Inventarisatie hoogwaardige breedbandaansluitingen POen VO-scholen In opdracht van: Doorbraakproject Onderwijs en ICT Publicatienummer: 2015.055-1524 Datum: Utrecht 15 september 2015 Auteurs: ir. Menno Driesse drs. Sven Maltha ir. Jasper Veldman ir. David van Kerkhof
Inhoudsopgave 1
2
3
4
Inleiding ............................................................................................... 5 1.1
Aanleiding................................................................................................... 5
1.2
Onderzoeksvragen ....................................................................................... 8
1.3
Leeswijzer .................................................................................................. 8
Huidige infrastructuur ........................................................................... 9 2.1
Methode ..................................................................................................... 9
2.2
Glasvezelontsluiting PO-, VO- en SO-scholen.................................................. 10
2.3
Hoogwaardig breedbandaanbod PO-, VO- en SO-scholen ................................. 18
2.4
Conclusie ................................................................................................... 22
Kosten voor aansluiten van niet-verglaasde scholen .......................... 25 3.1
Kosteninschatting ....................................................................................... 25
3.2
Conclusie ................................................................................................... 27
Samenvatting en conclusies ................................................................ 29 4.1
Vraagstelling .............................................................................................. 29
4.2
Beschikbaarheid van glasvezel voor PO, VO en SO .......................................... 29
4.3
Hoogwaardig breedbandaanbod PO-, VO- en SO-scholen ................................. 30
4.4
Verglazen van niet op glasvezel aangesloten scholen....................................... 30
Bijlage 1 – Interviewlijst .......................................................................... 33 Bijlage 2 – Overzicht databronnen ............................................................ 35 Bijlage 3 – Beschikbaarheidscijfers Drenthe ............................................. 37 Bijlage 4 – Beschikbaarheidscijfers Flevoland .......................................... 39 Bijlage 5 – Beschikbaarheidscijfers Friesland ........................................... 41 Bijlage 6 – Beschikbaarheidscijfers Gelderland ........................................ 43 Bijlage 7 – Beschikbaarheidscijfers Groningen ......................................... 47 Bijlage 8 – Beschikbaarheidscijfers Limburg ............................................ 49 Bijlage 9 – Beschikbaarheidscijfers Noord-Brabant .................................. 51 Bijlage 10 – Beschikbaarheidscijfers Noord-Holland................................. 55 Bijlage 11 – Beschikbaarheidscijfers Overijssel ........................................ 59 Bijlage 12 – Beschikbaarheidscijfers Utrecht ............................................ 61 Bijlage 13 – Beschikbaarheidscijfers Zeeland ........................................... 63 Bijlage 14 – Beschikbaarheidscijfers Zuid-Holland ................................... 65 Bijlage 15 – Spreiding provincies.............................................................. 69
Dialogic NEXT STEP
3
1 Inleiding 1.1 Aanleiding De klaslokalen in Nederland ondergaan een digitale transitie. Door de sterke opkomst van digitale leermiddelen en steeds intensiever gebruik van tablets, laptops, Pc’s en digiborden is de vraag naar bandbreedte op scholen sterk gestegen. Basisscholen en middelbare scholen moeten in toenemende mate ‘cloud-gebaseerde’ educatieve applicaties ondersteunen en ‘Bring Your Own Device’ wordt voor veel scholen ook steeds meer gangbaar. Met 20 tot 50 (of meer) pc’s, 5 of meer smartboards en een eigen server kunnen we spreken een volwassen ICT-omgeving waar professionele eisen aan gesteld dienen te worden. Het steeds intensiever gebruik van ICT-applicaties in het onderwijs heeft consequenties voor de benodigde bandbreedte. Vooral de gelijktijdigheid van gebruik van apparatuur is sterk bepalend voor de behoefte aan bandbreedte en daarmee aan een voldoende hoogwaardige en toekomstvaste infrastructuur. In opdracht van het Doorbraakproject Onderwijs en ICT (hierna Doorbraakproject) heeft Dialogic Next Step (hierna: Dialogic) onderzoek uitgevoerd naar de beschikbaarheid van breedbandinfrastructuur ten behoeve van ICT-toepassingen in het primair onderwijs (PO), het voortgezet onderwijs (VO) en het speciaal onderwijs (SO). In het Doorbraakproject staat het mogelijk maken van gepersonaliseerd leren ondersteund door ICT centraal. Met een inventarisatie van de toegang van scholen tot glasvezelinfrastructuur en kabelinfrastructuur beoogt het doorbraakproject een totaalbeeld aan beschikbaar infrastructuuraanbod voor hoogwaardig breedband voor de Nederlandse scholen te presenteren. Daarnaast wil het Doorbraakproject weten tegen welke kosten ook nietverglaasde scholen voorzien zouden kunnen worden van glasvezel, omdat dit momenteel de hoogste snelheden en schaalbaarheid biedt. Dit rapport gaat niet specifiek in op het dienstenaanbod en bijbehorende eigenschappen van de genoemde infrastructuren. Naast deze infrastructuurinventarisatie stelt Dialogic een zelfstandige Bandbreedtewijzer op waarin de bandbreedtebehoefte voor het onderwijs, uitgesplitst naar schooltype wordt behandeld.
1.1.1
Breedbandinfrastructuur
Nederland staat bekend om de grote mate van beschikbaarheid van hoogwaardige internetverbindingen. 1 Binnen Nederland zijn drie verschillende typen netwerken te onderscheiden. Onderstaand schema geeft inzicht in de opbouw van deze markt.
1
Telecompaper (2014), Breedbandpenetratie groeit naar 90% van NL huishoudens, geraadpleegd op 15 juni 2015, http://www.telecompaper.com/nieuws/breedbandpenetratie-groeit-naar-90-van-nlhuishoudens--1050226 http://www.telecompaper.com/nieuws/breedbandpenetratie-groeit-naar-90van-nl-huishoudens--1050226
Dialogic NEXT STEP
5
Figuur 1: Opbouw breedbandmarkt
Ondanks een zekere mate van overlap tussen deze drie netwerken, heeft elk van de netwerken zijn eigen specifieke kenmerken. Per netwerk kunnen we deze als volgt samenvatten: Glasvezel: -
-
-
Ontsluiting van percelen via glasvezel vindt plaats tot in de meterkast ontsloten, waardoor er zeer hoge snelheden (up- en download symmetrisch) geleverd kunnen worden. De actieve apparatuur vormt de beperking, niet de kabels in de grond. Grootste deel van de consumentenaansluitingen zijn door Reggefiber gerealiseerd. Dit telecombedrijf heeft 30-35% van de huishoudens in Nederland ontsloten (homes passed – zie hoofdstuk 3.1 voor definities).2 Verder neemt het aanbod van glasvezelverbindingen toe via nieuwe lokale glasvezelinitiatieven. Ontsluiting voor de zakelijke markt wordt op landelijke schaal door een groot aantal aanbieders verzorgd, waaronder Eurofiber, Vodafone, Tele2, KPN, en Ziggo.
Kabel: -
-
2
6
Ziggo als grootste kabelbedrijf in Nederland geldt als enige landelijke speler voor kabelaanbod, aangevuld door provinciale (ZeelandNet), regionale (Kabelnoord) en verschillende lokale kabelbedrijven. Het betreft een hybride netwerk, waarbij de backbone uit glasvezel bestaat en de last mile naar de afnemer uit koperen coaxkabels bestaat. Momenteel worden al snelheden tot 500 Mbit/s (download) aangeboden.
Telecompaper (2015), KPN en Vodafone zorgen voor snel stijgende penetratie op Reggefibernetwerken, geraadpleegd op 15 juni 2015, http://www.telecompaper.com/achtergrond/kpn-envodafone-zorgen-voor-snel-stijgende-penetratie-op-reggefiber-netwerken--1064327
Dialogic NEXT STEP
-
Footprint beslaat circa 90% van de huishoudens in Nederland. In het verleden zijn alleen de economisch aantrekkelijke percelen ontsloten. Er is hierdoor geen beschikbaarheid buiten de kernen en op bedrijventerreinen.
Koper: -
-
KPN (inclusief merken zoals Telfort en XS4ALL) is als netwerkaanbieder een landelijke speler. Het oude telefoonnetwerk vormt de basis van de ontsluiting van de percelen. Door de aansluitplicht voor telefonie, bereikt dit netwerk een dekkingsgraad van 100%. De backbones van het netwerk zijn grotendeels verglaasd. De geleverde snelheden variëren sterk. In kernen worden via het VDSL-netwerk snelheden tot circa 80 Mbit/s (download) geleverd. Buiten de kernen liggen deze snelheden substantieel lager.
Los van het onderscheid tussen de drie typen netwerken, is er een verschil tussen de consumenten- en de zakelijke diensten die over deze netwerken geleverd worden. De aanbieders van consumentenproducten bieden hun diensten doorgaans in triple playbundels tegen vergelijkbare tarieven aan. Hierdoor is er redelijke mate van homogeniteit in vraag en aanbod. In het zakelijk segment zien we echter sterke variatie in vraag en aanbod. Waar de eisen van een MKB’er of ZZP’er dicht tegen de eisen van een consument zullen zitten, zijn er grootzakelijke afnemers met zeer specifieke eisen op het gebied van capaciteit en beschikbaarheid. Voor de zakelijke glasvezelverbindingen zijn er op landelijke schaal meerdere dekkende netwerken (ook wel backbones genoemd) beschikbaar. In onderstaande figuur is een typisch voorbeeld van zo’n netwerk weergegeven.
Figuur 2: Voorbeeld van een landelijk dekkend glasvezelnetwerk3
3
Nederland ICT (2015) De Staat van Telecom - Infrastructuur, geraadpleegd op 16 juni 2015, http://www.destaatvantelecom.nl/#infrastructuur
Dialogic NEXT STEP
7
Om toegang te krijgen tot een dergelijk glasvezelnetwerk, moet een afnemer een individuele aanvraag doen bij een aanbieder van zakelijke abonnementen. Realisatiekosten kunnen hierbij oplopen tot meer dan tienduizend euro’s of zelfs een veelvoud daarvan. Vervolgens kan een afnemer diensten over deze verbinding afnemen. De bedragen van deze abonnementen lopen uiteen van enkele honderden tot duizenden euro’s per maand afhankelijk van de gekozen capaciteit (Mbit/s), mate van beschikbaarheid en bijvoorbeeld bescherming tegen cybercriminaliteit zoals DDOS-aanvallen. De keuze voor een bepaalde infrastructuur is in vrijwel alle gevallen een financiële afweging. Zoals uit figuur 2 al naar voren kwam, is er in Nederland geen discussie over de landelijke dekking van de backbones. De discussie binnen deze markt concentreert zich op de zogenoemde last mile tot de afnemer. Op dit laagste niveau verschilt de techniek tussen de bestaande aanbieders en daarmee de geboden netwerkcapaciteit. Dit deel van het netwerk vergt ook de hoogste investeringen bij aanleg.
1.2 Onderzoeksvragen Voor dit onderzoek hebben we drie onderzoeksvragen vastgesteld, die afgeleid zijn uit de offerteaanvraag van Kennisnet.
Welk percentage van de scholen in het Nederland is aangesloten op glasvezel of kabel? o In het primair onderwijs. o In het voortgezet onderwijs. o In het speciaal onderwijs. Bij welk percentage van de scholen in het Nederland ontbreekt het aan zowel een glasvezel- als een kabelaansluiting? o In het primair onderwijs. o In het voortgezet onderwijs. o In het speciaal onderwijs. Welke kosten zijn gemoeid met het aansluiten van scholen die nog geen aansluiting hebben op het glasvezelnetwerk?
Voor het Doorbraakproject kan het relevant zijn om binnen deze vraagstelling een onderscheid te maken tussen scholen die zijn aangesloten via zakelijke en via consumenten netwerken. Wij kunnen deze uitsplitsing echter niet maken vanwege de concurrentiegevoeligheid van de data. Om die reden wordt de data enkel op een geaggregeerd niveau gerapporteerd.
1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 presenteren we de uitkomsten van een inventarisatie van PO-, VO- en SOscholen, ontsloten via glasvezel. Vervolgens verrijken we dit beeld met het huidige kabelaanbod, waarmee een totaalbeeld aan beschikbaar infrastructuuraanbod voor hoogwaardig breedband voor de Nederlandse scholen ontstaat. Hierbij geven we op provinciaal niveau inzicht welk deel van de scholen alleen toegang heeft tot glas, tot glas en kabel, alleen tot kabel en tot geen van beiden. Vervolgens geven we in hoofdstuk 3 een inschatting van de totale kosten voor het aansluiten van de schoollocaties die nog niet over glasvezelaansluiting beschikken. Tot slot presenteren we in hoofdstuk 4 een beknopte samenvatting en conclusies van dit onderzoek.
8
Dialogic NEXT STEP
2 Huidige infrastructuur 2.1 Methode Om inzicht te krijgen in het aanbod van breedband op schoollocaties hebben we er voor gekozen om een bottom-up strategie te volgen. Hiervoor hebben wij bij alle landelijke netwerkaanbieders op adresniveau opgevraagd of zij er diensten kunnen aanbieden. Daarnaast hebben we bij een groot deel van de lokale netwerkaanbieders en lokale vraagbundelinitiatieven geïnventariseerd of en welke scholen zij hebben meegenomen bij de aanleg van hun netwerk. Denk hierbij aan aanbieders zoals Kabelnoord en initiatieven als de Stichting Leidse Infrastructuur Bundeling (SLIB). De totale lijst met aanbieders is te vinden in bijlage 2 van dit rapport. Deze studie heeft nadrukkelijk niet als doel gehad om een volledig uitputtende en daardoor zeer tijdrovende inventarisatie te doen van alle (kleine) lokale initiatieven. Op lokaal niveau kan daardoor een andere dynamiek gelden dan de landelijke en provinciale gemiddelden aangeven. Zoals in de contextbeschrijving van deze rapportage (hoofdstuk 1.2) al naar voren is gekomen, betreft de aansluitinformatie strategisch vertrouwelijke informatie. Hierdoor kunnen we enkel geaggregeerde gegevens opnemen in deze rapportage. Het onderscheid tussen het type aansluitingen blijft om die reden dan ook beperkt.4 De verstrekte gegevens betreffen de locaties die de aanbieders minimaal tot aan de erfgrens hebben aangesloten op hun netwerk. Het is voor de interpretatie van de uitkomsten van belang om te realiseren dat deze locaties bereikt worden (zogenoemde ‘homes’ passed), maar dat de aansluiting niet per definitie geactiveerd is (zogenoemde ‘homes’ activated). Het biedt dus geen inzicht in het aantal afgesloten abonnementen bij de verschillende aanbieders. Een groot deel van de homes passed zal echter wel zijn geactiveerd, maar de exacte omvang is onbekend. In sommige gevallen hebben de aanbieders alleen de afstand van een schoollocatie tot het netwerk aangeleverd. In dat geval hanteren we de stelregel dat een perceel op minder dan 25 meter van een netwerk als aangesloten locatie kan worden beschouwd. De afstand wordt namelijk bepaald op basis van de coördinaten uit de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Het is goed mogelijk dat de locatie van dit coördinaat enigszins afwijkt van de locatie waar de aanbieder het perceel heeft ontsloten. Om die reden hebben we de buffer van 25 meter aangehouden. Dit leidt altijd tot grensgevallen die nu net buiten deze observatie vallen, waardoor er in sommige regio’s sprake kan zijn van een onderschatting. Verder hebben enkele lokale initiatieven aansluitgegevens verstrekt op het niveau van scholenkoepelorganisaties. In dat geval hebben we er voor gekozen om alle locaties die onder deze koepel vallen als aangesloten te beschouwen.
4
Door deze aggregatie valt alle aanbiederinformatie weg, ondanks dat er wel degelijk verschil bestaat in de aangeboden proposities en voorwaarden van de verschillende partijen. Zo is het in de door Reggefiber verglaasde kernen voor scholen mogelijk om een consumentenabonnement af te sluiten. Een dergelijke verbinding is qua snelheid wel te vergelijken met bijvoorbeeld een zakelijk glasvezelabonnement via bijvoorbeeld Ziggo Zakelijk of Eurofiber, maar niet qua prijsstelling, helpdesk en beschikbaarheidgaranties. Dergelijke afwegingen zijn voor onze inventarisatie niet strikt noodzakelijk, maar dienen wel een prominente rol te spelen op het moment dat een individuele school de beslissing neemt om over te stappen op een nieuwe verbinding. De combinatie van aansluitkosten en de maandelijkse lasten speelt met name in het primair onderwijs een centrale rol bij de afweging om wel of niet over te stappen op glasvezel.
Dialogic NEXT STEP
9
Het eindresultaat van de inventarisatie onder de verschillende aanbieders betreft een database met gegevens over alle schoolvestigingen in Nederland. Naast de ontsluitingsdata van de aanbieders, hebben we op individueel niveau inzicht in het profiel van alle 8982 schoolvestigingen in Nederland. Denk hierbij aan schoolnaam, BRIN-nummers, adresgegevens, coördinaten, aantal leerlingen, het type onderwijs dat wordt aangeboden en de mate van stedelijkheid van het gebied om een school. Al deze gegevens bij elkaar stellen ons in staat om op verschillende niveaus per type school (PO, VO en SO) een analyse te maken. Allereerst presenteren we de resultaten van de analyse ten aanzien van glasvezel. Vervolgens presenteren we het totaalbeeld inclusief het kabelaanbod op scholen.
2.2 Glasvezelontsluiting PO-, VO- en SO-scholen Uit de analyse van de aanbiederdata blijkt dat iets minder dan de helft van alle schoollocaties in Nederland toegang heeft tot een glasvezelverbinding. Het landelijk gemiddelde, inclusief een uitsplitsing naar type school, is in onderstaande tabel weergegeven.
Glasvezelontsluiting schoollocaties PO
41%
VO
59%
78%
SO
22%
53%
Eindtotaal
0%
47%
48% 20%
52% 40% Glas
60%
80%
100%
Geen glas
Figuur 3: Glasvezelontsluiting op schoollocaties in Nederland (homes passed)
De cijfers laten een duidelijk onderscheid zien tussen de verschillen typen scholen. In de volgende paragrafen zullen we de verschillen naar provincie en naar type school verder uitwerken.
2.2.1
Provinciale gemiddelden
Er bestaan sterke regionale verschillen met betrekking tot het aandeel schoolpercelen dat beschikking heeft over glasvezelaanbod. De volgende figuur geeft inzicht in de spreiding van de penetratiegraad.
10
Dialogic NEXT STEP
Figuur 4: Glasvezelontsluiting per provincie
De regionale verschillen worden met name veroorzaakt door het verschil in de aansluitstrategie van de dienstenleveranciers. Zo is Reggefiber haar landelijke uitrol in het oosten van Nederland gestart en zien we dat veel van de scholen in de kernen goed ontsloten zijn op glasvezel. Verder is er bijvoorbeeld in Limburg een provinciale vraagbundeling geweest voor de aanleg van glasvezel op schoollocaties, waardoor er in deze provincie op veel percelen dus ook glasvezel voor handen is. Ook Flevoland en Drenthe scoren in dat opzicht hoog. Uit de landelijke cijfers blijkt verder dat er een duidelijk verschil is op te merken tussen de drie schooltypen. Hierna bespreken we de uitkomsten en verschillen per type school.
2.2.2
PO-scholen
Het aanbod op PO-scholen in Nederland is onderstaande figuur weergegeven.
Dialogic NEXT STEP
11
Figuur 5: Glasvezelontsluiting PO-scholen per provincie
Op enkele uitschieters na, volgt de kleurschakering voor alleen het PO de in de vorige paragraaf getoonde figuur. Dit wordt vooral veroorzaakt door het grote aantal PO-locaties ten opzichte het totaal aantal schoollocaties (6703 van de 8982, oftewel 75%). Er zijn echter uitzonderingen te benoemen. Zo liggen in de Flevopolder (Flevoland) de meeste scholen in de grotere verglaasde kernen, waardoor een groot deel van de basisscholen toegang heeft tot glasvezel. Friesland staat echter bekend als een provincie met een lage penetratie glas, waar veel scholen gebruik maken van kabel (hybrid fiber coax [HFC]). Uit onderzoek van Fryslân Ring in 2014 bleek dat de bandbreedtebehoefte voor de kleinere (basis)scholen zodanig laag is dat deze ook bediend kan worden via kabel.5 Wel levert de geringe uploadsnelheid bij HFC-verbindingen mogelijk beperkingen op in het gebruik. Wanneer we de schoolgrootte in acht nemen, zien we dat de verdeling tussen wel (46%) en geen (54%) glas niet direct afhankelijk is van de grootte van de basisschool. Onderstaande grafiek laat zien dat deze verdeling ook voor komt bij de grotere scholen.
5
Bron: Frysland Ring (2014) Hoogwaardig breedband en de basisscholen in Fryslân II. Onderzoek onder 28 bovenschoolse ICT-coördinatoren van 40 schoollocaties in de provincie Friesland waaruit bleek dat 90% van de scholen in 2014 waren aangesloten kabelinternet (COAX) van Ziggo of UPC (tegenwoordig ook onderdeel van Ziggo). Een groot deel van deze locaties, namelijk 80%, heeft een abonnement waarbij de beloofde downloadsnelheid boven de NGA-grens van 30 Mbps ligt. Toch gaf 71% van de respondenten aan dat er tijdens de les beperkingen of knelpunten ondervonden werden. De uploadsnelheid werd hierbij het vaakst als de meest storende factor genoemd.
12
Dialogic NEXT STEP
Glasvezelontsluiting PO-scholen 2500
Aantal scholen
2000
60%
1500
58% 1000
63% 56%
500
40% 37%
42% 44%
0
1-100
101-200
201-300
301-400
56%
44%
50% 50%
401-500
>501
Aantal leerlingen Glas
Geen glas
Figuur 6: Glasvezelontsluiting PO-scholen naar schoolgrootte
2.2.3
VO-scholen
Wanneer we de PO-resultaten vergelijken met de data van het voortgezet onderwijs in Nederland, dan constateren we in het VO een geheel andere dynamiek. Vanwege intensiever ICT-gebruik verwachten we in het VO een grotere afname van glasvezelverbindingen.6 Figuur 7 bevestigt dit beeld.
6
Zie Kennisnet (2015) – Vier in balans monitor 2015.
Dialogic NEXT STEP
13
Figuur 7: Glasvezelontsluiting VO-scholen per provincie
In de regio’s waar we voor het PO nog een lager aandeel glasvezelaansluitingen zagen, zoals Zuid-Holland en Utrecht, zien we deze in het VO niet meer terug. Doordat VO-scholen doorgaans groter zijn, en daardoor een grotere bandbreedtebehoefte hebben, zullen zij eerder kiezen voor glasvezel. De lage positie van Flevoland kan voor een groot deel verklaard worden door de gekozen afstand in de data van de aanbieders waarvan alleen de afstand tot het netwerk beschikbaar is (zie 3.1). Van het kleine aantal niet aangesloten scholen in Flevoland, ligt een aanmerkelijk deel nog op 25 tot 50 meter afstand van het netwerk. Het is goed mogelijk dat deze scholen daarmee gewoon toegang hebben tot het netwerk. Aangezien het totale aantal VO-scholen in Flevoland relatief laag ligt, namelijk op 37 locaties, leidt een onderschatting van enkele locaties al tot een substantieel verschil in het percentage aangesloten scholen. Uit oogpunt van consistentie houden we echter voor het hele land een afstand van 25 meter aan. De volgende grafiek geeft inzicht in de verdeling tussen wel en niet aangesloten scholen per groottecategorie.
14
Dialogic NEXT STEP
Glasvezelontsluiting VO-scholen 400
350
22%
Aantal scholen
300 250
31%
200
22%
18%
150 100
78%
25%
69%
15% 78%
82%
75%
50
85%
15%
14%
85%
86%
1501-1750
>1751
0
1-250
251-500
501-750
751-1000
1001-1250
1251-1500
Aantal leerlingen Glas
Geen glas
Figuur 8: Glasvezelontsluiting VO-scholen naar schoolgrootte
De figuur toont een duidelijk positief verband tussen de omvang van een schoollocatie en de beschikbaarheid van glasvezel. Van de scholen met meer dan 1250 leerlingen is namelijk 85% of meer ontsloten vanaf de erfgrens. Het grootste deel van de nietverglaasde scholen is in de kleinere omvangcategorieën geconcentreerd.
2.2.4
SO-scholen
Het SO in Nederland vormt qua ontsluitingspercentages een gemiddelde van PO- en VOscholen. Het aantal schoollocaties voor SO (ongeveer 900) bedraagt circa 10% van het totaal aantal schoollocaties. De hogere ontsluitingspercentages in het SO ten opzichte van PO worden naar verwachting veroorzaakt door het aandeel VO onder de SO-scholen en de inzet van specifieke ICT-toepassingen voor bijvoorbeeld slechtzienden en slechthorenden. Daarnaast biedt een hoger budget per leerling bij het SO meer ruimte voor eventuele investeringen in de aanleg van een dedicated glasvezelvoorziening, dan bij PO-scholen.
Dialogic NEXT STEP
15
Figuur 9: Glasvezelontsluiting SO-scholen per provincie
Bovenstaande figuur laat een iets andere regionale spreiding zien dan bij het PO of VO. De hoge beschikbaarheid in Groningen is hier te verklaren uit de geringe aantallen. Het betreft minder dan tien SO-scholen die voor het overgrote deel zijn aangesloten. In het PO en VO gaat het om veel grotere aantallen (gemiddeld het tienvoudige). Veel SO-scholen hebben een beperkt aantal leerlingen vanwege de extra onderwijs- en begeleidende capaciteit die per leerling beschikbaar moet zijn. Hierdoor zijn de grootte-effecten beperkt. Dit vertaalt zich vervolgens in de onderstaande verdeling tussen de ontsloten en niet-ontsloten scholen.
16
Dialogic NEXT STEP
Glasvezelontsluiting SO-scholen 400
350
300
Aantal scholen
49%
47%
250
200
150
100
51%
53%
46%
50
54%
35% 65%
201-300
301-400
0
1-100
101-200
29% 71% >401
Aantal leerlingen Glas
Geen glas
Figuur 10: Glasvezelontsluiting SO-scholen naar schoolgrootte
2.2.5
Bepalende factoren voor de beschikbaarheid van glasvezel
Wanneer we een vergelijking maken tussen de aangesloten en niet-aangesloten scholen, dan kunnen we niet eenvoudig verklaren waarom een school al dan niet beschikt over een glasvezelverbinding. In het VO zien we dat de schoolgrootte een redelijke betrouwbare voorspeller is, maar tegelijkertijd komen we nog steeds grote scholen tegen die nog geen toegang hebben tot glas. In zijn algemeenheid komt uit het onderzoek naar voren dat we vier belangrijke factoren kunnen onderscheiden, te weten: 1. 2. 3. 4. 5.
Afstand tot een nabijgelegen glasvezelverbinding; Hoogte van de aansluitkosten (graafwerk) en maandelijkse abonnementskosten; Omvang van de schoollocatie; Mate van ICT-affiniteit en –beleid van de desbetreffende school, en Mate van tevredenheid over de huidige alternatieve verbinding.
De mate waarin deze factoren doorslaggevend zijn als verklaring voor niet-aangesloten scholen, is niet uit het onderliggende onderzoek gebleken. Een andere intuïtieve maatstaf is de mate van verstedelijking om een school heen. De zogenaamde omgevingsadressendichtheid (OAD) biedt hier doorgaans inzicht in. Deze berekening laat zien hoeveel adressen er in een bepaalde straal om een perceel heen gesitueerd zijn. Zo geeft de OAD500 aan hoeveel adressen er in een straal van 500 meter om een perceel gesitueerd zijn. In eerdere onderzoeken naar de breedbandontsluiting onder huishoudens is dit herhaaldelijk een geschikte maat gebleken om te bepalen welke kosten gemoeid zijn met het aansluiten van het perceel. In dunner bevolkte gebieden moet namelijk meer gegraven worden dan in meer verstedelijkte gebieden. Als we deze analyse op de schoollocaties uitvoeren en een verdeling maken tussen de verglaasde en nietverglaasde locaties, verschijnen de uitkomsten zoals die in de volgende tabel zijn weergegeven.
Dialogic NEXT STEP
17
Type
OAD 500 Geen glas
OAD 500 Glas
PO
1.572
1.821
VO
1.657
1.905
SO
1.738
1.755
Eindtotaal
1.592
1.835
Tabel 1: Omgevingsadressendichtheid naar type school en verglazing
De gemiddelde OAD500 van 1.592 adressen voor niet-aangesloten PO-locaties wil zeggen dat er in een straal van 500 meter rond deze locaties gemiddeld 1.535 adressen zijn gesitueerd. Uit deze cijfers blijkt dus dat er per schooltype slechts relatief beperkte verschillen bestaan in de dichtheid rondom de scholen. Hieruit kunnen we afleiden dat de scholen zonder glas gemiddeld genomen niet zonder meer in zeer dunbevolkte gebieden liggen. Evenals omvang en locatiedata, biedt de omgevingsadressendichtheid daarmee ook geen direct aangrijpingspunt voor beleidsinterventies. Wel zien we aanzienlijke regionale verschillen, waardoor gerichte beleidsinterventies per provincie of regio mogelijk zouden kunnen verschillen. Dit hangt ook deels samen met de mate waarin door provincies gericht breedbandbeleid is of wordt gevoerd. Met name in het westen van het land blijven de glasaansluitingen achter bij de oostelijke helft van het land. Omdat zich geen eenduidige oorzaak aandient voor het uitblijven van het glasaanbod (homes passed), kunnen beleidsmakers bij voorkeur stapsgewijs te werk gaan. Wij zien daarbij de volgende twee duidelijke stappen om de specifieke problematiek per school scherp te krijgen: 1. Ten eerste kan er een gerichte uitvraag aan alle scholen worden gedaan waarin zij kunnen aangeven of zij concrete problemen ervaren met de voor hen beschikbare infrastructuur. Hieruit kan blijken of er daadwerkelijk behoefte is aan een opwaardering naar bijvoorbeeld glasvezel. 2. Vervolgens kan men een meer gedetailleerde typering opstellen van de scholen met een dergelijke behoefte. Daarmee valt vast te stellen of de locatie of omvang van de school bepalend is, of dat er andere factoren een belangrijke rol spelen. Hieruit kan bijvoorbeeld blijken dat er scholen zijn die qua ligging gemakkelijk toegang hebben tot een ‘consumentenglasvezel’ en hier qua grootte goed mee bediend kunnen worden, maar een gebrek aan kennis en kunde hebben om de overstap te maken. Er kan echter ook uitkomen dat er op grote schaal aanvragen bij de zakelijke aanbieders is gedaan, maar dat er door de ligging van de school en daarmee de hoge realisatiekosten voor is gekozen om af te zien van ontsluiting. Na deze analyse kan men bepalen of een interventie gericht moet zijn op bijvoorbeeld het verhogen van awareness, of dat meer gezocht moet worden naar tegemoetkoming in de kosten.
2.3 Hoogwaardig breedbandaanbod PO-, VO- en SO-scholen Zoals uit voorgaande analyse is gebleken, is een substantieel aandeel (48%) van alle schoollocaties niet aangesloten op glasvezel. Er bestaat echter in Nederland ook een landelijk (ruim 90%) dekkend COAX/HFC-netwerk waarover ook hoogwaardige internetdiensten kunnen worden afgenomen. Door de aangeboden snelheden op dit netwerk - momenteel maximaal 500 Mbit/s download en in de nabije toekomst 1 Gbit/s -
18
Dialogic NEXT STEP
hebben met name kleinere en middelgrootte PO-scholen vooralsnog een werkbaar alternatief.7 Bij de grotere VO-scholen is de stap naar glasvezelaansluitingen al grotendeels gemaakt (78%)
2.3.1
Huidige glasvezel en kabelaanbod
Met het toevoegen van het kabelaanbod op de scholen ontstaat een ander beeld van het huidige aanbod hoogwaardig breedband voor scholen.8 De volgende figuur geeft inzicht in de verdeling tussen de scholen met glasvezel- of kabelaanbod en scholen die dit niet hebben.
Aanbod schoollocaties PO
7%
VO
34%
52%
16%
SO
62%
11%
Eindtotaal
0%
16%
42%
9%
37%
39% 20% Glas
7%
10%
45% 40%
Glas en coax
60% Coax
6%
7% 80%
100%
Geen glas of coax
Figuur 11: Aanbod op schoollocaties
Binnen het aandeel scholen dat wel de beschikking heeft over hoogwaardige breedbandontsluiting, heeft een substantieel deel van de scholen zelfs de keuze tussen zowel glasvezel als kabel. In het PO, VO en SO hebben respectievelijk zeven, zes en tien procent van de scholen geen toegang tot deze typen infrastructuur. In aantallen komt dit neer op circa 650 schoollocaties. 9 Op provinciaal niveau vertalen deze landelijke gemiddelden zich in de situatie zoals in de volgende tabellen wordt weergegeven.
7
De snelheden zijn echter niet symmetrisch. De gemiddelde uploadsnelheid ligt in de praktijk een factor 5 tot 10 lager.
8
In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle leveranciers die onderdeel uitmaken van deze inventarisatie. Op zeer lokale schaal kan er sprake zijn van een onderschatting van het aanbod, bijvoorbeeld door aanbod van een niet meegenomen lokaal glasvezelinitiatief.
9
Deze inventarisatie geeft alleen inzicht in de beschikbaarheid van glasvezel en kabel. Hiermee laten we het eventuele VDSL-aanbod via het DSL-netwerk van KPN buiten beschouwing. Dit laat onverlet dat deze technologie voor een bepaald deel van de scholen een alternatieve manier van ontsluiting kan zijn, niet alleen vanuit economisch, maar ook vanuit technisch oogpunt.
Dialogic NEXT STEP
19
Primair onderwijs Glas
Glas en coax
Coax
3%
62%
32%
Geen glas of coax 4%
Flevoland
11%
57%
24%
7%
Friesland
1%
27%
69%
3%
Gelderland
7%
22%
58%
14%
Groningen
7%
55%
36%
2%
Limburg
6%
57%
33%
3%
Noord-Brabant
5%
37%
53%
5%
Noord-Holland
4%
25%
65%
6%
Overijssel
8%
47%
35%
11%
Utrecht
7%
24%
61%
8%
Zeeland
12%
44%
40%
4%
Zuid-Holland
12%
27%
55%
7%
Landelijk
7%
34%
52%
7%
Drenthe
Tabel 2: Aanbod glasvezel en coax primair onderwijs
Voortgezet onderwijs Glas
Glas en coax
Coax
3%
78%
8%
Geen glas of coax 13%
Flevoland
30%
35%
27%
8%
Friesland
10%
67%
15%
9%
Gelderland
17%
47%
26%
9%
Groningen
10%
81%
6%
3%
9%
72%
17%
1%
Noord-Brabant
16%
57%
23%
4%
Noord-Holland
18%
59%
16%
7%
Overijssel
10%
69%
19%
2%
Utrecht
12%
73%
8%
7%
Zeeland
3%
77%
13%
7%
Zuid-Holland
21%
62%
10%
7%
Landelijk
16%
62%
16%
6%
Drenthe
Limburg
Tabel 3: Aanbod glasvezel en coax voortgezet onderwijs
20
Dialogic NEXT STEP
Speciaal onderwijs Glas
Glas en coax
Coax
10%
45%
30%
Geen glas of coax 15%
Flevoland
6%
31%
31%
31%
Friesland
17%
31%
38%
14%
Gelderland
18%
26%
39%
17%
Groningen
17%
72%
11%
0%
Limburg
7%
71%
18%
4%
Noord-Brabant
8%
42%
40%
11%
Noord-Holland
10%
37%
48%
4%
5%
51%
27%
18%
Utrecht
10%
33%
47%
10%
Zeeland
0%
39%
57%
4%
Zuid-Holland
12%
45%
36%
7%
Landelijk
11%
42%
37%
10%
Drenthe
Overijssel
Tabel 4: Aanbod glasvezel en coax speciaal onderwijs
2.3.2
Aanbod op gemeentelijk niveau
Op gemeentelijk niveau kan er verschil bestaan tussen het aanbod dat de scholen tot hun beschikking hebben. De oorzaak van deze verschillen is divers. Zo hebben de verschillende lokale kabelnetwerken in het verleden ieder hun eigen uitrolstrategie gevolgd en heeft bijvoorbeeld de uitrol door Reggefiber een groot verschil veroorzaak in bepaalde delen van het land. De kleurscharkering in Figuur 12 geeft inzicht in deze lokale verschillen.
Dialogic NEXT STEP
21
Figuur 12: Aanbod glas en coax – provinciale gemiddelden en gekleurd naar gemeente
De geaggregeerde data per provincie en per gemeente is beschikbaar in bijlage 3 tot en met 14. Op beide niveaus hebben we de beschikbaarheidsgegevens van glasvezel en kabel bij elkaar gevoegd. Met deze gegevens wordt op provinciaal en gemeentelijk niveau inzichtelijk hoeveel scholen op dit moment geen beschikking hebben over deze vormen van infrastructuur.
2.4 Conclusie De volgende staafgrafiek geeft samengevat het antwoord op de centrale onderzoeksvraag rondom de glasvezelontsluiting van de scholen in Nederland.
22
Dialogic NEXT STEP
Glasvezelontsluiting schoollocaties PO
41%
59%
VO
78%
SO
22%
53%
Eindtotaal
47%
48%
0%
52%
20%
40% Glas
60%
80%
100%
Geen glas
Figuur 13: Glasvezelontsluiting op schoollocaties in Nederland (homes passed)
Hieruit blijkt dat net iets minder dan de helft van de scholen toegang heeft tot glasvezel, maar dat er duidelijk verschil is tussen het primair, speciaal en voorgezet onderwijs. Uit de verdere analyse blijkt dat sprake is van sterke regionale verschillen. Daarbij merken we op dat een eenduidige typering van scholen zonder aansluiting (homes passed) niet valt af te leiden uit dit onderzoek. Wanneer we het aanbod van glasvezel aanvullen met de beschikbaarheid van een hoogwaardige kabelverbinding, dan ontstaat een genuanceerder beeld. Uit onderstaande figuur is af te leiden dat het overgrote deel van de scholen keuze heeft uit ten minste één vorm van hoogwaardige breedbandontsluiting.
Aanbod schoollocaties PO
7%
VO
SO
Eindtotaal
34%
52%
16%
62%
11%
16%
42%
9% 0%
7%
37%
39% 20% Glas
10%
45% 40%
Glas en coax
60% Coax
6%
7% 80%
100%
Geen glas of coax
Figuur 14: Aanbod schoollocaties - glas en coax
Dialogic NEXT STEP
23
Mocht er, naast deze inventarisatie, nog behoefte zijn aan een diepere probleemanalyse, dan achten wij een case-by-case aanpak zinvol. Hierbij kunnen de volgende twee stappen gevolgd worden om specifieke probleemvelden nader te verhelderen: 1. Vaststellen middels een uitvraag aan individuele scholen of extra informatie nodig is over het (al of niet) lokaal beschikbare breedbandaanbod. Tevens dienen specifieke problemen met de beschikbaarheid van het aanbod en de kenmerken van de schoollocatie goed in kaart te worden gebracht. 2. Onderzoek of tegemoetkoming in de kosten een effectieve oplossing kan bieden, wanneer het creëren van meer awareness en geven van extra informatie niet afdoende is.
24
Dialogic NEXT STEP
3 Kosten voor aansluiten van nietverglaasde scholen Naast voorgaande analyse van de aangesloten scholen, heeft het Doorbraakproject ons gevraagd om een inschatting te geven van de kosten die nodig zijn om alle niet-verglaasde scholen van glasvezel te voorzien. Glasvezel biedt momenteel de hoogste snelheden en schaalbaarheid. Hierna volgt een toelichting op de gevraagde inschatting om alle nietverglaasde scholen van glasvezel te voorzien.
3.1 Kosteninschatting Om een school te voorzien van glasvezel, moet een afsplitsing op een bestaand glasvezelnetwerk of een backhaul gerealiseerd worden. De afstand tussen het bestaande netwerk en de school geeft een indicatie van de grootte van de investering die gemoeid is bij de realisatie van de glasvezelaansluiting. Over deze afstand moeten namelijk nieuwe mantelbuizen en bekabeling aangelegd worden. Om tot de gevraagde graafafstand te komen, hebben we daarom per schoollocatie de afstand tot twee landelijk dekkende glasvezelnetwerken berekend. Van deze uitkomsten hebben we de kortste afstand geselecteerd. 10 We hebben de schoollocaties vervolgens in drie categorieën verdeeld, te weten: 1. Groen: 0-25 meter afstand van glas – betreffen reeds aangesloten scholen 2. Oranje: 25-500 meter afstand van glas – geen aansluiting. 3. Rood: >500 meter van glas – geen aansluiting, erg kostbaar om aan te sluiten. Aangezien we een kosteninschatting van de niet op glasvezel aangesloten scholen willen afgeven, kunnen we de groene categorie buiten beschouwing laten. Deze scholen hebben immers al ontsluiting vanaf de erfgrens. Het aantal scholen in de rode en oranje categorie is als volgt verdeeld voor de drie typen onderwijs: Categorie
PO
VO
SO
Totaal
Oranje (25-500 meter)
2.324
194
296
2.814
Rood (>500 meter)
1.617
124
108
1.849
Eindtotaal
3.941
318
404
4.663
Tabel 5: Aantal schoollocaties gecategoriseerd naar afstand tot glasvezelnetwerk
In bijlage 15 is een overzicht van het aantal scholen per afstandscategorie uitgesplitst naar provincie terug te vinden.
10
Door deze methode ontstaat een realistisch, maar wel slechts een beperkt beeld van de werkelijke situatie. Zo liggen er in veel grote steden meerdere stedelijke glasvezelringen waar een school eventueel op zou kunnen inkoppelen. In de praktijk zal de afstand tot glasvezel voor een school dus vaak lager liggen en is er dus sprake van een overschatting van de daadwerkelijke kosten.
Dialogic NEXT STEP
25
Vervolgens is per categorie de gemiddelde afstand in meters tot glasvezel berekend. Categorie
PO
VO
SO
Totaal
Oranje (25-500 meter)
218
181
187
212
Rood (>500 meter)
1.309
1.157
1.068
1.285
Eindtotaal
665
562
422
638
Tabel 6: Gemiddelde afstand tot glasvezelnetwerking binnen categorie (in meter)
Met de gegevens uit de voorgaande stap is het mogelijk om een prijsindicatie van de aansluitkosten te geven. De achterliggende formule is als volgt opgebouwd: kosten = aantal scholen * afstand tot glas * graaffactor * aanlegprijs per meter in euro Het aantal scholen en de afstand tot glas komt voort uit voorgaande stap. De afstand vermenigvuldigen we met een graaffactor, aangezien de afstanden hemelsbreed zijn gemeten. In de praktijk kiest men er tijdens de aanleg van de kabel vrijwel altijd voor om de geul met de bestaande wegen mee te laten lopen. Om die reden vermenigvuldigen wij de afstand met een factor 1,5. Dit is een gangbare factor in de markt. Ten slotte is de gemiddelde aanlegprijs per meter bepalend voor de totale kosten. Uit de praktijk blijkt dat 30 euro per meter een gangbare prijs is in gevallen waar bij de aanleg meerdere aansluitingen tegelijkertijd gerealiseerd worden. Een voorbeeld hiervan is een glasvezelcooperatie, zoals die in verschillende gebieden in Nederland zijn ontstaan. Zakelijke dienstenleveranciers geven aan dat zij 50 euro als richtprijs aanhouden op het moment dat zij een dedicated aansluiting realiseren voor een klant. Uitgaande van deze informatie hebben we een iets hoger prijspeil aangehouden van 35 euro per meter. Gemiddeld komen we per type locatie dan op de volgende bedragen in duizenden euro’s: Categorie
PO
VO
SO
Totaal
Oranje (25-500 meter)
€11k
€10k
€10k
€11k
Rood (>500 meter)
€69k
€61k
€56k
€69k
Eindtotaal
€36k
€29k
€22k
€34k
Tabel 7: Gemiddelde realisatiekosten (indicatief) voor glasvezelontsluiting per type school en categorie (k = 1000)
De genoemde bedragen zijn slechts een indicatie van de realisatiekosten die gemoeid zijn met de aanleg van de ontbrekende glasvezelverbindingen. Zo houden we wel een aanlegprijs aan die afgeleid is van een situatie met vraagbundeling en een lokaal initiatief, maar laten we de overige schaalvoordelen die in een dergelijke situatie ontstaan buiten beschouwing. Realisatiekosten in de ordegrootte van circa 3000 euro kunnen realistisch zijn. Bij het opstellen van een daadwerkelijke business case wordt rekening gehouden met een veel bredere range aan parameters. Zo kunnen er afwegingen worden gemaakt in de technische oplossing, de wijze van financiering en een eventuele eigen bijdrage van de scholen. Het berekenen van de exacte kosten van de aanleg per locatie is daarmee ook
26
Dialogic NEXT STEP
maatwerk. Zo moet er op lokaal niveau gekeken worden welke partij de meest gunstige ligging heeft tot een bestaand glasvezelnetwerk. Het grote prijsverschil tussen de categorieën komt ook sterk naar voren wanneer we de geschatte realisatiekosten uitzetten tegen het percentage aangesloten scholen. Onderstaande grafiek laat duidelijk zien 80% van de locaties met zo’n 40% van de totale aansluitkosten ontsloten kunnen worden. De overige 20% van de locaties betreffen dus zeer kostbare scholen (weergegeven met de rode lijn) die een groot deel van de kosten voor hun rekening nemen, namelijk 60%. Bij toekomstige realisatie van nieuwe verbindingen en het opstellen van een business case moet er een investeringsafweging over deze kostbare percelen worden gemaakt. Verdeling van realisatiekosten 100%
90%
Percentage van totale kosten
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Percentage van scholen aangesloten Cummlatieve kosten
Dure aansluitingen
80% van aansluitingen
kosten voor 80%
Figuur 15: Verdeling van de realisatiekosten van glasvezelontsluiting
3.2 Conclusie Met het verglazen van alle niet op glasvezel aangesloten scholen zijn forse investeringen gemoeid. Om de daadwerkelijke business case voor deze verglazing uit te werken, kunnen verschillende investeringsstrategieën gevolgd worden. De meest bepalende factor in deze discussie is de afstand tot bestaande glasvezelnetwerken. Ook wanneer alleen scholen worden ontsloten op minder dan 500 meter afstand van het bestaande glasvezelnetwerk, blijft nog steeds een forse investering van gemiddeld €11.000 per aansluiting nodig. Uit het onderzoek blijkt dat 80% van de scholen met 40% van de totale kosten voorzien kan worden van een glasvezelverbinding. De laatste 20% vergen dus 60% van de totale investeringsmiddelen. Gezien de hoogte van de investeringen voor het aansluiten van scholen op minder gunstige locaties, kunnen vraagbundelinitiatieven - wanneer die zich lokaal of regionaal voordoen - kostenverlichting brengen. Momenteel wordt in diverse provincies actief beleid gevoerd om de buitengebieden van hoogwaardig breedband te voorzien.
Dialogic NEXT STEP
27
4 Samenvatting en conclusies 4.1 Vraagstelling Voor dit onderzoek heeft het Doorbraakproject een drietal hoofdvragen en een aantal deelvragen opgesteld. De drie hoofdvragen zijn hierna puntsgewijs opgesomd:
Welk percentage van de scholen in het Nederland is aangesloten op glasvezel of kabel? o In het primair onderwijs. o In het voortgezet onderwijs. o In het speciaal onderwijs. Bij welk percentage van de scholen in het Nederland ontbreekt het aan zowel een glasvezel- als een kabelaansluiting? o In het primair onderwijs. o In het voortgezet onderwijs. o In het speciaal onderwijs. Welke kosten zijn gemoeid met het aansluiten van scholen die nog geen aansluiting hebben op een glasvezelnetwerk?
In de volgende paragrafen presenteren we de uitkomsten uit het onderzoek per hoofdvraag.
4.2 Beschikbaarheid van glasvezel voor PO, VO en SO De volgende tabel geeft het antwoord op de centrale onderzoeksvraag in welke mate scholen in Nederland met een glasvezelverbinding zijn ontsloten .
Glasvezelontsluiting schoollocaties PO
41%
VO
59%
78%
SO
22%
53%
Eindtotaal
0%
47%
48% 20%
52% 40% Glas
60%
80%
100%
Geen glas
Tabel 8: Glasvezelontsluiting op schoollocaties in Nederland
Hieruit blijkt dat net iets minder dan de helft van de scholen toegang heeft tot glasvezel, maar dat er duidelijk verschil bestaat tussen het primair, speciaal en voorgezet onderwijs. Uit de verdere analyse is gebleken dat er sprake is van sterke regionale verschillen, maar
Dialogic NEXT STEP
29
het blijkt niet mogelijk om een eenduidige typering van scholen zonder aansluiting (homes passed) af te leiden uit dit onderzoek. Mocht er wel behoefte zijn aan een diepere probleemanalyse, dan achten wij een case-by-case aanpak zinvol. Hierbij kunnen de volgende twee stappen gevolgd worden om specifieke probleemvelden nader te verhelderen: 1. Vaststellen middels een uitvraag aan individuele scholen of extra informatie nodig is over het (al of niet) lokaal beschikbare glasvezelaanbod. Tevens dienen specifieke problemen met de beschikbaarheid van het aanbod en de kenmerken van de schoollocatie goed in kaart te worden gebracht. 2. Onderzoek of tegemoetkoming in de kosten een effectieve oplossing kan bieden, wanneer het creëren van meer awareness en geven van extra informatie niet afdoende is.
4.3 Hoogwaardig breedbandaanbod PO-, VO- en SO-scholen Het aanbod van hoogwaardig breedband voor scholen bestaat momenteel uit glasvezel- en kabelverbindingen.11 In het PO heeft 86% aansluiting tot kabel en 41% tot glasvezel. VO beschikt reeds 78% over een kabelaansluiting en 78% over een glasvezelaansluiting (dit zijn niet noodzakelijkerwijs dezelfde scholen). De volgende figuur geeft inzicht in de verdeling tussen de scholen met alleen glasvezel, gecombineerd glasvezel en kabel, alleen kabel of geen aanbod van beide.
Aanbod schoollocaties PO
7%
VO
SO
Eindtotaal
34%
52%
16%
62%
11%
0%
16%
42%
9%
37%
39% 20% Glas
7%
10%
45% 40%
Glas en coax
60% Coax
6%
7% 80%
100%
Geen glas of coax
Figuur 16: Aanbod schoollocaties - glasvezel en coax
4.4 Verglazen van niet op glasvezel aangesloten scholen Met het verglazen van alle nog niet verglaasde scholen zijn forse investeringen gemoeid. voor uitwerking van de daadwerkelijke business case voor deze verglazing, kunnen verschillende investeringsstrategieën gevolgd worden. De meest bepalende factor is de
11
In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle leveranciers die onderdeel uitmaken van deze inventarisatie. Op zeer lokale schaal kan er sprake zijn van een onderschatting van het aanbod, bijvoorbeeld door aanbod van een lokaal glasvezelinitiatief.
30
Dialogic NEXT STEP
afstand tot bestaande glasvezelnetwerken. Ook wanneer alleen scholen worden ontsloten op minder dan 500 meter afstand van het bestaande glasvezelnetwerk, blijft nog steeds een forse investering van gemiddeld €11.000 per aansluiting nodig. Uit het onderzoek blijkt dat 80% van de scholen met 40% van de totale kosten voorzien kan worden van een glasvezelverbinding. De laatste 20% vergen dus 60% van de totale investeringsmiddelen. Gezien de hoogte van de investeringen voor het aansluiten van scholen op minder gunstige locaties, kunnen vraagbundelinitiatieven - wanneer die zich lokaal of regionaal voordoen kostenverlichting brengen. Momenteel wordt in diverse provincies actief beleid gevoerd om de buitengebieden van hoogwaardig breedband te voorzien.
Dialogic NEXT STEP
31
Bijlage 1 – Interviewlijst Organisatie Kennisnet Ziggo
Persoon Manon Haartsen Philip Post Jeroen God
Functie Senior Adviseur Beleidsadviseur Segment Manager Onderwijs & Overheid Strategisch Accountmanager Zorg & Onderwijs Directeur Business Development Manager – Vertical Onderwijs
Eurofiber
Michiel van Zeggeren
Kabelnoord KPN
Niek Geelhoed Jeroen Barends
Katholieke Scholenstichting Utrecht
Coen van der Meer Connie Eshuis
Bovenschoolse ICT-coördinatoren – infrastructuur en gebruik
Ons Middelbaar Onderwijs – 2College
Ed van Delft
Bovenschoolse ICT-coördinator – infrastructuur
Surfnet
Jasper Distelbrink
Accountadviseur hbo en onderwijsserviceproviders
Tabel 9: Interviewlijst
Dialogic NEXT STEP
33
Bijlage 2 – Overzicht databronnen Aanbieder
Regio
Data in inventarisatie Glas
Coax +
Ziggo
Landelijk
+
Eurofiber
Landelijk
+
KPN zakelijk
Landelijk
+
Reggefiber
Landelijk
+
ZeelandNet
Zeeland
+
CIF
Landelijk
+
Cogas
Oost-Nederland
+
+
Kabelnoord
Friesland
+
+
REKAM
Midden-Holland
+
+
Kabeltex
Texel
+
+
Kabelnet Veendam
Veendam
+
+
Kabeltelevisie Waalre
Waalre
+
+
Samen Snel op Glas
Tilburg, Deventer, Veendam, provincie Zeeland, provincie Limburg
+
Glaslokaal
Haaglanden
+
Stichting Leidse Infrastructuur Bundeling
Leiden
+
TeleMANN
Nijmegen, Groesbeek
+
Stichting Breedband Drechtsteden
Drechtsteden
+
Breedband Tilburg
Tilburg
+
Breedband Delft
Delft
+
Breedbandnetwerk Onderwijs Amsterdam
Amsterdam
+
Eduglas
Groningen
+
Stichting Samenwerkingsverband Arnhem
Arnhem
+
+
Tabel 10: Overzicht databronnen
Dialogic NEXT STEP
35
Bijlage 3 – Beschikbaarheidscijfers Drenthe Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen)
Geen glas/coax 10
PO Glas/coax 269
Totaal PO 279
Aa en Hunze
17
17
Assen
25
25
Borger-Odoorn
17
Coevorden
28
Drenthe
VO Glas/coax 35
Totaal VO 40
1
1
7
8
17
1
1
28
2
2
8
9
5
5
De Wolden
1
14
15
Emmen
1
61
62
Hoogeveen
4
28
32
Meppel
Geen glas/coax 5 1
1
2
Glas/coax 17
Totaal SO 20
4
4
3
5
5
5
14
14
3
6
2
3
2
16
18
2
2
1
1
Noordenveld
1
16
17
3
3
1
1
Tynaarlo
1
20
21
2
2
1
1
13
13
1
1
Dialogic NEXT STEP
1
SO
Midden-Drenthe
Westerveld
3
Geen glas/coax 3
37
Bijlage 4 – Beschikbaarheidscijfers Flevoland Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
Flevoland Almere
VO
Geen glas/coax
Glas/coax
14 4
Dronten
SO
Totaal
Geen glas/coax
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
Glas/coax
Totaal
174
188
3
34
37
5
11
16
70
74
1
17
18
2
4
6
19
19
2
2
1
1
3
6
3
3
Lelystad
2
33
35
1
4
5
Noordoostpolder
6
30
36
1
7
8
Urk
2
10
12
2
2
12
12
2
2
Zeewolde
Dialogic NEXT STEP
3
39
Bijlage 5 – Beschikbaarheidscijfers Friesland Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
Friesland Achtkarspelen
Glas/coax
15 1
Ameland Dantumadiel De Friese Meren
1
Dongeradeel Ferwerderadiel
1
Franekeradeel Harlingen Heerenveen
VO
Geen glas/coax
3
Het Bildt
SO
Totaal
Geen glas/coax
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
Glas/coax
Totaal
430
445
7
75
82
4
25
29
19
20
4
4
1
1
4
4
1
1
12
12
1
1
40
41
4
5
23
23
7
7
1
1
1
2
3
3
8
9
7
8
15
15
7
7
29
32
1
1
1
9
9
3
3
10
10
2
2
36
38
12
15
7
7
Littenseradiel
18
18
1
1
Menameradiel
12
12
Ooststellingwerf
20
20
2
2
23
25
1
1
1
1
1
1
29
29
8
8
Kollumerland ca Leeuwarden
2
Leeuwarderadeel
Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland
Dialogic NEXT STEP
2
3
1
1
1 1
1
2
2
1
2
5
5
2
2
1
1
9
9
41
Sudwest-fryslan
61
1
8
9
Terschelling
1
4
5
1
1
Tytsjerksteradiel
3
22
25
3
3
1
1
1
1
21
22
2
2
Vlieland Weststellingwerf
42
61
1
1
3
4
1
1
Dialogic NEXT STEP
Bijlage 6 – Beschikbaarheidscijfers Gelderland Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
VO
Geen glas/coax
Glas/coax
125
Aalten
SO
Totaal
Geen glas/coax
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
Glas/coax
Totaal
793
918
15
152
167
21
100
121
2
13
15
3
3
2
2
Apeldoorn
9
Arnhem
1
60
69
13
13
13
14
49
50
13
13
14
14
Barneveld
7
22
29
2
2
4
1
1
2
Berkelland
2
25
27
1
6
7
3
2
5
Beuningen
1
8
9
1
1
Bronckhorst
3
21
24
2
2
Brummen
1
12
13
1
1
Buren
3
13
16
12
12
4
4
19
22
7
Gelderland
Culemborg Doesburg Doetinchem
3
Druten Duiven
4
2
6
1
1
1
7
8
7
7
7
2
2
2
2
10
10
1
1
9
9
3
3
Ede
7
45
52
8
8
Elburg
1
13
14
3
3
Epe
5
15
20
1
1
Ermelo
2
11
13
1
1
Geldermalsen
3
12
15
1
1
Dialogic NEXT STEP
1
3
3
43
Groesbeek
12
12
4
15
19
6
Heerde
1
13
Heumen
1
6
7
9
9
Harderwijk Hattem
Lingewaal
2
1
3
4
4
5
1
2
3
6
1
1
14
1
1
1
1
3
4
1
1
1
5
1
1
1
Lingewaard
6
10
16
1
Lochem
2
15
17
1
11
11
Maasdriel
1
Montferland
2
13
15
2
2
Neder-Betuwe
4
10
14
3
3
Neerijnen
4
7
11
Nijkerk
1
17
18
5
5
Nijmegen
2
40
42
20
20
Nunspeet
1
12
13
1
1
Oldebroek
3
12
15
1
1
Oost Gelre
1
16
17
1
Oude IJsselstreek
3
18
21
Overbetuwe
1
22
23
Putten
6
10
16
Renkum
2
10
Rheden Rijnwaarden
44
2
1
4
2
2
1
1
10
12
4
4
2
4
4
3
3
1
1
4
5
1
1
12
1
1
2
2
20
20
5
5
1
1
1
1
5
5
1
2
5
6
Rozendaal
1
1
Scherpenzeel
5
5
1
1
Tiel
3
12
15
3
3
Voorst
2
14
16
2
2
2
2
1
2
Dialogic NEXT STEP
Wageningen West Maas en Waal
9
Westervoort
2
Wijchen
12
12
2
2
2
11
1
1
3
4
6
15
15
1
1
3
1
1
Winterswijk
7
9
16
1
3
4
1
1
Zaltbommel
2
14
16
1
2
3
1
1
Zevenaar
2
11
13
3
3
1
1
Zutphen
3
15
18
7
7
2
2
Dialogic NEXT STEP
45
Bijlage 7 – Beschikbaarheidscijfers Groningen Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen)
PO
VO
Geen glas/coax
Glas/coax
Groningen
7
Appingedam
1
SO
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
Totaal
288
295
2
65
3
4
Bedum
7
7
Bellingwedde
8
Geen glas/coax
Glas/coax
Totaal
67
36
36
3
3
2
2
8
1
1
10
10
1
1
17
21
2
2
Eemsmond
14
14
2
2
Groningen
38
38
25
25
18
18
Grootegast
11
11
2
2
8
8
3
3
8
8
Hoogezand-Sappemeer
18
18
3
3
1
1
Leek
11
11
2
2
Loppersum
11
11
7
8
4
5
3
3
2
2
De Marne Delfzijl
4
Haren
Marum Menterwolde
1
8
8
22
22
7
7
1
1
Slochteren
13
13
1
1
Stadskanaal
22
22
5
5
7
7
Oldambt Pekela
Ten Boer
Dialogic NEXT STEP
1
47
Veendam
11
11
11
12
Winsum
12
Zuidhorn
12
Vlagtwedde
48
1
5
5
1
2
12
2
2
12
2
2
1
2
2
Dialogic NEXT STEP
Bijlage 8 – Beschikbaarheidscijfers Limburg Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO Glas/coax
13
VO
SO
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
361
374
1
Beek
6
6
Beesel
4
4
Bergen LB
7
7
Limburg
Geen glas/coax
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
Totaal
74
75
2
54
56
1
1
Brunssum
1
9
10
1
1
1
1
Echt-Susteren
1
11
12
2
2
1
1
Eijsden-Margraten
1
10
11
3
3
Gennep
1
6
7
1
1
2
2
Gulpen-Wittem
1
6
7
2
2
25
25
15
15
5
5
18
19
2
2
1
1
10
10
1
1
2
2
9
10
2
2
1
1
14
14
2
2
3
3
2
2
6
6
Heerlen Horst aan de Maas
1
Kerkrade Landgraaf
1
Leudal Maasgouw
7
10
Maastricht
30
30
10
10
Meerssen
7
7
1
1
2
3
1
1
Nederweert
6
6
1
1
Nuth
4
4
Mook en Middelaar
Dialogic NEXT STEP
3
1
1
1
49
Onderbanken
4
4
Peel en Maas
16
16
Roerdalen
6
6
Roermond
18
18
Schinnen
5
5
Simpelveld
2
2
Sittard-Geleen
1
1
8
8
6
6
4
4
1
1
9
9
2
3
4
4
28
29
12
12
8
8
1
1
Vaals
3
3
Valkenburg aan de Geul
8
8
1
1
32
33
3
4
19
19
1
1
4
4
17
17
4
4
Venray Voerendaal Weert
50
2
Stein
Venlo
1
2
1
1
1
Dialogic NEXT STEP
Bijlage 9 – Beschikbaarheidscijfers Noord-Brabant Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
VO
Geen glas/coax
Glas/coax
49
Aalburg Alphen-Chaam
Noord-Brabant
SO
Totaal
Geen glas/coax
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
Glas/coax
Totaal
818
867
8
172
180
11
90
101
1
6
7
1
1
1
5
5
3
4
Asten
8
8
1
1
Baarle-Nassau
3
3
1
1
8
9
Bergen op Zoom
23
23
10
10
Bernheze
11
11
2
2
Best
9
9
1
1
1
1
Bladel
8
8
1
1
1
1
1
1
Bergeijk
1
Boekel
4
4
Boxmeer
1
14
15
3
3
Boxtel
1
9
10
3
3
2
1
3
45
45
17
18
1
8
9
1
1
2
3
1
1
Breda Cranendonck
1
9
9
1
1
9
10
2
2
Deurne
14
14
3
5
Dongen
11
11
1
1
9
10
1
1
8
8
1
1
Cuijk
Drimmelen Eersel
Dialogic NEXT STEP
1
1
2
1
51
Eindhoven
3
Etten-Leur Geertruidenberg
1
54
10
2
19
21
10
2
2
1
10
11
1
1
8
9
1
1
13
13
1
1
1
1
10
12
3
3
1
1
Gilze en Rijen
9
9
Goirle
8
8
1
1
1
1
Grave
7
7
1
1
1
1
Haaren
5
5
11
12
1
2
Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel
2
Halderberge
1
Heeze-Leende
2
5
7
1
1
Helmond
2
26
28
8
8
6
6
Heusden
1
13
14
1
1
2
2
Hilvarenbeek
1
6
7
Laarbeek
10
10
1
1
Landerd
6
6
1
1
10
10
1
1
5
5
1
1
19
22
1
1
1
1
8
8
1
1
5
6
1
1
9
9
2
3
Loon op Zand Mill en Sint Hubert Moerdijk
3
Nuenen ca Oirschot
1
Oisterwijk
1
1
2
2
Oosterhout
1
21
22
5
5
3
3
Oss
2
30
32
8
8
4
4
6
6
28
28
8
8
5
5
7
7
1
1
Reusel-De Mierden Roosendaal Rucphen
52
51
Dialogic NEXT STEP
‘s Hertogenbosch
2
44
46
11
11
Schijndel
1
6
7
2
Sint Anthonis
1
4
5
2
1
1
7
7
2
2
1
1
10
10
2
2
3
3
8
8
6
7
1
1
1
1
Son en Breugel
7
7
1
1
Steenbergen
9
9
1
1
18
19
8
8
1
2
Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Someren
1
Tilburg
1
54
55
Uden
1
19
20
2
2
Valkenswaard
2
9
11
1
1
1
1
Veghel
2
14
16
2
2
2
2
Veldhoven
1
11
12
1
1
1
2
3
9
9
1
1
1
3
4
Vught
1
1
Waalre
5
Waalwijk
2
16
18
6
6
1
1
Werkendam
1
11
12
2
2
1
1
8
8
1
1
1
1
Woensdrecht
5
Woudrichem
2
8
10
1
1
Zundert
1
5
6
1
1
Dialogic NEXT STEP
53
Bijlage 10 – Beschikbaarheidscijfers Noord-Holland Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
VO
Geen glas/coax
Glas/coax
52
Aalsmeer Alkmaar
Noord-Holland
SO
Totaal
Geen glas/coax
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
Glas/coax
Totaal
866
918
16
201
217
6
131
137
1
9
10
2
2
1
38
39
1
11
12
5
5
4
4
3
66
69
Amstelveen
4
13
17
Amsterdam
17
192
209
3
3
13
13
3
8
11
4
4
Beemster Bergen NH Beverwijk
3
Blaricum
2
2
43
46
3
1
1
1
1
3
3
3
Bloemendaal
1
15
16
3
3
1
1
Bussum
1
10
11
4
4
1
1
Castricum
14
14
3
3
1
1
Den helder
21
21
5
7
3
4
Diemen
7
7
Drechterland
9
9
12
12
2
2
2
2
6
6
1
1
37
38
11
13
12
13
5
5
58
58
7
7
10
10
Edam-Volendam Enkhuizen Haarlem Haarlemmerliede ca Haarlemmermeer
Dialogic NEXT STEP
1
2
2
1
1
55
Heemskerk
1
12
13
Heemstede
1
8
9
Heerhugowaard
19
19
Heiloo
10
10
Hilversum
28
2
3
2
2
5
6
1
1
28
13
13
25
29
1
1
Hoorn
26
26
7
8
Huizen
12
12
2
2
Hollands kroon
4
1
1
1
Koggenland
1
11
12
Landsmeer
3
3
6
Langedijk
1
9
10
1
1
Laren
1
4
5
3
3
23
23
1
1
4
4 2
2
Medemblik Muiden Naarden
5
6
Oostzaan
4
4
Opmeer
7
7
4
5
24
24
20
22
Stede Broec
8
Texel
Ouder-Amstel
1
1
Purmerend
1
1
1
4
4
7
7
5
6
4
4
1
1
7
7
6
6
3
6
5
5
8
3
3
2
2
8
8
1
1
1
1
5
5
8
9
3
3
1
1
Velsen
20
20
7
8
3
3
Waterland
11
11
1
1
5
5
2
2
Schagen
2
Uitgeest Uithoorn
Weesp
56
1
3
1
Dialogic NEXT STEP
Wijdemeren
12
12
Wormerland
5
5
Zaanstad
41
47
Zandvoort
6
6
Zeevang
5
5
Dialogic NEXT STEP
6
1
10
11
1
1
7
7
57
Bijlage 11 – Beschikbaarheidscijfers Overijssel Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
Overijssel
Glas/coax
58
Almelo Borne Dalfsen
VO
Geen glas/coax
4
Deventer
SO
Totaal
Geen glas/coax
Totaal
Geen glas/coax
Glas/coax
Glas/coax
Totaal
486
544
2
107
109
15
70
85
26
26
9
9
10
10
10
10
2
2
14
18
1
1
37
37
7
7
6
6
13
16
4
4
Dinkelland
1
12
13
1
1
Enschede
4
50
54
15
15
Haaksbergen
1
13
14
2
2
Hardenberg
8
32
40
6
6
Hellendoorn
4
16
20
2
2
1
1
2
5
11
16
1
1
1
4
Hengelo
3
23
23
10
10
Hof van Twente
9
12
21
2
2
Kampen
2
29
31
8
9
3
Losser
2
10
12
1
1
1
Oldenzaal
2
1
Olst-Wijhe Ommen
4
Raalte
1
8
10
4
4
14
14
1
1
11
15
2
17
17
2
3
2
2
2
3
3
2
2
1
1
Rijssen-Holten
2
16
18
4
4
Staphorst
5
5
10
1
1
Dialogic NEXT STEP
1
59
Steenwijkerland
2
Tubbergen
34
36
4
4
10
10
1
1
2
2
Twenterand
2
18
20
Wierden
1
14
15
Zwartewaterland
2
15
17
1
1
Zwolle
3
40
43
18
18
60
1
3
3
1
1
12
13
1
1
Dialogic NEXT STEP
Bijlage 12 – Beschikbaarheidscijfers Utrecht Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
VO
Geen glas/coax
Glas/coax
Overijssel
58
Utrecht Amersfoort
Totaal PO
Glas/coax
486
544
2
37
437
474
5
44 8 4
8
11
Baarn Bunnik
SO
Geen glas/coax
4
Bunschoten De Bilt
Totaal VO
Geen glas/coax
Glas/coax
Totaal SO
107
109
15
70
85
6
84
90
5
46
51
49
1
21
22
1
11
12
8
1
1
2
11
1
1 1
1
1
2
1
1
1
1
18
18
4
4
De Ronde Venen
1
20
21
2
2
Eemnes
2
3
5
Houten
2
20
22
2
3
IJsselstein
1
12
13
2
2
Leusden
2
14
16
Lopik
1
10
11
Montfoort
1
6
7
1
1
Nieuwegein
1
17
18
5
5
Oudewater
1
5
6
2
2
5
8
2
2
18
18
1
1
1
1
26
28
4
4
1
1
Renswoude Rhenen
3
Soest Stichtse Vecht
Dialogic NEXT STEP
2
1
1
61
Utrecht
4
87
91
1
17
18
Utrechtse Heuvelrug
2
22
24
1
3
4
Veenendaal
2
20
22
1
3
4
10
10
1
1
Vianen
15
15
1
2
3
1
2
3
1
1
Wijk bij Duurstede
1
10
11
1
1
1
1
Woerden
2
20
22
5
5
1
1
8
8
7
8
Woudenberg Zeist
62
6
6
19
19
1
Dialogic NEXT STEP
Bijlage 13 – Beschikbaarheidscijfers Zeeland Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
VO
Glas/coax
9
SO
Totaal PO
Geen glas/coax
Glas/coax
209
218
2
17
17
18
19
2
13
13
6 1
18 5
5
1
15
Schouwen-Duiveland Sluis
Zeeland
Geen glas/coax Borsele Goes
1
Hulst Kapelle Middelburg Noord Beveland Reimerswaal
Totaal VO
Geen glas/coax
Glas/coax
Totaal SO
28
30
2
21
23
7
9
6
6
3
3
1
1
6
1
1
2
2
19
6
6
5
5
16
2
2
26
26
2
2
18
18
1
1
1
1
2
2
Terneuzen
3
26
29
3
3
3
3
Tholen
2
17
20
1
1
2
2
Veere
16
16
Vlissingen
14
14
2
2
1
1
Dialogic NEXT STEP
63
Bijlage 14 – Beschikbaarheidscijfers Zuid-Holland Beschikbaarheid glasvezel en kabel (aantal scholen) PO
Zuid-Holland
Glas/coax
86
Alblasserdam Albrandswaard Alphen aan den Rijn
VO
Geen glas/coax
2
Barendrecht
SO
Totaal PO
Geen glas/coax
Totaal VO
Geen glas/coax
Glas/coax
Glas/coax
Totaal SO
1097
1183
21
299
320
13
177
190
7
7
6
6
43
45
12
12
5
5
13
13
5
5
4
4
4
4
1
1
6
7
4
4
1
1
10
10
6
7
10
11
10
10
3
3
Binnenmaas
3
12
15
Bodegraven-Reeuwijk
2
15
17
Brielle
3
4
7
Capelle aan den IJssel
1
18
19
6
6
Delft
25
25
Dordrecht
36
36
9
9
29
30
4
4
Gorinchem
10
10
12
12
6
6
Gouda
21
21
12
12
10
10
1
2
1
1
Cromstrijen
Giessenlanden Goeree-Overflakkee
1
1
1
Hardinxveld-Giessendam
1
6
7
2
2
Hellevoetsluis
1
11
12
2
2
Hendrik-Ido-Ambacht
3
7
10
7
7
Hillegom
Dialogic NEXT STEP
1
1
1
1
65
Kaag en Braassem
13
13
1
1
Katwijk
24
24
5
5
Korendijk
2
2
8
8
1
2
8
8
Krimpen aan den IJssel
3
8
11
2
2
Krimpenerwaard
1
26
27
5
5
Lansingerland
2
22
24
3
4
7
Leerdam
12
12
2
2
Leiden
27
27
1
15
16
1
1
5
7
4
4
Leiderdorp
1
9
10
Leidschendam-Voorburg
1
18
19
Lisse
1
7
8
1
1
1
1
Maassluis
2
7
9
3
3
1
1
8
8
1
1
16
18
1
1
1
1
6
7
4
5
1
1
Midden-Delfland Molenwaard
2
Nieuwkoop
4
2
1
8
12
Nissewaard
30
30
Noordwijk
10
10
1
1
Noordwijkerhout
5
5
1
1
Oegstgeest
9
9
3
3
3
3
Oud-Beijerland
9
9
4
4
4
4
10
10
4
4
2
2
4
18
1
2
Papendrecht Pijnacker-Nootdorp
14
Ridderkerk
1
1
1
1
1
14
14
5
5
1
1
1
13
14
4
4
1
2
3
11
168
179
3
66
69
3
40
43
‘s Gravenhage
4
132
136
2
40
42
2
26
28
Schiedam
5
18
23
3
4
7
2
1
3
Rijswijk Rotterdam
66
Dialogic NEXT STEP
Sliedrecht
1
Strijen
5
6
4
4
2
2
3
3
Teylingen
1
13
14
2
2
2
2
Vlaardingen
5
15
20
6
6
2
2
Voorschoten
1
7
8
9
9
1
1
2
2
7
9
5
5
1
1
10
10
1
1
Waddinxveen Wassenaar
1
8
9
Westland
3
32
35
Westvoorne
6
6
Zederik
9
9
40
40
4
4
Zoetermeer Zoeterwoude
2
7
7
Zuidplas
2
13
15
2
2
Zwijndrecht
3
12
15
5
5
Dialogic NEXT STEP
67
Bijlage 15 – Spreiding provincies Om nog beter inzicht te krijgen in de spreiding van de niet verglaasde percelen, geven we in onderstaande tabel inzicht in de verdeling van niet-verglaasde scholen binnen de provincies in Nederland. Hiervoor gebruiken we dezelfde categorieën als eerder in het rapport zijn gebruikt. De groene percelen zijn verglaasd, de oranje en rode percelen zijn niet verglaasd maar liggen respectievelijk op 25 tot 500 meter en op meer dan 500 meter afstand van een bestaand netwerk. Met deze gegevens krijgt men bijvoorbeeld meer inzicht hoe de verdeling van de VO-scholen binnen de provincie Zuid-Holland is. In dit geval is 68% aangesloten, ligt 19% van de percelen tussen 25 en 500 meter en 13% op meer dan 500 meter van een bestaand glasvezelnetwerk. Verdeling binnen provincie PO VO
SO
Groen
Oranje
Rood
Groen
Oranje
Rood
Groen
Oranje
Rood
Drenthe
65%
17%
18%
80%
15%
5%
55%
20%
25%
Flevoland
68%
26%
6%
65%
24%
11%
38%
56%
6%
Friesland
28%
30%
42%
77%
13%
10%
48%
38%
14%
Gelderland
28%
39%
32%
65%
21%
14%
44%
42%
14%
Groningen
62%
11%
27%
87%
7%
6%
89%
8%
3%
Limburg
63%
23%
14%
81%
12%
7%
79%
13%
9%
Noord-Brabant
42%
31%
28%
73%
15%
12%
50%
32%
19%
Noord-Holland
30%
44%
26%
76%
14%
10%
47%
42%
11%
Overijssel
55%
21%
24%
79%
12%
9%
55%
25%
20%
Utrecht
31%
56%
13%
86%
12%
2%
43%
45%
12%
Zeeland
56%
21%
23%
80%
10%
10%
39%
39%
22%
Zuid-Holland
38%
43%
18%
83%
11%
6%
57%
36%
7%
Tabel 11: Verdeling scholen naar categorie en provincie
Dialogic NEXT STEP
69
Contact: Dialogic Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. +31 (0)30 215 05 80 Fax +31 (0)30 215 05 95 www.dialogic.nl