aan het identificatieproces van joden en andere minderheden. Intermezzo
(HQJUDSSLJYRRUEHHOGYDQµLGHQWLWHLWVIUDXGH¶ZRUGWDDQJHYRHUGGRRU3HWDU*OXPDFHHQJHEHGVJHQH]HUXLW Servië. Hij stelt dat de van oorlogsmisdaden verdachte Radovan Karadzic, die ]LFKYRRUGHHGDOVHHQµ1HZ$JH hHDOHU¶RQGHUGHQDDPYDQ'U'UDJDQ'DELF]LMQLGHQWLWHLWJHVWROHQKHHIWµ+HFRXOGKDYHVHHQPHLQGH QHZVSDSHUVDQGWRRNP\FKDUDFWHU¶YHUWHOGH*OXPDFDDQGHSHUV12 Geloofwaardig is deze bewering niet omdat Karadzic juist behoefte had aan een nieuwe identiteit;; het ligt voRUGHKDQGGDWWZHHSHUVRQHQPHWµKHW]HOIGH¶ gezicht, die zich bovendien allebei in het openbare leven profileren, vooral aandacht trekken (3, 4, 5).
3, 4 en 5: Lichaamskenmerken zijn typerend voor het individu, zoals het kuiltje in de kin op de rechter foto. Door overvloedige beharing zijn op de middelste foto veel kenmerken bewust aan de waarneming onttrokken maar de vorm van de wenkbrauwen lijkt overeen te komen met die op de rechter foto. 2SGHOLQNHUIRWR3HWHU*OXPDFPLGGHQµ'U'DELF¶ (beeldcitaten: Reuters/Stringer) en rechts Radovan Karadzic (beeldcitaat: Mikhail Evstafiev).
Doel van de biometrie De biometrische technologieën hebben ten doel bij te dragen aan de identificatie, de authenticatie, of aan de verificatie van personen. De identificatie is het proces dat de identiteit van de persoon vaststelt. $XWKHQWLFDWLHLVKHWYDVWVWHOOHQYDQGHLGHQWLWHLWPHWEHKXOSYDQGULHYUDJHQµZDWMHZHHW¶SLQFRGH UHNHQLQJQXPPHUV µZDWMHKHEW¶ VOHXWHOVSDVSRRUWULMEHZLMV HQµZDWMHEHQW¶GLWLVKHWGRPHLQYDQGH biometrie). Bij verificatie wordt de vraag gesteld of de persoon degene is die hij zegt te zijn door vergelijking van biometrische gegevens.13 ,QKHWµJHYDO-+HVV¶JDDWKHWHURPRIGHYHUGDFKWHGHSHUVRRQ is die hij suggereert te zijn en waarvan wordt beweerd dat hij het is. Is de verdachte dat niet dan is het bovendien heel interessant te weten welke identiteit hij dan wel heeft. Helaas hebben we niet de beschikking over de gangbare biometrische gegevens van Rudolf Hess. We mogen aannemen dat er ooit vingerafdrukken bij de man zijn afgenomen en dat zijn bloedgroep werd bepaald, maar zeker is dat niet. Dat de bloedgroep van de gevangene in Spandau werd bepaald is zeker omdat hij een periode in het ziekenhuis heeft doorgebracht. Gebitsanalyse faalde ook omdat er geen gebitstatussen gevonden ZHUGHQXLW]LMQ'XLWVODQGSHULRGH=HNHULVGDWHUELMµEHLGHPDQQHQ¶DDQKHWJHELWLVJHVOHXWHOG want de 32
HFKWH+HVVLVRSVRPPLJHIRWR¶VYyyU]LMQ(QJHODQGYOXFKWWH]LHQPHWHHQVSOHHWMHWXVVHn de YRRUWDQGHQGDWRSDQGHUHIRWR¶VLQ1HXUHQEHUJ6SDQGDX DIZH]LJLV 14 ,QKHWµJHYDO-+HVV¶]RFKWLNQDDU]RYHHOPRJHOLMNELRPHWULHGLHYHUJHOLMNEDDULVHQZDDUPHHXLWHLQGHOLMN met behulp van de statistiek een waarschijnlijkheidsdiagnose opgesteld kan worden: µ+RHJURRWLVGH NDQVGDW+HVVHQGHGXEEHOJDQJHUppQHQGH]HOIGHSHUVRRQ]LMQRIDOVZHGHYUDDJRPGUDDLHQµ+RH JURRWLVGHNDQVGDW+HVVQLHWGH]HOIGHLVDOVGHYHUGDFKWHLQ1HXUHQEHUJ¶ Ik gebruikte biometrische variabelen afkomstig uit de manuele therapie, aangevuld met voorkeursbewegingen, voorkeurshoudingen en andere lichaamskenmerken. Daarnaast vergeleek ik het intelligentiequotiënt van beide mannen, het rimpelpatroon in het gezicht, en zelfs de stand van de oren. Bij toeval stuitte ik op een typerende gewoonte van Hess die mijn hart sneller deed kloppen en vroeg me verwonderd af hoe het mogelijk is dat niemand deze gewoonte opviel als (mede) typerend voor de persoon Hess. =R¶QRSVWHNHULVDOWLMGPHHJHQRPHQKHWLVHHQVWLPXODQVLQGHGDJHQdat het onderzoek maar niet wil vlotten, want er waren natuurlijk ook nogal wat tegenvallers te betreuren. Ik verwachtte bijvoorbeeld de PDQLHUYDQµDSSODXGLVVHUHQ¶YDQEHLGHPDQQHQWHNXQQHQYHUJHOLMNHQOLQNHUKDQGRQGHURIUHFKWHUKDQG onder?) maar kwam geen afbeeldingen tegen waarop door Hess geklapt wordt. Ook het onderzoek naar de vorm van de oren liep vast. Het forensisch instituut dat ik hiervoor benaderde kon niets met het DDQJHOHYHUGHJHDQRQLPLVHHUGH PDWHULDDORPGDWGHIRWR¶VYDQGHRUHQQLHWJHPDakt werden onder JHVWDQGDDUGLVHHUGHRPVWDQGLJKHGHQ$OOHHQRQGHUEHSDDOGHRPVWDQGLJKHGHQZDQQHHUGHIRWR¶VUHFKW van opzij zijn genomen en waarbij de lichtval ook nog eens dezelfde is, wordt reële vergelijking mogelijk. Het handschrift Als we weinig informatie hebben over een persoon, maar wel kunnen beschikken over handgeschreven materiaal dan is het erg verleidelijk de handschriften te vergelijken. Hess schreef als jongeman veel brieven aan zijn ouders en de gevangene schreef met grote regelmaat brieven aan zijn familie (6) en ook briefjes bedoeld voor zijn verzorgers en de gevangenisautoriteiten. Voor de leek lijkt het erop dat de handschriften uit Duitsland, Engeland en Neurenberg/Spandau inderdaad van één en dezelfde persoon zijn. Bij het wetenschappelijk beoordelen van handschriften en handtekeningen kijkt men naar het statische en naar het dynamische aspect. Het statische aspect betreft de grootte en de vorm van het handschrift;; het dynamische aspect behelst de snelheid waarmee geschreven wordt en de druk van de pen op het papier. Het geluid dat een pen op papier maakt kan ook aan analyse worden onderworpen. 15 Of er ooit gekeken is naar consequente stijl- , spelling- of grammaticafouten in de teksten van Hess en de verdachte is onbekend [ARV]. Hugh ThRPDVPHUNWLQ]LMQERHNRSGDWGHEULHYHQYDQµ+HVV¶JHVFKUHYHQYDQXLW6SDQGDXJHNHQPHUNW ZRUGHQGRRUYHUUHJDDQGHRSSHUYODNNLJKHLGµ+HVV¶]RXSDVLQJDDQRSEHSDDOGHRQGHUZHUSHQQDGDWGH familie hem voldoende informatie ter zake had verschaft. Wat betreft die oppervlakkigheid heeft Thomas het hier ten dele bij het rechte eind;; de brieven verschaffen, na de eindeloos lange jaren van gevangenschap in Spandau, geleidelijk minder details uit het verleden en kunnen daardoor oppervlakkig overkomen. De gevangene gaf vooral in de beginperiode van zijn gevangenschap wel degelijk een VFKDWDDQµLQVLGHUVLQIRUPDWLRQ¶RYHUIDPLOLDLUHDDQJHOHJHQKHGHQ'LHYDOWYRRUDOLQGHEULHYHQDDQ]LMQ moeder en broer te lezen (zie: De brieven). Opvallend is dat Thomas de gelijkenis in de handschriften XLW+HVV¶'XLWVODQGSHULRGHHQGLHJHVFhreven vanuit Spandau, negeert. Of het vergelijken van de handschriften van Hess en de gevangene een zinvolle bezigheid is valt nog te bezien want de status van het handschriftonderzoek is nog aOWLMGHHQSXQWYDQGLVFXVVLHµ$OLQ werd een poging ondernomen handschriftbewijs [in een rechtszaak waarin het deskundigenonderzoek zich richtte op de vraag naar de authenticiteit van een aantal handtekeningen] als niet wetenschappelijk te verklaren,¶VFKULMIW%URHGHUVLQ]LMQSURHIVFKULIWOp zoek naar de bron en hij vervolgt: 33
µ>«@5HFKWHU0F.HQQDRRUGHHOGHGDWKHWKDQGVFKULIWRQGHU]RHNQLHWKHWSUHGLNDDW wetenschappelijk toekwam ook al houden de beoefenaars regelmatig congressen, schrijven ze artikelen in wetenschappelijk ogende tijdschriften, hebben ze FHUWLILFHULQJSURJUDPPD¶VHQWXLJHQ]LM]LFKPHWZDWKLM>GHUHFKWHU@RPVFKUHHIDOVGH ³WUDSSLQJVRIVFLHQFH´De afloop [van de zaak] was in zoverre onverwacht dat de rechter de handschriftexpertise weliswaar niet als wetenschappelijk bewijs maar wel als µWHFKQLVFK¶EHZLMVWRHODDWEDDUDFKWWHRPGDWKHWJHEDVHHUG]RX]LMQRSSUDNWLVFKHNHQQLV HQHUYDULQJ>«@¶16
Dat was de reden om me niet te begeven op dit gebied en slechts te constateren dat de handschriften van Hess en de gevangene gelijkenis vertonen. Deze constatering heb ik niet bewust meegewogen bij de a-priori inschatting van de kans op een echte Hess in Spandau (zie over het proces van de a-priori inschatting Hoofdstuk 4).
6: ,Q6SDQGDXJHVFKUHYHQRSPHLHHQEULHIYDQµ+HVV¶DDQ]LMQIDPLOLH+HWKDQGVFKULIWYHUWRRQWYHHOJHOLMNHQLVPHW dat van voor de oorlog. Handschriften zijn manipuleerbaar en handschriftonderzoek vereist daarom veel specialistische kennis (beeldcitaat: Manvell/Fraenkel, Rudolf Hess, de eerste volledige biografie).
De betrouwbaarheid van de metingen Als we serieus onderzoek willen uitvoeren dan moet het testen van bewegingsvoorkeuren en het meten van asymmetrieen reproduceerbaar zijn bij één en dezelfde persoon, en uitgevoerd kunnen worden door verschillende beoordelaars, met als uitkomst hetzelfde resultaat. Hier wordt gesproken over de mate van intra-reliabiliteit en interreliabiliteit van de metingen. Wat betreft de groep van acht basisparameters uit het Systeem Van der Bijl is volgens De Cock de intra-reliabiliteit zeer hoog;; in één van de onderzoeken zelfs 100% (r=1;; n=232), en in het andere onderzoek 98,67% (r=0,99;; n=600). Deze resultaten komen overeen met mijn eigen indrukken uit de praktijk;; het komt zelden voor dat één van de eerste acht metingen niet uitvoerbaar is of dat bij her-testen een andere uitkomst verkregen wordt. Bij de bepaling van de andere achttien parameters zijn bij her-testen wel regelmatig verschillende meetuitkomsten geconstateerd. Er werden afwijkingen gevonden bij het bepalen van de hoek in de neus (7,07%), de hoek van de neus met het voorhoofd (3,26%), het armenstrengelen (2,72%) en de NOHHUPDNHUV]LW 'H]HPHWLQJHQZRUGHQELMGHµ]DDN-+HVV¶HQGHDQGHUHYHUPHHQde dubbelgangers niet gebruikt. De interreliabiliteit moet nog onderzocht worden. Daarbij gaat de aandacht uit naar de standaardisatie van de testen waardoor het mogelijk wordt een test exact te herhalen.17
34
Bronnen: De biometrie 1. Haaster van, Kennismaking biometrie. 2. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, Advies. 3. Groep gegevensbescherming, Werkdocument;; Staatscourant, Raad van Europa;; Bos, Biometrische gegevens;; Europese Toezichthouder, Advies;; Buuren, Visum Informatiesysteem. 4. Groep gegevensbescherming,Werkdocument. 5. Idem. 6. Tex den, Privacy (NRC Handelsblad).
7. In gesprek met Bert-Jaap Koops, (Frontier, 52-53). 8. Huijboom en Kool, Privacy (NRC Handelsblad). 9. Ibidem. 10. Haaster van, Kennismaking biometrie. 11. Black, IBM. 12. Charter, Karadzic (The Times). 13. Haaster van, Kennismaking biometrie. 14. Irving, Years;; Thomas, moord. 15. Haaster van, Kennismaking biometrie. 16. Broeders, bron, 61. 17. De Cock, Begrippen, 136-140.
35
Hoofdstuk 2
36
Rudolf Hess
µ9DWHUZLHJHKWHVGLU"¶ Wolf R. Hess begroet zijn vader* In het begin van dit hoofdstuk leren we de familie Hess kennen. De innige relatie tussen vader en zoon komt aan bod, en daarna al hink-stap-springend door de tijd: de jeugd van Rudolf Hess, de activiteiten in de Eerste Wereldoorlog, de kennismaking met Hitler, zijn rijzende ster in de politiek die hem de titel ¶6WHOOYHUWUHWHUGHV)KUHUV·EUDFKWGHYDOYDQKHWSROLWLHNHWRQHHOLQJHOXLGGRRUGHGUDPDWLVFKHYOXFKW naar Groot Brittannië, en de berechting in Neurenberg met de levenslange gevangenschap in Spandau.
Zo vader, zoon en kleinzoon Elke vader wenst zich een liefhebbende zoon als Wolf Rüdiger. Hij kon zich later maar weinig van zijn vader herinneren uit de tijd van zijn onbezorgde jeugd in München-Harlaching**(7). Wolf wist jaren later nog wel hoe zijn vader, met kalme stem, een vleermuis die eens het huis binnen was komen vliegen weer naar buiten bracht.1 De band met zijn vader bleef ondanks alles bestaan en zou zich zelfs in de Spandau-SHULRGHJHGXUHQGHGHPHHUGDQYHHUWLJODQJHMDUHQJHYDQJHQVFKDSYDQµ+HVV¶, verdiepen. :ROI5GLJHUKHHWWHYROXLW:ROI$GROI.DUO5GLJHUµ+HUU:ROI¶ZDVRRLW+LWOHUVDOLDVLQGHEHJLQWLMGYDQ GH16'$30HWµ$GROI¶ZHUGQRJPDDOVYHUZH]HQQDDU+LWOHUHQPHWµ.DUO¶NUHHJGHERUHOLQJGH voornaam van professor Haushofer toebedeeld. Wolf Rüdiger werd later een succesvol ingenieur en bleef tot zijn dood in 2001 een aanhanger van Adolf Hitler. Wolf Andreas Hess, de kleinzoon van Rudolf Hess, lijkt uit hetzelfde hout gesneden als zijn vader en opa want hij werd in 2002 veroordeeld door een districtsrechtbank in München tot het betalen van een boete van 1184,- dollar omdat hij op internet de Amerikanen beschuldigde van het bouwen van de gaskamers in Dachau. 2 Nadat Rudolf Hess in 1941 met vredesvoorstellen naar Engeland vloog, duurde het nog 28 jaar voordat vader en zoon elkaar - onder gearrangeerde omstandigheden - weer zouden ontmoeten in de gevangenis van Spandau. *Zoon Wolf Rüdiger begroet zijn vader Rudolf Hess in het ziekenhuis waar hij tijdelijk is opgenomen. Op dat moment zag µ+HVV¶QDMDDU]HVPDDQGHQHQGDJHQ]LMQIDPLOLHYRRUKHWHHUVWWHUXJ **De villa die Hess samen met zijn vrouw in 1933 kocht, was gelegen in de deftige buitenwijk Harlaching van München. In 1944 werd het huis getroffen bij een geallieerd bombardement en na de oorlog tot op de grond afgebroken door de Amerikanen. Een geïnteresseerde bezoeker kan daar, met enige moeite, nog steeds sporen vinden die terugverwijzen naar die tijd.
37
7: Slechts de entree van het perceel is anno 2011 nog hetzelfde als toen. De huidige bebouwing op de achtergrond doet GLHQVWDOV6WDDWVWKHDWHU+HWERUGMHPHWµ+DUWKDXVHUVWUDVVH¶GDWERYHQGHWHJHQZRRUGLJH brievenbus was gemonteerd, is WHQSURRLJHYDOOHQDDQVRXYHQLUMDJHUV1D+HVV¶YOXFKWZDV,OVH+HVVQLHWPHHUin staat het onderhoud van de villa te bekostigen. Voor haar levensonderhoud moest ze zelfs bedelen bij Heinrich Himmler (foto:Voorhorst, 2007).
Ernstig ziek In november 1969 - Hess zat toen al drie jaar als enige gevangene opgesloten - werd hij plotseling erg ziek. Aanvankelijk zagen de doktoren de ernst van de ziekte niet in, gewend als men was geraakt aan zijn klagerig gedrag, dat meestal betrekking had op zijn ingewanden. Nu leek de situatie echter ernstiger dan voorheen, want de inmiddels 75-jarige bejaarde bleef kreunend op bed liggen en schoor zich niet meer. Wolf beschrijft deze gebeurtenissen uitgebreid in zijn boek Mijn vader Rudolf Hess.3 De vier gevangenisdirecteuren, verlegen met de situatie, gingen zoals gebruikelijk langdurig in conclaaf om na dagen onderhandelen tot de conclusie te komen dat de gevangene met spoed diende te worden overgebracht naar het Brits Militair Hospitaal aan de Heerstrasse in Berlijn. In dat ziekenhuis was in het begin van de jaren zestig een speciale suite ingericht voor het geval Hess iets mocht mankeren en opgenomen diende te worden. De wetenschap dat er voorzien was in een speciale afdeling voor de enig overgebleven gevangene, stemde de familie bitter omdat hiermee een signaal afgegeven werd dat µ+HVV¶KRHGDQRRNQLet vervroegd vrijgelaten zou worden. Uit röntgenbeelden bleek dat een darmperforatie, wonder boven wonder, vanzelf weer was GLFKWJHJURHLG/DQJGXULJHYHUSOHJLQJZDVQLHWWHPLQQRRG]DNHOLMNµ'H]HYHUSOHJLQJHQYRRUDOKHW menselijke aspect daarvan, deed de oude man zoveel goed dat hij uiteindelijk toestemming gaf voor het RQWYDQJHQYDQ]LMQYURXZ,OVH3U|KOHQ]LMQ]RRQ¶YHUWHOW zoon Wolf. Er werd veel gespeculeerd over het stelselmatig weigeren van bezoek. Voor µ+HVV¶zou het goed uitkomen dat er heel veel tijd overheen ging alvorens het op een confrontatie met µzijn familie¶ aan te sturen, zo werd verondersteld. De tijd zou immers in zijn voordeel werken en hem zo goed als onherkenbaar maken, zegt Hugh Thomas;; daarmee inspelend op het gerucht dat er een dubbelganger in Spandau gevangen werd gehouden, terwijl de echte Hess tijdens de oorlogsjaren ergens boven de 1RRUG]HHRILQ(QJHODQGZDVYHUGZHQHQ'UDVWLVFKHYHUDQGHULQJHQYDQ]LMQµORRNV¶ZDUHQGXVLQKHW voordeel van de gevangene zo werd alom verondersteld. 38
Alvorens toestemming te geven voor bezoek moest er volgens de gevangene éérst iets fundamenteels in de deprimerende situatie zijn veranderd, dat was voor hem al die jaren steeds een dwingende voorwaarde geweest. Die verandering kan erin gelegen hebben dat de gevangene tijdens diens ziekteperiode in het hospitaal zich voor het eerst in al die jaren menswaardig behandeld voelde en dat hij, nu hij de dood in de ogen had gezien, graag weer hernieuwd kennis met zijn familie wilde maken. Wolf komt met een andere reden voor het jarenlange vrijwillig gekozen isolement van zijn vader: µ>«@DOVPLMQYDGHUGH]HJHPDFKWHQKHWUHFKWRQW]HJGHRYHUGHYHUOLH]HQGHPDFKW- Duitsland - een gerechtelijk oordeel te vellen, moest hij het zéker als politieke willekeur beschouwen dat ze hem in Spandau - en dan nog onder dergelijke omstandigheden - JHYDQJHQKLHOGHQ¶4
Tenslotte speelde mee dat de gevangene mentaal overeind wilde blijven in de uitzichtloze situatie en onder de vernederende gevangenisomstandigheden. Wat voor Hess of diens dubbelganger precies de doorslag gegeven heeft weten we niet met zekerheid, maar hij koesterde nu wel de nadrukkelijke wens om, na al die jaren eenzaamheid en lang volgehouden principes, samen met vrouw en zoon de kerstmaaltijd te gebruiken. Dat was voor de autoriteiten duidelijk een brug te ver en daarom gaf men toestemming voor een bezoek dat slechts een half uur mocht duren. Op de 24-ste december was de ziekenkamer in kerstsfeer versierd, en Hess gestoken in een nieuwe broek, zat klaar om zLMQIDPLOLHWHRQWYDQJHQµ0LMQPRHGHUPDDNWHODWHUGHRSPHUNLQJGDDURYHUGDWGH autoriteiten met humaan kleurengeknoei de onmenselijke alleen-hechtenis een vriendelijk cachet wilden JHYHQ¶5 zegt Wolf letterlijk in zijn boek. Om toegelaten te worden diende de familie eerst het bezoekreglement te ondertekenen wat onmiddellijk de nodige consternatie gaf omdat Wolf niet als een strafgevangene gefouilleerd wenste te worden. Een ander punt van ondertekening was belangrijker, het verbood de bezoekers namelijk de pers te woord te staan over wat hen tijdens het bezoek bekend werd. Daarover liepen de spanningen hoog op, zodanig dat het er even op leek dat het bezoek helemaal geen doorgang kon vinden omdat de gevangene, zwak als hij was, niet al te lang op mocht blijven. Gedwongen door de tijdsdruk werden de handtekeningen daarom uiteindelijk geplaatst en kon het bezoek beginnen. µ+HVV¶EOHHNLQHHQRQYHUZDFKWJRHGHJH]RQGKHLGWHYHUNHUHQHQPDDNWHHHQRSJHZHNWHLQGUXN Nergens in het verslag over dit bezoek tekent Wolf op dat zijn moeder ook maar de geringste twijfel had over de identiteit van de man die tegenover haar zat. Het verslag vermeldt overigens niet dat zijn PRHGHUµGH*URWH¶]RDOV+HVVLQIDPLOLHNULQJZHOJHQRHPGZHUG, daadwerkelijk herkende. Dit item speelt in het boek van Wolf R. nog geen rol maar zou dat in de loop van de jaren uiteindelijk wel gaan doen, vooral toen Hugh Thomas zijn opmerkelijke bevindingen publiceerde. Tijdens het bezoek werden de groeten van diverse familieleden overgebracht. Het was nogal YHUUDVVHQGGDWµ+HVV¶EHgon over zijn privésecretaresse van weleer Hildegard Fath, aan wie men vooral GHJURHWHQPRHWGRHQ,Q1HXUHQEHUJKDGPHQµ+HVV¶WLMGHQVHHQYHUKRRUHHQVJHFRQIURQWHHUGPHW]LMQ toenmalige secretaresses, in een uiterste poging LHWVYDQ]LMQJHKHXJHQWHUXJWHODWHQNRPHQµ+HVV¶ gedrag verbaasde de vrouwen destijds doordat de man, die zij herkenden als hun voormalig werkgever, nauwelijks van enige herkenning blijk gaf.
Hugh Thomas, die meer bewijzen zoekt dan alleen de ontbrekende littekens, geeft in zijn boek De moord op Rudolf Hess zeer gedetailleerd delen van het gesprek weer die tijdens het bezoek met zijn vrouw en zoon hebben plaatsgevonden: µ-HEHQWYHUDQGHUG¶]HJW+HVVWHJHQ]LMQYURXZµHQMLMRRN¶JOLPODFKW,OVHWHUXJ µ-RXZVWHP is heel anders dan ik me herinnHU¶µ+RH]R"¶YURHJ+HVVQLHWEHJULMSHQGµ-HVWHPLVGLHSHU
39
YHHOGLHSHUGDQYURHJHU¶µ2MHEHGRHOWGDWKLMYHHOPDQQHOLMNHULV"¶JUDSWGHJHYDQJHQH ZDDURS]HEHLGHQODFKWHQ¶*6
Thomas stelt dat het medisch gezien niet mogelijk is dat de stem tijdens het ouder worden lager wordt, tenzij er sprake is van een ziekte van de stembanden. Hier heeft hij inderdaad een punt dat perfect past in de door hem geponeerde dubbelgangertheorie die later uitvoerig aan de orde zal komen. Een vrolijk weerzien was het uiteindelijk dus niet geweest, daarvoor zat de pijn bij de familie te diep. Wat resteerde was het besef dat er een historische verandering had plaatsgevonden in de houding van µ+HVV¶GLHWHQJRHGHNRQNRPHQDDQGHRQGHrlinge band en die mogelijk aanknopingspunten kon bieden voor het opzetten van een nieuwe strategie, die uiteindelijk moest leiden tot vrijlating. Ondertussen ondernam zoon Wolff talloze pogingen om de leefomstandigheden van zijn vader in de gevangenis te verbeteren. Verder diende hij gratieverzoeken in, mobiliseerde de publieke opinie en ]RFKWZDDUPRJHOLMNGHSXEOLFLWHLW+LMVWHOGHHHQYHUNODULQJRSDDQJDDQGHKHWµJHYDO-+HVV¶PHWµHHQ YHU]RHNRPDDQGDFKW¶HQVWXXUGHGDWDDQSDXV3DXOXV9,DDQGH:HUHOGUaad van Kerken, aan de Verenigde Naties en aan de vier toezichthoudende machten van Spandau. Zelfs nadat alle pogingen tot vervroegde vrijlating waren mislukt en zijn vader tenslotte onder verdachte omstandigheden in het tuinhuisje van de gevangenis dood was aangetroffen, liet hij niets na om de mogelijke moord op zijn vader aan de kaak te stellen. Wolf Rüdiger had zichzelf met al die activiteiten als het ware levenslang gegeven. Tot zijn eigen overlijden in oktober 2001, bleef hij volhardend strijden voor zijn vaders eerherstel. In de laatste fase van zijn leven schreef hij vanaf zijn ziekbed zelfs nog een brief ter ondersteuning van de jaarlijkse mars YDQQHRQD]L¶VQDDUKHWJUDIYDQ5XGROI+HVVLQ:XQVLHGHO Hess was na 30 september 1966 de enig overgebleven gevangene in Spandau. Albert Speer en Baldur von Schirach hadden op die dag hun straf van twintig jaar erop zitten en mochten hun spullen pakken, de vrijheid tegemoet. De andere vier veroordeelden waren óf vervroegd vrijgelaten óf hadden de straf opgelegd door het Tribunaal van Neurenberg uitgezeten. Konstantin von Neurath was de eerste die - om gezondheidsredenen - werd vrijgelaten;; daarna volgden in 1955, 1956, en 1957 Erich Raeder, Karl Dönitz en Walter Funk. In het naargeestige gevangeniscomplex moest de nu eenzaamste en tevens duurste gevangene ter wereld zijn levenslange straf verder uitzitten. Zijn cel mat ongeveer twee bij drie meter, met een hoog venster waardoor hij niet naar buiten kijken kon. De ruimte was voorzien van een toiletpot, een tafel met stoel, en een bed. Op een plankje aan de muur kon hij zijn toiletspulletjes kwijt. Hier werd de gevangene geacht zijn dagen te slijten in ledigheid. Na de ziekenhuisopname in 1969 kreeg hij een ruimere cel en hij mocht zelfs zijn ziekenhuisbed meenemHQHHQJXQVWYDQGHJRGHQ]ROHHNKHW7HYHQVNUHHJµ+HVV¶GHEHVFKLNNLQJRYHUHHQ waterkoker en een Dual draaitafel. *Thomas put uit het ooggetuigenverslag van luitenant kolonel Eugene K. Bird. Die was van 1964 tot 1972 directeur van de Spandau-gevangenis. Bird bouwde in de loop van de jaren een - verboden - relatie op met Rudolf Hess en deed daarvan verslag in zijn boek Rudolf Hess, de eenzaamste gevangene ter wereld. Hij werd daarop ontslagen als directeur en plaatste later grote vraagtekens bij de zogenaamde zelfmoord van de gevangene omdat die voor zelfmoord te fragiel zou zijn geweest en daarom fysiek niet in staat zichzelf door ophanging van het leven te beroven.
40
Een troosteloze toestand was het, in een omgeving die doelbewust gecreëerd leek om gevangenen te deprimeren. Enige afleiding werd nog verkregen door het lezen van geselecteerde boeken uit de gevangenisbibliotheek. Vier boeken per maand was aanvankelijk het rantsoen. Volgens Wolf las zijn YDGHUJHHQURPDQVPDDUYRRUDOµYRONVHFRQRPLVFKH¶HQµVWDDWVZHWHQVFKDSSHOLMNH¶OLWHUDWXXU+HWOXFKWHQ vond aanvankelijk plaats op het gevangenisplein, maar de gevangenen kregen al snel de gelegenheid ]RZHOµVRFKWHQGVDOVµVPLGGDJVLQGHWXLQWHZHUNHQ2QGHUGHEH]LHOHQGHOHLGLQJYDQ$OEHUW6SHHU weUGLQGLHEHJLQMDUHQGH]DQGHULJHZRHVWHQLMGLHµWXLQ¶KHHWWHRPJHWRYHUGLQHHQHFKWHµJDUGHQ¶ZDDULQ allerlei groenten werden verbouwd en bloemen geplant. Raeder pootte een populier, die in de loop der jaren uit zou groeien tot een kolossaal monument. µHess¶, die tuinieren onder zijn stand vond, hield zich bezig met het verbouwen van aardbeien en tomaten. Al schoffelend en spittend brachten de voormalig heersers van het Derde Rijk zo hun dagen door, af en toe kibbelend over het tuingereedschap en een enkele keer discussierend over de tijden van weleer. Alles is gehuld in een dichte mist $DQGHGXEEHOJDQJHUWKHRULHJDIµ+HVV¶]HOIYRHGLQJGRRU]LMQPHUNZDDUGLJHJHGUDJWLMGHQVGH Neurenbergse processen. Hij stelde het slachtoffer te zijn van geheugenverlies, en bracht tijdens de zittingen veel tijd door met boeken lezen. Zich afzijdig houdend van de gebeurtenissen om zich heen, kijkt hij af en toe onnozel de rechtszaal in. Zijn gedrag oogt bizar maar is af en toe ook komisch;; menigeen in de zaal kan een glimlaFKQDXZHOLMNVRQGHUGUXNNHQDOVµ+HVV¶KHWZRRUGYRHUWRf moet antwoorden op een vraag. 7LMGHQVHHQLQWHUPH]]RLQGHUHFKWV]DDOULFKW+HUPDQQ*RHULQJ]LFKWRW]LMQEXXUPDQHQYUDDJWµ+HVV ZDQQHHUJDMHRQVMHJURWHJHKHLPYHUWHOOHQ"¶ Wie is deze merkwaardige man vraagt menigeen zich dan ook af. Als hij ooit de plaatsvervanger was van de Führer, wat is er dan in hemelsnaam met hem gebeurd tijdens de jaren van gevangenschap in (QJHODQG"+HHIWPHQGHJHYDQJHQHGDDUJHGURJHHUGJHPDUWHOGRIXLWJHKRQJHUG"µ+HVV¶ oogt zittend naast de ook al vermagerde Hermann Goering immers als een schaduw;; een schaduw van zichzelf? Men meent de Hess van vroeger te herkennen aan zijn borstelige wenkbrauwen, ooit zijn handelsmerk. Het geleende colbertje van de gevangene is te groot en hangt om hem heen als slappe was, en als hij beweegt lijkt het wel of de rugwervels zich een weg naar buiten zoeken. Daar in de beklaagdenbank tussen Goering en Von Ribbentrop zou de eens zo machtige Stellvertreter van de Führer moeten zitten. De jukbeenderen zijn geprononceerd, de wangen ingevallen. De wangen ingevallen!? Na het veelvuldig bestuderen van bewegende beelden bleken juist die wangen een gegeven te bedekken dat tot nu toe in GHOLWHUDWXXUQLHWEHVFKUHYHQZHUG« Het geheugenverlies van Rudolf Hess komt tijdens het proces niet helemaal onverwacht uit de lucht YDOOHQ$OLQVFKUHHIµ+HVV¶YDQXLW(QJHODQGDDQ]LMQYURXZGDWKHWKHPPDDUQLHWOXNWHHQEULHI naar huis te schrijven want eULVKHPLHWVRYHUNRPHQµ>«@ik ben volkomen mijn verstand kwijt >«@¶7 Zoon Wolf is ervan overtuigd dat zijn vader verstoppertje speelde en het geheugenverlies om tactische redenen voorwendt. Wat die tactiek mag zijn geweest is eigenlijk altijd een vraag gebleven. Logisch zou zijn dat de gevangene er winst uit dacht te kunnen halen, bijvoorbeeld in de vorm van verbeterde leefomstandigheden. Het kan ook zijn dat hij al een vermoeden had van het militaire tribunaal dat na de oorlog in het leven zou worden geroepen. Daarvoor zou hij dan zeker moeten acteren en over een meelijwekkende patiënt werd allicht een milder oordeel uitgesproken. Des te vreemder was het daarom dat de verdachte tijdens het proces plotseling stelde dat zijn geheugen weer prima in orde was, en dat hij slechts wat problemen met zijn concentratie had gekend. In ieder geval drukte het geheugenverlies hem in Engeland nog dieper in het isolement dan voorheen RPGDWHHQµQRUPDOH¶EULHIZLVVHOLQJPHWWKXLVQXQLHWPHHUPRJHOLMNZDV'HYHUGDFKWHGLHWHQVORWWHRS oktober 1945 naar Neurenberg overgevlogen werd, is een merkwaardig heerschap geworden. Hij weet
41
het, al dan niet gesimuleerde, geheugenverlies met veel overtuigingskracht uit te dragen. Dat zou leiden tot merkwaardige verhoren, vertwijfelde ondervragers en verdrietige familieleden. Jeugd µ:DVLVW*HRSROLWLHN"'LHNU]HVWH)RUPXOLHUXQJGUIWHVHLQGLH/HKUHYRP(LQIOXGHU*HRJUDILHDXIGLH3ROLWLHN¶ µ5XGROI+HVV¶LQHHQEULHIYDQXLW6SDQGDXRS8 augustus 1953
,QZHUG+HVV¶RSD-RKDQQ&KULVWLDQ+HVVJHERUHQLQ:XQVLHGHO,Q verliet de ondernemende jongeling zijn familie en ging op reis naar het Zwitserse Livorno. Daarna trok hij naar Triëst om in dienst te gaan bij de koopman Johannes Bühler. In 1862 trouwde hij met Margarete, een van de dochters van de koopman, en richtte iQ]LMQHLJHQILUPDRSµ+HVV &R¶. De in- en exportfirma was gevestigd in Alexandrië (Egypte) en werd later voortgezet door zijn zonen Fritz en Adolf. +HVV¶YDGHU)ULW]WURXZGHPHW&ODUD0XHQFK+HWJLQJGHIDPLOLHILQDQFLHHOYRRUGHZLQGJH]LHQGH riante villa met een fraaie tuin die ze bewoonden in Ibrahimieh, vlak aan de Egyptische kust. Rudolf werd daar op 26 april 1894 geboren. Hij had nog een jongere broer Alfred (1897) en een veertien jaar jongere zus Margarete. Enkele auteurs zitten hier op het verkeerde spoor wanneer zij spreken over vier kinderen, twee jongens en twee meisjes.*
Het gezin ging regelmatig op vakantie naar Duitsland waar ze sinds 1900 een landgoed bezaten in Reicholdgrun, gelegen in het Fichtelgebergte 10 kilometer verwijderd van het plaatsje Wunschiedel waar de familieleden later bijgezet zouden worden in hun familiegraf. +HVV¶YDGHUNRPWXLWGHEURQQHQQDDUYRUHQDOVHHQQRJDOJHVORWHQHQHLJHQ]LQQLJHSHUVRRQOLMNKHLGGLH een beklemmende invloed kon hebben op zijn omgeving;; de maaltijden verliepen in stilte en de kinderen GXUIGHQSDVWHJDDQVSHOHQDOVKXQYDGHUQDDUZHHUQDDU]LMQZHUNYHUWURNNHQZDV+HVV¶PRHGHU&ODUD QDPGH]RUJYRRUGHNLQGHUHQRS]LFKHQJDIYHHODDQGDFKWDDQKHWµJHYRHOLJHHQLQWHOOLJHQWHNLQG¶ Rudolf. VaQKDDU]RXKLMHHQµIDVFLQDWLHRYHUKRXGHQYRRUKHWP\VWLHNHHQKHWVSLULWXHOHHQHHQ OHYHQVODQJHOLHIGHYRRUDVWURQRPLHHQDVWURORJLHSOXVHHQGLHSJHORRILQKRPHRSDWKLVFKHPHGLFLMQHQ¶ Op 6 jarige leeftijd werd Rudolf korte tijd naar een kleine Duits-Evangelische school gestuurd, maar zijn ouders regelden al gauw privéonderwijs YRRUKHP+HVV¶YDGHUZLOGHKHPJUDDJHUIJHQDDPPDNHQYDQ de firma om zo zijn opvolging veilig te stellen. Rudolf zag het leven als koopman echter niet zo zitten, lezen we steeds in de biografieën. In 1908 reist de familie per boot naar Duitsland. Daarover schrijft de veroordeelde in Spandau later uitvoerig en gedetailleerd aan zijn moeder:** µ,QUHLVGHQZHQDDU'XLWVODQGGH(J\SWLVFKHNXVWZDDURSGH]XLOHQYDQ3RPSHLLGH vuurtoren en wat palmen als laatste objecten zichtbaar waren, verdwenen langzaam achter RQV0LMQYDGHUNHHUGH]LFKQDDUPHRPHQ]HL¶.LMNPDDUJRHGQDDUGLWODQGKHWNDQZHO YHUVFKHLGHQHMDUHQGXUHQYRRUGDWMHKHWZHHUWHUXJ]LHW¶8
*De psychiater J. R. Rees in The case of Rudolf Hess en de journalist J. Bernard Hutton in Hess: The man and his mission. **Deze gedetailleerde beschrijvingen doen geen recht aan de stelling van Hugh Thomas dat de gevangene slechts oppervlakkige brieven schreef aan het thuisfront, en dat hij pas dieper op bepaalde onderwerpen inging als hij eerst de benodigde informatie van de familie zelf had gekregen.
42
Ook beschrijft hij vanuit Spandau in een brief aan zijn moeder het Egyptische landschap:
µ«GHWXLQYDQ,EUDKLPLHKPHW ]¶QEORHPHQHQ]¶QJHXUHQHQGHKHOHRQEHVFKULMIOLMNH QLHWZHHUWHJHYHQVIHHUGHYUHVHOLMNKHWHµ&KDPVLQ¶GHNRHOH]RXWLJH]HHOXFKWGH winterstormen, wanneer de zee helemaal tot aan de horizon vol was met witte schuimkoppen, het gekrijs van de zeemeeuwen en het doffe ritme van de golven, waarvan we de melodie konden horen totdat we in slaap vielen. En dan waren er de warme, zoele, maanverlichte nachten met het onafgebroken gehuil van de honden buiten in de woestijn ± dat de stilte alleen maar beter deed uitkomen. Hoe vaak moet u niet met ons als kinderen op een bank gezeten hebben onder de door sterren verlicht hemel van Egypte en ons hebben verteld over de grote flonkerende sterren en die alle ELMQDDPJHQRHPG«ZDWZDVKHWHHQSDUDGLMVLQRQ]HWXLQDan de rand van de woestijn. Herinnert u zich hoe we samen viooltjes plukten en hoe verrukkelijk ze roken?...En wat was het heerlijk op het strand in die tijd, toen er nog geen kaden waren gebouwd. Je was er helemaal omgeven door een geweldige natuur waar zee en woestijn elkaar ontmoeten. Meestal was de zee idyllisch en kalm en konden we naar de krabbenrotsen ZDGHQ¶9
In Duitsland Rudolf wordt, in Duitland aangekomen, naar een jongenskostschool met een goede naam gestuurd in Godesberg-am-Rhein. Hij blonk uit in natuurwetenschappen en had een voorkeur voor wiskunde en fysica. Wolf R. Hess spreekt in zijn boek Mijn vader Rudolf Hess over een begaafde leerling.10 Een zelfde constatering doet Roger Manvell in zijn boek Rudolf Hess11µHHQJHZLOOLJHHQLQWHOOLJHQte OHHUOLQJ¶*Ook Pätzold/Weißbecker maken melding van de goede leerprestaties van Rudolf;; hij schrijft trots aan zijn ouders wanneer hij goede of zeer goede cijfers haalt. Rudolf blijkt op school een zwijgzaam kind en daarom schrijft zijn moeder hem een bezorgde brief waarin ze hem aanraadt toch vooral wat meer van zichzelf te laten zien en wat mededeelzamer te worden: µ«HVZLUGZRKOJHKHQXQG LVWVLFKHUIU'LFKIUVSlWHUDXFKJXW>«@'XZHLW3DSDVSULFKWDXFKVHKUZHQLJXQGEHGDXHUWLPPHU nicht als Junge veranlaßt zum Reden worden zu sein.¶12 Vader Hess was nog steeds besloten dat Rudolfs WRHNRPVWµLQGHKDQGHO¶ODJHQGDDURPZHUGKLMQD]LMQ tiende schooljaar naar de Ecole Supérieur de Commerce in Zwitserland gestuurd, waarna hij bij een handelsfirma in Hamburg terecht kwam als stagiaire. Dat de handel voor Hess geen roeping was zou blijken uit zijn grote interesse in lezen, de bestudering van de nautische geschiedenis en de zeevaart. Dat hij een carrière in de handel echter zou verafschuwen, zoals dikwijls wordt gesteld, gaat veel te ver. In Hamburg wist Hess zich in de weekeinden prima te vermaken, hij speelde tennis, bezocht theatervoorstellingen en ging naar het paardenrennen. Hij veranderde zijn kapsel en ging een monocle GUDJHQ'DWVWDDWMHµJURDUWLJ¶VFKUHHI]LMQPRHGHUKHPHQYRHJGHHUDDQWRHµHLQ2UDQJ8WDQVHLNDXP VFK|QHU¶13
*Herhaaldelijk wordt hier vermeld dat Rudolf een intelligente leerling was omdat dit een belangrijk gegeven is in Dubbelgangers ontmaskerd.
43
Ten strijde Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak schreef Hess zich al snel in als vrijwilliger;; hij was toen inmiddels 20 jaar.14 Het ging hier niet om een overhaast besluit maar om een weloverwogen beslissing want hij zou toch zeer snel opgeroepen worden om dienst te nemen, daarom maakte het een betere indruk als hij zich vrijwillig meldde. Als lid van het Beierse Regiment Infanterie raakte hij in 1916 gewond aan zijn linker arm, en in 1917 ZHUGKLMHUQVWLJµLQppQYDQGHORQJHQJHWURIIHQ¶ Wolf Rüdiger geeft aan daWGHNZHWVXUHQµWDPHOLMN ]ZDDU¶ZDUHQHQGDWGHODDWVWHYHUZRQGLQJGHOLQNHUORQJEHWURI 15 µ7DPHOLMN]ZDDU¶OLMNWKLHUHHQHXIHPLVPHZDQW3lW]ROGFLWHHUWµein glatter Durchschuß unterhalb der linken Schulter hinein, am Rücken heraus.¶16 [mijn cursivering] Hess diende onder andere in het List Regiment dat niet alleen bekend stond vanwege het grote aantal intellectuelen, maar ook om het grote aantal gesneuvelden. Dit was het regiment waarin ook ene Hitler diende, maar voor zover bekend kwam het nooit tot een bewuste ontmoeting tussen de twee mannen. +HVVVWRQGLQGHORRSJUDYHQRRUORJYROJHQV]RRQ:ROI5EHNHQGDOVµ]HHUPRHGLJ¶HQDOVHHQ µRQEHULVSHOLMNNDPHUDDG¶,QGHFHPEHUVFKUHHI+HVVXLW5RHPHQLHLQHHQµMXEHOEULHI¶DDQ]LMQ ouders dat hij de mooiste dag van de oorlog had beleefd, want toen de Russen vanuit hun loopgraven keken om te gaan schieten:
µVFKRVVHQZLUVLHYRQGHU.DQWHDE:LHDXI6FKHLEHQKDEHQZLUDXI6FKULWWDXIGLH Russenköpfe gezielt. Ich habe nach den Schuß manchen zurücksinken sehen, nachher im feindlichen Graben die Toten mit den Kopfschüssen gefunden. Dann haben wir gestürmt, durch das Dorf durch und auch in die fliehenden Russenmassen vom anderen Rand aus KLQHLQJHVFKRVVHQ¶17
Hess was dus fanatiek en maakte al snel carriqUH2SDSULOZHUGKLMEHYRUGHUGWRWµ*HIUHLWHU¶RS PHLWRW8QWHURIIL]LHURSRNWREHUWRWµ9L]HIHOGZHEHO¶RSGHFHPEHUWRW µ=XJIKUHU¶HQRSRNWREHUWRWµ/HXWQDQW¶2QGHUWXVVHQZHUG hem op 27april 1915 - wegens moedig gedrag, het IJzeren Kruis 2de klasse opgespeld. Na zijn zware verwonding en de langdurige revalidatie trad Hess in 1918 vrijwillig toe tot het Keizerlijke Korps Vliegeniers en voerde enkele operationele vluchten uit voordat de wapenstilstand een feit was. De verwondingen en de littekens +XJK7KRPDVVWHOGHHHQRQGHU]RHNLQQDDUGHGRFXPHQWHQYDQ+HVV¶VWDDWYDQGLHQVWWLMGHQVGH Eerste Wereldoorlog, om zekerheid te verkrijgen over de toen opgelopen littekens. Een officiële samenvatting daarvan vond hij in het Document Centre in Berlijn. Dit soort samenvattingen zijn JHEUXLNHOLMNDOVDIVOXLWLQJYDQHHQDFWLHYHFDUULqUH'HSDVVDJHVRYHU+HVV¶YHUZRQGLQJHQOXLGHQDOV volgt:18 12-6-1916: gewond geraakt bij Douaumont, artillerieprojectiel linkerhand en bovenarm 13-6-1916: opgenomen in reservistenhospitaal, Bad Homburg v.d.H. 28-6-1916: opgenomen in reservistenhospitaal, Ilsenburg, Harz 14-7-1916: ingedeeld bij reservetroepen 25-7-1917: gewond geraakt in de bergen tussen Ojtztal en Slanic (linker bovenarm);; bij eenheid gebleven 8-8-1917: ernstig gewond bij de bestorming van de Ungureana (schotwond linker long) 25-81917: opgenomen in het veldhospitaal, afdeling B. Sepsiszentgyörgi 11-9-1917: geëvacueerd 17-9-1917: opgenomen in reservistenhospitaal, Meissen, Sachsen 10-12-1917: ingedeeld bij de reservetroepen 11-12-1917/31-12-1917: met verlof naar Reichsholdgrün 22-1-1918/4-2-1918: met ziekteverlof 27-11-1918: met verlof naar Reichsholdgrün tot aan ontslag uit dienst
44
Uit dit overzicht blijkt dat Hess driemaal gewond raakte. De eerste keer in 1916 door een artilleriegranaat aan zijn linkerhand en bovenarm. De verwonding moet vrij ernstig zijn geweest omdat hij daarmee een maand in het ziekenhuis heeft gelegen. Natuurlijk bekeek ik - waar mogelijk - het fotomateriaal op littekens van de linkerhand en op een zichtbare aanpassing van de handfunctie. De handpalm was nooit zichtbaar, maar op de bovenkant van de linkerhand waren nooit littekens waarneembaar (zie: Op dood spoor). Een volgende verwonding aan de linker arm lijkt minder ernstig, maar de schotwond in de linkerlong maakte een definitief einde aan zijn actieve carrière bij de infanterie. Die wond maakte het bovendien noodzakelijk dat er een levensreddende operatie uitgevoerd werd. De operatie moet littekens hebben veroorzaakt die normaal gesproken een levenslang brandmerk achterlaten. Thomas concludeerde na onderzoek van de gevangene van Spandau dat die géén littekens op zijn linkerarm had en géén littekens op zijn borstkas. Een mogelijke verklaring daarvoor kon zijn dat het bovenstaande uittreksel was vervalst op instigatie van Hess zelf. Maar, concludeert Thomas terecht: µ«,QWRHQKHWGRFXPHQWZHUGDIJHVWHPSHOGKDGKLMHUERYHQGLHQKHOHPDDOJHHQEHKRHIWHDDQ zijn militaire reputatie op te blazen. In dat stadium had hij zich al een vaste positie verworven als Hitlers UHFKWHUKDQG¶19 ,QVHSWHPEHUZHUGGHJHYDQJHQHWZHHPDDOLQKHW]LHNHQKXLVRQGHU]RFKWHUZHUGHQU|QWJHQIRWR¶V gemaakt en zijn maag-darmkanaal werd met behulp van bariumpap in beeld gebracht. Thomas die als algemeen chirurg verbonden was aan het Britse Militaire Hospitaal van Berlijn was toen enkele ogenblikken in de gelegenheid de borstkas van de gevangene aan een inspectie te onderwerpen. Afgezien van twee kleine littekens op de borstkas eQHHQOLWWHNHQRSµHHQYDQGHSROVHQ¶*zag hij geen HQNHOUHVWDQWYDQHHQYHUZRQGLQJ7KRPDVVFKULMIWµ«PDDUDIJH]LHQYDQGH]HOLWWHNHQVZDVHUJHHQ VSRRUWHEHNHQQHQYDQHHQYURHJHUHZRQG¶ 20 Frau Hess verklaarde in 1978 tijdens een persoonlijk gesprek aan Thomas dat ze nooit getwijfeld heeft aan de identiteit van haar man in Spandau. Verder verklaarde ze in een brief dat hij inderdaad een schot door zijn long had opgelopen**en dat bij bergopwaarts lopen, slechts tijdens de eerste duizend meter van een klim, de gevolgen van de wond hinderlijk waren. Tijdens sporten als tennis en zwemmen had hij nergens last van. In het dagelijks leven herinnerden hem alleen de littekens aan borst- en rugzijde aan de wond.21 'HHHUVWHHGLWLHYDQ7KRPDV¶ERHNGDWHHUWXLW Zijn bevindingen veroorzaakten nogal wat commotie. Frau Hess verklaarde dat Hugh Thomas niet goed bij zijn hoofd was. Anderen uitten hun twijfels over zijn betrouwbaarheid, en weer anderen beweerden dat hij zich moet hebben vergist. In het Britse Lagerhuis werd zelfs een vraag gesteld over de identiteit van de gevangene, maar zegt Thomas: µ«GH%ULWVHUHJHULQJYHHJGHGH]DDN]RDOVJHZRRQOLMNRQGHUKHWNOHHGPHWGHZRRUGHQGDWHUELMKHQ JHHQWZLMIHORYHUEHVWRQGGDWGHJHYDQJHQH+HVVZDV¶25 *Het OLWWHNHQRSµHHQYDQGHSROVHQ¶ZDVDINRPVWLJYDQHHQHHUGHUHµ]HOIPRRUGSRJLQJ¶LQ Tijdens het tweede onderzoek stond Thomas een ogenblik naast de goedgehumeurde gevangene toen deze zijn ziekenhuisjasje uittrok en een warme kamerjas begon aan te trekken. Wederom zag hij geen spoor van littekens. Thomas vroeg de gevangene vriendelijk: µ:DVLVWSDVVLHUWPLWGHQ.ULHJVXQIlOOH"1LFKWKDXWWLHI"¶ 22 De stemming van de patiënt sloeg na deze provocerende opmerking onmiddellijk om, hij begon te beven en mompelGHµ=X VSDW]XVSDW¶ Hij was zo van de kaart geraakt dat hij op weg naar het kleedhokje zijn ontlasting, vermengd met de bariumpap, over de vloer liet lopen. Zelfs nadat hij zich had aangekleed was hij nog volkomen overstuur. Thomas vreesde geschrokken dat een hartaanval het einde kon betekenen voor de toen 79 jaar oude man. Niet alleen de gevangene was gechoqueerd maar Thomas zelf was ook aangeslagen van de gebeurtenis, en hij kon nu niet anders meer dan concluderen dat deze gevangene niet Hess in eigen persoon was.23 **Frau Hess schrijft letterlijk: µ1XUGLH0DUNHQYRUQXQGKLQWHQHULQQHUWHQDQGLHVHQ'XUFKVFKXVV¶ 24
45
In 1988 hoorde Hugh Thomas uit de mond van Wolf R. Hess dat zijn vader in de gevangenis indertijd kennis genomen had van de conclusies in 7KRPDV¶ERHNµ0DDU¶KDGKLMDDQ)UDX+HVVJHVFKUHYHQµ]H PRHVW]LFKJHHQ]RUJHQPRHVWPDNHQZDQWKLMKDGGDWOLWWHNHQRSGHERUVWQRJVWHHGV¶9DQHHQOLWWHNHQ RS]LMQUXJNRQKLMQLHW]HNHU]LMQVFKUHHIKLMYHUGHUµZDQWKLMKDGJHHQWZHHGHVSLHJHORPdat vast te VWHOOHQ¶26 'LWZDVW\SLVFKµ+HVV¶ZDQWZDDURP]RXKLMHHQWZHHGHVSLHJHOQRGLJKHEEHQJHKDGRP zeker te zijn van zijn verwondingen? Kennelijk speelde hij in die tijd weer de rol van de onnozele met geheugenverlies of er was sprake van een staDOWMHW\SLVFKH+HVVKXPRU+HVV¶VFKRRQGRFKWHU$QGUHD Hess vertelde mij tijdens een telefonisch onderhoud eind 2009, dat haar schoonvader in de familiekring bekend stond om zijn aparte gevoel voor humor. Het einde Op 17 augustus 1987 kwam er plotseling een eind aan het leven van gevangene nummer 7. Hij zou toen ongeveer 93 zijn geweest stelt Thomas en hij beschrijft tot in detail de lichamelijke toestand van de gevangene vlak voor zijn dood. Hij was erg verzwakt en slechts in staat tot een zeer bescheiden inspanning;; hij had al eens een beroerte gehad en de gezichtsscherpte van vooral zijn linkeroog was zeer beperkt. Zijn grijpvermogen (van de linkerhand) werd gesteld op 5, dat komt overeen met de VSLHUNUDFKWYDQHHQNLQG'RRUHHQµIUR]HQVFKRXOGHU¶NRQKLj zijn linkerarm niet meer optillen boven de horizontaal. Zijn evenwichtsgevoel was beperkt, de linkerknie dreigde tijdens het lopen steeds door te zakken en zijn wervelkolom was buitengewoon vervormd door een bochel. 27 5RQGYLHUXXU¶VPLGGDJVZHUGGHJHYangene in het tuinhuisje van de gevangenis door de bewaking aangetroffen, ineengezakt op de vloer, met een stuk elektriciteitssnoer rond zijn nek. Toen de bewaking hulp had ingeroepen werden er wanhopige pogingen tot reanimatie ondernomen door middel van mond op mondbeademing en hartmassage. Er ontstonden meteen diverse geruchten: de gevangene was µKDQJHQGDDQKHWVQRHUDDQJHWURIIHQ¶HQHHQYDULDQWGDDURSµGHJHYDQJHQHKDG]LFK]HOIJHZXUJGGRRU een knoop te leggen in het snoeUHQGDWVWUDNDDQWHWUHNNHQ¶ In een ambulance werd hij met loeiende sirenes naar het Britse Militaire Hospitaal gebracht waar het dienstdoende personeel, na een laatste reanimatiepoging niets anders kon doen dan de gevangene, om 16.10 uur die dag, dood te verklaren.28 Na het overlijden werden er twee lijkschouwingen verricht, de laatste in opdracht van de familie die al snel het vermoeden had dat de doodsoorzaak niet vrijwillig was maar gezocht moest worden in verwurging. Professor J. M. Cameron, verbonden aan de Universiteit van Londen voerde in opdracht YDQGHDXWRULWHLWHQGHHHUVWHOLMNVFKRXZLQJXLW(UPRFKWHQJHHQIRWR¶VZRUGHQJHPDDNWPDDUGH gevangenisdirecteuren konden via een gesloten televisienetwerk de gebeurtenissen in de snijzaal volgen. Toen de kleding van de gevangene verwijderd werd vond men in zijn rechter jaszakje een DIVFKHLGVEULHIMHµ%HVWH,OVHEHGDQNWZDWMHYRRUPLMKHEWJHGDDQHQYRRUZDWMHSUREHHUGHWHGRHQ¶ Intermezzo Tijdens de eerste lijkschouwing werden de zakken van de gevangene doorzocht en vond men een briefje met de korte afscheidsgroet, gekrabbeld op de achterkant van een brief. Dit briefje was om twee redenen aanleiding voor wilde speculaties omdat de timing van de vondst riekte naar manipulatie van de publieke opinie. De familie had het vermoeden GDWGHHQYHORSSDVQDGHGRRGLQGHMDV]DNYDQµ+HVV¶ZDVJHVWRSWRPKHWODWHUDOVRSPHUNHOLMNH YRQGVWWHNXQQHQSUHVHQWHUHQ%RYHQGLHQZDVGHEULHIRQGHUWHNHQGPHWµMXOOLHJURWH¶HHQXLWGUXNNLQJGLHGH gevangene al tientallen jaren niet meer had gebruikt!
Het ontklede lichaam werd uitgebreid onderzocht op littekens, met en zonder gebruikmaking van ultraviolet licht. Cameron merkte een oud litteken op dat zich op de linkerzijde van de borst bevond 126 centimeter van de hiel en 7 centimeter vanuit de middellijn. 46
De grootte van het litteken werd niet beschreven en bovendien werd een kleiner litteken vlak erboven niet opgemerkt! Verder werden de strepen rond de nek gedocumenteerd in lengte en breedte, maar over het richtingsverloop werd geen melding gemaakt, terwijl dat nu juist voor de doodsoorzaak een cruciaal punt was. De lengte van het lichaam bedroeg toen 175 centimeter, maar in zijn jeugd moet de gevangene ongeveer 6 voet en 1 inch lang zijn geweest, wat overeenkomt met 185 centimeter. De lengteafname was het gevolg van een ernstige kromming van de ruggengraat. Op het geschoren achterhoofd vond men een kneuzing met een diameter van twee inches, een halve inch dik. De huid was niet onderbroken en er werd daarom geconcludeerd dat de kneuzing was veroorzaDNWGRRUµHHQNODSPHWDDQ]LHQOLMNHNUDFKWYDQRIWHJHQHHQVWRPSYRRUZHUS¶ 29 Opmerkelijk [A.R.V.] is dat de huid van het achterhoofd uitvoerig werd bestudeerd maar dat er geen melding werd gemaakt van het litteken dat de echte Hess had opgelopen tijdens gevechten in de bierkelders.30 Afgezien van het kleine litteken op de borst*werden dus géén littekens aangetroffen. Hoogst opmerkelijk, want Frau Hess had toch steeds volgehouden dat haar man de littekens wel degelijk had. Ter ondersteuning van zijn bevindingen merkt Thomas op dat Cameron niet de eerste chirurg was die de borstkas van de gevangene had onderzocht, 57 medici waren hem voorgegaan maar niemand had melding gemaakt van schotwonden! Na opening van de b orstkas en het nemen van bloed-, haar- en urinemonsters concludeert CaPHURQµDe dood kan niet aan natuurlijke oorzaken toegeschreven worden. In mijn opinie was de doodsoorzaak: asphyxie**FRPSUHVVLHYDQGHQHNHQRSKDQJLQJ¶+LHU zegt Thomas over dat: µ&DPHURQKHWZRRUG zelfmoord nergens in de moQGQHHPW¶31 De tweede lijkschouwing Advocaat Seidl verklaarde - na overdracht van het lichaam aan de familie Hess - in de pers dat hij het onvoorstelbaar vond dat de gevangene in staat geweest zou zijn om zelfmoord te plegen en dat men de patholoog professor Spann, verbonden aan de Universiteit van München, opdracht had gegeven een tweede lijkschouwing uit te voeren. Die vond plaats op 21 augustus. 2SGHOLQNHU]LMGHYDQGHERUVWYRQG6SDQQµQLHWppQPDDUWZHHHQNHOYRXGLJHRXGHOLWWHNHQVGLH evenwijdig naast elkaar lagen, de onderste 2,5 centimeter lang, de bovenste 2 centimeter. Bovendien YRQGKLMLQGHRPJHYLQJYDQGHOLWWHNHQVµVSRUHQYDQKHFKWLQJHQ.¶32 Over andere littekens heeft Spann het niet maar hij gaat wel uitvoerig in op de sporen rondom de nek: µDe breedte varieerde van 6 millimeter tot 20 millimeter. Overdwars aan de achterkant verliepen twee evenwijdige strepen, die werden beschreven als strepen van roodachtige verkleuring, 1 millimeter breed, gescheiden door een andere verkleuring van 6 millLPHWHUEUHHGYULMZHOKRUL]RQWDDO¶33 De precieze beschrijving van sporen rondom de nek gaven al snel voeding aan het gerucht dat de gevangene zichzelf niet opgehangen had en ook niet opgehangen was door anderen, omdat de sporen rond de nek aan de achterkant dan schuin omhoog moeten lopen en aan de voorkant een vrijwel horizontaal verloop zullen hebben. Tevens zijn in dat geval de sporen over hun hele lengte van gelijke breedte.34 *Het bedoelde litteken was afkomstig van een zelfmoordpoging in Engeland. De gevangene had een huidplooi opgepakt en die doorboord met een mes. **Verstikking.
47
Om zeker te zijn van de juistheid van zijn conclusies vroeg Thomas aan vier dienstplichtigen hem met een stuk elektriciteitssnoer om beurten aan te vallen in een zogenaamde poging hem te wurgen. Hij schrijft daarover: µ+HWZDVELMQDJULH]HOLJRPWH]LHQGDWHONYDQGHDDQYDOOHUVLQVWLQFWPDWLJGH]HOIGHKRXGLQJ en methode aannam, omhoog trekkend met de rechterhand en omlaag met de linker, teneinde een snelle wurggreep te verkrijgen op een slachtoffer dat beneden taillehoogte LQHHQJH]DNWZDVRSGHYORHU¶35
*HFRQIURQWHHUGPHW7KRPDV¶EHYLQGLQJHQJDIKHW%ULWV0LOLWDLU*H]DJJHHQNULPSHQVWHOGHGDW µGHJHYDQJHQHHHQHOHNWULVFKVQRHUKDGDDQJHWURIIHQGDWDODDQHHn raamklink was bevestigd en dat hij het vrije uiteinde in een lus rond zijn nek had gehangen, vervolgens achterover viel, daardoor zijn hoofd stootte en de ernstige kneuzing (aan het achterhoofd) opliep.¶36
Tijdens beide secties werd het lichaam van de gevangene dus nauwkeurig onderzocht op littekens maar men vond slechts onbeduidende littekens die in verband konden worden gebracht met die van de zelfmoordpogingen in Engeland (borst) en Spandau (pols). Van de andere, veel oudere littekens, was niets te vLQGHQ]RGDW7KRPDVFRQFOXGHHUGHGDWGHµJHYDQJHQHYDQ6SDQGDX¶HHQGXEEHOJDQJHUZDV die tenslotte werd vermoord in het tuinhuisje. 7LMGHQVGHHHUVWHOLMNVFKRXZLQJZHUGHQHUJHHQIRWR¶VJHPDDNWPDDUWLMGHQVGHWZHHGHGLHLQRSGUDFKW van de advocaat van de familie werd uitgevoerd, wel. Twee afbeeldingen (8, 9) zijn te vinden met internet maar zijn helaas niet scherp genoeg om op littekens te kunnen controleren.
8: De nek van de gevangene is - gedeeltelijk- geschoren om de striemen beter te kunnen beoordelen. Het horizontale verloop aan de voor- en achterkant zou zelfdoding door ophanging uitsluiten. 9: Na de eerste lijkschouwing door Professor J. M. Cameron;; de afbeelding is van onvoldoende kwaliteit om littekens waar te nemen of om moedervlekken vast te lHJJHQHQWHYHUJHOLMNHQPHWMHXJGIRWR¶VGLHWLMGHQVHHQ]ZHPSDUWLMWMHZHUGHQJHPDDNW (beeldcitaten: Google, afbeeldingen en YouTube;; rechthebbenden onbekend).
De nederlaag De Duitse nederlaag en het verdrag van Versailles kwamen bij Rudolf Hess keihard aan. Ook zoon Wolf 5+HVVLVYHUEROJHQDOVKLMLQ]LMQERHNVFKULMIWRYHUGHµKRQJHUEORNNDGHYDQ'XLWVODQG¶GH µYHUGHOJLQJVYUHGH¶HQRYHUGHµRYHUZLQQDDUVGLHJHVFKLHGHQLVVFKUHYHQ¶ 37 Hess zelf schrijft daarover aan een nicht in 1927: µ«MHZHHWKRH]HHUik onder de toestand lijd, waarin men onze eens zo trotse natie gebracht heeft. Ik heb voor de eer van ons vaandel gestreden. Daar, waar een man van mijn leeftijd vanzelfsprekend te strijden had. Dáár waar het er het hardst aan toe ging. In drek en slijk. In de hel van Verdun, Artois, of waar dan ook. Ik heb de griezel des doods in alle vormen leren
48
kennen, heb dagenlang onder trommelvuur gehuiverd, sliep in een schuilplaats waarin een )UDQVPDQODJ«,NKHEKRQJHUJHOHGHQHQHOOHQGHJHNHQG]RDOVIURQWVROGDWHn nu eenmaal lijden en ellende ondergaan. En dat alles zou tevergeefs zijn? En het lijden van alle fatsoenlijke burgers in de heimat zou tevergeefs geweest zijn? Ik weet wat jullie vrouwen meegemaakt hebben! Neen, indien dit alles voor niets zou gebeurd zijn, zou het mij nu nog spijten dat ik mij geen kogel door de hersens joeg, de dag dat die monstrueuze wapenstilstandsvoorwaarden - en het aanvaarden daarvan - EHNHQGZHUGHQJHPDDNW¶38
Na de Eerste Wereldoorlog µ9RRUWDDQ]RXKHWKHP>+HVV@DOOHHQQRg gaan om de dag van de wraak en om een zegevierend Groot- 'XLWVODQG«¶ Pätzold /Weißbecker, uitspraak over Hess naar aanleiding van de Vrede van Versailles
Rudolf Hess probeerde na zijn demobilisatie aanvankelijk werk te vinden om in zijn levensonderhoud te voorzien, voor piloot had hij te weinig ervaring. Teruggaan naar Egypte, en daar de handelsfirma weer opbouwen, was voor de familie geen optie meer omdat de regio inmiddels viel onder Engels protectoraat. Hess schreef zich in 1920 in aan de Universiteit van München en ging geschiedenis, economie en JHRSROLWLHNVWXGHUHQ,QZDVKLMOLGJHZRUGHQYDQppQYDQGHµ9ULMH.RUSVHQ¶GLHGHFRPPXQLVWHQ bestreden die in de deelstaat Beieren aan de macht waren gekomen. Tijdens de diverse straatgevechten raakte hij wederom gewond, dit keer aan zijn been.39 Of deze verwonding wellicht sporen achterliet wordt nergens vermeld, en in de sectie- rapporten wordt er geen melding van gemaakt. [ARV] Ondertussen was Hess ook lid geworden van het Thule-Gesellschaft, een nationalistische groepering met uitgesproken antisemitische ideeën.* Hess ontmoette zijn toekomstige vrouw Ilse Pröhl voor het eerst in 1920. Ze woonden toevallig in hetzelfde kosthuis in München. Aanvankelijk toonde hij weinig belangstelling voor haar, vertelde Ilse Pröhl omdat hij volkomen leek op te gaan in zijn politieke activiteiten. Op 28 januari 1920 leerde Hess Karl Haushofer*kennen die in 1921 aan de universiteit als professor werd benoemd aan de universiteit van München. Hess raakte al snel bevriend met de familie Haushofer en met zijn zoon Albrecht die later ook professor zou worden. *Het Thule-Gesellschaft was een groepering die in 1918 opgericht werd door de puissant rijke occultist baron Rudolf Freiherr von Sebottendorf. Officieel kwam men bij elkaar om de Duitse oudheid te bestuderen, de Duitse mythologie, de folklore en GHOLWHUDWXXUµ*URWHQGHHOVZDVKHWJHQRRWVFKDSHFKWHUHHQGHNPDQWHOYRRUSROLWLHNHDJLWDWLHHQLQWULJHV¶ Sebottendorf was tevens lid van de in 1912 opgerichte Germanenorde. Deze occulte groepering leunde voornamelijk op twee concepten: de mystieke zuiverheid van het Duitse bloed en een wereldwijde samenzwering van joden en vrijmetselaars, bedoeld om de wereldheerschappij te verkrijgen. Het is niet zeker of de latere nazi-leiders actief bij het occulte betrokken waren, maar dat ze zich er door hebben laten inspireren lijkt duidelijk.
49
Karl Haushofer was in de Eerste Wereldoorlog brigadegeneraal geweest en had uitgesproken ideeën over de oorzaken van de Duitse nederlaag+LMRQWZLNNHOGHGHµJHRSROLWLHN¶ZDDULQKHWWKHPD µ/HEHQVUDXP¶HHQFHQWUDOHSODDWVLQQDPµHONHVWULMGRPKHWEHVWDDQZDVHHQVWULMGRPGHUXLPWHZDDULQ GDWEHVWDDQ]LFKPRHVWDIVSHOHQ¶'DWZDVRS]LFKJHHQQLHXZHJHGDFKWHPDDU+DXVKRIHUYHUWDDOGH die naar de Duitse situatie waardoor er een racistisch-imperialistische lading aan gegeven werd. 'HLQYORHGYDQGH]HWKHRULHRSKHWGRHQHQODWHQYDQGHQD]L¶VZDVJURRWHQ+LWOHUKDDOGHXLWGH µEHWUHNNHOLMNDFDGHPLVFKHEHQDGHULQJYDQGHZHUHOGSUREOHPHQ¶YDQ+aushofer wat hij kon gebruiken;; de filosofieën van Alfred Rosenberg*en Walter Darré**verschaften hem tenslotte de legitimatie tot het brute optreden van de Duitse legers in Oost-Europa.
Hess leert Hitler kennen In 1920 bezocht Hess een bijeenkomst van de Deutsche Arbeiter-Partei (DAP) die gehouden werd in een bierbrouwerij. Daar hoorde hij de rechtse agitator Adolf Hitler spreken. Hess was meteen enthousiast en herkende in Hitler meteen de man die Duitsland kon ontdoen van de ketenen van Versailles. Onder Hitlers leiding werd de partij omgezet in de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiter- Partei (NSDAP), waarbij Hess als zestiende lid werd ingeschreven. De nieuwe partij nam het hakenkruis van het Thule-Gesellschaft over als symbool en op aanwijzing van Hitler werd de draairichting van het wiel omgekeerd. Hess behoorde al snel tot de inner circle van de mensen om Hitler en werd diens persoonlijke adviseur. Hess was niet alleen adviseur en spreker voor de partij, maar was tevens actief binnen de gelederen van de SA. Op 4 november 1921 nam hij deel aan hevige gevechten tussen communisten en sociaaldemocraten waarbij hij een gapende wonde aan zijn (achter)hoofd opliep toen hij probeerde te verhinderen dat Hitler getroffen werd door een bierpul. 40 Het is zeker dat die wond een litteken heeft achtergelaten, en het is daarom nogal raadselachtig waarom ook dat litteken tijdens de secties niet werd opgemerkt. Na de mislukte Bierhalle-Putsch op 8 november 1923 werden Hitler en - enige tijd later - Hess veroordeeld tot lichte gevangenisstraffen die uitgezeten moesten worden in de gevangenis van Landsberg. Hitler werd veroordeeld tot vijf jaar straf, maar zat daar maar negen maanden van uit. Hess, die zichzelf had aangegeven, nadat bleek dat de straffen mild uitvielen, werd veroordeeld tot achttien maanden waarvan hij uiteindelijk zeven doorbracht in gevangenschap. *Alfred Ernst Rosenberg (1893/1946): lid van het Thule-Gesellschaft, publiceerde in 1930 Der Mythus des 20. Jahrhunderts
waarin het Arische ras een superieure rol kreeg toebedeeld. Rosenberg werd tijdens het proces van Neurenberg veroordeeld tot de doodstraf;; op 16 oktober 1946 werd hij opgehangen. **Richard Walter Darré (1895/1953): partij-ideoloog van de NSDAP die zich had ontpopt als een racist en vurig antisemiet. In 1945 werd hij gearresteerd en tijdens het Neurenbergtribunaal berecht. Hij werd in 1950 vrijgelaten en stierf in 1953 aan de gevolgen van kanker en overvloedig alcoholgebruik.
50
In Landsberg schreef Hitler Mein Kampf waarbij Hess fXQJHHUGHDOV+LWOHUV¶SDUWLFXOLHUVHFUHWDULV+RH groot de invloed van Hess op Hitler in die tijd precies was is nooit helemaal duidelijk geworden maar er zijn aanwijzingen dat Hess bij het schrijven van Mein Kampf redigeerde, reorganiseerde en ideeën inbracht.¶41 In 1927 trouwt Hess met Ilse Pröhl nadat Hitler nadrukkelijk op een bruiloft had aangedrongen. Hess schrijft daarover: µDer Tribun*VWUDKOWGDZLUHQGOLFKVRZHLWVLQGHUZDUVFKRQODQJHIUV+HLUDWHQ¶ 42 Het paar kocht een villa in de Münchense wijk Harlaching waar het later een komen en gaan zou worden van partijbonzen. Ondertussen had Hess zijn hobby als vlieger weer opgepakt en wilde in navolging van Charles Lindbergh over de oceaan vliegen, maar dan in omgekeerde richting. Die poging kon tot grote teleurstelling van Hess geen doorgang vinden omdat hij de benodigde financiën niet bij HONDDUNRQNULMJHQ,QHFKWHUZHUGKHPµHLQJDQ]UHL]HQGHV PRGHUQVWHV0DVFKLQFKHQ¶>+HVV@ ter beschikking gesteld waarmee hij een tweede plaats behaalde bij een wedstrijd om de Zugspitze.**Twee jaar later won hij de wedstrijd. +LWOHUZDVQLHWDOWHJHFKDUPHHUGYDQGHµYOLHJNXQGLJHHVFDSDGHV¶YDQ+HVVHQWHOHJUDIHHUGH µNiettegenstaande gemengde gevoelens wou ik u toch, mijn beste Hess, hartelijk feliciteren met uw triomf - stop- Ik hoop dat, nu uw vliegkundige talenten beslist erkend zijn, uw behoeften naar verdere vliegkundige prestaties zullen afnemen. In deze stille, doch oprecht JHPHHQGHKRRSQRJPDDOVPLMQKDUWHOLMNVWHJHOXNZHQVHQ8Z$GROI+LWOHU¶43
1932 en daarna Hess trad in 1932 in overheidsdienst maar had geen dienstverband binnen de NSDAP. Hitler bestuurde het land vanaf 1933, en Hess had de feitelijke leiding van de partij in handen. In april 1933 werd hij benoemd tot Stellvertreter van Hitler, nadat hij in 1932 al benoemd was tot hoofd van de Centrale Politieke Commissie;; een orgaan dat het beleid van de Duitse regering coördineerde. In GHFHPEHUZHUGKLMPLQLVWHU]RQGHUSRUWHIHXLOOHHHQEDDQGLHKHPµGHFRQWUROHUHQGHPDFKWJDI over alle aspHFWHQYDQGHUHJHULQJEHKDOYHEXLWHQODQGVEHOHLGHQVWULMGNUDFKWHQ¶+HVVVWRQGEHNHQGDOV het geweten van de partij en zijn macht groeide in die jaren tot ongekende hoogte. Als echte antisemiet ondertekende hij tussen 1933 en 1938 een hele reeks van wetten die rechtstreeks tegen de joden gericht waren. 7RFKZDVHUVSUDNHYDQPRUHOHWZHHGHOLQJLQ+HVV¶EHKDQGHOLQJYDQGHMRGHQVWHOOHQ/\QQ3LFNQHWW HDZDQWLQEHYDOKLMGDWµDDQGHMRGHQRQGHUJHHQHQNHOHRPVWDQGLJKHLGKXQUHFKWRSVRFLDOH voorzieniQJHQPDJZRUGHQJHZHLJHUG¶ *+LWOHUZHUGGRRU+HVVYDDNµGHU7ULEXQ¶JHQRHPG **De Zugspitze, gelegen in Zuid-Beieren, is met 2962 meter de hoogste berg van Duitsland. 51
Men kan er slechts naar raden hoe Hess op de Endlösung* (1942) gereageerd zou hebben want hij zat toen gevangen in Engeland. De gruwelijkheden van het bewind werden hem - evenals Operatie Barbarossa**- tijdens het proces van Neurenberg wel degelijk aangerekend. Veel van de wetgeving, die als inleiding op de Endlösung beschouwd kan worden, werd door Hess immers ondertekend. In hun oordeel stelden de rechters in 1946 bovendien, dat Hess zo dicht bij Hitler had gestaan, en hem daarom zó goed gekend had, dat hij zijn boosaardig brein had kunnen doorgronden. Dat Hess Hitler vanaf het begin zeer goed kende, en een persoonlijke relatie met hem had opgebouwd, bleek wel uit de brief die Hess in 1921 stuurde aan de Beierse premier Gustav von Kahr: µ«:DW+HUU+LWOHUEHWUHIWLNNHQKHPHUJJRHGZDQWLNVSUHHNKHPELMQDGDJHOLMNVHQKHEHen GLHSJDDQGHSHUVRRQOLMNHYHUVWDQGKRXGLQJPHWKHP¶ 44 Kortom: Hess had beter moeten weten, en had afstand moeten nemen van deze misdadige figuur voordat het te laat was, dat blijkt expliciet uit onderstaande tekst van de rechtbank: µ«daß keiner der Angeklagten besser als Hess wüßte, wie fest entschlossen Hitler zur Verwirklichung seiner ehrgeizigen Ziele war, keiner kannte so gut den Fanatismus und die Gewalttätigkeit dieses Mannes und wie sehr unwahrscheinlich es war, daß dieser von der Anwendung von Gewalt absehen würde, falls diese als einziges Mittel zur Erreichung seiner =LHOHEULJEOLHE¶45
De opmaat voor de systematische volkerenmoord was dus mede gelegen in de wetgeving waarvoor Hess persoonlijk verantwoordelijk was en wordt naast Endlösung ook vaak de Holocaust genoemd. Angela Lambert***gebruikt in plaats daarvan, in haar bijna vuistdikke biografie Het verloren leven van Eva Braun, liever de aanduiding Duistere Gebeurtenissen. Daar valt wat voor te zeggen want het woord Holocaust wordt zo vaak gebUXLNWGDWKHWµELMQDHHQFOLFKpLVJHZRUGHQHQGDDUPHHLHWVYDQ]LMQ vroegere impact heeft verloren.¶46 Met Holocaust wordt tegenwoordig vooral gedacht aan de uitroeiing van de joden, maar er zijn ook nog zo veel andere slachtoffers te betreuren zoals de miljoenen katholieke Polen, de zigeuners, de miljoenen Russen, de bolsjewieken, de homoseksuelen, de jehovagetuigen, de lichamelijk en geestelijk gehandicapten, de zo onschuldige kinderen en de vele, vele anderen. Lambert haalt Gitta Sereny****aan die in de televisiedocumentaire Adolf and Eva uit 2000 (ook op dvd) uitlegt, dat het slechts gedeeltelijk waar is dat de vernietiging van de joden dé doelstelling van het nazisme was;; het was [vooral] één van de doelstellingen. 47
*µEntlösung der JudeQYUDJH¶ RRNZHOµHolocaust¶µShoa¶RIµ)LQDO6ROXWLRQ¶ genoemd, behelst de systematische genocide op het joodse volk. Entlösen betekent letterlijk: bevrijden, vrij maken. **Codenaam voor de aanval op de Sovjet-Unie (22 juni 1941). ***Angela Lambert (1940/2007): Engels journalist, schrijfster en kunstcriticus;; overleden na een langdurige ziekte.
*****LWWD6HUHQ\ ZHUGJHERUHQLQ:HQHQHQYOXFKWWHLQYRRUGHQD]L¶VPHWKDDUIDPLOLHQDDU)UDQNULMNHQODWHU naar Engeland. Ze is bekend als journalist en schreef meerdere biografieën.
52
Naar Schotland De vlucht van Hess naar Schotland op zaterdag 10 mei 1941 was even avontuurlijk als bizar en roept nog steeds veel vragen op. De belangrijkste daarvan is of Hitler nu wel of niet op de hoogte was van +HVV¶vertrek. Dat Hitler een vergelijk met Engeland voorstond is bekend, in diverse redevoeringen stuurde hij daar expliciet op aan. De Engelsen reageerden daarop met zulk een oorverdovend zwijgen dat hij tegen Hess verzuchtte of hij dan misschien zélf naar Groot-Brittannië moest vliegen om daarover te onderhandelen. Het is speculatie, maar wellicht was deze opmerking inspirerend genoeg voor Hess om plannen te ontwikkelen in die richting. Over de precieze gebeurtenissen rond de vlucht is veel geschreven;; het hele verhaal kan makkelijk gevonden worden in De Moord op Rudolf Hess en Rudolf Hess, de eerste volledige biografie. Dit bestek biedt onvoldoende ruimte om dieper op alle details in te gaan, maar ik wil toch één speciale gebeurtenis onder de aandacht brengen. Hess heeft altijd volgehouden dat hij op de bewuste zaterdagavond enkele keren heen en weer vloog boven de Noordzee totdat het voldoende donker was om onopgemerkt het Britse territorium binnen te vliegen. Het waarheidsgehalte van deze verklaring werd betwijfeld, ook omdat hij voor een rechtstreekse vlucht onvoldoende brandstof bij zich had. Thomas dacht daarom dat de echte Hess boven de Noordzee werd neergeschoten op bevel van Goering;; vervolgens zou een vervanger vanuit Denemarken koers hebben gezet naar Dungavel House, het huis van de Duke of Hamilton die het contact moest leggen met hoge regeringsfunctionarissen. In het (fictie)boek De dubbelganger laat de schrijver Hess een tussenlanding uitvoeren op Schiphol, niet alleen om bij te tanken, maar ook om ruimte te maken voor zijn look-alike. Allemaal fantasie was mijn veronderstelling totdat Varekamp en Peet in het Nederlandse stripboek Agent Oranje, de oorlogsjaren van prins Bernhard een officieel document opnamen van de Amerikaanse consul John Lord in Amsterdam, gedateerd 8 augustus 1941, waaruit blijkt dat Hess inderdaad vanaf Schiphol zijn reis naar het westen vervolgde: µAs a fact which is not generally known, I can report on the best authority that Hess refueled his plane at Schiphol, the Amsterdam airport. The airport received a telephone call from Augsburg to refuel the plane which Hess was flying. I do not know, however, whether the airport officials at Schiphol knew the identity of the pilot.¶48
Deze verklaring lost weer een deel van het raadsel op, maar waarom Hess deze tussenstop zijn leven lang verzweeg is een nieuwe vraag. 53
Bronnen: Rudolf Hess 1. Hess, Wolf R., vader. 2. Media Life, Grandson;; Action Report, Nazi kiiiiiiileader's grandson. 3. Hess, Wolf R., vader. 4. Idem, 294. 5. Idem, 306. 6. Thomas, moord, 183. 7. Hess, Wolf R., vader, 212. 8. Manvell, Hess, 12-13. 9. Idem, 12. 10. Hess, vader, 19. 11. Manvell, Hess. 12. Pätzold, Hess, 19. 13. Idem, 20. 14. Hess Wolf R., vader, 20. 15. Idem, 20-21. 16. Pätzold, Hess, 27. 17. Hess, Briefe, 190. 18. Thomas, moord, 32-33. 19. Idem, 38. 20. Idem, 25. 21. Idem, 39. 22. Idem, 28. 23. Idem, 39.
24. Ibidem. 25. Thomas, moord, 209. 26. Idem, 210. 27. Idem, 212 e.v. 28. Idem, 214-223. 29. Idem, 231. 30. Manvell, Hess, 20. 31. Thomas, moord, 231. 32. Idem, 236. 33. Idem, 237. 34. Idem, 237-238. 35. Idem, 239. 36. Ibidem. 37. Hess R., vader, 21. 38. Idem, 23-24. 39. Manvell, Hess, 15. 40. Thomas, moord, 63. 41. Pätzold, Hess, 72 e.v.;; Hess, vader, 29. 42. Idem, 77. 43. Hess R., vader, 36-37. 44. Pätzold, Hess, 19. 45. Hess R., England, 64. 46. Lambert, leven, 466. 47. Ibidem. 48. Varekamp, Agent, 88-89.
54
Hoofdstuk 3
55
Inleiding In het eerste deel van dit hoofdstuk wordt in De Voorkeursbewegingen op zoek gegaan naar de voorkeursbewegingen van Hess en die van de gevangene in Neurenberg/Spandau. In het tweede deel Vijf kenmerken en één gewoonte komen vier lichaamskenmerken en één gewoonte aan bod. Daarna komen in deel drie Over de brieven en een verkeerde foto, de brieven voor het voetlicht die Hess aan zijn thuisfront heeft geschreven. Tenslotte wordt in deel vier Op dood spoor een indruk gegeven van hetgeen niet als vergelijkingsmateriaal gebruikt kon worden. 2PSUDNWLVFKHUHGHQHQZRUGWVWHHGVKHWRQGHUVFKHLGJHPDDNWWXVVHQ¶YRRUNHXUVEHZHJLQJHQ·HQ ¶OLFKDDPVNHQPHUNHQ·ZHWHQGGDWGHYRRUNHXUVEHZHJLQJHQPHWHYHQYHHOUHFKWRQGHU lichaamskenmerken kunnen worden gerangschikt.
Het verzamelen van lichaamskenmerken ter bepaling van de identiteit of authenticiteit van personen werd als eerste systematisch aangepakt door de Fransman Alphonse Bertillon (1853/1914). Hij legde diverse metingen van lichaamsdelen vast en ordende die tot een logisch systeem, met de bedoeling criminelen te kunnen opsporen. Tevens werden andere kenmerken zoals tatoeages, littekens en persoonlijkheidskenmerken in zijn kaartsysteem opgenomen. Bertillon wordt daarmee beschouwd als een van de grondleggers van de antropometrie. Zijn methode, die nog steeds enige bekendheid geniet als Bertillonage, raakte in onbruik door de opkomst van de vingerafdruk. Bertillon was zijn tijd ver vooruit en met zijn manier van werken dwong hij dan ook veel respect af, ook internationaal. Dat neemt niet weg dat aan het meten en interpreteren van de metingen, geen moeilijkheden waren verbonden. Het systeem was omslachtig;; de onderzoekers moesten grondig worden opgeleid en de eisen die aan de meetapparatuur gesteld werden waren hoog. Het lijkt er in eerste instantie misschien op dat met dit onderzoek in de voetsporen van Bertillon wordt getreden maar een wezenlijk verschil zit hem in het soort metingen. Bertillon legde zaken vast als lichaamslengte, schedelomvang, lengte van de onderarmen en de voetmaat. Het ging steeds om kwantitatieve metingen. Bij die manier van meten kunnen veel vraagtekens gesteld worden bij de intra- en interbeoordeleaarsbetrouwbaarheid. Afgezien van de gebruikte apparatuur is het namelijk een groot probleem om de exacte plaatsen aan het menselijk lichaam te bepalen waartussen gemeten wordt, ook al omdat de anatomie van persoon tot persoon aanmerkelijk kan variëren. Daarbij komt dan nog de kwestie van het juiste gebruik van de apparatuur en het aflezen daarvan. %HUWLOORQNRQDDQKHWOLFKDDPPHWHQKLMKDG]LMQNODQWHQµELMGHKDQG¶KHWZDUHQFULPLQHOHQHQ verdachten die hij letterlijk de maat kon nemen. Bij dit onderzoek kan van kwantitatief meten geen sprake zijn, zelfs al was dat mijn wens. Daarom legde ik ter bepaling van de identiteit van de gevangene LQ6SDQGDXHQGHDQGHUHGXEEHOJDQJHUVNZDOLWDWLHYHµPHWLQJHQ¶YDVWGLHYHUNUHJHQNXQQHQZRUGHQ GRRUKHWEHNLMNHQYDQIRWR¶VHQKHWDIVSHOHQYDQILOPPDWHULDDO(UZHUG- waar mogelijk - gezocht naar kwalitatieve metingen die boven de discussie staan wat betreft interbeoordelaarsbetrouwbaarheid en die voldoen aan de voorwaarden van continu en invariabel. Dat betekent niet dat mijn metingen de subjectiviteit ontstijgen want er wordt steeds gezocht naar overeenkomenGHNHQPHUNHQRSEDVLVYDQµJURWHJHOLMNHQLV¶2IHUDOVFRQFOXVLHDOGDQQLHWVSUDNHLV van dubbelgangers kan met absolute zekerheid nooit bewezen worden omdat onzekerheid inherent aan DOOHEHZLMV'DDURPLVKHWXLWHLQGHOLMNµVOHFKWV¶PRJHOLMNZDDUVFKLMQlijkheidsuitspraken te doen. Op zich hoeft dat helemaal geen teleurstellende mededeling te zijn, want in het boek Op zoek naar de bron1 van Broeders wordt uitgebreid uit de doeken gedaan hoe een rechter forensisch bewijsmateriaal weet te accepteren, namelijk niet op basis van wetenschappelijke onderbouwing maar wel op overtuigingskracht. In het hoofdstuk Statistiek en wetenschap wordt hier nader op ingegaan. Bron: Inleiding 1.
Broeders, bron.
56
Lichaamskenmerken Lichaamskenmerken zijn individuele, unieke kenmerken die teruggevoerd kunnen worden tot een enkele persoon. Een verklaring van hun voorkomen is de oneindige natuurlijke variatie die terugkomt in de stelling van Quételet dat de natuur zichzelf nooit herhaalt. Of een kenmerk inderdaad kan worden opgevat als individueel, kan niet beantwoord worden omdat we niet alle variabelen kennen binnen een open populatie.1 Wat betreft het onderzoek naar dubbelgangers geldt dit in veel mindere mate, want de populatie beperkt zich in dit onderzoek steeds tot twee personen. Indien een kenmerk aangetroffen wordt bij de ene persoon en bij de andere niet dan kan er van een dubbelganger in principe geen sprake zijn. Toch is het niet zo dat één verschillend lichaamskenmerk in alle gevallen voldoende is voor het trekken van vergaande conclusies. Dat hangt in hoge mate van het lichaamskenmerk in kwestie af, want niet alle kenmerken hebben een even hoog onderscheidend vermogen. Daarom is het in eerste instantie beter een kenmerk op te vatten als typerend voor een individu dan als specifiek.2 Volgens de uniciteitsassumptie van Quételet is elk kenmerk naar de letter specifiek voor één bepaalde persoon, maar in de praktijk is de uniciteit niet altijd gemakkelijk aantoonbaar. Dat geldt ook voor de lichaamskenmerken die in dit onderzoek de revue passeren. We baseren ons daarbij op de gelijkenis, of ook wel de kwalitatieve identiteit, van lichaamskenmerken en bewegingsvoorkeuren. +HWµULPSHOSDWURRQWXVVHQGHZHQNEUDXZHQ¶GDWLQGLWKRRIGVWXNZDDUJHQRPHQZRUGWELM5XGROI+HVVHQ zijn dubbelganger, is een voorbeeld van sterke gelijkenis. Deze rimpels zijn typerend voor beide personen maar het is niet zo dat het voor ons in de dagelijkse praktijk gaat om een uniek kenmerk, omdat veel meer personen rimpels tussen de ogen hebben met een vergelijkbaar verloop. De uniciteit van deze rimpels zou dan niet alleen betrekking hebben op de exacte lengte, richting en diepte, met andere woorden de driedimensionale presentatie, maar ook op het tijdstip van ontstaan en de mogelijke veranderingen in de tiMG$OGH]HµNHQPHUNHQYDQKHWOLFKDDPVNHQPHUN¶]LMQQLHWPHHWEDDUZDDUXLWQRJ HHQVEOLMNWGDW4XpWHOHW¶VVWHOOLQJSODXVLEHOPDJNOLQNHQPDDUQLHWEHZH]HQNDQZRUGHQ In het Systeem Van der Bijl wordt - onder andere - de eindstand van bewegingsvoorkeuren vastgelegd. Het proces YDQµKDQGHQYRXZHQ¶HLQGLJWELMYRRUEHHOGPHWGHOLQNHUGXLPDFKWHUERYHQ'DWZHKLHUQLHWWH PDNHQKHEEHQPHWHHQµXQLHNHHLQGVWDQG¶LVPHWHHQGXLGHOLMNRPGDWXLWGLYHUVHDVHOHFWHVWHHNSURHYHQ blijkt dat ongeveer de helft van de proefpersonen de beweging beëindigt met de linkerduim achter/boven. De registratie van de bewegingsvoorkeuren lijkt op gespannen voet te staan met de stelling van Quételet, maar nadere bestudering leert dat niemand de voorkeursbewegingen op precies dezelfde maniHUXLWYRHUW'HHLQGVWDQGYDQµKDQGHQYRXZHQ¶PDJGDQKHW]HOIGHOLMNHQGHXLWYRHULQJLV dat bepaald niet. Bij het zoeken naar (lichaams)kenmerken:
µ>LVKHW@YDQHPLQHQWEHODQJ>«@GDWGHJHNR]HQNHQPHUNHQRIHLJHQVFKDSSHQ constant, dat wil zeggen invariant en stabiel moeten zijn. Immers kenmerken die in de tijd veranderen zijn niet bijzonder bruikbaar. Anders gezegd, een object dat een definiërend kenmerk verliest, houdt op lid te zijn van de klasse waartoe het behoort en kan daaraan ook niet meer worden tRHJHZH]HQ¶3
Niet alle lichaamskenmerken zijn dus even bruikbaar bij de zoektocht naar de identiteit van dubbelgangers. Een krasje op de huid of een vetbultje mogen voor een korte periode typerend zijn voor een bepaalde persoon maar op de lange duur hebben we daar niets aan. Daarom zocht ik steeds naar lichaamspresentaties die een duurzaam karakter hebben tijdens een relevante periode. Bewegingsvoorkeuren, rimpels, littekens en intelligentie hebben een duurzaam karakter maar kunnen niet helemaal voldoen aaQGHERYHQJHVWHOGHHLVYDQµLQYDULDQWHQVWDELHO¶GDWPDDNWPHGH GDWHUQLHW voldaan kan worden aan de (mogelijke) wens naar absolute, categorische uitspraken over de identiteit van een individu. Met één kenmerk kan meestal geen uitspraak worden gedaan, maar met een combinatie daarvan zijn 57
wel waarschijnlijkheidsuitspraken mogelijk. Daarmee wordt buiten de strikte wetenschap getreden en wordt aanspraak gedaan op het objectiviteitgevoel. Bronnen: Lichaamskenmerken* 1. Sjerps, M.J.;; Het onzekere bewijs, 79. 2. 3.
Ibidem;; 79. Sjerps, M.J.;; Het onzekere bewijs, 83.
*In deze bronvermeldingen wordt verwezen naar het boek Het onzekere bewijs, dat tot stand is gekomen onder redactie van M.J. Sjerps en J.A. Coster van Voorhout. De paginavermeldingen betreffen de bijdrage van prof. dr. A.P.A. Broeders. Hij promoveerde in 2003 aan de Universiteit Leiden op een proefschrift getiteld Op zoek naar de bron. In 2006 kreeg hij daarvoor de Moddermanprijs. In 2007 werd Broeders benoemd tot hoogleraar/directeur van het forensisch instituut van de Universiteit Maastricht.
58
Deel 1
De voorkeursbewegingingen Bij de zoektocht naar de identiteit van de gevangene-Hess worden vier voorkeursbewegingen gevonden WHZHWHQKHW¶DUPHQNUXLVHQ·KHW¶KDQGHQYRXZHQ·KHW¶DUPHQVWUHQJHOHQ·HQ¶KDQGHQRSGHUXJ· Daarnaast wordt duidelijk welke voorkeurshand Hess had, en welke die van de gevangene was. Ik keek steeds naar de eindstand van voorkeursbewegingen. Worden bijvoorbeeld, de armen zodanig voor de borst gekruist daWGHUHFKWHUDUPYRRUERYHQNRPWGDQZRUGWJHQRWHHUG¶UHFKWVYRRU·LQKHW geval dat de linkerarm voor/boven kruist woUGWGXVJHQRWHHUG¶OLQNVYRRU·
Het armenkruisen Kruist men de armen voor de borst, dan komt óf de linker- óf de rechterarm boven/voor te liggen. In de manuele therapie is deze meting van belang voor het bepalen van de voorkeursrotatie van de romp in het horizontale vlak;; ligt de linkerarm voor dan draait de romp in het horizontale vlak bij voorkeur rechtsom.1 Vraagt men een proefpersoon de voorkeursbeweging andersom uit te voeren dan levert dat meestal een vragende blik op waarna men, vaak pas na enkele pogingen de niet-voorkeursarm vóór plaatst;; de aarzeling wordt veroorzaakt doordat de voorkeursbeweging sterk aan de persoon gebonden is, net als het handenvouwen. Een enkele keer gebeurt het dat een proefpersoon verklaart dat het logisch is dat zijn rechterarm µvoor¶ kwam, want hij is immers rechtshandig, tevens rechtsbenig, en bovendien zitten alle klachten rechts: µIk heb altijd alles rechWVZDQWLNEHQUHFKWV¶ is voor sommigen een ijzeren logica, net als voor een ander juist het omgekeerde kan gelden. Nogmaals wordt hier gesteld dat alle bewegingscombinaties uit het Systeem Van der Bijl voorkomen maar sommige combinaties vaker dan andere;; dat komt omdat uit empirisch onderzoek blijkt dat de bewegingsvoorkeuren zich niet geheel onafhankelijk van elkaar gedragen. +HWµDUPHQNUXLVHQ¶ZDVGHYRRUNHXUVEHZHJLQJGLHPHXLWHLQGHOLMNRSKHWLGHHEUDFKWGHELRPHWULHµORVWH ODWHQ¶RS+HVVHQGHYHUGDFKWH2SGHUHFKWEDQNIRWR¶V12, 13) zag ik de magere schim uit vervlogen tijden in het verdachtenbankje zitten met de armen zo nadrukkelijk over elkaar dat ik, nieuwsgierig geworden, eens wat afbeeldingen opzocht van de echte Hess. Op afbeelding 14 is de veroordeelde µ+HVV¶WH]LHQLQGHJHYDQJHQLVWXLQYDQ6SDQGDXKLMNUXLVW]LMQDUPHQUHFKWVRYHUOLQNVQHWDOVYURHJHU in de rechtbank en net zo als hij altijd heeft gedaan (10, 11), want bewegingsvoorkeuren manifesteren zich een leven lang op dezelfde manier. Andersom kruisen µ%HLGHPDQnen kruisen de armen rechtsvoor¶, was de eerste indruk die - na consultatie van afbeeldingen uit meerdere fotodatabases - werd bevestigd. Andersom kruisen van de armen komt evenwel een enkele keer voor. We zien Hess dat doen op afbeelding 15. Die werd kennelijk niet in spiegelbeeld afgedrukt want Albert Speer draagt zijn scheiding rechts, de jasjes van Speer en Hitler VOXLWHQOLQNVRYHUUHFKWVHQ+HVV¶EURHNHYHQHHns. Van Hitler kwam ik ook een afbeelding tegen waarop hij staat met de rechterarm voor de linker, terwijl hij zijn armen normaliter andersom kruist (zie: het hoofdstuk Dubbelgangers ontmaskerd). De verdachte-µ+HVV¶NUXLVWLQ1HXUHQEHUJRRNHHQNHHU]LMQDUPHQDQGHUVRPLQGHYHUGDFKWHQEDQNGDW is te zien op een filmpje dat met YouTube gevonden kan worden. Onmogelijk is de andere armpositie GXVQLHWZDQWµUHFKWVYRRU¶LVHHQEHZHJLQJVYRRUNHXUGLHµOLQNVYRRU¶QLHWXLWVOXLWDe voorkeursbewegingen zijn niet per definitie dwingend.2
59
10: Hess in 1939, afgebeeld op een schilderij van Walter Einbeck (1890-1968), zijn rechterarm kruist voor. Het schilderij is een ogenblik in zijn geheel te zien in de op Canvas uitgezonden film: µ,QORYHZLWK$GROI+LWOHU¶. 11: Berlijn;; feest van de Duitse Volkssturm. M iddenvoor zit Hess met zijn rechterarm voor gekruist;; geflankeerd door Ley (links) en Haverbeck (beeldcitaat: met dank aan Beeldbank WO2/NIOD). 12: In de rechtszaal staart de verdachte voor zich uit. We zien weer de eigenaardige gelaatsuitdrukking die voor de ondervragers niet veel goeds beloofde. Voorste rij van links naar rechts: Goering, Hess en Von Ribbentrop. Achterste rij: Dönitz, Raeder met envelop voor zijn gezicht, en Von Schirach (beeldcitaat: Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz). 13: Goering neemt in de rechtszaal nog wat stukken door. Onze verdachte gelooft het allemaal wel, want voor hem ligt zijn leesboek. De verdachte kruist zijn armen met de rechterarm voor (beeldcitaat: Corbis).
60
14: De oud geworden gevangene in de tuin van de gevangenis in Spandau. Gewillig poseert hij voor de fotograaf. Dat er hier geen sprake is van een spiegelbeeldige weergave is duidelijk te zien want het colbertje en het overhemd sluiten links over rechts en het borstzakje zit aan de linkerkant (beeldcitaat: ANP). 15: Hess op de voorgrond in spreidstand, samen met Albert Speer*en Hitler. De heren bekijken de plannen voor het gebouw waarin later de nazipartij-UDOO\¶VJHKRXGHQ]RXGHQZRUGHQGHIRWRZHUGJHPDDNWRPVWUHHNV 1934/1935. Hess kruist zijn armen linksvoor (beeldcitaat: Corbis)! *$OEHUW6SHHU+LWOHU¶VIDYRULHWHDUFKLWHFW, kreeg QDGH7ZHHGH:HUHOGRRUORJGHELMQDDPµDUFKLWHFWYDQGHGXLYHO¶1DGHGRRG van Fritz Todt, werd hij in 1942 vanwege zijn buitengewoon organisatorisch talent benoemd tot Rijksminister voor Bewapening en Munitie. Hij gaf in die functie de Duitse oorlogsindustie een geweldige impuls.
61
Hoe vaak rechterarm voor Omdat zowel Hess als de verdachte een keer de voorkeursbeweging andersom uitvoert zocht ik in GLYHUVHGDWDEDQNHQQDDUDOOHIRWR¶VZDDURS+HVVHQGHYHUGDFKWHGHDUPHQNUXLVHQ$OV]RHNRSGUDFKW ZHUGWHONHQVµ5XGROI+HVV¶JHEUXLNW'H]HPHWKRGHLPSOLFHHUWQLHWGDWGDQDOKHWJHZHQVWHIRWRPDWULDDO gevonden wordt, want afbeelding 15 kwam ik toevallig tegen bij het doorzoeken van de fotobase van Corbis naar materiaal over Albert Speer. Resultaat Op alle JHYRQGHQIRWR¶VZRUGWGRRU+HVVpn de verdachte gekruist met de rechterarm voor. Hess doet dat 6 maal, de verdachte 13 maal.*'HEHZHJLQJVYRRUNHXUYDQµEHLGH¶PDQQHQLVGDDUPHHEHNHQG2S diverse filmpjes, die met YouTube te vinden zijn, zien we de verdachte in Neurenberg zitten met de rechterarm voor. In de documentaire In love with Adolf Hitler3, zien we Hess nog eens op het zonnige WHUUDVYDQGH%HUJKRIVWDDQPHWGHDUPHQµUHFKWVYRRU¶JHNUXLVW+HWEHZXVWHILOPSMHZDDURSGH YHUGDFKWHHHQNHHUµDQGHUVRPNUXLVW¶NDQJHYRQGHQZRUGHQPHWYouTube.4 Bronnen: Het armenkruisen 1. Bijl van der, Manipulaties;; Bijl van der, functiemodel;; De Cock, Begrippen. 2. Idem. 3. (2007), Canvas, In love with Adolf Hitler. 4. Rudolf Heß Rai 3, YouTube.
*ANP: Hess voor Engelandvlucht: geen.Verdachte Neurenberg/Spandau: 1353518.
Bildarchiv Koblenz: Hess voor Engelandvlucht: 30009107. Verdachte Neurenberg/Spandau: 30019924, 30018071, 30018083, 30018171 Corbis: Hess voor de Engelandvlucht: HU006836 , HU061364. Verdachte Neurenberg/Spandau: U783287ACME, U778925ACME, BE067784, HU036554, BE048474 Imperial War Museum: geen. Beeldbank WO2/NIOD: Hess voor Engelandvlucht: 29660, 46563. Verdachte Neurenberg/Spandau: 2209, 2216, 2243. TopFoto: Hess voor Engelandvlucht: ali033183. Verdachte Neurenberg/Spandau: geen.
62
Het handenvouwen %LMKHWµKDQGHQYRXZHQ¶RRNZHOµGXLPNUXLVHQ¶JHQRHPGVWHOW de onderzoeker zich de vraag welke duim ELMKHWDDQQHPHQYDQGHELGJUHHSRIJHEHGVKRXGLQJDFKWHUERYHQZRUGWJHSODDWVW+HWµKDQGHQYRXZHQ¶ NHQWHHQXLWJHVSURNHQEHZHJLQJVYRRUNHXUQHWDOVKHWµDUPHQNUXLVHQ¶HQis onafhankelijk*van andere bewegingsvoorkeuren, zegt van der Bijl senior.1 Van der Bijl stelt ook dat zowel het duimkruisen als het armkruisen sterk aan het individu gebonden bewegingen zijn. Intermezzo µ7ZHHVWHUNDDQKHWLQGLYLGXJHERQGHQEHZHJLQJHQZRUGHQLQGH1HGHUODQGVHPDQXHOHWKHUDSLHJHEUXikt om inzicht te krijgen in de statiek van het gehele lichaam. Deze bewegingen zijn het duimkruisen (de gebedshouding), en het armkruisen. Bij 800 proefpersonen werd geconstateerd dat bij het duimkruisen 447 maal de linkerduim boven kwam te liggen. 313 maal werd de gebedshouding gemaakt met de rechterduim ERYHQOLJJHQG9DQGH]HSHUVRHQHQEOHNHQVOHFKWVOLQNVKDQGLJWH]LMQ¶2
De beweging wordt door een proefpersoon niet gauw µbuiten de bewegingsvoorkeur om¶ uitgevoerd en men zal vrijwel nooit moeite hebben om aan te geven op welke manier hij/zij de beweging - bij voorkeur - uitvoert. Ik vond slechts twee afbeeldingen (16, 17) ZDDURSKHWµGXLPNUXLVHQ¶YDQ+HVVHQGHYHUGDFKte goed beoordeeld kan worden. (ULVELMKHWµGXLPNUXLVHQ¶QRFKELMKHWµDUPNUXLVHQ¶HHQYHUEDQGPHWOLQNV- of rechtshandigheid, zo toonde Van der Bijl senior aan in een onderzoek onder 800 patiënten. Dat werd later onderschreven door Van der Bijl junior en De Cock. De voorkeursbewegingen en houdingsasymmetrieën gedragen zich onafhankelijk van elkaar;; wel is het zo dat bepaalde combinaties van bewegingen en standen vaker voorkomen dan andere. 3 Vouwt men de handen en de linkerduim komt daarbij boven/achter, dan betekent dit dat de rechterpink onder wordt gepositioneerd. Dat gegeven weUGDOVFRQWUROHJHEUXLNWELMKHWEHRRUGHOHQYDQGHIRWR¶V +HWLVQDPHOLMNPRJHOLMNGDWPHQELMKHWODQJGXULJDDQQHPHQYDQGHELGJUHHSJDDWµVSHOHQ¶PHWGH duimpositie zodat in het voorbeeld hierboven de linkerduim onder komt te liggen (terwijl de vingers de oorspronkelijke positie behouden). Dat lijkt in strijd is met de bewegingsvoorkeur maar is daarom niet onmogelijk. Als controle kan men tevens de positie van de wijsvingers beoordelen (in dit geval linkerwijsvinger boven de rechter). De bewegingsvoorkHXUELMKHWµGXLPNUXLVHQ¶LV]RXLWJHVSURNHQGDW het nauwelijks mogelijk blijkt spontaan KHWµKDQGHQYRXZHQ¶DQGHUVRPXLWWHYRHUHQ]RQGHUGDWGH beweging gaat haperen en zonder dat de vingers onwennig tegen elkaar stoten. Met de ogen dicht blijkt de beweging nog moeilijker te maken, zonder dat herhaaldelijk motorisch bijgestuurd moet worden. Ik vond één afbeelding van Hess uit 1940, en één van de verdachte in de rechtszaal van Neurenberg zittend naast Hermann Goering, waarop de handen werden gevouwen. Van een eventueel spiegelbeeldige afdruk is geen sprake want de verdachten kregen bij aanvang van het proces, in volgorde van belangrijkheid, alle een vaste plaats toebedeeld;; Goering zit daarom voor de toeschouwer OLQNVYDQµ+HVV¶(HQLOOXVWUDWLHIYRRUEHHOGvoor het gedrag van beide heren tijdens de zittingen wordt beschreven in het onderstaande intermezzo. Op meerdere afbeeldingen was helaas sprake van onvolledig gevouwen handen, daarom werden die buiten beschouwing gelaten. Bovendien was de belichting soms zo matig dat slechts onbetrouwbare beoordeling mogelijk was. Kijkt men naar de afbeeldingen 16 en 17 dan blijkt dat Hess én de gevangene de rechterduim boven plaatsen (en dus de linkerpink onder). *Empirisch onderzoek naar groepen bewegingsvoorkeuren doet vermoeden dat er wel degelijk een - onbegrepen - relatie tussen bewegingsvoorkeuren bestaat.
63
16: en detail rechts: In een veldkeuken aan het westelijk front op PHL'HUHFKWHUGXLPOLJWµDFKWHU¶GHOLQNHUSLQN µRQGHU¶SLMOen 'HIRWRLVQLHWLQVSLHJHOEHHOGDIJHGUXNWZDQWGHOHSHORS+HVV¶ERUGOLJWQDDUUechts, de opscheplepel in de terrine voor hem eveneens en de man op de voorgrond heeft zijn lepel in de rechterhand. Bovendien droeg Hess zijn scheiding rechts. Met YouTube is een filmpje te vinden waarop te zien is dat Hess zijn soep inderdaad eet met de lepel in de rechterhand (beeldcitaat: Google, afbeeldingen, rechthebbende onbekend). 17: en detail rechtsµ$OWH.DPHUDGHQ¶WLMGHQVGHHHUVWHprocesdag op 27 november 1945 in Neurenberg. 2RNKLHUOLJWGHUHFKWHUGXLPµDFKWHU¶HQGHOLQNHUSLQNRQGHU'HEXOWSLMO GLHRS*RHULQJ¶VZDQJ]LFKWEDDULVLVHHQOLSRom of een atheroomcyste. DHEXOWLVHYHQHHQV]LFKWEDDURSIRWR¶VGLHJHPDDNW]LMQ na zijn overlijden. De pijl op het gezicht van Hess wijst naar de op dit moment aangespannen kauwspier (beeldcitaat: De Nationale Beeldbank).
64
Intermezzo Daar zitten ze dan, naast elkaar in de verdachtenbank. Eens twee helden uit de Eerste Wereldoorlog, gedecoreerd wegens moedig gedrag met het IJzeren Kruis, en nu van oorlogsmisdaden verdacht in het proces van de eeuw. Op afbeelding 17 zien we de broodmagere verdachte Hess naast Goering zitten, zijn rechterduim µDFKWHU¶JHSRVLWLRQHHUG Goering had een dynamische persoonlijkheid, terwijl Hess doorging voor de onkreukbare nazi. Voor Goering gold weliswaar µNOHLQLQJRHGH¶, maar vooral: µJURRWLQKHWNZDDG¶>$59] Hij bracht de rechters tijdens het proces tot wanhoop met zijn fenomenale geheugen en ging een machtstrijd aan met de president van de rechtbank Geoffrey Lawren en met de openbare aanklager Justice Jackson.4 De kruisverhoren met Goering verliepen vaak uiterst moeizaam;; hij verdedigde zich taai en lieW]LFKQLHWRSZRRUGHQSDNNHQµDat heb ik niet gezegd;; dat heb ik anders bedoeld;; als mijn handtekening eronder staat dan heb ik dat getekend, inderdaad;; de geheime raad [Reichsverteidigungsrat] waarop u doelt, heeft nooit bestaan;; ja, hij heeft wel bestaan maar is nooit bij elkaar gekomen, dat bedoelde ik;; die opmerking over de joden heb ik wel gemaakt maar ik was geïrriteerd omdat Goebbels zo zat door te zeuren, we hadden wel belangrijker dingen te doen;; dat moet ik eerst doorlezen;; dat ik maatregelen verbood te nemen wil niet zeggen dat er geen maatregelen genomen moesten worden, ik wilde ze namelijk zelf nemen;; dat kan ik me niet herinneren, dat is onmogelijk;; nee, dat is niet wat er staat;; dat heb ik al JH]HJGKLHUPDDNWXDOHHQIRXWNDQLNXPLVVFKLHQEHKXOS]DDP]LMQ¶5 Dit alles was de tactiek en het jargon waar hij zich van bediende. µ1LHPDQGVFKHHQYRRUDIJDDQGDDQKHWSURFHVJRHGYRRUEHUHLGWH]LMQRS]LMQJHZHOGLJHJDYHQHQNHQQLV«HQ]LMQ YROPDDNWHPHHVWHUVFKDSHQEHJULSYDQGHEXLWJHQDDNWHGRFXPHQWHQ¶6 ,Q0RVOH\¶VELRJUDILHDe Rijksmaarschalk wordt een uiterst levendig beeld van Goering geschetst, maar hij wordt zo kritiekloos neergezet dat het de lezer makkelijk in verwarring achter kan laten;; Mosley lijkt een nauwelijks verholen bewondering voor Goering te hebben. De geallieerden maakten zich zorJHQRYHU*RHULQJ¶VRSWUHGHQWLMGHQVKHWSURFHV]RDOVSODDWVYHUYDQJHQGUHFKWHU Norman Birkett: µ*|ULQJLVGHPDQGLHKHWSURFHVGRPLQHHUWHQGDWRSPHUNHOLMNJHQRHJ]RQGHULQ het publiek een woord te zeggen tot het moment dat hij in de getuigenbank komt. Dat is op zichzelf al iets heel merkwaardigs en werpt een scherp licht op veel wat duister was in de afgelopen jaren. Hij [Goering] volgt de getuigenissen met grote belangstelling als dat nodig is en slaapt als een kind als dat niet hoeft. Het is duidelijk geworden dat er een persoon van uitzonderlijke hoewel mogelijk duivelse NZDOLWHLWLQGHEDQN]LW¶7 Over Goering zij Jackson samenvattend: µ+LMZDVKDOIHHQPLOLWDULVWKDOIHHQJDQJVWHU+LMVWDNRYHUDO]LMQZRUVWDFKWLJHYLQJHU LQ«+LMKDGQHW]R¶QJURWe ervaring in het uitmoorden van zijn tegenstanders als in het uitdenken van schandalen om weerspannige generaals kwijt te raken. Hij bouwde de Luftwaffe op en richtte die tegen weerloze naburen. Hij stond vooraan WRHQGHMRGHQKHWODQGZHUGHQXLWJHMDDJG¶8
,Q2YHU\¶VERHNDe verhoren staat een uittreksel van het verhoor van Rudolf Hess door kolonel Amen op 9 oktober 1945 in Neurenberg. Illustratief voor het geheugenverlies van Hess is de confrontatie die Amen Hess laat aangaan met Goering: Kolonel Amen: µ:LOWXQDDUUHFKWVNLMNHQQDDUGH]HKHHUKLHU"¶ 5XGROI+HVVµ1DDUKHP"¶>*RHULQJ@ .RORQHO$PHQ¶-D¶ +HUPDQQ*|ULQJµ.HQMHPHQLHW"¶ 5XGROI+HVVµ:LHEHQWX"¶ +HUPDQQ*|ULQJµ-HPRHWPHNHQQHQ:HKHEEHQMDUHQODQJVDPHQRSJHWURNNHQ¶
65
5XGROI +HVV µ'Dt moet in dezelfde tijd geweest zijn als het boek dat me vanmorgen is voorgelegd. Ik ben mijn geheugen een poosje kwijt speciaal nu voor KHWSURFHV+HWLVYHUVFKULNNHOLMNHQGHGRNWHU]HJWGDWKHWZHOWHUXJNRPW¶ +HUPDQQ*|ULQJµ.HQMHPLMQLHW"+HUNHQMHPLMQLHW"¶ 5XGROI+HVVµ1LHWDOVSHUVRRQPDDULNKHULQQHUPHXZQDDP¶ +HUPDQQ*|ULQJµ0DDUZHKHEEHQKHHOYHHOPHWHONDDUJHSUDDW¶ 5XGROI+HVVµ:HKHEEHQHONDDURQWPRHW'DWPRHW]R]LMQ'DWPRHW]RJHZHHVW ]LMQ>«@LNPRHWRRNDQGHUHKRJHSHUVRRnlijkheden zoals u hebben ontmoet, maar LNNDQPHQLHPDQGPHHUKHULQQHUHQDOZLOLNKHWQRJ]RJUDDJ¶ >«@ +HUPDQQ *|ULQJ µWeet je nog dat de Führer op een bijeenkomst in de Reichstag aankondigde dat als hem iets mocht overkomen, ik zijn opvolger zou zijn, en dat als mij LHWV]RXRYHUNRPHQMLMPLMQRSYROJHU]RXZRUGHQ¶ 5XGROI+HVVµ1HH¶ +HUPDQQ*|ULQJµ'DWZHHWMHQLHWPHHU":HKHEEHQHUKHWPHWRQVWZHHsQQRJ lang over gehad. 5XGROI+HVVµ'LWLVYUHVHOLMN$OVGHDUWVHQPHQLHWVWHHGV]RXGHQYHU]HNeren dat PLMQJHKHXJHQRSHHQGDJZHHUWHUXJNRPW]RXLNGHZDQKRRSQDELM]LMQ¶ >«@ +HUPDQQ *|ULQJ µ+HULQQHU MH MH GDW MH LQ HHQ YOLHJWXLJ MLM ]HOI WLMGHQV GH]H RRUORJLQHHQYOLHJWXLJQDDU(QJHODQGYORRJ"¶ 5XGROI+HVVµ1HH¶ +HUPDQQ*RHULQJµ-HJHEruikte daarvoor een Messerschmitt. Weet je nog dat je HHQODQJHEULHIKHEWJHVFKUHYHQDDQGH)KUHU"¶ 5XGROI+HVVµ:DDURYHU¶ +HUPDQQ *|ULQJ µ2YHU ZDW MH LQ (QJHODQG JLQJ GRHQ 'DW MH YRRU YUHGH ]RX ]RUJHQ¶ 5XGROI+HVVµ,NKHEHUJHHQLGHHYDQ¶ HermanQ *|ULQJ µ,N EHQ DDQ KHW HLQG YDQ PLMQ /DWLMQ ,N NDQ KHP QLHWV PHHU YUDJHQ¶9 Tijdens het verloop van het proces toonde Goering zich bezorgd over het gedrag van de andere verdachten. Hij wilde graag als groep van verdachten één front vormen om zo een sterkere verdediging te kunnen voeren. 0HGHYHUGDFKWH5REHUW/H\KDGDO]HOIPRRUGZHWHQWHSOHJHQ'DDURYHU]HJWKLMµ+HWLVPDDUJRHGGDWKLM>/H\@ dood is, want ik was bang dat hij zich voor de rechtbank niet zou weten te gedragen. Hij is altijd zo verward JHZHHVW«¶10 2YHUGHµVROGDWHQ¶RQGHU]LMQFROOHJD¶VZDV*RHULQJPLQGHUEH]RUJGPDDUZHOKDGKLM]LMQ]RUJHQ RYHU9RQ5LEEHQWURS2YHU+HVV]HJWKLMµ0DDU+HVV«+LMLVQLHWJRHGELM]LMQYHUVWDQG+LMLVDOODQJHWLMGQLHW JH]RQG¶11 Speer en Hess zouden *RHULQJ¶VVWUDWHJLHGRRUEUHNHQ6SHHUGRRUDOVHQLJHYHUGDFKWHJHGHHOWHOLMN VFKXOGWHEHNHQQHQHQµ+HVV¶GRRUGHLGLRRWPHWJHKHXJHQYHUOLHVXLWWHKDQJHQ Bronnen: Het handenvouwen 1. Bijl van der, Manipulaties;; Bijl van der, functiemodel;; De Cock, Begrippen. 2. Bijl van der, Manipulaties, 68. 3. Bijl van der, functiemodel, 494-496;; De Cock, Begrippen, 141. 4. Mosley, Rijksmaarschalk. 5. Mosley, Rijksmaarschalk, 390;; Verhoor 1946-03-20 Hermann Göring 6. 6. Mosley, Rijksmaarschalk, 390. 7. Ibidem. 8. Idem, 392-393. 9. Overy, verhoren, 454-457. 10. Mosley, 379. 11. Ibidem.
66
Het armstrengelen In de manuele therapie wordt onder deze voorkeursbeweging verstaan dat de naar beneden gestrekte armen voor de romp over elkaar gelegd worden, waarbij de handen in elkaar grijpen. De bovenliggende arm wordt genoteerd als de arm die in de rusthouding, dus - met de armen langs het lichaam hangend - het meest naar binnen gedraaid staat.1 De meting kan gecontroleerd worden door (in stand) te kijken of bij een persoon die de armen losjes langs het lichaam laat hangen inderdaad de arm - GLHELMKHWµVWUHQJHOHQ¶ERYHQRSGHDQGHUHJHOHJG wordt - meer naar binnen gedraaid staat dan de andere. 'H]HYRRUNHXUVEHZHJLQJLVDDQGHKDQGYDQIRWR¶VRIILOPPDWHULDDOELM+HVVQLHWPHHUH[DFWWH achterhalen omdat de gevraagde eindstand slechts verkregen wordt door het uitvoeren van een JHGHWDLOOHHUGHRSGUDFKWGDDUWRH+HWµDUPVWUHQJHOHQ¶ZDVZHOGHLQVSLUDWLHRPWHNLMNHQQDDUGHPDQLHU waarop Hess en de gevangene de armen - bij voorkeur - voor het lichaam houden. Ronduit verrassend was het om te zien dat Hess consequent met de rechter hand zijn linkerpols en linkerhand (bovenlangs) vastpakt. Ik kwam geen beelden tegen waarop hij dat andersom doet. 7LHQWDOOHQIRWR¶VEHZLM]HQ Hess houdt bij voorkeur zijn linkerhand vast met zijn rechter (19, 20, 21, 26 en 27)! We zien Hess dikwijls op deze manier tussen anderen in staan, waarbij meerdere mensen die houding aannemen, soms met de rechterarm voor, soms andersom. De beelden kunnen arbitrair zijn omdat het voor de hand ligt te veronderstellen dat echogedrag een mogelijke bewegingsvoorkeur overstemt.* %LMGHIRWR¶VZDDURS+HVVWH]LHQLVPHW]LMQSHWLQGHOLQNHUKDQGWHUZLMOKLMPHWGHUHFKWHUKDQG]LMQ DQGHUHSROVYDVWKRXGWZHUGUHNHQLQJJHKRXGHQPHWHHQPRJHOLMNHµJHZRRQWH¶Set opzetten met de linkerhand om daarna met de rechterarm de Hitlergroet te kunnen brengen. Gelukkig houden we na deze fotoselectie nog genoeg vergelijkingsmateriaal over. Hoe zit het nu eigenlijk bij de gevangene in Neurenberg? Na enig zoeken werd een aantal beelden gevonden waarop die staat met zijn armen in dezelfde stand als we bij Hess zagen (22, 23). Zelfs bij het binnenkomen in de rechtszaal, tijdens het proces dat in 1945 begon, zien we de verdachte zo binnenkomen (18, 24, 25). Met een verwilderde blik (18) komt de verdachte de rechtszaal binnen en houdt zijn linkerpols en -hand stevig vast met de rechterhand. De fotobases van het Algemeen Nederlands Persbureau/ANP, Corbis, Beeldbank WO2/NIOD, Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz/PKB en TopFoto werden doorgenomen met het oog op deze voorkeurshouding. De opbrengst daarvan staat in deze paraaf ERYHQµ5HVXOWDDW¶ Een enkele keer komt het voor dat dezelfde afbeelding aangetroffen wordt in meerdere fotobases. Ook is het mogelijk dat dezelfde afbeelding meerdere keren voorkomt, maar met een andere uitsnede. Dat was het geval bij diverse plaatjes gemaakt in de gevangenistuin van Spandau, die te zien zijn in het archief van TopFoto (ook gratis toegankelijk). Sommige afbeeldingen staan bovendien afgedrukt in spiegelbeeld, dat is te zien aan de stand van de oren, de scheiding in het haar, de rimpels tussen de ogen, de sluiting van het colbertje en aan de sluiting van het overhemd. Ronduit opmerkelijk is dat zowel Hess als de gevangene - op alle afbeeldingen en ook op film - staat of loopt met de rechterhand die de linkerSROVYDVWKRXGW'H]HVWDQGLVYRRUµEHLGH¶LQGLYLGXHQNHQQHOLMN sterk aan de persoon gebonden. *Het is zeer de vraag of het bedoelde echogedrag de bewegingsvoorkeur overstemt. Schoolkinderen die met de armen over HONDDUµQHWMHV¶PRHWHQ]LWWHQNUXLVHQGHDUPHQQLHWRSHHQLGHQWLHNHPDQLHUPDDULHGHUQDDUSHUVRRQOLMNHYRRUNHXU Net als Hess lijkt ook Hitler een voorkeur te hebben om te staan (en te lopen) met een rechter hand die de linker vasthoudt. Op enkele beelden doet Hitler dat echter andersom.
67
18: De verdachte komt de rechtszaal binnenlopen, de rechterhand houdt de linker vast. Hier dacht ik een moment dat hij stilstond, omdat dit beeld als foto circuleert op het internet. Op videomateriaal zien we hem echter zo (binnen)lopen. De jonge Amerikaanse militaire politie is met de bewaking belast en is herkenbaar aan de bekende witte helmen (beeldcitaat: frame gevonden met YouTube, rechthebbende onbekend).
19: Ten huize van de familie Hess (10 november 1938) een gezellig samenzijn, één dag na het begin van de gewelddadigheden tegen de joodse bevolking;; foto in spiegelbeeld! Links Ilse Hess, midden Hitler met de kleine Wolf Rüdiger, rechts Hess (beeldcitaat: Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz) 20: Rudolf Hess houdt een speech in Weimar, zijn rechterhand houdt de linker vast (beeldcitaat: Algemeen Nederlands Persbureau).
68
Op afbeelding 19 zien we Hess, die met zijn linkerhand de rechter vasthoudt! Dat is in eerste instantie misschien verrassend maar bij nadere bestudering niet, want de foto werd door het Bildarchiv in spiegelbeeld afgedrukt. Dat is te zien aan de sluiting van de jasjes en aan de scheiding in het haar. Hitler is op deze bijzonGHUHGDJELMGHIDPLOLH+HVVWHJDVWRPGHµ1DPHQVJHEXQJ¶YDQ]LMQSHHWNLQG Wolf te vieren. De foto werd de dag na de Kristalnacht genomen. 'HQDDPµ.ULVWDOQDFKW¶VXJJHUHHUWGDWGHSURJURPWHJHQGHMRGHQHQKXQEH]LWWLQJHQVOHFKWVppQQDFKW duurde, maar in werkelijkheid ging het geweld langer door, op sommige plaatsen zelfs drie dagen en nachten.2 In een radiorede maakte Hess nadien bezwaar over alle ophef die erover in het buitenland was ontstaan, terwijl er slechts sprake van was geweest dat µHUVOHFKWVELj een paar joden wat ramen LQJHJRRLGZDUHQ¶ 3lW]ROG:HLVEHFNHUPHUNHQKLHURSGDWµKHWVSRRUGDWGHDQWLVHPLHW+HVVWURNODQJHQRQRQGHUEURNHQ ZDVKHWODDW]LFKWHUXJ YROJHQWRW]LMQHHUVWHSROLWLHNHXLWODWLQJHQLQ¶ 3 De Kristalnacht wordt gezien als hét (openlijke) begin van de jodenvervolging in Duitsland, maar in wezen werd hiermee µVOHFKWVHHQSHULRGHYDQJHZHOGRSVWUDDWEHsLQGLJGRPSODDWVWHPDNHQYRRUHHQWLMGSHUNYDQNLO bureaucratisch geweld.4
21: In het stadion van Neurenberg (1936). Hess links, naast hem Baldur von Schirach die sinds 1933 Jugendführer is. +LWOHUVSUHHNWYRRUGHHQWKRXVLDVWHMHXJGHHQEHNOHPPHQGHUHGHXLWµVoor ons ligt Duitsland!, in ons marcheert Duitsland!HQDFKWHURQVNRPW'XLWVODQG¶. Hess luistert, zijn rechterhand houdt de linkerpols vast (beeldcitaat: met dank aan Beeldbank WO2/NIOD).
69
22: Tijdens de proceshandelingen op 31 augustus 1946, de verdachte voert zijn pleidooi voor het hof. Goering (links) heeft hier een koptelefoon op voor de integrale vertalingen. Regelmatig zien we de verdachten met een donkere bril;; die werd uitgereikt ter bescherming van de ogen vanwege het flitslicht van de fotografen aan het begin van een rechtszitting (beeldcitaat: Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz). 23: Op een mooie dag in de tuin van de gevangenis (9 juli 1982). De gevangene is hier inmiddels 88 jaar (beeldcitaat:Algemeen Nederlands Persbureau/ANP).
24 en 25: Goering kijkt ontspannen (foto links boven) terwijl de verdachte de rechtszaal binnenwandelt met papieren onder ]LMQDUP5HJHOPDWLJWUHIIHQZHYHUGDFKWH+HVVDDQLQKHWµ'RF¶OH]HQGLQ(UQHVW&ODHV¶ERHNµ-XJHQG¶*(beeldcitaten: frames gevonden met YouTube, rechthebbenden onbekend). 26 en 27: Hess voor zijn Engeland-vlucht uit het vliegtuig lopend;; met de rechterhand houdt hij de linker vast. Daarnaast tijdens de inspectie van een fabriek (beeldcitaten: frames gevonden met YouTube, rechthebbenden onbekend). *Ernest Claes: Vlaams schrijver en nationalist, werd na de Tweede Wereldoorlog bekritiseerd wegens vermeende Nazi- sympathieën.5
70
$IEHHOGLQJHQ¶DUPVWUHQJHOHQ· Algemeen Nederlands Persbureau/ANP: afbeeldingen van Hess 1369020, 1350617, 922950, 1351630,1351629, 1355792, 1354776, 1351630, 1351629, 1369020, 1355792, 1350617. Verdachte Neurenberg/Spandau: 922950 Corbis: afbeeldingen van Hess: SF166, IH000468, AU002804, SF 166, IH000468 en AU002804 Beeldbank WO2/NIOD: afbeeldingen van Hess: 29638, 29643, 29647,29650, 29685, 46318, 47152. Preußischer Kulturbesitz: Afbeeldingen van Hess: 30030199, 30028199, 30028192, 30028191, 30027931, 30014747, 30026665, 30026703, 30026879, 30026878, 30026859, 30025191, 30025122, 30023701, 30022695, 30023522, 30022264, 30022695, 00016402, 10008253. Verdachte Neurenberg/Spandau: 309018123. TopFoto: Afbeeldingen van Hess: ali007436, 0197228. Verdachte van Neurenberg/Spandau:key0010775 (spiegelbeeld), key0010774 (spiegelbeeld), key0010622 (spiegelbeeld), key0010620 (spiegelbeeld), key0010619 (spiegelbeeld), key0010618 (spiegelbeeld), key0010617 (spiegelbeeld), key0010616 (spiegelbeeld).
Resultaat De voorkeurspositie van de armen van Hess en de gevangene in deze houding is nu bekend omdat op alle afbeeldingen die ik vond de linkerhand/pols met de rechter wordt omvat. Op YouTube circuleren HHQSDDUILOPSMHVZDDURSµEHLGH¶PDQQHQORSHQGWH]LHQ]LMQ2SGHIUDPHV24 en 25 ziet men de verdachte in Neurenberg en daaronder op de frames 26 en 27, Hess voordat hij naar Engeland vloog. Consequent wordt de linkerhand omvat door de rechter, ook tijdens het lopen. Bronnen: Het armstrengelen 1. 2. 3. 4. 5.
Bijl van der, functiemodel 520;; De Cock, Begrippen,131. Lambert, leven, 291. Pätzold, Rudolf Heß Lambert, leven, 290. Ernest Claesgenootschap;; André Demets, Ernest Claes.
71
Armen op de rug We hebben gezien dat zowel Hess als de veroordeelde man in Neurenberg/Spandau een voorkeur heeft om de linkerpols met de rechterhand te omvatten, waarbij de armen voor het lichaam gestrekt naar beneden worden gehouden. Daarom dacht ik dat het heel goed voorstelbaar is dat er bij beide mannen ook een voorkeurspositie bestaat voor het vasthouden van één der polsen achter de rug. %LMKHWGRRU]RHNHQYDQGHIRWRGDWDEDVHVNZDPLNJHHQIRWR¶VWHJHQZDDUELMGHSRVLWLHYDQGHKDQGHQ op de rug bij de gevangene is te zien. Wel werd duidelijk dat Hess met grote regelmaat zijn armen op de rug houdt. Naarstig speurwerk met internet leverde geen aanwijzingen op voor deze armpositie bij de gevangene. Op één filmpje is wel te zien hoe de gevangene lopend in de gevangenistuin van Spandau - met de handen op de rug - naar de camera toeloopt, zich half omdraait zodat zijn rugzijde net te zien is, maar onvoldoende om uitspraken te kunnen doen over de armpositie. Daarna draait hij zich weer om waarbij de rugzijde aan de andere kant net niet te zien is. Bovendien is de beeldkwaliteit erg matig (28, 29, 30).
28, 29 en 30,QGHWXLQYDQ6SDQGDXµ+HVV¶SUHVHQWHHUW]LFKDDQGHFDPHUDGHH[DFWHSRVLWLHYDQGHKDQGHQDFKWHUGHUXJ is niet waarneembaar. Albert Speer is ten tijde van dit filmpje al lang in vrijheid gesteld en de tuin op de achtergrond maakt nu weer een rommelige indruk (beeldcitaten: frames gevonden met YouTube, rechthebbende onbekend).
Uitsluitsel over deze armpositie van de gevangene geeft Eugene K. Bird, de Amerikaanse gevangenisdirecteur van Spandau. Hij voert tegen alle voorschriften in lange gesprekken met de veroordeelde en ze wandelen daartoe vaak samen in de gevangenistuin. Bird observeert hem uiterst nauwkeurig. Volgen wij de letterlijke tekst in zijn boek Hess: Der Stellvertreter des Führers:
µ$PQlFKVWHQ7DJHLQHPKHLHQWURFNHQHQ%HUOLQHU6RPPHUWDJJLQJLFKPLW Heß im Garten spazieren. Trotz der Hitze trug er seine langen Unterhosen, die er unter dem Knie abgeschnitten hatte. Nur der Kragen seines Drillichanzuges war offen, und er lief in seiner gewohnten Haltung mit hängenden Schultern, die Arme hinter dem Rücken, den linken Arm mit der rechten Hand am Handgelenk umklammert [mijn cursivering] . Dann und wann verjagte er eine Fliege von seinem Gesicht, während er über die britischen Wahlen sprach, über die er in GHQ=HLWXQJHQJHOHVHQKDWWH¶1
Deze tekst is maar voor één uitleg vatbaar: de gevangene houdt - achter zijn rug - bij voorkeur, de linkerpols vast met de rechterhand!
72
31: Hess in 1935. Zijn rechter elleboog wordt meer gebogen dan de linker, daarom omklemt zijn rechter hand - met grote waarschijnlijkheid - de linker pols*(beeldcitaat: Bundesarchiv).
Een uitgebreide speurtocht naar beeld- en fotomateriaal van Hess leverde in eerste instantie geen EUXLNEDDUPDWHULDDOµYDQDFKWHU¶RS, maar wel talloze beelden waarop de veronderstelde armpositie van voren valt te observeren. Net als bij de armpositie die beschreven werd in het vorige hoofdstuk is het vasthouden van de linkerpols met de rechterhand in deze positie slechts mogelijk wanneer de rechter elleboog meer gebogen wordt dan de linker, hetgeen aan de voorkant zichtbaar is (31).**Uiteindelijk vond ik bij het nogmaals bekijken van Hitlers handlangers: Hess, de pose waarbij +HVV¶ handen µvan achter¶ te zien zijn. Aanvankelijk waren die beelden van de dvd aan de aandacht ontsnapt omdat ik toen QLHWQDDURS]RHNZDVQDDUDUPSRVLWLHVPHWµGHDUPHQRSGHUXJ¶'HUHFKWHUhand houdt de linker pols omvat (32). *+HVV¶OLQNHURRUVWDDW]LFKWEDar verder van zijn schedel dan het rechter. **Het is niet onmogelijk om de rechter elleboog meer gestrekt te houden dan de linker;; daartoe dient echter de rechter hand de linker pols van onder af te benaderen waardoor de linker elleboog als het ware omhoog kan worden gedrukt. Een andere mogelijkheid is gelegen in het zijwaarts buigen met de romp naar links: de linker elleboog gaat zich steeds meer buigen, de rechter gaat meer strekken. Bij het zijwaarts buigen naar rechts treedt het omgekeerde effect op. Hess maakte dit soort acrobatische toeren niet als hij op de foto werd gezet.
73
32: Hess ontmoet kinderen op het strand;; een fraai shot (datum onbekend). De rechterarm wordt meer gebogen in het ellebooggewricht dan de linker;; de positie van de handen is conform de beschrijving van Eugene K. Bird. Het frame is zichtbaar niet in spiegelbeeld want de jasjes van de kinderen sluiten links over rechts (beeldcitaat: frame van de dvd: Hitlers handlangers, Bright Vision Entertainment).2
Bronnen: Armen op de rug
1. Bird, Hess, 234. 2. Filmfragmenten: Afbeelding: 28, 29 en 30 frames van YouTube, Hess (The Deputy) - 6/6 mmmhttp://nl.youtube.com/watch?v=Zca9t6Eggg0
74
Links- of rechtshandig? Rechtshandigheid komt meer voor dan linkshandigheid;; het percentage voor linkshandigheid varieert van 5-20%, tot 2-0HWµUHFKWVKDQGLJ]LMQ¶ZRUGWPHHVWDOEHGRHOGGDWLHPDQGGHUHFKWHUKDQG JHEUXLNWDOVYRRUNHXUVKDQG$OVWZHHKDQGHQJHOLMNWLMGLJZHUNHQGRHWGHµKDQGLJVWHKDQG¶KHWPRHLOLMNVWH deel van het werk. Als de rechterhand de beweging uitvoert assisteert de linkerhand daarbij, andersom geldt hetzelfde: indien de linkerhand de beweging uitvoert assisteert rechterhand. 1
Aangenomen wordt dat het proces van deze voorkeursontwikkeling een fase is in de neuromotorische ontwikkeling, die lateralisatie wordt genoemd;; de linker- of rechterhersenhelft verkrijgt daarmee zijn dominantie.2 Er ontstaat daarmee tevens een voorkeur voor het linker- of rechterbeen, waarbij opgemerkt moet worden dat rechtshandigheid niet per se betekent dat er dús een voorkeur ontstaat voor het rechterbeen. Rechtshandigheid samen met rechtsbenigheid komt echter wel vaker voor dan de combinatie rechtshandig/linksbenig. Alle mogelijke combinaties komen voor, hetzij niet in gelijke mate. In het algemeen wordt verondersteld dat bovengenoemd proces van lateralisatie zich voltrokken heeft rond het zesde levensjaar en daarna een leven lang onveranderd aanwezig blijft. Niet alleen de motorische functies worden - meer of minder - door de ene, dan wel de andere hersenhelft uitgevoerd. Dit geldt tevens voor complexe cognitieve functies en voor emoties. ,QGHPDQXHOHWKHUDSLHZRUGWRQGHUµUHFKWVKDQGLJKHLG¶YHUVWDDQGDWHHQSURHISHUVRRQHHQ bovenhandse werpbeweging met een bal bij voorkeur uitvoert met de rechterarm. Met die constatering kan er een uitspraak worden gedaan over de relatieve ligging van het deelzwaartepunt van de borstkas. De positie van dit deelzwaartepunt is mede bepalend voor de functieanalyse. 3 Over de natuurlijke voorkeur van het gebruik van de linker- of de rechterhand bij andere éénhandige handelingen wordt geen uitspraak gedaan. Van der Bijl senior merkt op dat het aannemelijk is de éénhandige handelingen, zoals gooien, wrijven en oprapen, tot één groep te rekenen. Maar: µ7RFKLVKHWJRRLHQPHW een bal een heel andere beweging dan wrijven of oprapen. Het zijn geen vergelijkbare handelingen. Het enige dat zij gemeen hebben is het feit dat de beweging met één hand gebeurt. Met hetzelfde recht zouden we het paren van honden gelijk kunnen stellen met het paren van katten HQGDQVWHOOHQGDWKHWUHVXOWDDWYDQGHµKDQGHOLQJHQ¶JHOLMN]RXPRHWHQ]LMQ¶ 4
Meestal is het echter zo dat - als de rechterarm als voorkeursarm voor de werpbeweging wordt gebruikt, de rechterhand óók een voorkeur heeft voor het uitvoeren van taken waarbij aan de fijne motoriek hoge eisen worden gesteld, zoals het geval is bij knippen, zagen, timmeren en dergelijke. Schrijven is zeker niet alleen bepalend voor rechts- of linkshandigheid, omdat tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw het schrijven met de linkerhand op scholen niet werd getolereerd. Kinderen werden gedwongen met de rechterhand het schrijven aan te leren, ook al omdat schrijven met een kroontjespen in de linker zo zijn nadelen kent. Tevens speelden hier esthetische overwegingen een rol en ook een hang naar orde en uniformiteit. Het is merkwaardig dat men de kindertjes wel aanleerde om rechts te schrijven, maar dat ze niet werden gedwongen allemaal netjes te zitten met de rechterarm voor gekruist (of andersom). Onderzoek uit 2007 van Clyde Francks e.a. heeft aangetoond dat linkshandigheid - voorkomend bij ongeveer 10% van de mensen - (mede) genetisch wordt bepaald.5 Een nieuw ontdekt gen, LRRTM1 op chromosoom 2p12, verhoogt de kans op linkshandigheid en verhoogt tevens de kans op schizofrenie, zo wordt gesteld. Verder merkt Francks op dat asymmetrie een cruciaal kenmerk is van het menselijk brein dat bij vele psychische aandoeningen ontwricht is. Overigens, linkshandigen hoeven zich over schizofrenie niet direct zorgen te maken want: 75
µ7KHUHDUHPDQ\IDFWRUVZKLFKPDNHLQGLYLGXDOVPRUHOLNHO\WRGHYHORS VFKL]RSKUHQLD¶KHVDLGµDQGWKHYDVWPDMRULW\RIOHIW-handers will never develop a SUREOHP¶6
Om te bepalen of Hess links- dan wel rechtshandig is geweest, bekeek ik zoveel mogelijk beeldmateriaal waarop één van de handen een voorkeur voor een fijne sturende beweging aangeeft. Die hand wordt dan beschouwd als de dominante/sturende hand. We vinden afbeeldingen waarop Hess rechtshandig schrijft (33, 35) en rechtshandig zijn bestek hanteert (36, 37, 38). Op foto 29644 van Beeldbank WO2/NIOD zien we Hess rechtshandig uit een kopje drinken (de betreffende afbeelding is niet in dit e-book opgenomen). In het boek van Wolf Rüdiger een afbeelding aan waarop Hess een rechtshandige voorkeur vertoont voor het bovenhands werpen of slaan (34). Hiermee werd nog geen definitief bewijs geleverd voor een natuurlijke voorkeur voor rechtshandigheid. Meestal heeft een persoon die bovenhands werpt met rechts, wél een voorkeur voor het gebruik van de rechterhand. Echter niet altijd. Het rechtshandig schrijven en bestek hanteren kunnen immers aangeleerde vaardigheden zijn, zodat we over de voorkeurshand met deze gegevens geen definitieve uitspraak kunnen doen.
33 en 34: Voor de Engeland-vlucht (1935), in Duitsland;; Hess schrijft rechts (beeldcitaat;; Corbis) Rechts Hess in actie bij het vuistbalspel;; hij slaat met zijn rechterhand (beeldcitaat: afbeelding uit Mijn Vader Rudolf Hess).
Dat is jammer, maar er werd onverwacht toch een oplossing voor dit vraagstuk gevonden in het boek van Hugh Thomas: De moord op Rudolf Hess. Daarin beschrijft hij de zelfmoordpoging (op 4 februari 1945) van de Hess in Engeland (voor alle duidelijkheid: Thomas denkt op dat moment te maken te hebben met de dubbelganger die een zelfmoordpoging onderneemt). Volgen wij de passage in het boek: µ>«@'LHPLGGDJNZDPKLM>+HVVGHJHYDQJHQH@LQGHNHXNHQHHQPHVOHQHQPHW een dun lemmet van ongeveer 10 centimeter. Hij had een mes nodig, zei hij, om er sneden brood aan te rijgen zodat hij ze kon roosteren. De verpleger, soldaat James Reigate, zag dat hij zijn Luftwaffe-uniform aanhad. De gevangene bracht Reigate een nazi-groet alvorens naar zijn kamer op de begane grond terug te keren. Tien minuten later belde hij om hulp. Reigate ging erop af en trof hem zittend aan in zijn leunstoel. Hij had zijn jasje uitgetrokken. In zijn overhemd zat een bloederig gat met overal bloed er omheen. Het mes met het in bloed gedrenkte lemmet, lag op de leuning van de stoel. De JHYDQJHQH]HL¶,NKHEJHSUREHHUGELMPLMQKDUWWH NRPHQPDDULNJHORRIGDWKHWQLHWJHOXNWLV¶/DWHUEHZHHUGHKLMKHWPHVWLHQ centimeter diep in de borstkas te hebben gestoken.
76
NRPHQPDDULNJHORRIGDWKHWQLHWJHOXNWLV¶/DWHUEHZHHUGHKLMKHWPHV tien centimeter diep in de borstkas te hebben gestoken. Het bleek al gauw dat daar geen sprake van was. Reigate haalde snel dr. Jones, de twee hoofdverplegers en de arts erbij;; ze constateerden dat de wond slechts oppervlakkig was en naaiden hem dicht zonder plaatselijke verdoving. De aard van de twee parallelle sneden ± een snee van 2,5 centimeter en een van 2 centimeter ± maakte duidelijk dat de gevangene met zijn linkerhand een huidplooi van zijn borstkas had afgetrokken en het mes met zijn rechterhand door de huidplooi had heengestoken.[mijn cursivering] Toen hij de plooi losliet, nam die natuurlijk weer zijn normale plaats in zodat de WZHHVQHGHQKRUL]RQWDDONZDPHQWHOLJJHQ¶7
De gevangene verklaarde later dat het mes door de joden voor hem was klaargelegd;; hij alleen had hun K\SQRWLVFKHYHUPRJHQVGRRU]LHQ+HWJDDWHUKLHUYRRUDORPGDWµ+HVV¶]LMQ]HOIPRRUGSRJLQJRIZDW daarvoor moet doorgaan, ondernam met het mes in zijn rechterhand. Verder is het van groot belang dat het mes steekverwondingen achterliet, twee parallelle sneden van 2 en 2,5 centimeter die twee vrijwel even grote littekens achterlieten. Die littekens werden later, in 1987, in beide autopsierapporten beschreven, waarmee het bewijs geleverd werd dat de gevangene in Engeland en de verdachte van Neurenberg en Spandau een en dezelfde persoon waren. Een niet alledaags experiment De man in Engeland schreef rechts*en voerde de steekbeweging met het mes uit met de rechterhand. De vraag is nu of een linkshandige dat laatste op dezelfde manier gedaan zou hebben, dus met de rechterhand. Of zou hij wellicht de keuze toch op de linker laten vallen, omdat met die hand immers een fijnere sturing mogelijk is? Tevens is het de vraag of andere rechtshandigen de steekbeweging met de rechterhand uitvoeren. Dat bracht me ertoe een niet alledaags experiment op te zetten. Ik zocht vijf kennissen uit waarvan ik weet dat ze linkshandig zijn in de fijne motoriek, en tevens vijf rechtshandige kennissen. Allen waren van het mannelijke geslacht. De proefpersonen werden om beurten apart genomen en gevraagd een steekbeweging door de huid van de borstkas te enscenerenPHWDQGHUHZRRUGHQµWHGRHQDOVRI¶2P alles goed te laten verlopen zat de te testen proefpersoon op een stoel. Voor hem (in het midden) op de tafel lag een keukenmes met de punt van hem af gericht. Om duidelijk te maken wat er verwacht werd, liet ik vooraf zien hoe ik met beide handen een huidplooi ERYHQPLMQKDUWYDQGHERUVWNDVOLFKWWHHQ]HLµ.LMNMHKDDOW]RPHWéén hand een huidplooi op deze plek van de borstkas, die hou je vast, daarna pak je het mes en je maakt een steekbeweging van onder naar ERYHQ-HVWHHNWQDWXXUOLMNQLHWHFKW¶YRHJGHLNHUYROOHGLJKHLGVKDOYHDDQWRe om calamiteiten te voorkomen. Het resultaat van dit experiment was boven verwachting want alle linkshandigen voerden de steekbeweging uit met het mes in de linkerhand, de rechtshandigen gebruikten daarvoor hun rechterhand. *Hier beweer ik dat de gevangene rechtshandig schreef. Daar vond ik geen directe aanwijzingen voor, maar ging er van uit dat linkshandig schrijven zeker zou zijn opgevallen in Engeland, en als zodanig zou worden vastgelegd in observatierapporten. :H]LHQGDWGHJHYDQJHQHPHWHHQQD]LMQµLQEHZDULQJVWHOOLQJ¶LQ6FKRWODQGODQJHHSLVWHOVEHJRQRSWHVWHOOHQ wat voor een linkshandige die rechts is gaan schrijven een hele opgave moet zijn geweest. Daarbij komt dat de handschriften van de gevangene een zeer regelmatige en geroutineerde indruk maakten wat - al met al - afgeleerd linkshandig schrijven (vrijwel) uitsluit.
77
35, 36, 37 en 38 van links naar rechts 35: Tijdens de proceshandelingen in Neurenberg;; de gevangene schrijft met de rechterhand (beeldcitaat:TopFoto). 36,37 en 38: Lunchpauze tijdens het proces;; de gevangene hanteert zijn lepel met de rechterhand (beeldcitaten: Imperial War Museum).
Nog meer aanwijzingen In het boek van Eugene Bird Hess vinden we ook een belangrijke aanwijzing voor rechtshandigheid van de gevangene in Spandau. Het is 1959 en het gevangeniscomplex wordt nog bewoond door Speer, Von 6FKLUDFKHQµ+HVV¶'HMDUHQKHEEHQGLHSHVSRUHQQDJHODWHQLQKHWZHOEHYLQGHQYDQGHPDQQHQ+HW JHGUDJYDQJHYDQJHQHµ+HVV¶EDDUWGHPHHVWH]RUJHQHQPHQYUDDJW]LFKDIRIRSQDPHLQHHQ gekkenhuis niet de beste oplossing zou zijn. Bang als men is dat een van de bewakers het geduld kan verliezen en de gevangene in elkaar zou slaan. Een onvoorstelbaar scenario was dat niet omdat de bewakers regelmatig geïrriteerd reageerden RSµ+HVV¶ bizarre gedrag en ze beweerden dat de beste behandeling bestRQGXLWHHQµVFKRSRQGHU]LMQNRQW¶0HQKDGKHPDOHHQVUXZXLWEHGJHKDDOGGRRU HHQYRXGLJZHJGHPDWUDVRQGHU]LMQOLFKDDPZHJWHWUHNNHQ]RGDWµ+HVV¶NHUPHQGHQZHORSGHYORHU van zijn cel belandde. De gevangene woog in november van dat jaar nog maar 45,5 kilo en was in drie weken tijd meer dan 10 kilo afgevallen. Toen men op een middag, net na twaalven, zijn cel betrad lag hij in elkaar gerold op bed HQKDGHHQKHYLJEORHGHQGHVQLMZRQG0HWHHQVWXNJODVXLW]LMQEULOKDGKLM]LFKLQµGHJURWHDGHUYDQ zijn linker SROVJHVQHGHQ¶8 Of hier werkelijk sprake was een gerichte poging tot zelfdoding is twijfelachtig;; het doorsnijden van een ader geeft wel veel bloedverlies maar is niet snel dodelijk. Daartoe had de gevangene zijn slagader moeten doorsnijden. Hoe dan ook, men nam in het vervolg extra voorzorgsmaatregelen: alle scherpe YRRUZHUSHQZHUGHQKHPµVDYRQGVDIJHQRPHQ]HOIV]LMQJHELWGHFHOGHXUZHUGQLHWPHHUJHVORWHQHQ elk uur was er controle. Albert Speer vertelt in zijn Spandauer Tagebücher de gebeurtenissen rond de ]HOIPRRUGSRJLQJµ+HVVVWHXQWHQMDPPHUWGDJHQQDFKWKLMLVYROOHGLJDSDWKLsch. In 7 weken tijd is hij 14 kilo afgevallen en weegt bij een lichaamslengte van 175 cm nog maar 45 kilo. Hij kan zich zonder KXOSQLHWPHHUYHUSODDWVHQ¶9 Beeldend beschrijft hij: µHeute Vormittag gelang es mir, Heß zu besuchen. Er lag auf seinem Bett, sein Handgelenk war dick verbunden. Mit wächsernem Gesicht sah er, als ich eintraf, müde auf. Dennoch machte er den Eindruck eines Kindes, dem eine Überraschung gelungen ist. Fast aufgeräumt begann er sofort zu erzählen: µ$ls Sie gestern im Garten waren und kein Wärter in der Gegend, habe ich rasch meine Brille zertrümmert und mir mit einer Scherbe die Pulsadern aufgeschnitten. Drei Stunden lang hat keiner was EHPHUNW¶IXKUHUIDVW glücklich fort, unbeachtet lag ich in der Zelle und hatte richtig schön Zeit, um zu verbluten. Dann wäre ich meine Schmerzen für immer losgewesen. Mir war schon ganz schwach und wohlig. Aber da hörte ich plötzlich wie ganz von weitem Lärm, das war dieser Unglücksmensch, der sowjetische Oberstarzt, bei seiner Runde. Er sah mich hier liegen und nähte
78
sofort den Schnitt.¶(UVDKPLFKWLHIWUDXULFKDQ ¶Bin ich ein Pechvogel! Sagen sie VHOEVW¶$EHULFKJUDWXOLHUWH+H]XP0LHUYROJZDVHr eher freundlich aufnahm. Mittags verschlang Heß ganze Berge: Milch, Brei, Eierspeisen, Bouillon, Käse, Apfelsinen. Auch abends aß er mit besten Appetit. Ich habe den Eindruck, dass er eine µ$NWLRQ¶DEJHEURFKHQKDW.¶10
Op 11 december 1959 vervolgt Speer: µ+HLVLQWZHHZHNHn tijd 14 NLORDDQJHNRPHQ¶*Hess zelf voelt ]LFKGDDURYHUQRJDORQJHPDNNHOLMNHQ]HJWµ+LHULVWHEHQDOOHVYHUUFNWDXFKGLH Waage!¶11
Conclusie De gevangene in Engeland én die van na de oorlog in Duitsland was rechtshandig. Tevens wordt nu duidelijk dat het in Engeland en Spandau gaat om één en dezelfde persoon omdat de littekens (veroorzaakt door het mes) tijdens de twee autopsies in 1987 werden beschreven. Rudolf Hess, onze man in het Duitsland van vóór de oorlog, was óók rechtshandig. De gevangene in Engeland/Neurenberg/Spandau eveneens. Dat maakte het zoeken naar een geschikte dubbel een klein beetje moeilijker want linkshandige kandidaten vielen af voor de twijfelachtige eer of moesten getraind worden in rechtshandigheid.
Bronnen: Links- of rechtshandig? 1. Bijl van der, Manipulaties, 61. 2. Wikipedia, Lateralisatie;; Wikipedia, Rechtshandigheid. 3. Bijl van der, functiemodel;; De Cock, Begrippen. 4. Bijl van der, Manipulaties, 61. 5. BBC, Linkshandigheid;; Francks, LRRTM1. 6. Ravilious, Kate, Gene. 7. Thomas, moord, 142. 8. Bird, Hess, 150. 9. Speer, Tagebücher, 518. 10. idem, 518-519. 11. idem, 519. *Speer heeft het over een lichaamslengte van 175 cm. Bij de secties in 1987 werd geconstateerd dat de gevangene ooit een lichaamslengte van ongeveer 185,5 centimeter had.
79
Deel 2
Vijf lichaamskenmerken en één gedragskenmerk In deel 1 werd ingegaan op drie gevonden voorkeursbewegingen uit het Systeem Van der Bijl en één die GDDULQQLHWJHEUXLNWZRUGWQDPHOLMN¶KDQGHQRSGHUXJ·+HWJLQJRPGH¶UHJLVWUDWLHYDQGHHLQGVWDQGYDQ LQGLYLGXHHOEHSDDOGHEHZHJLQJHQ·KHW]LMQDOOHmaal bewegingen die grotendeels buiten het bewustzijn RPJDDQ1XZRUGHQGHYROJHQGHOLFKDDPVNHQPHUNHQEHVSURNHQGH¶VWDQGYDQGHRUHQ·HHQ¶NDOHNUXLQ· GH¶ULPSHOVWXVVHQGH wenkbrauwen·GH¶OLFKDDPVOHQJWH·HQGH¶LQWHOOLJHQWLH·'DDUQDNRPWHHQ gedragskenmerk aan bod waarvan nog nooit melding werd gemaakt!
De stand van de oren 'HµJHKHLPHQ¶YDQGHJHYDQJHQH]LWWHQ- onder andere - verstopt in filmbeelden van het proces van Neurenberg. Tijdens de televisiedocumentaire Goering in Neurenberg, begin 2006 te zien op Canvas, worden de televisiekijkers weer dezelfde beelden als zo vaak gepresenteerd. De verdachten komen de zaal inlopen, gaan zitten, doen hun koptelefoon op, gaan verzitten, staan weer op en worden onder geleide afgevoerd. Het nadeel van dit soort documentaires is dat de camera authentieke beelden maar enkele seconden laat zien, waarna men weer snel overstapt naar een persoon in de tegenwoordige tijd die dan weer wat mag vertellen over het verleden. Daardoor is het lastig de beelden rustig te bekijken, RP]HWHNXQQHQµFRQVXPHUHQ¶'DWLVYHUYHOHQGHQLQGLWJHYDO]HOIVRQJHZHQVWZDQWLNZLOGHQLHWV liever dan de verdachten langdurig observeren. Om informatie te vergaren dienden de beelden na een uitzending dan ook herhaaldelijk teruggespoeld en stopgezet te worden om bepaalde details nogmaals in ogenschouw te nemen. Afbeelding 39 is met de digitale camera gemaakt vanaf een videoband, juist op het moment dat de verdachte aan het eind van een zitting opstaat en ons de rug toekeert. Hij is doende zich, samen met ]LMQFROOHJD¶VWHYHUZLMGHUHQXLWGHUHFKWV]DDO/LQNVYDQKHPVWDDWKLHUQLHW]LFKWEDDU+HUPDQQ Goering. Duidelijk is te zien hoe mager de gevangene is. De contouren van zijn nekspieren tekenen zich scherp af. Op de videoband is tevens te zien dat de gevangene vel over been is, want zijn borstwervels zijn soms zichtbaar door het rugpand van zijn geleende colbertje. Het matige fysieke gestel van YHUGDFKWHµ+HVV¶PRHWvoor aanhangers van de dubbelgangertheorie wel vragen oproepen, want het is onwaarschijnlijk dat de Britten een stand-in naar Neurenberg stuurden, in een zo slechte gezondheid, dat het nog maar de vraag was of die de proceshandelingen wel - blijvend - kon volgen. Ook op de mentale veerkracht van de verdachte zou dat zijn invloed hebben gehad;; daar komt nog bij dat de Britse inlichtingendienst zich geen fiasco kon permitteren met een gevangene die tijdens het proces zou onthullen dat hij niet de echte Hess was. 80
39: De verdachte van achteren gezien in Neurenberg;; zijn linker oor staat verder van de schedel af dan het rechter (beeldcitaat: frame uit een documentaire van Canvas over de Neurenbergse processen begin 2006).
Toen ik de foto bekeek viel het me meteen op dat het linker oor van de verdachte meer van de schedel afstaat dan het rechter. Recht van voren is dat minder goed te zien. Als we ervan uit gaan dat asymmetrie de norm is, is het gebruikelijk dat één oor meer van de schedel afstaat dan het andere. Anders gezegd: één der oren ligt meer tegen de schedel dan het andere. Nu we weten dat het linker oor meer afstaat, blijkt dat gegeven ook op te vallen bij het bestuderen van andere afbeeldingen (40, 42, 43). Ook zocht ik wederom filmmateriaal van de echte Hess. Op de dvd: Hitlers beulen: Ribbentrop de handlanger die hiervoor werd gebruikt vond ik dat Hess bij het rondkijken in de zaal, fraai zijn linkeroor van opzij en iets van achter laat zien. Duidelijk is dat zijn linkeroor van de schedel afstaat! Het rechter is helaas niet te zien, maar op andere afbeeldingen zag ik dat het rechteroor nooit meer van de schedel afstaat dan het linker. Bij het beeldonderzoek valt op dat we steeds geconfronteerd worden met beelden van voor 1941 en beelden uit Neurenberg en Spandau. Uit de Engelandperiode is geen beeldmateriaal aan de openbaarheid vrijgegeven. Op afbeelding 40 ziet u hoe verwarrend het bekijken van de afbeeldingen soms kon zijn. De gevangene is een oude baas geworden als hij in de camera kijkt. Tot mijn verbazing staat zijn rechteroor hier meer van de schedel af, terwijl ik beweerde dat het linkeroor dat deed. Nogmaals kijken leerde al snel dat de foto hier in spiegelbeeld staat afgedrukt, wat niet alleen te zien is aan de letters (ANP) maar ook aan de rimpels tussen de ogen (zie aldaar). Nog meer verwarring leverde afbeelding 41 op. Hess zit naast zijn grote voorbeeld. De cameraopstelling is hier links en iets vanonder voor de kijker. Ook nu staat het linkeroor van Hess meer van de schedel DI'DWOLMNWLQGLWJHYDODOOHHQPDDU]RZDQWEHWHUNLMNHQOHHUWGDWKHWµOLQNHURRU¶WRHEHKRRUWDDQGHPDQ die achter Hess zit. De valkuilen zijn dus aanwezig om opzichtig te blunderen. Maar meestal is het niet al te moeilijk om uit te maken of een foto in spiegelbeeld is afgedrukt. Het hakenkruisembleem wordt altijd rond de linkerbovenarm gedragen;; de jasjes en de broeken sluiten links over rechts en Hess en Hitler hebben hun scheiding rechts. 81
40 en 41µ+HVV¶ in Spandau;; ogenschijnlijk staat nu het rechteroor van de gevangene meer naar buiten (beeldcitaat: ANP). Rechts: Hitler en Hess;; achter Hess is het linkeroor van een ander ter zien (beeldcitaat: TopFoto).
42 en 43: Op deze afbeeldingen staan de linker oren zichtbaar meer van de schedel af (pijlen). Afbeelding 42 is rechtsonder gesigneerd en kennelijk bedoeld voor representatiedoeleinden;; de opname is van rond 1936. De onderlip is zichtbaar geretoucheerd, daarom is dit beeld minder geschikt voor vergelijkende biometrie, ook de neus lijkt µUHFKWJHPDDNW¶beeldcitaten: afbeelding links Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz en rechts: Corbis).
82
Een kale kruin Een opvallend lichaamskenmerk werd gevonden toen ik de kruinen van beide mannen met elkaar vergeleek. Zowel Hess als de man in Neurenberg/Spandau hebben een kalend achterhoofd. Als dit de achterhoofden zijn van dezelfde man (44, 45) dan is hij in de loop der jaren iets kaler geworden. Wanneer de verdachte in Neurenberg echt een dubbelganger is, dan heeft men bij het selecteren van GXEEHOJDQJHUNDQGLGDWHQPHWKHWJHJHYHQYDQµGHNDOHNUXLQ¶UHNHQLQJPRHWHQKRXGHQ6DPHQPHWGH DQGHUHNHQPHUNHQGHFLPHHUWGLWKHWDDQWDOVROOLFLWDQWHQQDDUGHµHHUYROOH¶EDDQ'DDURPZHUGGH dubbelgangertheorie voor mij langzamerhand steeds minder geloofwaardig. Een haarspecialist werd de afbeeldingen 46 en 47 getoond met de vraag of aan de kalende achterhoofden te zien is dat we te maken hebben met twee verschillende mannen of dat het hier wellicht om dezelfde persoon gaat. Om de objectiviteit niet op de proef te stellen werden slechts de achterhoofden getoond en aan beoordeling onderworpen;; er werd geen melding gemaakt van de historische context van de afbeeldingen. Voor de zekerheid werd dezelfde vraag aan een dermatoloog gesteld. Tevens vroeg ik of er op de afbeeldingen een dermatologische afwijking zichtbaar is. Geen van beide specialisten kon stellen dat er sprake was van herkenbare afwijkingen in het beharingspatroon of van de huid. Men merkte op dat - op grond het getoonde materiaal - de gestelde vragen onbeantwoord moeten blijven. Anders geformuleerd: beide mannen kunnen wel dezelfde persoon zijn, maar dat hoeft niet per se.*
44: Himmler en Hess (rechts) voor de wegwijzer naar KZ Dachau op 8 mei1936;; de kale kruin is duidelijk zichtbaar (beeldcitaat: Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz). 45: De schrijvende verdachte;; ook hier zien we weer een kale kruin. Aan zijn rechterhand Goering en aan de andere kant Von Ribbentrop (beeldcitaat: TopFoto). *Een kalend achterhoofd heeft als losstaand kenmerk weinig onderscheidende waarde. Als het gecombineerd kan worden met meerdere kenmerken dan neemt de (totale) onderscheidende waarde uiteraard toe. Dit kenmerk kan als typerend worden beschouwd voor een persoon maar is niet meer dan dat. Dat geldt niet voor DNA, vingerafdrukken en het gebit;; die kenmerken zijn specifiek voor de persoon vanwege de hoge onderscheidende waarde.
83
46 en 47: Slechts de achterhoofden werden ter beoordeling voorgelegd (details van de afbeeldingen 44 en 45).
Een litteken? In verschillende levensbeschrijvingen van Rudolf Hess wordt melding gemaakt van zijn vechtersbazenmentaliteit in de periode van de bierkeldertoespraken in München. Om Hitler te beschermen is hij eens geraakt door een stoelpoot óf een rondvliegende bierpul, daarover bestaat geen eenduidigheid. Zeker is dat hij daarbij een verwonding aan zijn achterhoofd heeft opgelopen die een litteken achterliet. Het litteken werd nooit opgemerkt tijdens de talloze medische onderzoekingen die hem later ten deel vielen. Er werd in elk geval geen melding van gemaakt, zelfs niet in de twee autopsierapporten (1987).1 Het is mogelijk dat het litteken zich verscholen hield tussen het hoofdhaar, maar zeker is dat niet. Bronnen: Een kale kruin 1.
Thomas, moord.
84
Rimpels tussen de wenkbrauwen 'RRUNHQPHUNHQWHµVWDSHOHQ¶ZLOLNVWHHGVPHHUJHJHYHQVYHU]DPHOHQGLHals groep meer informatie geven over de identiteit van de gevangene. Als de identiteit van de gevangene µklopt¶ is hij in Neurenberg/Spandau dezelfde man als de persoon die uit Augsburg vertrok richting Schotland. Vervolgens mogen we dan ook aannemen dat de man die met een parachute landde nabij het plaatsje Dungavel in Schotland, Hess in eigen persoon was. Het ligt ook nu voor de hand om beeldmateriaal te vergelijken van Hess (in Duitsland) van vóór 1941, en dat naast afbeeldingen te leggen van de gevangene in Neurenberg/Spandau. Afbeeldingen van de man in Engeland worden buiten beschouwing gelaten. Dat kan ook moeilijk anders want afbeeldingen die daar van hem gemaakt zijn werden nooit vrijgegeven voor publicatie. Van de gevangene in Engeland werden zeer weinig afbeeldingen gemaakt, vermelden de bronnen;; maar, zo wordt gesteld: het is EHNHQGGDWHUHHQVHULHYDQµ+HVV¶XLWGLHWLMGEHVWDDWZDDURSKLMJXQVWLJVWDDWDIJHEHHOGpQHHQVHULH waarop hij een armoedige indruk maakt. Al naar gelang de intentie van de toenmalige propaganda in Engeland zou men daar de meest geschikte afbeelding bij kunnen kiezen. Lang niet alle afbeeldingen ]LMQJRHGWHYHUJHOLMNHQRPGDWGHNZDOLWHLWYDDNWHZHQVHQRYHUODDWµ+HVV¶ zelf schreef vanuit gevangenschap in Neurenberg al eens aan zijn familie dat men zich niet moet EOLQGVWDUHQRSGHIRWR¶VGLHtijdens het proces van hem gemaakt werden, omdat ze meestal van slechte kwaliteit zijn door het gebruikte flitslicht. Kennelijk vond de gevangene dat hij niet veel meer leek op de Hess van weleer en dat zelfs zijn familie twijfels kon hebben over zijn verschijning;; een verschijning die voor de buitenwereld alles weg had van een metamorfose. Het was een nogal merkwaardige boodschap aan het thuisfront, omdat hij er toch vanuit mocht gaan dat zijn brieven voldoende overtuigingskracht hadden. Misschien was het tot hem doorgedrongen dat nogal wat mensen van mening waren dat er een vreemd heerschap in de verdachtenbank had plaatsgenomen en daarom twijfelden aan zijn ware identiteit. De gedachte in de media was bovendien, dat iemand die zich zó wereldvreemd en bizar gedraagt, heel goed een dekmantel - zoals geheugenverlies - kan gebruiken om niet door de mand te vallen als dubbelganger. Een vingerafdruk van de tijd Een zeer onderscheidend lichaamskenmerk is de rimpelvorming in het gezicht. Rimpels komen, maar gaan niet meer weg. Ze ontwikkelen zich onder andere op plaatsen waar huidplooien zich manifesteren. Door afname van de hoeveelheid elastische vezels in het bindweefsel verliest de huid zijn veerkracht en er ontstaat een rimpel. Rimpels in het gezicht komen vooral voor op plaatsen waar de onderliggende mimische spieren zich veelvuldig aanspannen. In de loop der tijd komen er steeds meer rimpels bij, terwijl de andere zich verdiepen en/of verlengen. Oppervlakkig bezien kan het rimpelpatroon tussen mensen onderling wel overeenkomst vertonen, maar bij nauwkeurige observatie komen we al gauw tot GHFRQFOXVLHGDWHONPHQVDQGHUVµULPSHOW¶5LPSHOVNXQQHQGXVJH]LHQZRUGHQ DOVHHQµYLQJHUDIGUXN YDQGHWLMG¶. Dat gegeven bracht mij ertoe de plooi- en rimpelvorming in het gezicht van beide mannen te vergelijken. Allereerst viel op dat Hess een frons tussen zijn wenkbrauwen ging ontwikkelen, die geleidelijk een permanent karakter kreeg (48, 49, 50, 51, 52). Eerst zien we één lijntje naast zijn linker wenkbrauw dat schuin naar boven loopt, voor de toeschouwer van rechtsonder naar links boven (49, 50, 51). Later ontstaat er nog een rimpel naast zijn rechter wenkbrauw, die vrijwel loodrecht naar boven loopt (52). Bij de gevangene zien we op de afbeeldingen 53 en 54, genomen in zijn Neurenbergse cel en in de gevangenistuin, rimpels met een identiek verloop tussen de wenkbrauwen.
85
48: Hess kijkt met een eigenaardig starende blik in de lens. Later zien we die gelaatsuitdrukking ook terug bij de verdachte in Neurenberg. Er zijn op zijn voorhoofd al wel rimpels zichtbaar maar tussen de wenkbrauwen nog niet. Merk op dat zijn linker oor meer van de schedel af lijkt te staan dan het rechter (beeldcitaat: Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz). 49: De eerste rimpel tussen de wenkbrauwen ogen wordt zichtbaar (pijlpunt). De foto werd ooit geretoucheerd maar de rimpel is ongemoeid gelaten (beeldcitaat: Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz).
86
50: Boven en detail 51 linksonder: In een veldkeuken aan het westelijk front. Op de bovenste foto is de rimpel nauwelijks te zien, maar op de inzet linksonder wel (beeldcitaat: Corbis). 52: Rechtsonder. Een paar jaar later: een tweede rimpel is tussen zijn wenkbrauwen ontstaan. Merk op dat ook nu zijn linker oor meer van de schedel af lijkt te staan dan het rechter (beeldcitaat Google afbeeldingen rechthebbende onbekend).
87
53: De gevangene in Neurenberg op 24 november 1945: de rimpels verlopen in dezelfde richting als op afbeelding 52 (beeldcitaat:TopFoto). 54: In de tuin van de gevangenis (zie ook het armen kruisen). De rimpels tussen de wenkbrauwen hebben nog steeds hetzelfde verloop. Het linkeroor staat meer van de schedel dan het rechter (beeldcitaat: Algemeen Nederlands Persbureau).
De vraag drong zich op hoe kenmerkend deze twee rimpels voor een individu zijn. Daarom voerde ik een aselecte steekproef uit die hierover duidelijkheid moest verschaffen. Tot mijn aanvankelijke verbazing bleken meerdere mannen rimpels tussen de wenkbrauwen te hebben waarbij de linker rimpel langer is dan de rechter en eveneens schuin naar rechts boven verloopt (gezien vanuit de proefpersoon). Dat was althans de eerste indruk. Hoe vaker ik deze rimpelvorming bekeek hoe meer het opviel dat de verscheidenheid in lengte, richting en diepte groot is. Bovendien viel op dat Hess en de verdachte meer rimpels in het gelaat vertonen die duidelijk genoeg waren om vastgelegd te worden;; daarom konden ze gemakkelijk in de steekproef worden opgenomen, althans dat was mijn veronderstelling. Op de afbeeldingen 56 en 57 staan die rimpels met pijlen aangegeven. De rimpel vlak boven het linkeroog op afbeelding 56 is net zichtbaar maar lijkt in de lengterichting onderbroken door een lichte vlek die waarschijnlijk veroorzaakt werd door de belichting. Op afbeelding 57 zien we een lachende verdachte, de plooivorming boven de ogen is evident;; de huid plooit op de plaats van de rimpels. Tevens vallen net als op afbeelding 56 de twee huidplooien onder het linker oog op.
88
55 en detail 56: Hess in zijn vliegeruniform, een zelfverzekerde persoonlijkheid. Hess was bijzonder op dit uniform gesteld (beeldcitaat: Bildarchiv Preussischer Kulturbesitz). 57: De gevangene grijnst onnozel, in niets doet hij denken aan de zelfverzekerde Hess (op afbeelding 52). Deze foto is een van de scherpste afbeeldingen die te vinden was (beeldcitaat: Brigadier D. Murphy).
Om een indicatie te verkrijgen hoe vaak het rimpelpatroon tussen de wenkbrauwen voorkomt, en hoe vaak de combinatie van de hier beschreven rimpels in een grote groep mannen van 35 jaar en ouder, ontwierp ik een eenvoudig scoreformulier (58) met een schematisch gezicht, waarop de rimpels ingetekend konden worden (59). Boven het formulier werd de observatiedatum gezet en onder elke observatie de initialen van de betreffende persoon, om doublures uit te sluiten. De intekening van het rimpelpatroon werd steeds in frontaal aanzien gemaakt omdat de richting van de rimpels, van opzij, zich minder betrouwbaar laat vastleggen. Ook hier is weer sprake van dichotone metingen: er worden geen lengtes gemeten noch exacte hoeken bepaald. Alleen de tweedeling links/rechts, lang/kort, schuin/recht deed ter zake.
89
58: Eenvoudig scoreformulier voor de rimpels. De neus, ogen en wenkbrauwen zijn schematisch weergegeven. 59: Met een snelle schets werden van de proefpersonen de rimpels tussen de wenkbrauwen, op het voorhoofd en rond de ogen ingetekend. Tevens werd genoteerd of er sprake was van het gedragskenmerk µkakenklemmen¶. De personalia onder de schetsjes werden voor dit e-book onleesbaar gemaakt (afbeeldingen: Voorhorst).
Resultaten Om enige vaardigheid te verkrijgen in het schetsen van de rimpels oefende ik vooraf met een tiental personen. Onmiddellijk doemden de nodige problemen op want ik wilde mijn werk zo precies mogelijk ten uitvoer brengen;; en dat was nu juist het probleem. Snel sloeg de twijfel toe welke rimpel in aanmerking kwam om ingetekend te worden want de diversiteit van richting/lengte/diepte en aantal was enorm. Ik werd dus onverwachts geconfronteerd PHWGHMXLVWKHLGYDQ4XHWHOHW¶VVWHOOLQJRPGDWiedere rimpel op zich uniek is. Ik wilde (slechts) gelijkenissen vastleggen, terwijl die alleen maar bij oppervlakkige observatie bestaan. Om toch mijn onderzoekje te kunnen uitvoeren besloot ik daarom intuïtieve en dus snelle schetsen te maken van de rimpelpatronen waarbij alleen de eerste indruk telde. Het resultaat hiervan was dat in een groep van 600 mannen met een geschatte leeftijd van 35 jaar en ouder, er bij 20 van hen sprake was van een rimpelpatroon tussen de wenkbrauwen dat grote gelijkenis vertoonde met Hess en de verdachte. De combinatie van rimpels zoals we die op de afbeeldingen 56 en 57 zien kwam ik niet tegen (bij de steekproef legde ik ook het aaQWDOµNDNHQNOHPPHUV¶YDVW]LHDe gewoonte µkakenklemmen¶
90
De lichaamslengte +HWNHQPHUNGHµOLFKDDPVOHQJWH¶ZRUGWPHHVWDOVWDDQGJHPHWHQYDQDIGHJURQGWRWGHNUXLQ'HOHQJWH is bij mensen van hetzelfde geslacht en etniciteit ongeveer normaal verdeeld (de normale verdeling of Gauss-verdeling;; een begrip uit de kansrekening, zie hiervoor De intelligentie). Meestal wordt de lengte uitgedrukt in centimeters, maar in Engelstalige landen gebruLNWPHQOLHYHUµIHHW¶HQµLQFKHV¶8LWPHWLQJHQ van opgegraven skeletten bleek dat de gemiddelde lengte van mannen tijdens de Middeleeuwen ongeveer 160 centimeter was;; rond 1700 bedroeg die 165 centimeter en rond 1825 was de lengte inmiddels toegenomen tot ongeveer 169 centimeter (bij Nederlandse mannen). Bij militaire keuringen bleek in 1915 de gemiddelde lengte in een aantal Noord-Europese landen bij benadering 174 centimeter te zijn. Rond die tijd was Rudolf Hess een volwassen man van 21 jaar, en indien hij de gemiddelde lengte had gehad zou hij dus ongeveer 174 centimeter hebben gemeten. Na 1915 nam de gemiddelde lengte verder toe;; in 1990 mat de gemiddelde (Nederlandse) man ongeveer 182 centimeter.1 In de geraadpleegde bronnen kom ik niet tegen hoe lang Hess precies geweest is, maar in het boek van Angela Lambert Het verloren leven van Eva Braun2 wordt wel de lengte van Adolf Hitler vermeld:176 centimeter (volgens zijn lijfarts dr. Morell). Eva Braun mat 163 centimeter. 3 Hitler had dus een lengte net bovHQKHWJHPLGGHOGHYDQGH'XLWVHPDQ 2SIRWR¶VZDDURS+LWOHUVDPHQPHW+HVVVWDDW afgebeeld lijkt Hess nooit kleiner te zijn GDQ+LWOHU(HQDDQZLM]LQJYRRUµHHQOLFKDDPVOHQJWHYDQ+HVV ODQJHUGDQKHWJHPLGGHOGH¶LVGDW5XGROI+HVVLQIDPLOLHNULQJPHWUHJHOPDDWµ'HU*URH¶4*werd genoemd, een bijnaam die kennelijk verwijst naar zijn lichaamslengte. Om daar helemaal zeker van te zijn nam ik telefonisch contact op met schoondochter Frau Andrea Hess die bevestigde dat Rudolf Hess inderdaad bekend stond vanwege zijn rijzige gestalte. De exacte lichaamslengte is niet meer te achterhalen maar we kunnen er nu wel van uitgaan dat hij langer was dan de gemiddelde Duitser in zijn tijd. Over de lengte van de gevangene in Spandau bestaat wat meer duidelijkheid. Toen bij de eerste OLMNVFKRXZLQJKHWOLFKDDPYDQµ+HVV¶ZHUGRSJHPHWHQYDQKHWWRSMHYDQKHWKRRIGWRWGHKLHONZDP professor Cameron tot een lichaamslengte van 5 feet en 9 inch, wat overeenkomt met ongeveer 175 centimeter. Bij de tweede lijkschouwing door professor Spann werd (echter) 172,5 centimeter gemeten. (voor de lijkschouwingen raadplege men de Appendix) Omdat de gevangene door zijn leeftijd gekrompen was en door de forse verkromming (kyfose**) van zijn borstwervelkolom met daarbij de zijwaartse verkromming in zijn lendenwervelkolom (scoliose***) werd geschat dat hij in zijn jeugd bij benadering 6 feet en 1 inch lang moet zijn geweest.6 Omgerekend is dat ongeveer 185 centimeter;; daarmee was hij ruim langer dan de gemiddelde Duitser uit zijn jeugdjaren. Beide mannen waren dus langer dan de meeste van hun sexegenoten. Door in beide gevallen te VSUHNHQYDQµODQJHUGDQJHPLGGHOG¶LVKLHUZHHUVSUDNHYDQHHQGLFKWRQHPHWLQJ *'HJHYDQJHQHRQGHUWHNHQGHKHWµ]HOIPRRUGEULHIMH¶LQPHWGHZRRUGHQµ-XOOLHJURWH5XGROI+HVV¶5 Deze formulering was nogal opmerkelijk omdat de gevangene deze al tien jaar niet meer gebruikte volgens advocaat Seidl. **Kyfose: achterwaartse verkromming van de wervelkolom. ***Scoliose: zijwaartse verkromming van de wervelkolom. Binnen bepaalde grenzen zijn deze krommingen fysiologisch en spelen een cruciale rol bij het schokdempingssysteem van het lichaam.
91
Bronnen: De lichaamslengte 1. z.n., De vernieuwing van mens en maatschappij. 2. Lambert, leven. 3. Idem, 488. 4. Hess, vader, 307-315. 5. Thomas, moord, 253. 6. Thomas, moord, 231.
92
De intelligentie Intelligentie kan gezien worden als een kenmerk van de persoonlijkheid. Als men de intelligentie uitgedrukt wenst te zien als een maat voor de functionele kwaliteit van het neuronennetwerk waaruit het hersenweefsel is opgebouwd, dan is de intelligentie ook een lichaamskenmerk. Bepaalde facetten van de intelligentie kunnen sterker ontwikkeld zijn dan andere. Zo had Rudolf Hess een goede algemene ontwikkeling;; op school blonk hij vooral uit in wis- en natuurkunde;; met de Franse taal had hij meer problemen. Daarnaast toonde hij een bijzondere interesse voor techniek. 'DWRRNµJHYDQJHQHQXPPHU]HYHQ¶JHHQGRPPHPDQZDVGLHPLQRIPHHUWRHYDOOLJGHKRJHIXQFWLH van Stellvertreter zou hebben verkregen - als vriendje van Hitler - was al langer bekend. In Schotland had men aanvankelijk wel twijfels aan de geestelijke capaciteiten van de gearriveerde piloot, maar die ZHUGHQYRRUDOLQJHJHYHQGRRU]LMQPHQWDOHLQVWDELOLWHLW7RHQµ+HVV¶]LFK- na de landing - aan de boer, HHQ]HNHUH'DYLG0F/HDQGLHKHPµDUUHVWHHUGH¶EHNHQGPDDNWHDOV+DXSWPDQQ$OIUHG+RUQPDDNWHKLM een zelfverzekerde indruk. De mensen die hem die eerste nacht in Schotland ontmoetten waren onder de indruk van de rijzige gestalte in zijn fraaie Luftwaffe-uniform, een man met uitstekende manieren die behoorlijk Engels sprak. Een heer, een gentleman met een (aanvankelijk) aristocratische uitstraling, die niets liever wilde dan een gesprek met de Duke of Hamilton. $OVQHOZHUGKHWµ+HVV¶GXidelijk dat hij zich in een bijzonder moeilijke positie had gemanoeuvreerd en dat zijn missie waarschijnlijk was mislukt. Hij werd niet met open armen ontvangen als vredestichter, maar in hechtenis genomen en uiterst omzichtig benaderd. Tijdens de eerste verhoren stak hij lange monologen af die in de ogen van zijn ondervragers vooral van een verregaande politieke naïviteit getuigden. Uit de brieven die hij vanuit Engeland in de jaren die volgden, schreef was van enige onnozelheid geen sprake. Zijn twijfelachtige mentale gesteldheid wist hij daarin prima te maskeren. In gevangenschap bracht hij de tijd door met lezen en wandelingen maken (met begeleider) in de omgeving, want men had al snel begrepen dat langdurige hechtenis voor deze man een verwoestende uitwerking had op zijn psyche. ,QGHORRSYDQGHMDUHQERXZGHµ+HVV¶LQ(QJHODQGHHQELEOLRWKHHNRSYDQKRQGHUGHQERHNHQPHW voornamelijk wetenschappelijke titels. Uit de latere brieven vanuit Spandau blijkt steeds weer zijn belezenheid, zijn liefde voor de techniek en voor de ruimtevaart. Hij houdt zich - heel veelzijdig - bezig met het transport van goederen over water en ook met de Amerikaanse maanlandingen. In zijn cel heeft hij ter inspiratie een grote kaart van de maan aan het hoofdeinde van zijn bed bevestigd. Aan gevangenisdirecteur Bird vertelt hij enthousiast over de uitvinding die hij heeft gedaan om een - langer en veiliger - verblijf in de ruimte mogelijk te maken. Een van de problemen betoogt hij, is dat in de ruimte de hartspier vanwege de afwezige zwaartekracht onvoldoende wordt belast, zodat de functie HUYDQJHYDDUOLMNNDQYHUPLQGHUHQ'DDURPEHGDFKWµ+HVV¶HHQVRRUWFHQWULIXJHDSSDUDDWGDWKHWKDUWLQ de ruimte, op mechanische wijze het bloed vanuit de perifeer gelegen lichaamsdelen aanbiedt, zodat de hartbelasting toeneemt en haar functie langer behouden kan blijven. Aan Bird de vraag of hij die µoplossing voor de ruimtevaart¶, afkomstig van Hess de oorlogsmisdadiger woonachtig in Spandau/Berlijn, aan de Amerikanen wil bekendmaken« Niet alleen de techniek heeft zijn aandacht maar ook zijn liefde voor de natuur is een opvallend gegeven. Daarnaast bestudeert hij met graagte geschiedenisboeken, voor zover die hem worden toegestaan te lezen. Verder vindt hij troost in het orgelspel dat ten gehore gebracht wordt door collega Funk en in muziek die hij later op een eigen platenspeler in zijn cel mag afdraaien. Ook bestudeert hij filosofen, zoals Schopenhauer en Nietsche, en toont een grote liefde voor literatuur met in het bijzonder de gedichten van Goethe. Dit alles maakt duidelijk dat de gevangene niet de onnozele hals was waarvoor hij meermalen werd uitgemaakt. Een scepticus kan beweren dat de brieven aan Ilse Hess misschien wel vervalsingen zijn en dat de gevangene vast niet zo intelligent en belezen is geweest. Mosley1 beschrijft in zijn boek De Rijksmaarschalk echter de resultaten van de intelligentietesten die bij de gevangenen zijn afgenomen. 93
Voordat de processen van Neurenberg van start gingen stelde gevangenispsycholoog dr. Gustave M. Gilbert*de verveelde gevangenen voor, zich aan een intelligentietest te laten onderwerpen. Daar ZHUNWHQ]HPHWJUDDJWHDDQPHH]HOIVµ+HVV¶GLH- als hij een dubbelganger was geweest - moest vrezen voor een ongunstige uitslag, want hij moest zich meten met de Stellvertreter van de Führer, een man die in zijn tijd door de Duitse burger als een geweldenaar gezien werd. Er werd voor het meten van de cognitieve intelligentie gebruik gemaakt van een Duitse uitvoering van de Wechsler-Bellevue Adult Intelligence Scale (WAIS) (60). De test werd in 1939 ontwikkeld door David Wechsler een Amerikaans psycholoog en heette aanvankelijk de Wechsler-Bellevueschaal. Net als bij GHPHWLQJYDQGHOLFKDDPVOHQJWHLVGHYHUGHOLQJYDQGHVFRUHVµQRUPDDO¶RIWHwel volgens de kromme van Gauss. De test is zo ontworpen dat het gemiddelde intelligentiequotiënt op 100 kan worden gesteld;; de standaarddeviatie bedraagt 15. Allerlei oorzaken kunnen tijdens het testen op het eindresultaat - in negatieve zin - van invloed zijn, te denken valt aan stressfactoren, vermoeidheid of ziekte. Heeft een WHVWSHUVRRQHHQVFRUHYDQGDQZRUGWJHVSURNHQYDQHHQµJHPLGGHOGHEHJDDIGKHLG¶ 60: Gaussiaanse verdeling van de testresultaten.
De resultaten waren van de test waren als volgt: Hjalmar Schacht: 143, Arthur Seyss-Inquart: 141, Hermann Goering: 138, Karl Dönitz: 138, Franz von Papen: 134, Erich Raeder: 134, Hans Frank: 130, Hans Fritzsche: 130, Baldur von Schirach: 130, Joachim von Ribbentrop: 129, Wilhelm Keitel: 129, Albert Speer: 128, Alfred Jodl: 127, Alfred Rosenberg: 127, Konstanttin von Neurath: 125, Walter Funk: 124, Wilhelm Frick: 124, Rudolf Hess: 120, Fritz Sauckel: 118, Ernst Kaltenbrunner: 113, Julius Streicher: 106. De scores van Von Papen, Reader, Schacht en Streicher werden vanwege hun leeftijd 15-20 punten aangepast naar boven. De enige met een - bij benadering - gemiddeld intelligentiequotiënt was Julius Streicher, de rest zat daar duidelijk boven en de meting zou mogelijk gunstiger zijn uitgevallen als de testomstandigheden niet beïnvloed waren door de gevangenschap en de spanning van een naderend proces waar dertien van hen veroordeeld zouden worden tot de dood door de strop. Onze gevangene scoorde 120 wat overeenkomt met µERYHQJHPLGGHOGEHJDDIG¶.
*Gustave Mark Gilbert (1911/1977): Amerikaans psycholoog van joodse afkomst. Kreeg grote bekendheid door zijn werk met de verdachten van de Neurenberger processen. Hij publiceerde meerdere boeken waaronder The Nuremberg Diary en The Psychology of Dictatorship.
94
9RRU]RYHUEHNHQGLVHUJHHQLQWHOOLJHQWLHWHVWELMGHµHFKWH+HVV¶ in Duitsland afgenomen, zodat we het moeten doen met een inschatting van zijn capaciteiten. Hess blonk op school uit in de technische vakken en had zoals gezegd een voorliefde voor natuur- en wiskunde. Hij wordt in de biografieën beschreven als een intelligente leerling. Zijn vader zou in hem een goede opvolger zien voor zijn handelsfirma, maar Hess zelf zag uiteindelijk meer in een universitaire studie. Hij schreef zich in aan de universiteit van München en werd daar assistent van professor Karl Haushofer, werd huisvriend van de familie en sloot een innige vriendschap met de hoogbegaafde zoon van het gezin Albrecht*, die later ook professor zou worden. Tijdens zijn gevangenschap in Landsberg had hij bemoeienis met Hitlers boek Mein Kampf en in de jaren daarna was hij Hitlers steun en toeverlaat. Hij adviseerde Hitler over de LQKRXGYDQ]LMQUHGHYRHULQJHQHQGLHQVµFKRUHRJUDILH¶1DWHQVORWWHKLHOGKij zelf redevoeringen in het gehele land, ontving hoge gasten in zijn huis in München, schreef wetten uit en zag toe op hun uitvoering. Dit alles maakt duidelijk dat Hess geen persoonlijkheid was met middelmatige kwaliteiten;; het was een intelligente man, maar wel één met een neurotische persoonlijkheidsstructuur. =RZHOGHJHYDQJHQHLQ6SDQGDXDOVGHµHFKWH+HVV¶EH]DWHQHHQLQWHOOLJHQWLHGLHERYHQKHW gemiddelde lag van de Duitse bevolking. De WAIS is een kwantitatieve meting, omdat die uitgedrukt wordt in een score, maar door er de EHWHNHQLVDDQWHJHYHQYDQµKRJHURIODJHUGDQKHWJHPLGGHOGH¶NULMJWGHWHVWHHQNZDOLWDWLHINDUDNWHU Voor zowel Hess als de gevangene geldt dus de kwalifiFDWLHµKRJHUGDQJHPLGGHOG¶ Bron: De intelligentie 1.
Mosley, Rijksmaarschalk, 375-376.
*Albrecht Haushofer (1903/1945). De zoon van Karl en Martha Haushofer was een erudiet man. Behalve geopoliticus was hij schrijver en dichter. Hij werd in december 1944 gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de aanslag op Hitler. In de Moabit gevangenis van Berlijn componeerde hij aangrijpende gedichten die later bekend werden als de Moabit-sonnetten. Om 1 uur µVnachts werd hij samen met een aantal medegevangenen geëxecuteerd toen ze zogenaamd op transport waren naar een veiliger onderkomen, buiten de gevangenis. Een van die gevangenen overleefde de slachtpartij en op diens aanwijzing vond men de lijken. Op het lichaam van Albrecht trof men het bebloede manuscript aan met de sonnetten.
95
'HJHZRRQWH¶NDNHQNOHPPHQ· Op zoek naar overeenkomsten of verschillen tussen de echte Hess en de verdachte in Neurenberg ]RFKWLNDDQYDQNHOLMNDOOHHQQDDUYHUJHOLMNEDDUIRWRPDWHULDDO8LWGHYHUVWLOGHKRXGLQJHQRSGHIRWR¶V meende ik conclusies te kunnen trekken, maar vaak werd nét een houding of stand gemist die belangrijk zou kunnen zijn. Soms was het zo dat er op een bepaald moment niet meer bruikbaar materiaal voorhanden leek, tenminste niet met internet en in de databanken. Het zou er dus van moeten komen een tocht te maken langs de diverse archieven in Nederland, Duitsland en wellicht Engeland en $PHULND7RWPLMQYHUUDVVLQJEOHHNGDWQLHWQRGLJRPGDWHURSGYG¶VHQELMYouTube heel veel bewegend materiaal voorhanden is dat op Rudolf Hess betrekking heeft. Nauwelijks had ik een dvd van Paradiso entertainment De Beulen van Adolf Hitler, Bormann de schaduwman in de recorder geschoven of ik zag iets wat wel op moest YDOOHQDOVµELM]RQGHU¶. De FDPHUD]RHPWLQRSGHEHNODDJGHQEDQNHQVWDDWHHQPRPHQWVWLOELMGHµYHUGDFKWH+HVV¶DOV]LMQQDDP wordt opgelezen. Hij kijkt onbewogen voor zich uit, maar zijn linkerwang beweegt in een ritme dat ik onmiddellijk herkende als het ritmisch aanspannen van één van de kauwspieren, de muskulus masseter. De spier oogt nogal geprononceerd, wat vaker voorkomt bij mensen die van het klemmen van de onderkaak een gewoonte hebben gemaakt.* Deze gewoonte lijkt wel wat op een nerveuze tic**maar kan op verzoek wel gecoupeerd worden. Een tic daarentegen kan (soms) met enige moeite onderdrukt worden, maar komt daarna in versterkte terug en/of met een verhoogde frequentie. Op de afbeeldingen 61 en 62 is getracht weer te geven dat er van herhaalde spierspanning en spierontspanning sprake is door afbeeldingen te gebruiken waarop de kauwspier net aanspant en ZDDURSGLHQHWRQWVSDQWRIQHWEHJLQWDDQWHVSDQQHQ :HOOLFKWLVKHWRYHUWXLJHQGHU]HOIGHGYG¶VWH bekijken, of ander bewegend beeldmateriaal met de verdachte erop, want op diverse filmbeelden uit de rechtszaal is deze gewoonte duidelijk zichtbaar. Een filmpje dat met YouTube te vinden is heel LOOXVWUDWLHIYRRUµ+HVV¶¶JHGUDJLQGHUHFKWEDQN. We zien µ+HVV¶GDDURSWXVVHQ9RQ5LEEHQWURSHQ*RHULQJLQGHYHUGDFKWHQEDQN]LWWHQ1LHWDOOHHQKHWNOHPPHQ van de kaken is hierop meerdere malen goed zichtbaar, maar ook zien we de verdachte die met zijn bovenlichaam - als in trance - heen en weer wiegt;; een bezorgde Von Ribbentrop die hem probeert JHUXVWWHVWHOOHQHQ+HUPDQQ*RHULQJGLH]LMQODFKHQQDXZHOLMNVNDQLQKRXGHQDOVµ+HVV¶het woord voert. 61 en 62: De verdachte in de beklaagdenbank tijdens het proces van Neurenberg op 20 november 1945. De m. masseter op de afbeelding links is aangespannen (pijl). Op de afbeelding rechts presenteert de spier zich vrijwel ontspannen (pijl). Voor de verandering draagt de verdachte zijn koptelefoon om de vertaling van de proceshandelingen te volgen (beeldcitaten: frames van de dvd: De Beulen van Adolf Hitler, Bormann de schaduwman, Paradiso).
*Omdat er - door het overmatig spiergebruik - sprake is van hypertrofie. **Een tic is een onwillekeurige samentrekking van een verder gezonde spier of spiergroep, die tijdens de slaap afwezig is. 96
Het anatomische verloop van de kauwspieren De muskulus masseter is één van de vier spieren van het kauwspierstelsel en is, net als de anderen, dubbelzijdig aangelegd. De spier loopt op de buitenzijde van de onderkaak naar het jukbeen en bestaat uit een oppervlakkig gelegen deel, het pars superficialis en een dieper gelegen deel het pars profunda. Aan de voorzijde lopen de delen in elkaar over maar naar achter toe worden ze gescheiden door bindweefsel, daardoor is verschuiving ten opzichte van elkaar mogelijk. Vlak onder de huid wordt de spier bedekt door een laag bindweefsel dat ook de oorspeekselklier omvat. 1 Door de ligging van de speekselklier op de muskulus masseter, is de spier vlak voor het oor minder goed te zien bij het aanspannen, dan op de onderkaak. De spier is voor het oor echter wel goed voelbaar. Het klemmen van de kaken is een activiteit die (meestal) tweezijdig uitgevoerd wordt. Wél kan het zo zijn dat het ritmisch aanspannen aan de ene of aan de andere kant duidelijker zichtbaar is. Het is na enige oefening mogelijk de muskulus masseter aan één kant aan te spannen en aan de andere kant de spier min of meer te ontspannen te houden. Daartoe legt men ter controle twee vingers aan beide kanten voor en iets onder de oren en klemt ritmisch met de kaak. Na enige tijd oefenen is het mogelijk zodanig aan één kant aan te spannen dat de andere kant ontspannen blijft aanvoelen PLQLPDOHVSDQQLQJDDQGLHµDQGHUH¶NDQWLVYULMZHORQRQWNRRPEDDUHQLVGHVJHZHQVWHHQYRXGLJ zichtbaar te maken met een apparaat dat de elektrische activiteit in de spieren registreert).*
De echte Hess een kakenklemmer? 'HYHUGDFKWHµ+HVV¶NOHPWGXVmet zijn kaken;; zou dat ook het geval kunnen zijn bij de man die ook wel bekend stond als de schaduw van de Führer? Dezelfde dvd geeft daarover uitsluitsel. Vlak voor een redevoering (63) kijkt Hess in de zaal om zich om de spanning op te voeren;; hij maakt in eerste instantie geen onsympathieke indruk. Dat moet één van de redenen zijn waarom Hitler hem tot zijn plaatsvervanger benoemde, hij had een beschaafde en uiterst betrouwbare uitstraling op het grote publiek en daarmee stak hij in gunstige zin af ten opzichte van de meeste andere naziebonzen. Tijdens zijn redevoering (65) is er van beschaving echter niet veel meer te merken (dit beeld werd gebruikt om een indruk te krijgen van de toestand van zijn gebit). We zien onmiskenbaar het ritmisch aanspannen van de kauwspieren. Dat was een nogal opwindende constatering en gaf voeding aan mijn vermoeden dat, ondanks alle dubbelgangertheorieën, er misschien toch wel sprake is van één en dezelfde persoon. Maar, de gretige onderzoeker leidt wellicht aan KHWµZLVKIXO WKLQNLQJV\QGURRP¶ door de opwinding wordt alle gevoel voor realiteit uit het oog verloren. µ+HWNDQWRFKQLHW]R]LMQGDWGH]HRSYDOOHQGHJHZRRQWH RQEHVSURNHQHQRQEHVFKUHYHQGHJHVFKLHGHQLVLVLQJHJDDQ"¶ZDVGHYUDDJGLHLNPH]HOIELMKHUKDOLQJ stelde2PPLMQREVHUYDWLHVWHFRQWUROHUHQVFKRRILNGHGYG¶VGDDURPWDOOR]HPDOHQLQGHUHFRUGHURP steeds weer tot dezelfde conclusie te komen: Hess zowel als de verdachte klemt met de onderkaak! Op de dvd van Paradiso entertainment De beulen van Adolf Hitler, Ribbentrop: de handlanger is nog een fragment te zien van Hess bij het staatsbezoek van Mussolini (64);; slechts een enkele tel is Hess in beeld, maar het klemmen van de onderkaak is duidelijk zichtbaar. *Het gaat om een zogenaamd EMG apparaat, de letters staan voor electromyografie. 97
63: Hess aan het begin van zijn toespraak;; de kauwspier (pijl) is duidelijk zichtbaar (beeldcitaat: frame van de dvd De beulen van Adolf Hitler, Bormann de schaduwman, Paradiso). 64: Hess uiterst rechts;; op bezoek bij Mussolini;; op de dvd is het klemmen van de kaak duidelijk zichtbaar (beeldcitaat: frame van de dvd: De beulen van Adolf Hitler, Ribbentrop: de handlanger, Paradiso).
Die Partei ist Hitler Hitler aber ist Deutschland wie Deutschland Hitler ist! +LWOHU«6LHJ+HLO«6LHJ+HLO«6LHJ+HLO 65: Hess aan het woord. Hij trad vaker op als inleider en stemmingkweker voordat Hitler aan zijn redevoering begon. Van nature geen redenaar moest Hess zich forceren om af te rekenen met zijn nerveusiteit. Dit beeld werd gebruikt om een LQGUXNWHNULMJHQYDQ+HVV¶ERYHQJHELWbeeldcitaat: frame van de dvd De beulen van Adolf Hitler, Bormann de schaduwman, Paradiso).
Van Hess waren in zijn Duitslandperiode nog een paar andere nerveuze trekjes bekend. Zijn herhaaldelijke gefluit bijvoorbeeld werkte menigeen in zijn directe omgeving op de zenuwen, maar men waakte er wel voor deze hooggeplaatste persoonlijkheid op dit ergerlijke gedrag aan te spreken. Door degenen die geloven in de dubbelgangertheorie wordt opgemerkt dat het merkwaardig is dat de gevangene in Spandau nooit floot. Een andere gewoonte was het te pas en te onpas wippen op zijn stoel;; ook dat zag men later in gevangenschap niet meer bij hem terug.* *Naar verluidt geloofde Hess in telekinese.
98
=RDOVZHQXJH]LHQKHEEHQZDV+HVVHHQµVWRHOZLSSHU¶HHQµIOXLWHU¶ HQHHQµNDNHQNOHPPHU¶'LWDOOHV bevestigt het beeld dat van hem uit de bronnen naar voren komt;; hij was een - in aanleg - nerveuze man. Dat stemt overeen met de observaties van de Engelsen en later met die van de gevangenisdirectie in Spandau. Gedurende al de jaren van zijn detentie in Berlijn stond de µODVWLJVWHHQ GXXUVWHJHYDQJHQHWHUZHUHOG¶EHNHQGDOVHHQHHUVWHNODVK\SRFKRQGHUGLHPHW]LMQQDFKWHOLMNJHNUHXQ zijn lotgenoten tot wanhoop dreef.* Hoe vaak kakenklemmen? Beide mannen klemmen duidelijk zichtbaar met de onderkaak;; ze hebben beide dit gedragskenmerk. Dat alleen maakt nog niet waarschijnlijk dat ze één en dezelfde persoon zijn. Indien bij de twee mannen meerdere kenmerken overeenkomen neemt de kans op een dubbelganger vanzelfsprekend af. Daarom was het zaak om een indruk te krijgen hoeveel mannen in de leeftijdscategorie van Hess met de onderkaak klemmen. Bij Hess zag ik de gewoonte voor het eerst in 1923 en bij de verdachte in de verdachtenbank in Neurenberg (1945). Daarom nam ik een steekproef (n=600) uit een willekeurige populatie waarbij mannen met een leeftijd, geschat op 35 jaar en ouder, werden geobserveerd. Een enkele seconde ritmisch aanspannen van de kauwspieren - onderbroken door (bijvoorbeeld) spreken en daarna een herhaald ritmisch aanspannen - was voldoende om een persoon als kakenklemmer te kwalificeren. Ik zocht alleen naar oppervlakkige gelijkenis met de kakenklemmende Hess en de verdachte. Zaken als frequentie en tijdsduur van het kakenklemmen bleven zodoende onbelicht. Bij 1:100 mannen bleek het aanspannen duidelijk waarneembaar. Deze getalsverhouding moet vooral gezien worden als een indicatieve waarde. Bronnen: Een onverwachte ontdekking 1. Lohman, Vorm en beweging. 2. YouTube.com filmfragment: Rudolf Heß Rai 3 Correva l'anno : (http://nl.youtube.com/watch?v=JkdSx5k2NUo)
*De gevangene leed aan maag- en darmkrampen. Zijn nachtelijk gekreun was soms in het gehele gevangeniscomplex te horen.
99
Deel 3 Over de brieven en een verkeerde foto µ,FKPXHVGRFKZLVVHQ¶
µ+HVV¶LQ6SDQGDXWHJHQJHYDQJHQLVGLUHFWHXU(%LUGDOVKLMPHWHHQµYHUNHHUGHIRWR¶wordt geconfronteerd.
De brieven Hugh Thomas stelt dat de gevangene in Neurenberg en Spandau slechts oppervlakkige brieven schreef aan het thuisfront. Hij ging pas dieper op zaken in als de vooraf noodzakelijke informatie te destilleren viel uit de eerder - door de gevangenisdirectie- uitgereikte brieven van zijn echtgenote.1 De gevangene kon volgens Thomas niet anders dan dat want als vervanger van de echte Hess had hij over het familieleven en diens politieke carrière te weinig informatie tot zijn beschikking om niet snel als bedrieger door de mand te vallen. Deze bewering van Thomas is reden genoeg om de brievenverzameling eens nader te bekijken. Ilse Hess gaf ze uit in drie boeken, die gaan over de periode 1941 tot 1966.2 De lengte van de brieven, zowel als de inhoud, waren aan de strenge regels van de gevangenisdirectie gebonden. Op 11 april 1948 schrijft de gevangene daarover dat volgens de nieuwe regels, de brieflengte niet meer mag bedragen dan 1300 woorden (in plaats van de voorheen toegestane 1200 woorden), er mogen geen woorden onderstreept worden, afkortingen zijn verboden, tekens zijn niet toegestaan en zelfs het JROYHQGHµODFKOLMQWMH¶~~~~~~, waar de familie Hess zich al tientallen jaren van bediende, werd niet langer geaccepteerd. Ik zag het lachlijntje voor het eerst opduiken in Rudolf Hess Briefe 1908-1933 op een briefkaartje dat Rudolf Hess aan zijn ouders schreef, gedateerd 10 april 1920. Het lijntje werd dus QLHWPHHUJHEUXLNWHQYHUYDQJHQGRRUµ/DFKHU¶DDQKHWHLQGYDQHHQ]LQ'LWVRRUWUHJHOVNRQULGLFXXO uitpakken ZDQWµ+HVV¶PRFKWRRNJHHQLQLWLDOHQPHHUJHEUXLNHQQDPHQYROXLWVFKULMYHQJDIHYHQ]RJRHG SUREOHPHQ'DDURYHUVFKULMIWKLMµ,FKZHUGHDXFKGLH$QUHGH>YDQGHEULHYHQ@QLFKWPHKULQ Einzelbuchstaben andeuten;; ausschreiben mag ich sie aber auch nicht. So geh ich zur Gepflogenheit der alte Römer über ± VLHKHREHQ¶0HWµREHQ¶YHUZLMVWKLMQDDUKHWEULHIKRRIGGDDUKHHIWKLMQX JHVFKUHYHQµ5XGROI+HVVJUWVHLQ*DWWLQ,OVH+HVV¶3 De brieven uit Neurenberg en Spandau zijn voornamelijk gericht aan zijn vrouw Ilse, soms ook aan zijn zoon Wolf R. en aan zijn moeder en broer Alfred. De gevangene grijpt, vooral in de brieven aan zijn moeder, vaak terug naar het verleden en geeft daar uiterst gedetailleerde - en dus controleerbare - beschrijvingen van. De brief van 3 juli 1949 is een dergelijke brief waarin hij uitgebreid ingaat op de periode dat de familie in de wijk Ibrahimieh van Alexandrië woonde: µAls eigenstes Arbeitsgebiet [in de gevangenistuin] habe ich die Betreuung von ungefähr 150 Tomatenpflanzen übernommen. Die Bewässerung habe ich nach dem System Musas im Ibrahimieh Garten in Alexandrien, unten beim Tennisplatz, [mijn cursiveringen] eingerichtet¶4
0HWµ6\VWHP0XVDV¶HQµXQWHQEHLP7HQQLVSODW]¶VFKULMIWGHJHYDQJHQHRYHUFRQWUROHHUEDUH]DNHQELM deze twee feitjes blijft het niet want in de brieven geeft hij stelselmatig informatie over hoe het vroeger was, waarbij hij zijn nostalgische inborst niet onder stoelen of banken steekt. Hij schrijft met weemoed over de tochtjes samen met Ilse in de natuur en verwijst met enige regelmaat naar politieke gebeurtenissen.
100
Hieronder gaat hij verder in op het familieleven:
µWie oft saßest Du mit uns Kindern auf einer Bank, der strahlende Sternenhimmel Ägyptens über uns und Du erklärtest, nanntest diese großen, leuchtenden Sterne mit Namen.¶5
En of dat nog niet genoeg is denkt hij terug aan de tochtjes die in alle vroegte naar Gabari gingen en hij KHULQQHUW]LFK0DQ]XUPHW]LMQJHZHHUHHQYRRUODGHU HQ+HNWRUGHµ+KQHUKXQG¶%LM]RQGHUDDUGLJLV de familieanekdote die de gevangene in 1954 beschrijft nadat hij, als aanleiding daartoe, een kerstcadeautje met stukken lavendelzeep toegestuurd kreeg. Hij vertelt over de zeeziekte van zijn (inmiddels) overleden moeder op de vele zeereizen van Egypte naar Duitsland. Zijn moeder besprenkelde ter bestrijding van de misselijkheid haar hut met kunstmatige bosluchtjes. In de bossen van hun familiehuis in het Beierse Reicholdsgrün aangekomen, associeerde ze de boslucht echter weer met zeeziekte zodat ze opnieuw misselijk werd: µMeine Liebe, Noch vor Deinem Brief kam so eine Art Weinachtsmann - früher habe ich ihn mir anders vorgestellt! (Lacher) ± und brachte mir die schöne Seife als Überraschung mitsamt der Tannenzweigumhüllung. Gleich zwei Stück an der Zahl, so das ich sie alVµ&KULVWNLQGO¶YRQ)UDXXQG6RKQQDP1XQGXIWHWPHLQHJDQ]Hµ6WXEH¶QDFK /DYHQGHO'LHVHQµVSH]LILVFKHQ*HUXFK¶GHUYRUHUVWGLH%HKDXVXQJDQQLPWZLUGPLW letzterer sicher längst nicht mehr in Ideenverbindung stehen, wenn ich einmal fern dieses und ähnlLFKHUgUWHUVHLQVROOWH>«@bKQOLFKHUJLQJHVXQVHUHUJXWHQ0XWWHU LKUH1HLJXQJ]XU6HHNUDQNKHLWZXUGHQRFKHUK|KWGXUFKGHQµVSH]LVILVFKHQ *HUXFK¶DQ%RUGGHV'DPSIHUVGHUVLFKPLW0DJHQVWOSHQDVVR]LLHUWH6LHYHUYLHO daher auf der Gedanken, wenigstens in ihr Kabine die Luft von Grund auf zu verändern und zwar gleich in eine ihrer Nase besonders sympathische, in die des deutschen Waldes. Sie ließ sich daher durch Vater Rülberg, den deutschen $SRWKHNHUXQGVWHWVKLOIVEHUHLWHQµ0lGFKHQIUDOOHV¶LQ$OH[andrien, eine große )ODVFKHµ)LFKWHQQDGHO-RGHXU¶EHVRUJHQPLWGHPVLHLKU+HLPDXIGHP6FKLII besprengte wie ein Priester einen von Teufel bedrohten Ort mit Weiwasser. Und tatsächlich, wenn man die Augen schloß, die Ohren aus- und die Phantasie einschaltete, konnte man meinen, mitten im Fichtelgebirge Ozon zu schlürfen. Nur blieb es leider nicht dabei: das Schiff ließ sich durch diese Illusion nicht abhalten, wild zu rollen und zu stampfen, und so wurde der Armen trotz allem jämmerlich schlecht, tagelang lDJVLHLQPLWWHQLKUHUµ:DOGOXFKW¶>«@ Als dann aber glücklich alles vorüber war, und sie in Reicholdsgrünsich nun des wirklichenWaldes erfreuen wollte, kam das schreckliche Nachspiel: der Fichtenduft assoziierte sich mit der Seekrankheit, ihr grauste davor, und es fehlte nicht viel, daß sie mitten im Waldweben, im Traum ihrer Träume, Neptun opferte (Lacher) >«].¶6
,QHHQEULHIµ$QGHQ6RKQ¶>:ROI5@XLWYHUWHOWGHJHYDQJHQHRYHUGHRP]ZHUYLQJHQYDQ]LMQ grootvader, die in Triest het levenslicht zag, en die uiteindelijk de handelsfirma Hess & Co oprichtte in Alexandrië.7 %URHU$OIUHGNULMJWLQHHQEULHIZDDULQµ+HVV¶GHFXULHX]HDWWLWXGHYDQYDGHU)ULW] beschrijft in de nacht waarop Alfred werd geboren. Hij schrijft:
µIch [Rudolf] war dazu ausersehen, dem Vater durch die Schlafzimmertür zuzurufen: µ3DSDLFKKDEHHLQ%UGHUFKHQEHNRPPHQ¶:DVHUPLWWLHIHUVFKODIWUXQNHQHU 6WLPPHPLWµDFKLVWMDQLFKWZDKU¶EHDQWZRUWHWH'HQQHUVWDXQOLFKHUZHLVHYHUVFKOLHI er bei seinem gesegneten Schlaf das ganze Ereignis!¶8
Ook Ilse krijgt brieven waarin hij ingaat op diverse gebeurtenissen uit hun gezamenlijke vooroorlogse verleden. De brieven zijn deels chronologisch, en deels op onderwerp gebundeld. Ze vormen een 101
selectie uit de stapels post die de gevangene in die jaren schreef. Hij komt daarin naar voren als een liefhebbende echtgenoot die het allerbeste voorheeft met zijn zoon Wolf, en die - waar mogelijk - op discrete wijze zijn vrouw probeert te adviseren over zijn opvoeding. Nooit dominant, nooit dwingend en vooral altijd en eeuwig dankbaar voor elk levensteken van buiten de gevangenispoort, steeds content met de bescheiden giften die hij van het thuisfront mag ontvangen. In deze brievenselectie maakt hij mentaal een heel stabiele indruk, dit in merkwaardige tegenstelling tot zijn gedrag binnen de gevangenispoort, waar hij doorgaat voor de lastigste gevangene van het hele stel. Verbazingwekkend is het niet dat hij - in de gebundelde brieven - een stabiele indruk maakt omdat minder geslaagde exemplaren naar mijn mening zeker niet voor publicatie in aanmerking kwamen. Het ligt voor de hand dat de inhoud van meerdere brieven werd geredigeerd omdat een goede indruk naar de buitenwereld zeer gewenst was, want zijn vrouw en zoon deden er werkelijk alles aan om Rudolf Hess niet te laten vergeten, zijn zaak actueel te houden en, waar mogelijk, initiatieven aan te sturen die uiteindelijk tot zijn vrijlating moesten leiden. De gevangene geeft in de brieven blijk van een zeer goede algemene ontwikkeling;; hij bestelt boekwerken over technische zaken, maar leest ook graag literatuur en vindt troost in de gedichten van Goethe. Daarnaast geeft hij vaak natuurbeschrijvingen ten beste waarbij hij de planten, bloemen en de bomen bij naam noemt, de geur beschrijft en de lDQGVFKDSSHQYDQYURHJHUµVFKLOGHUW¶GLHVFKHUSLQ]LMQ geheugen lijken gegrift. Aan het eind van haar derde boek schriMIW,OVH+HVVLQMDQXDULµHet offer is zwaar;; µab und an steht in den Briefen ein Satz, der wie ein aufblitzendes Licht im weiten stillen Meer äußerer Gelassenheit aufzeigt, wie schwer. Er aber bringt das Opfer so unbeirrbar wie Sokrates den Schierlingsbecher [*] leerte.¶ 9
De brieven deden haar pijn en waren soms onverdraaglijk, zoals die van 25 december 1951 geweest moet zijn: µZum neuen Jahr versucht der Blick in die Zukunft zu wandern ± was wird sie bringen? Abends, wenn der Himmel klar ist, leuchtet der Jupiter in meine Zelle, strahlender als ich ihn je gesehen. Aus der Kapelle klingt das schöne Spiel von Funk [**] zu mir herüber, dann Platten: Beethoven 3. Symphonie, die Appasionata, endlich Schubert ± µ'HU7RGXQGGDV0lGFKHQ¶,FKJHGHQNHDOOHUGLHLFKOLHEHGHU /HEHQGHQXQGGHU7RWHQ«¶10
*Schierlingsbecher: de gifbeker van Sokrates **Walther Funk (1890 - 1960). Minister van Economische zaken en President van de Reichsbank werd wegens gezondheidsproblemen in 1957 vrijgelaten uit Spandau.
102
Bronnen : De brieven 1. Thomas, moord. 2. Hess, England;; Hess, Gefangener;; Hess, Antwort. 3. Hess, England, 126. 4. Idem, 151-152. 5. Idem, 153. 6. Hess, Gefangener, 62-63. 7. Idem, 72. 8. Idem, 66. 9. Hess, Antwort, 278. 10. Hess, England, 175.
103
Een ¶verkeerde foto· Gevangenisdirecteur Eugene K. Bird beschrijft heel precies de verboden gesprekken die hij in Spandau met de gevangene voert. Hij twijfelt niet aan diens identiteit en wil niets liever dat de gevangene zich µRPZLOOHYDQGHJHVFKLHGHQLV¶XLWVSUHHNWRYHUHHQDDQWDO]DNHQGLHVWHHGVHHQUDDGVHO]LMQJHEOHYHQ wist Hess iets van operatie Barbarossa, was Hitler op de hoogte van zijn vlucht naar Engeland en was +HVV¶LQWHQWLHRPHHQGXXU]DPHYUHGHPHW(QJHODQGWHEHZHUNVWHOOLJHQRSUHFKW"%LUGEHJUHHSKHHO goed dat - voordat deze vragen aan de orde zouden kunnen komen - er vooraf gewerkt moest worden aan een duurzame vertrouwensrelatie met de gevangene. Zo liet hij op 10 mei 1970 de gelegenheid niet YRRUELMJDDQRPµ+HVV¶RSWH]RHNHQLQ]LMQFHO+HWZDVLPPHUVGLHGDJSUHFLHVMDDUJHOHGHQGDWKLM uit het Duitse Augsburg was vertrokken, een ongewisse toekomst tegemoet. Bird beschrijft hoe hij de gevangene aantrof die dag: µAls ich ihn besuchte, lag er auf seinem Bett in der Zelle. Er trug ein kurzärmeliges Hemd, und Hosenträger hielten Seine Drillichhosen*so hoch, daß man sehen konnte, daß er Seine Socken abgeschnitten hatte, damit ihr Gummiband die Blutzirkulation in den Beinen nicht behindern konnte.¶1
Als presentje had Bird het pas verschenen boek van Bernhard Hutton Hess, The man and his mission PHHJHQRPHQµIch dachte, es konnte Sie interessiHUHQZDVPDQEHU6LHVFKUHLEW¶, opent Bird voorzichtig het gesprek.2 µ+HVV¶SDNWKHWERHNHQEHJLQWHUJHwQWHUHVVHHUGLQWHEODGHUHQWRWKLMELMGH paginagrootte foto komt waarop hijzelf staat afgebeeld samen met zijn zuster. µ5XGROI+HVVDVDFKLOG with his sister¶VWDDWHURQGHU). +HVV¶Aber das bin LFKMDJDUQLFKW¶ULHIHU>+HVV@DXV1DWUOLFKVLQGV6LHHV DQWZRUWHWHLFK>%LUG@µ'DVWHKWHVMD¶µ1HLQ¶VDJWH+HVVPLW1DFKGUXFN,FKPXHV doch wissen. Und das ist niemals meine Schwester. Sehen Sie selbst. Dies Mädchen ist ja viel alter als der Junge daneben. Meine Schwester ist aber vierzehn Jahre jünger als ich. Sie wurde erst in 1908 geboren.¶3
Het citaat is interessant, want de gevangene zegt hierin vijf controleerbare zaken. Hij ziet meteen dat hij de zittende jongen op de foto niet is en bovendien dat het staande meisje zijn zuster niet is. Daarbij kán het zijn zus niet zijn (als hij de jongen is), want zijn enige zus was veertien jaar jonger dan hij. Impliciet zegt hij dat hij slechts één zus heeft, en tenslotte vermeldt hij nog haar geboortejaar: 1908, waarmee hij ook verwijst naar zijn eigen geboortejaar (1894). Dit is wel erg veel informatie voor een gevangene die volgens Thomas nauwelijks iets van het familieverleden weet en zich daarom het liefst op de vlakte houdt. *Drillich: soort stof;; meestal gebruikt voor uniformen. 104
66(HQµYHUNHHUGHIRWR¶beeldcitaat: met dank aan TopFoto).
105
Bird laat het hierbij want hij twijfelt in het geheel niet aan de identiteit van de inmiddels 76 jarige gevangene. De foto moet wel op een vergissing berusten, al is het onderschrift van de foto in de beelddatabank van TopFoto nog steeds onveranderd, en dat na al die jaren. De volgorde waarin de gevangene de informatie verstrekte is ook belangrijk;; hij toont eerst verbazing omdat hij zichzelf en zijn zuster niet herkent;; daarna komt de rede en zegt hij dat de foto niet kan kloppen. Dat duidt erop dat hier sprake was van een primaire reactie en niet één van berekening. Anders, en minder overtuigend, was heWJHZHHVWDOVKLMKDGJH]HJGµ,NEHQGDWQLHWRPGDWPLMQ]XVYHHUWLHQMDDUMRQJHULVGDQLNGDWPHLVMH LVGXLGHOLMNRXGHU¶ Als de gevangene inderdaad een dubbelganger was, dan had hij zich bij het bekijken van de afbeelding inderdaad op de vlakte kunnen houden en de bladzij zonder commentaar kunnen omslaan. Dat deed hij niet op deze dag waarop hij zich heel spraakzaam toonde over het verleden. Hij was zelfs ontspannen: µEr [Hess] lachte und blätterte durch die Bilder, die ihn zusammen mit Hitler zeigten, Bilder, die aufgenommen worden waren, bevor er in seine geborgte Messerschmitt kletterte.¶ 4
µ+HVV¶EODGHUWGXVKLHUHQGDDUZDWLQKHWERHNHQOHHVWGHHHUVWHUHJHOYDQKRRIGVWXNWZHHµ+HVV¶V KLVWRULFIOLJKWWR%ULWDLQZDVPDGHZLWK+LWOHU¶VIXOONQRZledge and approval.¶5 Daarop zegt hij stellig: µLüge. Ich habe Ihnen [Bird] ja gesagt, daß Hitler nicht die geringste Ahnung davon hatte. ¶6 Verderop in het boek wordt beweerd dat Hess uitvoerig, samen met Hitler de details van de vlucht had doorgenomen voordat Hitler uiteindelijk toestemming gaf. Ook hierop reageert de gevangene heftig als KLM]HJWµ$OOHV6FKZLQGHO>«@+LWOHUZXWHQLFKWVDEHUDXFKJDUQLFKWVYRQPHLQHP3ODQ¶7
Een oplichter? Uit de hierboven geciteerde brieven, samen met de opmerkingen YDQGHJHYDQJHQHRYHUGHµYHUNHHUGH IRWR¶EOLMNWGDWKLMKHHOVFKHXWLJNRQ]LMQPHWKHWJHYHQYDQLQIRUPDWLHRYHUGHWLMGYDQYyyUGHYOXFKWLQ 'HVWHOOLQJYDQ7KRPDVRYHUµRSSHUYODNNLJHEULHYHQ¶EOLMNWYROOHGLJXLWGHOXFKWJHJUHSHQ+LMKHHIW de boeken van Ilse Hess wel degelijk goed gelezen en hij citeert er ook uit. Maar overtuigd als hij was van een bedrieger in de cel, nam hij deze schrijfsels bij voorbaat niet serieus, als zijnde afkomstig van de echte Hess. Gedetailleerde brieven pasten niet in zijn samenzweringstheorie, hoewel die daar uiteindelijk geen grote betekenis voor hoeven te hebben want ze kunnen, ten allen tijde, afgedaan worden als vervalsingen (totdat het tegendeel bewezen is). Een vervalste brievenbundel maakte de geheimhouding v DQµKHWFRPSORWYDQGHHHXZ¶QDDUGH buitenwereld wel een stuk ingewikkelder omdat er dan een uitdijend netwerk moet zijn ontstaan van mensen die feitelijke kennis hadden van de persoonsverwisseling. 0HWµYHUYDOVWHEULHYHQ¶PRHVWGHKHOHIDPLOLH+HVVyyNLn het complot opgenomen worden. Waarom zou de familie daar, na afloop van de oorlog, aan mee willen werken is de vraag. De enige reden daarvoor kon zijn dat de familie ten tijde van de oorlog al van een persoonsverwisseling op de hoogte was en het spel wel mee wilde spelen. Maar dan rijst de vraag waarom tijdens al die jaren van gevangenschap, het Ilse Hess en vooral zoon Wolf Rüdiger geen moeite teveel was om de politieke opinie te mobiliseren, gratieverzoeken in te dienen en alle mogelijke regeringsleiders te benaderen om steun te verkrijgen YRRUKXQ]DDNQDPHOLMNGHRQPLGGHOOLMNHYULMODWLQJYDQGHµHHQ]DDPVWHJHYDQJHQHWHUZHUHOG¶ 'HGRRU,OVH+HVVJHSXEOLFHHUGHERHNHQYHUWRQHQGXVHHQODQJOLQWYDQWHYHULILsUHQGHWDLOVRYHU+HVV¶ vroegste jeugd tot lDDWLQGHMDUHQ¶9RRUHHQHYHQWXHOHFULWLFDVWHUYDQ]LMQLGHQWLWHLW]LMQGLHGDDUPHH een dankbaar doelwit. Door slechts één foutje, komt een vervalsing makkelijk aan het licht en valt een dubbel door de mand. Dat gebeurde niet maar Thomas ging er wél vanuit met brieven van de dubbelganger te maken te hebben. Echter: bij de beoordeling van de authenticiteit van de brieven, die Rudolf Hess vanaf 1908 aan zijn ouders en broer schreef, was toonde hij geen twijfels over de echtheid. Ze werden in 1987 gepubliceerd door Wolf Rüdiger Hess onder de naam Rudolf Hess Briefe.8 106
Die originele brieven werden Thomas, jaren voor de publicatie ervan, voor onderzoek ter beschikking gesteld door Wolf Rüdiger. De brieven waren door de ouders van Rudolf Hess bewaard op een zolder en kwamen in de vergetelheid door de vlucht naar Schotland en de gebeurtenissen daarna. Thomas zocht in de brieven naar aanwijzingen over de verwondingen die Hess opliep in de Eerste Wereldoorlog. Vanuit het ziekenhuis schreef Hess aan zijn ouders over de twee verwondingen veroorzaakt door granaatsplinters aan zijn linkerarm, én hij beschrijft nauwkeurig de longverwonding veroorzaakt door vijandelijk geweervuur. Net onder de linkeroksel drong de kogel - aan de voorkant - zijn lichaam binnen om aan de achterkant - net onder het schouderblad - het lichaam weer te verlaten. Hess schrijft dat hij nooit zal vergeten het voelt om aangeschoten te worden. Hij voelde de lucht uit zich ORSHQµDOVXLWHHQOHNNHEDOORQ¶9 Thomas is opgetogen over de aanwijzingen die hij uit de vroege brieven krijgt en twijfelt geen moment aan de originaliteit van deze bronnen, die in het bezit waren van Wolf Rüdiger, want ze pasten perfect in zijn dubbelgangertheorie omdat Hess zeker littekens gehad moet hebben van deze verwonding;; de kogel drong het lichaam immers binnen en kwam er ook weer uit en moet daarbij ook de ribben beschadigd hebben. Toch is enige scepsis over het gebruikte bronnenmateriaal altijd op zijn plaats. Toen de vervalste dagboeken van Hitler, die bekend staan als de Hitler Diaries 10 door deskundigen werden onderzocht op de echtheid van het handschrift begingen ze een kapitale blunder. Het handschrift werd vergeleken met een handschrift, dat met zekerheid, van Hitler zélf was. Later bleek dat een vergissing, want ook dat handschrift was gemaakt door een vervalser, en wel dezelfde die de Diaries geschreven had! Vervalsingen zijn niet uniek De gevangene geeft vanuit Spandau niet alleen informatie over de goed gedocumenteerde periode van 1933 en daarna, maar gaat zoals we zagen, veel verder terug in zijn herinnering, zelfs tot aan zijn vroegste jeugd. Voor een bedrieger YDQµGHEULHYHQYDQ+HVV¶LVKHWHHQYRXGLJHUYRRUDOWHVFKULMYHQ over de goed gedocumenteerde periode toen Hitler aan de macht was, en daarnaast enkele oncontroleerbare familiedetails te geven over - bijvoorbeeld - het leven in Egypte. Dat is het standpunt van de als scherpzinnig bekendstaande historicus Hugh Trevor-Roper*wanneer hij zijn mening geeft over de vervalste dagboeken van Hitler. Aanvankelijk geloofde hij oprecht in de originaliteit van die dagboeken maar ging daar later toch aan twijfelen. Als Trevor-Roper in de huid zou kruipen van de vervalser (van de Hitler dagboeken) dan zou hij zélf voor een goed beschreven periode kiezen die voor een ieder controleerbaar is en daarnaast slecht controleerbare details toevoegen aan het geheel.11 'DWEOHHNHULQGHUGDDGDDQGHKDQGPHWGHµ+LWOHU- JHVFKULIWHQ¶WRHQKLMGLHRSQLHXZDDQHHQRQGHU]RHNRQGHUZLHUS]HEHDQWZRRUGGHQDDQHHQEHSDDOG patroon, dat door Trevor-5RSHUQXZpOZHUGKHUNHQG=R¶QSDWURRQLVLQGHEULHYHQEXQGHOLQJYDQGH µ+HVV-EULHYHQ¶QLHWWHUXJWHYLQGHQ]RGDWPLMQWZLMIHOVRYHUHHQµGXEEHOJDQJHU¶ELQQHQGHPXUHQYDQGH Spandau-gevangenis meer en meer vaste grond kregen. *Hugh Redwald Trevor-Roper, Baron Dacre of Glanton (1914/2003): Brits historicus, hoogleraar moderne geschiedenis aan de universiteit van Oxford. Hij was met name deskundig op het gebied van het Derde Rijk en kreeg grote bekendheid met zijn boek The last days of Hitler. Hij werd vanwege zijn grote verdiensten in 1979 in de adelstand verheven.
107
Intermezzo (HQYHU]DPHOLQJYDQUXLPµ+LWOHU-ERHNMHV¶YHURRU]DDNWHLQJURWHRSZLQGLQJWRHQKHWZHHNEODGDe Stern, dat een enorm bedrag aan exclusieve rechten had betaald, er delen uit publiceerde. Een van de boekjes was een deel dat speciaal gewijd was aan de vlucht van Rudolf Hess. Aanvankelijk was men van mening te maken te hebben met originele dagboeken van Hitler, al was niet bekend dat Hitler er ooit een dagboek op nahield. Toen er twijfel ontstond over de authenticiteit van het materiaal was dat reden genoeg voor Wolf Rüdiger om indirect weer aandacht te vragen voor het lot van zijn vergeten vader. Hij kreeg wereldwijde publiciteit met zijn voorstel om Rudolf Hess de handschriften in de boekjes te laten bestuderen omdat Hess als enige ter wereld het handschrift van de Führer zou kunnen herkennen. Hess kreeg de boekjes niet te zien maar het lot van de bejaarde man kreeg wel de nodige aandacht. De boekjesverzameling werd - zogenaamd - ontdekt door ene Gerd Heidemann, journalist van de Stern en een fanatiek verzamelaar van nationaalsocialistische memorabilia. Hij kreeg de boekjes van de vervalser zelf, de hem bekende Konrad Kujau. Uiteindelijk bleek dat het papier van de dagboeken na de Tweede Wereldoorlog gefabriceerd werd, wat ook gold voor de gebruikte inkt. Kujau leverde een knap staaltje vervalserwerk af maar was daarin niet de enige. In Gesprekken met Hitler12 legt Hermann Rauschning Hitler woorden in de mond die hij aantoonbaar nooit gezegd heeft, maar wel had kúnnen zeggen. Diverse historici hebben dit boek als bron gebruikt. Tegenwoordig is het een zeer omstreden boek dat niet al te letterlijk genomen moet worden. Hetzelfde geldt voor Hess The man and his mission13 - het boek waarin de verkeerde foto werd opgenomen - van Bernard Hutton. De gesprekken die hij Hess, Hitler en anderen laat voeren kunnen het best gerekend worden tot fictieverhalen, ingebed in een historisch verantwoorde context.
Bronnen: Een verkeerde foto 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Bird, Hess, 231. Ibidem. Ibidem. Ibidem. Hutton, Hess, 21. Bird, Hess, 231. Ibidem. Hess, Briefe. Thomas, moord, 255-256. Bell, Konrad Kujau's Hitler Diaries;; z.n. Hitler Diaries6LPLVVHQµDe vondst van de eeuw¶ 6LPLVVHQµDe vondst van de eHXZ¶ Rauschning, Gesprekken. 13. Hutton, Hess.
108
Deel 4 Op dood spoor Een groot aantal kenmerken is nu de revue gepasseerd. Dat betekent daarom niet dat het onderzoek volledig was. Enkele mislukte mogelijkheden om de gevonden resultaten te controleren worden hieronder besproken. Om meer kenmerken te vinden en dus meer bewijs, wordt nog een hele klus schat ik in want het bronnenmateriaal begon langzamerhand op te drogen. Toch zijn er nog veel archieven die doorzocht kunnen worden met - in het achterhoofd - de wetenschap dat iedere persoon uniek is en die uniciteit op een of andere manier, -onbewust - presenteert aan de buitenwereld. Naar die presentaties heb ik steeds gezocht.
Spitten Geleidelijk drong het besef door dat het voor dit onderzoek niet per se noodzakelijk was nóg meer bronnen aan te boren omdat de bewijsvoering rond leek te zijn en het bewijs zich overtuigend laat verwerken in de statistiek. Ergens moest ik grenzen aan mijn onderzoek stellen. Gemakkelijk was dat niet omdat de verleiding soms op de loer lag om door te gaan. Zo vond ik een paar fraaie afbeeldingen van Hess spittend bij de opening van een kanaal (67). Hess spit daarop met de linkerhand onder.*Dat betekent dat hij bij voorkeur spit, schoffelt, stofzuigt of dweilt met die hand onder. 1 Hoe zou de gevangene dat doen was vervolgens de vraag. Helaas vond ik daar geen enkele foto van omdat de IRWR¶VJHPDDNWLQGHWXLQYDQ6SDQGDXXLWHUVW]HOG]DDP]LMQHQERYHQGLHQYDQ]HHUPDWLJHNZDOLWHLW door het gebruik van sterke telelenzen. Op de achterkant van de Nederlandse vertaling van The Rudolf Hess cover-up2 VWDDW]R¶QRQVFKHUSHIRWRDIJHGUXNWWZHHJHYDQJHQHQLQGHWXLQYDQGH6SDQGDX- gevangenis. Eén leunt op een schoffel of iets dergelijks, de ander houdt een kort schopje vast. Bijna beet, maar toch op dood spoor;; misschien kan het archief van de familie Hess hier uitkomst bieden. In de handen klappen Hetzelfde gold voor het klappen in de handen. Er werd op de diverse partijcongressen die Hess bezocht, na afloop van toespraken in de handen geklapt. Afbeeldingen of filmmateriaal met een zichtbaar klappende Hess vond ik niet. Onwaarschijnlijk bovendien (maar zeker niet onmogelijk), achtte ik de kans dat de gevangenen in Neurenberg een - cynisch - applaus lieten horen naar aanleiding van gebeurtenissen in de rechtszaal. Tot een vergelijking van beeldmateriaal zou het dus niet komen was mijn veronderstelling. Daarom ging ik naar dat materiaal om pragmatische redenen niet op zoek. Het vaatpatroon Ook het bloedvatpatroon van de aderen is kenmerkend v oor het individu en is, zelfs bij dezelfde persoon op beide handen (of voeten) verschillend, indachtig het axioma dat symmetrie in de natuur en dus ook in het menselijk lichaam, niet voorkomt.**Daarom vond ik het interessant het vaatpatroon op de handen te vergelijken. Ook hier ontbrak het helaas aan vergelijkbaar beeldmateriaal van Hess en de verdachte. Hoe gemakkelijk het is om het verloop van de bloedvaten op de handrug te vergelijken wordt geïllustreerd op afbeeldingen van Hess en Hitler (68, 69). Een snelle inspectie maakt duidelijk dat de bloedvaten een verschillend verloop hebben en dus niet kunnen toebehoren aan dezelfde persoon. *De bedoHOGHIRWR¶V]LMQWHYLQGHQELM%HHOGEDQN:21,2'IRWR¶V 29641 en 29642. **Een enkele keer werd me de vraag gesteld of symmetrie op atomair nivo wél voorkomt. Hier moeten we bedenken dat de beelden van atomen die wij op ons netvlies hebben representaties zijn van verklarende plaatjes. Het zijn modellen en kunnen daarom symmetrisch getekend worden.
109
67: Hess bij de opening van het Adolf Hitler Kanaal op 9 december 1939. De linkerhand spit onder (beeldcitaat: met dank aan Beeldbank WO2/NIOD).
110
68 en detail links: Hess circa 1934. De adertekening op zijn linkerhand is duidelijk te zien (beeldcitaat: Corbis). 69 en detail rechts: Hitler op 19 april1936. Het laatste officiële portret. De adertekening op de linkerhand van Hess en Hitler is verschillend;; volg de aders met de zwarte pijlen.*(beeldcitaat: Corbis). *De aders op de handrug hebben - interindividueel en intra-individueel - een onregelmatig verloop en zijn daarom kenmerkend voor het individu. Verschillen laten zich bovendien makkelijk vastleggen. De aderen op de afbeeldingen 67 en 68 worden in de anatomie niet apart benoemd maar als groep: Vv. metacarpae (de aderen op de middenhand).
111
Het handschrift en de oren Naar het handschrift van Hess en de gevangene werd ooit veel vergelijkend onderzoek verricht maar tot eensluidende conclusies kwam het nooit, omdat het handschrift een manipuleerbare factor was en is. Op het eerste gezicht lijken de handschriften van Hess en de gevangene sprekend op elkaar;; ik trok daaruit geen conclusies en liet er geen verder onderzoek naar doen. Dat probeerde ik wel met afbeeldingen YDQGHRUHQ+HWIRUHQVLVFKHLQVWLWXXWGDWLNGHGLJLWDOHIRWR¶VVWXXUGHKLHOSPHVQHOXLWGH droom. Oren vergelijken kan enkel en alleen correct gedaan worden wanneer de beelden onder gestandaardiseerde omstandigheden worden gemaakt.*Is dat niet het geval dan kan men weliswaar een poging tot vergelijk doen, maar de resultaten daarvan zijn niet boven discussie verheven. Gebit Gebitsanalyses, DNA-onderzoeken en vingerafdrukken zijn tot op heden de meest aangewezen methoden ter bepaling/verificatie van de identiteit. DNA-onderzoek kwam pas op gang in de jaren tachtig van de vorige eeuw, zodat men wat de identiteitsproblematiek van de gevangene betreft aangewezen was op onderzoek van de gebitstatussen (voor zover mij bekend werden er geen vingerafdrukken van de gevangene genomen). Alles wat met Hess of zijn dubbelganger te maken had was na de landing in Schotland per definitie merkwaardig: officiële verklaringen die slechts vraagtekens opriepen, het gedrag van de gevangene, en niet in de laatste plaats zijn rDDGVHODFKWLJHXLWVSUDNHQ=RYHUJLVWHµ+HVV¶]LFK]HOIVHHQSDDUNHHULQKHW noemen van zijn geboortedatum! Ook met de gebitstatussen uit die tijd klopt iets niet want een gouden tand uit 1941 is op de status van 1943 verdwenen, evenals een kroon (70, 71). De bekende Britse tandarts Paul Aronow verklaarde onomwonden dat de statussen niet aan dezelfde persoon konden toebehoren.3 Ook David Irving, de tegenwoordig omstreden historicus, liet een poging tot analyse doen maar hij kreeg geen toestemming de gegevens van de gevangene in Neurenberg te vergelijken met de gegevens uit 1941. 2RNKLHUYROJGHLNHHQGRRGVSRRUYRRUDORPGDWHUJHHQGRVVLHUYDQ+HVV¶YRRUPDOLJHWDQGDUWVXLW Duitsland boven tafel kwam. Voor de zekerheid liet ik een tandarts de statussen beoordelen, hieronder het resultaat daarvan (72);; de verwarring duurt voort!
70 en 71: 'HJHELWVNDDUWHQXLWHQOLQNVYDQ-RQDWKDQHQUHFKWVYDQµ-¶FRGHQDPHQYRRUGHJHYDQJHQH 'H eerste komt uit Mytchett Place, de andere uit Maindiff Court. De bovenste helft van de gebitstekeningen is een afbeelding van het bovengebit, waarbij het linkergedeelte van de tekening correspondeert met de UHFKWHUNDQWYDQKHWJHELW(HQµ/¶HQ HHQµ5¶JHYHQRSGHtekeningen links en rechts aan (beeldcitaten afkomstig uit Double Standards). µ$OVGHVWDWXVVHQYDQGH]HOIGHSHUVRRQ]LMQGDQLVLQppQYDQGHWZHHHHQµVORUGLJKHLGsIRXW¶RSJHWUHGHQQDPHOLMNGHEUXJLQ het 4e kwadrant is bij de eerste op de 44, 45, 46 en op de tweede status op de 45, 46, 47. ,VµGH ¶QX weer een gaaf element geworden"6WRIWRWQDGHQNHQ¶4 72: verklaring van een bevriende tandarts. *De oren dienen gefotografeerd te worden van dezelfde afstand, onder dezelfde hoek en onder identieke belichting.
112
De hoeken van de neus In de manuele therapie wordt als onderdeel van het nekonderzoek onder andere gebruik gemaakt van twee metingen: de fronto-nasale hoek (gezichtsscoliose) en de intranasale hoek. 5 De fronto-nasale hoek is de hoek die gevormd wordt door het voorhoofd (os frontale) en de neus (het benige deel en het kraakbenige deel samen). De intranasale hoek is de hoek die bepaald wordt door de stand van het benige gedeelte van de neus en het kraakbenige tussenschot;; dit laatste is inzichtelijk gemaakt op de scherpe afbeeldingen 73 en 74 van Martin Bormann.*
+HWJDDWKLHURPKHWYDVWOHJJHQYDQµLQGLYLGXHOHYRUPSUHVHQWDWLHVYDQKHWDDQJH]LFKW¶HUNXQQHQ HFKWHURRNNHQPHUNHQ>DDQKHWJH]LFKW@ZRUGHQRQGHUVFKHLGHQ]HJW9DQGHU%LMOMXQLRU]RDOVµGHYRUP van de haargrenzen, de stand van de oren, huidplooien langs de neus en mondhoek, het wel of niet aanwezig zijn van een kuiltje in de kin (zie afbeelding Karadzic), de wenkbrauwen, de vorm van de lippen, enzovoort.¶6 Voordat ik aan het Hess-onderzoek begon had ik van de twee neusmetingen hoge verwachtingen, omdat ze - mede - een belangrijke rol konden spelen bij de uiteindelijke identificatie van de gevangene. Geleidelijk drong tot me door dat ik ze beter kon laten vallen als ziMQGHµRQYROGRHQGHEHWURXZEDDU¶ZDQW in de dagelijkse praktijk van de manuele therapie blijken deze metingen minder goed reproduceerbaar bij verschillende meetgelegenheden dan wenselijk is, vooral als bij een persoon de asymmetrie zich niet duidelijk presenteert. Dat is het geval als de neus zélf rechter is, en als die in zijn geheel rechter staat ten opzichte van het voorhoofd. Heel vaak meten - dus de specifieke ervaring van dit onderdeel van de diagnostiek opvoeren - doet de validiteit van de meting wel toenemen maar ik zou me in het geval-Hess ook nog tevreden moeten stellen met het beschikbare beeldmateriaal, een extra handicap. Dat beeldmateriaal bleek later inderdaad het probleem. Ik vond afbeeldingen YDQ+HVV¶JH]LFKWGLHUHFKWYDQYRUHQZHUGHQJHPDDNW maar die toch moeilijk beoordeelbaar waren, niet alleen vanweJHGHUHVROXWLHYDQGHIRWR¶VPDDURRN RPGDWGHQHXVYDQ+HVVYULMUHFKWLV1RJHHQPRHLOLMNKHLGZDVGDWLNZHOSRUWUHWIRWR¶VYRQGYDQ+HVV maar van de gevangene was geen kwalitatief goede afbeelding te vinden die min of meer recht van voren - in het frontale vlak - ZHUGJHPDDNWµ5HFKWYDQYRUHQ¶LVHHQHLVGLHJHVWHOGPRHWZRUGHQRPGDW anders, door de afleesfout, de metingen onaanvaardbaar worden beïnvloed.
*Het gaat hier om metingen in het frontale vlak. 113
73 en 74: Twee keer Martin Bormann op PHL'HLQWUDQDVDOHKRHNWRRQWµVFKHUSQDDUOLQNV¶YRRUGHNLMNHU,QGH manuele therapie wordt in dit geval op het diagnoseformulier genoWHHUGµVFKHUSQDDUUHFKWV¶ (voor de beoordelaar die achter/boven de patiënt de meting observeert) of LQGLHQGHDQGHUHNDQWRSµVFKHUSQDDUOLQNV¶(HQRSYDOOHQG OLFKDDPVNHQPHUNLVKHWOLWWHNHQRS%RUPDQQ¶VYRRUKRRIG(beeldcitaten: Corbis). *Martin Bormann (1900/ ZDVDDQYDQNHOLMN+HVV¶EXUHDXFKHI1D diens vlucht nam zijn invloed bij Hitler toe en werd zijn privésecretaris. Bormann stond bekend als een stevige roker en drinker;; zijn uitspattingen op het gebied van de erotiek spraken tot de verbeelding. Bij zijn vrouw verwekte hij tien kinderen, daarnaast onderhield hij meerdere relaties, onder andere met de actrice Manja Behrens. Kort na de vlucht uit de bunker van de Rijkskanselarij in 1945 is Bormann om het leven gekomen. Resten van zijn schedel werden bij latere opgravingwerkzaamheden in de buurt van de Berlijnse Tiergarten aangetroffen. Tijdens het Proces van Neurenberg werd hij bij verstek ter dood veroordeeld.
114
De poriën De beelden die ik van Hess en de gevangene vond waren scherp genoeg om uitspraken te doen over het verloop van een aantal rimpels maar ik wilde graag nog meer inzoomen op de afbeeldingen om het poriënpatroon van de aangezichtshuid vast te leggen, met de gedachte daarmee perfecte µYLQJHUDIGUXNNHQ¶LQKDQGHQWHNULMJHQGLHKHWRQGHrzoek erg zouden vereenvoudigen (75). Helaas bleken de beelden daar niet scherp genoeg voor. In die jaren was het technisch zonder meer mogelijk om zó scherp op het gezicht in te stellen dat de poriën zichtbaar werden. Gewoonlijk deed men dat echter niet, en ook tegenwoordig is het niet de standaard. Esthetische overwegingen zullen hier een rol spelen.
75'HSRULsQLQGHKXLGYDQKHWYRRUKRRIGYRUPHQHHQSHUIHFWHµYLQJHUDIGUXN¶(beeldcitaat: afbeelding van een geanonimiseerde proefpersoon).
Bronnen: Op dood spoor 1. Bijl van der, Manipulaties;; Bijl van der, functiemodel;; De Cock, Begrippen. 2. Picknett, Hess. (Nederlandse vertaling) 3. Picknett, Standards, 366. 4. reactie van een bevriende tandarts (email). 5. De Cock, Begrippen, 127-129. 6. Bijl van der, functiemodel, 247-248.
115
Hoofdstuk 4
116
Statistiek en kansrekening
µ:HOOLFKWGHJURRWVWHFKDUPHYDQGHVWHOOLQJYDQ Bayes is echter dat zij ons een methode geeft om de waarde van het bewijs objectief, toetsbaar en WUDQVSDUDQWZHHUWHJHYHQ¶
A.P.A. Broeders in Op zoek naar de bron
Het Systeem Van der Bijl kent - door het gebruik van zesentwintig parameters - 226 verschillende mogelijkheden in vorm-functiepresentatie van het menselijk lichaam.* Van der Bijl junior en De Cock stellen dat elke mogelijke combinatie van de afzonderlijke parameters voorkomt. De ene groep parameters komt vaker voor dan een andere omdat ze (in de groep) een zekere samenhang vertonen. Hoe vaak een groep parameters - ook wel kenmerkcomplex genoemd - voorkomt binnen een populatie kan slechts worden bepaald door empirisch onderzoek als er sprake is van (onbekende) verbanden tussen de parameters onderling. $OVZHRYHU¶GHNDQVRSHHQUHOHYDQWNHQPHUNFRPSOH[ELQQHQHHQSRSXODWLH·XLWVSUDNHQZLOOHQGRHQ komen we terecht in de wereld van de kansrekening met zijn verschillende uitgangspunten en opinies die fundamenteel van elkaar kunnen verschillen. Gedoeld wordt op de klassieke en de Bayesiaanse statistiek.
Probleemstelling Ik gebruikte voor de verificatie van de identiteit van de gevangene in Spandau drie bewegingsvoorkeuren uit het Systeem Van der Bijl HQKHWJHGUDJVNHQPHUNµNDNHQNOHPPHQ¶ Tezamen met andere lichaamskenmerken ]RDOVGHµVWDQGYDQGHRUHQ¶GHµULPSHOV tussen de ZHQNEUDXZHQ¶GHµOLFKDDPVOHQJWH¶HQKHWµLQWHOOLJHQWLHTXRWLsQW¶ hebben we de beschikking over elf kwalitatieve parameters (zie het overzicht op bladzij 119/76). In welke mate er binnen kenmerkcomplexen sprake is van onderlinge afhankelijkheid (van de individuele parameters) is meestal onbekend. Het is daarom niet zonder meer mogelijk een uitspraak te doen over de vraag hoe vaak een kenmerkcomplex van Hess en de gevangene voorkomt in een populatie door eenvoudigweg de bepaalde kans op elk kenmerk apart (binnen een populatie) met elkaar te vermenigvuldigen. De productregel**mag alléén worden toegepast als de kenmerken onderling onafhankelijk zijn. Dus als we niet zeker weten of de kenmerken met elkaar een onderlinge relatie onderhouden, en in welke mate dat het geval is, wordt het een lastige zaak de onderstaande probleemstelling op te lossen: We hebbeQWHPDNHQPHWWZHHSHUVRQHQGHKHUHQ+HQ¶+·;; de mannen hebben een groep lichaamskenmerken gemeen, hebben we daarom te maken met één en dezelfde persoon? Om hiertoe een poging te doen kan men gebruik maken van de klassieke statistiek of van de Bayesiaanse statistiek. Daarmee zal het antwoord, en de formulering van het antwoord op de vraag *Het aantal bedraagt: 67.108.864. Met de vorm-functiepresentaties worden individuele functiemodellen vastgesteld. Van een werkelijk individueel functiemodel is geen sprake omdat de wereldbevolking een veelvoud bedraagt van 2 26. **Productregel: bij van elkaar onafhankelijke gebeurtenissen mag men de samengestelde kans berekenen door de onderlinge kansen met elkaar te vermenigvuldigen.
117
verschillen. Men kan echter ook zonder statistische informatie een oordeel vellen;; in dat geval wordt voor de intuïtieve benadering gekozen. Op grond van de door mij gepresenteerde gegevens wordt in dat geval dus een conclusie getrokken waarbij de statistiek niet meegewogen wordt. Die benadering hoeft niet per definitie van een lagere orde te zijn want mensen blijken heel goed in staat om gevoelsmatig correcte conclusies te trekken. We moeten ons dan wel realiseren dat intuïtie feilbaar is als het gaat om het interpreteren van grote en kleine getallen. Dat neemt niet weg dat menig rechter op grond van de mate van overtuiging in het gepresenteerde bewijsmateriaal zijn vonnis baseert.1
Volgens Kerkmeester in Het onzekere bewijs2 kan de Bayesiaanse statistiek ons behulpzaam zijn bij het vHUPLMGHQYDQGHYDONXLOHQGLHGHLQWXwWLHYDDNRYHU]LHW(HQDDUGLJYRRUEHHOGGDDUYDQLVµGHGZDOLQJ YDQGHDGYRFDDW¶HQµGHGZDOLQJYDQGHRIILFLHUYDQMXVWLWLH¶: µ'HYoorbeelden [van de dwalingen, ARV] hebben betrekking op het over- , respectievelijk onderschatten van statistische gegevens. De naamgeving is ontleend aan de suggestie dat een officier van justitie eerder zal zijn geneigd de kans op schuld van de verdachte te overschatten en de advocaat de kans eerder zal onderschatten. Stel dat de kans dat een verdachte schuldig is op grond van het reeds aanwezige bewijs op 20% wordt geschat. Er komt nu het bewijsmiddel bij dat de verdachte en de pleger van het misdrijf met elkaar een bloedgroep gemeen hebben die voorkomt bij 10% van de populatie. De dwaling van de officier is nu de mening dat de kans op schuld is gestegen van 100% - 10% = 90%. Dit is een overschatting van de waarde van het statistische bewijs. Er wordt verzuimd rekening te houden met de a-priorikans [20%, ARV] . Zoals met de stelling van Bayes kan worden berekend, is na het additionele bewijs de kans dat de verdachte schuldig is niet gestegen tot 90%, maar slechts tot 71%. Anderen begaan de dwaling van de advocaat. Zij stellen dat de totale populatie bijvoorbeeld 1 miljoen mensen omvat, waarvan 10% of 100.000 de gevonden bloedgroep hebben. De verdachte is slechts één van die 100.000, dus het feit dat hij dezelfde bloedgroep heeft als de pleger van het misdrijf, brengt de kans dat hij schuldig is niet boven de aanwezige 20% uit. Natuurlijk zijn er mensen die wél beseffen dat de kans op schuld na het nieuwe bewijsmiddel ergens tussen de 20% en 90% moet liggen. Zonder gebruik te maken van de stelling van Bayes zullen zij er echter niet gauw in slagen om op de correcte waarde YDQWHNRPHQ¶3
De controverse Vaak wordt - misschien ten onrechte - gedacht dat met behulp van de klassieke wiskundige kansberekening, wetenschappelijk gezien de meest harde uitspraken kunnen worden gedaan. Deze vorm van statistiek bedrijven werd ontwikkeld tussen 1930 en 1960 en wordt in 80% van de wetenschappelijke publicaties gebruikt. De klassieke statistiek is gebaseerd op een wiskundige definitie YDQNDQVGHD[LRPD¶VYDQ.ROPRJRURIIHD HQRSGHNODVVLHNHLQWHUSUHWDWLH van kans (Laplace).* Daarnaast kennen we de meer subjectieve interpretatie van het kansbegrip, waarop de Bayesiaanse statistiek is gebaseerd.** De fundamentele tegenstellingen tussen de uitkomsten van de klassieke statistiek en de Bayesiaanse statistiek kwamen in Nederland publiek aan het licht toen de statistici elkaar, naar aanleiding van de rechtszaken tegen verpleegster Lucia de B. en de crècheleidster Bianca K., het gelijk betwistten. Lucia de B. werd door het gerechtshof in Den Haag veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf en tbs nadat bewezen werd geacht dat ze dertien moorden had gepleegd en vijf pogingen daartoe had ondernomen. *:LVNXQGLJHRIIUHTXHQWLVWLVFKHLQWHUSUHWDWLHµNDQV¶LVGHUHODWLHYHIUHTXHQWLHLQHHQZLOOHNHXULJHUHHNV.ODVVLHNH LQWHUSUHWDWLHµNDQV¶LVKHWDDQWDOPDOHQ succes gedeeld door het totale aantal even waarschijnlijke gebeurtenissen. **Subjectieve interpretatie: kans is een mate van geloof, die van individu tot individu verschillend kan zijn.
118
Prof. dr. Henk Elffers*beweerde op basis van de klassieke kansberekening dat er een kans bestond van 1:342 miljoen om in de situatie van Lucia de B. te geraken. Kortom het was geen toeval dat ze aanwezig was tijdens de moorden, wat uiteraard nog niet betekent dat ze de moorden daadwerkelijk gepleegd moet hebben.4 Aart de Vos**berekende met de Bayesiaanse statistiek dat de kans op onschuld 80% bedroeg. Beide rekenmethoden werden uitgebreid bekritiseerd en bijgesteld. Daarmee blijven echter de verschillend geformuleerde antwoorden op dezelfde vraag bestaan. Want de klassieke statisticus stelt: Als Lucia de B. onschuldig is, is de kans op alle incidenten tijdens de diensten van Lucia de B. slechts 1 op 342 miljoen, terwijl de Bayesianen stellen dat de kans op onschuld 80% bedraagt. 5 µ,QHVVHQWLHEUHQJHQGHEHLGHVWURPLQJHQHFKWer de boodschap dat het grote aantal incidenten waarbij Lucia de B. betrokken was te maken hadden met de momenten waarop zij dienst had.***De rechter moet deze aanwijzing combineren met de a-priorikans op een dergelijk verband dat volgt uit het overige bewLMVPDWHULDDO¶]HJW0DUMDQ6MHUSV6 Er bestaat dus nogal wat geharrewar tussen deze stromingen maar vanwege het concretiseren van de invloed van nieuw bewijsmateriaal op vooringenomen standpunten, is de Bayesiaanse benadering voor de zaak-Hess te prefereren boven de klassieke. Lichaamskenmerk/observatie 1 2 3 4 5 6
µDUPHQNUXLVHQ¶ µarmenVWUHQJHOHQ¶ µKDQGLJKHLG¶ µKDQGHQRSGHUXJ¶ µKDQGHQYRXZHQ¶ µVWDQGRUHQ¶
7 µULPSHOVWXVVHQGHRJHQ¶ 8 µLQWHOOLJHQWLHTXRWLsQW¶ 9 µOLFKDDPVOHQJWH¶ 10 µEHKDULQJDFKWHUKRRIG¶ 11 µNOHPPHQPHWGHRQGHUNDDN¶
Parameter/variabele
verhouding
rechtsvoor/linksvoor rechtsvoor/linksvoor rechtshandig/linkshandig rechtsachter/linksachter rechterduim boven/linkerduim boven linkeroor staat af/rechteroor staat af
2/3 onbekend 87/13 onbekend 1/1 onbekend
linker schuin, rechter recht/anders hoger dan gemiddeld/lager dan gemiddeld langer dan gemiddeld/korter dan gemiddeld kalend/niet kalend klemmen/niet klemmen
3/100 1/10 1/10 onbekend 1/100
76: Overzicht van de kwalitatieve metingen. Er werd steeds een keuze gemaakt tussen links of rechts, voor of achter, langer of korter, intelligenter dan gemiddeld of minder intelligent dan gemiddeld, kalend of niet kalend, klemt of klemt niet enzovoorts. De vetgedrukte parameters hebben Hess en de gevangene gemeen.
*Henk Elfferts: wiskundig statisticus aan de Universiteit van Amsterdam;; was statistisch consultant aan het Mathematisch Centrum Amsterdam, wetenschappelijk medewerker aan de Interfaculteit Aardrijkskunde RU Utrecht en universitair hoofddocent methodologie van het µempirisch rechtsgeleerd onderzoek¶ aan de sectie Rechtspsychologie en Rechtssociologie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit. Elfferts is bovendien parttime KRRJOHUDDUµHmpirische bestudering van de strafrechtpleging¶ aan de Faculteit Rechten van de Vrije Universiteit Amsterdam. **Aart F. de Vos: statisticus gespecialiseerd in de Bayesiaanse statistiek. ***Op 14 april 2010 werd de Haagse verpleegkundige Lucia de Berk (46) vrijgesproken van alle haar ten laste gelegde moorden en pogingen tot moord. Het Hof stelde dat niet gesteld kan worden dat er moorden hebben plaatsgevonden, laat staan dat De Berk die gepleegd zou hebben. Van alle sterfgevallen waarvan eerder werd verondersteld dat ze medisch onverklaarbaar waren moet nu gezegd worden dat ze medisch onverklaard zijn, aldus het Hof. Het Openbaar Ministerie heeft Lucia de Berk excuses aangeboden.
119
De Bayesiaanse statistiek Van der Bijl en De Cock constateerden dat willekeurige combinaties van de 26 parameters (in groepen) niet evenredig verdeeld zijn binnen een populatie. De parameters afzonderlijk waren ook onevenredig verdeeld. Rechtshandigheid bijvoorbeeld, komt meer voor dan linkshandigheid (87:13);; meer mensen hebben een linker voorkeursoog dan een rechter (2:1). Daardoor alleen al kan de ene groep parameters vaker voorkomen dan de andere. Hoe vaak is geen zaak van wiskundige berekening maar van empirisch onderzoek, zelfs als de parameters wél evenredig verdeeld zijn binnen de onderzoeksgroep! De verklaring voor dit fenomeen is dat er sprake is, of kan zijn, van onderlinge relaties tussen de parameters. Het gezamenlijke kenmerkcomplex van Hess en de gevangene met de drie bewegingsvoorkeuren handenvouwen+handigheid+armenkruisen,*uitkomend in dezelfde eindstand rechterduim boven+rechtshandig+rechterarm voor kwam in een grote aselecte steekproef (n=4792), waarvan Van der Bijl junior in zijn boek verslag doet, voor in een verhouding 1:16.7 Het kenmerkcomplex dat Kim Jong-il typeert**met de drie bewegingsvoorkeuren handenvouwen+applaudisseren+armenkruisen, uitkomend in dezelfde eindstand linkerduim achter+linkerhand onder+linkerarm voor kwam, in de aselecte steekproef die ik opzette (n=299), voor in een verhouding 1:4.*** De individuele parameters van het kenmerkcomplex van Hess bleken in de steekproef van Van der Bijl voor te komen in de volgende verhoudingen: rechterduim boven : linkerduim boven = 1:1 (handenvouwen) rechtshandig : linkshandig = 87:13 rechterarm voor : linkerarm voor = 2:3 (armenkruisen) Vermenigvuldigt men de onderstreepte kansen onderling, dan komt het kenmerkcomplex van Hess en de gevangene binnen een populatie, rekenkundig gezien, voor in een verhouding van 1:6. Dit is een verhouding die in schril contrast staat met de empirisch gevonden 1:16. De oorzaak hiervoor wordt gezocht in de - vooraf onbekende - afhankelijkheid van de parameters onderling. Broeders stelt dat als één van de parameters binnen een afhankelijk kenmerkcomplex bekend is, men waarschijnlijkheidsuitspraken kan doen over de waarde van de andere variabelen. Ter illustratie hiervan haalt hij het voorbeeld aan van het afhankelijke kenmerkcomplex: haarkleur+huidskleur+kleur van de ogen.8 De afhankelijkheid van deze kenmerken is binnen etnische bevolkingsgroepen verhoudingsgewijs bekend en ligt voor de hand. Kent men één van deze drie afhankelijke kenmerken - en de samenstelling van de betreffende bevolkingsgroep - dan kan een waarschijnlijkheidsuitspraak gedaan worden over de waarde van de ander twee. Voor strikt onafhankelijke kenmerken kan dat niet want de frequentie van het ene kenmerk zegt niets over die van het ander kenmerk. *Deze drie metingen zijn afkomstig uit een groep van acht, de zogenaamde basisparameters (zie: het Systeem Van der Bijl). De intrareliabiliteit van het handenvouwen, armenkruisen en de handigheid is maximaal (r=1). Deze parameters komen in de steekproef van Van der Bijl 302 maal voor op een populatie van 4792 personen wat betekent dat 1:16 personen dit kenmerkcomplex gemeen heeft. **We kunnen beter spreken van typerende kenmerken dan van specifieke kenmerken. Van specifiek kan in dit verband slechts gesproken worden als we alle bekende verschijningsvormen van de betreffende kenmerken kennen. Het µNDNHQNOHPPHQ¶ELMYRRUEHHOGLVHHQW\SHUHQGHEH]LJKHLGYDQ+HVVHQGHJHYDQJHQHPDDULVGDDUPHHJHHQEHZLMVYRRU dezelfde identiteit omdat we niet alle verschijningsvormen ervan vast kunnen leggen. Er is een oneindig aantal variaties mogelijk zoals het ritme van aanspannen van de spieren en de kracht waarmee dat plaatsvindt. ***zie: Dubbelgangers Ontmaskerd
120
De twee kenmerkcomplexen met bewegingsvoorkeuren van Hess en Kim Jong-il bestaan uit onafhankelijke kenmerken, in die zin, dat ze geen relatie hebben met lichaamskenmerken als µKDDUNOHXU¶µKXLGVNOHXU¶µNOHXUYDQGHRJHQ¶HQµGHLQWHOOLJHQWLH¶'HEHZHJLQJVYRRUNHXUHQNXQQHQ binnen de groep echter wel onverwachte verbanden aangaan. Of ze dat doen, en in welke mate, wordt duidelijk door het uitvoeren van empirisch onderzoek. Weerbarstig wordt de materie als zou blijken dat er binnen een complex van onafhankelijk geachte parameters zoals bijvoorbeeld: intelligentiequotiënt bovengemiddeld+afstaand linkeroor+brede onderkaak onderlinge afhankelijkheid blijkt te bestaan. Onmogelijk is dat niet en naar de reden ervan moeten we gissen. Een optie is dat die verbanden feitelijk niet bestaan maar veroorzaakt worden door verkeerd uitgevoerd onderzoek doordat de populaties te klein waren en/of de observaties onnauwkeurig. Veronderstelde onafhankelijke kenmerken, die in een groep bij empirisch onderzoek toch (zwakke) verbanden blijken te vertonen, voldoen naar de letter natuurlijk niet meer aan het predicaat µstrikt onafhankelijk¶'DWPHQbij een dubbelgangerselectie bewust rekening hield met een verband tussen bewegingsvoorkeuren en de andere door mij gepresenteerde kenmerken, acht ik niet denkbaar. De reden daarvan is dat onderlinge verbanden binnen een groep bewegingsvoorkeuren wel evident zijn, maar dat betekent niet dat de groep als geheel daarom een verband vertoont met andere kenmerken. Indien er onverhoopt toch een dergelijk verband zou bestaan, dan kan dat dus alleen aangetoond worden met empirisch onderzoek. In de tijd van de - veronderstelde - geregisseerde persoonsverwisseling kan een dergelijk onderzoek niet zijn opgezet vanwege de onbekendheid met het nog niet bestaande Systeem Van der Bijl. Als men toen een dubbel selecteerde met dezelfde bewegingsvoorkeuren in combinatie met ELMYRRUEHHOGKHWµNDNHQNOHPPHQ¶GDQ moet die keuze een toevalstreffer zijn geweest omdat er geen NRSSHOLQJEHVWDDWWXVVHQDIKDQNHOLMNHNHQPHUNHQDOVµKDDUNOHXU¶µKXLGVNOHXU¶HQµNOHXUYDQGHRJHQ¶HQ de als groep onafhankelijke bewegingsvoorkeuren met het onafhankelijke gedragskenmerk µNDkenNOHPPHQ¶ Wanneer binnen een kenmerkcomplex (in meer of mindere mate), onderling afhankelijke parameters voorkomen betekent dat niet automatisch dat andere kenmerken - zoals uiterlijke gelijkenissen tussen personen - gekoppeld kunnen worden aan dat kenmerkcomplex. Het kenmerkcomplex kan immers als groep onafhankelijk zijn van andere kenmerken. Daarom is het zaak om per kenmerk en per kenmerkcomplex te bekijken of, en in hoeverre, er sprake is van een relatie met andere kenmerken of kenmerkcomplexen, zie voor een overzicht van de afhankelijke en onafhankelijke kenmerken bladzij 133/77. Het voorbeeld van Broeders: haarkleur+huidskleur+kleur van de ogen is een afhankelijk kenmerkcomplex en gaat op binnen een bepaald ras of etnische groep. Bewegingsvoorkeuren blijken echter niet gebonden aan ras, sekse of leeftijd en vertonen voor zover bekend geen enkele koppeling met uiterlijke kenmerken. Zoals al gesteld mogen we, als de frequentie van een aantal afzonderlijke parameters bekend is, die niet zonder meer vermenigvuldigen om tot betrouwbare frequentistische uitspraken te komen omdat onbekende verbanden - tussen de parameters onderling - roet in het eten kunnen gooien, zoveel is nu wel duidelijk. Als we de productregel willen gebruiken in de klassieke- of de Bayesiaanse statistiek blijft het steeds oppassen er geen afhankelijke kenmerken in te verwerken omdat dit absurd grote of kleine kansverhoudingen tot gevolg kan hebben, daarmee wordt de werkelijkheid geweld aangedaan. Empirisch onderzoek naar de frequentie van afzonderlijke lichaamskenmerken en complexen daarvan, heeft steeds de voorkeur bij de statistische verwerking van lichaamskenmerken. Het beste behandelt men onafhankelijk geachte kenmerken zo mogelijk alsof ze in meer of mindere mate onderlinge 121
afhankelijkheid kunnen vertonen door ze te groeperen, zoals dat werd gedaan met de drie bewegingsvoorkeuren, en pas daarna, middels een aselecte steekproef, de frequentie van het gehele complex te bepalen. Het praktisch nadeel van deze werkwijze is dat bij het ter beschikking zijn van kenmerken met hoge zeldzaamheidswaarden, de onderzoekpopulaties zeer groot dienen te zijn. Daarnaast is het in ons geval niet meer mogelijk onderzoek te doen in de herkomstpopulatie van de dubbel om de simpele reden dat de gebeurtenissen zich tientallen jaren geleden hebben afgespeeld. Er is echter geen reden waarom de zeldzaamheidswaarden van nu sterk zouden afwijken van die van toen. Dat neemt niet weg dat het onverstandig is een al te groot belang te hechten aan de exacte frequentieverhoudingen. Met de regel van Bayes biedt de statistiek ons aanknopingspunten om duidelijkheid te verschaffen over de vraag hoe groot de kans op een dubbelganger, met een gegeven kenmerkcomplex, is. Thomas Bayes (1701/1761) werd in Londen geboren als zoon van een Presbyteriaanse dominee. Hij studeerde zowel logica als theologie en werd net als zijn vader predikant. Het belangrijkste artikel van zijn hand An Essay towards Solving a Problem in the Doctrine of Chances verscheen pas twee jaar na zijn dood. De regel van Bayes OXLGWGDWµKHWRRUGHHOYRRUDI¶- uitgedrukt in de a-priorikans - YHUPHQLJYXOGLJGPRHWZRUGHQPHWGHJHYRQGHQEHZLMVPLGGHOHQZDDUQDµKHWRRUGHHODFKWHUDI¶- de a- posteriorikans - verkregen wordt. 'LWLVHHQSURFHVGDWµUHYLVLHYDQRSLQLH¶ZRUGWJHQRHPGQLHXZHRQ]HNHUHHQVXEMHFWLHYHLQIRUPDWLH ZRUGWJHEUXLNWRPµKHWRRUGHHOYRRUDI¶WHKHU]LHQPHWGHEHGRHOLQJKHWVWHHGV]HNHUGHUWHODWHQ worden.10 Cruciaal hierbij is de kwaliteit van de informatie;; is de informatie waardeloos dan verandert µKHWRRUGHHODFKWHUDI¶QLHWWHUZLMOELMEHWURXZEDUHLQIRUPDWLHKHWYHUVFKLOKHHOJURRWNDQ]LMQ µ+HWRRUGHHOYRRUDI¶ZRUGWLQKHW(QJHOVprior odds JHQRHPGµKHWRRUGHHODFKWHUDI¶posterior odds. Odds is een uitdrukking die gebruikt wordt bij paardenraces en geeft de verhouding weer tussen de kans dat een paard verliest gedeeld door de kans dat het paard wint. ,QIRUPXOHYRUP]LHWGHµUHYLVLHYDQRSLQLH¶HUDOVYROJWXLW De a-priorikans of ook wel de a-prioriwaarschijnlijkheid, moet gezien worden als het quotiënt van twee mogelijkheden. In de zaak-Hess betekent dit: de a-priorikans dat de gevangene in Spandau Hess [H] zelf was, geven het bewijs (b) dat daarvoor bestaat (dus zónder het nieuwe statistische bewijs en zónder eventueel ánder nieuw niet statistisch bewijs bij deze weging mee te nemen) gedeeld door de a- priorikans dat de gevangene Hess [-H] niet is, gegeven het bewijs (b) dat daarvoor bestaat. Deze kansenwegingen zijn gebaseerd op niet-statistisch bewijsmateriaal en komen tot stand door alle informatie over de zaak-Hess voor aanvang van het onderzoek te verzamelen en vervolgens een subjectieve afweging te maken. Ik schatte met de kennis die ik had, voordat ik met het daadwerkelijke onderzoek begon, de kans op een echte Hess in Spandau op 60%;; ik had toen het boek van Hugh Thomas gelezen en was op de hoogte van de ontbrekende littekens. Aanvankelijk schatte ik de kans op echte Hess op 50%. Toen ik echter hoorde van het argument van de familie Hess, dat het ondenkbaar is dat een vervanger vrijwillig de levenslange gevangenisstraf onder slechte omstandigheden had uitgezeten zonder door de mand te vallen of zonder zijn geheim openbaar te maken, stelde ik mijn opinie bij tot 60% (op een echte Hess). Het vaststellen van deze a-prioriwaarschijnlijkheid bleek achteraf een continu proces van (subjectieve) kansweging waarna uiteindelijk de definitieve inschatting volgde.*
*µ>«@KHWVXEMHFWLHYHNDUDNWHUYDQGHD-prioriwaarschijnlijkheid wordt wel als een bezwaar gezien omdat die onvermijdelijk van persoon tot persoon zal verschillen. Dergelijke verschillen bestaan echter ook tussen individuele rechters en juryleden HQ]LMQELQQHQGHUHFKWVSUDDNELQQHQEHSDDOGHPDUJHVYRONRPHQJHDFFHSWHHUG¶ 10
122
De a-priorikans kan als volgt worden geschreven: VoRUGHµEHZLMVPLGGHOHQ¶XLWGHproductformule, zie bladzij 122) worden ook wel de uitdrukkingen µGLDJQRVWLVFKHZDDUGH¶µ]HOG]DDPKHLGVZDDUGH¶HQµOLNHOLKRRG-UDWLR¶JHEUXLNW+LHULVRRNZHHUVSUDNH van een quotiënt, namelijk de kans dat we het gegeven kenmerkcomplex bij de echte Hess vinden, gedeeld door de zeldzaamheidswaarde van het complex. De zeldzaamheidswaarde wil zeggen: hoe vaak komt het complex met de - in dit geval drie - parameters voor in een relevante populatie. Het complex rechterduim boven+rechtshandig+rechterarm voor bleek voor te komen bij 1:16 personen;; daarmee is de zeldzaamheidswaarde bepaald. In formulevorm schrijven we de likelihood-ratio voor de zaak-Hess. 'Hµ¶LQGHWHOOHUYDQGH]HIRUPXOHJHHIWGHDDQQDPHZHHUYDQGHNDQVdat we de drie kenmerken aantreffen bij de echte Hess. We hadden al een schatting van de a-priorikans op een echte Hess in Spandau en daarnaast is de diagnostische waarde nu ook bekend. Daarmee kunnen we bepalen in welke mate onze subjectieve a- prioriwaarschijnlijkheid verandert door toevoeging van het statistische bewijs. Deze nieuwe subjectieve waarschijnlijkheid noemen we de a-posteriorikans of posterioriwaarschijnlijkheid. Deze verhouding komt overeen met 96% kans op een echte Hess en dus met 4% kans op een dubbel, waarmee zichtbaar wordt dat de zeldzaamheidswaarde van (slechts) 1:16, grote invloed heeft op de uiteindelijk klein geworden kans op een dubbel (bij de gegeven a-prioriinschatting). De zeldzaamheidswaarde van het gehele complex van 11 kenmerken is onbekend en mijn inschatting is dat dit ook zo zal blijven omdat voor de bepaling ervan een extreem grote aselecte onderzoeksgroep moet worden samengesteld. Het is echter helemaal niet nodig precies te bepalen hoe groot de zeldzaamheidswaarde van het gehele complex van de elf kenmerken is omdat dat die zeker een veelvoud van 16 bedraagt, ook als er sprake EOLMNWWH]LMQYDQRQGHUOLQJHYHUEDQGHQ'HNDQVRSGHHFKWH+HVVQDGHUWLQ%D\HV¶UHJHOGHRRN al blijft er altijd een onbekende kans op een onverwacht snelle perfect match). Daarmee wordt eveneens duidelijk dat de a-prioriinschatting er, met een toenemende zeldzaamheidswaarde, steeds minder toe doet want het statistische bewijs gaat dan steeds meer voor zichzelf spreken. Wil men alleen het RQDIKDQNHOLMNHJHGUDJVNHQPHUNµNDNHQNOHPPHQ¶PHWdezelfde a-priori inschatting van 60% toepassen in de regel van Bayes, dan verwerken we de zeldzaamheidswaarde 1:100 weer in de formule: Dit komt overeen met de kans van 99% op een echte Hess. De Bayesiaanse statistiek biedt ons echter ook de zeer praktische mogelijkheid om de twee zeldzaamheidswaarden van 1:16 en 1:100 te combineren zonder dat vooraf empirisch onderzoek noodzakelijk is naar het complex van de drie 123
bewegingsvoorkeuren samen PHWKHWµNDNHQNOHPPHQ¶GLWPDJDOOHHQals de combinatie van het kHQPHUNFRPSOH[HQKHWµNDNHQNOHPPHQRQDIKDQNHOLMNLV Het quotiënt van de 96% kans en de 4% kans is de oude a-posteriorikans die nu tot de nieuwe a- priorikans wordt gebombardeerd! De hernieuwde toepassing van de productregel voorspelt een kans van 99,95% dat Hess en de man in Spandau dezelfde persoon waren. Op deze manier kan men desgewenst steeds nieuw bewijs toevoegen en ook ontlastend bewijs verwerken, steeds onder voorwaarde van onafhankelijkheid van de nieuwe bewijslast. Indien de kenmerken niet onafhankelijk zijn moet een meer gecompliceerde vorm van de regel van Bayes worden WRHJHSDVWDIKDQNHOLMNHNHQPHUNHQ]LMQGXVHHQµRSORVEDDU]XLYHUWHFKQLVFKSUREOHHP¶]HJW Kerkmeester in Het onzekere bewijs.11 En hij voegt daaraan toe dat: µ+HWDDQWDOREVHUYDWLHVGDWNDQZRUGHQYHUULFKWRPYRRUZDDUGHOLMNH kansen [afhankelijke kansen, ARV] te bepalen zal in het algemeen lager zijn dan het aantal observaties bij onafhankelijke kansen. Dit kan de betrouwbaarheid van kansbepalingen ondermijnen.¶12
In elk geval neemt dan de betrouwbaarheid van de regel van Bayes af en dat is voldoende reden van deze, op zich aantrekkelijke, optie geen gebruik te maken. Door stapeling van voldoende bewijs kan in de Bayesiaanse statistiek elke zekerheid worden gehaald behalve de 100%, want er blijft zoals gezegd altijd een restkans over voor het toeval. De wiskundige kans Als de empirische onderzoeken van onderzochte groepen proefpersonen representatief zijn voor de Duitse bevolking op dat moment, dan mogen we daaruit niet de conclusie trekken dat het potentieel, voor een dubbelganger geschikte personen, met een factor 16 werd verminderd. Er bestaat immers altijd de kans op een perfect match bij de eerste de beste persoon uit een populatie die wordt getest. Met andere woorden: er moet altijd rekening mee gehouden worden dat toevallig een juiste GXEEHOJDQJHUZHUGJHVHOHFWHHUGHHQSHUVRRQGXVPHWµGH]HOIGH¶EHZHJLQJVYRRUNHXUHQ'LW]HOIGHJHOGW voor het gedragkenmerk µNDNHQNOHPPHQ¶. Wanneer er een kans bestaat van - minder dan - 1:100 dat in HHQSRSXODWLHWZHHSHUVRQHQKHWJHGUDJVNHQPHUNµNDNHQNOHPPHQ¶hebben betekent dat niet dat we 100 mensen moeten testen voor we, na de eerste persoon, weer een individu tegenkomen met dat kenmerkµ,QIHLWHEHGUDDJWGLHODDWVWHNDQVUXLPHQLVGHNDQVELMQDGDWZHHHQPDWFK tegenkomen voordat we 70 mensen hebben getest.¶13 Dit wordt inzichtelijk als men zich realiseert dat, als men met een dobbelsteen bijvoorbeeld het getal 6 in de eerste worp wil gooien, de kans op een 6 niet steeds 1/6 bedraagt. Er bestaat immers een kans op HHQµWRHYDOOLJH¶LQGHHHUVWHZRUS'HYUDDJKRHYDDNZHprecies moeten gooien voor een 6 in de eerste worp kan niet exact beantwoord worden;; maar de kans daarop kan wel berekend worden.*
Het complex van de drie bewegingsvoorkeuren van Hess kwam voor in de verhouding 1:16, wat dus niet betekent dat bij 16 personen het bedoelde complex één maal aangetroffen zal worden, en ook niet dat de kans op een match 1 op 16 beGUDDJW+HWDDQWDOPDQQHQLQHHQSRSXODWLHGDWµNDNHQNOHPW¶NZDP YRRULQHHQYHUKRXGLQJYDQPLQGHUGDQ +HWµNDNHQNOHPPHQ¶HQGHEHZHJLQJVYRRUNHXUHQ worden geacht van elkaar onafhankelijk te zijn, daarom is de samengestelde kans van deze kenmerken 1:1600. Deze verhouding zegt ons hoe groot de kans is dat een willekeurig gekozen persoon bij toeval hetzelfde kenmerkcomplex heeft als Hess. *Daarvoor gebruikt men de formule: P = 1 - (1 - f) n ;; waarin P staat voor de kans die we kiezen, n voor de omvang van de populatie en f voor de frequentie van het kenmerkcomplex in een relevante populatie.
124
Is de man in Spandau een dubbelganger dan moeten we ervan uitgaan dat hij toevallig het overeenkomende complex van bewegingsvoorkeuren bezit, omdat uiterlijke gelijkenissen niet in verband staan met bewegingsvoorkeuren en met het gedragskenmerk µNDNHQNOHPPHQ¶ De kans dat dubbelgangers bewegingsvoorkeuren (en het gedragskenmerk) delen is dus net zo groot als voor niet- dubbelgangers! Dit geldt evenzeer voor de andere bewegingsvoorkeuren (uit het overzicht) die niet voorkomen in het Systeem Van der Bijl.*2RNGHµLQWHOOLJHQWLH¶ZRUGWEHVFKRXZGDOVHHQNHQPHUNGDW geen verband heeft met uiterlijke gelijkenissen;; alle pogingen die in het verleden zijn ondernomen om toch ]R¶QYHUEDQGDDQWHWRQHQOLHSHQLQZHWHQVFKDSSHOLMNRS]LFKWRSQLHWVXLWHQYHURRU]DDNWHQYHHO ophef in de media. Intermezzo
Een verband tussen lichaamskenmerken en (crimineel) gedrag is een hardnekkig misverstand dat af en toe de kop opsteekt. Het voert ons terug naar de tijd van de Nederlandse criminoloog Wouter Buikhuisen (1933) die meende dat genetische aanleg aan de basis ligt van crimineel gedrag. Daarmee trad hij in de voetsporen van de Italiaanse gevangenisarts Cesare Lombroso (1835/1909) die stelde dat de aangeboren aanleg voor criminele gedragingen gepaard gaat met de ontwikkeling van bepaalde gelaatstrekken. Zo zouden bijvoorbeeld een laag voorhoofd, geprononceerde jukbeenderen en een uni-wenkbrauw**predisponeren tot criminele activiteiten. De schedelvorm werd gerelateerd geacht aan de (vorm van de) genetisch afwijkende hersenen waardoor schedelmetingen potentiële misdadigers konden aanwijzen, zo was de gedachte. De tijd van de craniologie ligt gelukkig ver achter ons maar hedendaags onderzoek lijkt erop te wijzen dat genetische factoren in combinatie met maatschappelijke omstandigheden criminaliteit in de hand kunnen werken.
De kans op een toevallige match is niet zo heel groot. Hoe groot de kans op een toevalstreffer is valt te berekenen maar draagt niet bij aan de waarde van het bewijs zegt Broeders, na een voorbeeldberekening voor de kans op een dergelijk toevallige match: µ2RNYRRUGH]RMXLVWXLWJHYRHUGHEHUHNHQLQJHQJHOGWHFKWHUGDW]LMQLHWYDQEHODQJ zijn voor het bepalen van de waarde van het bewijs. Daarvoor geldt in algemene zin de verhouding tussen de kans op het bewijsmateriaal uitgaande van de stelling dat het afkomstig is van of geassocieerd is met de verdachte en de kans op het bewijsmateriaal uitgaande van een daarmee niet verenigbare alternatieve stelling over de herkomst van het bewijsmateriaal. De kans dat het profiel of kenmerk(complex) wordt aangetroffen in een populatie van een bepaalde omvang kan weliswaar worden berekend maar draagt niet bij tot het bepalen van de bewijswaarde van de overeenkomst. Daarvoor is de relatieve frequentie in de relevante populatie [hier 1:16;; ARV] of de kans op een random match YDQEHODQJ¶14
De zeldzaamheidswaarden 1:16 en 1:100 kunnen met zekerheid gekoppeld worden aan de man in Spandau want we troffen de kenmerken ook bij hem aan. Er is dus feitelijk geen sprake meer van de open populatie waarin de verhoudingen 1:16 en 1:100 werden gevonden;; dat maakt de waarde van het bewijs tegen een dubbelganger sterker omdat we geen afweging meer hoeven te maken hoe groot de NDQVLVGDWGHEHZLMVZDDUGHQDORIQLHWJHUHODWHHUG]LMQDDQGHµGXEEHO¶
*'HEHZHJLQJVYRRUNHXUKHWµDUPHQVWUHQJHOHQ¶NRPWLQKHWSysteem van der Bijl wél voor;; de manier waarop Hess en de
gevangene de handen - met de armen gestrekt naar beneden - voor het lichDDPYDVWKRXGHQGRHWDDQµDUPHQVWUHQJHOHQ¶ denken maar is dat feitelijk niet. **De wenkbrauwen vormen één geheel.
125
De steun aan mijn uiteindelijke conclusie dat we vrijwel zeker te maken hebben met de echte Hess blijft op basis van de regel van Bayes relatief want een categorische uitspraak mag niet gedaan worden zonder aanvullend, ondersteunend bewijsmateriaal. µ+HWLVLQSULQFLSHVOHFKWVGHFRPELQDWLHYDQYHUVFKLOOHQGHEHZLMVHOHPHQWHQGLHWRWHHQRYHUWXLJLQJYDQ identiteit >«@NDQOHLGHQ¶15 stelt Broeders en bedoelt daarmee dat naast het statistische bewijs andersoortig relevant bewijs aangevoerd dient te worden. Het is belangrijk nieuwe bewijselementen aan te leveren zodat de statistische informatie (1:16 en 1:100) meer bewijskracht krijgt! Dat bewijs vond ik in GHUHDFWLHYDQGHJHYDQJHQHRSGHµYHUNHHUGHIRWR¶LQGHJHGHWDLOOHHUGHEULHYHQGLHYDQXLW gevangenschap aan het thuisfront werden gestuurd en in de nauwkeurige uiteenzetting van de betekenis van de geopolitieke theorieën van professor Karl Haushofer. Daarnaast kunnen de kenmerken (uit het overzicht) die niet verwerkt werden in de regel van Bayes ook nog bijdragen aan het niet-statistische bewijs. Gelijkend maar oneindig anders! Bij de toepassing van de regel van Bayes werd ervan uitgegaan dat er bij een dubbelganger sprake is YDQHHQµUDQGRPSLFNHGLQGLYLGX¶HHQZLOOHNHXULJHSHUVRRQXLWHHQSRSXODWLH'DDUYDQOLMNWLQHHUVWH instantie geen sprake omdat een dubbel immers geselecteerd wordt op lichaamskenmerken die overeenkomst vertonen met zijn alter ego, zodanig dat we het gevoel krijgen met een en dezelfde persoon te maken te hebben. De vraag is dus gerechtvaardigd of men de regel van Bayes hier wel mag WRHSDVVHQRPGDWKHW]R]RXN~QQHQ]LMQGDWHHQGXEEHOµGH]HOIGH¶RIHHQDDQWDOOLFKDDPVNHQPHUNHQ heeft die overeenkomst vertonen juist omdat hij nu eenmaal een dubbel is! Deze vraagstelling komt voort uit de veronderstelling dat er sprake zou kunnen zijn van gekoppelde kenmerken, namelijk tussen die van het gelaat en de bewegingsvoorkeuren. De bewegingsvoorkeuren uit het Systeem van der Bijl zijn aan het individu gebonden;; het zijn voorkeuren die geen relatie hebben met leeftijd,*geslacht en ras. Zelfs als eeneiige tweelingen bewegingsvoorkeuren delen is dat niet omdat ze tweelingen zijn. Van der Bijl stelt dat eeneiige tweelingen slechts oppervlakkig op elkaar lijken en bij nadere beschouwing grote individuele verschillen vertonen in bouw en functie. Intermezzo De keuze voor de manier waarop voorkeursbewegingen uitgevoerd worden heeft te maken met de ligging van de deelzwaartepunten van het hoofd, de borstkas en de buik in een driedimensionaal denkbeeldig assenstelsel. Een voorbeeld hiervan is het dragen van een koffer. Ligt het deelzwaartepunt van de borstkas links dan draagt men een koffer bij voorkeur in de rechterhand omdat er dan sprake is van zo min mogelijk verplaatsing van dat zwaartepunt. Het lichaam kiest daarmee voor een oplossing waarbij zo min mogelijk energie gebruikt wordt (het minimum principle).
Van de bewegingsvoorkeuren wordt dus verondersteld dat ze geen relatie hebben met de uiterlijke verschijning, zodat het op toeval berust als men voor Hess een dubbel selecteerde met dezelfde bewegingsvoorkeuren als de gevangene in Spandau.**Ook andere kenPHUNHQ]RDOVGHµULPSHOVWXVVHQ GHRJHQ¶RIµKDDUNOHXU¶YHUWRQHQVOHFKWV bij oppervlakkige observatie gelijkenis. Ze lijken op elkaar. µLijken¶ is hier het sleutelwoord. De kenmerken kunnen slechts gelijkenis vertonen, want volgens het axioma van Quételet zijn ze strikt individueel. *Vanaf (ongeveer) het zesde levensjaar liggen de bewegingsvoorkeuren vast. **Strikt genomen kunnen verschillende personen niet dezelfde bewegingsvoorkeur hebben. Als verschillende individuen het µDUPHQNUXLVHQ¶XLWYRHUHQPHWDls gevolg dezelfde eindstand wil dat nog niet zeggen dat de totstandkoming ervan op dezelfde manier verliep.
126
2RNDOVHOHFWHHUGHPHQRSµULPSHOVWXVVHQGHRJHQ¶GDQ]LMQGLHQRJVWHHGVEUXLNEDDUYRRU identificatiedoeleinden, vooral als er sprake is van een hoge zeldzaamheidswaarde. Die wordt hoger naarmate er meer rimpels bij het onderzoek betrokken kunnen worden. Dit constaterend ontstaat er een heel andere kijk op het fenomeen dubbelganger;; we hebben niet te maken met een bijzondere speling van de natuur want de dubbel is (slechts) een persoon die min of meer op een ander lijkt en niet meer dan dat. Iedereen lijkt in zekere zin op een ander, we hebben allemaal een neus, twee ogen en een mond. Soms lijkt iemand echter meer op een ander, zoveel zelfs dat er bij de toeschouwer een controverse ontstaat tussen gevoel en verstand omdat het gevoel bij ons de indruk achterlaat dat de dubbel een grote groep matchende kenmerken heeft, terwijl het verstand ons probeert duidelijk te maken dat dit niet kan kloppen, omdat we weten dat niemand er exact hetzelfde uitziet is ook al kunnen we dat niet direct aantonen. Onze zintuigen worden gefopt en nadere bestudering van een vermeende dubbel leert al snel dat die dan goed mag lijken maar in wezen oneindig verschillend is! Ze mogen dan beide rimpels op hun voorhoofd hebben, maar nadere observatie leert dat die een ander verloop hebben. De rimpels tussen de ogen en op het voorhoofd van Hess en de gevangene vertonen grote overeenkomsten in lengte en richting, daarmee is er sprake van een grote zeldzaamheidswaarde van KHWNHQPHUN5LPSHOVQRHPGHLNGDDURPHHQµYLQJHUDIGUXNYDQGHWLMG¶GLHLQSULQFLSHWHUXJWHYRHUHQ zijn naar één enkele persoon onder voorwaarde dat de rimpels voldoende onderlinge overeenkomsten vertonen.*Daar gaat het ook om bij de totstandkoming van een vingerafdrukmatch. Geen vingerafdruk is exact gelijk, maar afdrukken kunnen bij voldoende onderlinge overeenkomsten wel met grote zekerheid herleid worden tot één individu. De consequentie van de stelling van Quételet is dat als twee vingerafdrukken precies gelijk zijn, er juist sprake moet zijn van een vervalsing. Dit geldt ook voor de rimpels: exact dezelfde rimpels kunnen bij verschillende observaties niet bestaan, ook niet bij dezelfde persoon. Vandaag zien we er dus iets anders uit dan gisteren of morgen. Deze variatie binnen een kenmerk bij één persoon, de zogenaamde intravariatie, heeft te maken met momentane verschillen in voedingstoestand en spiertonus. Om optimaal bruikbaar te zijn dient daarom de intravariatie in de te onderzoeken periode gering te zijn. De intervariatie daarentegen moet juist voldoende groot zijn, alleen dan is er sprake van onderscheidend vermogen. Bruikbare kenmerken dienen ondubbelzinnig vastgesteld te kunnen worden. Mijn observaties stelde ik daarom steeds ter discussie aan derden, met de bedoeling het tunneldenken te elimineren, want bij de beoordeling van foto- en filmmateriaal kunnen gemakkelijke ongewenste waarnemereffecten sluipen. µWe zien immers graag wat in overeenstemming is met wat we willen vinden (motivational bias), negeren zaken die niet van pas komen (confirmation bias) en we hebben ook de neiging om waar te nemen wat we graag willen aantreffen (expectation bias 'RRUGHUHOHYDQWHIRWR¶VLQGLWERHNRSWH nemen heb ik geprobeerd dit probleem het hoofd te bieden. Daarnaast vroeg ik natuurlijk familieleden en kennissen om advies bij het beoordelen van fotomateriaal waarbij ik open vragen hanteerde om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen.¶]LHRRNTerugblik). Als extra voorzag ik dit boek van beeldmateriaal zodat de lezer de dichotome metingen zelf kan beoordelen.
*De vraag bij authenticiteit is niet of de rimpels van twee identieke personen exact gelijk zijn maar of ze voldoende overeenkomende kenmerken vertonen!
127
Een andere eis die gesteld wordt aan identificatiekenmerken is dat ze onafhankelijk zijn;; alleen dan mogen de frequentieverhoudingen van de kenmerken afzonderlijk, met elkaar worden vermenigvuldigd. Juist over deze laatste eis doen veel misverstanden de ronde. De wiskundige productregel is regelmatig gebruikt door openbaar aanklagers die (onbewust) ten onrechte deze regel toepasten om aan te tonen dat er een extreem grote mathematische kans aanwezig was op schuld van de verdachte. Het probleem is hier dat kenmerken, die verondersteld worden onafhankelijk te zijn, dat in wezen niet zijn. Soms is de relatie binnen een kenmerkset wel inzichtelijk te maken, maar een andere keer blijkt er sprake te zijn van onverwachte en onbegrepen verbanden. Daarom is het zaak uiterst omzichtig om te gaan met de productregel en deze te omzeilen als er een alternatieve werkwijze binnen bereik is. Om een poging te doen de zeldzaamheidswaarde van een kenmerkcomplex te bepalen (dus zonder de afzonderlijke frequenties te vermenigvuldigen) verdient het de voorkeur om die waarde vast te stellen middels empirisch onderzoek. Daarom maakte ik gebruik van de steekproeven van Van der Bijl en De Cock en moest daarnaast zelf enkele opzetten. De frequentieverhoudingen van de drie gebruikte bewegingsvoorkeuren komen binnen meerdere populaties bij benadering overeen, de steekproefvariatie is gering. Steekproeven nemen is welhaast een verplichting;; een nadeel daarvan is in ons geval dat ze niet zonder meer representatief geacht mogen worden voor de Duitse bevolking in de tijd dat dit onderzoek speelt, daarbij komt dat: µ2RNRSWLPDOHVWHHNSURHYHQ]XOOHQ HFKWHUDOWLMGHHQEHSHUNWEHHOGJHYHQYDQGH werkelijke samenstelling van de populatie en zullen ook altijd enigszins van elkaar verschLOOHQGLWYHUVFKLO>«@QHHPWDIPHWGHJURRWWHYDQGHVWHHNSURHIHQKDQJWRRN samen met de mate van variatie in de populatie, in statistisch jargon variantie genoemd. Een grote steekproef zal daarom een beter beeld geven van de waarde van een variabele [hier steeds parameter genoemd;; ARV@LQGHSRSXODWLHGDQHHQNOHLQH¶16
Ik reken wel met de empirisch gevonden waarden alsof deze gelden voor de Duitse bevolking van toen omdat er geen aannemelijke reden voorhanden is dat de verhoudingen zich in de tijd wijzigden. De steekproeven van Van der Bijl, de Cock en die van mij werden niet op hetzelfde tijdstip uitgevoerd, er zat tientallen jaren verschil tussen, maar leverden toch bij benadering dezelfde frequentieverhoudingen RS,QKHWJHYDOYDQKHWµNDNHQNOHPPHQ¶LVHUHFKWHUPDDUppQVWHHNSURHIJHQRPHQHQLVGH steekproeffluctuatie dus onbekend. De empirisch vastgestelde zeldzaamheidswaarden kunnen met behulp van de Bayesiaanse statistiek inzichtelijk maken welke subjectieve kracht de bewijslast heeft. Professor dr. Tom Heskes, verbonden aan de Radboud Universiteit van Nijmegen stelt in zijn inaugurele rede heel krachtig:
µ+RHPRHWMHGDWQXGRHQUHGHQHUHQPHWRQ]HNHUKHLG"(U]LMQWDOULMNHYRRUDOZLVNXQGLJH argumenten die erop wijzen dat de zogenaamde Bayesiaanse beslistheorie de enige coherente, consistente en rationele manier is om te redeneren met onzekerheid. Alle andere WKHRULHsQGLH]LMQEHGDFKW>«@hebben voor specifieke doeleinden hun waarde, maar leiden RRLWHUJHQVWRWWHJHQVSUDDN¶17
Uit het lijVWMHYDQHOINHQPHUNHQPDDNWHLNJHHQJHEUXLNYDQGHµVWDQGYDQGHRUHQ¶GHµLQWHOOLJHQWLH¶GH µOLFKDDPVOHQJWH¶HQµEHKDULQJDFKWHUKRRIG¶RPGDWKHWYRRUGHKDQGOLJWGDWGH]HNHQPHUNHQbewust een rol gespeeld kunnen hebben bij het selectieproces van de dubbel;; in die zin kunnen het - in dit speciale geval - gekoppelde kenmerken zijn. De kans op een perfecte dubbel wordt met de vondst van deze kenmerken wel kleiner;; weinig potentiële dubbels kunnen aan deze eisen voldoen, naast de andere voorwaarden die aan een dubbel gesteld mogen worden.
128
Intermezzo Wat was het programma van eisen waaraan een dubbelganger van Hess moest voldoen zonder dat deze dadelijk door de mand zou vallen? Voor de hand ligt dat hij min of meer overeenkomende gelaatstrekken had, borstelige donkere wenkbrauwen, en een krachtig aangelegde onderkaak;; tussen de vijfenveertig en de vijfenvijftig jaar oud en met - bij benadering - hetzelfde postuur. Tot aanbeveling zou een kale plek op het achterhoofd strekken zoals de echte Hess die ook had, en hij moest voldoende slim zijn om de hem toegemeten rol met overtuiging te kunnen spelen. Voorts moest de man bij voorkeur uit Duitsland komen vanwege de taal, liefst afkomstig uit Beieren en op de hoogte zijn van de nazi-ideologie. En, heel belangrijk, hij moest de bereidheid hebben de rol van Hess te spelen tot aan het einde van zijn leven! Hij zou langdurige gevangenisstraf en misschien zelfs executie door ophanging onder ogen moeten zien. Daarmee grenst dit eisenpakket aan het onvervulbare. Vooral de laatste eisen zijn door de jaren heen steeds weer ingebracht tegen de dubbelgangertheorie;; niemand zou de rol van Hess vrijwillig op zich hebben willen of durven nemen. Deze overweging woog dermate zwaar dat men het ooggetuigenverslag van Thomas terzijde schoof - als een nooit opgelost mysterie. Het harde feit blijft bestaan dat Hess littekens gehad moet hebben van de kogelverwondingen opgelopen in de Eerste Wereldoorlog. Die littekens zijn nooit objectief geconstateerd en beschreven terwijl Hess toch in de loop der jaren door tientallen artsen werd onderzocht. Zelfs in de sectieverslagen werd van de kogelverwondingen geen melding gemaakt terwijl men andere kleine littekens op de borstkas niet over het hoofd zag. Behalve de sporen van kogelverwondingen moet Hess ook nog littekens gehad hebben - op zijn achterhoofd en op zijn linkerarm - waarvan ook geen melding werd gemaakt. Een verklaring voor de ontbrekende littekens zou gelegen kunnen zijn in ondeskundigheid van de onderzoekende medici en/of van desinteresse. Daar geloof ik persoonlijk niet in. Er is maar één verklaring voor de ontbrekende littekens en die is zo mogelijk nog onwaarschijnlijker dan alle andere: Hess heeft die littekens nooit gehad omdat hij niet dezelfde persoon was als de soldaat die vocht in de Eerste Wereldoorlog! Deze veronderstelling is dermate speculatief van aard dat niemand deze voor de hand liggende, mogelijkheid poneerde. Maar ook deze oplossing komt - helaas - niet in aanmerking voor de hoofdprijs want rond 1919, toen de persoonsverwisseling plaats had moeten vinden, was Hess nog geen politieke factor van betekenis. Zijn ster rees zeer geleidelijk en zijn invloed nam pas toe nadat hij met Hitler in Landsberg gevangen zat en, samen met hem, aan Mein Kampf werkte. Het grote publiek leerde Hess pas na 1933 kennen toen hij speeches begon te houden bij grote evenementen. Er was tot die tijd dus geen enkel motief voor een geregisseerde persoonsverwisseling. Toen jaren later de machtsspelletjes tussen de naziebonzen tot volle wasdom kwamen en het wantrouwen onderling ongekende proporties aannam, waren intriges eerder regel dan uitzondering geworden. Dat was wél de tijd om medestanders, die tot tegenstanders uitgegroeid waren, op een politiek zijspoor te rangeren, of desnoods te liquideren. Dat was ook de tijd van de achterkamertjespolitiek en van het smeden van snode plannen. Een publiek figuur als Rudolf Hess ongemerkt uit de weg ruimen en vervangen door een ander, was wel heel veel gevraagd, het was zelfs een vrijwel onmogelijke opgave óf er moest een masterplan aan ten grondslag liggen. Een masterplan kan er geweest zijn maar het werd in elk geval niet uitgevoerd zoveel kunnen we wel constateren want de gevangene was in Spandau vrijwel zeker dezelfde persoon als degene die in Duitsland het luchtruim koos. Een plausibele verklaring voor de afwezige littekens ontbreekt helaas dus steeds, tenzij men blijft vasthouden aan een geslaagd uigevoerd Duits complot, of aan een ongelooflijk knappe actie van de Britse geheime dienst die de perfecte dubbel wist op te sporen.
Van het lijstje van elf bleven GHYLMIEHZHJLQJVYRRUNHXUHQKHWµNDNHQNOHPPHQ¶HQGHµULPSHOVWXVVHQGH RJHQ¶ over DOVRQGHUVFKHLGHQGHNHQPHUNHQ9DQGULHEHZHJLQJVYRRUNHXUHQHQKHWµNDNHQNOHPPHQ¶ werden de zeldzaamheidswaarden (1:16 en 1:100) vastgesteld en het effect hiervan op de a- prioriinschatting in de regel van Bayes. Hoe groot de zeldzaamheidswaarde is van de vijf gevonden bewegingsvoorkeuren samen, werd niet RQGHU]RFKW9DQKHWµDUPHQVWUHQJHOHQ¶HQGHµKDQGHQRSGHUXJ¶]LMn de parameters onbekend. Waren ze dat wel dan wordt het bepalen van de zeldzaamheidswaarde van het complex van dan in totaal vijf bewegingsvoorkeuren nog een enorme klus omdat we geen gebruik mogen maken van de productregel en dus aangewezen zijn op empirisch onderzoek naar de frequentie van het hele complex. 'HµORVVH¶NHQPHUNHQ]LMQRQGDQNVGDWQRJVWHHGVEUXLNEaar voor de bewijslast tegen de dubbelgangertheorie, omdat ze hun bijdrage leveren aan het niet-statistische bewijs. Ze mogen pas verwerkt worden in de regel van Bayes bij veronderstelde onafhankelijkheid. In dat geval wordt de laatste a-posterioriinschatting tot de nieuwste a-prioriinschatting gemaakt en vermenigvuldigd met de zeldzaamheidswaarde van de nieuwe bewijslast. Dit proces kan steeds herhaald worden, zolang er nieuw belastend of ontlastend bewijsmateriaal ter beschikking komt.
129
Samenvatting In hoofdstuk 5 Dubbelgangers ontmaskerd wordt duidelijk dat het helemaal niet zo ingewikkeld is om aan te tonen dat we met een dubbel te maken hebben. Indien er onmiskenbaar verschil tussen lichaamskenmerken of bewegingsvoorkeuren aantoonbaar is kan er van een dubbel geen sprake zijn. Al te veel verbazing hoeft deze constatering niet te wekken want we hebben nu gezien dat een dubbel geen wonderbaarlijke speling van de natuur is maar een gewoon individu dat slechts bij oppervlakkige beschouwing in meer of mindere mate gelijkenis vertoont. Zoomen we meer in op de details van de lichaamskenmerken dan worden de verschillen tussen individuen plotseling uitvergroot. Een belangrijke rol is bovendien weggelegd voor de uitstraling die deze persoon naar de buitenwereld toe moet hebben;; alleen bij een overtuigende charismatische presentatie is verwisseling van personen in het openbaar mogelijk. Anders wordt het als er geen sprake lijkt van een dubbel omdat de kenmerkcomplexen alleen maar overeenkomsten vertonen. Dan moet alles uit de kast worden gehaald om redelijkerwijs aan te tonen dat er sprake is van authenticiteit. Dat komt omdat de meeste biometrie geen al te grote zeldzaamheidswaarde heeft, wat wel het geval is met DNA en vingerafdrukken. Om een grotere zeldzaamheidswaarde te verkrijgen kan men afzonderlijke kenmerken bundelen tot kenmerkcomplexen waarna de statistiek in beeld komt. Dan ontstaan echter ook de problemen omdat voor elk kenmerk ingeschat moet worden in hoeverre er sprake is van een onafhankelijke of juist van een afhankelijke parameter, want alleen bij onafhankelijke parameters mag men de productregel gebruiken. Dat de µOLFKDDPVOHQJWH¶QLHWJHNRSSHOGLVDDQµEHKDULQJDFKWHUKRRIG¶]DOYRRULHGHUHHQZHOGXLGHOLMN]LMQPDDU µKDDUNOHXU¶HQµKXLGVNOHXU¶]LMQMXLVWZHOZHHUYRRUEHHOGHQYDQDIKDQNHOLMNHSDUDPHWHUV Weerbarstig wordt de materie als blijkt dat kenmerken die onafhankelijk werden gedacht zich in een groep anders gaan gedragen en er sprake (b)lijkt van onbekende verbanden. Dat er onbekende YHUEDQGHQEHVWDDQZHUGRQGHUPHHUGXLGHOLMNWRHQLNGHGULHµRQDIKDQNHOLMNH¶SDUDPHWHUVYDQGH bewegingsvoorkeuren uit het Systeem van der Bijl ging vermenigvuldigen en uitkwam op een zeldzaamheidswaarde van 1:6 terwijl uit empirisch onderzoek een waarde van 1:16 kwam rollen. Een YHHOJURWHUH]HOG]DDPKHLGVZDDUGHZHUGHPSLULVFKJHYRQGHQYRRUKHWµNDNHQNOHPPHQ¶HHQDFWLYLWHLW losstaand van de andere kenmerken uit het overzicht want met de beste wil van de wereld valt niet in te ]LHQGDWµKDDUNOHXU¶µVWDQGYDQGHRUHQ¶RIµKDQGHQYRXZHQ¶LHWVWHPDNHQKHEEHQPHWGLW JHGUDJVNHQPHUN+HWµNOHPPHQ¶DOVDFWLYLWHLWRS]LFKLVHHQRQDIKDQNHOLMNJHGUDJV NHQPHUNPDar de gevolgen ervan op de lange duur, bij sommigen herkenbaar aan de hypertrofie van de kauwspieren, kunnen gesignaleerd worden als typerend voor een persoon. Die persoon voldoet daarmee echter niet automatisch aan de eis van het kakenklemmen want niet iedereen met geprononceerde kauwspieren GRHWDDQµNOHPPHQ¶KLHUELMNDQJHGDFKWZRUGHQDDQGHVRPVH[WUHPHVSLHURQWZLNNHOLQJELMSHUVRQHQ die excessief op kauwgom kauwen.* 2RNYRRUKHWµNOHPPHQ¶JHOGWGHTXRWHYDQ%HUWLOORQYRRULQGLWERHN µ0en kan alleen zien wat men waarneemt, en men neemt alleen die dingen waar die al in de geest aanwezig zijn.¶ Met andere woorden: omdat men bij de selectie van een dubbel niet op de hoogte was van het bijzondere en niet eerder beschreven gedragskenmerk van Hess, kon de keuze - onbewust - wel vallen op een individu met oppervlakkige gelijkenis van de gelaatstrekken samen met geprononceerde
*µ.DXZJXPNDXZHQ¶HQµNOHPPHQ¶]LMQWZHHJHKHHOYHUVFKLOOHQGHDFWLYLWHLWHQ%LMNDXZHQLVHUVSUDNHYDQEHZHJLQJYDQGH onderkaak die bij klemmen afwezig is;; daarbij is er slechts sprake van ritmisch aanspannen van musculatuur zonder dat de onderkaak beweegt.
130
kauwspieren, maar men realiseerde zich niet dat deze persoon, om perfect over te komen, ook nog moest (leren) klemmen met de onderkaak!* Al met al kunnen we concluderen dat de toevallige keuze van een perfecte dubbel niet uit te sluiten valt, al lijkt de kans daarop nogal theoretisch omdat de bewegingsvoorkeuren die ik gebruikte uit het overzicht als groep onafhankelijk zijn van de rest van +HVV¶kenmerken. Hetzelfde geldt voor het µNDNHQNOHPPHQ¶ Het toeval is voor de bewijskracht van de authenticiteit van de gevangene elimineerbaar door relevant, aanvullend en overtuigend bewijsmateriaal toe te voegen aan de statistische bewijslast. Het totale programma van eisen dat aan de dubbel gesteld moest worden grensde aan het onvervulbare maar de algemene eisen zouden toch zijn: ongeveer van dezelfde leeftijd, gelijkenis van het gezicht, min of meer hetzelfde postuur, voldoende intelligentie en een perfecte beheersing van de Duitse taal. Andere kenmerken waren mooi meegenomen;; uit mijn lijst van kenmerken liggen een µEHKDULQJDFKWHUKRRIG¶GHµOLFKDDPVOHQJWH¶GHµLQWHOOLJHQWLH¶HQLQPLQGHUHPDWHHHQµDIVWDDQGOLQNHURRU¶ min of meer voor de hand. Het is daarom dat ik deze kenmerken niet in de regel van Bayes mocht verwerken omdat ze weliswaar onafhankelijk van elkaar worden verondersteld maar bij een selectieprocedure mogelijk bij het programma van eisen hebben behoord. Waardeloos zijn ze daarmee niet geworden want ze dragen samen met de andere kenmerken wel degelijk bij aan een steeds gecompliceerder wordend selectieproces op de perfecte dubbel. Om uitspraken te doen over de kans op een dubbel kan men gebruikmaken van de klassieke of van de Bayesiaanse statistiek. De klassieke statistiek kan richting geven aan ons denken maar het is een moeilijke zaak concreet aan te geven hoe de invloed van dat statistische bewijs ons denken heeft beïnvloed. De Bayesiaanse statistiek maakt wel meteen inzichtelijk welke invloed de zeldzaamheidwaarde heeft op de a-prioriinschatting. Welke vorm van statistiek men ook prefereert, het niet-statistische bewijs - in ons geval het historisch onderzoek - blijft steeds van belang omdat er in de regel van Bayes altijd een mogelijkheid blijft op een toevalstreffer. Voorwaarde daarbij is dus dat er aanvullend bewijs aanwezig is dat aantoonbaar gekoppeld moet worden aan de verdachte, en in ons geval aan de dubbel. *,QKRHYHUUHKHWµNOHPPHQ¶HQµJHSURQRQFHHUGHNDXZPXVFXODWXXU¶JHNRSSHOGHNHQPHUNHQ]LMQLVRQEHNHQG Hoe groter die koppeling, hoe groter de kans dat men onbewust voor een dubbel koos met dit gedragskenmerk.
131
Het bewijs verwoord Een punt van aandacht is hoe we de gevonden percentages uit de regel van Bayes in woorden betekenis kunnen geven. In traditionele verbale waarschijnlijkheidstermen kent men diverse schalen. Gebruikt men bijvoorbeeld de volgende schaal: zeker vrijwel zeker zeer waarschijnlijk waarschijnlijk goede aanwijzing aanwijzing mogelijk/algemeen
en we willen uitdrukken hoe groot de kans is dat de echte Hess in Spandau gevangen zat, rekening houdend met de resultaten van de Bayesiaanse statistiek en het aanvullende niet-statistische bewijs, GDQNXQQHQZHGDWDOVYROJWGRHQµ'e onderzochte kenmerken van Hess en de gevangene in Spandau komen zodanig overeen dat het vrijwel zeker LVGDWGH]HWRHEHKRUHQDDQGH]HOIGHSHUVRRQ¶'H NZDOLILFDWLHµ]HNHU¶NDQQRRLWZRUGHQJHKDDOGRPGDWHULQGH%D\HVLDDQVHVWDWLVWLHNDOWLMGHHQUHVWNDQV overblijft ook al is die nog zo klein, en ook omdat het gebruik van aselecte steekproeven categorische uitspraken uitsluit. Er bestaat discussie over de vraag hoe waarschijnlijkheidsuitspraken het beste kunnen worden verwoord, zonder dat die aanleiding zijn voor misverstanden. Een echte oplossing hiervoor is nog niet gevonden, daarom zegt Broeders in Het onzekere bewijs dat een beknopte uiteenzetting van de problematiek de beste oplossing lijkt.18 Terugblikkend bleek het een hele klus om de identiteit van Hess te verifiëren. De statistiek was hierbij wel behulpzaam maar anders dan ik vooraf had ingeschat. De meeste kenmerken bleken waren voor statistische verwerking niet zonder meer geschikt;; dat was aanvankelijk een teleurstelling, totdat uit Het onzekere bewijs en Op zoek naar de bron bleek dat men zich nooit mag blindstaren op de statistiek maar altijd op zoek moet naar aanvullend bewijs. Dat aanvullend bewijs vond ik gelukkig in ruime mate. Een paar jaar geleden wilde ik voor de µwetenschap¶ de voornaamste plek inruimen, maar nu is duidelijk geworden dat subjectieve oordelen een minstens even grote rol spelen omdat kwalitatieve metingen nu eenmaal minder geschikt zijn voor strikt wetenschappelijk onderzoek. 132
Overzicht van de afhankelijke en onafhankelijke kenmerken De bewegingsvoorkeuren: µDUPHQNUXLVHQ¶ µDUPHQVWUHQJHOHQ¶ µKDQGLJKHLG¶ µDUPHQRSGHUXJ¶ µKDQGHQYRXZHQ¶ worden in dit e-book gezien als afhankelijk van elkaar en onafhankelijk van de vijf kenmerken , de drie kenmerken en het gedragskenmerk in dit overzicht. De vijf kenmerken: µVWDQGYDQGHRUHQ¶ µULPSHOVWXVVHQGHRJHQ¶ µGHLQWHOOLJHQWLH¶ µOLFKDDPVOHQJWH¶ µEHKDULQJDFKWHUKRRIG¶ worden in dit e-book gezien als (mogelijk) afhankelijke kenmerken bij de dubbelgangerselectie van Hess maar zijn binnen populaties onafhankelijk van elkaar en onafhankelijk van de vijf bewegingsvoorkeuren , de drie kenmerken en het gedragskenmerk. 'HµOLFKDDPVOHQJWH¶LVHHQafhankelijk kenmerk in de zin dat die gekoppeld is aan bevolkingsgroepen/etnische groeperingen. De drie kenmerken: µKDDUNOHXU¶ µKXLGVNOHXU¶ µNOHXUYDQGHRJHQ¶ worden in dit e-book gezien als afhankelijk van elkaar en onafhankelijk van de bewegingsvoorkeuren, de vijf kenmerken en het gedragskenmerk. Bij dubbelgangerselectie zijn ze samen met de vijf kenmerken (mogelijk) van elkaar afhankelijk. Het gedragskenmerk: µNOHPPHQPHWGHRQGHUNDDN¶ wordt in dit e-book gezien als onafhankelijk van de bewegingsvoorkeuren, de vijf kenmerken, en de drie kenmerken.
77: Overzicht van de afhankelijke en onafhankelijke kenmerken
133
Bronnen Statistiek
1. Broeders, bron. 2. Sjerps, bewijs. 3. Idem, 108-109. 4. Idem. 5. Idem. 6. Idem. 7. Bijl van der, functiemodel, 494-496;; School voor Manuele Therapie, Schemaboeken. 8. Broeders, bron, 183. 9. Idem, 216. 10. Ibidem. 11. Sjerps, bewijs. 12. Idem, 108 13. Broeders, bron, 266. 14. Idem, 267. 15. Idem, 209. 16. Idem, 188. 17. Heskes, inaugurele rede: computers. 18. Sjerps, bewijs, 94.
134
Conclusies µ1XJHHQYUDJHQPHHUPDDUDQWZRRUGHQ«¶
Rudolf Hess tegen gevangenisdirecteur Bird
De beschikbare biometrische gegevens van Rudolf Hess uit zijn Duitsland periode (voor 10 mei 1941) werden met die van de gevangene in Neurenberg/Spandau vergeleken. De gebruikte biometrie werd kwalitatief geïnterpreteerd, er werd steeds gekeken naar links/rechts, boven/onder, kort/lang, schuin/recht enzovoorts. Dit worden dichotome metingen genoemd. Metingen naar absolute lengte en breedte bleven bewust achterwege omdat die in het geval-Hess niet of moeilijk meer te verkrijgen zijn. Door aldus te discrimineren nam de kans op een dubbelganger stelselmatig af. De Bayesiaanse statistiek bleek een voortreffelijk hulpmiddel om inzichtelijk te maken hoe de zwaarte van de bewijslast tegen de dubbelgangertheorie van invloed is op de inschatting vooraf op een dubbelganger.
Nieuw was de toepassing van de uitgangspunten van het Systeem Van der Bijl op de zaak-Hess. De bestudering van filmmateriaal leverde bovendien een gegeven op dat tot dusverre niet werd EHVFKUHYHQ+HVVKDGHHQµWLF¶QDPHOLMNKHWµNOHPPHQ¶PHWGHRQGHUNDDN'DWRQGHUVWHXQWGHGRRU anderen geponeerde stelling dat Hess een neurotische persoonlijkheid had. Dwangmatig fluiten, stoelwiebelen en kakenklemmen, het hoorde allemaal bij zijn repertoire. In Duitsland en Neurenberg/Spandau hebben we vrijwel zeker met één en dezelfde persoon te maken (conclusie één), dat blijkt uit vergelijking van de biometrische gegevens. Uit de literatuur komt naar voren dat de Hess in Engeland en Neurenberg dezelfde persoon was (conclusie twee), dat weten we zeker omdat beide mannen aantoonbaar de twee parallelle littekens op de borst hadden, veroorzaakt door de zelfmoordpoging met een mes, dat bleek uit de autopsierapporten. Conclusie één en twee samen betekenen dat de plaatsvervanger van de Führer, die uit het Duitse Augsburg per vliegtuig vertrok, daadwerkelijk in Engeland aankwam en na de oorlog in eigen persoon in Neurenberg arriveerde (conclusie drie). Of er in Engeland sprake is geweest van één of meerdere stand-ins kan niet uitgesloten worden geacht. We kunnen nu dus ook uitsluiten dat Hess bij het mysterieuze vliegtuigongeluk in de Schotse bergen is omgekomen (conclusie vier);; hij was immers zelf aanwezig in Neurenberg. Wie de geheimzinnige onbekende was die niet op de passagierslijst van het vliegtuig stond met eindbestemming Zweden, zal altijd een raadsel blijven, het was Rudolf Hess in elk geval niet! Een aantal mythes is hiermee ontkracht, want Hess werd niet op last van Goering neergeschoten boven de Noordzee, zoals Hugh Thomas veronderstelde. Dat laatste sluit niet uit dat Goering hiertoe een poging heeft laten doen. De complottheorieën mogen blijven bestaan, maar geen complot werd succesvol ten uitvoer gebracht! De conclusies mogen opzienbarend genoemd worden, want na al die jaren van onzekerheid is nu aangetoond dat er van een dubbelganger in Neurenberg/Spandau vrijwel zeker geen sprake was! Elke historicus kon tot dusverre slechts de officiële, en hier tenslotte onderschreven, gang van de gebeurtenissen geloven of wantrouwen. Er was nergens een hard bewijs voor;; dat bewijs is nu geleverd. Niemand was in staat om met Hugh Thomas mee te kijken toen hij in de gelegenheid was het lichaam van Hess in vivo te onderzoeken, daarom moesten we leunen op zijn goed beargumenteerde verhaal. Thomas merkt op dat het zeer eigenaardig is dat de tientallen artsen die in de loop van de tijd het lichaam onderzochten, in géén van hun rapporten melding maakten van de littekens op zijn borstkas, achtergelaten door de verwondingen opgelopen in de Eerste Wereldoorlog. Wie kan het daarmee 135
oneens zijn? Dát er littekens aanwezig waren ten gevolge van kogelverwondingen, lijkt wel zeker want XLW+HVV¶VWDDWYDQGLHQVWXLWGH(HUVWH:HUHOGRRUORJEOLMNWGDWKLMHUQVWLJZHUGJHZRQGELMGHEHVWRUPLQJ van de Ungureana (Roemenie). Een schotwond door de linker long maakte langdurige verpleging noodzakelijk. De conclusies van Thomas werden - ten dele - overgenomen door diverse historici, zodat de dubbelgangertheorie lange tijd een serieuze verklaring is geweest voor het merkwaardige gedrag van de gevangene in Neurenberg. Zijn bizarre gedrag en zijn al dan niet voorgewende geheugenverlies versterkten bij het publiek in hoge mate het idee van een pseudo-Hess in de verdachtenbank. Mijn bevindingen staan op gespannen voet met het ooggetuigenverslag van Thomas. Dat is misschien teleurstellend voor diegenen die een hang hebben naar complottheorieën.* De in dit e-book JHSUHVHQWHHUGHIRWR¶VHQGHJHYRQGHQILOPEHHOGHQVSUHNHQHFKWHUYRRU]LFK1LHW alleen voor mij, maar doen dat mogelijk ook voor de lezer die met de onderzoeker mee kon kijken. Natuurlijk ben ik mij ervan bewust dat er twijfel mogelijk is. Het ligt bijvoorbeeld voor de hand om te veronderstellen dat ik slechts beeldmateriaal gebruikte dat mij het beste van pas kwam en vooral, dat er nog zoveel materiaal is wat niet in beschouwing werd genomen. Dat laatste zou in mijn optiek een interHVVDQWHPDDU]LQOR]HEH]LJKHLG]LMQJHZHHVWRPGDWGHµPHWLQJHQ¶XLWHUPDWHFRQVLVWHQWZDUHQ sterker uitgedrukt: er waren geen afwijkende metingen!** Bovendien zou een almaar uitdijend onderzoek buiten de van tevoren gestelde kaders vallen. Ik wilde immers RRNRQGHU]RHNHQRIKHWUDDGSOHJHQYDQIRWR¶VHQILOPPDWHULDDOYHUNUHJHQYLDKHWLQWHUQHW voldoende materiaal op zou leveren om het raadsel-Hess op te lossen. Gelukkig staat veel beeldmateriaal tegenwoordig voor een ieder ter beschikking doordat diverse archieven hun materiaal online publiceren, helaas vaak met commerciële bedoelingen. Er werd dankbaar gebruik gemaakt van diverse zoekmachines als Google, AltaVista en MetaCrawler, GDDUPHH]LMQWDOOR]HILOPSMHVHQIRWR¶VYDQ+HVVHQ]LMQNRPSDQHQWHYLQGHQ. De geraadpleegde beelddatabanken waren van Beeldbank WO2/NIOD, Algemeen Nederlands Persbureau, Corbis, het Imperial War Museum, Bundesarchiv, Bildarchiv Preußischer Kulturbesitz en TopFoto. Voor relevante internetadressen kunt u de lijst met bronvermeldingen raadplegen. Daarnaast bekeek ik GLYHUVHGYG¶VPHWDXWKHQWLHNHEHHOGHn uit het commerciële circuit. Verder waren de filmfragmenten die een ieder met YouTube vinden kan van veel nut. *Ik had vooraf de indruk dat het veel interessanter was te bewij]HQGDWZHPHWGHµ+HVVLQ6SDQGDX¶WHPDNHQKDGGHQPHW een dubbelganger dan te bewijzen dat de officiële lezing de enige juiste is. Aanvankelijk waren mijn conclusies daarom een weinig teleurstellend, want vóór het onderzoek rook ik sensatie maar kreeg die niet. Geleidelijk drong tot me door dat de conclusies die ik trok toch waardevol waren, het was immers mogelijk gebleken om met bescheiden middelen onderzoek te doen met historische waarde. Ik stuitte dus niet op complotten, wat niet uitsluit dat die er zijn geweest. Zo is bijvoorbeeld de dood van Hess nog altijd een groot mysterie. Hoe en waarom een bejaarde man, die zijn handen nauwelijks kan gebruiken om zijn veters te strikken, zichzelf ophangt mag een raadsel heten. ** Wanneer er sprake was van afwijNHQGHPHWLQJHQEOHHNKHWVWHHGVWHJDDQRPIRWR¶VGLHDDQWRRQEDDULQVSLHJHOEHHOG ZDUHQDIJHGUXNW6OHFKWVLQHHQHQNHOJHYDOZDVHUGDDGZHUNHOLMNVSUDNHYDQHHQµDIZLMNHQGH¶PHWLQJ+HVVNUXLVWHELMZLM]H van uitzondering op één foto voor zijn Engelandvlucht de armen anders dan voor hem gebruikelijk, tevens deed hij dat een keer op een filmpje dat met YouTube te zien is. Die beelden werden gemaakt tijdens het proces van Neurenberg (zie KLHUYRRUKHWµDUPHQNUXLVHQ¶ 9DQHHQLQWRWDOLWHLWDIZLMNHQGHPHWLQJwas geen sprake omdat het hier incidenten betroffen.
136
Er kan geen onderzoek buiten literatuur en andere bronnen, zie daarvoor het literatuuroverzicht. Het begon allemaal met één boek, dat van Hugh Thomas en wat afbeeldingen op Google, maar daarna sloeg de onderzoekskoorts pas goed toe en bezocht ik talloze internetsites en las tientallen boeken die me op weg hielpen het raadsel op te lossen. Ook de fotobijlagen in die boeken waren soms van nut. Langzamerhand ontwikkelde zich het bekende sneeuwbaleffect van steeds maar toenemende literatuur, IRWR¶VHQILOPIUDJPHQWHQ'HYUDDJGLHQGH]LFKGDQRRNDDQKRHODQJGRRUWHJDDQPHWKHWDDQERUHQ van nieuwe bronnen, en wanneer daaraan grenzen te stellen. Dat probleem loste zichzelf op doordat de bronnen elkaar gingen GXSOLFHUHQHQLNVWHHGVYDNHUGH]HOIGHIRWR¶VWH]LHQNUHHJ
Langzaam maar zeker werd duidelijk dat de namen: µde Egyptenaar¶, µknappe Rudi¶, µdas Fraulein¶, µHesserl¶, µTomo¶, µAlfred Horn¶, µJonathan¶, µJ¶, µgevangene 125¶, µgevangene 7¶, en µder Große¶, alle toebehoren aan Rudolf Walter Richard Hess, de Stellvertreter van de Führer.* *-µde Egyptenaar¶ was de bijnaam die Hess op zijn kostschool in Duitsland kreeg toegemeten vanwege zijn donkere voorkomen.
-µknappe Rudi¶, was een bijnaam die stamt uit zijn schooltijd. -µHesserl¶ was een koosnaampje gebruikt door Hitler. -µTomo¶ is een afkorting van Tomodachi een Japanse shogun. De Engeland-vlucht van Hess was zeker geen bevlieging van een gek geworden Hess, maar werd zorgvuldig voorbereid samen met vader Karl Haushofer, de geopoliticus, en zijn zoon Albrecht Haushofer. In de geheime briefwisseling die de mannen onderhielden kreeg Hess de codenaam Tomo. -+HVVZHUGVRPVF\QLVFKµGDV)UDXOHLQ¶JHQRHPGJHGRHOGZHUGRS]LMQYHUKRXGLng met Hitler. -Hess gaf zich na zijn landing in Schotland korte tijd uit als Hauptman µAlfred Horn¶. -In Engeland werd de gevangene µJonathan¶ JHQRHPGRINRUWZHJµ-¶ -Bij hun aankomst in Neurenberg kregen de gevangenen een nummer, dat van Hess was 125. -In Spandau heerste aanvankelijk een zeer streng regiem;; als onderdeel van de depersonificatie van de gevangenen kregen ze allen een nummer, dat van Hess was nummer 7. -,QIDPLOLHNULQJZHUG+HVVGRRU]LMQYURXZOLHINR]HQGµGHU*URH¶JHQRHPG
137
Tenslotte Ik stelde me bij aanvang de vraag in hoeverre biometrische kenmerken behulpzaam kunnen zijn bij de verificatie van de identiteit van de gevangene in Spandau. Dat kan inderdaad met als voorwaarde dat er bij aanvang voldoende referentiemateriaal aanwezig is waaruit de identiteit overtuigend blijkt. Verder moet er aan nogal wat mitsen en maren worden voldaan voordat men serieuze conclusies kan trekken. Een nadeel van de meeste lichaamskenmerken is dat, door de geringe zeldzaamheidswaarden, er eerst kenmerkgroepen geformeerd moeten worden waarna empirisch onderzoek welhaast verplicht is. Zodoende moet een onevenredige inspanning verricht worden om tot waarschijnlijkheidsuitspraken te geraken. Vandaar dat men zich zonder gegronde redenen beter kan verlaten op DNA-onderzoek en vingerafdrukken. Of de in dit e-book ter sprake gekomen kenmerken commercieel kunnen worden gebruikt, heb ik niet RQGHU]RFKWPDDUWRHNRPVWLJJHEUXLNYDQKHWµEORHGYDWSDWURRQ¶RSGHKDQGHQKHWµULPSHOSDWURRQ¶LQKHW JH]LFKWGHµKRHNHQYDQGHQHXV¶RIKHWµSRULsQSDWURRQ¶RSKHWYRRUKRRIGPRHWniet uitgesloten worden geacht. 'HNHQPHUNHQNXQQHQZRUGHQYHUZHUNWWRWVFKHPD¶VGLH- samen met andere gegevens - deel uitmaken van templates die uniek zijn voor één bepaalde persoon. Het gebruik van voorkeursbewegingen uit het Systeem Van der Bijl is na publicatie van dit e-book voornamelijk geschikt voor retrospectief onderzoek vanwege manipuleerbaarheid van de parameters.
138
Hoofdstuk 5
139
Dubbelgangers ontmaskerd
µ2QGanks oppervlakkige onderlinge gelijkenis tonen ook eeneiige tweelingen fundamentele YHUVFKLOOHQLQERXZKRXGLQJHQEHZHJLQJ¶ Van der Bijl junior in Het individuele functiemodel
In het voorgaande werd uitputtend gezocht naar bewegingsvoorkeuren en andere lichaamskenmerken. Daarvoor gebruikte ik niet alleen beeldmateriaal;; door het bestuderen van de geschreven bronnen werden - min of meer onverwacht - lichaamskenmerken ontdekt die anders verborgen waren gebleven. In KHWJHYDOYDQKHW¶YDVWKRXGHQYDQGHDUPHQDFKWHUGHUXJ·HQGH¶KDQGLJKHLG·OHYHUGHGHcombinatie van literatuuronderzoek en beeldmateriaal heel verrassend oplossingen. Bovendien waren de brieven van Rudolf Hess aan zijn familie van veel nut, de inhoud ervan ondersteunt mijn conclusies. Daarom heb ik me in dit hoofdstuk aan dezelfde werkwijze gehouden. Nu komen een vijftal mannen aan bod die wereldwijd de aandacht trokken vanwege hun (vermeende) dubbelgangers. Drie daarvan, te weten Adolf Hitler, Bernard Montgomery en Kim Jong-il werden onderzocht op lichaamskenmerken. Bij Saddam Hussein en Paul McCartney werd die screening om verschillende redenen achterwege gelaten.
'HP\WKHYDQµHHQGXEEHOJDQJHU¶GXLNWYDQWLMGWRWWLMGRSHQZHHWGDQGHJHPRHGHUHQIOLQNEH]LJWH houden;; wereldwijde media-aandacht is het gevolg. Het is tijd om een aantal van deze dubbelgangers WHJHQKHWOLFKWWHKRXGHQHQWHNLMNHQRIGLHRQWPDVNHUGNXQQHQZRUGHQGRRUµVLPSHOZHJ¶ lichaamskenmerken en bewegingsvoorkeuren te vergelijken. Het Nederlandse woordenboek De Grote van Dale vermeldt dat een dubbelganger een persoon is die µ]R]HHURSHHQDQGHUOLMNWGDWKLMYRRUGH]HNDQGRRUJDDQ¶µ/LMNW¶PRHWKLHUHLJHQOLMNLQGHUXLPVWH]LQYDQ het woord worden geïnterpreteerd want een dubbelganger kan immers sprekend lijken op een ander - wat betreft zijn of haar gelaatstrekken, maar lichaamsbouw, motoriek en stemgeluid moeten ook voor elkaar door kunnen gaan. In het kader van dit boek betekent dit dat een dubbel meerdere lichaamskenmerken heeft die globale overeenkomst vertonen zoals: geslacht, haarkleur, lichaamsgewicht, lichaamslengte, stemgeluid en gelaatstrekken. Volgens het axioma van Quetélet zullen die nooit exact identiek zijn vanwege de uniciteit van elk individueel lichaamskenmerk. Van der %LMOMXQLRUIRUPXOHHUWKHW]R¶Aan de absolute basis van de theorie staat de opvatting dat ieder individu YROVWUHNWXQLHNLQYRUPHQIXQFWLHPRHWZRUGHQJHDFKW¶HQKLMYHUYROJW µ,QWHU-individuele verschillen kunnen herkend worden via intra-individuele asymmetrie in bouw en (bewegings)functies. Er wordt hierbij van uitgegaan dat de uiteindelijke presentatie van het bewegingsapparaat tot stand komt onder invloed van factoren die kunnen worden beschreven als het totaal aan erfelijke eigenschappen in combinatie met beïnvloeding vanuit het externe en interne milieu. Ondanks oppervlakkige onderlinge gelijkenis tonen ook eeneiige tweelingen fundamentele verschillen in bouw, houding en beweging. Vormen en functies kunnen in deze visie niet genormeerd worden aan gemiddelde waarden in een populatie maar uitsluitend DDQKHWLQGLYLGX]HOI>«@¶1
140
Om dubbelgangers te ontmaskeren zal daarom steeds gezocht moeten worden naar intra-individuele kenmerken die inter-individueel - objectief - anders zijn. Vinden we die dan moeten we concluderen dat er geen sprake is van authenticiteit. In het andere geval - we vinden slechts overeenkomende kenmerken - dan is er van een dubbel geen sprake. Dat kan echter alléén als we een kenmerkcomplex hebben gevonden dat niet gekwalificeerd kan worden als oppervlakkig gelijkend maar als typerend voor het individu. Hoe minder het kenmerkencomplex in kwestie voorkomt in een relevante populatie hoe groter de kans dat het kan worden toegeschreven aan één persoon, met andere woorden: de bewijskracht wordt groter naarmate de zeldzaamheidswaarde van het kenmerkencomplex toeneemt. Bovendien moet een persoon die geloofwaardig inzetbaar is als dubbelganger ook andere overeenkomsten vertonen dan alleen maar fysieke. Uitstraling, de presentatie van het innerlijk, is een must voor iederHµGRXEOH¶ Het komt er op neer dat de eisen waaraan een dubbelganger moet voldoen - om succesvol als zodanig ingezet te worden - sterk afhankelijk zijn van de zaak die hij/zij geacht wordt te dienen. Niet alleen de zaak-Hess heeft met zijn dubbelganger door de jaren heen welhaast mythische SURSRUWLHVDDQJHQRPHQHU]LMQYHHOPHHUJHYDOOHQEHNHQGYDQµEHURHPGHGXEEHOJDQJHUV¶ Saddam en McCartney Saddam Hussein Abd al-Majid al-Tikriti (1937/2006) was president van Irak tussen 1979 en 2003. Volgens hardnekkige berichten had hij één of meerdere dubbelgangers, die een zo grote gelijkenis vertoonden met de wrede despoot dat ze in staat werden geacht spreekbeurten in zijn plaats te kunnen houden. Potentiële dubbelgangers moesten zelfs plastische chirurgie ondergaan aan oren, neus, mond en gebit, zo willen de geruchten ons doen geloven. Zij kregen de eervolle en buitengewoon gevaarlijke RSGUDFKWµWHPRHWHQopWUHGHQ¶LQSODDWVYDQGHHFKWH6DGGDP:DWKXQORWZDVDOVGHHFKWHKHWLQ]LMQ hoofd zou halen suïcide te plegen of - ongelukkigerwijs - verminkingen op zou lopen, laat zich raden. De Amerikaanse inlichtingendiensten namen de geruchten over mogelijke dubbelgangers uiterst serieus HQZDUHQGUXNLQGHZHHUPHWFRPSXWHUJHVWXXUGHVSUHNHUKHUNHQQLQJSURJUDPPD¶VZDDUbij analyse van het frequentiespectrum van het stemgeluid uitsluitsel over de authenticiteit moest geven. Deze methode vereist veel kennis van zaken, terwijl de interpretatie van de resultaten niet boven elke discussie verheven is. Het toepassen van de in dit werk besproken voorkeursbewegingen en lichaamskenmerken had uitkomst kunnen bieden om snel een schifting onder de dubbelgangers aan te brengen. Omdat er voor mij onvoldoende beeldmateriaal van de mogelijke dubbelgangers voorhanden was om een onderzoek te beginnen, ontsnapte Saddam helaas aan bestudering op lichaamskenmerken. Wie eraan twijfelt of de echte dictator in de Irakese legerbasis Camp Justice voor het oog van de wereld is opgehangen kan een poging doen lichaamskenmerken en voorkeursbewegingen te verzamelen van de man in de rechtszaal, en die vergelijken met beelden uit vroegere jaren. Wat te denken van ex-Beatle Sir James Paul McCartney (1942)? Nog steeds beweren fanatiekelingen dat de man die wij kennen als de beroemde muzikant, in 1966 overleed en werd vervangen door een dubbelganger genaamd William Campbell (Campbell won eens een look-alike wedstrijd in Edinburgh). +HWJHUXFKWYDQ3DXO¶VGRRGRQWVWRQGLQPDDU]RXSDVLQYRRUZHUHOGZLMGHRSZLQGLQJ zorgen toen in een Amerikaans live-radioprogramma een beller voorstelde het nummer Revolution Number Nine van het Beatles album White Album achterste voren af te spelen. Daarop waren herhaaldelijk de woorden turn me on, dead man te horen. In de Michigan Daily verscheen vervolgens een artikel over deze materie en kijk, een hype was geboren!8 Paul zou overleden zijn bij een auto-ongeluk(je) in 1967, een ongeval dat inderdaad plaatsvond met zijn auto. Of McCartney zelf in de auto zat is onduidelijk. Buitengewoon eigenaardig zijn hier de jaartallen 1966 en 1967, omdat het gerucht ontstond in 1966 terwijl het ongeluk plaatsvond in 1967. µ$DQZLM]LQJHQ¶YRRU]LMQGRRGZHUGHQRRNJHYRQGHQRSGHODQJVSHHOSODDW6JW3HSSHU¶V Lonely Hearts Club Band en op de hoes van de LP Abbey Road. Op de laatste loopt Paul op blote voeten wat erop 141
zou duiden dat hij werd begraven. Bovendien houdt hij een sigaret, het Siciliaanse teken van de dood, in zijn rechterhand terwijl hij normaliter linkshandig basgitaar speelt. Talloos zijn de aanwijzingen voor 3DXO¶VGRRGPaar de meesten zijn vergezocht en nogal ongeloofwaardig. Boze tongen beweren dat de geruchtenstroom een gevolg was van een staaltje typische Beatleshumor óf van een vooropgezet plan om de platenverkoop te stimuleren. Dat laatste was het geval en talloze fans draaiden hun hele platencollectie achterstevoren af, op zoek naar meer aanwijzingen. McCartney kwam in 1983 negatief in het nieuws toen een Duitse vrouw beweerde dat Paul de uitslag van een DNA-test probeerde te manipuleren door er een dubbelganger heen te sturen. Zoals Saddam niet in dit onderzoek voorkomt, komt ook McCartney er niet in voor. De geruchten over zijn dubbelganger zijn uit de lucht gegrepen en zo ongeloofwaardig dat het zoeken naar lichaamskenmerken slechts gezien kan worden als tijdverdrijf. Adolf Hitler µ,NZDVYDVWRYHUWXLJGGDWLNHHQPDDODOVERXZPHHVWHUQDDP]RXPDNHQ¶ Adolf Hitler in Mein Kampf
Ook Adolf Hitler (1889/1945) zou om veiligheidsredenen een stand-in gehad hebben, evenals de meeste andere hoge nazibonzen. Dat is niet onbegrijpelijk als we het boek van Roger Moorhouse: Hitler, de aanslagen2 doornemen. Hitler was het doelwit van een reeks van 42 (!) pogingen tot moord die allen mislukten. Hij was niet van al die pogingen op de hoogte maar hij prees telkens de µ9RRU]LHQLJKHLG¶HQJLQJRSGHQGXXURSUHFKWJHloven in zijn onsterfelijkheid. De fotodatabase van Corbis heeft een afbeelding van een kennelijk geëxecuteerde man met Hitlersnorretje (78);; ter vergelijking een karakteristieke pose van de echte Führer (79). De gedode man moet Hitler voorstellen, liggend op de grond voor de nooduitgang van het bunkercomplex onder de Rijkskanselarij. Als dit een dubbelganger is vluchtte de échte Hitler dan naar Spanje zoals Joseph Stalin vermoedde? Dat is het thema van het boek +LWOHU¶VEscape geschreven door Ron T. Hansig, waarin µRYHUWXLJHQG¶ZRUGWDDQJHWRRQGGDW+LWOHULQGHODDWVWHGDJHQYDQDSULOZHUGYHUYDQJHQGRRUHHQ dubbelganger.3
78: De geëxecuteerde man - op een door de Russen vrijgegeven foto - die moet doorgaan voor Hitler (beeldcitaat: Corbis). 79: Hitler in actie tijdens een redevoering op 1september 1939 (beeldcitaat: met dank aan Beeldbank WO2/NIOD).
Joachim Fest, schrijver van Hitlers laatste dagen, vermoedt dat het hier gaat om een door de Russen geprepareerd lijk waaraan misschien een grimeur te pas is gekomen om de gelijkenis met Hitler te vervolmaken, dat alles in een poging de Führer fictief in leven te houden.4 Omdat deze afbeelding niet voldoende informatie oplevert om lichaamskenmerken te vergelijken koos ik voor de acteur Bruno Ganz als de ideale dubbelganger. In de film Der Untergang5 vertolkt hij bij vlagen weergaloos Hitler tijdens zijn laatste dagen. Zoals in deze film moet het leven zich afgespeeld hebben YROJHQV7UDXGO-XQJH+LWOHU¶VVHFUHtaresse. Ze beschrijft in haar boek Bis zur letzten Stunde6 tot in 142
detail de loop der gebeurtenissen in het naargeestige bunkercomplex, waar de Führer krampachtig vasthield aan de tactiek van de verschroeide aarde, maar waar zijn personeel de bui allang zag hangen en aan het feesten sloeg. Bruno Ganz speelt welhaast perfect de rol van de dictator, die op angstaanjagende wijze weer tot leven lijkt te komen. Een betere dubbelganger kunnen we ons niet wensen en daarom gaf ik toe aan de de verleiding om eens tHNLMNHQRIZHGH]H+LWOHUNXQQHQµRQWPDVNHUHQ¶0HHUGHUHNHUHQVFKRRILNGDDUtoe de dvd van de film in de recorder om Ganz te screenen op voorkeursbewegingen en/of voorkeurshoudingen. 80: Bruno Ganz, of een van de laatste afbeeldingen van Hitler zelf (beeldcitaat: frame van dvd: Der Untergang, Constantin Film Production)?* 81: Hitler deelt onderscheidingen uit aan kindsoldaten in april 1945 (beeldcitaat:TopFoto).
Het bleek al snel dat Bruno Ganz zich terdege voorbereidde op zijn rol en daarbij film- en fotomateriaal bestudeerd moet hebben. Vooral het µDFWHHUZHUNYDQGHKDQGHQ¶RRJW treffend. Regelmatig zien we Ganz staan met de handen voor het lichaam naar beneden, de rechterhand houdt de linkerhand vast, een positie van de armen die we bij de echte Hitler ook regelmatig aantroffen (hier wordt het handenstrengelen bedoeld). Het handenvouwen NZDPLNLQGHILOPQLHWWHJHQ+LWOHU]HOIEOLMNWGDWRSIRWR¶VHQILOPPDWHULDDOQLHWYDak te doen (geen afbeeldingen het van handenvouwen aangetroffen). Snel viel echter op dat Bruno Ganz zijn armen voor het lichaam kruist (82-85) met de rechterarm vóór (zie: Het armenkruisen). In de gehele film zien we hem dat in meerdere scènes doen, rechtsvoor en nooit andersom! Hitler maakte die beweging altijd eindigend met de linkerarm voor (86-89). Misschien heeft Ganz hier niet over nagedacht RPGDWKHWµDUPHQNUXLVHQ¶- voor hem - een zo gewone beweging is dat het aan de authenticiteit van Hitler als filmpersonage niets zou toevoegen. 82 tot en met 85: Bruno Ganz - hier als Hitler - kruist zijn armen: rechts over links (beeldcitaten: frames van dvd: Der Untergang, Constantin Film Productions). *Bruno Ganz
143
7RHQEOHHNGDW*DQ]¶YHUWRONLQJSHUIHFWZDVPDDUWRFKQLHWKHOHPDDOVWDDNWHLNKHW]RHNHQQDDr andere RYHUHHQNRPVWHQRIYHUVFKLOOHQ9HUGHU]RHNHQZDVLPPHUV]LQORRVGHµGXEEHOJDQJHU¶ZDVRQWPDVNHUG want: nooit ofte nimmer zou Hitler zelf het armenkruisen (consequent) andersom uitgevoerd hebben, tenzij er sprake was van Spielerei! Tot mijn verbazing vond ik in de fotodatabase van Corbis echter een afbeelding (90) waarop een nog jonge Hitler staat afgebeeld met de rechterarm vóór gekruist. De afbeelding werd niet in spiegelbeeld afgedrukt want de scheiding in het haar zit rechts, en - maar dat is moeilijk te zien - het colbertje sluit links over rechts. Bovendien draagt hij een speldje met hakenkruis op de revers van zijn jasje;; aan de linkerzijde, zoals gebruikelijk. Het kan zijn dat Hitler toevallig een keer het armenkruisen andersom uitvoerde;; meer voor de hand liggend is dat hij het deed op aanwijzing van de fotograaf, ter wille van de compositie. Ter oriëntatie zocht ik op de site van Corbis naar afbeeldingen waarop Hitler te zien is met gekruiste armen. Er werden twaalf afbeeldingen gevonden. Op twee dezelfde afbeeldingen (met een ander nummer) kruist hij de armen met de rechterarm vóór, op de resterende negen wordt dat gedaan met de linkerarm vóór (ook hier twee dezelfde afbeeldingen met een ander nummer).* In de fotobase van Beeldbank WO2/NIOD werden acht afbeeldingen gevonden waarop Hitler de linkerarm voor de rechter kruist, op geen enkele doet hij dat andersom.** Het overtuigendHEHZLMVYDQ+LWOHUV¶YRRUNHXUwerd geleverd in de Canvas-documentaire 'DQVO¶LQWLPLWp G¶+LWOHU7 Daarin werd veel filmmateriaal verwerkt dat gemaakt is door Eva Braun.***We zien Hitler op het terras van de Berghof met zijn armen voor het lichaam gekruist;; één keer kunnen we het gehele bewegingsverloop µOLYH¶ observeren en is te zien dat het armenkruisen bij hem eindigt met de linkerarm voor. Daarmee werd aangetoond dat het op afbeelding 90 gaat om een incident. +HWµRQWPDVNHUHQ¶YDQ*DQ]ZDV dus geen al te moeilijke opgaaf omdat ik het geluk had snel tegen een voorkeurshouding aan te lopen die beide personen verschillend uitvoeren. Aanvullend onderzoek was wel nodig vanwege het portret van Adolf Hitler waarop hij zijn armen - voor één keer - andersom kruist dan voor hem gebruikelijk. 86: Ter gelegenheid van de 45-ste verjaardag van Alfred Rosenberg (1938) op het balkon van diens woonhuis in Daghlem (beeldcitaat: met dank aan Beeldbank WO2/NIOD). 87: Hitler poserend, datum onbekend (beeldcitaat: Google, afbeeldingen). 88: Hitler poserend, datum onbekend (beeldcitaat: met dank aan Beeldbank WO2/NIOD). 89: Hitler tijdens een bezoek aan Neurenberg op 28-4-1936 (beeldcitaat: met dank aan Beeldbank WO2/NIOD). 90: Een vroeg portret (1923) ;; op deze foto kruist Hitler de armen rechtsvoor. Het betreft een incident (beeldcitaat: Corbis).
*Corbis: de twee bedoelde identieke afbeeldingen zijn: BEO032668 en HU002793. De andere afbeeldingen zijn: U778487, U972178, U769460, NA006658, Hu002755, IH169116, PL2567, HW002794, IH172893, W769460. Ook de afbeeldingen: NA006658 en U972178 zijn identiek. **NIOD: de bedoelde afbeeldingen zijn: 37338, 39144, 45460, 46342, 50103, 50111, 50113, 50137.
144
***De documentaire kreeg in het Engels de ronkende titel mee: In love with Adolf Hitler, een titel die de lading niet helemaal dekt. De relaties van Hitler met Geli Raubal en Eva Braun worden weliswaar belicht, maar de documentaire toont vooral hoe de nazi-topstukken een relatief onbezorgd luxe leventje leidden terwijl elders in Europa de moordmachinerie op volle toeren draaide. Eva Braun flirt met de camera als ze zich laat filmen tijdens haar gymnastische oefeningen. Zelf legt ze de JHEHXUWHQLVVHQRSKHWWHUUDVYDQGH%HUJKRIYDVWGHJDVWHQGHEDE\¶VGHKRQGHQHQGHDQGHUHQLHPHQGDOOHWMHV+LWOHU komt regelmatig in beeld;; de kleurenfilm registreert zijn onberispelijke colbertjes;; vrijwel steeds is hij zich bewust van de draaiende camera en oogt zelden echt ontspannen, in tegenstelling tot zijn favoriete architect Albert Speer die zich comfortabel installeert op de terrasmuur.
Bernard Law Montgomery
µ«LNHUNHQGDWLNYDDNHHQRPVWUHGHn figuur ben geweest.· Bernard Montgomery in Memoires
De Britse generaal en veldmaarschalk Bernard Law Montgomery (1887/1976) raakte net als Rudolf Hess zeer ernstig gewond tijdens de Eerste Wereldoorlog toen hij in Frankrijk eerst in zijn borst en meteen daarna in zijn knie geschoten werd.8 Na een lange carrière in het leger maakte hij in 1942 promotie en kreeg daarbij de leiding over het 5 e .RUSVµ9DQDIGLHWLMGGDWHHUWPLMQZHUNHOLMNHLQYORHGRSGHWRHQPDOLJHRHIHQLQJYDQKHWOHJHULQ (QJHODQG¶VFKULMft hij in zijn Memoires.9 De militairen moesten veel harder getraind worden dan YRRUKHHQRQGHUDOOHRPVWDQGLJKHGHQHQRSDOOHGHQNEDUHHQRQGHQNEDUHORFDWLHVµ(HQWRWDOHRRUORJ YURHJRPWRWDOHILWKHLGYDQGHKRRJVWHQWRWGHODDJVWHQ¶ 10 Daarnaast voerde hij diverse en vergaande reorganisaties uit in de legertop waarbij hij uiterste zorg besteedde aan de selectie van het hogere SHUVRQHHOµ'HRQJHVFKLNWHQHQRQEHNZDPHQPRHVWHQZRUGHQYHUZLMGHUG¶ 11 Monty zette een nieuw systeem op voor de kustverdediging, dat tot dan toe georganiseerd was volgens HHQOLQHDLUSDWURRQYDQEHWRQQHQND]HPDWWHQHQORRSJUDYHQµ(U]DWJHHQGLHSWHLQ¶YHUWHOW0RQWJRPHU\ HQµGDDURPZHUGHQGHPLOLWDLUHQYDQGHVWUDQGHQWHUXJJHWURNNHQ¶ 12 De troepen werden gegroepeerd in compacte masVD¶VGLHVWHHGVJHUHHGZHUGHQJHKRXGHQRPELMHHQLQYDVLHHHQWHJHQRIIHQVLHILQWH zetten. De vrouwen en kinderen van de soldaten werden van de kust naar het achterland verbannen zodat de militairen niet in de verleiding konden komen de zorg voor het gezin te laten prevaleren boven de landsverdediging. De stranden zelf werden verdedigd met licht uitgeruste troepen met goede verbindingen en voldoende vuurkracht om een landing in de war te schoppen: Ik rebelleerde tegen de tactiek van de verschroeide aarde, >«@LN]HLGDWZH niet zouden terugtrekken en dat de Duitsers evenmin naar het binnenland zouden opmarcheren. Zo werd het vertrouwen in onze capaciteiten om de 'XLWVHUVWHYHUVODDQV\VWHPDWLVFKYHUVWHUNW>«@0LMQGRHOZDVWURHSHQWH kweken die uitblonken door de felle agressiviteit en het aanstekelijke optimisme die het resultaat zijn van een goede fysieke conditie.13
Montgomery (91) verkreeg grote populariteit na zijn overwinning met het Achtste Leger op het Duitse Afrika Korps dat onder leiding stond van de vindingrijke Duitse generaal Erwin Rommel. Tijdens de µ7ZHHGHVODJRP(O$ODPHLQ¶ZLVW0RQW\GHHHUVWHJURWHRYHUZLQQLQJRSGH'XLWVHUVWHEHKDOHQ'H]H RYHUZLQQLQJZDVYROJHQV&KXUFKLOOµQLHWKHWHLQGH]HOIVQLHWKHWEHJLQYDQKHWHLQGHPDDUKHWLs PLVVFKLHQZHOKHWHLQGHYDQKHWEHJLQ¶ In 1947 werd Bernard Montgomery wegens zijn grote verdiensten in de adelstand verheven als µ9LVFRXQW0RQWJRPHU\RI$ODPHLQ¶ In 1944 zette de Britse Security Service, bekend onder de naam MI-5, Meyrick Edward Clifton James (1898/1963) in als dubbelganger van de grote generaal. James was in de Eerste Wereldoorlog aan de 145
Somme gewond geraakt waardoor hij ongeschikt werd voor gevechtshandelingen in de strijd die nog zou volgen. De intentie van de opmerkelijke operatie was, om met de zogenaamde aanwezigheid van µ0RQWJRPHU\¶LQ=XLG-Europa en Afrika, Duitse waarnemers te laten geloven dat een ophanden zijnde invasie vanuit het zuiden plaats zou vinden en dat de geallieerden ZLOGHQSHQHWUHUHQLQGHµ]DFKWH RQGHUEXLN¶YDQKHW'XLWVH5LMN,QKHWELM]RQGHUEHWURIKHWKLHUµ3ODQ¶HHQSODQYRRUGHJHDOOLHHUGH landing in Zuid-Frankrijk. Clifton James - van huis uit acteur - had zich, in het diepste geheim, terdege voorbereid op zijn dubbelgangerrol, en moest het gebruik van alcohol en tabak tot zijn spijt achterwege laten omdat Montgomery geheelonthouder was. Om zijn rol te vervolmaken had hij langdurig geoefend op de perfecte imitatie van het - minder welluidende dan karakteristieke - stemgeluid van de generaal. Om echt succesvol te zijn was er echter meer nodig dan het nadoen van de maniertjes van Montgomery met een baret op, en wat schmink. Clifton James schrijft daarover in zijn boek ,ZDV0RQW\¶V double (1954):
>«@,KDGIROORZHG0RQW\>«@DQG,IHOWFRQILGHQWWKDW, could imitate his voice, gestures and mannerisms, but his personality was quite a different matter. It was so unique and overpowering that I despaired of ever being him. It was one thing to ape the outside of a man, but quite another to acquire something of his fire and forcefulness. When he stopped and spoke to people they felt something which came from inside him. What ZRXOGWKH\IHHOLI,VWRSSHGDQGVSRNHWRWKHP"1RWKLQJDWDOO>«@:KDW,QHHGHGZDV DWUDQVIXVLRQRIPRUDOH>«@.14
Over zijn avonturen werd in 1958 een film gemaakt onder dezelfde naam als het boek, later werd de film ook uitgebracht op dvd (92). 91: Veldmaarschalk Bernard Montgomery;; let vooral op zijn rechterhand (beeldcitaat: frame van de dvd: How the war was won, British Movietonews Limited). 92: Clifton James in de film, net geland op Gibraltar (EHHOGFLWDDWIUDPHYDQGHGYG,ZDV0RQW\¶VGRXEOH, Film Traders and Setfair Productions Ltd).
In de film kunnen we Clifton James bewonderen in zijn dubbelrol;; hij speelt zichzelf en moet voor de Duitsers doorgaan als Montgomery. De gelijkenis met de generaal is zo verbazingwekkend treffend dat KHWHHQXLWGDJLQJLVRPPHWJHEUXLNPDNLQJYDQOLFKDDPVNHQPHUNHQµRQGHUVFKHLG¶DDQWHEUHQJHQ tussen beide personen. Bruno Ganz was gemakkelijk te ontmaskeren als dubbelganger, maar is dit ook het geval bij Clifton James? Het beschikbare zwart/wit filmmateriaal van Clifton James verkreeg ik van de dvd: ,ZDV0RQW\¶VGRXEOH. 146
Clifton James was in de film 60 jaar. Toen hij in 1944 ingezet werd als dubbelganger was hij 46 jaar;; Montgomery was in die tijd 57 jaar. Zoals in het voorgaande duidelijk werd gemaakt speelt de leeftijd geen rol voor zover het de voorkeursbewegingen betreft, die blijven immers onder normale omstandigheden levenslang onveranderd. Voor de rimpels in het gezicht geldt dat die wel veranderen, in de zin dat er - met het vorderen van de leeftijd - rimpels bijkomen, terwijl andere dieper worden en zich daarmee nadrukkelijker presenteren. Op de dvd zocht ik bij Clifton James aanvankelijk naar de bekende voorkeursbewegingen uit het systeem Van der Bijl. :DDUPHQLQHONHILOP]LHWGDWHUµKDQGHQZRUGHQJHYRXZHQ¶HQµDUPHQJHNUXLVW¶ ziet men dat bij onze hoofdpersoon niet terug. De enige voorkeurshouding was die van het vastpakken van de handen achter de rug (een eindstand van een voorkeursbeweging die in het systeem Van der Bijl als meting niet voorkomt). In de film zien we Clifton James dat dikwijls doen;; telkens pakt hij met zijn linkerhand de rechter vast, nooit andersom. Montgomery zelf staat ook voortdurend met de handen op de rug;; op een enkele afbeelding is te zien dat - ook hij - daarbij met zijn linkerhand de rechter vastpakt. Daarmee drong geleidelijk tot me door dat er een probleem ontstond, want ik was niet toevallig, zoals bij Ganz, tegen een voorkeurshouding aangelopen die bij beide personen verschillend wordt uitgevoerd. In de gezichten van beide mannen valt ook niet direct op waar de verschillen zitten. De lijntjes tussen de ogen, die zo typerend waren voor Hess, zijn bij Clifton James veel langer dan bij Montgomery, maar de eerste is ten tijde van de film veel ouder en daarom presenteren ze zich wellicht meer geprononceerd. Verder viel me op dat op meerdere afbeeldingen te zien is dat het rechteroor van Montgomery verder van zijn schedel afstaat dan zijn linker;; bij Clifton James is dat ook het geval, alleen in mindere mate. µ1LHWVRSJHVFKRWHQRSKHWJHELHGYDQGHYRRUNHXUVEHZHJLQJHQ¶LVGHFRQFOXVLH daarom werd de stand van de gebitselementen van beide mannen in het onderzoek betrokken. De voortanden van Clifton James staan minder perfect naast elkaar dan die van Monty (93, 94, 95). Op een frame van de dvd How the war was won is het bovengebit van Montgomery - ten dele - te zien bij een motivatierede tijdens de Tweede Wereldoorlog, gehouden voor de thuisblijvers. Opvallend is het smalle spleetje tussen zijn snijtanden (96), een spatie die we bij Clifton James niet tegenkomen Op een latere afbeelding van Montgomery (94) waarop hij een kunstgebit draagt is de krommingsgraad van de boog van het bovengebit duidelijk kleiner dan op afbeelding 96. Op de afbeeldingen 93 en 95 is goed te zien dat het gebit van James onregelmatiger is aangelegd dan dat van Montgomery. Al met al hebben we hier te maken met drie verschillend vormgegeven gebitten bij twee verschillende personen, waarbij zeker is dat Clifton James in 1958 nog de beschikking over zijn eigen tanden had. Bij Montgomery kunnen we niet met diezelfde zekerheid vaststellen of hij op afbeelding 96 zijn natuurlijke tanden had, daarvoor zijn de beelden niet scherp genoeg. Het spleetje tussen de tanden doet wel denken aan een natuurlijk gebit maar de onnatuurlijke egale witte kleur ervan doet anders vermoeden. Geheel en al tevreden was ik met de opbrengst van mijn zoeNWRFKWQLHW'DDURP]RFKWLNRSGHGYG¶VI ZDV0RQW\¶V'RXEOHen How the war was won, naar herkenbare tekenen van de verwondingen van James en Montgomery uit de Eerste Wereldoorlog. Het zoeken naar meer lichaamskenmerken kon meteen gestaakt worden toen, op enkele momenten op de dvd van de dubbelganger, duidelijk in beeld kwam dat Clifton James de middelvinger mist van zijn rechterhand (97). Die hand is daardoor wat smaller geworden dan de linker, omdat er ook (een deel van) een middenhandsbotje ontbreekt. Dat is goed te zien als hij met de linkerhand de rechter vastpakt achter zijn rug (99, 100). Tevens zijn er bewegingsbeperkingen zichtbaar in de vingergewrichten van de vierde en vijfde vinger;; dat is de reden dat de wijsvinger veel langer oogt dan gebruikelijk. Vlak voordat James overgevlogen werd naar Gibraltar moest er inderhaast een prothesevinger voor hem vervaardigd worden. Hij schrijft daarover:
147
µ*RRG/RUG¶KH>6WHSKHQ:DWWV@VDLG¶
«@3HUKDSVLWZDVQRWVXUSULVLQJWKDWQRRQHKDGQRWLFHG it before. >«@2QWKHVWDJH,DOZD\VZRUNHGZLWh my right hand behind me or in my pocket, and in course of time it became second nature to do this off-stage as well. Some friends did not spot it for months, and in fact one friend told me it was a hole year EHIRUHKHQRWLFHGLW$IWHUDPRPHQW¶VVLOHQFH Colonel Lester sent Jack [Hervey] out WRPDNHVRPHSXUFKDVHVLQDFKHPLVW¶VVKRSDQGZKHQKHUHWXUQHGWKH\PDGHD most realistic middle finger out of cotton wool, adhesive plaster and some stiffening material. Strapped on to my hand and coloured to match my skin, it would have needed a very sharp pair of eyes to detect it.¶15
In de film liet men de prothesevinger achterwege, misschien omdat de gelijkenis met Montgomery verbluffend genoemd mocht worden en het acteerwerk voldoende overtuigend.
93: Clifton James als Bernard Montgomery tijdens een sterk geacteerde toespraak;; (beeldcitaat: frame van de dvd: I was 0RQW\¶VGRXEOH, double, Film Traders and Setfair Productions Ltd). 94: Montgomery, een vrolijk moment;; we zien geen spleetje tussen de voortanden (beeldcitaat:Google,afbeeldingen;; rechthebbende onbekend). 95 en detail: Clifton James, het bovengebit is onregelmatig aangelegd (beeldcitaat: frame van de dvd: I wDV0RQW\¶VGRXEOH Film Traders and Setfair Productions Ltd).
148
96 en detail: Tijdens de Tweede Wereldoorlog;; MoQWJRPHU\KRXGWHHQPRWLYDWLHVSHHFKµ$OVXKHWmilitaire front vergelijkt met het thuisfront, dan zeg ik dat het thuisfront KHWEHODQJULMNVWLVYDQGHWZHH¶ Het spleetje tussen zijn voortanden is duidelijk te zien (beeldcitaat: frame van de dvd: How the war was won, British Movietonews Limited).
97µ0RQW\¶PLVWGHPLGGHOYLQJHUYDQ]LMQUHFKWHUKDQG(EHHOGFLWDDWIUDPHYDQGHGYG,ZDV0RQW\¶VGRXEOH)LOPTraders and Setfair Productions Ltd). 98: Noord-Afrika 1942;; de echte Montgomery in actie;; de vingers van zijn rechterhand zijn zichtbaar aanwezig (beeldcitaat: Imperial War Museum).
149
99 en 100µ0RQW\¶VDOXHHUWOLQNHUIRWR HQSDNWGaarna (rechter afbeelding) met zijn linkerhand - de smalle - rechter vast (beeldcitaten: frames YDQGHGYG,ZDV0RQW\¶VGRXEOH, Film Traders and Setfair Productions Ltd).
150
Kim Jong-il µ2XU)DWKHU'HDU/HDGHU$*UHDW0DQ$*UHDW'LSORPDW$*UHDW$UFKLWHFW$*UHDW6SRUWVPDQ$*UHDW«¶ Noord-Koreaanse propaganda
De historische rivaliteit tussen het huidige Noord- en Zuid-Korea gaat terug naar 1945 toen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie een denkbeeldige lijn trokken door de achtendertigste breedtegraad ter markering van hun invloedsgebied. In 1948 stichtten communisten in het noorden, en prowesters georiënteerde elementen in het zuiden een eigen land, en claimden prompt dat hun land het enige echte Korea was. Van Noord-Korea gaat tot op heden geen enkele toenadering uit om gefaseerd te komen tot een herenigd Korea, daarvoor zijn de politieke tegenstellingen te groot. De Noord-Koreanen beseffen volgens Michael Breen maar al te goed dat een herenigd Korea, een gegroeid Zuid-Korea zal betekenen.16 In 1948 werd de conservatieve Rhee Synman, een christen die in Amerika aan diverse universiteiten studeerde, president van Zuid-Korea daarbij gesteund door de Verenigde Staten. In dat zelfde jaar werd Kim Il-sung (1912/1994) benoemd tot leider van Noord-Korea, als vanzelfsprekend met support van de Sovjet-Unie. Hij stichtte een communistische dictatuur die zijn gelijke nauwelijks kent en wist daarmee WRW]LMQGRRGLQDDQGHPDFKWWHEOLMYHQ$OVµ*URWH/HLGHU¶NUHHJKLMQD]LMQRYHUOLMGHQLQGH status YDQµ(HXZLJ3UHVLGHQW¶HQNRQDOV]RGDQLJQLHWRSJHYROJGZRUGHQRRNQLHWGRRU]LMQ]RRQ.LP Jong-il (16 februari 1942) die wel de feitelijke macht in handen heeft. Na de Koreaanse burgeroorlog (1950/1953) ontwikkelde zich een Koude Oorlog tussen de buurstaten die tot op de dag van vandaag voortduurt. Een zone van vier kilometer breed niemandsland, volgestopt met mijnen, maakte zelfs het meest onschuldige contact tussen burgers uit de twee staten onmogelijk. Ten tijde van het bewind van de Zuid-Koreaanse leider Park riskeerden postzegelverzamelaars zelfs arrestatie bij het in bezit hebben van Noord-Koreaanse zegels. De incidenten tussen de landen stapelden zich op en werden gemarkeerd door diverse hoogtepunten, het ene nog meer sinister en bizar dan het andere. In 1968 bijvoorbeeld, drong een elite-eenheid Zuid-Korea binnen in een poging om, ter gelegenheid van GHWZLQWLJVWHYHUMDDUGDJYDQGHVWDDWSUHVLGHQW3DUNWHRQWKRRIGHQ'HFRPPDQGR¶VWURNNHQRSQDDU het presidentiële Blauwe Huis maar werden op het laatste moment tegengehouden. Even later was het weer raak toen de Noord-.RUHDDQVHPDULQHKHW$PHULNDDQVHVFKLSGHµ8663XHEOR¶HQWHUGHHQ dreigde de bemanning één voor één dood te schieten, te beginnen met het jongste lid, als de kapitein geen verklaring wilde tekenen dat hij zich binnen de territoriale wateren van Noord-Korea bezighield met spionageactiviteiten.17 Nog tijdens het regime van Kim Il-sung deed zijn zoon Kim Jong-il van zich spreken door in 1978 de kidnappingen te gelasten van - eerst - de actrice Choi Eun-hee en - daarna - van filmproducent Shin Sang-ok, in een poging het artistiek niveau van de Noord-Koreaanse filmindustrie op te krikken. Na een achtdaagse boottocht vanuit Hong Kong kwam Choi aan op de kade van de Noord-Koreaanse haven NampoZDDU]HGRRU.LPZHUGYHUZHONRPGPHWKHWODFRQLHNHµ7KDQN\RXIRUFRPLQJ0DGDPH&KRL, am Kim Jong-LO¶18 Choi en Shin wisten samen, tijdens een tripje in Europa in 1986, te ontkomen aan hun begeleiders door een Amerikaanse ambassade binnen te vluchten. Kim Jong-LO¶VYDGHU.LP,l-sung, was de oudste van drie broers. Hij werd geboren in een klein dorpje vlakbij de hoofdstad Pyongyang. Zijn vader was een christelijke keuterboer die al op 32-jarige leeftijd overleed. Kim Il-sung week - als vooraanstaand Koreaans revolutionair - uit naar Mantsjoerije en later naar de Sovjet-Unie, maar kwam na de Japanse capitulatie terug naar Korea. Over de geboorteplaats van Kim Jong-il bestaat enige onduidelijkheid;; volgens de autoriteiten is hij geboren op de hoogste berg van Noord-Korea, de Mount Paektu. Een en ander zou met 151
natuurwonderen gepaard zijn gegaan, zoals het verschijnen van een nieuwe ster aan de hemel. :DDUVFKLMQOLMNLVGDWQLHWHQKLVWRULFLQHPHQDDQGDWKLMµJHZRRQ¶LQKHW5XVVLVFKHOHJHUNDPS9\DWVNR\e het levenslicht zag. Kim Jong-il was, als we de propaganda mogen geloven, een uitzonderlijk begaafd kind dat op de lagere school al opviel door zijn intelligente vragen. Feit is dat hij in staat was om politieke economie te studeren aan de Kim Il Sung Universiteit, de beste universiteit van het land. Hij studeerde af in 1964. 19 Het is lastig om een goede indruk te krijgen van zijn intelligentie;; wel is het is zonder meer duidelijk dat de regio niet te maken heeft met een gevaarlijke domkop maar veel meer met een sluwe machtswellusteling. Op Poetin maakte hij tijdens zijn bezoek in 2001 een intelligente indruk;; Kim toonde toen ook gevoel voor humor en gaf blijk van een goede kijk op de internationale verhoudingen. Onverwachts kan Kim ook blijk geven van zijn sociale intelligentie, zoals die keer toen hij per trein op weg was naar Moskou voor een bezoek aan Poetin. Hij liet aan zijn Russische begeleider merken zeer JRHGRSGHKRRJWHWH]LMQYDQGHSUREOHPDWLHNLQGHGRRUNUXLVWHUHJLR¶V7RHQ.LPRSPHUNWHGDWKij gehoord had dat Russische soldaten zware drinkers zijn, excuseerde hij zich vrijwel meteen voor die opmerking omdat die als kritiek op het bewind zou kunnen worden opgevat. 20 Kim Jong-il zette de traditie van persoonsverheerlijking - vakkundig in gang gezet door zijn charismatische vader - YRRUWHQEH]RUJGH]LFK]HOIWLHQWDOOHQELMQDPHQ]RDOVGHµ*HOLHIGH/HLGHU¶GH µ(HXZLJH=RQ¶HQGHµ*URRWVWH0DQGLHRRLWKHHIWJHOHHIG¶+LMLVDOWLMGH[WUHHPEH]RUJGJHZHHVWRYHU zijn eigen veiligheid, een bezorgdheid die wel paranoïde genoemd mag worden. Er wordt wel verondersteld dat de angst voor zijn eliminatie een van de redenen is om westerlingen de toegang tot KHWODQGWHRQW]HJJHQGDDUPHHJHOGWYRRU.LPKHWVSUHHNZRRUGµ]RDOVGHZDDUGLVYHUWURXZGPHQ]LMQ gasteQ¶LQGHPHHVWOHWWHUOLMNH]LQ Toshimitsu Shigemura µ.LP-RQJ-LOLVLQRYHUOHGHQDDQVXLNHU]LHNWH¶VFKULMIW7RVKLPLWVX6KLJHPXUD- verbonden aan de prestigieuze Waseda-universiteit van Tokyo - in zijn boek The true character of Kim Jong-il.*Als dat echt waar is heeft een dubbelganger Vladimir Poetin en Hu Jintao**ontvangen als staatshoofd, wordt daar in de berichtgeving op internet aan toegevoegd. Tegen een verslaggever van The Sunday Times zei 6KLJHPXUDGDWµPHGH-wetenschappers mij uitlachen, maar leidende figuren bij inlichtingendiensten GHQNHQGDWLNZHOHHQVJHOLMNNDQKHEEHQ¶+HWYHUVODJLQGHNUDQWHet Parool JDDWYHUGHUµ(HQLQ-DSDQ gemaakte stemanalyse van Kim Jong-il - tijdens een ontmoeting met de toenmalige Japanse premier Junichiro Koizumi in 2004 - was niet conform eHQHHUGHUHDXWKHQWLHNHRSQDPH¶ Zuid-.RUHDDQVHH[SHUWV]LMQYDQPHQLQJGDW.LP¶VYRRUNRPHQLVYHUDQGHUGPDDUGDW]RXNRPHQGRRU vermageringskuren en een gematigd alcoholgebruik.21 Anderen wijzen erop dat de Kim van voorheen cognac dronk en die van nu rode wijn.22 Berichten als deze verschenen wereldwijd in de media. Het lukte me helaas niet de hand te leggen op het boek van Shigemura dat in Nederland niet in de handel is, zodat niet helemaal duidelijk werd op welk type sprekeridentificatie hij zich baseert. Overigens gaat het hier in eerste instantie niet om sprekeridentificatie maar vooral om sprekerverificatie, want de onderzoeksvraag is of de stemopname uit 2004 afkomstig is van de echte Kim Jong-il. Pas als blijkt dat de stem niet van Kim zelf afkomstig is komt vervolgens de vraag in beeld wie de onbekende spreker GDQZHOPDJ]LMQ2PGDWLQGHEHULFKWJHYLQJJHVSURNHQZRUGWRYHUµVWHPDQDO\VH¶ULMVWKHWYHUPRHGHQ GDWLQ-DSDQGHµVSHFWRJUDILVFKHVSUHNHUKHUNHQQLQJ¶ZHUGJHEUXLNWµ(HQVSHFWURJUDPODDW]LHQXLWZHONH frequenties een spraakfragment is samengesteld en wat de relatieve sterkte van deze frequenties is als IXQFWLHYDQGHWLMG¶23 Deze voiceprinttechniek is controversieel, niet alleen vanwege de suggestieve naam voiceprint, die ten onrechte een parallel doet vermoeden met de vingerafdruk, maar vooral omdat voiceprints niet onveranderlijk zijn maar variabel en reflecteren daarmee de intrasprekervariatie die zo NHQPHUNHQGLVYRRUVSUDDN¶24
*In de herfst van 2003 verscheen Kim Jong-il 42 dagen niet in het openbaar. **Toenmalig president van de Volksrepubliek China, begiftigd met een fotografisch geheugen. 152
De specialist op dit gebied in Nederland A.P.A. Broeders plaatst kanttekeningen bij de forensische sprekeridentificatie in zijn algemeenheid omdat: µ[Dit een gebied is dat] niet kan bogen op een indrukwekkende staat van dienst. Dat is voor een belangrijk deel te verklaren uit de complexiteit van het spraaksignaal dat zeker in de forensische context een aanzienlijke variatie vertoont die zowel de herkenning door getuigen als die door deskundigen ernstig bemoeilijkt. >«@ De forensische onderzoeksmogelijkheden hangen sterk af van de aard, de kwaliteit en de RPYDQJYDQKHWWHRQGHU]RHNHQPDWHULDDO>«@=LMQGHRPVWDQdigheden echter gunstig, bijvoorbeeld wanneer het om kwalitatief goede tapopnamen van telefoongesprekken gaat en wordt het onderzoek uitgevoerd door ervaren GHVNXQGLJHQGDQLVHHQSRVLWLHYHRIQHJDWLHYHXLWVSUDDNYDDNJRHGPRJHOLMN¶25
Als door de Japanse specialisten aan een reeks belangrijke voorwaarden werd voldaan was er dus een redelijk betrouwbare uitspraak over de authenticiteit van Kim Jong-LO¶VVWHPJHOXLGPRJHOLMNDaarvan uitgaand is er voor mij voldoende reden de dubbelgangertheorie serieus te nemen en te onderzoeken of de berichten die door Shigemura wereldkundig werden gemaakt in overeenstemming zijn met de resultaten die ik verkreeg met het verzamelen en vergelijken van lichaamskenmerken. Aan de slag Ook nu begon ik met het zoeken naar bewegingsvoorkeuren op foto- en filmmateriaal;; het internet werd afgezocht;; ik bekeek diverse filmpjes met YouTube en bestudeerde de dvd: Kim Jong-il, on-the-spot guidance. Wijzer geworden door mijn eerdere ervaringen met Hitler en Montgomery wist ik dat het nodig was enige kennis te vergaren over het leven en het werk van Kim Jong-il;; want alleen maar beelden vergelijken roept telkens weer vragen op die niet te beantwoorden zijn zonder dat de te onderzoeken persoon geplaatst is in een historisch kader, en er kennis is - hoe beperkt ook - van het persoonlijk leven, de gezondheidstoestand en zo mogelijk van gewoonten en eigenaardigheden. Shigemura stelt dat Kim overleed in 2003;; daarom zocht ik naar foto- en filmmateriaal van vóór en ná dat jaartal. Het jaar 2003 telt zelf niet mee, omdat de exacte daWXPYDQµRYHUOLMGHQ¶RQWEUHHNW Daarbij is het een handicap dat de afbeeldingen die door het Noord-Koreaanse persbureau worden vrijgegeven niet altijd (correct) gedateerd zijn zodat ten aanzien daarvan ruime marges aangehouden PRHWHQZRUGHQ'HGYGPDDNWHHQH[DFWHGDWHULQJYDQ.LP¶VSXEOLHNHRSWUHGHQVQLHWGLUHFWPRJHOLMN maar eindigt met het 24-daagse bezoek per trein aan Rusland in 2001. De frames die afkomstig zijn van de dvd, betreffen dus alleen opnamen die gemaakt werden voor 2003. %LMKHWEHNLMNHQYDQGHGYGZRUGWGXLGHOLMNZDWµRQ-the-VSRWJXLGDQFH¶LQGHGDJHOLMNVHSUDNWLMNEHWHNHQW We zien Kim op bezoek in fabrieken waar kleding wordt gemaakt of voedsel wordt geproduceerd. Een andere keer bekijkt hij stedenbouwkundige projecten of gaat op bezoek bij Noord-Koreaanse topatleten. In het algemeen is hij ontspannen en maakt - goedlachs - links en rechts een praatje, ondertussen af en toe een vluchtig trekje nemend van een filtersigaret, die hij meestal onopvallend in de linkerhand achter ]LMQUXJKRXGW6WHHGVJHHIWKLMQDGLWNRUWHLQWURHHQYHUKDQGHOLQJRYHUµKRHJRHGKHWJDDW¶HQZDDU verbeteringen mogelijk zijn. De Grote Leider heeft overal verstand van en wil de gids zijn voor zijn volk. .LP¶Vop- en aanmerkingen worden door zijn gevolg, dat uit plaatselijke journalisten en militaire partijbonzen bestaat, vlijtig genoteerd in kleine boekjes. Kim Jong-LOGHµLQFDUQDWLRQRIORYHDQGPRUDOLW\¶YROJHQVGHFRPPHQWDDUVWHP]HWGHOLMQHQXLW hij heeft een gidsfunctie en speelt de profeet. Diens vader werd onsterfelijk gemaakt, Kim gaat dat worden en zijn zoon Kim Jong-XQGHµ6WUDOHQGH.DPHUDDG¶ VWDDWDONODDU]RGDWKHWUHJLPHQD.LP¶VGRRGYHUGHU kan bouwen aan een heilige drie-eenheid. Kim Jong-il, een kleine maQYDQFHQWLPHWHUµILYHIHHWWZRLQFKHV¶ 26, kan heel charmant zijn ondanks zijn reputatie van slecht gehumeurde playboy. Hij had als een van de weinigen in zijn land een
153
corpulente constitutie en mag een levensgenieter genoemd worden als hij zich laat omringen door een overdaad aan vrouwelijk schoon. Daarnaast neemt hij het niet zo nauw met de communistische mores want hij heeft een enorme collectie aan westerse films in zijn bibliotheek. Over Kim is veel, heel veel geschreven zegt Michael Breen: µDespite his long grooming for the position [President] , despite having day-to-day run the FRXQWU\DVKLVIDWKHUDJHGGHVSLWHKLVDFWXDOOHDGHUVKLSVLQFHKLVIDWKHU¶VGHDGDQG despite the shelves of biographies and daily column inches devoted to him each day in the North Korean media, he remains something of a mystery.¶27
En dat is dan meteen het probleem, Kim is en blijft een onberekenbare man die de macht heeft over nucleair wapenarsenaal en een groot en goed toegerust leger. De technologische militaire voorsprong van het westen mag dan geruststellend groot zijn, maar Kim weet bij voortduring de aandacht op zich te vestigen en de spanning in de regio op scherp te zetten waarbij ook Zuid-Korea zich niet onbetuigd laat, bang als men daar is voor een verraVVLQJVDDQYDOXLWKHWQRRUGHQ'DWYHUNODDUWZDDURPµGHZHUHOG¶]HHU JHwQWHUHVVHHUGKHWPHGLVFKZHOHQZHHYDQGHODVWLJHµ'HDU/HDGHU¶YROJWHQGUXNVSHFXOHHUWRYHUHHQ vervanger die zijn plaats, misschien voor tijdelijk, heeft ingenomen. Voorkeursbewegingen Op de dvd en op fotomateriaal van na 2003 kunnen een drietal overeenkomende voorkeurshoudingen gevonden worden: het µhandenvouwen¶, het µarmenkruiVHQ¶HQKHWµNODSSHQLQGHKDQGHQ¶ (applaudisseren). Het klappen in de handen kwam tot dusverre als meting niet aan de orde. Applaudisseren is een bewegingsvoorkeur uit het Systeem Van der Bijl, de onderste hand wordt genoteerd in het coderingssysteem. Hierbij merken we op dat de leidende hand de grootste bewegingsuitslag maakt;; dat hoeft niet altijd de bovenste hand te zijn. Soms wordt de bovenste hand vrijwel onbeweeglijk gehouden en voert de onderste hand de klapbeweging uit. 28 De Kim Jong-il van voor 2003 en van na 2003 applaudisseert altijd met zijn linkerhand onder (106, 107, 108), daarbij is de leidende hand de rechterhand;; dat is te zien op bewegende beelden. Op filmmateriaal van na 2003, dat te vinden is met YouTube, zien we Kim altijd applaudisseren met de linkerhand onder, de leidende hand is ook nu de rechter (109). Het klappen wordt dus steeds op dezelfde manier uitgevoerd en omdat de ontvangende hand de linker, en de uitvoerende hand de rechter is, hebben we nu twee kenmerken tegelijk gevonden die bij beide personen overeenkomen. De andere twee bewegingsvoorkeuren zijn het handenvouwen en het armenkruisen. Bij het handenvouwen eindigt bij Kim de linkerduim achter/boven (101, 102, 103, 105). Op sommige beelden - zoals op afbeelding 103 - is dat lastig te zien omdat zijn linkerduim verstopt zit onder de rechter. Bovendien is in dit bijzondere geval de rechterpink achter de linker terecht gekomen. Het armenkruisen (110, 111, 112) eindigt met de linkerarm boven/voor, dat geldt vóór het jaar 2003 en ook daarna. Drie voorkeursbewegingen met dezelfde eindstand zijn het resultaat en daarbij kennen we nu de manier waarop één van die bewegingen (het applaudisseren) wordt gemaakt. Er werden geen YRRUNHXUVEHZHJLQJHQHQRIVWDQGHQJHYRQGHQGLHµDQGHUVRP¶HQGDDUPHHDIZLMNHQGZHUGHQ uitgevoerd. Van alle bewegingsvoorkeuren vond ik in de periode voor en na 2003 meerdere afbeeldingen die hier niet alle een plekje vonden, hetzij door ruimtegebrek, of omdat de kwaliteit ervan ontoereikend was. Voor wie zelf onderzoek wil doen naar lichaamskenmerken van Kim Jong-il raad ik de dvd Kim Jong-il on the spot guidance aan die via internet te bestellen is. Daarnaast krijgt men met Google, afbeeldingen (zoekopdracht Kim Jong-il) een keur aan plaatjes te zien. Wie op zoek wil naar kwalitatief goede afbeeldingen kan het beste Getty Images raadplegen (http://www.gettyimages.com).
154
aselect We hebben te maken met drie eindstanden van bewegingsvoorkeuren die theoretisch 2 3 mogelijkheden geven. Eén op de acht personen zou de drie bewegingen dus moeten maken met dezelfde eindstand tot gevolg, als elke voorkeurseindstand even vaak voorkomt. In de praktijk blijkt die zuiver rekenkundige benadering niet te werken, dat kwam uitgebreid aan de orde in Hoofdstuk 4: Statistiek en kansrekening. Om toch een indicatie te verkrijgen over het verhoudingsgewijs voorkomen van dit kenmerkcomplex in een populatie, kan men het beste een aselecte steekproef opzetten omdat bewegingsvoorkeuren, in meer of mindere mate, afhankelijke kenmerken zijn. De steekproef bestond uit 299 volwassen personen (n=299) de jongste persoon was 19 jaar en de oudste 79 jaar. Er werd niet geselecteerd op sekse, ras of leeftijd. De bewegingsvoorkeuren zijn van die factoren immers niet afhankelijk.29 In een grote aselecte steekproef onder 4782 personen vond Van der Bijl junior voor het µarmenkruisen¶ en het µhandenvouwen¶ de volgende verhoudingen:30 Armenkruisen rechterarm voor : linkerarm voor = 2 : 3 Handenvouwen rechterduim achter : linkerduim achter = 1 : 1 2YHUKHWµNODSSHQLQGHKDQGHQ¶ZHUGHQJHHQYHUKRXGLQJVJHJHYHQVJHYRQGHQLQGHonderzochte bronnen. Uit mijn steekproef komen de volgende resultaten naar voren: Armenkruisen rechterarm voor : linkerarm voor = 2 : 3 Handenvouwen rechterduim achter : linkerduim achter = 1 : 1 Klappen in de handen rechterhand onder : linkerhand onder = 1 : 3 Combinatie linkerarm voor+linkerduim achter+linkerhand onder : de andere zeven combinaties = 1 : 4 Voor wat betreft het armenkruisen en het handenvouwen werden dezelfde verhoudingen aangetroffen als in de groep van Van der Bijl. De verhouding 1:4 betekent dat van vier willekeurig gekozen personen, er gemiddeld één de gezochte combinatie heeft. De resultaten betreffen de onderzochte populatie en kunnen niet zonder meer geëxtrapoleerd worden naar een willekeurige bevolkingsgroep, daarnaar is nog tHZHLQLJRQGHU]RHNJHGDDQ,HGHUHJURHSµVSUHHNW¶GXVYRRU]LFKPDDUGHUHVXOWDWHQXLWGH steekproeven van Van der Bijl, De Cock en die van mij laten dezelfde verhoudingen zien voor wat EHWUHIWKHWµDUPHQNUXLVHQ¶HQKHWµKDQGHQYRXZHQ¶GHLQWHUVWHHNSURHIYariantie is dus kennelijk klein. Daarom geven de uitkomsten wel richting aan ons denken: áls de onderzochte groep ook representatief is voor de bevolking van Noord-Korea, dan heeft gemiddeld één op de vier willekeurig gekozen mensen daar - voor deze drie metingen - dezelfde bewegingsvoorkeur als de µ'HDU/HDGHU¶ 155
Afbeeldingen handenvouwen voor en na 2003
101 en 102: Kim Jong-il;; linkerduim achter de rechter. Alles wat de Grote Leider te vertellen heeft wordt vlijtig genoteerd in kleine boekjes (beeldcitaten: frames van de dvd: Kim Jong-il, on- the- spot guidance).
103 en 104: Kim Jong-il ontmoet de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Albright in oktober 2000;; zijn linkerduim ligt achter/boven. Die duim is op deze foto overigens niet zichtbaar, hetzelfde geldt voor zijn rechter pink. De voorkeur van Albright wat betreft het handenvouwen is waarschijnlijk met haar rechterduim boven/achter omdat haar rechterwijsvinger boven de linker ligt (beeldcitaten:frames van de dvd: Kim Jong-il, on- the- spot guidance).
105: De linkerduim achter/boven. Kim bezoekt een universiteiten en een fabriek voor metaalbewerking (beeldcitaat: 8 februari 2007 vrijgegeven door het Korean Central News Agency (KCNA)).
156
Afbeeldingen handenklappen voor en na 2003 106, 107 en 108: Kim Jong-il applaudisseert met zijn linkerhand onder (beeldcitaten: frames van de dvd: Kim jong-il, on-the- spot guidance).
109.LPEH]RHNWGH.RUHDDQVHYRONVPLOLWLHµXQLW¶, de linkerhand onder (beeldcitaat: 12 augustus 2008 vrijgegeven door het Korean Central News Agency (KCNA/Getty Images).
Afbeeldingen armenkruisen voor en na 2003
110 en 111: De linkerarm kruist voor de rechter (beeldcitaten: frames van de dvd: Kim Jong, on- the- spot guidance).
157
112: Kim in een karakteristieke pose;; zijn linkerarm kruist(e) voor de rechter (beeldcitaat: vrijgegeven in 2008 door het Korean Central News Agency (KCNA/Getty Images).
.LP·V¶ODQJHUHFKWHUDUP· Tijdens staatsbezoeken is er gelegenheid voor de pers om een fotoshoot te maken die al jarenlang plaatsvindt in het Pae Kha Hawon Guest House in Pyongyang. We zien Kim poseren met een keur aan hoogwaardigheidsbekleders;; soms staat hij links, dan weer rechts van zijn bezoeker. De achtergrond is steeds dezelfde zodat kan worden vastgesteld dat de man die voor Kim moet doorgaan, steeds ongeveer dezelfde lengte heeft. Indien er sprake is van een dubbelganger zal de lichaamslengte zeker een selectiecriterium zijn geweest. Kleinere mannen konden eventueel geschikt gemaakt worden door ingebouwde zoolverhogingen in de schoenen. In het geYDOYDQHHQWHODQJHµ.LP¶KDGPHQEHWHU kunnen kiezen voor een andere achtergrond. 113: Kim Jong-il, links de Zuid-Koreaanse president Kim Dae-Jung (13 juni 2000). 114: Kim Jong-il, rechts de Zuid Koreaanse president Roh Moo-Hyun (3 oktober 2007). De rechterhand van Kim is open, de linkerhand half gesloten (beeldcitaten: vrijgegeven door het Korean Central News Agency (KCNA)).
158
Op de afbeeldingen 113 en 114 YDOWRSGDW.LP¶VUHFKWHUKDQGPHHURSHQJHKRXGHQZRUGWGDQGHOLQNHU dat was al zo op de foto gemaakt in 2000 en op die uit 2007 blijkt dat nog steeds het geval. Reden genoeg om eens te kijken of ZHKLHUWHPDNHQKHEEHQPHWHHQYRRUNHXUVVWDQGYDQ.LP¶VKDQGHQ In het boek Kim Jong-il van Michael Breen komen we een foto tegen waarop Kim poseert met filmproducent Shin Sang-ok en zijn (voormalige) vrouw, de actrice Choi Eun-hee.31 De stand van de KDQGHQLVGH]HOIGHDOVRSGHKLHUJHWRRQGHIRWR¶V'DWJHOGWRRNYRRUGHSRVHRSGHIRWR¶VPHW Madeleine Albright in 2000 en met Park Geun-hy, de dochter van de Zuid-Koreaanse sterke man Park Chung-hee in 2002.32 Dit maakt duidelijk dat Kim - mede - te herkennen is aan de stand van de handen bij dit soort gelegenheden;; er bestaat een voorkeur, al is die niet altijd even goed waarneembaar. Nog een aanwijzing Kim Jong-LOKHHIWYROJHQV0LFKDHO%UHHQHHQOLFKDDPVOHQJWHYDQRQJHYHHUFHQWLPHWHU2SIRWR¶V waarop Kim staand te zien is met staatshoofden en andere bezoekers, oogt hij niet opvallend klein. Natuurlijk was er het vermoeden dat zijn lichDDPVOHQJWHZRUGWµDDQJHSDVW¶GRRUVSHFLDDOVFKRHLVHO maar omdat Kim pantalons draagt die de schoenen tijdens het lopen en het staan - op de neuzen na - bedekken waren die aan mijn speciale aandacht ontsnapt. Daarom zocht ik aanvankelijk naar afbeeldingen waarop een zittende Kim te zien is, zodat aan de hand van de lengte van zijn bovenlichaam een indruk gekregen kan worden van de lichaamslengte in vergelijking met de personen waarmee hij poseert. De enige manier om de lengte van zijn bovenlichaam te compenseren zou een zitkussen kunnen zijn, of een speciaal voor hem aangepaste stoel, een nogal onpraktische oplossing van het probleem. Op de website van de Daily NK vond ik het artikel The truth about Kim Jong-il¶s Shoes33 waarop afbeeldingen uit 2001 te zien zijn van Kim met Poetin en met Jiang Zemin de voormalige president van China (115). Op deze afbeeldinghen draagt hij schoenen met verhoogde hakken om zijn kleine gestalte te maskeren. Op afbeeldingen van Kim, die vrijgegeven werden in 2007, zag ik nú, dat ]LMQµYHUYDQJHU¶ dit type schoenen ook draagt (116)! Beide mannen compenseren hun lichaamslengte dus met verhoogd schoeisel! Om meer duidelijkheid te krijgen over deze schoenen vroeg ik een landelijk bekende orthopedisch schoenmaker, tevens podoloog, om advies. Die stelde dat het hier gaat om orthopedisch schoeisel (categorie A) met een cosmetisch doel. Het schoeisel wordt dikwijls gemaakt om een beenlengteverschil te corrigeren aan één zijde. In het geval van Kim is de beenlengte dubbelzijdig en in gelijke mate aangepast. Er is sprake van een hakverhoging van ongeveer 5 centimeter;; daarbovenop is binnenin de schoen een zoolverhoging van kurk aangebracht, die aan de achterkant ongeveer 7 centimeter hoog is, en naar voren toe geleidelijk dunner wordt. Onder de bal van de voet is nog 2,5 tot 3 centimeter van de zoolverhoging over. De neuzen zijn iets langer gemaakt dan functioneel nodig is om tegemoet te komen aan een verzoek om meer elegantie. De schoenen hebben maat 39, de voeten waarschijnlijk maat 38. Dat laatste komt overeen met een voetlengte van 28 centimeter. De hellingshoek van de zool, ten opzichte van de grond, wordt geschat op 30 graden, waarmee een aanpassing van de lichaamslengte met 9 tot 11 centimeter mogelijk wordt. 159
115 en detail: Op uitnodiging van Kim Jong-il is Jiang Zemin, president van de Volksrepubliek China, in 2001 op µJRRGZLOOEH]RHN¶LQ1RRUG-Korea. Kim draagt schoenen met een hoge hak en een ingebouwde zoolverhoging (beeldcitaat: vrijgegeven door het Korean Central News Agency (KCNA)). 116 en detail: Kim draagt orthopedisch schoeisel;; tevens is weer te zien dat hij zijn rechter hand meer openhoudt dan de linker (beeldcitaat: vrijgegeven op 4 mei 2007 door het Korean Central News Agency (KCNA)).
Het komt er op neer dat beide mannen orthopedische schoenen dragen die de lichaamslengte in (ongeveer) dezelfde mate compenseren. Nu we dit weten zijn de schoenen ook als zodanig herkenbaar op afbeelding 116. Dit gegeven is een klap voor de dubbelgangertheorie van Toshimitsu Shigemura, want het is niet aannemelijk dat men na 2003 een dubbelganger voor Kim heeft gevonden met hetzelfde uitzonderlijk kleine poVWXXUDOVGHµ*HOLHIGH/HLGHU¶ Een dubbelganger? We hebben nu een aantal lichaamskenmerken en voorkeursbewegingen verzameld en de vraag is, of het op grond van deze waarnemingen aannemelijk is dat we met Shigemura kunnen spreken van een dubbelganger. Uit de steekproef kwam naar voren dat - binnen de onderzochte populatie - iemand de drie bewegingsvoorkeuren armenkruisen+handenvouwen+applaudisseren uitvoert uitkomend in dezelfde eindstand: linkerarm voor+linkerduim achter+linkerhand onder geschat moet worden op 1:4. Van de vier geselecteerde dubbels zou er dus gemiddeld maar één de gevraagde voorkeur hebben! Dat dat niet per se noodzakelijk is wordt in Hoofdstuk 4 Statistiek en kansrekening duidelijk gemaakt. Er LVVWHHGVVSUDNHYDQGHPRJHOLMNKHLGRSHHQWRHYDOVWUHIIHUµUDQGRPPDWFK¶ ]RGDWGHYHUKRXGLQJ beter gezien kan worden als de zeldzaamheidswaarde van het kenmerkcomplex. 160
Verwerken we deze zeldzaamheidswaarde in de regel van Bayes net zoals we deden met de zeldzaamheidswaarden van Hess dan ziet dit er als volgt uit:
A-priori schatte ik de kans op een dubbelganger in op 15%;; de kans op géén dubbel dus op 85%. De waarde van de a-priorikansverhouding is net als in het geval-Hess gebaseerd op een schatting;; het is de neerslag van een subjectieve gevoelsbeleving die tot stand kwam door de berichtgeving in de media, het oriënterend plaatjes kijken van Kim met het internet en de kritische kanttekeningen ten aanzien van sprekerverificatie door professor A.P.A. Broeders. Een lage a-prioriinschatting heeft hier duidelijk invloed op de uiteindelijke kans op een dubbelganger omdat de bewijskracht van de zeldzaamheidswaarde niet erg hoog is.Echter: de dubbel moet, niet te vergeten, ook nog intelligent zijn, HHQµODQJHUHFKWHUDUP¶ hebben én uitzonderlijk klein zijn van stuk (155 centimeter). Deze gegevens werden in de statistische berekeningen niet meegenomen, maar gemakkelijk valt in te zien dat de zeldzaamheidswaarde (en daarmee de a-posteriorikansverhouding) na verwerking van deze extra drie parameters aanzienlijk toeneemt, zelfs als men de a-priorikans op een dubbel hoger wenst in te schatten. Verwerken we de extra parameters om praktische redenen (grote populatie) niet in de formule van Bayes dan kunnen ze hun bijdrage leveren aan het niet-statistische bewijs. Statistische getallen alléén mogen immers nooit gelden als doorslaggevend bewijs, daarom blijft ondersteunend bewijsmateriaal steeds noodzakelijk. Als men in Noord-Korea op de hoogte was van de resultaten van mijn aselecte steekproef had men gemakkelijker een dubbelganger kunnen selecteren;; was dat niet het geval dan berustte een juiste keuze op toeval omdat bewegingsvoorkeuren en uiterlijke kenmerken onafhankelijk van elkaar zijn. Wel had men in het verre Noord-Korea kennis kunnen nemen van het Nederlandse Systeem Van der Bijl maar deze vorm van manuele therapie is buiten de Nederlandse landsgrenzen vrijwel onbekend, daarom moet ik concluderen dat Shigemura een prikkelende theorie poneerde die naar het rijk der fabelen verwezen moet worden: de Kim Jong-il van vóór 2003 is dezelfde man als de Kim van na 2003!*
*Hier laat ik me verleiden tot een categorische uitspraak die gebaseerd is op mijn subjectieve overtuiging. Beter kan ik me - volgens Broeders in Op zoek naar de bron (402) - KRXGHQDDQGHµWUDGLWLRQHOHJHNZDOLILFHHUGHZDDUVFKLMQOLMNKHLGVJUDGDWLHV¶ DOVµRQZDDUVFKLMQOLMN¶µ]HHURQZDDUVFKLMQOLMN¶HQµPHWDDQ]HNHUKHLGJUHQ]HQGHRQ]HNHUKHLG¶.
161
Bronnen: Beroemde dubbelgangers 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bijl van der, functiemodel, 13. Moorhouse, Hitler. Hansig, Ron T, Escape;; www.BlackRaiser.com, World. Fest, dagen, 181. Der Untergang (dvd). Junge, Stunde. Clarke, Costelle, DDQVO¶LQWLPLWpG¶+LWOHU (documentaire: november 2007, Canvas). Montgomery, Memoires, 7. Idem, 26. Idem, 65. Idem, 67. Idem, 68. Ibidem. James, double, 60. Idem, 104-105.
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Bewegende beelden Der Untergang, Constantin Film Production (dvd) ,ZDV0RQW\¶VGRXEOHFilm Traders and Setfair Productions Ltd (dvd) 'DQVO¶LQWLPLWpG¶+LWOHUILOP How the war was won, British Movietonews Limited (dvd) Kim Jong-il on-the-spot guidance (dvd) Internetbronnen http://cache.daylife.com/imageserve/08nq9MPea4dxx/610x.jpg http://www.daylife.com/source/Getty_Images/photos/all/1
Breen, Kim Jong-il, 121. Idem, 16. Idem, 26-28. Idem, 84. Idem, 61-62. Idem, 109. Het Parool, Dubbelganders houden Kim in leven. Broeders, bron, 392. Idem, 393. Idem, 403. Breen, Kim Jong-il, 49. Idem, 45. De Cock, 131. De Cock. Bijl, van der, functiemodel, 494. Breen, Kim Jong-il, fotobijlage. Ibidem. Daily NK, The truth about Kim Jong-LO¶VVKRHV
162
Terugblik In dit e-book werd onderzoek gedaan naar Rudolf Hess, Adolf Hitler, Bernard Montgomery en Kim Jong- il in relatie met de identiteit van hun - vermeende - dubbelgangers. Als er geen DNA-onderzoek uitgevoerd kan worden en er zijn geen gebitsgegevens en vingerafdrukken, dan hebben we niet de beschikking over de gebruikelijke middelen en methoden om de identiteit van personen te bepalen en/of die te verifiëren. Er rest niets anders dan de officiële standpunten van overheden voor zoete koek aan te nemen. Op grond van berichtgevingen in de media, mogelijk gebaseerd op roddels en geruchten, kunnen we natuurlijk ook het complotdenken een kans geven en daarmee onze fantasie de vrije loop laten. Dit boek is bedoeld als eye-opener voor samenzweringsdenkers en voor een ieder die zelf onderzoek wil doen, want na het lezen van Dubbelgangers ontmaskerd kan iedereen met behulp van IRWR¶VHQILOPSMHVRSKHWLQWHUQHWDDQGHVODJPHWKHW]RHNHQYan de waarheid achter de mythe. Als alternatief voor de biometrie - met gebruik van technische hulpmiddelen die slechts de forensische onderzoeker ten dienste staan - is het verzamelen en vergelijken van lichaamskenmerken een serieuze optie gebleken. In het begin van de vorige eeuw werd op dit gebied door Alphonse Bertillon baanbrekend werk uitgevoerd;; hij baseerde zich op de uniciteitassumptie die toegeschreven wordt aan $GROSKH4XpWHOHWµGHQDWXXUKHUKDDOW]LFKQRRLW¶+HWLV]LMQYHUGLHQVWHGDWKLMGLWD[LRPa toepaste bij de ontwikkeling van een bruikbaar maar omslachtig systeem om recidivisten van criminele activiteiten op te sporen. Dat de Bertillonage, die gezien kan worden als de voorloper van de moderne biometrie, tenslotte in onbruik raakte door de invoering van de vingerafdruk als identificatiemiddel, doet aan die verdienste niets af. Bertillon gebruikte kwantitatieve metingen;; hij legde - heel precies - diverse lichaamsmaten van verdachten vast in de overtuiging dat de combinatie van meerdere exact dezelfde maten slechts sporadisch voorkomt. Daarnaast zag Bertillon al de waarde in van het vastleggen van persoonlijkheidskenmerken en de positie op het menselijk lichaam van tatoeages, littekens en pigmentvlekken. Van der Bijl ontwikkelde met zijn manuele therapie in de jaren 60 van de vorige eeuw, een systeem dat het mogelijk maakt een objectieve en specifieke diagnose te stellen bij klachten van het bewegingsapparaat. Hij kwam daarbij tot 2 26 diagnostische mogelijkheden, een aantal dat hijzelf bescheiden vond. In tegenstelling tot Bertillon maakte Van der Bijl gebruik van kwalitatieve metingen. Het registreren van bewegingsvoorkeuren speelt in zijn systeem een belangrijke rol. Het waren die metingen die me op het idee brachten de bewegingsvoorkeuren van Rudolf Hess te vergelijken met die van de man die met een parachute boven Groot-Brittannië uit zijn vliegtuig sprong. Dat bleek aantoonbaar dezelfde persoon als die later in Neurenberg werd berecht en tenslotte levenslang zijn straf uitzat in Spandau. Bertillon en Van der Bijl maakten - misschien wel onbewust - gebruik van het axioma van Quételet maar gaven daar in de ontwikkeling van hun systeem een andere invulling aan. Bertillon stortte zich op de kwantitatieve metingen terwijl Van der Bijl zich toelegde op de kwalitatieve registratie van houdings- en bewegingsvoorkeuren. De uniciteitassumptie herbergt wel een paradox, want hoe is het mogelijk dat - bijvoorbeeld - twee (numeriek verschillende) handtekeningen toegeschreven kunnen worden aan één persoon als iedere handtekening op zich als uniek kan worden beschouwd? Elke handtekening, ook die is gezet door dezelfde persoon, moet dus per definitie verschillend zijn! Toch kan men uitspraken doen over authenticiteit als er voldoende (overeenkomende) kenmerken van die handtekeningen aanwezig zijn. Deze paradox geldt voor biometrie in zijn algemeenheid: al wat gemeten wordt is uniek, er bestaan geen twee dezelfde metingen. Voor DNA-profielen geldt hetzelfde: geen profiel is identiek maar kan wel kenmerkend zijn voor één en dezelfde persoon. De stelling dat de natuur zich nooit herhaalt, wordt weliswaar algemeen aanvaard maar kan niet bewezen worden omdat niet alle DNA-profielen, vingerafdrukken, lichaamskenmerken - en combinaties 163
daarvan - onderzocht kunnen worden, dat is in praktische zin onmogelijk. Daarom spreekt men steeds van een axioma en niet van een wetmatigheid. Sceptici hebben daarom een punt wanneer ze stellen dat het hier niet gaat om pure wetenschap. Maar dat betekent vervolgens niet dat een rechter bewijs, verkregen middels forensische identificatiemethoden, om redenen van gebrek aan validiteit en betrouwbaarheid in principe verwerpt;; acceptatie is voor de rechtbank vaak toelaatbaar als technisch bewijs, indien dat gebaseerd is op voldoende praktische kennis en ervaring.1 De objectiviteit van het meten en vastleggen van lichaamskenmerken vergt alertheid want het herbergt subjectieve aspecten. Van objectiviteit kan in absolute zin nooit sprake zijn, maar een maat voor de betrouwbaarheid van het gemetene kan wel gevonden worden in de scores van de intra-reabiliteit en de interreabiliteit. De eerste acht metingen uit het Systeem Van der Bijl scoren daarbij zeer hoog, ze hebben eeQJURRWµREMHFWLYLWHLWJHKDOWH¶ Bij de beoordeling van foto- en filmmateriaal kunnen gemakkelijke ongewenste waarnemereffecten sluipen. We zien immers graag wat in overeenstemming is met wat we willen vinden (motivational bias), negeren zaken die niet van pas komen (confirmation bias) en we hebben ook de neiging om waar te nemen wat we graag willen aantreffen (expectation bias).2 Door relevant beeldmateriaal in dit boek op te nemen heb ik geprobeerd dit probleem het hoofd te bieden. Daarnaast vroeg ik natuurlijk familieleden en kennissen om advies bij het beoordelen van beeldmateriaal, daarbij hanteerde ik open vragen om sociaal wenselijke antwoorden te voorkomen. 9DQZHJHGHµELDV¶LVKHWRRNEHODQJULMNWHYHUPHOGHQZHONHELRPHWULHniet onderzocht werd. Wat Rudolf Hess betreft gaf ik daarvan een overzicht in Op dood spoor. Bij Kim Jong-il nam ik een onderzoek naar KHWOLMQHQSDWURRQLQ]LMQ]ZDDLHQGHUHFKWHUKDQGXLWHLQGHOLMNQLHWRSLQGLWERHNRPGDWGHXLWYHUJURWHIRWR¶V niet scherp genoeg waren voor betrouwbare conclusies. ,QKHWYRRUZRRUGYDQGLWERHNVWDDWGDWLNVRPVµSHURQJHOXN¶WHJen - combinaties van - typerende lichaamskenmerken aanliep, en ook dat onverwachte succesjes een stimulans waren in tijden dat het RQGHU]RHNGUHLJGHYDVWWHORSHQ7HJHQGDWHHUVWHNLMNLNDFKWHUDIDQGHUVDDQZDQWGRRUHHQµDQGHUH¶ manier van observeren worden bijzonderheden als vanzelf gevonden, en wordt de geluksfactor marginaal. Het enige dat daarvoor nodig is, is de uniciteitsassumptie te accepteren, niet als theoretisch gegeven maar als praktische leidraad bij het onderzoek. We gaan er meestal vanuit dat de mens in meer of mindere mate symmetrisch is, maar als we meer en meer inzoomen op details, openbaren de DV\PPHWULVFKHNHQPHUNHQ]LFKDOVYDQ]HOI0RRLHYRRUEHHOGHQGDDUYDQ]LMQGHµYHUWLFDOHULPSHOVWXVVHQ GHRJHQ¶ELM+HVVHQGHµRSHQKDQG¶YDQ.LPJong-il. Hoe meer verschillende lichaamskenmerken hoe groter de kans op een dubbelganger (in theorie is één verschillend kenmerk voldoende). Het omgekeerde is ook waar: in het geval van Rudolf Hess en Kim Jong-il werden geen verschillende lichaamskenmerken gevonden en daarom werd de kans op een dubbelganger heel erg klein maar nooit nul. Absolute zekerheid kan niet verkregen worden omdat daarvoor theoretisch de vergelijking van een oneindig aantal lichaamskenmerken nodig is. Dat laatste is niet nodig als we de beschikking hebben over DNA-materiaal of vingerafdrukken omdat die biometrie hoger op de hiërarchische ladder staat wat betreft het onderscheidend vermogen dan bijvoorbeeld een flapoor in combinatie met linkshandigheid. Opvallend was het gemak waarmee op grond van lichaamskenmerken duidelijk werd dat de acteurs Bruno Ganz en Clifton James niet dezelfde persoon konden zijn als respectievelijk Adolf Hitler en Bernard Montgomery. De veronderstelde dubbels van Rudolf Hess en Kim Jong-il waren veel moeilijker WHµRQWPDVNHUHQ¶NHQQHOLMNRPUHGHQGDWHUYDQGXEEHOJDQJHUVKHOHPDDOJHHQVSUDNHwas. Eindeloos afbeeldingen bestuderen en de literatuur erop naslaan was daarom noodzakelijk. Wat betreft Hess was de opbrengst van de literatuurstudie hoog. Naast historisch bewijs dat tegen de dubbelgangertheorie pleitte vond ik in de literatuur diverse aanwijzingen voor bruikbare kwalitatieve biometrie, zoals dat het geval was in de gedetailleerde beschrijving van de gevangene lopend in de gevangenistuin met zijn µKDQGHn 164
RSGHUXJ¶HQQLHWWHYHUJHWHQGHEHVFKULMYLQJYDQGHµ]HOIPRRUGSRJLQJPHWKHWPHV¶WLMGHQV]LMQ detentie in Engeland. (HQPRRLYRRUEHHOGYDQVHUHQGLSLWHLWZDVKHWDDQWUHIIHQYDQGHSDVVDJHLQHHQERHNZDDULQµ+HVV¶- op hoge leeftijd aangekomen - onmiddellijk zag dat de afgedrukte foto, waarop hij en zijn zus stonden afgebeeld, op een vergissing moest berusten. Ik was op zoek naar lichaamskenmerken maar vond iets DQGHUVZDWEXLWHQJHZRRQJRHGYDQSDVNZDP'HµGXEEHOJDQJHU¶YDQ+HVVEOHHNXLW]RQGHUOLMNgoed op de hoogte van de gezinsomstandigheden van de familie! Frappant was hoe dit gegeven door Hugh Thomas werd genegeerd. Uitgebreid werd ingegaan op de rekenkundige statistiek en de voordelen die de Bayesiaanse statistiek bieden om inzichtelijk te maken wat de toevoeging van bewijsmateriaal doet met de a-posteriori kansverhouding. Uit een grote aselecte steekproef onder 4782 personen van Van der Bijl junior kwam naar voren dat een drietal gezamenlijke bewegingsvoorkeuren van Rudolf Hess en zijn dubbelganger (armenkruisen+handenvouwen+rechtshandigheid) slechts bleken voor te komen bij 1:16 personen terwijl dat rekenkundig gezien bij 1:8 personen het geval moest zijn als elke van de afzonderlijke voorkeuren even vaak voorkomt. Voor de drie metingen gedaan bij Kim Jong-il (armenkruisen+handenvouwen+applaudisseren) en zijn dubbelganger kon ik geen gebruik maken van de steekproef van Van der Bijl, omdat ik daaruit geen gegevens kon afleiden over het applaudisseren. Daarom zette ik zelf een aselecte steekproef op. De drie bewegingsvoorkeuren samen, bleken in een populatie van 299 personen voor te komen bij 1:4 personen. +LHUERYHQZRUGWQDGUXNNHOLMNQLHWJHVSURNHQRYHUµGHNDQVLVGDW«¶RIRYHUµGHNDQVLVGDW«¶ GH]HYHUKRXGLQJHQ]LMQYRRUµGHNDQV¶ niet representatief onder andere omdat een toevalstreffer op een - vroege - match steeds tot de mogelijkheden blijft behoren. De verhoudingen moeten gezien worden als de zeldzaamheidswaarde van het kenmerkcomplex in kwestie. De zeldzaamheidswaarden van Hess en Kim werden verwerkt in de regel van Bayes, waarmee dit onderzoek kwantificeerbaar werd. Het is fraai om te zien, dat naarmate het bewijs tegen de dubbelgangertheorie toeneemt, de a-priori inschatting voor het eindresultaat steeds van minder belang wordt. Nogmaals wordt vermeld dat resultaten van de steekproeven indicatief zijn. Naar het totale lichaamskenmerkcomplex, van Rudolf Hess en Kim Jong-il, waarbij alle gevonden parameters worden betrokken, is (nog) geen onderzoek gedaan en dat lijkt ook onbegonnen werk vanwege de omvang van de steekproeven die daarvoor vereist zijn. Toch is het niet al te gewaagd de getrokken conclusies over de identiteit van de dubbels te trekken, zeker ook omdat andere bewijzen - uit de literatuur afkomstig - die ondersteuneQ'HµEHZLMVNUDFKW¶YDQGH]HOG]DDPKHLGVZDDUGHYHUZHUNWLQGHregel van Bayes krijgt zijn volle gewicht immers in combinatie met ander bewijs! Quételet, Bertillon en Van der Bijl;; ze brachten alle drie iets nieuws. In dit e-book werden die ideeën gebruikt waarvan ik verwachtte dat ze behulpzaam konden zijn bij de oplossing van de dubbelgangerproblematiek. Een punt dat ik tot nu toe niet verklaarde is waarom ik, en op welk moment, meende te moeten stoppen met het - verder - zoeken naar lichaamskenmerken. Zijn elf overeenkomende lichaamskenmerken voldoende om de dubbelgangertheorie van Rudolf Hess af te serveren en vijf voor die van Kim Jong-il als respectievelijk vrijwel zeker Hess en zeer waarschijnlijk Kim? Meer kenmerken leiden volgens de Bayesiaanse statistiek immers tot accumulatie van bewijs en kunnen bij benadering zelfs voeren tot 100% zekerheid;; waarom dan niet doorgaan met zoeken naar nog meer kenmerken? Hier moet gezegd dat niemand eindeloos door kan gaan met informatie verzamelen, een kéér stoppen is dan ook de dagelijkse praktijk. Stoppen is deel van een geleidelijk proces, dat wordt fraai verwoord in Het onzekere bewijs van Sjerps;; daarin schrijft W.A. Wagenaar:
165
µ>«@GHUHFKWHU>NDQ@QLHWHLQGHORRVGRRUJDDQPHWLQIRUPDWLHYHU]DPHOHQHUPRHW een stopregel zijn die zegt dat de rechter over voldoende informatie beschikt. Die stopregel bestaat ook wel maar is niet erg expliciet gedefinieerd, omdat het criterium daarin noodzakelijkerwijs subjectief is. In verschillende rechtssystemen wordt dat criterium aangeduid met overtuiging, conviction intime, beyond reasonable doubt. De zekerheid die aan het einde van een proces ontstaat, is eigenlijk de overschrijding van een dergelijk criterium in het subjectieve gevoel van de rechter. Overtuiging van de rechter is niets anders dan een zeer hoge mate van subjectieve waarschijnlijkheid;; zo hoog dat in de beleving het verschil PHWDEVROXWH]HNHUKHLGLVZHJJHYDOOHQ¶3
=RHNHQGRRUJDDQPHW]RHNHQWRWGDWHHQJHYRHORQWVWDDWYDQµHHQKRJHPDWHYDQVXEMHFWLHYH ZDDUVFKLMQOLMNKHLG¶GDDUPHHPRHWHQZHKHWGRHQ Bronnen: Terugblik
1. Broeders, bron, 62. 2. Idem, 422. 3. Sjerps, bewijs, 4.
166
Appendix
167
Historisch perspectief van de manuele therapie
µ6FKL]RIUHQHn genees ik aan de lopende band.¶
Mayta Sickesz
Er bestaan diverse stromingen µPDQXHOHWKHUDSLH¶ die klachten van de wervelkolom elk op een andere manier behandelen. De osteopathie wordt daarvan gezien als de meest oorspronkelijke richting. Osteon betekent bot, en pathos staat voor lijden. De osteopathie diagnosticeert mechanische ontsporingen van de wervelkolom en behandelt deze indien nodig, samen met de gewrichten van armen en benen. De chiropraxie doet hetzelfde: middels palpatie diagnosticeren aan de wervelkolom en die vervolgens behandelen. Cheir betekent hand, en prattein betekent handelen. De nadruk wordt bij de chiropractoren gelegd op de subluxatie van gewrichten in de wervelkolom. Hiermee wordt bedoeld dat een wervelkolomsegment in een uiterste stand zou staan, nog ietsje verder en er ontstaat een luxatie met dramatische gevolgen. Geen wonder dus dat men trachtte de betrokken botten weer terug te duwen in de juiste stand. Luxaties van de wervelkolom komen in de praktijk niet voor weet men tegenwoordig. Uit onderzoek van kadavermateriaal blijkt dat ondeskundig uitgevoerde manipulaties eerder fracturen in de desbetreffende segmenten tot gevolg hebben dan luxaties. Beschadiging van bloedvaten en zenuwbanen kwam door de behandeling echter wél veelvuldig voor;; daarom hebben vooral de chiropractoren - beducht voor rechtzaken - hun behandeltechniek aangepast. Zowel osteopaten als chiropractoren zijn van mening dat afwijkingen in de stand van de wervelkolom verantwoordelijk kunnen zijn voor allerlei ziekten van inwendige organen. Ingrijpen in de stand van de wervelkolom heeft een positieve prikkel tot gevolg in of rondom een ziek orgaan, zo is de theorie. In Nederland kennen we de manueel therapeuten die tegenwoordig zijn verenigd in de Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie (N.V.M.T.) onder de koepel van het Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie. De N.V.M.T. is een overkoepelend orgaan voor twee opleidingsinstituten, het ene van oudsher gevestigd in Eindhoven, het andere tot voor kort in Utrecht. Sinds de tijd dat beide opleidingen hun vetes hebben bijgelegd en opgegaan zijn in één vereniging worden zij door de overheid erkend en wordt het handelen van de therapeuten niet langer gezien als alternatieve bezigheid. Uit Utrecht kennen we de manueel therapeuten die zijn opgeleid volgens de ideeën van de heer G. van der Bijl senior. Hij was osteopaat maar had toch ook veel kritiek op die methode. Daarom ontwikkelde hij een nieuw en revolutionair denkmodel waarbij het mogelijk was een individueel specifieke diagnose te stellen. Ook de behandeling van de patiënt was anders dan tot dan toe gebruikelijk, wat hem als vanzelf in conflict bracht met critici die het denkmodel probeerden onderuit te halen. De manuele therapie heeft tegenwoordig een vaste en gerespecteerde plaats in het Nederlandse Zorgstelsel. Verder kennen we nog de orthomanuele geneeskunde, Systeem Sickesz, genoemd naar een Nederlandse arts die ook een eigen manier van diagnostiek bedrijven en behandelen ontwikkelde. Alleen artsen en medisch specialisten komen in aanmerking voor de opleiding tot orthomanueel geneeskundige. Het systeem staat ter discussie vooral omdat de beoefenaren menen behalve de wervelkolom ook tal van inwendige aandoeningen met succes te kunnen behandelen. De critici VFKDPSHUHQµ+HWPDDNWQLHWXLWZHONHNZDDO6LFNHV]PDQLSXOHHUWKHWDOOHPDDO¶6LFNHV]gaat er van uit dat het bewegingsapparaat in aanleg absoluut symmetrisch is van bouw, en dat scheefstand dus per definitie aangemerkt dient te worden als afwijking. Een ieder die wel eens skeletmateriaal aandachtig heeft bekeken moet beamen dat het hier om een achterhaalde stellingname gaat omdat alle wervels asymmetrisch zijn vormgegeven. Geen gewrichtsvlak is even groot of staat exact in hetzelfde vlak.
168
In de tijd van Hippocrates (vijfde eeuw voor Christus) werd er al veelvuldig gemanipuleerd aan de wervelkolom. In zijn boek daarover beschrijft Hippocrates de verschillende manipulatiemethoden van die tijd. Grondige kennis van de wervelkolom is vereist, zo werd toen al gesteld. Een voorwaarde die men ook tegenwoordig niet nalaat te benadrukken, en die zonder meer redelijk genoemd mag worden. Hoe een zorgvuldig uitgevoerde manipulatie er uitziet, is een heel andere kwestie gezien de diverse behandelmethoden en de uiteenlopende theoretische verhandelingen. Zo kon het gebeuren dat de µNUDNHQGHEHKDQGHODDU¶GRRr menig patiënt werd beschouwd als een soort van mystieke wonderdokter aan wie men niet al te veel vragen stelt. Het heeft heel lang geduurd voordat er een redelijke verklaring was opgesteld over de aard van het krakende geluid. Dat de botten zelf niet kraakten was al snel duidelijk omdat dan elke patiënt opgezadeld zou worden met een of meerdere fracturen. Tegenwoordig wordt aangenomen dat door manipulaties, en vooral die, waarbij de normale bewegingsuitslag in een gewricht wordt overschreden, een onderdruk in het gewricht ontstaat waardoor gassen die aanvankelijk in vloeibare toestand verkeerden tijdelijk gasvormig worden, wat met het overbekende krakende geluid gepaard zou gaan. De chiropraxie µChiropractors correct abnormality of the intellect as well as those of the body.¶ David Palmer
De chiropraxie ontstond in de Verenigde Staten, toen Daniel David Palmer (1845/1914) in 1895 begon PHWGHEHKDQGHOLQJYDQGHZHUYHONRORP=LMQHHUVWHµFRUUHFWLHV¶ZHUGHQXLWJHSUREHHUGRSGHNRVWHUYDQ de plaatselijke kerk. De man was hardhorend geworden na een ongeluk met zijn nek. Palmer zag een relatie tussen beide en meende door correctie van de nekwervels de zenuwbeklemming te kunnen RSORVVHQ'HNRVWHUJHQDVHQGDDUPHHZDV3DOPHU¶VQDDPJHYHVWLJG+LMZHUNWHQXQLet langer als PDJQHWLVHXUDOOHHQPDDUEHKDQGHOGHRRNFOLsQWHQPHW]LMQ]RJHQDDPGHµKDQGKDQGHOLQJHQ¶+HWZDV verbazingwekkend hoe goed patiënten reageerden op de behandelingen die werden losgelaten op een keur van aandoeningen waaronder griep, ischias, hoofdpijn, maagklachten, hartaandoeningen en zelfs epilepsie. In 1897 stichtte Palmer in Davenport (Iowa) zijn µ3DOPHU6FKRRORI&KLURSUDFWLF¶waaraan ook zijn zoon B.J. Palmer in 1904 afstudeerde. In 1906 zagen de critici van de chiropractie tot hun grote genoegen dat Palmer aangeklaagd werd en schuldig werd bevonden aan het uitoefenen van de geneeskunst zonder diploma. In plaats van de boete te betalen verkoos hij gevangenisstraf, maar na 17 dagen opsluiting kocht hij zich alsnog vrij. Niet lang daarna besloot Palmer de school over te doen aan zijn zoon, zodat hij naar de westkust kon trekken om daar instituten op te zetten. De verkoop van de school was niet zomaar tussen de bedrijven door te regelen;; er moest een arbitragecommissie aan te pas komen om de prijs te bepalen. Dat had alles te maken met de moeizame relatie tussen vader en zoon, die onder meer terug te voeren was op diepgaande meningsverschillen over de toekomst van de chiropraxie. Hun eerste strijdpunt was dit niet. Voorheen hadden vader en zoon getwist over het al of niet openbaar maken van de kennis van de chiropraxie. Zoon B.J. Palmer verweet zijn vader dat hij die kennis binnen de familie wilde bewaren en slechts door wilde geven van vader op zoon. De verhouding tussen vader en zoon bereikte in 1913 een triest en absoluut dieptepunt tijdens een feestelijke jaarlijkse parade door de straten van Davenport, ter ere van de school. Vader Palmer was uitgenodigd om een lezing te komen geven, maar dook plotseling voorin de parade op, druk zwaaiend met een vlaggetje. Na verschillende verzoeken van zijn zoon die voorin de optocht een auto bestuurde, om in een volgwagen plaats te nemen op deze extreem warme dag in augustus, vond een bijna noodlottige aanrijding plaats waarbij Palmer bijna door zijn zoon werd overreden. Enkele maanden later
169
RYHUOHHG3DOPHUµ8LWHLQGHOLMNJHGRRGGRRUGHYHUZRQGLQJHQ¶VWHOGHHHQJURHSJHWXLJHQYDQKHW ongHYDORQ]LQEHZHHUGHQDQGHUHQµ2OG'DG&KLUR¶VWUXLNHOGHppUVWHQNZDPSDVGiiUQDLQFRQWDFW met de automobiel van zijn ]RRQ¶'HUHFKWHUVSUDN%-3DOPHUXLWHLQGHOLMNYULMPDDUNRQQLHW verhinderen dat de dood van Palmer senior omgeven bleef met een waas van mystiek. Palmer zag de subluxatie als belangrijkste oorzaak van klachten, waardoor er beklemming van de zenuwen en bloedvaten in het ruggenmergkanaal zou ontstaan. Het autonome of zelfstandige zenuwstelsel kon ook betrokken zijn bij pathologische veranderingen van organen of van de wervelkolom via de zenuwbundels die vlak langs de borstwervels lopen. Door de aangedane wervel weer in de rij te drukken, werd de wervelkolom weer recht gemaakt. Deze repositie, ook wel µDGMXVWPHQW¶JHQRHPGNRQJHSDDUGJDDQPHWHHQKDUGHNQDSZDDUPHHGHSDWLsQWHQVRPVDOVELM toverslag van hun klachten werden verlost. Was dat niet het geval dan deed het psychologische effect YDQKHWEHYULMGHQGHJHNUDDNGHUHVW+LHUZRUGWRRNZHOJHVSURNHQYDQGHµKROHLQRQH¶PHWKRGH De stand van het bekken wordt bij aanvang van de therapie als uitgangspunt genomen. Is hier sprake van scheefstand doordat bijvoorbeeld het voetgewelf is ingezakt, of omdat de patiënt te zwaar is, dan heeft dat gevolgen voor de wervelkolom die op het bekken balanceert. Het bekken dringt de wervelkolom dus verkrommingen op, die aldus op verschillende niveaus aanleiding kunnen geven tot bewegingsbeperkingen en klachten. Palpatie is een belangrijk hulpmiddel voor het stellen van de juiste diagnose. Door zorgvuldig de wervelkolom af te tasten, wordt gezocht naar wervels die uit de rij staan. Daarbij wordt ook veel waarde toegekend aan het röntgenonderzoek. Om de diagnostiek verder te verfijnen wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van de neuroscoop, een apparaatje dat in staat is temperatuurverschillen te meten van de huid en de spieren die vlak langs de wervelkolom lopen. Temperatuurverschil duidt dan op het bestaan van een mogelijke subluxatie. Om een wervelsegment weer in de juiste stand te brengen zet men de wervelkolom in een bepaalde positie waarna er een snelle manipulatieve beweging volgt om het gewricht te overrekken en vervolgens te laten terugschieten in de juiste stand. De osteopathie µ)LQGLWIL[LW and leave it alone.¶ Andrew Still
Andrew Taylor Still (1828/1917) moet als grondlegger van de osteopathie gezien worden. Geboren in Lee County (Virginia) bracht hij als jongen veel tijd door in de natuur. Later woonde hij met zijn eigen gezin in de staat Missouri die in 1874 getroffen werd door een epidemie. Still verloor drie kinderen aan een ziekte waarvan we nu weten dat het om hersenvliesontsteking ging. Zijn eerste vrouw had hij al verloren aan zwangerschapscomplicaties. Zijn dochtertje - gebaard door zijn tweede echtgenote Mary Elvira Turner - overleed aan longontsteking. Deze gebeurtenissen stortten hem in een diepe crisis. De medische kennis, die hij opgedaan had in de artsenpraktijk van zijn vader, was tekortgeschoten en onvoldoende om zijn gezin tegen de noodlottige ziekten van die tijd te beschermen. Vastbesloten om hier verandering in aan te brengen, ging hij op zoek naar andere behandelmethodes. Hij rangschikte de oude handgrepen van Hippocrates en vond de sleutel tot vernieuwing tenslotte in de correctie van anatomische afwijkingen die de bloedstroom in het lichaam blokkeerden. Hij zag het lichaam als een eenheid waarin de verschillende systemen niet los van elkaar konden functioneren. Een andere vernieuwende gedachte was zijn vraagstelling waarom sommige mensen ziek worden en andere niet terwijl de omgevingsfactoren toch dezelfde zijn. Evenals Palmer was Still buitengewoon voorzichtig met het voorschrijven van toxische medicatie omdat hij vertrouwde op het zelfregulerende vermogen van het lichaam. Het doel van de osteopathie moet zijn dat de evenwichtssituatie tussen vorm en functie, die kenmerkend is voor gezondheid, wordt hersteld, 170
zo was de gedachte. Deze doelstelling uit de osteopathie was voor G. van der Bijl senior bijzonder inspirerend;; de wederkerige relatie tussen vorm en functie is bij de manuele therapie dan ook een steeds terugkomend thema. De benadering van de patiënt had bij Still iets spiritueels, waarbij hij graag vertrouwde op zijn intuïtie. +HWJLQJRPµKHWJHYRHOYRRUZDWYHUNHHUGLVKHWJHYRHOYRRUZDWHU]RXZLOOHQJHEHXUHQKHWJHYRHO voor wat dat tegenhoudt, de vastberadenheid om hindernissen uit de weg te ruimen, en tenslotte om het terugtredHQYDQGHEHKDQGHODDUGLHKHWOLFKDDPLQVWDDWVWHOWKHWRSWLPDOHHYHQZLFKWWHKHUVFKHSSHQ¶ Still ondervond veel weerstand tegen zijn ideeën die door de plaatselijke kerk werden gezien als KHLOLJVFKHQQLV9DQµKDQGV-RQKHDOLQJ¶PRHVWPHQQRJQLHWVKHEEHQ. Zijn familie gaf hem geen steun, maar wel aanhoudende kritiek wegens het najagen van idiote gedachtenspinsels. Rond 1850 werd het hem op de Baker University (mede gesticht door de inzet van de familie Still) niet toegestaan de ideeën over de osteopathie uiteen te zetten. Op zoek naar een meer ontvankelijke omgeving kwam hij uiteindelijk in 1875 terecht in het plaatsje Kirksville waar hij met zijn osteopathie, een systeem van manipulatieve geneeskunde zonder het gebruik van vaak giftige medicatie, een reputatie opbouwde. Still begon met onderwijzen, eerst aan zijn kinderen en enkele andere geïnteresseerden, maar al snel was de belangstelling zo groot dat in 1892 de American School of Osteopathy (ASO) werd opgericht. Er werd toen lesgegeven aan ongeveer vijf YURXZHQHQ]HVWLHQPDQQHQZDDURQGHUGULHYDQ6WLOO¶V kinderen en een van zijn broers. Als docent was Still niet de allergemakkelijkste, hij was gedreven, humoristisch en soms onberekenbaar in zijn gedrag en uitingen, waarbij hij de vijanden van zijn therapie graag op de korrel nam om verbaal met hen af te rekenen. De school werd niettemin een groot succes, zo groot dat de spoorwegen vier keer zoveel personentreinen dan voorheen richting Kirksville stuurden. In 1895 werden er 30.000 osteopatische behandelingen gegeven, een enorm aantal. Still bleef ook met het klimmen der jaren DFWLHIEHWURNNHQELMGHVFKRROHQZHUGJHOHLGHOLMNDDQJHW\SHHUGDOVµ7KH2OG'RF¶ De manuele geneeskunde 'HµPDQXHOHWKHUDSLH(LQGKRYHQ¶DFWHHUGHYRRUKHHQRQGHUGHQDDPPDQXHOHJHneeskunde. Het instituut werd opgericht met de steun van de zakenman Fred Philips. Men behandelt functiestoornissen van het bewegingsapparaat waarmee meestal blokkeringen bedoeld worden. Deze leiden tot bewegingsbeperkingen en mogelijke reacties in de huid en spiergebieden rondom de aangedane gewrichten (segmenten). Het is een eclectisch systeem van verschillende manuele technieken, maar er worden ook technieken toegepast om weke delen en spierspanningen, te behandelen. Tegenwoordig heet deze opleiding SOMT en is gevestigd in Amersfoort. De orthomanuele geneeskunde µ$QGHU]LMGV]LHLNZHOHHQVSHFLILHNHUHODWLHWXVVHQGHVFKHHIVWDQGYDQGHHHUVWHHQWZHHGHQHNZHUYHOHQGH YLWDOHGHSUHVVLH¶ Mayta Sickesz
De orthomanipulatie is ook een methode die gebruik maakt van subtiele technieken om de wervelkolom te rechten. Door een scheve houding komen de zenuwen tussen de wervels in de knel wat aanleiding kan geven tot klachten in de wervelkolom zelf, maar ook in diverse organen. De pleitbezorgster van deze methode, mevrouw Mayta Sickesz (1923), hecht zeer aan de symmetrie van de wervelkolom en daarom wordt bij elke patiënt éérst het bekken, als initiator van de wervelbewegingen, recht gezet. 9HUYROJHQVZRUGHQDOOHJHZULFKWHQQDJHORSHQHQ]RQRGLJµORVJHPDDNW¶/RNDle behandeling alléén wordt gezien als kunstfout omdat de klachten dan terug zouden keren. Het indicatiegebied voor de orthomanipulatie werd volgens Cees Renckens (voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij) zo 171
ruim gesteld dat daarmee de geloofwaardigheid van de methode ter discussie kwam te staan. Dat leverde mevrouw Sickesz in Nederland een zevende plek op in een top-twintig-lijst van grootste kwakzalvers van de 20ste eeuw. Na de uitspraak van het Hof in 2007 mocht mevrouw Sickesz geen kwakzalver meer genoemd worden, maar de Hoge Raad heeft dat vonnis uiteindelijk in 2009 vernietigd. Haar attitude en onbuigzame gedrag heeft het Systeem Sickesz in de loop van de jaren veel bekendheid gegeven maar roept in brede kring ook veel weerstand op. Samengevat We kunnen stellen dat de hiervoor besproken therapieën erg hechten aan een rechte stand van de wervelkolom. Diagnostisch is men vooral afhankelijk van de palpatie. Hoe de wervelmanipulaties technisch correct uitgevoerd moesten worden, daarover verschilde men van mening. Kraken, duwen en trekken;; in feite was alles mogelijk en geoorloofd indien men aan één belangrijke voorwaarde voldeed: een gedegen kennis van het bewegingsapparaat. Van enige reserve ten aanzien van het indicatiegebied was veelal geen sprake omdat er vanuit gegaan wordt dat er een omkeerbare en wederkerige relatie bestaat tussen de wevelkolom en de inwendige organen. Bronnen: Historisch perspectief van de manuele therapie Dijk, Paul van, Geneeswijzen in Nederland (4e herziene druk;; Deventer: Ankh-Hermus 1977). Dolgin, Eric J., (2007), A.T. Still: A Profile Of The Founder Of Osteopathy (http://www.osteohome.com/SubPages/Still.html ) geraadpleegd 14 oktober 2008. Hof Amsterdam, (2007), Kwakzalverij (http://www.iept.nl/files/2007/IEPT20070531_Hof_Amsterdam_Kwakzalverij.pdf ) geraadpleegd 14 oktober 2008. Renckens, C.N.M., Genezen is het woord niet Biografische schetsen van de twintig meest notoire genezers van de twintigste eeuw (Utrecht: Stichting Skepsis 2001). Sickesz, M, Mijn rug goed reiken, bukken, tillen (6e druk;; Deventer: Ankh-Hermes 1981). Still & Osteopathie vóór 1900 (http://www.osteopathie.nl/geschiedenis.htm ) geraadpleegd 14 oktober 2008. Visser de, Ellen, +RJH5DDGµ.ZDN]DOYHU¶LVQLHWDOWLMGHHQEHOHGLJLQJ, de Volkskrant, 16 mei 2009, pag. 3. Winkel, Arnold van (2007), De geschiedenis van de manuele therapie in Nederland (http://64.233.183.104/search?q=cache:wt_6V8e_7wIJ:www.manipulatie.nl/geschieden ) geraadpleegd 14 oktober 2008. z.n., (2008), College Sutherland Andrew Taylor Still (1828-1917) (http://www.college-sutherland.nl/index.php?section=17&page=64 ) geraadpleegd 14 oktober 2008. z.n., History and Philosophy of osteopathy: Andrew Tayler Still (http://www.soc-osteopathes.qc.ca/Anglais/Osteopathie_Racines2.php ) geraadpleegd: 28 augustus 2008.
172
De secties Eerste sectie In opdracht van de autoriteiten uitgevoerd op het lichaam van Rudolf Hess - door Professor Cameron;; het origineel was in het Engels opgesteld, hieronder de Duitse versie. Universität London Turner Street, Londen E1 2 AD Telefon 01-377 7000, Nebenstelle 3115 Gerichtsmedizinische Abteilung Professor J.M. Cameron, M.D (Dr. med.), Ph.D. (Dr. phil.), F.R.C.S. Glasg. (Mitglied des königlichen chirurgischen College Glasgow), F.R.C. Path. (Mitglied des königlichen pathologischen College), D.M.J. (Path.) (Titel) Obduktionsprotokoll an dem alliierten Gefangenen Nr. 7 Am Mittwoch, dem 19. August 1987, um 8.15h, wurden mir in der Leichenhalle des britischen Militärhospitals Berlin von Oberst J.M. Hamer-Phillip, dem kommandierenden Offizier des britischen Militärhospitals Berlin, eine, vom 19. August 1987 datierte Vollmacht für die Durchführung einer Obduktion an einem bestimmten Gefangenen, zusammen mit einem klinischen Bericht über den Verstorbenen, übergeben. Oberst J.M. Hamer-Philip identifizierte dann mir gegenüber die Leiche eines älteren Mannes als die des alliierten Gefangenen Nr.7. bekannt als Rudolph (Walter Richard) Hess geboren am 26. April 1894 dessen Tod am 17. August 1987 um 16.10h festgestellt wurde. Bei der Identifizierung waren folgende Personen anwesend: Oberst J.M. Hamer-Philip Gefängniskommandanten: M. Planet, Frankreich Mr. A.H. le Tissier, Vereinigtes Königreich Mr. D. Keane, USA Mr. I.V. Kolodnikow,UdSSR Medizinische Berater: Oberst Ailland, Frankreich Oberstleutnant Menzies, Vereinigtes Königreich Oberstleutnant Wilkerson, USA Oberstleutnant Koslikow, UdSSR Folgende Mitglieder der Sonderermittlungsabteilung der königlichen Militärpolizei: Major J.P. Gallagher Warrant Officer 1 (Dienstgrad) W.L. Ford Warrant Officer 2 (Dienstgrad) D. Bancroft Warrant Officer 2 (Dienstgrad) N. Lurcock - Asservatenoffizier Oberfeldwebel I. Brewster Präambel Die Leiche wurde nach dem Tode, vor meiner Untersuchung, geröngt und mir wurden von Oberst J.M. 173
Hamer-Philip in Gegenwart der o.g. Herren, Röntgenbilder und verschiedene Papiere (Unterlagen des Krankenhauses), die mit dem Tod zu tun haben, übergeben. Insgesamt waren es elf (11) große und elf (11) kleine Röntgenaufnahmen ohne Begleitschreiben (siehe unten). Man war übereingekommen, während der Obduktion eine Kamera für institutinternes Fernsehen zu benutzen, aber keine Standfotos zu machen. Bei Beginn der Obduktion verließen alle, außer den medizinischen Beratern und den Offizieren der Sonderermittlungsabteilung der königlichen Militärpolizei, die Leichenhalle. Meinungen, die während der Obduktion hinsichtlich der Röntgenaufnahmen geäußert wurden, wurden später von Dr. Maurice J. Turner, F.R.C.P.(Mitglied des königlichen pathlogischen College), F.R.C. R.(Mitglied des königlichen radiologischen College), D.M.R.D. (Titel), Facharzt für Radiologie des London Hospital, London, bestätigt. Schädel: Es wurde keine Anomalie festgestellt. Halswirbelsäule: Auf einigen Aufnahmen war ein endotrachealer Tubus vorhanden. Brüche waren nicht zu sehen aber besonders auf der linken Seite wurden osteoarthritische Knorpelwucherungen mit Spondylose des fünften und sechsten Halswirbels festgestellt. Brustkorb: Ein Hochstand der linken Zwerchfellkuppel mit Anwachsungen an die linke Brust wurde festgestellt. Frische Brüche der 4. bis einschließlich 6. rechten und der 3. bis einschließlich 6. linken Rippe wurden zusammen mit einem möglicherweise altem Bruch der 7. rechten Rippe entdeckt. Abdomen: Gasöse Aufblähung des Magens - wahrscheinlich als Folge von Wiederbelebungsmaßnahmen. An der unteren Brustwirbelsäule und an der Lendenwirbelsäule wurden große osteoarthritische degenerative Veränderungen mit Skoliose (Verkrümmung) festgestellt. Becken: In den weichen Geweben der unteren Beckengegend und der Oberschenkel wurden strahlenundurchlässige Fremdkörper wahrscheinlich Rückstände alter Gewehrschüsse - entdeckt. Beine: In der linken Trochantergegend (linker Oberschenkel/Hüfte) und des Femurschaftes wurde eine Deformität auf Grund eines alten Bruches festgestellt. Es wurden weder Brüche des Schienbeins noch des Wadenbeins festgestellt und abgesehen von arthritischer Veränderung in den Metatarsophalangealgelenken, wurden keine Anomalien festgestellt. Arme: Es wurden weder Brüche des Unterarms, der Hand oder des rechten Humerus (Oberarm) festgestellt, der linke Humerus (Oberarm) wies jedoch zwei strahlenundurchlässige Fremdkörper in der Nähe der Mitte des oberen Schaftes auf, die auf einen alten Gewehreinschuß hindeuten. Frische Verletzungen wurden nicht entdeckt. ÄUSSERE UNTERSUCHUNG: 174
Der Tote war mit einer grauen Jacke, grauen Flanelhosen mit Hosenträgern, einem weißem Hemd, weißen langen Unterhosen und weißen Boxershorts bekleidet. Die Leiche war die eines gut ernährten, älteren Mannes, 5 Fuß 9 Inch (175 cm) groß, mit beidseitigem Leistenbruch, wobei der linke schlimmer war als der rechte. Es waren Anzeichen da, daß diese Person kürzlich an der linken Halsseite, der Daumenseite des linken Handgelenks und der Rückseite des rechten Handgelenks im Krankenhaus behandelt worden war. Auf der Vorderseite des Brustkorbs, besonders auf der äußeren Seite der linken Brust und auf der Mittellinie der Brust befanden sich Zeichen die mit Wiederbelebungsmaßnahmen im Einklang stehen. Auf der Spitze des Hinterkopfes befand sich eine runde, gequetschte Abschürfung und die Fußknöchel waren leicht angeschwollen. Auf der linken Seite des Halses wurde ein feines linienförmiges Zeichen, ca. 3 Inch (7.5 cm) lang und 0.75 cm breit, entdeckt, das besser sichtbar war, wenn die Leiche bei ultraviolettem Licht betrachtet wurde, ebenso wurde eine alte Narbe auf der linken Seite der Brust, 126 cm von der Ferse und 7 cm von der Mittellinie entfernt, entdeckt. Abgesehen von einer leichten Abschürfung an der Oberlippe, l cm von dem rechten Nasenloch entfernt, gab es an der Leiche keine Anzeichen von einer frischen Verletzung oder Gewalteinwirkung auf den Körper. Petechien (punktförmige Hautblutungen) wurde in der Bindehaut von beiden Augen, besonders auf der linke Seite festgestellt. INNERE UNTERSUCHUNG: Kopf und Hals: Es wurde eine Kopfhaarprobe entnommen (Asservat Nr.NL/6). Das Umschlagen der Kopfhaut machte Petechien (punktförmige Hautblutungen) auf der Unterseite der Kopfhaut, sowie eine leichte Quetschung des rechten Schläfenmuskels und dunkle Quetschungen an der Spitze des Hinterkopfes sichtbar, die bereits bei der äußeren Untersuchung festgestellt wurden. Der Schädel war nicht gebrochen. Die Gehirnhaut und das Gehirn selbst (es wog 1305 Gramm) waren stark gestaut und bei der Sektion wurden Petechien (punktförmige Hautblutungen) in der weißen Gehirnsubstanz allgemein und im Gehirnstamm sichtbar. Die Gehirngefäße waren von mäßig starken Atheromen (degenerative Veränderungen) befallen aber für das bloße Auge gab es kein Anzeichen einer natürlichen Krankheit, die zu dem Zeitpunkt den Tod hätte verursachen oder zum Tode beitragen können. Der Mund war völlig zahnlos, leichte Quetschungen wurden am oberen Zahnfleisch, links der Mittellinie festgestellt, die mit Wiederbelebungsmaßnahmen in Einklang stehen. Das Umschlagen der Haut am Hals bestätigte Blutungen in das Gewebe in der Gegend der Muskelstränge an der linken Halsseite, sowie dunkle Quetschungen auf der linken Seite des Kieferwinkels und auf der linken Seite der inneren Rückseite der Kehle. Die Quetschungen innerhalb der Kehle stehen mit Wiederbelebungsmaßnahmen im Einklang. Der Kehlkopf wies im oberen Teil der rechten Seite des Schildknorpels (Kehlkopf), der auf Grund seiner Beweglichkeit eine spätere Makroradiographie erforderte (siehe unten), übermäßige Quetschungen auf. Diese Erscheinungen waren im Einklang mit einer Kompression des Halses. Dunkle Quetschungen wurden ferner hinter dem Kehlkopf, insbesondere auf der rechten Halsseite festgestellt, ebenso dunkle Quetschungen der Muskelstränge auf der linken Halsseite. Makroradiographie wies keinen Bruch des Zungenbeins, aber einen Bruch des rechten oberen Cornu (Horns) des Schildknorpels auf (zwei (2) Röntgenaufnahmen wurden gemacht). 175
Die Freilegung des Kehlkopfes, die nach dem Fixieren einer Probe in Formalien zur Gewebefixierung (Asservat No. NL 17) durchgeführt wurde, bestätigte eine deutliche Quetschung der hinteren Partie beider oberen Cornua (Hörner) der Schildknorpel, besonders rechts, die bei ihrer vorhergehenden Freilegung einen frischen Bruch mit Blutungen an der Bruchstelle und im Gewebe aufwies. In der Nähe des Zungenbeins waren keine nennenswerten Quetschungen vorhanden. Thorax: Das Umschlagen der Brustkorbhaut bestätigte zwei Stellen mit dunklen Quetschungen auf dem Zentrum der Vorderseite der Brust mit einem darunterliegenden, querverlaufenden Bruch des Brustbeins (Sternum) und starke, dunkle Quetschungen auf der linken Seite der Brust mit mehrfachen Rippenbrüchen auf der Seite, die mit starken Herzwiederbelebungsmaßnahmen im Einklang stehen. Auf der rechten Seite der Brust befanden sich weitere Quetschungen mit drei gebrochenen Rippen. Die 2. bis einschließlich 7. linke Rippe waren vor der Achselhöhle (vordere Achsellinie) gebrochen. An gleicher Stelle waren ebenfalls die 4. bis einschließlich 6. rechte Rippe gebrochen. Alle Brüche stehen im Einklang mit einer Verursachung zum Zeitpunkt der Wiederbelenung und hatten keinen Einfluß auf die Todesursache. Die Schleimhäute der unteren Luftwege (Trachea) waren leicht gequetscht, was mit Wiederbelebungsmaßnahmen in Einklang zu bringen ist. Der rechte Brustraum war frei, keine Adhäsionen auf der rechten Brustseite, es wurden geringfügige subpleurale (Lungenschleimhaut) Petechien (punktförmige Hautblutungen) festgestellt. Mit bloßem Auge konnte, außer Stauungen und geringfügiger Ödeme der rechten Lunge, kein Anzeichen einer natürlichen Krankheit festgestellt werden. Die linke Lunge jedoch war fest an die Brustwand und das Zwerchfell angewachsen mit großen alten Adhäsionen und daher resultierendem Hochstand der linken Zwerchfellkuppel. Die linke Lunge wurde geröngt (es wurden fünf (5) leere Testfilme und eine (1) Weichteilröntgenplatte verwendet) bevor sie entnommen und in Formalien fixiert wurde. Sie wies eine leichte alte Narbenbildung, aber keine wirklich strahlenundurchlässige Verschattungen auf. Nach Fixierung der Lunge (Asservat Nr. NL 16) bestätigte die Untersuchung neben Stauungen nur alte pleurale und diaphragmale Adhäsionen. Der Herzbeutel wies nichts Bemerkenswertes auf. Das Herz wog 385 Gramm mit geringfügiger Fibrose (Narbenbildung) des Myokard (Herzmuskel). Eine alte Verkalkung der Aortaklappe wurde festgestellt, wohingegen die Trikuspidalklappe etwas schlaff war. Ein Atherom, bemerkenswert wenig für einen Mann dieses Alters, hatte vor allem die linke Kranzaterie an ihrer Gabelung befallen. Die rechte Kranzarterie war gekrümmt und wies ein geringfügiges Atherom auf. Der Aortabogen war leicht ausgeweitet mit starkem Atherom (degenerative Veränderung), das dieses Gefäß besonders an dessen Gabelung befallen hatte, zusammen mit altem, medialem Gefäßwandschaden, was aber keinen Einfluß auf die Todesursache hatte. Die untere Hälfte der Speiseröhre war aufgebläht aber sonst normal. Abdomen: Der Magen war mit einer teilweise verdauten Mahlzeit, die kurz vorher eingenommen worden war (500 ml), gefüllt. Anzeichen von Tablettenteilchen wurden nicht entdeckt. Es gab keine Anzeichen für alte oder neue Ulkusbildung des Magens oder Zwölffingerdarms, trotz einer geringfügigen Narbenbildung mit einer leichten Vergrößerung des Duodenalbulbus. Die Eingeweide waren sonst normal, der Blinddarm war vorhanden. Die Bauchspeicheldrüse war gestaut aber sonst normal. Die Leber wog 1465 Gramm, erschien klein und die Gallenblase war geschrumpft und fest an das Lebergewebe angewachsen. Die Milz war extrem weich und abgesehen von geringfügigen Quetschungen um die rechte Niere herum, die mit Wiederbelebungsmaßnahmen in Einklang stehen, waren die Nieren bemerkenswert gesund, die Kapseln waren leicht abzulösen. In dem unteren Pol beider Organe befand 176
sich eine kleine kortikale Zyste. Abgesehen von Stauung, schienen beide Nebennieren gesund zu sein. Die Blase war mäßig voll mit klarem Urin, die Prostata war leicht vergrößert, an der Blasenwand befanden sich zahlreiche Trabekel. Im Hodensack wurde ein rechtsseitiger Wasserbruch festgestellt, ungefähr so groß wie eine Manderine (kleine Orange). Der linke Hoden war etwas angewachsen, aber sonst wurden keine Anomalien der Hoden festgestellt. Abgesehen von der Stauung gab es keine Anzeichen einer natürlichen Krankheit der Unterleibsorgane, die den Tod hätte verursachen oder zum Tode beitragen können. Von mir wurden folgende Proben entnommen und an 24101454 WO 2 (Warrant Officer) N. Lurcock RMP, SIB (militärische Bezeichnungen) übergeben: 1. Kopfhaarprobe - NL/6 2. Urinprobe - NL/7 3. Rechte Niere - NL/8 4. Linke Niere - NL/9 5. Mageninhalt - NL/10 6. Blutprobe aus dem Herzen (kein Antikoagulans) - NL/11 7. Blutprobe aus dem rechten Bein (kein Antikoagulans) -NL/12 8. Blutprobe aus dem rechten Bein (mit Antikoagulans)-NL/13 9. Leber - NL/14 10. 2 x Behälter mit histologischen Proben in Formalin - NL/15 (siehe Seiten 6 u. 7) 11. Lungengewebe in Formalin -NL /16 (siehe die Seiten 6 u. 7 dieses Protokolls) 12. Rachengewebe in Formalin - NL/17 (siehe Seite 4 dieses Protokolls) TOXIKOLOGISCHE UNTERSUCHUNG: Die Asservate NL/6-14 einschließlich wurden mir am 24. August 1987, um 16.30h, unversehrt zurückgegeben und am 25. August 1987 von mir persönlich an Dr. P.A. Toseland, -BSc (Bakkalaureus der Naturwissenschafften), PhD (Dr. Phil.), FRCPath (Mitglied des königlichen pathologischen College) - der Abteilung der klinischen Chemie des Guy's Hospital London, zur toxikologischen Untersuchung, ausgehändigt. Die erhaltenen Resultate zeigten folgendes: Blutalkohol - Keinen Urinalkohol - Keinen Blutkohlenoxydhämoglobin - weniger als 2% Es gab keinen Befund von flüchtigen Substanzen, insbesondere kein Anzeichen für Azeton. Im gesamten Blut konnten folgende Medikamente gemessen werden: Verapamil = 78 Mikrogrmm pro Liter N-desmethyl-Verapamil = 82 Mikrogramm pro Liter Isososrbidedinitrate = 27 Mikrogramm pro Liter IsosorbideMononitrate = 112 Mikrogramm pro LiterDigoxin war nicht messbar. Zur Auffindung von säurehaltigen, neutralen und basischen Verbindungen wurde die Leber voll durchuntersucht. Abgesehen von 2 Verbindungen, die das Verapamilgefüge besaßen und wahrscheinlich 0-demethylierte Verbindungen waren, konnte keine Verbindung festgestellt werden, die nicht bereits im Blut gefunden worden war. 177
Der Urin wies sowohl Verapamil und dessen N-desmethylierte Stoffwechselprodukt auf. Der Arsengehalt des Haares betrug 0,8 Mikrogramm pro Kilogramm. Der normale Arsengehalt liegt unter 2 und toxische Werte sind größer als 5. Alle anderen Arzneimittelwerte entsprachen normalen therapeutischen Werten. HISTOLOGISCHER BERICHT: Dreiundzwanzig (23) mikroskopische Proben wurden präpariert, chemisch behandelt und von entnommenen Gewebeproben (Asservate Nr. NL/15 und 16) gewonnen. Oberstleutnant R.C. Menzies - MRCPath. (Mitglied des königlichen pathologischen College), DMJ (Path) (Titel), Professor für Militärpathologie des Medical College der königlichen Armee, London - der der Obduktion beiwohnte und ich sind der Meinung, daß die mikroskopische Untersuchung dieses Gewebes kein Anzeichen für eine natürliche Krankheit ergab, die zu dem Zeitpunkt den Tod hätte verursachen oder zum Tode beitragen können. Die ausgedehnte venöse Stauung, die in allen Organen festgestellt wurde, stand völlig mit einem Tod durch Ersticken in Einklang. Diese Erkenntnisse standen im Einklang mit den makroskopischen Erkenntnissen (Erkenntnisse mit bloßem Auge), die bei der Obduktion gemacht wurden und bestätigten diese wie folgt: Gehirn Alle Teile waren im wesentlichen normal abgesehen von deutlicher passiver venöser Stauung, einschließlich geringer Hirnhautstauung. Außerdem war eine kleine fokale perivaskuläre Blutung vorhanden. Herz Deutliche passive Stauung in beiden Kammern mit schwacher fokaler Fibrose (Narbenbildung) in der linken Kammer, welche aber ohne funktionale Bedeutung war. Probeentnahmen der linken Herzkranzaterie zeigten, daß der vordere absteigende Ast durch einen verkalkten Geschwulst verengt war und nur noch etwa 40% seiner ursprünglichen Größe hatte. Der gekrümmte Ast wies ebenfalls Verengungen auf und hatte nur noch 60% seiner erwarteten Größe. Die rechte Herzkranzaterie war frei von Atheromen. Alle drei Gefäße wiesen passive venöse Stauung der Adventitia (Gefäßwand) auf. Diese Erkenntnisse lassen den Schluß zu, daß bei mikroskopischer Untersuchung die degenerativen Veränderungen der Herzkranzaterien (Gefäße, die den Herzmuskel mit Blut versorgen) etwas ausgeprägter waren als sie bei der makroskopischen Untersuchung (Untersuchung mit bloßem Auge) während der Obduktion, erschienen. Diese Veränderungen beschleunigten weder den Tod, noch spielten sie dabei in irgendeiner Weise eine Rolle. Aorta Proben, die nahe der Läsion entnommen wurden und bereits als alter Gefäßwandschaden beschrieben worden waren, wiesen deutliche cholesterin Ablagerungen an der Gefäßwand zusammen mit Verkalkung (starke degenerative Veränderung) und einer geringfügigen frischen Blutung auf. In der Vasa Vasorum (kleinere Blutgefäße, die die Gefäßwand mit Blut versorgen) und in den Gefäßen innerhalb der Adventitia (Wand) wurde eine deutliche passive venöse Stauung festgestellt. 178
Luftröhre Ausgedehnter postmortaler Verlust der Mucosa (Schleimhaut der Luftröhre) wurde festgestellt, die submukösen (tieferen) Gewebe waren deutlich ödematös (geschwollen). Es entstanden ziemlich deutliche Quetschungen um die Knorpelringe der Luftröhre herum. Diese Veränderungen sind damit vereinbar, daß sie bei Wiederbelebungsmaßnahmen entstanden sind. Es gab kein Anzeichen für eine bereits früher bestandene, natürliche Krankheit. Lungen Die rechte Lunge wies sehr starke passive venöse Stauung mit fokaler intraalveolarer und intrabronchialer Blutung auf. Es wurde eine geringfügige Kohleablagerung (schwarzes Pigment) festgestellt, aber es gab kein Anzeichen für eine bereits früher bestandene, natürliche Krankheit. Mikroskopisch gesehen entspricht das Gewebe der linken Lunge (Asservat Nr. NL/16) dem der rechten Lunge. Darüber hinaus, weist jedoch das Lungengewebe alte Narbenbildungen auf. An manchen Stellen trifft dies mit Verklumpung von chronisch entzündeten Zellen zusammen, es besteht jedoch kein Anzeichen eines aktiven Krankheitsprozesses. Ein kleines Stück der Pleura (Lungenschleimhaut) befindet sich auf jedem Objektträger, die Stücke weisen ebenfalls Narbenbildung und Anheftung an das Diaphragma auf. Leber Der grundlegende hepatische Aufbau war normal, es gab kein Anzeichen für eine Krankheit. Es bestand jedoch eine sehr starke passive venöse Stauung. Bauchspeicheldrüse Das Organ schien vorher normal gewesen zu sein. Nebennieren Histologisch gesehen waren beide Organe im wesentlichen normal, aber beide wiesen eine starke, passive venöse Stauung auf. Nieren Beide Nieren wiesen Anzeichen starker, passiver venöser Stauung auf, aber es gab keine Anzeichen einer bereits vorher bestandenen Nierenkrankheit. Milz Dieses Organ wies eine starke Stauung auf, es gab jedoch kein Anzeichen für einen Krankheitsprozess. Hoden Beide Hoden wiesen senile atrophische Veränderungen auf, die mit dem Alter des Verstorbenen in Einklang stehen. Beide Hoden wiesen ebenfalls eine deutliche, passive venöse Stauung auf. ZUSAMMENFASSUNG: 179
Die Leiche war die eines gut ernährten, älteren Mannes , mit einer Größe von 5 Fuß 9 Inch (175 cm). Anzeichen für eine natürliche Krankheit, die den Tod zu dem Zeitpunkt hätte verursachen oder zum Tode beitragen können, wurden weder mit bloßem Auge bei der Obduktion, noch durch mikroskopische Untersuchung der entnommenen Gewebeproben festgestellt. An der Leiche wurden Zeichen festgestellt, die mit Wiederbelebhungsmaßnahmen im Einklang stehen. Abgesehen von einer gequetschten Abschürfung auf der Rückseite der Kopfspitze, standen alle anderen Quetschungen, wie auch die gebrochenen Rippen und das gebrochene Brustbein in Einklang mit Wiederbelebungsmaßnahmen. Der toxikologische Bericht - zusammen mit Dr. P.A. Toseland (siehe die Seiten 5/6 dieses Protokolls) - ergab keinen Befund, der auf etwas anderes hinwies als das, was man von einer üblichen therapeutischen Behandlung und Wiederbelebungsmaßnahmen erwartet. Der histologische Bericht - zusammen mit Oberstleutnant R.C. Menzies (siehe die Seiten 6/7 dieses Protokolls) - bestätigte die makroskopischen anatomisch patologischen Feststellungen. Die mikroskopische Untersuchung der entnommenen Gewebe ergaben keinen Befund für eine bereits vorher bestandene signifikante, natürliche Krankheit, die zu dem Zeitpunkt den Tod hätte verursachen oder zum Tode beitragen können. Es wurden äußere und innere Merkmale, die auf ein asphyktisches Element bei der Todesursache hinweisen, festgestellt und das linienförmige Zeichen auf der linken Halsseite stand im Einklang mit einer Ligatur. Die Larynxverletzung (Kehlkopfverletzung) - Bruch des rechten oberen Cornu (Horn) des Schildknorpels - wies auf eine Kompression den Halses hin. Der Tod hatte keine natürliche Ursache. Meiner Meinung nach war die Todesursache: a. Asphyxie b. Kompression des Halses c. Suspension ______________________________________ James Malcolm Cameron, MD (Dr. med), PhD. (Dr. phil.), FRCS (Glas.) (Mitglied des königlichen chirurgischen College, Glasgow), FRCPath (Mitglied des königlichen pathologischen College), DMJ(Path) (Titel) Gerichtspathologe Professor für Gerichtsmedizin (Universität London), Ver Heyden de Lancey Reader (außerordentlicher Professor) für Gerichtsmedizin (Kommission der Anwaltskammern für juristische Ausbildung) Tweede sectie Het Duitse autopsie-rapport van de tweede sectie op het lichaam van Rudolf Hess uitgevoerd door Professor Spann, in opdracht van de advocaat van de familie Hess. Dem Auftrag von Herrn Dr. Alfred Seidl entsprechend, haben wir am 21.08.87 um 9.00 Uhr die gerichtsmedizinische Untersuchung der Leiche durchgeführt. Obduzenten: Prof. Dr. Spann I. Obduzent Prof. Dr. Eisenmenger II. Obduzent Dr. Tutsch-Bauer III. Obduzent Dr. Pankratz IV. Obduzent Herr Lohr als Sektionsgehilfe 180
Aus dem Hause anwesend Herr Priv. Doz. Dr. Kauert aus der medizinisch-toxikologischen Abteilung. Anwesend ist weiterhin Dr. Alfred Seidl. Ferner ist anwesend Herr Polizeioberrat Nefzger mit Beamten der Kriminalpolizei München. Die auf dem Sektionstisch liegende Leiche wurde von Herrn Lohr als die des Obengenannten ausgewiesen. Befund und vorläufiges Gutachten: A. Äußere Besichtigung Die Leiche befindet sich zunächst in einem Holzsarg, nach Abnahme des Deckels zeigt sich, daß ein Zinnsarg sich im Holzsarg befindet, dieser Zinnsarg ist geöffnet. Der Deckel des Zinnsarges fehlt. Im Zinnsarg liegt eine Leiche unter einer weißen Decke. Auf der Leiche findet sich ferner ein sogenanntes Totenhemd. Nach Abnahme des Totenhemdes zeigt sich, daß die Leiche männlichen Geschlechts ist. Es zeigt sich ferner, daß sowohl im Bereich des Kopfes, als auch am Rumpf in typischer Weise ein sogenannter Sektionsschnitt gelegt wurde. Der Sektionsschnitt verläuft über den Schädel, dort über die Scheitelhöhe, verlängert beiderseits über den Hals zum Brustbein und wird dort fortgeführt bis zur Schambehaarung. Die Körperlänge der Leiche beträgt 172,5 cm. Die Totenstarre ist an der Kiefermuskulatur und an den oberen Gliedmaßen gelöst, an den unteren Gliedmaßen noch wächsern erhalten. Das Haupthaar ist braungrau, über Stirn und Scheitel schütter, mit deutlicher Glatzenbildung, an typischer Stelle, etwa handtellergroß. Im Bereich der Kopfschwarte kein auffallender Befund. Die Augenbrauen sind auffallend buschig, die Augäpfel sind zurückgesunken, das linke Augenlid ist spaltförmig geöffnet. In der Haut der Augenoberlider finden sich immer wieder punktförmige, stecknadelsspitz große Blutaustritte. Im Bereich der Haut der Unterlider kein auffallender Befund. In den Bindehäuten der oberen Unterlider finden sich zahlreiche, punktförmige, stecknadelspitz- bis kleinstecknadelkopfgroße punktförmige Blutaustritte, regelmäßig angeordnet, in etwa gleichmäßig zahlenmäßig verteilt auf die vier Augenlider. Die Augäpfel sind erweicht und zurückgesunken. Die Hornhaut ist getrübt, die Regenbogenhautfarbe ist nicht mehr feststellbar. Am Rand der Regenbogenhaut findet sich beiderseits ein angedeuteter Greisenbogen. Die Nasen- und Ohröffnungen sind frei. An der Rückseite beider Ohrmuscheln und in der umgebenden Haut finden sich immer wieder regelmäßig angeordnet punktförmige, stecknadelkopf- bis stecknadelspitzgroße Blutaustritte. Das knöcherne Nasenskelett ist fest und unverletzt. Die Lippen sind geöffnet, blasrot, an der Oberlippe findet sich eine beginnende Vertrocknung. In der Schleimhaut der Ober- und Unterlippe kein auffallender Befund, keine Blutaustritte. Im Mund findet sich eine Oberkieferprothese, der Unterkiefer ist zahnlos. Das Gesicht ist glatt rasiert, am Halsübergang zum Teil stehende Bartstoppeln, bis 1 - 2 mm lang. Der Hals ist schlank und lang. Über der Kinn spitze findet sich eine zehnpfennigstückgroße, beginnende Vertrocknung, unter der Kinnspitze eine zehnpfennigstückgroße, bräunliche Verfärbung. Am Hals deutlich sichtbar, beginnend am hinteren Rand des großen Kopfnickermuskels links und schräg nach unten zur Mitte verlaufend, bis zur rechten Seite, hier sichtbar bis zum hinteren Rand des großen Kopfnickermuskels, eine deutlich abgrenzbare Verfärbung, braunrot, unterschiedlich breit, an der linken Seite bis 6 mm breit, über der Mitte bis 20 mm breit. Nunmehr wird die Leiche umgedreht und der Nacken besichtigt. Es findet sich nun eine die ganze Rückseite des Halses einnehmende doppelläufige Zeichnung, die fast horizontal verläuft. Die Doppelläufigkeit besteht darin, daß zwei rötlich verfärbte Streifen von maximal 1 cm Breite einen blassen, bis 6 mm breiten Streifen einschließen. Die Totenflecken finden sich am Rücken, spärlich ausgebildet, von blauvioletter Farbe, sie sind nicht mehr wegdrückbar. 181
Über der Rückseite des Beckens am oberen Rand des Beckens links findet sich eine markstückgroße, bläuliche Verfärbung, auf Einschneiden findet sich eine deutliche dunkelrot-schwarze, geronnene Blutunterlaufung. Von hier ausgehend nach außen verlaufend eine 12 cm lange, unterschiedlich deutlich ausgeprägte, oberflächliche, kratzerartige Hautdefektstelle. Der Brustkorb ist seitengleich, an der linken Brustkorbseite, knapp vor der vorderen Achsellinie findet sich eine handtellergroße 12 : 8 cm messende, blaugrün-gelbverfärbte Stelle. An der Brustkorbvorderwand links finden sich zwei einzelne, reizlose Narben. Eine dieser Narben liegt etwa in Höhe des 4. Zwischenrippenraumes, sie mißt 2,5 cm, eine knapp darüber liegende mißt 2 cm. In der Umgebung dieser Narben fragliche Narben von Nahtstichen. Am Rippenbogen rechts findet sich eine zweimarkstückgroße, bräunliche Verfärbung. An den Bauchdecken kein auffallender Befund. Äußeres Genitale männlich, die Hoden sind nicht tastbar. Die Afteröffnung ist frei. Im Bereich des linken Unterarmes, an der Speichenseite, an der Grenze vom mittleren zum unteren Drittel finden sich zwei blaurote Verfärbungen, mit punktförmigen Veränderungen, wie nach Einstich zu ärztlichen Maßnahmen. An der Beugeseite des linken Handgelenkes finden sich Narben an typischer Stelle. Eine dieser Narben verläuft quer zur Unterarmachse, sie weist eine Länge von 4 cm auf. In der Umgebung finden sifragliche Nahtnarben. Eine weitere Narbe findet sich an typischer Stelle über der Pulsschlagader gelegen, eine strahlenförmige 3: 1,5 cm messende Narbe, in der Umgebung mit fraglichen Stichkanalnarben. Am Unterarm rechts im unteren Drittel an der Streckerseite eine fünfmarkstückgroße, bläuliche Verfärbung mit einem zentral gelegen Einstich, wie nach ärztlichen Maßnahmen. [Numerierungsfehler, Punkt 19. fehlt] Im Bereich der Beine finden sich deutliche, teigige Schwellungen an den Unterschenkeln, links ausgeprägter als rechts. über dem Innenknöchel links eine reizlose, 3 cm lange Narbe.B. Innere Besichtigung I. Schädelhöhle. Nunmehr werden die Obduktionsnähte gelöst. Nach Lösen der Naht über dem Schädel wird die Kopfschwarten nach vorne und hinten zurückgeschlagen und besichtigt. Die Kopfschwarte zeigt an der Innenfläche eine gleichmäßig blaßrote Farbe. Über dem Stirnbein rechts findet sich eine zweipfennigstückgroBe, spärliche, dunkelrote Einblutung. Vereinzelt finden sich darüber hinaus regelmäßig angeordnet punktförmige Blutaustritte. Der Schläfenmuskel ist beiderseits abpräpariert, ohne auffallenden Befund. Im Schläfenmuskel rechts finden sich einzelne, umschriebene Blutaustritte. Über dem Hinterhaupte, in der Kopfschwarte finden sich regelmäßig angeordnete, punktförmige Blutaustritte, hier auch unter der Beinhaut des Hinterhauptbeines. Die Weichteile über dem Nacken werden nun zusätzlich weiter nach unten präpariert und zwar bis in Höhe der außen beschriebenen Veränderung. In der Nackengegend links und rechts neben der Wirbelsäule je eine linsengroße Einblutung von dunkelrötlich-schwarzer Farbe. Nunmehr wird das Schädeldach abgehoben. Es ist in typischer Weise abgetrennt. In der schädelhöhle findet sich spärlich blutdurchtränkte Watte. Nach Entnahme dieser Watte zeigt sich, daß die harte Hirnhaut aus der knöchernen Schädelbasis zum großen Teil abgezogen ist. Im Bereich der knöchernen Schädelbasis kein auffallender Befund, insbesondere keine Verletzungen erkennbar.II. Brust- und Bauchhöhle Nach Lösen der Nähte und Zurückklappen der weichen Brustdecken und der Bauchdecken liegt das Brustbein lose an typischer Stelle. Nach Entnahme des Brustbeines erscheint ein Plastiksack, der in toto entnommen wird. Nach Entnahme des Plastiksackes finden sich keine weiteren Organe in der Körperhöhle. Nunmehr wird die Wirbelsäule besichtigt, sie zeigt im Bereich der Brustwirbelsäule eine leichte Ausbiegung nach links. Die Lendenwirbelsäule ist deutlich nach rechts ausgebogen. Bei der Besichtigung der Brusthöhleninnenfläche finden sich links flächenhafte Auflagerungen wie bei flächenhafter Verwachsung von Brust- und Lungenfell. 182
Nunmehr werden die Organe aus dem Plastiksack entnommen und auf ihre Vollständigkeit geprüft. Das Gehirn scheint vollständig zu sein. Es ist durch zahlreiche Einzelschnitte vorzerlegt. Auf frisch gelegten Schnitten zeigen Mark und große Kerne eine braun-grau-grüne Farbe, das Marklager ist weißgrau. Im Bereich der vorgelegten Schnitte und der von uns gefertigten Schnitte kein auffallender Befund. Im Bereich der noch erhaltenen Arterien finden sich sehr deutliche, weißlich-gelbe und kalkharte Einlagerungen;; insbesondere im Bereich der Carotisstümpfe an der Schädelbasis besteht Starrwandigkeit. Bei der Besichtigung des Halses zeigt sich, daß die rechte Halsschlagader nicht entnommen ist, sie befindet sich noch in der Leiche. Die rechte Halsschlagagder wird nunmehr entnommen. Die nicht eröffnete, rechte Halsschlagader wird nach Entnahme eröffnet: sie ist allseits weit durchgängig, im unteren Bereich relativ zart, im oberen Drittel bestehen mehrfach Einlagerungen, im Bereich der Aufteilung nehmen die Einlagerungen etwas zu, die Lichtung ist jedoch allseits weit und durchgängig. Nunmehr werden die Halsorgane untersucht. Zunge, Rachenring, Kehlkopf und Schilddrüse fehlen. Der obere Teil der Speiseröhre fehlt ebenfalls. Die Halsmuskulatur ist nur zum Teil vorhanden. Von der Luftröhre ist lediglich die Gabelung vorhanden, mit einem kleinen Stück nach unten und ein jeweils 3 cm langes Stück des Bronchialhauptastes. Die Schleimhaut zeigt im linken Hauptast einzelne, kleine Einblutungen, sonst ist sie unauffällig. Im Mittelfellraum findet sich eine Taubeneigroße zystenartige Veränderung, die eröffnet wird. Sie enthält klare, wässrige Flüssigkeit. Im Bereich der Luftröhrengabel finden sich bis bohnengroße, dunkelrotschwärzliche Lymphknoten. Das Herz ist durch zahlreiche Schnitte in kleine bis kleinste Teile zerlegt. Die Innenauskleidung und der Klappenapparat sind zart. Im Bereich der Aortenklappen finden sich einzelne, flächenhafte, weiche Einlagerungen. Der Klappenapparat scheint jedoch schlußfähig gewesen zu sein. Die Herzkranzarterien sind zum Teil eröffnet, zum Teil durch parallel verlaufende Querschnitte dargestellt. Die Herzkranzarterien sind allseits weit und waren sicher durchgängig. In der Innenwand der Herzkranzarterien finden sich nur vereinzelte, weißlich-gelbe, weiche Einlagerungen, ihre Lichtung ist meist nur geringgradig eingeengt, lediglich im Bereich des linken, absteigenden Astes eine etwas höhergradige Einengung, die etwa 50 % der Lichtung betrifft. Die Herzmuskulatur ist soweit noch beurteilbar nicht verdickt, auf dem Schnitt braun und ohne Einlagerungen. Das eirunde Loch ist schlitzförmig offen. Die Aorta zeigt direkt nach dem Abgang bereits beetartige, weißlich-gelbe, weiche Einlagerungen. Vom Bogen ab finden sich zahlreiche weiche und kalkharte Einlagerungen, nach unten deutlich zunehmend. Im Bereich der Bauchaorta sind die Beete zum großen Teil geschwürig aufgebrochen. Die großen Beckenschlagadern und die Oberschenkelschlagadern zeigen ebenfalls kalkharte Einlagerungen, mit mittelgrasiger Einengung der letzteren. Die Nierenarterien sind beiderseits durchgängig, ohne wesentliche Einengung der Lichtung. Von beiden Lungenhälften sind Teile vorhanden, jedoch nicht vollständig, die Oberfläche der Lungen ist blasgraublau, zum Teil glatt und glänzend, zum Teil mit Auflagerungen. Auf dem Schnitt zeigt das Lungengewebe eine gleichmäßig rote Farbe, es finden sich keine Entzündungsbezirke und keine Einatmungsbezirke. Die Lungenarterienäste enthalten zum Teil spärliche gelbliche Wandeinlagerungen, die Bronchialäste sind nicht eröffnet, sie sind leer, die Schleimhaut ist unauffällig. Die Leber fehlt vollständig, ebenso fehlt die Gallenblase. Die Milz ist vorhanden, durch mehrere Schnitte zerlegt, offenbar von typischer Größe. Das Milzgewebe ist etwas erweicht. Nebennieren und Nieren fehlen, die Harnblase ist vorhanden und vorne durch Mittelschnitt eröffnet Die Harnblase zeigt eine sehr deutliche Balkenzeichnung. In der Harnblase findet sich eine erbsgroßer Polyp. Die Vorsteherdrüse ist sehr groß, insgesamt mandarinengroß. Die Harnröhre ist nicht eröffnet. Sie wird nunmehr eröffnet. Es zeigt sich, daß die Harnröhre im Bereich der Vorsteherdrüse hochgradig 183
eingeengt ist. Auf dem Schnitt zeigt die Vorsteherdrüse die zweilappig ist, zahlreiche scharf begrenzte, weiche Knoten. Die Samenbläschen sind bindegewebig umgewandelt. Der Magen ist vorhanden und eröffnet, die Schleimhaut des Magens ist angedaut, flach, graurot, ohne Defekt und ohne Narben. Der Dünn- und Dickdarm liegen in toto bei. Sie sind nicht eröffnet. Im Dünndarm findet sich wenig zunächst schleimiger, später breiiger, graubrauner, unauffällig riechender Inhalt. Der Dickdarm enthält grünbraunen, salbenartigen bis knolligen Stuhl. Die Bauchspeicheldrüse ist am Magen anhängend, sie ist rötlich-braun, erweicht. Die Lungenarterien und die Schenkelvenen sind frei. Am Skelettsystem finden sich noch folgende Verletzungen: im Bereich des knöchernen Brustkorbes sind links die Rippen 2 mit 8 in der mittleren Schlüsselbeinlinie durchgebrochen, zum Teil mit Durchspiessung und deutlichen Unterblutungen. Rechts sind die Rippen 2 mit 7 in der mittleren Schlüsselbeinlinie durchgebrochen, mit deutlicher Unterblutung, ohne Verletzung des Rippenfells. Das Brustbein ist zwischen dem Ansatz der 3. und 4. Rippe horizontal durchgebrochen, mit deutlicher Unterblutung. Bei der Leiche beigelegen, im Plastiksack findet sich ferner intakte harte Hirnhaut. Ferner findet sich ein Hoden beigelegen, der aufgeschnitten ist. Der zweite Hoden ist nicht auffindbar. Auf Wunsch von Herrn Rechtsanwalt Dr. Seidl werden nunmehr die Handflächen eingehend besichtigt, dabei wird eine Veränderung, insbesondere eine Auflagerung nicht festgestellt. Zusammenfassung der Befunde: Zustand nach pathologisch-anatomischer Obduktion mit Eröffnung aller drei Körperhöhlen und ordnungsgemäßer Versorgung der Leiche, im Plastiksack in der Leibeshöhle beigegebene, teilobduzierte Organe mit Fehlen von Leber, Gallenblase, Nebenniere, Niere, obere Halsorgane, ein Hoden, zirkulär um den Hals verlaufende Abdruckmarke mit soweit nach dem Sektionsschnitt noch beurteilbar höchstem Punkt in der Gegend hinter dem linken Ohr, Doppelläufigkeit der Abdruckmarke, zirkulär verfolgbar in der Nackengegend, zwei einzelne, umschriebene, kleine Unterblutungen in der Nackengegend beiderseits der Mittellinie der Wirbelsäule in Höhe der Abdruckmarke, ausgeprägte, punktförmige Stauungsblutungen in den Bindehäuten der Augenlider, in der Umgebung des Ohres und an der Innenfläche der Kopfschwarte, hochgradige allgemeine Atheromatose und Arteriosklerose, überwiegend mit weiten, starren Coronararterien und geschwürigen Aufbruch im Bereich der großen Körper-Schlagader, knotige Prostatahypertrophie mit ausgeprägter Balkenblase, Harnblasenpolyp, taubeneigroße Mediastinalzyste, Zustand nach Reanimation mit Rippenserienbrüchen beiderseits und Fraktur des Brustbeines, ausgeprägte Skoliose im Bereich der Lendenwirbelsäule, reizlose Narben an der Beugeseite des linken Handgelenkes an typischer Stelle, wie nach Pulsaderschnitt-Versuchen, reizlose Narbe über dem Innenknöchel links, zwei reizlose Narben über der Brustkorbvorderwand links, deutliche Ödembildung im Bereich beider Unterschenkel, Zustand nach ärztlichen Maßnahmen mit Einstichen an den oberen Gliedmaßen, nicht mehr wegdrückbare, spärliche Totenflecken, gelöste Totenstarre. C. Vorläufiges Gutachten Die bei der Nachobduktion der Leiche des Herrn Rudolph H e s s festgestellten Veränderungen lassen sich zwanglos mit einer Gewalteinwirkung gegen den Hals durch ein strangförmiges Werkzeug in Einklang bringen. Bei der Obduktion fanden sich keine Anhaltspunkte für einen natürlichen Tod. a) Zur mikroskopischen Untersuchung wurden Gewebsteile aus Hirn, Herz, Lunge, Bauchspeicheldrüse, Coronararterie, Halshaut, Muskulatur aus dem Brustkorbbereich links in Formalin asserviert. b) Zur chemisch-toxikologischen Untersuchung wurden asserviert: Hirngewebe, Magenschleimhaut, Dünndarminhalt, Herzgewebe, Lumballiquuor und Lungengewebe sowie Femoralvenenblut. Wir bitten ggfs. um Auftrag zu weiteren Untersuchungen. Ein abschließendes Gutachten bleibt vorbehalten.[Unterschrift Dr. Pankratz] [Unterschrift Dr. Tutsch- Bauer] [Unterschrift Prof. Dr. Eisenmenger] 184
Bronnen: De secties http://members.chello.at/pletschko/vips/obd1.html http://members.chello.at/pletschko/vips/obd2.htm
185
Literatuur: Allen, Martin, Het Hitler-Hess bedrog het best bewaarde geheim van WO 11 (3e druk;; Amsterdam: Balans 2003). Bijl G. van der, Het individuele functiemodel in de manuele therapie (Lochem: De Tijdstroom 1986). Bijl G. van der, Manipulaties van alpha tot omega (Utrecht: Stichting school voor Manuele Therapie z.j.). Bird, Eugene K., Hess Der Stellvertreter des Führers Englandflug und britische Gevangenschaft Nürnberg und Spandau (München/Wien/Basel: Desch 1974). Black, Edwin, IBM en de Holocaust Het strategische verbond tussen nazi-Duitsland en de machtigste onderneming van Amerika (Utrecht: Kosmos-Z&K Uitgevers B.V. 2001). Breen, Michael, Kim Jong-LO1RUWK.RUHD¶V'HDU/HDGHU Who he is, what he wants, what to do about him (John Wiley & Sons, Asia, Pte Ltd 2004). Broeders, A.P.A., Op zoek naar de bron Over de grondslagen van de criminalistiek en de waardering van het forensisch bewijs Clifton James, Meyrick, ,ZDV0RQW\¶VGRXEOH (Tiptree, Essex: The Anchor Press 1954). De Cock, Johan J., Begrippen van manuele therapie systeem Van der Bijl een andere visie op gewrichtsfunctie en bewegen (Utrecht: De Tijdstroom 1996). Dijk Paul van, Geneeswijzen in Nederland (4e herziene druk;; Deventer: Ankh-Hermus 1977). Douglas-Hamilton, James, 0RWLYHIRUDPLVVLRQWKHVWRU\EHKLQG+HVV¶IOLJKWWR%ULWDLQ (2e druk;; Londen en Basingstoke: Macmillan en Co 1971). Fest, Joachim, De ondergang Hitler en het einde van het Derde Rijk (3e druk;; z.p.: De Bezige Bij / Manteau 2004). Fest, Joachim, Onbeantwoordbare vragen gesprekken met Albert Speer (Amsterdam: De Bezige Bij 2006). Hess, Ilse, Antwort aus Zelle Sieben Briefwechsel mit dem Spandauer Gefangenen (Steinberg am See: Druffel-Verlag 1967). Hess, Ilse, England Nürnberg Spandau ein Schicksal in Briefen (Steinberg am See: Druffel-Verlag 1954). Hess, Ilse, Gefangener des Friedens neue Briefe aus Spandau (Steinberg am See: Druffel-Verlag 1955). Hess, Wolf R., Mijn vader Rudolf Hess 1894-1987 (Antwerpen: Project 1987). Hutton, Bernard J., Hess the man and his mission (Londen: David Bruce & Watson 1970).
186
Irving, David, Hess The missing years 1941-1945 (electronic version). Junge, Traudl, Bis zur letzten Stunde Hitlers Sekretärin erzählt ihr Leben (8e druk;; München: Claassen 2002). Kershaw, Ian, Hitler 1936-1945: vergelding (Utrecht: Het Spectrum 2000). Lambert, Angela, Het verloren leven van Eva Braun (2e druk;; Amsterdam: De Bezige Bij 2008). Lohman, A.H.M., Vorm en beweging leerboek van het bewegingsapparaat van de mens (5e druk;; Utrecht: Bohn / Scheltema / Holkema 1980). Manvell, Roger en Heinrich Fraenkel, Rudolf Hess de eerste volledige biografie (Baarn: In den Toren 1972). Montgomery, Bernard Law, Memoires, (Amsterdam: H. J. W. Becht¶V8LWJHYHUV-Mij. N. V. z.j.). Moorhouse, Roger, Hitler de aanslagen (z.p.: Nieuw Amsterdam Uitgevers 2007). Mosley, Leonard, De Rijksmaarschalk een levensbeschrijving van Hermann Göring (Brussel / Den Haag: Manteau 1974). Overy, Richard, De verhoren de nazi-elite ondervraagd (Amsterdam: De Bezige Bij 2002). Pätzold, Kurt en Manfred Weißbecker, Rudolf Heß der Mann an Hitlers Seite (Leipzig: Militzke Verlag 1999). Philip, Remy Maurice, Erwin Rommel Veldmaarschalk of Nazi? (Abcoude: Fontaine Uitgevers 2003). Picknett, Lynn en Clive Prince en Stephen Prior, Double standards the Rudolf Hess cover-up (Londen: Time Warner Paperback 2001). Picknett, Lynn en Clive Prince en Stephen Prior, Hess Het dubbelleven van de man achter Hitler (Amsterdam: Anthos/Manteau 2001). Ross, Tomas, De dubbelganger (Amsterdam: De Bezige Bij 2004). Sereny, Gitta, Albert Speer Verstrikt in de waarheid (3edruk, z.p.: Olympus 1999). Sjerps, M.J. en Coster van Voorhout, J.A., Het onzekere bewijs Gebruik van statistiek en kansrekening in het strafrecht (Deventer: Kluwer 2005). Spalteholz, Werner en Rudolf Spanner, Handatlas der Anatomie des Menschen Bewegungsapparat (16e druk;; Amsterdam/Haarlem: Scheltema en Holkema 1971). Speer, Albert, Herinneringen (2e druk, Baarn: In den Toren 1970). Speer, Albert, Herinneringen vervolg (2e druk, Baarn: In den Toren 1970).
187
Speer, Albert, Spandauer Tagebücher (1e druk, gesigneerGµ$OEHUW6SHHU¶)UDQNIXUW0/Berlin/Wien: Propyläen 1975). Thomas, Hugh, De moord op Rudolf Hess nazi-komplot of Britse afrekening? (Wijk bij Duurstede: Penta Media 1988). Varekamp, Erik en Peet, Mick, Agent Orange De oorlogsjaren van Prins Bernhard (deel 1, Amsterdam: Uitgeverij van Praag 2008). Elektronische bronnen:
-Action Report, (2002), Nazi leader's grandson fined over online quotes (http://www.fpp.co.uk/History/General/Hess/grandson_fined.html ) geraadpleegd: 7 juli 2008. -BBC, Linkshandigheid is genetisch bepaald (http://www.knack.be/nieuws/wetenschap/linkshandigheid-is-genetisch-bepaald/site72-section45- article6718.html ) geraadpleegd: 15 augustus 2008. -Bos, Frank, (2005), Biometrische gegevens te grabbel bij de overheid? (http://www.cs.uu.nl/docs/vakken/iv/docs/webteksten1eblok0506/Frank%20Bos/ ) geraadpleegd: 26 augustus 2008. -Broeders, A.P.A.,(2009), Op zoek naar de bron Over de grondslagen van de criminalistiek en de waardering van het forensisch bewijs. (http://books.google.nl/books?id=fcx9ADRflNMC&pg=PA140&lpg=PA140&dq=uniciteitsassumptie&sour ce=bl&ots=gMpCsuINgo&sig=aaH4EOKvjiWrshY2BZq072o04Cg&hl=nl&ei=YY39Sbz3GcLL- Aar4726Ag&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=1#PPP1,M1) graadpleegd 30 januari 2011. -Buuren van, Jelle, (2005), Het Europese Visum Informatiesysteem (http://www.stelling.nl/kleintje/403/JELLE.htm ) geraadpleegd: 26 augustus 2008. -De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, (2006), Advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot vaststelling van de vorm der aan de leden en het personeel van de Instellingen te verstrekken laissez-passer. (2006/C 313/13) (http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2006:313:0036:004:NL:PDF ) geraadpleegd: 26 augustus 2008. -Demets, André, (2007), Ernest Claes (http://users.pandora.be/VNJ-Mere/ernest_claes.htm ) geraadpleegd : 14 juli 2008. -Groep gegevensbescherming Artikel 29 (onafhankelijk EU-adviesorgaan) augustus 2003, Werkdocument biometrie (http://ec.europa.eu/justice_home/fsj/privacy/docs/wpdocs/2003/wp80_nl.pdf ) geraadpleegd: 26 augustus 2008. -Haaster van, (2003), Kennismaking biometrie (http://www.mediaplaza.nl/uploaded/FILES/seminars/2007/Biometrie/rapport_kennismaking_biometrie.p df ) geraadpleegd: 25 augustus 2008. 188
-Hansig, Ron T., (2006), +LWOHU¶VHVFDSH (http://hitlersescape.com/ ) geraadpleegd: 14 augustus 2008. -Hitler, Adolf, Mein Kampf, (2009), Nederlandstalige bewerking (http://www.radioislam.org/historia/hitler/mkampf/pdf/ned.pdf ) geraadpleegd 13 maart 2009. -Irving, David, Hess The missing years 1941-1945 (electronic version). (http://www.fpp.co.uk/books/Hess/ ) geraadpleegd: 10 augustus 2008. -Media Life, (2002), Grandson fined for citing nazi grandfather online (http://www.medialifemagazine.com/news2002/jan02/jan28/1_mon/news9monday.html ) geraadpleegd: 6 juli 2008. -Ravilious, Kate, (2008), Gene for Left-Handed Trait Discovered (http://resident-alien.blogspot.com/2007/08/gene-for-left-handed-trait-discovered.html ) geraadpleegd: 15 augustus 2008. -Staatscourant, maandag 31 oktober 2005 nummer 211, Raad van Europa waarschuwt voor nadelen biometrie voor identificatie (http://www.sdu.nl/staatscourant/sc20051031/ ) geraadpleegd: 26 augustus 2008. -Wikipedia.org, Allen Welsh Dulles (http://en.wikipedia.org/wiki/Allen_Dulles ) geraadpleegd: 6 juli 2008. -Wikipedia.org,(2008), Bernhard Montgomery (http://nl.wikipedia.org/wiki/Bernard_Montgomery ) geraadpleegd: 20 augustus 2008. -Wikipedia.org, Bezirk Spandau (http://de.wikipedia.org/wiki/Spandau ) geraadpleegd: 6 juli 2008. -Wikipedia.org, Ernest Claes (http://nl.wikipedia.org/wiki/Ernest_Claes ) geraadpleegd: 14 juli 2008. -Wikipedia.org, Eugene K. Bird (http://en.wikipedia.org/wiki/Eugene_K._Bird ) geraadpleegd: 6 juli 2008. -Wikipedia.org, (2008), ,ZDV0RQW\¶VGRXEOH (http://en.wikipedia.org/wiki/I_Was_Monty's_Double_) geraadpleegd: 20 augustus 2008. -Wikipedia.org, Lateralisatie (http://nl.wikipedia.org/wiki/Lateralisatie ) geraadpleegd: 15 augustus 2008. -Wikipedia.org, (2008), M.E. Clifton James (http://en.wikipedia.org/wiki/M._E._Clifton_James ) geraadpleegd: 20 augustus 2008. -Wikipedia.org, (2008), Paul is dead (http://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Is_Dead ) geraadpleegd: 20 augustus 2008. -Wikipedia.org, Rechtshandigheid (http://nl.wikipedia.org/wiki/Rechtshandig ) geraadpleegd: 15 augustus 2008. 189
-Wikipedia.org, Spandau Prison (http://en.wikipedia.org/wiki/Spandau_Prison ) geraadpleegd: 5 februari 2011. -z.n., Answers.com, (2008), political decoy (http://www.answers.com/topic/political-decoy ) geraadpleegd: 5 februari 2011. -z.n., www.BlackRaiser.com, (2007) The World was Lied to about Hitler's Death (http://www.blackraiser.com/nredoubt/identity.htm ) geraadpleegd: 5 februari 2011. -z.n., (2004), Ernest Claesgenootschap (http://users.pandora.be/ernest.claesgenootschap/ ) geraadpleegd: 14 juli 2008. .-5XGROI+H5DL&RUUHYDO¶DQQR, (2008), YouTube (http://video.google.nl/videoplay?docid=2758264314010154314&q=rudo ) geraadpleegd 14 juli 2008. -z.n., Het Parool, (2008), Dubbelgangers houden Kim in leven (http://www.parool.nl/parool/nl/225/Buitenland/article/detail/31148/2008/09/08/Dubbelgangers-houden- Kim-Jong-il-in-leven.dhtml ) geraadpleegd 14 maart 2009. Fotodatabanken: Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) http://www.anp-photo.com Bildarchiv Preußischer Kulturbesitz (bpk) http://bpkgate.picturemaxx.com/webgate_cms/ Corbis http://pro.corbis.com Imperial War Museum Collections (IWM) http://www.iwmcollections.org.uk/dbtw-wpd/exec/dbtwpcgi.exe Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) http://www.beeldbankwo2.nl/zoek.jsp TopFoto http://www.topfoto.co.uk/fotoweb/Grid.fwx?Search=rudolf+hess Zoekmachines: Alta Vista www.altavista.com Google www.google.com Metacrawler www.metacrawler.com YouTube www.youtube.com Dvd·V British Movetonenews Limited (2002), How the war was won Bernard Montgomery, director: Mattew Hall. Film Traders and Setfair Productions Ltd. (1958), ,ZDV0RQW\¶VGRXEOH, regie: John Guilermin. Kim Jong Il on the spot guidance, Noord Koreaanse propaganda dvd Televisiedocumentaires: Canvas: Goering in Neurenberg, augustus 2006. Canvas: In love with Adolf Hitler, september 2008. 190
Dagbladen: Algemeen Persbureau (AP), De Telegraaf, 18 maart1988. Algemeen Persbureau (AP), Leeuwarder Courant, 18 maart 1988. Charter, David, Karadzic stole my identity, says bearded faith healer, The Times, 29 juli 2008, pag. 6. Tex den, Charles, Privacy Straks wordt ik nog gezocht voor pedofilie, NRC Handelsblad, 2 september 2008, pag. 7. Visser de, Ellen, +RJH5DDGµ.ZDN]DOYHU¶LVQLHWDOWLMGHHQEHOHGLJLQJ, de Volkskrant, 16 mei 2009, pag. 3. Tijdschriften: %DWHPDQ'HQLV&µ5XGROI+HVV¶¶-¶7RHQ 1X, 53 (z.j.) 1-25. Francks, C.;; Maegawa, S.;; Laurén, J.;; Abrahams, B.S.;; Velayos-Baeza A.;; Medland S.E. et al. (2007), LRRTM1 on chromosome 2p12 is a maternally suppressed gene that is associated paternally with handedness and schizophrenia, Molecular Psychiatry, 7 augustus 2007. Maat, Irma Ellens;; In gesprek met Bert-Jaap Koops, Roepende in de woestijn, Frontier, November/December 2008.
191
Personenregister Albright, Madeleine: 156, 159 Amen, John: 65 Aronow, Paul: 112 Bayes, Thomas: 122, 123 Behrens, Manja: 114 Berk de, Lucia: 118, 119 Bertillon, Alphonse: 25, 26, 56, 130, 163, 165 Bijl van der, Gerrit (junior): 9, 27, 63, 113, 120, 128, 140, 155, 165 Bijl van der, Gerrit (senior): 9, 13, 21, 24, 26, 27, 28, 63, 75, 163, 165, 168, 171 Bird, Eugene: 72, 74, 78, 93, 104, 106 Birkett, Norman: 65 Black, Edwin: 31, 32 Bormann, Martin: 113, 114 Braun, Eva: 52, 91, 144, 145 Breen, Michael: 151, 154, 159 Broeders, A.P.A.(Ton): 15, 33, 56, 58, 120, 121, 125, 126, 132, 153, 161 Buhler, Johannes: 42 Buhler, Margarete (oma): 42 Buikhuisen, Wouter: 125 Cameron, J.M.: 12, 46, 47, 91, 173 Campbell, William: 141 Chung-hee, Park: 151 Chung-see, Park: 159 Churchill, Winston: 12, 145 Claes, Ernest: 70 Coster van Voorhout, John: 58 Dabic, Dragan: 32 Dae-Jung, Kim: 158 Darré, Richard Walter: 50 De Cock, Johan: 20, 21, 25, 27, 34, 63, 120, 128, 155 Demjanjuk, John: 3, 7 Den Tex, Charles: 31 Donitz, Karl: 40, 60, 94 Duke of Hamilton: 53, 92, 93 Dulles, Allen Welsh: 12, 18 Einbeck, Walter: 60 Elffers, Henk: 114, 119 Eun-hee, Choi: 151, 159 Fath, Hildegard: 39 Francks, Clyde: 75 Frank, Hans: 94 Frick, Wilhelm: 94 Fritzsche, Hans: 94 Funk, Walter: 40, 93, 94, 102
Ganz, Bruno: 143, 144, 146, 147, 164 Geun-hy, Park: 159 Gilbert, Gustave M.: 94 Glumac, Peter: 32 Goering, Hermann: 18, 41, 53, 60, 63, 64, 65, 66, 70, 80, 83, 94, 96, 135 Goethe von, Johann Wolfgang: 93, 102 Haushofer, Albrecht: 95, 137 Haushofer, Karl: 37, 49, 50, 95, 126, 137 Haushofer, Martha: 95 Haverbeck, Werner Georg: 60 Heidemann, Gerd: 108 Heskes, Tom: 128 Hess, Adolf (oom): 42 Hess, Alfred (broer): 42, 100, 101 Hess, Andrea (schoondochter): 46, 91 Hess, Fritz (vader): 42, 43,101 Hess, Ilse (Frau Hess/Ilse Pröhl, echtgenote): 12, 45, 46, 47, 68, 93, 100, 101, 102, 106, Hess, Johann Christian (opa): 42 Hess, Margarete (zus): 42 Hess, Rudolf: 3, 5, 7, 10, 11, 13, 15, 17, 18, 20, 22, 27, 32, 33, 37, 38, 39, 40, 41, 43, 44, 45, 46, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 56, 57, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 85, 86, 89, 91, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 102, 104, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113, 114, 115, 119, 120, 120, 121, 122, 123, 124, 126, 127, 129, 130, 132, 135, 136, 137, 140, 145, 161, 163, 164, 165 Hess, Wolf Andreas (kleinzoon): 37 Hess, Wolf Rüdiger (zoon): 11, 12, 22, 37, 38, 39, 40, 41, 43, 44, 48, 68, 100, 106, 107, 108, Himmler, Heinrich: 38, 83 Hitler, Adolf: 5, 7, 8, 9, 10, 12, 15, 17, 37, 45, 50, 51, 53, 59, 61, 67, 68, 69, 81, 82, 91, 95, 98, 104, 106, 107, 108, 109, 111, 129, 137, 140, 142, 143, 144, 145, 153 Horn, Alfred: 92,137 Hussein, Saddam: 140, 141, 142 Hutton, Bernard J.: 42, 104, 108, Il-sung, Kim: 151 Irving, David: 112 Jackson, Justice: 65 James, Meyrick Edward Clifton: 145, 146, 147, 148, 164 Jintao, Hu: 152 Jodl, Alfred: 94
192
Jong-il, Kim: 3, 5, 7, 8, 15, 120, 121, 140, 151, 152, 153, 154, 156, 157, 158, 159, 160, 161, 163, 164, 165 Jong-un, Kim:153 Junge, Traudl;; 142 K., Bianca: 118 Kahr von, Gustav: 52 Kaltenbrunner, Ernst: 94 Karadzic, Radovan: 32 Keitel, Wilhelm: 94 Kerkmeester, H.O: 118 Kirk, P.L.: 26 Koizumi, Junichiro: 152 Kolomoroff;; 118 Koops, Bert-Jaap: 31 Kujau, Konrad: 108 Lambert, Angela: 52, 91 Laplace: 118 Lawren, Geoffrey: 65 Lee, Choi Eun: 151, 159 Ley, Robert: 60, 66 Lindbergh, Charles: 51 Lippe-Biesterveld, Bernhard;; 11 Lombroso, Cesare: 125 Lord, John: 53 McCartney, Paul: 7, 140, 141, 142 McLean, David: 93 Montgomery, Bernard;; 5, 7, 8, 15, 145, 146, 147, 148, 149, 153, 163, 164 Moo-Hyun, Roh: 158 Morell, Theodor: 91 Mosley, Leonard: 65, 93 Muench, Clara (moeder): 42 Mussolini: 97, 98 Neurath, Constantin: 40, 94 Nietsche, Friedrich: 93 Palmer, B. J.: 169, 170, 171 Palmer, Daniel David: 24, 169 Papen von, Franz: 94 Philips, Fred: 171 Poetin, Vladimir: 152, 159 Pröhl, Ilse (echtgenote): 38, 49, 51
Quételet, Adolphe: 13, 15, 25, 26, 57, 126, 127, 140, 163, 165 Raeder, Erich: 40, 60, 94 Raubal, Geli: 145 Rausching, Hermann: 108 Rees, John Rawlings: 42 Reigate, James: 76, 77 Renckens, Cees: 171 Ribbentrop von, Joachim: 12, 18, 41, 60, 66, 83, 94, 96 Rommel, Erwin: 145 Roper, Hugh Trevor: 107 Rosenberg, Alfred Ernst: 50, 94, 144 Sang-ok, Shin: 151 Sauckel, Fritz: 94 Schacht, Hjalmar: 94 Schirach von, Baldur: 18, 40, 60, 69, 78, 94 Schopenhauer, Arthur: 93 Sebottendorf von, Rudolf Freiherr: 49 Seidl, Alfred: 47, 91, 180 Sereny, Gitta: 52 Seyss-Inquart, Arthur: 94 Shigemura, Toshimitsu: 152, 153, 160 Sickesz, Mayta: 168, 171, 172 Sjerps, Marjan;; 15, 26, 58, 119 Spann, Wolfgang: 47, 91, 180 Speer, Albert: 18, 40, 41, 59, 61, 62, 66, 72, 78, 79, 94, 145 Stalin, Joseph: 142 Still, Andrew Tayler: 24, 170 Streicher, Julius: 94 Synman, Rhee: 151 Thomas, Hugh: 12,13, 18, 22, 33, 38, 39, 40, 42, 44, 45, 46, 47, 48, 52, 76, 100, 104, 106, 107, 129, 135, 136, 137, 165 Todt, Fritz: 61 Turner, Mary Elvira: 170 Vos de, Aart: 114, 119 Wagenaar, Willem Albert: 165 Wechsler, David: 94 Zemin, Jiang: 159, 160
193