Inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving over de vergunningen voor de bemanning (Deel FCL)
D
e Europese Unie (EU) heeft de regelgeving over de burgerluchtvaart geharmoniseerd op Europees niveau. De Europese Commissie heeft op basis van de verordening nr. 216/2008 recent twee gedetailleerde verordeningen (nr. 1178/2011 en nr. 290/2012) over de vergunningen voor de bemanning (Deel FCL) gepubliceerd. De verordening nr. 1178/2011 is op 8 april 2012 in werking getreden in alle lidstaten (en ook in Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). A.
op (EASA in het Engels). Deze verordening bepaalt ook de essentiële eisen die dan in andere verordeningen meer gedetailleerd worden uitgewerkt. Opmerking: deze verordening kan vergeleken worden met de wet van 1937 en het koninklijk besluit van 1954 tot regeling der luchtvaart. De uitvoeringsvoorschriften bepalen de technische eisen en de administratieve procedures betreffende de vergunningen voor de bemanning. Deze voorschriften bepalen bijvoorbeeld de duur van de opleidingen, de vereiste ervaring voor de afgifte van een vergunning of de vereisten voor de erkenning van opleidingsorganisaties. Opmerking: deze voorschriften zijn vergelijkbaar met de koninklijke besluiten voor bijvoorbeeld de vergunningen van piloten van vliegtuigen of helikopters.
Structuur van de regelgeving
De basisverordening en de uitvoeringsvoorschriften zijn verbindend en rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten van de Europese Unie. De “aanvaardbare wijzen van naleving” (AMC, Acceptable Means of Compliance) verduidelijken hoe de voorschriften kunnen worden toegepast. Deze AMC’s worden uitgewerkt en gepubliceerd door EASA. Het betreft een mogelijke wijze om ze toe te passen. Er kunnen ook andere wijzen aanvaard worden, indien ze een gelijkwaardig veiligheidsniveau waarborgen. Het is aan de bevoegde autoriteit om ze dan te evalueren. Opmerking: deze AMC’s zijn vergelijkbaar met circulaires.
De basisverordening (Basic regulation) heeft tot doel om de algemene principes vast te stellen. Deze principes bestaan uit het toepassingsgebied (“Waarop is de verordening van toepassing?”) en de doelstellingen van de verordening (“Voor wat gaat ze dienen?”). De belangrijkste doelstelling is de totstandbrenging en instandhouding van een hoog veiligheidsniveau in de burgerluchtvaart in Europa. De verordening richt ook het Europees Agentschap voor de Veiligheid van de Luchtvaart
Opmerking: EASA heeft niet de bevoegdheid om wetgeving uit te vaardigen. De nieuwe regelgeving gaat uit van de Europese Unie en niet van EASA. Toch worden de voorschriften vaak aangeduid als “EASA Rules”. Dit komt omdat ze voorbereid worden door EASA en EASA belangrijke uitvoerende taken op zich neemt voor rekening van de EU. Wat moet ik onthouden? 1. 2. 3.
Europa heeft regelgeving over vergunningen van bemanning opgesteld. Deze regelgeving is in werking getreden vanaf 8 april 2012. Deze regelgeving is verbindend en rechtstreeks toepasselijk.
1 Brochure over Deel FCL – juli 2012
4.
B.
Er is een Agentschap voor de Veiligheid van de Luchtvaart opgericht.
Overgang van JAR naar Part
Om de overgang tussen beide systemen te verzekeren, heeft België tot 8 april 2013 een algemene vrijstelling (“opt out”) aangevraagd, zodat nieuwe procedures kunnen worden ingevoerd en het ICT-systeem aangepast kan worden.
De aanvraag voor de omzetting moet worden ingediend bij het DGLV. De formulieren en de minimale eisen voor deze omzetting, zullen gepubliceerd worden op de website van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Wat moet ik onthouden? 1. 2.
De overgangsperiode voor de omzetting van bestaande vergunningen naar Deel FCLvergunningen (in de Europese regelgeving “deel FCL-bewijs van bevoegdheid” genoemd) verschilt van geval tot geval.
3. 4.
De JAR-FCL-vergunningen voor piloten van vliegtuigen en helikopters moeten ten laatste op 8 april 2018 worden vervangen, maar blijven wel geldig tot deze datum. Vanaf de inwerkingtreding van de regelgeving over Deel FCL (in België op 8 april 2013), zal de overgang van JAR-FCL-vergunningen naar Deel FCL-vergunningen, automatisch verlopen. De nationale vergunningen voor vliegtuigen en helikopters moeten ten laatste op 7 april 2014 worden omgezet in Deel FCL-vergunningen. De piloten van zweefvliegtuigen of ballonnen moeten ten laatste op 7 april 2015 hun vergunning in een Deel FCL-vergunning hebben omgezet. De omzetting gebeurt op basis van een conversieverslag dat opgesteld wordt door het DGLV, en dat het volgende zal bevatten: 1. 2. 3.
De eisen waaraan de piloot moet voldoen om de omzetting te verkrijgen van zijn vergunning met dezelfde bevoegdheden als voordien; De eventuele beperkingen die opgenomen zullen worden op de omgezette Deel FCL-vergunning; De eventuele eisen waaraan de piloot moet voldoen om deze beperkingen op te heffen.
Het DGLV zal in overleg met EASA al het mogelijke doen om de verworven bevoegdheden te garanderen. De piloten die houder zijn van bepaalde categorieën vergunningen (met name de niet ICAO-conforme) zullen echter aan bepaalde eisen moeten voldoen om hun bevoegdheden te behouden.
5.
C. FCL
De regelgeving over Deel FCL is van toepassing in België vanaf 8 april 2013. De JAR-FCL-vergunningen zullen automatisch worden vervangen en zullen geldig blijven tot 8 april 2018. De nationale vergunningen voor vliegtuigen en helikopters blijven geldig tot 7 april 2014. De nationale vergunningen voor zweefvliegers en ballonvaarders blijven geldig tot 7 april 2015. De nationale vergunningen worden omgezet in Deel FCL-vergunningen, maar kunnen beperkingen bevatten.
Opleidingen die begonnen zijn vóór de inwerkingtreding van Deel
De nog lopende JAR-FCL-opleidingen worden volledig erkend voor het behalen van een Deel FCL-vergunning, op voorwaarde dat de opleiding en de examens uiterlijk op 8 april 2016 voltooid zijn. De reeds gestarte opleidingen voor het behalen van ICAO-conforme vergunningen, ballonvergunningen, of zweefvliegtuigvergunningen, moeten ten laatste op 7 april 2015 voltooid zijn, om te kunnen worden erkend voor het verwerven van een Deel FCL-vergunning. Het DGLV zal de inhoud van de huidige opleidingen voor ballonvaarders en zweefvliegers vergelijken met de inhoud van de opleidingen voor de nieuwe reglementering, en de tekortkomingen vaststellen. Dit wordt een “vrijstellingsverslag” genoemd. De tekortkomingen ten opzichte van de nieuwe regelgeving moeten eerst ingehaald worden vooraleer een overeenstemmende Deel FCL-vergunning verkregen kan worden. Wat moet ik onthouden? 1.
De JAR-FCL-opleidingen die uiterlijk op 8 april 2016 voltooid zijn, volstaan voor de afgifte van de overeenstemmende Deel FCL-vergunning.
2 Brochure over Deel FCL – juli 2012
2.
D.
De ballon- en zweefvliegtuigopleidingen die ten laatste op 7 april 2015 voltooid zijn, volstaan voor de afgifte van de overeenstemmende Deel FCLvergunning, indien de ontbrekende elementen ingehaald zijn.
Voornaamste wijzigingen ten gevolge van de Europese regelgeving
De piloten worden op verschillende niveaus getroffen naargelang het type vergunning waarvan ze houder zijn. Hieronder worden de voornaamste veranderingen opgesomd. 1.
Nieuwe vergunningen (“bewijzen van bevoegdheid”)
Er komt een vergunning als recreatief piloot (LAPL). Deze vergunning kan behaald worden voor om het even welke categorie luchtvaartuigen. Ze is van toepassing op vliegtuigen, helikopters, zweefvliegtuigen, luchtballonnen en luchtschepen met hete lucht. Deze vergunning zal niet ICAO-conform zijn en zal slechts recht geven om in het territorium te vliegen dat gereglementeerd wordt door de Europese Unie (en ook door Zwitserland, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). Er komt ook een vergunning als meerpiloot (MPL, multi-crew pilot licence). Deze vergunning bestond al in de laatste versies van de JAR-FCL, maar was nog niet ingevoerd in België. Deze vergunning biedt de mogelijkheid om als co-piloot op te treden in een vliegtuig dat bediend moet worden met een co-piloot. De vergunning als zweefvlieger zal voortaan uitgereikt worden door het DGLV. 2.
Nieuwe vermeldingen op de vergunning.
De toelating als examinator en alle bevoegdverklaringen als instructeur (FII, SFI, MCCI, STI) worden in de toekomst vermeld op de vergunningen. 3.
Bijlage bij de vergunning
Het DGLV zal op grond van de wettelijke verplichtingen inzake toezicht ook een bijlage (attachment) bij de vergunning vaststellen. Op deze bijlage komen dan de bevoegdverklaringen die niet door de Europese verordening worden geregeld. Het betreft de nationale bevoegdverklaringen die door de Belgische regelgeving zullen worden geregeld.
Voor de vliegtuigen gaat het bijvoorbeeld om de Piper PA-18, de Piper PA-19 of de Stampe SV-4 (om de meest gekende te noemen), of het droppen van valschermspringers. Voor de helikopers is er bijvoorbeeld de A600-Talon. 4.
Geldigheid van de vergunningen
De Deel FCL-vergunningen zijn levenslang geldig en er is dan ook geen geldigheidsdatum vermeld op de vergunning. De bevoegdverklaringen die op de vergunning worden aangebracht (de klasse- en typebevoegverklaring, zweefvliegtuigtypes of ballontypes, instructeur) hebben echter een beperkte geldigheidsperiode. De piloten die nu een JAR-FCL-vergunning (voor vliegtuig of helikopter) hebben zullen zo goed als geen verschil merken. De klasse- en typebevoegdverklaringen hebben nog altijd een beperkte geldigheidsperiode, en de voorwaarden voor de wedergeldigmaking en de hernieuwing zijn ongeveer dezelfde als bij de JAR-FCL. Voor de houders van een vergunning als recreatief piloot (LAPL), een vergunning als zweefpiloot (SPL, Sailplane Pilot Licence), of een vergunning als ballonvaarder (BPL, Balloon Pilot Licence) zijn er echter wel een aantal veranderingen. Zo zal de vergunning geen vervaldatum meer bevatten. Om de bevoegdheden die aan de vergunning verbonden zijn te kunnen uitoefenen, moet er steeds voldoende recente ervaring op het gebruikte luchtvaarttuig worden aangetoond. De vliegervaring moet in het logboek gedetailleerd vermeld worden. Indien niet moeten de houders van een dergelijke vergunning aan bijkomende voorwaarden voldoen: de bekwaamheidsproef met een examinator en instructievluchten. De houders van een vergunning voor LAPL, SPL of BPL moeten in principe geen beroep doen op het DGLV voor de hernieuwing of wedergeldigmaking van bevoegdverklaringen. De houders ervan zullen hun vergunning zelf kunnen beheren. 5.
Vermelding van uitbreidingen en nationale bevoegdverklaringen
Sommige uitbreidingen en nationale bevoegdverklaringen die vanaf nu onder de Europese regelgeving vallen, zullen niet meer vermeld worden op het logboek, maar zullen vermeld worden op de vergunning. Dit zal onder andere het geval zijn voor
3 Brochure over Deel FCL – juli 2012
het stuntvliegen (zowel voor vliegtuigen als voor zweefvliegtuigen) of het slepen van zweefvliegtuigen en banners. De uitbreidingen en bevoegdverklaringen die (nog) niet onder de Europese regelgeving vallen, zullen tot nader orde vermeld worden in de bijlage bij de vergunning. 6.
Medisch certificaat
De houders van een vergunning die is afgeleverd conform Deel FCL, moeten voortaan beschikken over een medisch certificaat om de bevoegdheden van de Deel FCL-vergunning te kunnen uitoefenen. Naast het gebruikelijke medisch certificaat klasse 1 voor de beroeps- en lijnpiloten, en het medisch certificaat klasse 2 voor de vergunningen voor privébestuurder PPL(A/H), SPL en BPL, komt er een nieuw type medisch certificaat voor de LAPL-vergunning. Het verschil met een medisch certificaat klasse 2, is dat er voor het medisch certificaat voor de LAPL-vergunning minder strenge medische eisen zijn, er meer tijd is tussen de medische onderzoeken, en de inhoud van het onderzoek minder uitgebreid is. De medische certificaten die op grond van de oude regelgeving werden afgeleverd, behouden hun geldigheid tot de erop vermelde geldigheidsdatum (zelfs in combinatie met een Deel FCLvergunning). 7.
Deze nieuwe periodes gelden vanaf de inwerkingtreding van de bepalingen van Deel FCL; ze zullen worden toegepast vanaf de volgende herbeoordeling van de taalvaardigheid. De nu geldende geldigheidsperiode zal niet vervroegd en ook niet uitgesteld worden. 8.
De Europese regelgeving bepaalt dat alle opleidingen (zowel de theorie als de praktijk) moeten worden gevolgd in een erkende opleidingsorganisatie (Approved Training Organisation of ATO). De theorie kan dus bijvoorbeeld niet meer met zelfstudie aangeleerd worden. Voor elk onderdeel dient er les gevolgd te worden bij een ATO. Het DGLV zal een lijst met ATO’s publiceren op zijn website. Wat moet ik onthouden? 1.
Taalvaardigheid
In toepassing van Deel FCL moeten piloten van vliegtuigen en helikopters een taalvaardigheidsaantekening hebben op hun vergunning (minimaal niveau 4) voor de taal of talen die gebruikt wordt of worden voor de radiocommunicatie tijdens de vlucht. Dit vereiste geldt ook voor de houders van een vergunning voor LAPL(A) of LAPL(H).
2. 3.
De zweefvliegtuigpiloten en ballonvaarders zijn vrijgesteld van deze verplichting. 4. De voornaamste wijziging voor de betrokken piloten betreft de geldigheidsperiode van de herbeoordeling van de taalvaardigheid: -
4 jaar, indien het aangetoonde niveau 4 is; 6 jaar, indien het aangetoonde niveau 5 is. tot nader orde zullen de piloten met een aangetoond niveau 6, vrijgesteld worden van de verplichting om hun taalvaardigheid te laten herbeoordelen.
Opleidingen
5.
Er zijn 7 types vergunningen (in de Europese regelgeving wordt de term “bewijs van bevoegdheid” gebruikt): i. LAPL : vergunning als recreatief piloot ii. PPL : vergunning als privépiloot iii. SPL : vergunning als zweefpiloot iv. BPL : vergunning als ballonvaarder v. CPL : vergunning als beroepspiloot vi. MPL : meerpiloot-vergunning vii. ATPL : vergunning als verkeerspiloot (in België ook “lijnpiloot” genoemd) De Deel FCL-vergunningen zijn levenslang geldig. Er zijn 3 types medisch certificaten: i. Medisch certificaat voor LAPL ii. Medisch certificaat klasse 2 voor PPL, SPL en BPL iii. Medisch certificaat klasse 1 voor CPL, MPL en ATPL De geldigheidsperiode voor de taalvaardigheid is: i. 4 jaar voor niveau 4 ii. 6 jaar voor niveau 5 iii. onbeperkt voor niveau 6 Al de opleidingen dienen gevolgd te worden in een erkende opleidingsorganisatie (ATO).
4 Brochure over Deel FCL – juli 2012
E.
Belangrijke momenten
8 april 2012 8 april 2013 8 april 2014 8 april 2015 De verordening nr. 1178/2011 treedt in werking.
8 april 2016 8 april 2017
Deel FCL is van toepassing in België.
8 april 2018
Licences
Het DGLV begint met de uitreiking van Deel FCLvergunningen.
De nationale vergunningen voor ballonvaarders en zweefvliegtuigen zijn niet meer geldig.
Deel FCL is nog niet van toepassing op poweredlift luchtvaartuigen, luchtschepen, luchtballonnen en zweefvliegtuigen.
Bijalge I (Deel FCL) is van toepassing op poweredlift luchtvaartuigen, luchtschepen, luchtballonnen en zweefvliegtuigen.
De LAPL-vergunning en de bijzondere eisen voor de bevoegverklaringen voor stuntvliegen, het slepen, het vliegen in bergachtige gebieden en het testvliegen zijn nog niet van toepassing.
De LAPL-vergunning en de bijzondere eisen voor de bevoegverklaringen voor stuntvliegen, het slepen, het vliegen in bergachtige gebieden en het testvliegen zijn van toepassing.
De nationale vergunningen voor vliegtuigen en helikopters zijn niet meer geldig.
De medische certificaten volgens JAR-FCL zijn niet meer geldig.
De JAR-FCLvergunningen zijn niet meer geldig.
Formations
De FTO, TRTO en RF kunnen een aanvraag indienen om een ATO (erkende opleidingsorganisatie) te worden.
De opleidingen voor ballonvaarder en zweefvlieger moeten voltooid zijn. Een FTO en TRTO moeten aanvaard zijn als ATO (erkende opleidingsorganisatie).
Een RF moet aanvaard zijn als ATO (erkende opleidingsorganisatie).
De JAR-FCLopleidingen dienen voltooid te zijn.
5 Brochure over Deel FCL – juli 2012
F.
Website tot het recht van de Europese unie: http://eurlex.europa.eu/nl/index.htm
Diversen 1.
Nuttige links
2.
Website van EASA – Website van het Europees Agentschap voor de Veiligheid van de Luchtvaart: http://easa.europa.eu/home.php
1 : PARTS 2 : AMCs/GMs
Terminologie
Nederlands LAPL Bevoegdheidsbewijs als recreatief piloot PPL – Bewijs van bevoegdheid als privépiloot SPL Bewijs van bevoegdheid als zweefpiloot BPL Bewijs van bevoegdheid als ballonvaarder CPL Bewijs van bevoegdheid als beroepspiloot MPL – Meerpiloot bewijs van bevoegdheid ATPL - Bewijs van bevoegdheid als verkeerspiloot
Frans LAPL - Licence de pilote d’aéronef léger
Engels LAPL - Light aircraft pilot licence
PPL – Licence de pilote privé
PPL – Private pilot licence
SPL – Licence de pilote de planeur
SPL – licence
BPL – Licence de pilote de ballon
BPL – Balloon pilot licence
CPL – Licence de pilote commercial
CPL – Commercial pilot licence
MPL – Licence de pilote en équipage multiple ATPL – Licence de pilote de ligne
MPL – Multi-crew pilot licence ATPL – Airline transport pilot licence
Sailplane
pilot
Belangrijke mededeling Deze brochure betreft een intern document dat bestemd is voor de personeelsleden van het DGLV. Er kunnen geen rechten ontleend worden aan deze brochure. De data en de uitzonderingen kunnen op elk moment veranderen.
6 Brochure over Deel FCL – juli 2012