Inventarisatie Seniorensport binnen sportopleidingen
Colofon Inventarisatie seniorensport binnen sportopleidingen Auteurs: Meike Elfring (Kennispraktijk) Johan Steenbergen (Kennispraktijk) Marja Leijenhorst (Kennispraktijk) Deze evaluatie is uitgevoerd door Kennispraktijk (www.kennispraktijk.nl). © 2012
Opdrachtgever: Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)
Inhoud
Inleiding ....................................................................................................................................... 4 1.
2.
3.
Sport opleidingen gericht op senioren ................................................................................... 6 1.1
Enkele mbo en hbo opleidingen gericht op senioren ............................................................. 6
1.2
Aanbod .................................................................................................................................... 6
In- en uitstroom .................................................................................................................. 10 2.1
Instroom ................................................................................................................................ 10
2.2
Uitstroom .............................................................................................................................. 11
Belemmerende en bevorderende factoren .......................................................................... 13 3.1
Belemmerende factoren ....................................................................................................... 13
3.2
Bevorderende factoren ......................................................................................................... 14
4.
Conclusies........................................................................................................................... 16
5.
Met het oog op de toekomst – enkele aanbevelingen op een rij .......................................... 18
Bijlage 1:
Gespreksleidraden .................................................................................................. 21
Bijlage 2:
Personen en organisaties met wie gesprekken zijn gevoerd ...................................... 25
Inleiding De bevolking in Nederland vergrijst. Er worden in Nederland minder kinderen geboren en we leven langer. Hierdoor behoort een steeds groter percentage van de Nederlandse bevolking tot de groep 55 jaar en ouder. Om de steeds groter wordende groep ouderen in onze samenleving fit en vitaal te houden is het belangrijk dat zij voldoende sporten en bewegen. De overheid stimuleert iedereen, maar vooral de kwetsbaren in onze samenleving zoals ouderen, gehandicapten, chronisch zieken, mensen uit achterstandswijken en allochtonen om voldoende te sporten en bewegen. Ouderen lijken in te zien dat sporten en bewegen goed is voor hun gezondheid. De afgelopen jaren zijn ouderen namelijk steeds meer gaan sporten en bewegen. Om deze positieve ontwikkeling in stand te kunnen houden is het belangrijk dat er voldoende kennis en expertise van deze doelgroep is om een passend sport- en beweegaanbod te kunnen bieden en om een goede afstemming te krijgen en behouden tussen aan de ene kant het aantal op te leiden professionals en de behoefte uit het werkveld (gymverenigingen, fitnesscentra, woonzorgcentra). Verschillende sportopleidingen in het MBO en HBO bieden onderwijs aan dat zich richt op de doelgroep senioren (50+ers/55+ers). Toch blijkt er een verschil te zijn of ervaren tussen de vraag vanuit het werkveld en het aanbod vanuit de opleidingen. In 2009 constateerde Kennispraktijk in een onderzoek dat in grote delen van Nederland een tekort aan kader bestaat onder sport- en beweegleiders 55+. De conclusie was toen dat anno 2009 met veel inspanning en passen en meten het probleem van kadertekort voor de korte termijn wel opgelost kon worden. Richting de toekomst is het tekort echter een probleem. De gemiddelde leeftijd van het huidige kader is behoorlijk hoog te noemen. Het merendeel van de sport- en beweegleiders voor seniorengroepen was in 2009 ouder dan 55 jaar en veel van hen dachten aan afbouwen of zelfs stoppen.
‘De’ controverse Anno 2013 is er sprake van een tegenstrijdig geluid. Vanuit bijvoorbeeld de sportservices/sportraden wordt nog steeds regelmatig aangegeven dat er te weinig kader is voor deze doelgroep. De MBO-raad daarentegen geeft aan dat er wel degelijk voldoende wordt opgeleid voor het werkveld ‘seniorensport’. Hoe is het beeld nu precies? Er zijn de afgelopen jaren verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de relatie tussen vraag en aanbod op het terrein van seniorensport, onlangs nog door Evelien Wijdeveld (2012). Zij heeft een inventarisatie uitgevoerd naar wat sportopleidingen doen ten aanzien van scholing op het terrein van sport en bewegen voor 55+ers. De vragen NISB heeft Kennispraktijk gevraagd om een nadere analyse te houden naar het opleidingsaanbod voor sport en bewegen voor senioren. Het doel van dit onderzoek van geringe omvang is het bieden van een iets ‘getrouwer’ beeld van uitstroom van studenten en invulling van de werkplekken op het terrein van sport en bewegen voor senioren.
4
In deze rapportage zal, door middel van een kleinschalig literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek, geprobeerd worden antwoord te geven op de volgende vragen:
Wat is de uitstroom op sportopleidingen naar het werkveld sport en bewegen voor senioren?
Is er sprake van een voldoende landelijke dekkend opleidingsaanbod?
Is er zicht op het werkveld waarin de studenten terechtkomen die een sportopleiding hebben gevolgd die zich richt op de doelgroep senioren (zicht op alumni)?
Hoe is het onderwijs gericht op de doelgroep senioren vormgegeven op de sportopleidingen?
Interviews met MBO opleidingen en HBO opleidingen Om voornoemde vragen te beantwoorden, zijn aan de hand van twee verschillende gespreksleidraden (bijlage 1) gesprekken gevoerd met betrokkenen uit het MBO en HBO (bijlage 2). Dit zijn opleidingsmanagers, docenten en coördinatoren. De geïnterviewden zijn zonder uitzondering betrokken bij de opleiding, modules of (keuze)vakken van de opleidingen. De interviews zijn telefonisch afgenomen en verwerkt in de hoofdstukken van onderhavige rapportage. Leeswijzer Het eerste hoofdstuk van deze rapportage geeft inzicht in het diverse onderwijsaanbod gericht op de doelgroep senioren dat wordt aangeboden op de opleidingen. In het tweede hoofdstuk zal worden gekeken naar de in- en uitstroom van studenten die onderwijs volgen dat is gericht op de doelgroep senioren. Het derde hoofdstuk geeft een beeld van de belemmerende en bevorderende factoren voor studenten om te kiezen voor een opleiding en baan in de richting van seniorensport. Vervolgens worden in hoofdstuk vier een aantal conclusies getrokken en wordt de rapportage in hoofdstuk vijf afgesloten met een aantal aanbevelingen om vraag en aanbod op het terrein van seniorensport beter op elkaar aan te laten sluiten.
5
1.
Sport opleidingen gericht op senioren
In dit hoofdstuk zal eerst, zij het bondig, een algemeen beeld worden gegeven van hoeveel opleidingen specifiek een opleiding bieden voor senioren. In de tweede paragraaf zal iets uitgebreider worden ingegaan op het aanbod op mbo’s en hbo’s.
1.1
Enkele mbo en hbo opleidingen gericht op senioren
Uit het onderzoek van Wijdeveld (2012) blijkt dat er in Nederland enkele mbo en hbo opleidingen zijn die zich richten op senioren. Hieronder wordt hier kort nog even op in gegaan. Mbo Er zijn 35 opleidingen voor Sport en Bewegen in het mbo (roc’s). Van deze 35 organiseren er zes opleidingen voor seniorensportleider niveau 3 en één de Seniorensport coördinator. Onder de senioren sportopleidingen worden twee niveaus onderscheiden:
Seniorensportleider en /of Sport- en bewegingsleider 50+ (niveau 3)
Seniorensport coördinator (niveau 4).
Bij andere opleidingen Sport en Bewegen in mbo wordt in meer of mindere mate ook aandacht besteed aan de doelgroep senioren in het curriculum. Hierover meer in de komende paragrafen van deze rapportage. Hbo Er zijn zes hogescholen met sportopleidingen. De meeste bieden een lerarenopleiding (alo), plus één of meer management– of gezondheidsvarianten. Er zijn twee hogescholen die specifiek cursussen hebben ontwikkeld op het gebied van opleidingen van sport- en bewegen 50+: Fontys sporthogeschool en de Hanzehogeschool. In 2006/2007 is de Fontys Sporthogeschool gestart met het aanbieden van de cursussen. De Fontys Hogeschool heeft de cursussen twee jaar georganiseerd maar is gestopt (zie elders in dit rapport). Het Instituut Sportstudies van de Hanzehogeschool
(HIS)
heeft samen met het CIOS Heerenveen en SportDrenthe
opleidingen ontwikkeld. In 2006 zijn de eerste opleidingen (niveau 3 en 4) bij het CIOS Heerenveen gestart. De opleiding senioren ontwikkelaar (hbo, niveau 5) is in ontwikkeling en het streven is om deze per september 2013 af te ronden.
1.2
Aanbod
In de gesprekken met de opleidingsmanagers of docenten op de opleidingsinstituten is aandacht besteed aan het aanbod dat de opleidingsinstituten hebben op het gebied van seniorensport. Hierna zal het beeld dat op basis van de interviews kan worden gevormd uiteen worden gezet.
6
Deelopleidingen en keuzevakken Het beeld van de sport- en beweegopleidingen is vrij divers. Enkele mbo-opleidingen bieden deeltijdopleidingen of keuzevakken aan die zich daadwerkelijk richten op de doelgroep senioren. Enkele voorbeelden: Het CIOS in Sittard biedt een deeltijdopleiding aan voor sport- en beweegleider senioren. Deze deeltijdopleiding wordt gegeven op een avond in de week. Hier komen met name zij-instromers op af. Deze zijinstromers zijn vooral mensen die als activiteitenbegeleiders werken, veel affiniteit hebben met de doelgroep, maar net de specifieke vaardigheden en kennis missen op het terrein van sport en bewegen. De instroom van de studenten betreft dus vooral zij-instromers en weinig studenten van het CIOS zelf. Binnen het CIOS e
e
Heerenveen bieden ze aan het 3 en 4 jaar een zogeheten Klein profiel seniorensport aan. Dit is een keuzevak voor de CIOS-studenten en zij-instromers. Dit is een behoorlijk onderdeel, namelijk zo’n 450 uren in het gehele jaar. De stage behelst 105 uur (bij sportverenigingen, woonzorginstellingen en informeel). Het gaat hierbij, net als op het CIOS Sittard, om twee typen studenten, de studenten van het CIOS en zij-instromers (vooral vrouwelijke herintreders). e
e
Studenten van het Mondriaan College kunnen in het 3 en 4 jaar kiezen voor een specialisatie. De specialisatie bewegingsagogie is een van de vijf die worden aangeboden. Het is niet specifiek op ouderen gericht, maar ook mensen met een beperking. De opleiding zet breed in op onder andere ouderen, lichamelijk beperkten, psychiatrische patiënten, chronisch zieken en gevangenen. Binnen het CIOS Arnhem werken ze met zogenoemde settings, namelijk de setting sport/sportzaal en setting zorg en welzijn. Bij deze laatste setting gaat veel aandacht uit naar senioren. Dit hebben ze altijd gesplitst maar nu sinds dit jaar schooljaar bieden ze beide settings aan. Omdat ze de jongeren zo breed mogelijk willen opleiden en dat biedt voor hen meer werkgelegenheid. Dit keuzevak kan zowel door CIOS studenten worden gevolgd als door zij-instromers Op het hbo is een vergelijkbaar beeld waar te nemen als op de mbo-opleidingen, alhoewel er over het algemeen bij de opleiding lichamelijke opvoeding minder aandacht wordt besteed aan verschillende doelgroepen dan op het mbo. De focus bij deze opleidingen ligt toch vooral bij jeugd en onderwijs. Een voorbeeld van een keuzevak op de hbo is de profileringscursus seniorensport op Hogeschool Windesheim (Calo). Deze profileringscursus kon zowel door studenten lichamelijke opvoeding als door studenten sportmanagement worden gevolgd. Het was een klein keuzevak waar 2 of 3 studiepunten mee konden worden verdiend. Op de Fontys Hogeschool krijgen studenten de mogelijkheid om in contact te komen met de doelgroep in de Beweegwinkel. De Beweegwinkel richt zich op het gezond bewegen van 55 plussers, waarbinnen momenteel vier tweedejaars studenten, drie derdejaars studenten en één vierdejaars student actief zijn als stagiair. Gezamenlijk en zelfstandig organiseren deze studenten vanuit de Beweegwinkel activiteiten voor senioren in de omgeving van Eindhoven.
7
Zijdelings besproken of soms in het geheel niet aangeboden In een aantal gevallen is er helemaal geen aanbod binnen de opleiding dat zich richt op senioren. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het Drenthecollege en Deltion College. Op het Drenthe-college is geen aanbod, wel docenten die scholing hebben gehad bij NISB die affiniteit hebben met de doelgroep. De doelgroep senioren wordt wel zijdelings in de lessen aangesneden, maar het is geen expliciet (keuze)vak op het rooster. Dat er geen aanbod is bij de opleidingen wil overigens niet zeggen dat er helemaal geen aandacht is voor deze doelgroep binnen de opleidingen. De doelgroep komt vaak wel aan bod bij diverse lessen maar studenten worden niet specifiek opgeleid voor het lesgeven aan de doelgroep. De opleidingen hebben over het algemeen duidelijke motieven om geen of beperkt aanbod te hebben dat zich richt op seniorensport. Deze motieven zullen later in deze rapportage worden toegelicht. Sport specifieke vakken geschikt voor senioren Door de docenten en opleidingsmanagers van veel mbo opleidingen wordt ook aangegeven dat zij studenten de mogelijkheid bieden zich te bekwamen in sporten waarvan veel sporten zeer geschikt zijn voor ouderen. Voorbeelden van dergelijke sporten zijn nordic walking, fitness en zwemmen.
Intentie om iets aan te bieden Veel opleidingen die op dit moment nog geen aanbod hebben gericht op senioren, een beperkt aanbod hebben of waar senioren zijdelings in de lessen aan bod komen realiseren zich wel dat senioren een steeds belangrijkere doelgroep vormen. Veel docenten en opleidingsmanagers geven dan ook aan wel met de gedachte te spelen aanbod te creëren dat zich richt op deze doelgroep. Zo ook op bijvoorbeeld ROC De e
e
Leijgraaf. Sport en bewegen is op dit ROC een jonge opleiding met nog geen 3 - en 4 -jaars studenten (zijn in schooljaar 2011-2012 gestart). Ze zijn wel van plan om binnen het uitstroomprofiel bewegingsagoog een onderdeel aan te bieden gericht op senioren. Men denkt aan een verplicht onderdeel, vooral omdat de doelgroep senioren steeds belangrijker wordt. Ook de Haagse Hogeschool en Hogeschool Windesheim spelen met de gedachte om bijvoorbeeld een minor aan te bieden voor studenten waarin aandacht wordt besteed aan verschillende doelgroepen. Studenten die deze minor volgen hebben dan, naast uitgebreide kennis over de doelgroep jeugd, ook kennis over doelgroepen als senioren en gehandicapten. Op deze hogescholen bevinden deze ideeën zich echter nog in prematuur stadium en het is dan ook lang niet zeker dat hier ook vervolg aan wordt gegeven. Toelatingseisen Over het algemeen zijn er op de opleidingen geen strenge toelatingseisen om de vakken gericht op senioren te kunnen volgen. Op roc’s met een specifieke (deel)opleiding gericht op senioren wordt met zij-instromers een gesprek gehouden over hun affiniteit en motivatie om met senioren te werken. Er vindt dus een intakegesprek plaats met de externe zij-instromers, maar er gelden geen hele hoge instroomeisen.
8
Als het gaat om de keuzevakken binnen de ROC opleidingen dan zijn deze over het algemeen niet toegankelijk voor externen, maar worden ze als van de keuzevakken aangeboden voor studenten van verschillende e
e
leerjaren (vooral 2 en 3 ). Op geen enkele opleiding is het ‘vak senioren’ verplicht.
9
2.
In- en uitstroom
Er is aan de opleidingsmanagers en docenten om meer informatie over de in- en uitstroom gevraagd. Aangezien het aanbod heel erg divers is en we ook niet alle roc’s en hogescholen hebben gesproken is het lastig hier een eenduidig beeld van te schetsen. In dit hoofdstuk trachten we toch iets over de in- en uitstroom te zeggen.
2.1
Instroom
Als het over instroom van studenten bij de opleidingen en vakken gericht op de doelgroep senioren gaat rijst als eerste de vraag op is er wel animo onder de studenten voor een vak of opleiding gericht op senioren? Vrijwel alle docenten en opleidingsmanagers van zowel mbo als hbo die we in het kader van dit onderzoek hebben gesprokken beantwoorden deze vraag in eerste instantie ontkennend. Vanuit studenten komt maar zeer sporadisch de vraag of zij zich kunnen specialiseren in de doelgroep senioren. De indruk van de coördinator van de opleiding op Landstede is dat er altijd een vooroordeel heerst over de doelgroep senioren. “Studenten vinden het over het algemeen niet echt hip of sexy om met de doelgroep senioren te werken maar op moment dat ze er mee in aanraking komen verandert hun mening meestal wel. De doelgroep is vaak heel enthousiast dat jongelui met hen aan de slag gaan. De waardering die de student er voor terugkrijgt haalt dan meestal het vooroordeel over senioren weg.” Bovenstaande wordt ook door de andere docenten en opleidingsmanagers bevestigd. “De jongeren die bij ons de opleiding volgen sporten bij ons veel op redelijk hoog niveau. Zij willen in hun werk ook met een vergelijkbare doelgroep werken. Ouderen zijn dan niet interessant. Voor ons als opleiding moeten we uiteraard rekening houden met het werkveld want daar leiden we voor op maar het onderwijsaanbod moet ook interessant zijn voor de studenten”, aldus een opleidingsmanager. “Ik heb ook de indruk dat dit een verklaring kan zijn voor het signaal vanuit het werkveld en de wat vertraagde reactie van de opleiding. Er is niet zo veel animo van studenten”, geeft een andere opleidingsmanager aan. Doordat het gaat om jongeren, is het niet zo dat ze in de rij staan om met deze (oudere) doelgroep te werken. Uit de interviews wordt in ieder geval duidelijk dat de studenten niet zelf komen met de vraag of er iets kan worden aangeboden op het terrein van seniorensport. “Sporadisch komt er een vraag voor, dat komt vooral omdat de opleiding en de studenten toch onderwijs gericht zijn. Ik vergelijk het maar met speciaal onderwijs, je zult mensen hebben die er interesse in hebben maar veel andere ook niet”, geeft een opleidingsmanager van een hogeschool aan.
10
Toch blijkt ook wel weer dat als er een keuzevak wordt aangeboden gericht op senioren, de groepen ook wel weer vol zitten. “Er is in het algemeen niet heel erg veel vraag naar het keuzevak senioren. Op een of andere manier worden de groepen toch altijd redelijk vol. Blijkbaar zijn de andere keuzevakken toch minder interessant dan ze in eerste instantie leken”, zo geeft een docent aan. De ervaringen vanuit het CIOS Heerenveen zijn iets anders, daar blijkt wel degelijke sprake van een groei van instroom en animo van studenten. Hier wordt een drieslag geschetst: 1.
Toen het nog gelieerd was aan MBVO was er alleen animo van herintreders of mensen die al wel activiteiten begeleider waren in b.v. woonzorginstelling en iets meer ondergrond wilden hebben bij het aanbieden van sport- en beweegactiviteiten [zat dus nog buiten het onderwijs]
2.
Tot 7 jaar terug, toen het dus werd aangeboden binnen het onderwijs, kwamen mondjesmaat studenten van de CIOS die zicht aanmelden. Het percentage zij-instromers had echter nog steeds de overhand.
3.
De laatste 5 jaar neemt het aantal cursisten vanuit de CIOS erg toe. Er zijn in totaal per jaar nu zo’n kleine 50 studenten, waarvan zo’n 40 studenten van het CIOS en zo’n 8 tot 10 zij-instromers. Dit is een trend die zich de laatste 5 jaar heeft ingezet.
Als we hebben over aantallen dan kunnen we in dit onderzoek niets anders dan een globaal beeld schetsten. Gemiddeld nemen er ongeveer 20-50 studenten deel aan keuzevakken of (deeltijd)opleidingen gericht op de doelgroep senioren. Hoeveel dit in totaal voor Nederland is, is lastig aan te geven. Niet elke opleiding biedt vakken gericht op de doelgroep senioren aan, er is niet met iedereen gesproken en de vakken zijn niet goed met elkaar te vergelijken. Uiteindelijk gaat het natuurlijk ook om het aantal studenten dat uitstroomt richting dit werkveld.
2.2
Uitstroom
Studenten hebben over het algemeen niet per definitie de intentie om met een specifieke doelgroep te gaan werken na afronding van hun opleiding. Dus ook niet met de doelgroep senioren. Met de huidige status van de arbeidsmarkt is de doelgroep zeker niet leidend en zijn studenten blij met elke baan. Met de komst van functies als buurtsportcoaches zullen studenten de doelgroep wel in hun werk tegen komen maar dat zal niet het leidende motief zijn om voor dergelijke functies te kiezen. “Er bestaat natuurlijk een generatiekloof tussen de studenten die na hun afstuderen op de arbeidsmarkt komen en de generatie 55+. Studenten zijn hierdoor wellicht wat terughoudend maar het zal voor studenten geen reden zijn om een baan niet te accepteren”, verwacht een opleidingscoördinator. Het CIOS in Heerenveen waar een opleidingsrichting gericht op de doelgroep senioren wordt aangeboden heeft een inschatting gemaakt van de studenten die de intentie hebben om daadwerkelijk met senioren te gaan
11
werken na afronding van de opleiding. De inschatting van deze opleidingsmanager is dat 25% de intentie heeft direct in het werkveld aan de slag te gaan en 50% denkt wat later aan de slag te gaan, als ze wat ouder zijn. Op de vraag of deze docent er ook zicht op heeft of deze studenten ook daadwerkelijk met hun opleiding doen antwoord ze: “Of ze er echt iets mee doen, dat percentage ligt weer iets lager. Mijn inschatting is dat er in totaal per afstudeerjaar er zo’n 5 daadwerkelijk met senioren aan de slag gaan.” Over het algemeen hebben de opleidingsmanagers en docenten met wie is gesproken geen goed zicht op waar de studenten uiteindelijk terecht komen in het werkveld. Hun indruk is dat er maar zeer weinig studenten uiteindelijk aan het werk gaan met de doelgroep senioren. Wel wordt veelvuldig aangegeven dat veel studenten in het mbo die de opleiding sport en bewegen volgen verder studeren na afronding van hun opleiding. Dit blijkt ook uit de arbeidsmarktmonitor sport 2011. Uit dit onderzoek blijkt dat tweederde van de studenten die een sport- en bewegen opleiding hebben gevolgd in het mbo een vervolgopleiding gaat doen.
1
1
Van der Horst & Peeters, 2011
12
3.
Belemmerende en bevorderende factoren
In de vorige twee hoofdstukken zijn we ingegaan op het aanbod, de inhoud en de in- en uitstroom van studenten. In dit hoofdstuk gaan we iets nader kijken wat de reden is van de toch wat minimale uitstroom van studenten richting het werkveld senioren en wat wellicht bevorderende factoren zijn die de uitstroom kunnen verhogen.
3.1
Belemmerende factoren
In het vorige hoofdstuk werd duidelijk dat het animo om met de doelgroep senioren te werken niet heel hoog is. Wat zijn nu de belangrijkste factoren die belemmerend zijn voor dit relatief lage animo van de studenten? We zetten hier de belangrijkste belemmeringen op een rij:
Generatiekloof Wat vrijwel door iedereen wordt genoemd is dat het merendeel van de studenten iets dynamischer zoeken. Dat is bij 55+ wat minder het geval. Pas als de arbeidsmarkt wat dichtslibt, dan zal er wel meer interesse komen. Het imago dat de doelgroep heeft is voor jongeren van de opleiding sport en bewegen niet erg aantrekkelijk. Exemplarisch is het volgende citaat:
“Studenten zien alleen de beperkingen van de groep en het is voor hen niet interessant om oefeningen te doen met een ballonnetje, zij willen echt fanatiek sportles kunnen geven. Jongeren van de opleiding verzorging en verpleging kijken heel anders naar ouderen.”
Geen goed beeld van de doelgroep De studenten hebben een verkeerd of geheel geen beeld van deze doelgroep. Leerlingen realiseren zich niet dat ze ook veel terug krijgen aan warmte en dat ze echt iets kunnen betekenen voor deze groep.
Laag salaris/slechte arbeidsvoorwaarden Het salaris dat wordt aangeboden aan een sport- en beweegleider senioren is vrij laag. Bruto zelden meer dan 12 euro per uur. Het is dan ook moeilijk om met dit salaris een volwaardige baan te creëren om een bestaan van op te bouwen. Vaak lijkt sport- en beweegleider voor senioren nog te veel in de hoek van het vrijwilligerswerk te zitten. Deze meer arbeidsvoorwaardelijke belemmeringen worden regelmatig genoemd (gebrek aan toekomstperspectief).
Versnippering en bijeen sprokkelen van uren Sprokkelen op verschillende plekken van uren om wat volume qua baan te hebben. Deze versnippering van uren zien ze al in verband met de stage-uren. Ze hebben erg veel moeite om een
13
stageplek te vinden met voldoende omvang. Hierdoor kunnen studenten soms zelfs het keuzevak niet afronden.
Imago Het imago van senioren is niet erg goed. Dit verandert wel iets naarmate de studenten ook daadwerkelijk met de doelgroep werken, maar toch lijkt de uitdaging voor de studenten te gering.
Slechte p.r. voor sport- en beweegleider senioren Er wordt zelden reclame gemaakt door opleidingen of organisaties uit het werkveld voor sport- en beweegleider senioren. Ook de communicatiekanalen moeten goed aansluiten bij de doelgroep.
Doorstuderen Veel studenten van de sport en bewegen opleiding binnen het mbo gaan na afronding van hun opleiding een vervolgopleiding doen. Ze komen terecht op de hogescholen en dat betekent wel veel coördinatoren, maar weinig mensen die daadwerkelijk voor de groepen staan en daar is nu juist zoveel behoefte aan onder andere door de vergrijzing van het huidige sport- en beweegkader voor 55+.
3.2
Bevorderende factoren
Om toch te bevorderen dat studenten (vaker) kiezen om aan het werk te gaan binnen de sport- en beweegsector voor de senioren, zijn door de geïnterviewden enkele specifieke suggesties gedaan. We zetten ze op een rij.
Doelgroep groter en kader vergrijst De doelgroep is in opkomst en wordt de komende jaren nog omvangrijker. Er zal steeds meer vraag ontstaan om er breder naar te kijken. Bevorderen van participatie van senioren in relatie tot een actieve leefstijl wordt belangrijker. Zelfstandigheid en zelfredzaamheid zijn met meer sport en bewegen te bevorderen.
“Het kan een doelgroep zijn waar jongeren in de toekomst gemakkelijker hun geld mee kunnen verdienen dan met (top)sport en sportactiviteiten voor jeugd. De ouderen van nu hebben ook nog redelijk wat geld te besteden en er komt steeds meer aandacht voor vitaliteit en gezondheid bij die doelgroep. Ook verzekeringen vinden preventieve activiteiten steeds belangrijker”, aldus een opleidingsmanager van een mbo. Wat we kunnen verwachten is dat er steeds meer behoefte komt aan kader voor seniorensport: -
Het kader dat er nu is wordt ouder (de mensen van het eerste uur)
-
Ook komen er steeds meer senioren
14
Hoewel er op de hbo’s nog geen concrete vraag is vanuit de studenten speelt men ook op de hbo’s met de gedachte om opleidingsaanbod gericht op de doelgroep senioren aan te bieden. Door nieuwe functies als buurtsportcoaches komen docenten lichamelijke opvoeding steeds meer in aanraking met andere doelgroepen dan jeugd. “Er gaan wel gedachten om meer doelgroepgericht te gaan werken, maar dat zijn nog geen concrete verhalen, meer kampvuurgedachtes. Als we het zelf opnemen als minor, dan krijg je waarschijnlijk toch een handje vol studenten, die affiniteit hebben, net zoals bij speciaal onderwijs.”, aldus een opleidingsmanager van een hbo.
Voordeel arbeidstijden Met deze doelgroep is het vaker mogelijk om overdag te werken.
“Bij sportverenigingen moet je toch vaak ’s avonds aan de slag en dit biedt de sport- en beweegleider voor senioren mogelijkheden om overdag te werken. Sfeer, altijd positief, grote opkomst in de groepen, andere werktijden, senioren hebben meer tijd”, zo geeft een docent van een mbo-opleiding aan.
De senioren van tegenwoordig zijn vitaler dan een aantal jaren geleden Senioren bewegen meer dan een aantal jaar geleden. Daardoor is de doelgroep vitaler en heeft meer mogelijkheden als het gaat om sporten en bewegen dan vroeger. Dit maakt de doelgroep voor studenten aantrekkelijker.
Sport en bewegen voor ouderen wordt steeds belangrijker gevonden De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) benoemde onlangs het effectiever maken van preventie tot één van haar topprioriteiten binnen haar meerjarenplan ‘Preventie in de Zorg’. In de Staat van de gezondheidszorg 2012 van IGZ gaat specifieke aandacht uit naar beweegstimulering in de woonzorginstelling. Deze ontwikkelingen vergoten het werkgebied van sport- en beweegprofessials. Enkele mbo-opleidingen spelen hier ook al op in.
“We zijn aan het kijken of we een opleiding kunnen gaan samenstellen voor intramuraal voor activiteitenbegeleiders. Dit zijn dan wel met name zij-instromers zoals activiteitenbegeleiders. We hebben vorig jaar al geprobeerd deze opleiding op te starten maar waarschijnlijk is de wervingsperiode te kort geweest en waren de zorginstellingen er nog niet klaar voor”, aldus een docent seniorensport op een mbo-opleiding.
15
4.
Conclusies
In de voorgaande hoofdstukken hebben we een beeld geschetst van de situatie bij de opleidingsinstituten als het gaat om het opleiden voor de doelgroep senioren. Hierna worden de belangrijkste conclusies op een rij gezet.
De opleidingen hebben een zeer divers aanbod. Vooral tussen de MBO opleidingen bestaat weinig onderlinge afstemming, waardoor men van elkaar niet goed weet wat wordt aangeboden en hoeveel studenten worden opgeleid voor het werkveld senioren. Er is geen intervisie en uitwisseling van kennis. Hierdoor is het voor het werkveld lastig in te schatten waar de studenten vandaan moeten komen en welke kwalificaties zij hebben.
Er is te weinig zicht, zowel vanuit mbo- als hbo-opleidingen, op waar de studenten terechtkomen binnen het werkveld senioren en hoeveel studenten per jaar feitelijk aan het werk gaan als sport- en beweegleider of beweegcoördinator senioren.
Er is een groot verschil tussen studenten die een cursus, module of opleiding volgen (instroom) en studenten die daadwerkelijk aan de slag gaan op het terrein van sport en bewegen voor senioren. Dit komt onder andere omdat een aantal studenten wel de intentie heeft om ooit iets te doen met senioren, maar niet direct nadat ze hun studie hebben afgerond maar ook doordat studenten de opleiding volgen zonder dat zij de intentie hebben om met deze doelgroep aan de slag te gaan. Zij gaan bijvoorbeeld een vervolgopleiding doen.
Er is weinig animo van studenten om direct aan het werk te gaan met sport en bewegen voor senioren. Hierdoor is het voor de opleidingen ook minder urgent, hoewel er wel behoefte uit het werkveld is/lijkt, om extra vakken, modules en opleidingen te starten voor sport en bewegen voor senioren. Mbo-opleidingen die een keuzevak, module of zelfs zeer beperkt iets aanbieden op het terrein van senioren, zijn niet van plan dit uit te breiden, simpelweg omdat er vanuit de student weinig animo is. Bij opleidingen (mbo en hbo) waar nog geen aandacht voor senioren is wordt wel nagedacht over welke plek senioren eventueel binnen het curriculum zou kunnen krijgen.
De opleidingsinstituten bevestigen allemaal wel dat de doelgroep senioren een interessante en opkomende doelgroep is waar als gevolg van de vergrijzing en de wens om gezonder oud te worden in de toekomst waarschijnlijk veel werk in te vinden is. Daarbij lijkt er een tekort aan kader (te komen). De arbeidsmarkt voor studenten ziet er binnen het werkveld senioren rooskleurig uit.
Geen goede arbeidsvoorwaarden (laag salaris, geen aanstellingen, geen opbouw pensioen), versnippering van uren binnen verschillende organisaties en op verschillende locaties en het
16
leeftijdsverschil tussen de jonge afgestudeerden en de groep senioren worden gezien als de grootste belemmeringen om aan de slag te gaan binnen het werkveld ‘sport en bewegen voor senioren’
De markt voor de studenten sporten en bewegen wordt groter doordat zorginstellingen voor ouderen vanaf 2015 beweegstimulering voor hun bewoners moeten opnemen in hun beleid en hier ook uitvoer aan moeten geven. Dit leidt er ook toe dat activiteitenbegeleiders aanvullende scholing zullen willen en moeten volgen.
Als we de resultaten van het onderzoek zo op een rij zetten wordt de controverse zoals die in de inleiding van deze rapportage wordt beschreven bevestigd. De opleidingsinstituten geven aan dat zij een balans moeten vinden tussen de vraag van studenten en de vraag van het werkveld. Zij zijn zich ervan bewust dat zij opleiden voor het werkveld maar als er geen interesse is vanuit de studenten kunnen zij een opleiding niet aanbieden. Daarbij komen veel studenten die wel een opleiding of keuzevak in die richting volgen uiteindelijk niet terecht in het werkveld senioren. Veel opleidingsinstituten, zowel op mbo als hbo niveau, zien wel dat de doelgroep steeds belangrijker wordt om te bedienen en spelen wel met de gedachte om de doelgroep senioren prominenter in de opleidingen op te nemen.
17
5.
Met het oog op de toekomst – enkele aanbevelingen op een rij
Wat zouden de sport- en beweegsector en de opleidingen kunnen doen in het kader van sport en bewegen voor senioren om een betere balans te vinden tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Deze vraag is gesteld in de interviews. In dit hoofdstuk zetten we de belangrijkste aanbevelingen op een rij. De volgende aanbevelingen zijn door de geïnterviewden aangedragen:
Actiever zorgdragen voor betere afstemming tussen werkveld en opleidingen Aangegeven wordt dat het zinvol is wat meer contact te zoeken met de opleidingen. Dit wordt als een belangrijke opgave voor de opleidingen beschouwd. “Hoewel het natuurlijk niet zo is u vraagt wij draaien leiden we als opleidingsinstituut wel op voor het werkveld dus het is wel belangrijk daar in gesprek mee te zijn”, geeft een opleidingsmanager aan in een interview.
Prominenter senioren noemen in voorlichting Zoals al eerder aangegeven is vanuit de studenten niet bij voorbaat animo voor een specialisatie richting de doelgroep senioren. Voorlichting kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vergroten van dit animo. “‘Het is een interessante doelgroep waar we wel wat mee moeten. De doelgroep moet dan ook prominenter genoemd worden in voorlichtingen en dergelijke”, zo zegt een opleidingsmanager van een mbo-opleiding.
Een andere opleidingsmanager geeft aan: “De belangstelling moet beginnen bij de leerlingen zelf, de leerlingen kiezen vaak op basis van vragen als wat vind ik leuk en wat spreekt aan, niet direct is werkveld relevant. Laat leerlingen zien wat het in praktijk inhoud. Voorlichting, zou kunnen helpen”. Voorlichting in de vorm van presentaties door studenten die stage lopen als sport- en beweegleider voor ouderen en filmpjes op website laten zien worden genoemd als mogelijkheden om studenten meer te interesseren voor deze doelgroep. Het is belangrijk om dat peers te laten doen: “Leerlingen luisteren makkelijker naar iemand die het al gedaan heeft en van hun leeftijd is. Die moeten we laten vertellen. Het verhaal moet wel eerlijk zijn anders prikken ze er doorheen. Iemand die met bevlogenheid wat kan vertellen dat werkt wel”, geeft een opleidingsmanager aan als hem gevraagd naar de vorm waarin deze voorlichting dan plaats zal moeten vinden.
Afstemming tussen opleidingen stroomlijnen en verbeteren (geldt voor MBO!). Het in contact komen met elkaar, samenwerken met elkaar, met elkaar om tafel zitten, aangeven waar we behoefte aan hebben en wat te bieden is, is een manier om dingen in gang te zetten en partijen bij
18
elkaar te brengen. Dit beter afstemmen en samenwerken wordt door veel opleidingsmanagers van MBO opleidingen genoemd. Door een betere afstemming tussen opleidingen weten de opleidingen beter van elkaar wat er gebeurt. “Er bestaat bijvoorbeeld binnen het MBO geen overkoepelend toezicht op de kwaliteit. Hier is echt behoefte aan. Er is geen overkoepelend beleid tussen de opleidingsinstituten (wel van belang)”, geeft een opleidingsmanager aan. Afstemming tussen opleidingen is dus belangrijk. Nu starten er soms opleidingen, zonder dat de opleidingen dit van elkaar weten. Gevaar van wildgroei wordt dan ook enkele keren genoemd.
Creëren betere arbeidsvoorwaarden Op dit moment zijn de arbeidsvoorwaarden voor sport- en beweegleider niet gunstig te noemen. Dit maakt het werkveld niet aantrekkelijk. Om de aantrekkelijkheid van het werkveld te vergroten zal er een hoger salaris moeten worden geboden, grotere aanstellingen moeten worden gecreëerd en uren minder versnipperd moeten worden aangeboden.
Vertrouwder maken met de doelgroep en vooroordelen doorbreken Door studenten in vroeg stadium in aanraking brengen met de doelgroep raken ze meer vertrouwd met de doelgroep senioren. Hierdoor wordt het voor de student duidelijk dat het heel leuk is om met deze doelgroep te werken.
Meer in gesprek treden met werkveld Regelmatig wordt door de opleidingen ook genoemd dat meer in gesprek moet worden gegaan met het werkveld. Dan kan ook worden gekeken hoe beter kan worden aangesloten bij het werkveld. Een opleidingsmanager merkt wel op dat hoewel er vraag kan zijn dit niet direct betekent dat de opleiding wordt aangepast. “Als de student geen interesse heeft in het werken met de doelgroep, dan houdt het op: ‘Het is niet zo, u vraagt wij draaien”
Het werkveld, en dan vooral de intramurale zorg (woonzorginstellingen), zou zich veel meer moeten richten op het formuleren van beleid op bewegen (rol en betekenis van bewegen voor ouderen) Moet veel beter voor het voetlicht worden gebracht. Bewegen erg belangrijk voor senioren: kwaliteit van leven, zelfredzaamheid, fit blijven, sociaal, tegengaan beperkingen. Daarbij hoort dus ook de lobby naar woonzorgcentra om deze te interesseren voor een sport- en beweegleider. Dit kan ook heel kleinschalig, de combinatie tussen één betaalde kracht en de inzet van studenten (zowel op MBO als HBO niveau).
19
Nieuwe werkgelegenheid creëren Er zijn ook opleidingen die onder andere de versnippering tegen willen gaan door iets nieuws op te zetten. Bijvoorbeeld een opleiding tot fysiotherapie assistent. “Ik speel met de gedachte om iets van een opleiding als fysiotherapie-assistent op te zetten. Dan trek je net een andere doelgroep jongeren. Jongeren die op een andere manier naar gezondheid en bewegen kijken dan de jongeren die nu bij ons de opleiding sport- en bewegen volgen. Zij zouden in sportcentrum onder supervisie van een fysiotherapeut goed beweegactiviteiten voor ouderen kunnen gaan geven. Dan heb je ook minder te maken met versnippering want de banen in het werkveld senioren zijn nu erg versnipperd en daardoor ook minder interessant voor jongeren”, opleidingsmanager van een mbo-opleiding.
Ook de Beweegwinkel van de Fontys Hogeschool die al eerder in deze rapportage is genoemd is hier een voorbeeld van.
20
Bijlage 1:
Gespreksleidraden
Gespreksleidraad Mbo Hartelijk dank dat u wilt meewerken aan dit onderzoek/interview. Doel van het onderzoek: Wij als Kennispraktijk inventariseren in opdracht van Kim Bakker (programmamanager ‘Ouderen en Chronisch Zieken’ van NISB) bij sportopleidingen wat hun aanbod is op het gebied van senioren, hoeveel animo er voor dit aanbod is en in hoeverre er na afronding van de opleiding gebruik gemaakt wordt van deze kennis door de studenten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd omdat er een verschil blijkt te zitten tussen de vraag vanuit het werkveld en het aanbod vanuit de opleidingen. Er is zelfs sprake van een tegenstrijdig geluid. Om een beter beeld te krijgen van de situatie gaan we in gesprek met opleidingsinstituten om hun beeld van de situatie in kaart te brengen. Zijn er tot zover al vragen? Nee, dan gaan we beginnen.
Algemeen: Wat is uw naam? Wat is uw functie? Op welke wijze bent u betrokken bij het thema?
Aanbod Biedt uw opleidingsinstituut vakken of opleidingen aan die zich richten op seniorensport? Zo ja:
Hoe zijn deze opleidingen/vakken opgebouwd/wat is de inhoud van de opleiding? Gelden er toelatingseisen voor de opleiding/vakken? Zo ja welke? Wat kan een student na afronding van deze opleiding/vakken? Hoe lang biedt uw opleidingsinstituut deze opleiding/vakken al aan? Is het vak verplicht bij een bepaalde opleiding?
Zo nee:
Waarom biedt uw opleidingsinstituut geen opleiding/vakken aan die zich richten op seniorensport?
21
Animo Is er, in het algemeen, vraag van studenten naar sportopleidingen die zich richten op senioren?
Waarom wel/ niet denkt u?
Merkt u dat er meer vraag is naar sport- en beweegleiders voor senioren met de komst van programma’s als sport, bewegen in de buurt en de bijbehorende buurtsportcoaches of andere overheidsimpulsen? Indien er aanbod is van vakken/opleiding gericht op :
Hoeveel studenten melden zich per schooljaar aan voor de opleiding/vakken gericht op senioren? Uitsplitsen naar opleiding/vakken en liefst info van meerdere cohorten
Uitstroom Indien er aanbod is van vakken/opleiding gericht op :
Hoeveel studenten per schooljaar stromen uit van de sportopleidingen gericht op senioren? Uitsplitsen naar opleiding en liefst info van meerdere cohorten
Heeft u het idee dat studenten die deze opleiding (en) volgen daadwerkelijk de intentie hebben om aan de slag te gaan in de sport- en beweegsector voor senioren? Weet u of deze studenten later ook daadwerkelijk in de sport- en beweegsector voor senioren aan het werk gaan?
Wat zijn volgens u belemmerende factoren voor studenten om aan het werk te gaan in de sport- en beweegsector voor senioren? Wat zijn volgens u bevorderende factoren voor studenten om aan het werk te gaan in de sport- en beweegsector voor senioren? Toekomst/aanbevelingen Wat zou de sector volgens u moeten doen om meer studenten te enthousiasmeren voor de sport- en beweegsector voor senioren? Wat zou u als opleidingsinstituut kunnen doen om meer studenten enthousiast te krijgen voor een sportopleiding gericht op senioren? Bent u als opleidingsinstituut van plan om binnenkort iets te veranderen aan het opleidingsaanbod op het gebied van seniorensport? Heeft u nog opmerkingen of aanbevelingen als het gaat om het opleiden van sport- en beweegleiders voor senioren? 22
Gespreksleidraad ALO Hartelijk dank dat u wilt meewerken aan dit onderzoek/interview. Doel van het onderzoek: Wij als Kennispraktijk inventariseren in opdracht van Kim Bakker (programmamanager ‘Ouderen en Chronisch Zieken’ van NISB) bij sportopleidingen wat hun aanbod is op het gebied van senioren, hoeveel animo er voor dit aanbod is en in hoeverre er na afronding van de opleiding gebruik gemaakt wordt van deze kennis door de studenten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd omdat er een verschil blijkt te zitten tussen de vraag vanuit het werkveld en het aanbod vanuit de opleidingen. Er is zelfs sprake van een tegenstrijdig geluid. Om een beter beeld te krijgen van de situatie gaan we in gesprek met opleidingsinstituten om hun beeld van de situatie in kaart te brengen. Zijn er tot zover al vragen? Nee, dan gaan we beginnen.
Algemeen Wat is uw naam? Wat is uw functie? Op welke wijze bent u betrokken bij het thema?
Aanbod Biedt uw opleidingsinstituut vakken of opleidingen aan die zich richten op seniorensport? Zo ja:
Hoe zijn deze opleidingen/vakken opgebouwd/wat is de inhoud van de opleiding? Gelden er toelatingseisen voor de opleiding/vakken? Zo ja welke? Wat kan een student na afronding van deze opleiding/vakken? Hoe lang biedt uw opleidingsinstituut deze opleiding/vakken al aan? Is het vak verplicht bij een bepaalde opleiding?
Zo nee:
Waarom biedt uw opleidingsinstituut geen opleiding/vakken aan die zich richten op seniorensport?
Animo Is er, in het algemeen, vraag van studenten naar sportopleidingen die zich richten op senioren?
Waarom wel/ niet denkt u? 23
Merkt u dat er meer vraag is naar sport- en beweegleiders voor senioren met de komst van programma’s als sport, bewegen in de buurt en de bijbehorende buurtsportcoaches of andere overheidsimpulsen? Indien er aanbod is van vakken/opleiding gericht op :
Hoeveel studenten melden zich per schooljaar aan voor de opleiding/vakken gericht op senioren? Uitsplitsen naar opleiding/vakken.
Uitstroom Indien er aanbod is van vakken/opleiding gericht op :
Hoeveel studenten per schooljaar stromen uit van de sportopleidingen gericht op senioren? Uitsplitsen naar opleiding Heeft u het idee dat studenten die deze opleiding (en) volgen daadwerkelijk de intentie hebben om aan de slag te gaan in de sport- en beweegsector voor senioren? Weet u of deze studenten later ook daadwerkelijk in de sport- en beweegsector voor senioren aan het werk gaan?
Wat zijn volgens u belemmerende factoren voor studenten om aan het werk te gaan in de sport- en beweegsector voor senioren? Wat zijn volgens u bevorderende factoren voor studenten om aan het werk te gaan in de sport- en beweegsector voor senioren?
Toekomst/aanbevelingen Wat zou de sector volgens u moeten doen om meer studenten te enthousiasmeren voor de sport- en beweegsector voor senioren? Wat zou u als opleidingsinstituut kunnen doen om meer studenten enthousiast te krijgen voor een sportopleiding gericht op senioren? Bent u als opleidingsinstituut van plan om binnenkort iets te veranderen aan het opleidingsaanbod op het gebied van seniorensport? Heeft u nog opmerkingen of aanbevelingen als het gaat om het opleiden van sport- en beweegleiders voor senioren?
24
Bijlage 2:
Personen en organisaties met wie gesprekken zijn gevoerd
Mbo:
MBO Amersfoort – Hans Seubring
Deltion College – Sebastiaan Visscher
Landstede – Goos Karsten
CIOS Heerenveen – Lysbet Heeres-Faber
CIOS Arnhem - Rita Sissing
Graafschapcollege – Peter Meulman
Drenthecollege – Hilbert van der Duim
CIOS Sittard - Editha van Rheenen
De Leijgraaf - Mark Zander
ROC Mondriaan – Karin van Marrewijk
Nova college – Rene Zaal
ROC Midden Nederland - Rene Koch
Hbo:
Haagse Hogeschool – Emile van der Haak
HAN - Paul Dresen
Fontys - Yvonne Sanders-Van Arendonk
Hogeschool Windesheim – Henk van der Palen
25