Inhoud Beroepsproduct 1 ................................................................................................................................... 2 Onderzoeksplan ...................................................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1 Inleiding .............................................................................................................................. 2 1.1 Formulering opdracht ................................................................................................................... 2 1.2 Context .......................................................................................................................................... 2 1.3 Onderzoeksvraag voor de verkenning .......................................................................................... 3 Hoofdstuk 2 Literatuurverkenning .......................................................................................................... 3 Hoofstuk 3 Methode ............................................................................................................................... 4 3.1 Respondenten ............................................................................................................................... 4 3.2 Dataverzameling en meetinstrumenten ....................................................................................... 4 3.3 Data-analyse ................................................................................................................................. 5 3.4 Tijdsplanning ................................................................................................................................. 5 Literatuurlijst....................................................................................................................................... 5 Bijlage 1: Tabel ‘’ ontwikkeling leidraad interview’’ (Donk & Lanen, 2013) ....................................... 5 Bijlage 2: Stappenplan voor het maken van een onderzoeksinstrument (interview) (Donk & Lanen, 2013) ................................................................................................................................................... 6 Bijlage 3: Stappenplan voor het maken van een onderzoeksinstrument (leerling enquête) ............. 7 Onderzoeksverslag .................................................................................................................................. 7 Hoofdstuk 1 Inleiding .............................................................................................................................. 7 1.4 Formulering opdracht ................................................................................................................... 7 1.5 Context .......................................................................................................................................... 8 1.6 Onderzoeksvraag voor de verkenning .......................................................................................... 8 Hoofdstuk 2 Literatuurverkenning ...................................................................................................... 9 Hoofdstuk 3 Methode ....................................................................................................................... 11 3.1 Respondenten ............................................................................................................................. 11 3.2 Dataverzameling en meetinstrumenten ..................................................................................... 11 3.3 Data-analyse ............................................................................................................................... 12 Hoofdstuk 4 Resultaten .................................................................................................................... 12 Hoofdstuk 5 Conclusie en discussie .................................................................................................. 13 De uitgetypte interviews................................................................................................................... 14 Interview met Charlotte, docente Duits ....................................................................................... 14 Interview met Corrie, docente Frans en Engels ............................................................................ 15
Interview met Sarah, docente Engels. .......................................................................................... 17 Leerling enquetes:............................................................................................................................. 18 Procesverslag ........................................................................................................................................ 46 Urenverantwoording: ....................................................................................................................... 48 Bibliografie ............................................................................................................................................ 49
Beroepsproduct 1 Onderzoeksplan Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Formulering opdracht Kennis van land en volk wordt onvoldoende vertegenwoordigd op middelbare scholen in Nederland. Van mijn opdrachtgever, de Hogeschool Utrecht, heb ik als taak gekregen een onderzoek hiernaar te verrichten. Kennis van land en volk zou een belangrijk onderdeel van taal- en cultuurvakken moeten zijn en in dit geval gaat het om Engels. Het Engels is een belangrijk omdat de universele taal is en je het zeker nodig hebt in de internationale wereld. Maar als Engels les gegeven wordt, zou de focus niet alleen op de taal moeten zijn maar ook op het cultuur van Engelstalige landen. Een taal behoort tot een cultuur en dat moet ook overgebracht worden op de leerlingen van middelbare scholen. Het kan zijn dat zij in de toekomst voor hun stage of beroep een Engelstalig land bezoeken en het is dan in hun belang dat ze van het cultuur afweten van het bezoekende land.
1.2 Context Ik loop stage op het Montessori College Twente in Hengelo, Overijssel. Zoals de naam het al zegt, het is een school gebaseerd op de visie van Maria Montessori. Het is een groeiende vitale school met een duidelijke visie op onderwijs. Uitgangspunt is de persoonlijke ontwikkeling van elke individuele leerling. De school is zo ingericht dat de leerling wordt aangezet tot leren/werken. De lesstof, opstelling en werkwijze van de onderwijsgevenden zijn herkenbaar voor de leerling. De leerling mag zijn eigen tempo, leerstof en verwerking bepalen. Daarbij is het belangrijk dat de leerling op zijn eigen keuzes reflecteert en zich bewust is van zowel succesvolle als minder succesvolle leermomenten. Het is vooral belangrijk om de leerling te leren het zelf te doen daarom wordt zelfstandigheid enorm bevorderd. Er bestaat vertrouwen tussen iedereen die bij het scholengemeenschap betrokken is.
1.3 Onderzoeksvraag voor de verkenning Ik ben erachter gekomen dat op het Montessori College kennis van land en volk onvoldoende voorkomt in de lesstof. Als het al wel voorkomt dan ligt de nadruk vooral op bezienswaardigheden, Engelstalige tv-programma’s en Engelstalige muziek. Er wordt niet diep ingegaan op de cultuur, daarmee bedoel ik dat de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) helemaal niet behandeld worden. Ik wil graag een verklarend onderzoek gaan doen. Mijn onderzoeksdoel is dus een verklaring proberen te vinden voor het ontbreken van essentiële kennis van een cultuur (omgangsvormen). Ik ben benieuwd hoe het komt dat er niet diep genoeg wordt ingegaan op de cultuur en dan met name waarom de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) van de Amerikaanse cultuur niet behandeld worden. Mijn onderzoeksvraag luidt: Hoe komt het dat op het Montessori College geen focus is op de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) van Amerika, aangezien dit een belangrijk onderdeel is van een cultuur? Mijn deelvragen hierbij zijn:
Hoe wordt de Engelse cultuur toch enigszins verwerkt in de lesstof? Als omgangsvormen (hedendaagse etiquette) wel voldoende werd onderwezen hoe zou dit dan de les/kennis kunnen verrijken en wat vinden de docenten/leerlingen hiervan? Hoe worden de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) onderwezen in andere taal vakken?
Hoofdstuk 2 Literatuurverkenning ‘’Praktijkonderzoek in de school’’ Hierin staat beschreven hoe ik aan de slag kan gaan met mijn onderzoek. Deze informatie zal ik gebruiken bij de opzet van mijn interviews, conclusies, planning, enz. (Donk & Lanen, 2013) ‘’levende talen’’ Ik wil dit magazine gebruiken om bruikbare artikelen over mijn onderwerp te vinden. Of bepaalde onderzoeken die zijn gedaan over kennis van land en volk. Op mijn stageschool is dit magazine aanwezig maar ik heb nog geen kans gehad om ernaar te kijken. Dat zal ik deze week doen. ‘’Vreemde talenonderwijs: een (inter)cultureel avontuur?’’ Onderzoeksrapport naar interculturele competentie bij vreemde talen in Nederland. Interculturele competentie wordt steeds belangrijker in Europa en het is onmisbaar in het moderne vreemdetalenonderwijs. In dit onderzoeksrapport zijn ook enquêtes verwerkt die aan docenten zijn gegeven over het belang van het onderwijzen van kennis van land en volk. Ik wil dit onderzoeksrapport gebruiken om te laten zien dat kennis van land en volk inderdaad onvoldoende wordt vertegenwoordigd en hoe hieraan wordt gewerkt in het Nederlands onderwijssysteem om het te verbeteren.
‘’A course in English language teaching’’ Ook hier wordt gesproken over het belang van interculturele competentie. ‘’It refers to a person’s ability to function in a cultural context that is not his or her own, to be aware of and respect the cultures of other people, and to behave in a way that will be acceptable to them. The content of teaching materials has a crucial role to play here.’’ (Ur, 2012) Het is tegenwoordig van belang dat studenten ook geleerd wordt om hoe zich staande te houden in andere culturen, dus die van de vreemde talen. Hierdoor weten ze wat acceptabel gedrag is als ze het land bezoeken maar zo kunnen ze ook gewoontes vergelijken met hun eigen cultuur en daaruit conclusies trekken. Het gebruik van de juiste les materialen kan dit bevorderen. ‘’Today in most institutions in non-English-speaking countries, the goal is the use of English as an international means of communication, and cultural knowledge of the native-speaking communities is therefore less important.’’ (Ur, 2012) De nadruk ligt dus vooral op het leren van de taal, het Engels, omdat het zo’n belangrijk instrument is als communicatiemiddel in de internationale wereld. Maar dat zou niet de enige reden moeten zijn om de taal te leren. ‘’Moderne vreemde talen in de onderbouw’’ Nogmaals wordt er gesproken over het interculturele bewustzijn van studenten. ‘’In allerlei contacten met doeltaalsprekers is het van belang de in de betreffende cultuur gangbare omgangsvormen te kennen en te kunnen hanteren. Het gaat immers in veel gevallen niet alleen om de vraag ‘wat zeg ik’ maar ook vooral om het gedrag daarbij.’’ (Staatsen, 2011) Bij het leren van een taal is het dus ook belangrijk om iets te leren over de gangbare omgangsvormen van de taalsprekers.
Hoofstuk 3 Methode 3.1 Respondenten Ik wil de school onderzoeken, dus de docenten en de leerlingen. Ik wil op zijn minst 2, 3 docenten Engels interviewen zodat ik een breed beeld zal krijgen om een antwoord te kunnen vormen op mijn onderzoeksvraag. Ik wil ook leerlingen bevragen door middel van een leerling enquête. Ik zal dit doen bij een 2 mavo/havo klas, die ik al een keer les heb gegeven over Thanksgiving (Amerikaanse feestdag).
3.2 Dataverzameling en meetinstrumenten Ik wil de docenten face to face interviewen. Niet tegelijkertijd, zodat niemand elkaar kan beïnvloeden en ik verschillende antwoorden kan krijgen. Ik zal van te voren een vragenlijst opstellen om die dan te gebruiken. Door interviewen krijg je gelijk antwoorden en die antwoorden wil ik gebruiken voor mij onderzoek. Ik kan ook gelijk reageren of extra vragen bedenken bij een interview. Als ik bijvoorbeeld een vragenlijst zou mailen dan zou dat niet mogelijk zijn. Ik wil ook leerlingen bevragen want hun mening is ook belangrijk. Is het interessant voor de leerlingen om kennis van land en volk te krijgen of juist niet? En hebben zij een voorkeur voor bepaalde Engelstalige landen of een voorkeur voor een methode
hoe dit in de les verwerkt kan worden? Ik wil graag vragen stellen hierover door middel van een enquête.
3.3 Data-analyse Ik wil de informatie van de docenten Engels naast elkaar leggen en met elkaar vergelijken. Zijn er veel overeenkomsten of juist meer verschillen? Ook zal ik de antwoorden van de leerling enquêtes met elkaar willen vergelijken en zo erachter willen komen of de behoeftes van de leerlingen overeenkomen met elkaar. Verder kan het zo zijn dat de meningen van de leerlingen overeenkomen met die van de docenten, dat zal ik dus ook met elkaar vergelijken.
3.4 Tijdsplanning Week 1: onderzoeksplan afronden, literatuuronderzoek Week 2: Literatuuronderzoek Week 3: beginnen met interviews en leerling enquêtes Week 4: interviews afronden, leerlingen enquêtes afronden, informatie verzamelen, met elkaar vergelijken en conclusies trekken. Week 5: Hoofdstuk 4 Resultaten & Hoofdstuk 5 Conclusie en discussie Week 6: werken aan procesverslag Week 7: afronden procesverslag
Literatuurlijst ‘’Praktijkonderzoek in de school’’ Van der Donk en van Lanen ‘’levende talen’’ ’Vreemde talenonderwijs: een (inter)cultureel avontuur?’’ Daniela Fasoglio en Jos Canton ‘’A course in English language teaching’’ Penny Ur ‘’Moderne vreemde talen in de onderbouw’’ Francis Staatssen
Bijlage 1: Tabel ‘’ ontwikkeling leidraad interview’’ (Donk & Lanen, 2013) Doel van het interview
Doel is om te weten te komen hoe docenten cultuur behandelen in hun lessen. Dus op wat voor manier ze dit behandelen in hun lessen en of zij dit belangrijk vinden. Vinden ze het ook bijvoorbeeld genoeg om uit het boek te onderwijzen over cultuur of doen zij zelf nog extra opdrachten die met
cultuur te maken hebben? Manier van vastlegging
Manier van vastlegging, verschilt per interview. Het interview met docente Engels, Sarah Donk is opgenomen. Het interview met docente Duits, Charlotte is op papier vastgelegd. Ook het interview met docente Frans en Engels, Corrie is op papier vastgelegd.
Anonimiteit en Docenten hebben vooraf afspraken gemaakt voor het interviewen. Zij geven terugkoppeling toestemming om hun gegevens te gebruiken. Terugkoppeling van van resultaten resultaten zal via de mail plaatsvinden.
Bijlage 2: Stappenplan voor het maken van een onderzoeksinstrument (interview) (Donk & Lanen, 2013) Doel van het interview
Kernbegrip
Na afloop Cultuur in de les van het interview heb ik data waaruit Bij onvoldoende blijkt hoe kennis docenten cultuur behandelen in hun lessen, hoe belangrijk zij dit vinden en of zij zelf nog extra opdrachten hierover geven.
Deelaspect
Vragen
behandeling
Hoe behandel jij cultuur van de betreffende taal in jouw lessen?
belang
Hoe belangrijk vind jij dit?
alternatief
Geef jij nog extra opdrachten over cultuur die niet uit het boek komen?
Bijlage 3: Stappenplan voor het maken van een onderzoeksinstrument (leerling enquête) Doel van de leerling enquête
Kernbegrip
Na afloop van Engelse cultuur het interview heb ik data waaruit blijkt of leerlingen vinden dat ze Bij onvoldoende veel informatie kennis over Engelse cultuur krijgen, over welke landen ze informatie krijgen, of ze dit belangrijk vinden en of kennis van Amerikaanse omgangsvormen de les kunnen verrijken of niet.
Deelaspect
Vragen
behandeling
Vind jij dat je veel informatie krijgt over de Engelse cultuur?
Specifieke landen
Over welke landen krijg jij informatie van het cultuur?
belang
Vind jij het belangrijk om cultuur te behandelen in de les? Zo ja, waarom?
Verrijking
Als jij meer informatie zou krijgen over het cultuur van bijvoorbeeld Amerika (omgangsvormen) wat zou jij hieraan wel/niet leuk vinden?
Onderzoeksverslag Hoofdstuk 1 Inleiding 1.4 Formulering opdracht Kennis van land en volk wordt onvoldoende vertegenwoordigd op middelbare scholen in Nederland. Van mijn opdrachtgever, de Hogeschool Utrecht, heb ik als taak gekregen een onderzoek hiernaar te verrichten. Kennis van land en volk zou
een belangrijk onderdeel van taal- en cultuurvakken moeten zijn en in dit geval gaat het om Engels. Het Engels is een belangrijk omdat de universele taal is en je het zeker nodig hebt in de internationale wereld. Maar als Engels les gegeven wordt, zou de focus niet alleen op de taal moeten zijn maar ook op het cultuur van Engelstalige landen. Een taal behoort tot een cultuur en dat moet ook overgebracht worden op de leerlingen van middelbare scholen. Het kan zijn dat zij in de toekomst voor hun stage of beroep een Engelstalig land bezoeken en het is dan in hun belang dat ze van het cultuur afweten van het bezoekende land.
1.5 Context Ik loop stage op het Montessori College Twente in Hengelo, Overijssel. Zoals de naam het al zegt, het is een school gebaseerd op de visie van Maria Montessori. Het is een groeiende vitale school met een duidelijke visie op onderwijs. Uitgangspunt is de persoonlijke ontwikkeling van elke individuele leerling. De school is zo ingericht dat de leerling wordt aangezet tot leren/werken. De lesstof, opstelling en werkwijze van de onderwijsgevenden zijn herkenbaar voor de leerling. De leerling mag zijn eigen tempo, leerstof en verwerking bepalen. Daarbij is het belangrijk dat de leerling op zijn eigen keuzes reflecteert en zich bewust is van zowel succesvolle als minder succesvolle leermomenten. Het is vooral belangrijk om de leerling te leren het zelf te doen daarom wordt zelfstandigheid enorm bevorderd. Er bestaat vertrouwen tussen iedereen die bij het scholengemeenschap betrokken is.
1.6 Onderzoeksvraag voor de verkenning Ik ben erachter gekomen dat op het Montessori College kennis van land en volk onvoldoende voorkomt in de lesstof. Als het al wel voorkomt dan ligt de nadruk vooral op bezienswaardigheden, Engelstalige tv-programma’s en Engelstalige muziek. Er wordt niet diep ingegaan op de cultuur, daarmee bedoel ik dat de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) helemaal niet behandeld worden. Ik wil graag een verklarend onderzoek gaan doen. Mijn onderzoeksdoel is dus een verklaring proberen te vinden voor het ontbreken van essentiële kennis van een cultuur (omgangsvormen). Ik ben benieuwd hoe het komt dat er niet diep genoeg wordt ingegaan op de cultuur en dan met name waarom de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) van de Amerikaanse cultuur niet behandeld worden. Mijn onderzoeksvraag luidt: Hoe komt het dat op het Montessori College geen focus is op de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) van Amerika, aangezien dit een belangrijk onderdeel is van een cultuur? Mijn deelvragen hierbij zijn:
Hoe wordt de Engelse cultuur toch enigszins verwerkt in de lesstof? Als omgangsvormen (hedendaagse etiquette) wel voldoende werd onderwezen hoe zou dit dan de les/kennis kunnen verrijken en wat vinden de docenten/leerlingen hiervan?
Hoe worden de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) onderwezen in andere taal vakken?
Hoofdstuk 2 Literatuurverkenning ‘’Praktijkonderzoek in de school’’ Hierin staat beschreven hoe ik aan de slag kan gaan met mijn onderzoek. Deze informatie heb ik gebruikt bij het opzet van mijn interviews (leidraad), conclusies, planning, enz. Ik heb dus het stappenplan voor het maken van een instrument gebruikt voor mijn interview en mijn leerling enquête. Verder heb ik ook een tabel door het boek kunnen ontwikkel voor het leidraad van mijn interview. (Donk & Lanen, 2013) ‘’levende talen’’ Ik wilde dit magazine gebruiken om bruikbare artikelen over mijn onderwerp te vinden. Of bepaalde onderzoeken die zijn gedaan over kennis van land en volk. Ik heb helaas op mijn stageschool, waar het magazine aanwezig was niks bruikbaars kunnen vinden. ‘’Vreemde talenonderwijs: een (inter)cultureel avontuur? ’’ Onderzoeksrapport naar interculturele competentie bij vreemde talen in Nederland. Interculturele competentie wordt steeds belangrijker in Europa en het is onmisbaar in het moderne vreemdetalenonderwijs. In dit onderzoeksrapport zijn ook enquêtes verwerkt die aan docenten zijn gegeven over het belang van het onderwijzen van kennis van land en volk. Ik wil dit onderzoeksrapport gebruiken om te laten zien dat kennis van land en volk inderdaad onvoldoende wordt vertegenwoordigd en hoe hieraan wordt gewerkt in het Nederlands onderwijssysteem om het te verbeteren. Interculturele competentie wordt steeds belangrijker in Europa en het is onmisbaar in het moderne vreemdetalenonderwijs, wordt er gezegd. Maar wat is nu interculturele competentie? Dat wil zeggen dat iemand kan functioneren in een culturele omgeving dat niet zijn eigen is, zich bewust zijn van de verschillen met zijn eigen cultuur, daarvoor respect te hebben en zich kunnen gedragen volgens de acceptabele normen en waarden van dat cultuur. ‘’ De meeste leraren moderne vreemde talen denken bij cultuur vooral aan literatuur en kunst als invulling bij hun vak; dat blijkt onder andere ook uit de resultaten van onze enquête. Dat is Cultuur met een hoofdletter. Bij het lesgeven in een vreemde taal is ook en vooral sprake van een andere cultuur en die gaat verder dan alleen literatuur en kunst.’’ (Fasoglio & Canton, 2009) Dit is dus ook wat het geval is bij Engels en andere taalvakken. De nadruk moet niet liggen op alleen literatuur en kunst maar ook op bijvoorbeeld omgangsvormen. Zo weet jij namelijk hoe jij je kan redden in dat cultuur als je ooit dat land bezoekt. Of als jij ooit gasten ontvangt uit dat land. ‘’ Enkele belangrijke bevindingen en aanbevelingen van dit project waren de volgende.
1. Nationale curricula besteden vooral aandacht aan de ontwikkeling van taalcompetenties en communicatieve vaardigheden, maar niet aan (inter)culturele competenties. ‘’ (Fasoglio & Canton, 2009) Eigenlijk valt Nederland ook hieronder. Ikzelf kan dit beamen. Op mijn middelbare school kreeg ik veel grammatica, vocabulaire en moesten veel boekverslagen maken. Ook werden er hier en daar mondelingen uitgevoerd voor Engels (en Duits). De nadruk lag dus toen inderdaad op de ontwikkeling van taalcompetenties en communicatieve vaardigheden maar er werd niet diep genoeg ingegaan op het cultuur van Engelstalige landen. Hierdoor had ik geen kennis van land en volk ontvangen over bijvoorbeeld Engeland of Amerika. ‘’Interculturele competentie toetsen? De vraag is door 27% van de docenten positief beantwoord.’’ (Fasoglio & Canton, 2009) Er worden ‘’kennistoetsen afgenomen over verschillende onderwerpen als kennis van land en volk of tradities en gewoontes als van vaardigheidstoetsen (56,25% van de antwoorden) die ook culturele elementen bevatten: dit kan een werkstuk, een presentatie of een verslag zijn, een rollenspel of een opdracht tijdens het taaldorp.’’ (Fasoglio & Canton, 2009) 27 % van de docenten is een kleine percentage. Kennis van land en volk wordt te weinig onderwezen en daardoor ook te weinig getoetst. Dat is dus ook wat blijkt uit de enquête die is gedaan in dit onderzoeksrapport naar interculturele competentie. ‘’ Wij denken dat er tegemoet gekomen zou moeten worden aan de gesignaleerde behoefte aan voorbeeldmateriaal en lesideeën, ook in de vorm van projecten. Dit zou docenten beter helpen visualiseren wat de bevordering van de interculturele competentie in de les inhoudt en hoe deze geïntegreerd kan worden in de les. Nu blijft het iets abstracts waarvoor geen tijd is in de les, terwijl bruikbare suggesties en materiaal dit idee zouden kunnen concretiseren.’’ (Fasoglio & Canton, 2009) Uit dit onderzoeksrapport is dus gebleken dat kennis van land en volk inderdaad onvoldoende vertegenwoordigd wordt in de lesstof. Docenten hebben niet genoeg voorbeeldmateriaal of les ideeën die culturele onderwerpen behandelen. Dit is dus ook het geval op het Montessori College. Er is geen tijd voor in de les, wordt vaak als argument gegeven en misschien moet daar ook iets aan gedaan worden. Een taal maakt onderdeel uit van een cultuur. Hiervoor moet tijd gemaakt worden en misschien minder belangrijke delen zoals woordjes stampen in je hoofd geschrapt worden van de planning. ‘’A course in English language teaching’’ Ook hier wordt gesproken over het belang van interculturele competentie. ‘’It refers to a person’s ability to function in a cultural context that is not his or her own, to be aware of and respect the cultures of other people, and to behave in a way that will be acceptable to them. The content of teaching materials has a crucial role to play here.’’ (Ur, 2012) U Het is tegenwoordig van belang dat studenten ook geleerd wordt om hoe zich staande te houden in andere culturen, dus die van de vreemde talen. Hierdoor weten ze wat acceptabel
gedrag is als ze het land bezoeken maar zo kunnen ze ook gewoontes vergelijken met hun eigen cultuur en daaruit conclusies trekken. Het gebruik van de juiste les materialen kan dit bevorderen. ‘’Today in most institutions in non-English-speaking countries, the goal is the use of English as an international means of communication, and cultural knowledge of the native-speaking communities is therefore less important.’’ (Ur, 2012) De nadruk ligt dus vooral op het leren van de taal, het Engels, omdat het zo’n belangrijk instrument is als communicatiemiddel in de internationale wereld. Maar dat zou niet de enige reden moeten zijn om de taal te leren. ‘’Moderne vreemde talen in de onderbouw’’ Nogmaals wordt er gesproken over het interculturele bewustzijn van studenten. ‘’In allerlei contacten met doeltaalsprekers is het van belang de in de betreffende cultuur gangbare omgangsvormen te kennen en te kunnen hanteren. Het gaat immers in veel gevallen niet alleen om de vraag ‘wat zeg ik’ maar ook vooral om het gedrag daarbij.’’ (Staatsen, 2011) Bij het leren van een taal is het dus ook belangrijk om iets te leren over de gangbare omgangsvormen van de taalsprekers. Ik heb ervoor gekozen om Amerika erbij te betrekken, omdat dit land het grootste Engelssprekende land is en dat moet toch wel behandeld worden in de les.
Hoofdstuk 3 Methode 3.1 Respondenten Ik heb vier verschillende docenten geïnterviewd. Alle vier de docenten waren vrouwelijke docenten. Sarah is docente Engels, Corrie is docente Frans en Engels, Nina is docente Frans en Charlotte is docente Duits. Ik heb ook bij een 2e klas mavo/havo (25 leerlingen) een leerling enquête afgenomen.
3.2 Dataverzameling en meetinstrumenten Het interview was een geschikte methode van data verzameling, omdat je zo contact kan maken met docenten. Deze docenten hebben al vele jaren ervaring en door face to face contact kan je alles vragen wat je nodig hebt voor je onderzoek. Mijn vraag had betrekking op het onderwijs en onderdeel van het onderwijs zijn docenten. Docenten zien hoe hun school in elkaar steekt en kunnen een goed beeld vormen over wat de leerlingen aantrekt en wat niet. Ook kunnen zij duidelijk toelichten aan anderen wat er nu precies gebeurt in hun klassen en met de leerlingen. De informatie die zij mij hebben gegeven was heel bruikbaar voor mijn onderzoeksvraag. Doordat ik deskundigen heb ondervraagd kan ik met zekerheid zeggen dat de gegevens die ik heb verzameld betrouwbaar zijn en validerend voor mijn onderzoek. In mijn tabel ‘’leidraad interview’’, zie bijlage 1, staan duidelijke afspraken over het interview. Mijn stappenplan van het interview, zie bijlage 2, staat duidelijk mijn doel, de kernbegrippen, etc. Hierdoor vorm ik voor mijzelf een helder beeld van het doel van mijn interviews. In het stappenplan voor de leerling enquête,
zie bijlage 3, staan de vragen geformuleerd en waarop ze betrekking hebben en wat ik ermee te weten willen komen.
3.3 Data-analyse Ik heb de data geanalyseerd door alles te verzamelen voor mijzelf en te zoeken naar overeenkomsten. Ik heb de interviews van de docenten naast elkaar gelegd en gekeken naar wat wel en wat niet overeenkomt met elkaar. Dus wat zeggen de Engelse docenten over mijn onderzoeksonderwerp en hoe kijken docenten van andere secties hier tegenop? De leerling enquêtes heb ik ook naast elkaar gezet en ik heb gezocht naar overeenkomsten en verschillen tussen de leerlingen.
Hoofdstuk 4 Resultaten De meeste docenten die ik heb geïnterviewd vinden toch dat het cultuur van de desbetreffende landen al genoeg aan bod komt. Voor meer lesstof erover komen ze tijd tekort. Opvallend is dat alle talen uitjes en tripjes organiseren behalve bij het vak Engels. De boeken van de nieuwe methode behandelen cultuur door middel van het kopje ‘’Countries and cultures’’. Dit is bij alle taal vakken het geval. Focus ligt meer op Engeland dan Amerika. Als bepaalde onderwerpen, zoals verkiezingen van Amerika in het nieuws zijn dan wordt er iets meer op ingegaan. De meeste docenten geven aan dat zij zich moeten houden aan deadlines en curricula dus zij kunnen weinig doen aan het feit dat kennis van land en volk onvoldoende wordt vertegenwoordigd in de lesstof. Er zijn verschillende projecten op school waardoor de leerlingen in contact komen met de culturen van desbetreffende talen. Ze moeten hiervoor het land bezoeken en reisgidsen, of andere opdrachten doen en daarover presentaties geven. 42 % Van de leerlingen vindt het belangrijk om ook te leren over de cultuur van de Engelstalige landen. 58 % Van de leerlingen vindt dat het niet onderdeel is van de les, omdat ze met de taal bezig zijn. 7,7 % Van de leerlingen vindt dat ze veel informatie krijgen over de Engelstalige cultuur. De rest van de leerlingen vindt van niet en meestal vinden ze dat ook niet van belang, want het gaat om de taal. 15 % Van de leerlingen zou graag informatie over de tradities en feestdagen van Amerika willen ontvangen als cultuur meer behandeld gaat worden in de les.
15 % Van de leerlingen zou het leuk en interessant vinden om meer over de Amerikaanse cultuur onderwezen te worden. 26 % Van de leerlingen zou het niet veel uitmaken of ze nou meer informatie krijgen over de Amerikaanse cultuur of niet. 19 % Van de leerlingen vindt dat cultuur informatie niet hoort bij het vak Engels maar bij aardrijkskunde. Bij aardrijkskunde ontvangen ze al veel informatie over Engelstalige landen, claimen ze. Redenen die gegeven worden voor het belang van cultuur onderwijzing:
Zo weet je hoe andere mensen leven en wat voor gewoontes ze hebben. Zo weet je hoe je moet communiceren in Engelstalige landen als je er op vakantie bent of er gaat wonen. Zo kom je meer te weten over andere landen.
Hoofdstuk 5 Conclusie en discussie Cultuur komt al genoeg aan bod volgens de meeste docenten die ik heb geïnterviewd. Hogeschool Utrecht claimt dat kennis van land en volk onvoldoende wordt vertegenwoordigd in middelbare scholen. De docenten zeggen toch iets anders. De docenten vertellen soms spontaan verhalen over de Engelstalige landen waar ze zijn geweest of als er een actueel nieuwsonderwerp is op dat moment dan gaan ze daar op in. Het vak Engels verplicht leerlingen niet om op excursie te gaan naar een Engelstalig land. Dit zou ze wel meer in contact kunnen brengen met de Engelstalige cultuur. Bij andere vakken zoals Frans en Duits, bestaan wel verplichte excursies. Leerlingen komen dan in directe contact met de Franse of Duitse cultuur. Zij moeten als ze daar op excursie zijn in contact komen met de plaatselijke bevolking. Zij moeten opdrachten maken en presentaties geven over de landen. Het is jammer dat dit niet bij Engels wordt gedaan, terwijl Engels de universele taal is. In de lesstof is er speciaal onderdeel toegewijd aan cultuur, genaamd ‘’Countries and cultures’’. Er komt dus wel cultuur in de lesstof voor over de belangrijkste Engelstalige landen, zoals Australië, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten maar er wordt niet diep op ingegaan. Dit is ook bevestigd door Engelse docente, Sarah. ‘’De leerlingen ontvangen kleine puntjes van informatie over de cultuur maar het wordt niet groots aangepakt.’’ Er wordt al helemaal niet ingegaan op de omgangsvormen (hedendaagse etiquette) van de Amerikaanse cultuur. Maar het is al opvallend dat er überhaupt niet diep wordt ingegaan op de Amerikaanse cultuur, dus omgangsvormen zullen zeker ontbreken in de lesstof. Ook over andere belangrijke Engelstalige landen, zoals Groot-Brittannië en Australië ontvangen de leerlingen geen informatie over de omgangsvormen terwijl dit een belangrijk aspect
is van een cultuur. Aangezien dit onderdeel is van de culturele competentie van de leerlingen, zoals eerder vermeld in de literatuurverkenning/literatuuronderzoek. Als leerlingen al wel cultuur informatie krijgen dan ligt de focus meer op Engeland. Dat is opvallend omdat Engeland maar een klein onderdeel is van de Engelstalige cultuurgebied. Een belangrijk punt waarom de Amerikaanse omgangsvormen (hedendaagse etiquette) ontbreekt in de lesstof is omdat er bijna geen tijd voor is. Docenten moeten zich houden aan deadlines en curricula. Ze kunnen zelf materiaal maken en behandelen in de les, maar niet een hele les omdat er simpelweg geen tijd voor is. Het is eigenlijk de taak van de school om curricula te veranderen zodat er meer tijd/ruimte hiervoor komt in de lesstof.
Wat opvallend is aan de leerlingen is dat slechts 7,7 % vindt dat zij veel informatie krijgen over de Engelstalige cultuur. Dit zegt veel over het ontbreken van kennis van land en volk in de lesstof. De leerlingen zijn het daarmee eigenlijk eens volgens mijn enquête. Daarentegen is de minderheid van leerlingen zich bewust van de culturele competentie die zij moeten hebben. Iets minder dan de helft vindt het ook daadwerkelijk belangrijk om cultuur onderwijs te krijgen van Engelstalige landen. Het wordt de leerlingen dus ook niet aangeleerd om dit belangrijk te vinden. Als leerlingen werd gevraagd over wat voor aspect ze meer informatie zouden willen krijgen van het Amerikaanse cultuur worden tradities en feestdagen genoemd. Het besef van het belang van kennis over Amerikaanse omgangsvormen ontbreekt dus bij de leerlingen. Hoewel ze aangeven dat het belangrijk is om af te weten van Engelstalige culturen, omdat je dan weet wat voor gewoontes deze mensen hebben. Het is duidelijk dat de leerlingen geen informatie krijgen over de Amerikaanse omgangsvormen (hedendaagse etiquette). Dit is geen onderdeel van de lesstof. Het ontbreekt en algemene kennis van de Amerikaanse ontbreekt eveneens. Dit ligt aan de curricula, die zijn vastgesteld en kunnen niet gewijzigd worden. Als docenten tijd hebben dan besteden ze wel tijd aan Engelstalige cultuur maar niet uitgebreid.
De uitgetypte interviews Interview met Charlotte, docente Duits
1. Hoe komt de Duitse cultuur aan bod in de les?
- in het werkboek 4h zijn diverse tekstjes over Duitsland en Zwitserland en Oostenrijk. ook over schrijvers uit deze landen. - in 4h houden de lln een presentatie over de Duitse deelstaten. - in 4h heb ik dit jaar een project over Duitstalige popmuziek gemaakt - in 5h een project over de DDR - als er 'Duitse dingen' actueel zijn (Tag der deutschen Einheit, verkiezingen e.d.) probeer ik daar tijd voor te maken in de lessen - Duitse filmpjes, news e.d laten zien. 2. Vind je dat leerlingen voldoende onderwezen worden over Duitse cultuur aspecten? Zo niet, wat moet meer aan bod komen? Ik doe al redelijk veel - voor nog meer heb ik de tijd niet. 3. Wat voor effect zou het hebben op de les, leerlingen als Duitse cultuur aspecten meer onderwezen werden? - Muziekproject: Ze vinden de Duitse muziek voor een deel leuk! Dus sympathie voor de cultuur = sympathie voor de taal - DDR Project: voor leerlingen herkenbaar in het vak geschiedenis - dus lln voelen dus dat ze niet op 'eilandjes' leren. - examenvoorbereiding - in het examen komen immers veel aspecten van de Duitse cultuur aan bod, dus verbetering van voorkennis voor examen.
Interview met Corrie, docente Frans en Engels
1. Hoe komt de Franse en Engelse cultuur aan bod in de les? In de les wordt altijd een regio behandeld en zo wordt er gesproken over de cultuur die in dat regio voorkomt. Verder worden er taaldorpen georganiseerd. De derde klas gaat op excursie naar Frankrijk, Parijs. Ze moeten voor een project, een Frans onderwerp bedenken en presenteren. Ze moeten hiervoor een reisgids maken en zo verdiepen zij zich in de cultuur. Ook wordt gevraagd aan ze om Franse zinnen te bedenken die andere leerlingen kunnen gebruiken in Frankrijk die zelf geen Frans hebben. Zo leren ze de belangrijkste vragen/zinnen van de taal. Ook worden er soms Franse films uitgezonden tijdens de lessen. Voor een praktische opdracht moeten de leerlingen ook een Franse presentatie geven over een cultuur onderdeel van Frankrijk, dus bijvoorbeeld over eetgewoontes, tradities, geloof, etc. Ik vind zelf dat bij Frans het makkelijker is om over cultuur les te geven dan bij Engels. Engels is zo breed en je hebt veel verschillende landen en de focus ligt inderdaad op Engeland. Terwijl Amerika veel groter en invloedrijker is. Er zijn geen verplichte trips voor Engels. De leerlingen kunnen voor het project GPO, Engeland kiezen als bestemming maar het is keuze. 2. Vind je dat leerlingen voldoende onderwezen worden over Franse en Engelse cultuur aspecten? Zo niet, wat moet meer aan bod komen? Er wordt door ons als Franse sectie veel gedaan maar hoe meer hoe beter! Wat bijvoorbeeld meer behandeld moet worden is een hele moeilijke vraag omdat niet elk onderdeel van een cultuur interessant is voor alle leerlingen. Wat de een leuk vindt, vindt de ander helemaal niks. Engels komt ook aan bod, maar de nadruk is meer op Engeland en dus helemaal niet op Amerika. De leerlingen krijgen niks over omgangsvormen van Amerika terwijl dat misschien wel een goed punt is. 3. Wat voor effect zou het hebben op de les, leerlingen als Franse en Engelse cultuur aspecten meer onderwezen werden? Hierdoor kunnen ze meer connecties vinden met de taal. Als ze alleen maar regels en grammatica moeten leren dan hebben ze geen connectie met de cultuur. Maar leren ze bijvoorbeeld over de meest voorkomende feestdagen of tradities dan kunnen ze dat vergelijken met de Nederlandse feestdagen en tradities. Zo doen ze
echt iets met de taal. Taal wordt gebruikt door echte mensen dus het is heel belangrijk om over de cultuur van die taal te onderwijzen. Interview met Sarah, docente Engels. 1. Hoe komt de Engelse cultuur aan bod in de les? Er wordt over bepaalde landen wat verteld. Dit staat dan vermeld in de sectie ‘’countries and cultures’’. Er wordt niet onderwezen over de Amerikaanse omgangsvormen. Er zijn wel bepaalde projectweken. Het kan zijn dat de leerlingen bijvoorbeeld wel informatie hebben gekregen over Amerika bij geschiedenis maar bij Engels zelf niet. Nadruk ligt meer op Engeland, niet op Amerika, Nieuw-Zeeland en andere Engelstalige landen. Misschien is dat zo omdat Engeland dichterbij is en daar de taal vandaan komt. We zitten dichterbij het Britse accent dan de Amerikaanse accent. Ook al wil de jeugd meer het Amerikaanse accent horen. Je zou kunnen samenwerken met geschiedenis als vak om bijvoorbeeld meer in te gaan op verkiezingen als die aan de gang zijn in Amerika. Bij het project GPO mogen ze Engeland kiezen maar het is niet verplicht. 2. Vind je dat leerlingen voldoende onderwezen worden over Engelse cultuur aspecten? Zo niet, wat moet meer aan bod komen? De leerlingen worden niet voldoende onderwezen hierover. Maar we moeten al zo veel. Het is wel leuk om zo’n onderwerp als Amerikaanse omgangsvormen aan te snijden. Ik doe dat door spontaan verhalen te vertellen. Bij de vorige methode stond het niet in het boek en dan nam ik de gelegenheid om zelf materiaal te maken. Bijvoorbeeld een opdracht over hoe een Engelse winkelcentrum eruit versus een Amerikaanse winkelcentrum. Wat is daar anders dan in Nederland? Maar de focus is inderdaad meer op Engeland, ik weet niet waarom dat zo is. We zouden in de sectie vergadering kunnen bespreken. Het rooster van dit jaar staat vrij vast maar misschien zouden waar iets mee kunnen doen voor volgend jaar. Ik heb het laatst uitgebreid over New York gehad in de tweede klas dus er zijn wel kleine puntjes van informatie die de leerlingen meekrijgen maar het wordt niet groots aangepakt. 3. Wat voor effect zou het hebben op de les, leerlingen als Engelse cultuur aspecten (Amerikaanse omgangsvormen) meer onderwezen werden? Iemand die naar een ander land gaat hoort zich sowieso te verdiepen in het cultuur van dat land. Maar op school kan dit ook behandeld worden. Het is interessant en
ontwikkeling op algemene kennis maar de kans is niet groot dat de leerlingen voor 2,3 maanden dat land bezoeken. Kennisverbreding is belangrijker. Amerika is heel groot en in elke staat zijn er andere omgangsvormen, dit leren de leerlingen ook wel uit films. Een Engelstalig Afrikaans land is weer totaal anders dan Amerika. Dus niet alleen stilstaan bij de omgangsvormen, normen en waarden, maar ook bij de geschiedenis en de belangrijkste steden.
Leerling enquetes:
Procesverslag 1. Inleiding en leervragen De aanleiding van dit beroepsproduct was een opdracht van de Hogeschool Utrecht. Kennis van land en volk wordt onvoldoende vertegenwoordigd op middelbare scholen in Nederland. Van mijn opdrachtgever, de Hogeschool Utrecht, heb ik als taak gekregen een onderzoek hiernaar te verrichten. Mijn leervragen die ik hierbij ontwikkeld had waren: Hoe komt het dat kennis van land en volk onvoldoende onderwezen wordt in het Nederlands onderwijs? Wat voor oplossing zou er kunnen komen om kennis van land en volk meer te onderwijzen? Ik wilde dus diep ingaan op de probleemstelling. Ik wilde graag verklaringen voor dit probleem zoeken. Aangezien taal onderdeel is van een cultuur, hoe komt het dan dat cultuur niet genoeg onderwezen wordt? Het is eigenlijk best logisch en de reden waarom het ontbreekt was ook logisch. Scholen hebben er niet genoeg tijd voor en docenten voelen de druk van deadlines, ze hebben niet genoeg ruimte of tijd om meer in te gaan op de cultuur. Ik heb geleerd door dit onderzoek om een plan van aanpak te ontwikkelen. Er is intensief literatuuronderzoek nodig om een juiste onderzoeksvraag te formuleren. Door het geven van de presentatie heb ik bruikbare feedback gekregen. Dat feedback heb ik later verwerkt en ik had meer vertrouwen in mijzelf gekregen. Ik heb gewerkt aan domein 6 (professionele docenten) uit de generieke kennisbasis. Ik heb aan dataverzameling gedaan en daarin verantwoording afgelegd, waarom juist die data mijn onderzoek gaat helpen. Ik heb ook gewerkt aan domein 7 (Nederlandse onderwijssysteem). We hebben van onze school, de Hogeschool Utrecht de opdracht gekregen om onderzoek te doen naar de huidige Nederlandse onderwijssysteem. Er is al vastgesteld dat kennis van land en volk onvoldoende wordt vertegenwoordigd in de lesstof en aan ons was de taak om hierop verder in te gaan door een onderzoeksvraag te formuleren. Dat heb ik dus gedaan.
2. Beantwoording leervragen Ik wou dus erachter komen hoe het komt dat kennis van land en volk ontbreekt. Ik wist dat kennis van land en volk wel een belangrijk onderdeel was van de taalontwikkeling van leerlingen maar niet in welke mate. Ik heb dus geleerd dat door leerlingen onvoldoende hierover te leren, zij niet veel meekrijgen van de cultuur. Terwijl cultuur wel belangrijk is, het is verbonden met de taal. Als de leerlingen hierover niet genoeg stof krijgen dan leren ze alleen de grammatica of regeltjes die erbij horen maar dat is natuurlijk niet genoeg.
Wat betreft oplossingen hiervoor, het is tegenwoordig wel een zichtbaar probleem. Steeds meer scholen zijn ermee bezig om dit te verbeteren. Er zijn bijvoorbeeld taaldorpen en daarmee komen de leerlingen echt in contact met de cultuur van de taal. Op mijn stageschool zijn er bijvoorbeeld taaldorpen voor Engels en Duits. De leerlingen moeten dan gesprekken voorbereiden en langs kraampjes lopen in een lokaal die volledig ‘Engels’ of ‘Duits’ in ingericht. Er is wel een kanttekening omdat de gesprekken niet gebaseerd zijn op authentiek materiaal. Dat is natuurlijk wel een nadeel. Al met al, heb ik geleerd waarom kennis van land en volk ontbreekt en heb ik gezocht naar manieren om dit te verklaren.
3. Projectmatig werken Ik heb in mijn onderzoeksplan een tijdsplanning gemaakt. Dat was deze planning: Week 1: onderzoeksplan afronden, literatuuronderzoek Week 2: Literatuuronderzoek Week 3: beginnen met interviews en leerling enquêtes Week 4: interviews afronden, leerlingen enquêtes afronden, informatie verzamelen, met elkaar vergelijken en conclusies trekken. Week 5: Hoofdstuk 4 Resultaten & Hoofdstuk 5 Conclusie en discussie Week 6: werken aan procesverslag Week 7: afronden procesverslag Ik heb mij merendeels aan deze planning kunnen houden. Ik was alleen in week 5 nog bezig met interviews en leerling enquêtes afnemen. In week 3 heb ik namelijk niet kunnen interviewen of enquêtes kunnen afnemen door de voorjaarsvakantie. Daardoor ben ik dus een week vertraging opgelopen. Ik ben ook pas in week 7 begonnen aan mijn werk die stond in week 5 en 6. Ik heb alles kunnen afronden in week 7 dus daar was ik blij mee. Meestal als ik een planning maak voor iets dan geeft mij dat geruststelling maar ik heb mij er nooit 100 % aan kunnen houden. Dat heb je soms ook zelf niet in de hand. Het belangrijkste is dat ik mijn verslag heb kunnen afronden. Projectmatig zal ik de volgende keer eerder willen beginnen met literatuurverkenning, dat neemt toch meer tijd in beslag dan je denkt. Het is ook meestal zo dat er genoeg literatuur is die goed is maar jij niet kan gebruiken voor jouw onderzoek. Dus hoe meer literatuur je vindt, hoe beter. Ik zal voor volgend jaar dus meer literatuur willen verkennen. Ik zal ook beter moet werken aan het ontwikkelen van onderzoeksvragen. Dat vind ik nog best pittig. Wij hebben wel heel efficient geleerd om in en uit te zoomen op vragen. Het blijft heel moeilijk om een juiste vraag te maken. De feedback ik dus ook had gehad was dat mijn vraag niet specifiek genoeg was. Daar heb ik aan gewerkt door in te zoomen.
4. Professioneel werken De samenwerking met de docent en studenten verliep heel goed. Wij hebben samen alles doorgenomen, alle punten die stonden in de reader. In het begin was het nog wennen voor mij omdat ik dit nooit eerder heb gedaan. De sessies die wij op school hadden waren in het begin nog moeilijk te volgen maar naarmate meer tijd verstreek werd het duidelijker. De communicatie tussen collega’s op mijn stageschool en mijn stagebegeleider verliep goed. Als ik vroeg of docenten tijd hadden voor interviews dan werd er niet moeilijk gedaan dus daar was ik blij om. Ze hadden genoeg tijd en waren bereid om mij te helpen.
5. Onderzoeksmatig werken Ik heb ontzettend veel geleerd door het verrichtten van deze twee onderzoekjes. Ik zal de volgende keer meer literatuur onderzoeken en ook eerder zodat ik nog sterkere argumenten kan hebben voor mijn onderzoek. Ik zal proberen mijzelf aan de planning te houden. De beoordeling op mijn plan van aanpak was positief dus daar was ik wel blij mee. Ik heb dan ook een GO gekregen en ik was gerustgesteld dat ik verder kon werken. Er is ons verteld dat volgend jaar de beroepsproducten veel uitgebreider zullen zijn. Ik heb nu gezien dat het veel werk, tijd en moeite kost om onderzoek te verrichten. Je hebt de juiste middelen nodig en daarbij was het boek, projectonderzoek in de school, een zeer bruikbaar middel. Daarin heb ik geleerd hoe ik een stappenplan moet maken voor het ontwikkelen van een onderzoeksinstrument en leidraad interview. Dat weet ik dan ook alvast voor volgend jaar bij beroepsproduct 2. Verder ben je ook afhankelijk van de interviews en eventuele enquêtes. Ik heb geluk gehad dat de docenten tijd voor mij hadden maar het kan ook zijn dat docenten geen tijd hiervoor hebben als je kort van tevoren pas afspraken maakt. Dus voor volgend jaar zal ik ook eerder afspraken met docenten.
Urenverantwoording: Ik ben bij alle lessen van Beroepsproduct 1 in periode B aanwezig geweest. Hiervan heeft mijn begeleider, Sally Ribnick, een aanwezigheidslijst met ondertekening. Dat waren in totaal 64 contacturen. Verder zijn er in periode C ook twee bijeenkomsten geweest. In het begin een bijeenkomst waarin in plan van aanpak heb gepresenteerd en halverwege, waarbij Shirin Salam en ik als enige twee aanwezig waren. Dat waren in totaal 3 contacturen. Verder heb ik volgens mijn eigen planning 70 uur gemaakt.
Bibliografie Donk, C. v., & Lanen, B. v. (2013). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Fasoglio, D., & Canton, J. (2009). file:///C:/Users/Gebruiker/Downloads/Vreemdetalenonderwijs.pdf. Opgehaald van Vreemdetalenonderwijs: file:///C:/Users/Gebruiker/Downloads/Vreemdetalenonderwijs.pdf Staatsen, F. (2011). Moderne vreemde talen in de onderbouw. Bussum: Coutinho. Ur, P. (2012). A course in English language teaching. Cambridge: Cambridge University Press.