INTERN CENTRUMREGLEMENT Het intern centrumreglement is een aanvulling, specifiek voor het HBO5 Antwerpen, bij het ‘Algemeen centrumreglement Volwassenenonderwijs, Stedelijk Onderwijs Antwerpen’. 1. Inschrijvingen (aanvullend op hoofdstuk 2 van het ‘Algemeen centrumreglement Volwassenenonderwijs’) Je bent ingeschreven als regelmatig cursist wanneer: - je het volledige inschrijvingsgeld betaald hebt; - je administratief dossier in orde is; - je jezelf akkoord hebt verklaard met het centrumreglement en agogisch project van het centrum; - je regelmatig participeert aan de vorming (aanwezigheden tijdens de contactmomenten, opdrachten, taken, beroepspraktijk, …) zoals beschreven in het evaluatiecontract. 2. Financieel De betalingsmogelijkheden zijn: - cash - via bancontact - met opleidingscheques - attest van vrijstelling van inschrijvingsgeld Cursisten die niet in de mogelijkheid zijn om het volledige inschrijvingsgeld bij aanvang te betalen, kunnen in aanmerking komen voor een afbetalingsplan. Hiertoe schrijft de cursist bij inschrijving een brief aan de directeur van het centrum met vermelding van de reden voor aanvraag van een afbetalingsplan. De cursist betaalt steeds een minimumbedrag, namelijk ½ van het totale inschrijvingsgeld, vooraleer het afbetalingsplan in werking kan treden. De afbetaling gebeurt in 3 termijnen: ½ van het inschrijvingsgeld wordt onmiddellijk betaald, daarna volgen nog 2 termijnen waar telkens ¼ van het inschrijvingsgeld wordt afbetaald. De uiterste datum van goedkeuring van het afbetalingsplan is de verstrijkingsdatum van 1/3 van de lestijden. 3. Toelatingsproef Opleidingen hoger beroepsonderwijs: (Uittreksel uit het decreet betreffende het volwassenenonderwijs, 15 juni 2007, art. 34) Art. 34. § 1. Om als cursist toegelaten te worden tot een opleiding van het hoger beroepsonderwijs, moet de cursist voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht. Daarenboven moet de cursist beschikken over een van de volgende studiebewijzen : 1° een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, dat minstens drie jaar behaald is; 2° een diploma van het secundair onderwijs; 3° een certificaat van een opleiding van het secundair onderwijs voor sociale promotie van minimum 900 lestijden; 4° een certificaat van een opleiding van het secundair volwassenenonderwijs van minimum 900 lestijden; 4°bis een certificaat van het hoger beroepsonderwijs;
1
5° een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie; 6° een diploma van het hoger beroepsonderwijs; 7° een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; 8° een diploma van bachelor of master; 9° een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst wordt erkend als gelijkwaardig met een van de voorgaande diploma's. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het centrumbestuur personen die in een land buiten de Europese Unie een diploma of een getuigschrift hebben behaald dat toelating geeft tot het hoger onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een opleiding hoger beroepsonderwijs. De volwassen cursist (minimum 18 jaar) die niet voldoet aan de bovenvermelde toelatingsvoorwaarden, kan toch een opleiding hoger beroepsonderwijs starten op voorwaarde dat hij slaagt in een toelatingsproef. De toelatingsproef wordt uiterlijk de vijfde dag voor het einde van de inschrijvingsperiode georganiseerd en gaat na of de cursist over de nodige kennis en vaardigheden beschikt die vereist zijn om de opleiding in kwestie aan te vangen. De toelatingsproef wordt georganiseerd door de opleidingscoördinator. De proef bestaat minimaal uit een schriftelijk (computer) deel. Mogelijks wordt deze nog aangevuld met een mondeling gedeelte. Een geslaagde toelatingsproef voor een HBO5-opleiding geeft je het recht om je in te schrijven voor elke HBO5-opleiding die door het HBO5 Antwerpen wordt georganiseerd binnen hetzelfde studiegebied. Deze proef is niet overdraagbaar naar andere centra. Specifieke lerarenopleiding: (Uittreksel uit het decreet betreffende het volwassenenonderwijs, 15 juni 2007, art. 34bis) Art. 34bis. § 1. Om als cursist toegelaten te worden tot een specifieke lerarenopleiding, moet de cursist voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht. Daarenboven moet de cursist beschikken over een van de volgende studiebewijzen : 1° een diploma van het secundair onderwijs; 2° een diploma van het hoger onderwijs; 3° een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst wordt erkend als gelijkwaardig met een van de voorgaande diploma's. Bij ontstentenis van een dergelijke erkenning kan het centrumbestuur personen, die in een land buiten de Europese Unie een diploma of getuigschrift hebben behaald dat toelating geeft tot het hoger onderwijs in dat land, toelaten tot de inschrijving voor een specifieke lerarenopleiding. De volwassen (minimum 18jaar) cursist die niet beschikt over een diploma secundair onderwijs: - moet een door de Vlaamse Regering vastgelegd brugprogramma volgen, - of kan toegelaten worden tot de opleiding op basis van een toelatingsproef die nagaat of de cursist over voldoende kennis en vaardigheden beschikt die vereist zijn om de specifieke lerarenopleiding te volgen. De toelatingsproef wordt uiterlijk de vijfde dag voor het einde van de inschrijvingsperiode georganiseerd en gaat na of de cursist over de nodige kennis en vaardigheden beschikt die vereist zijn om de specifieke lerarenopleiding te volgen. De toelatingsproef wordt georganiseerd door de opleidingscoördinator. De proef bestaat minimaal uit een schriftelijk (computer) deel. Mogelijks wordt deze nog aangevuld met een mondeling gedeelte.
2
4. Gewettigde afwezigheid Een cursist is gewettigd afwezig mits - voorlegging van een medisch attest door een arts; - voorlegging van een officieel document tot staving van de afwezigheid wegens het bijwonen van een familieraad, een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van een persoon die onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant; oproeping of dagvaarding voor een rechtbank; onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van het centrum door overmacht; - het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de Grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de cursist; - voorlegging van een attest van de werkgever; - verplichtingen inzake inburgering gestaafd door een attest van het onthaalbureau. De cursist bezorgt zelf de bewijsstukken ter staving van de gewettigde afwezigheid aan het secretariaat. 5. Kinderbijslag na de leerplicht Het volgen van een lessenpakket van minimum 13 lesuren per week op jaarbasis of van minstens 27 studiepunten op jaarbasis geeft recht op kinderbijslag. Na het ondertekenen van een intentieverklaring voor het volgen van minimum 13 uren les per week op jaarbasis ontvangt de cursist een attest voor kinderbijslag. 6. Betaald educatief verlof Het volgen van een opleiding biedt werknemers uit de privé-sector de mogelijkheid om betaald educatief verlof te nemen, d.i. het recht om op het werk afwezig te blijven ter compensatie voor het volgen van de opleiding. Wanneer je educatief verlof wenst te nemen, dien je er zelf voor te zorgen dat elke aan- en afwezigheid nauwkeurig wordt opgetekend (ook bij eventueel te laat komen). De registratie van de aan- en afwezigheden blijft altijd de verantwoordelijkheid van de cursist. Fouten of vergetelheden kunnen zo onmiddellijk rechtgezet worden, wat achteraf niet meer mogelijk is. Alle bewijsstukken ter wettiging van de afwezigheid dien je tijdig en vóór einde module in te leveren op het secretariaat. Na het beëindigen van de module worden er geen wettigingen van afwezigheden meer aanvaard. Elke drie maanden te beginnen bij de start van je module ontvang je een attest van nauwgezetheid. 7. Beroepspraktijk / stage Het uitoefenen van beroepspraktijk in het werkveld (stage), relevant voor de betreffende opleiding, gedurende de volledige opleiding is inherent aan een opleiding hoger beroepsonderwijs of de specifieke lerarenopleiding. Wanneer er geen beroepspraktijk gedaan wordt, kan de betrokken cursist niet slagen. Het aantal uren, de periodes en de voorwaarden waaraan beroepspraktijkplaatsen moeten voldoen, worden geconcretiseerd in de beroepspraktijkovereenkomst en het evaluatiecontract van de betrokken modules. 8. Gedragsregels -
Je mag niet eten en drinken in de klaslokalen. Eten en drinken kan enkel op de daarvoor voorziene plaatsen. Om (ped)agogische redenen kan gevraagd worden dat je je neutraal (levensbeschouwelijk en politiek) op stelt.
3
-
Er kan door een cursist geen les gevolgd worden wanneer deze onder invloed is van alcohol of drugs. Didactisch materiaal kan niet ontleend worden door cursisten. Cursisten die met de fiets naar school komen, plaatsen hun fiets op de daarvoor voorziene plaatsen. Cursisten dienen bij het uitvoeren van praktijk het werkhuisreglement na te leven.
9. Computerlokalen -
-
Cursisten worden enkel in een computerlokaal toegelaten onder de verantwoordelijkheid van een docent. Afspraken open leercentrum: o voor correct gebruik van de apparaten dienen de gebruiksaanwijzingen doorgenomen te worden o de ICT-apparatuur staat uitsluitend ter beschikking voor pedagogisch-didactische doelen Het centrum staat pedagogisch-didactisch achter het principe van de digitale leeromgeving waardoor printen niet noodzakelijk is.
10. Digitale leeromgeving -
Alle cursisten dienen zich te registreren op de digitale leeromgeving, tijdens de eerste lesweek. Ze schrijven zich in op de secretariaatssite van de opleiding en alle cursussites van de modules die ze volgen. Er wordt verwacht dat ze dit medium gebruiken om op de hoogte te blijven van alle gebeurtenissen in het centrum en de module(s) waarvoor men is ingeschreven (o.a. afwezigheid lector, wijziging uurrooster, …).
11. Zorgbeleid Al de procedures i.v.m. zorgbeleid verlopen via de zorgcoördinator. Er kan steeds een afspraak gemaakt worden, hetzij persoonlijk, hetzij via mail. De contactgegevens zijn terug te vinden op het ad valvas bord. 11.1. Leerstoornissen Bij inschrijving in het centrum kan de cursist een officieel attest waaruit een bepaalde leerstoornis blijkt, bij de zorgcoördinator binnenbrengen (bijv. bewijs van dyslexie). In overleg met de zorgcoördinator wordt een voorstel uitgewerkt om aan deze problematiek tegemoet te komen. De zorgcoördinator communiceert de afspraken aan de betrokken lectoren. 11.2. Trajectbegeleiding Indien afwijkingen van het traject gewenst of vereist zijn, kan de zorgcoördinator geconsulteerd worden voor begeleiding.
4
12. Taal Indien je anderstalig bent, verwachten wij een minimumniveau Nederlands van 2.4 om te kunnen starten met de opleiding. Dit niveau dient bewezen te worden met een attest of de resultaten van een niveaubepalingsproef. 13. Klachtenprocedure (aanvullend op hoofdstuk 8 van het ‘Algemeen centrumreglement Volwassenenonderwijs’) Indien je vindt dat een beslissing van het centrum niet voldoet aan de voorwaarden van behoorlijk bestuur, kan je in eerste instantie terecht bij de opleidingscoördinator. Als het antwoord niet voldoet, kan je terecht bij de ombudsmedewerker binnen het centrum. U kan de contactgegevens van de ombudsmedewerker opvragen bij de opleidingscoördinator. Om zijn taak naar behoren te vervullen heeft de ombudsmedewerker recht op alle informatie en recht op inzage in alle documenten. Hij heeft discretieplicht. De ombudsmedewerker bemiddelt bij geschillen die verband houden met: - overtredingen van het evaluatiereglement - overtredingen van het centrumreglement - gedragingen die als onbillijk en/of onredelijk ervaren worden. Wanneer een normaal verloop van de evaluaties in het gedrang komt door ernstige onregelmatigheden of door conflicten tussen evaluator(en) en cursist(en), brengen de betrokkenen in eerste instantie de opleidingscoördinator, pas dan de ombudsmedewerker en/of de directie op de hoogte. De directeur of zijn afgevaardigde neemt, na een eventuele bemiddeling door de ombudsmedewerker, de nodige maatregelen om een correct verloop van de evaluaties te waarborgen. De ombudsmedewerker ontvangt, onderzoekt en behandelt de klachten en tracht een oplossing te bereiken in het belang van alle partijen. Indien door bemiddeling geen oplossing mogelijk is, legt hij de klacht voor aan de directie. De ombudsmedewerker kan daarbij een advies geven, maar de beslissing ligt bij de directie. Indien het antwoord niet voldoet, kan je verdere stappen ondernemen zoals beschreven in hoofdstuk 8, Algemeen centrumreglement Volwassenenonderwijs. 14. Vrijstellingen Op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) of eerder verworven competenties (EVC) kan vrijstelling van modules worden verleend. Een EVK is een studiebewijs dat aangeeft dat je een formeel leertraject met positief gevolg hebt doorlopen. Je hebt een creditbewijs, studiebewijs, getuigschrift, … ontvangen. Er is slechts sprake van een kwalificatie wanneer bij het leertraject de doelen op voorhand vastliggen én deze uiteindelijk ook worden geëvalueerd. Je moet dus een examen hebben afgelegd dat uitmondde in een formeel attest. Een bewijs van deelname aan een vorming of opleiding is bijgevolg geen kwalificatie. De procedure voor aanvraag vind je terug op de website. EVC’s zijn de reële en individuele mogelijkheden om eerder / elders verworven kennis, vaardigheden en attitudes (competenties) in het handelen aan te wenden. Op basis van een voldoende gemotiveerd dossier waarin de relevante (beroeps)ervaring wordt aangetoond, kan een vrijstelling aangevraagd worden. De directeur keurt EVC’s goed. De procedure zal terug te vinden zijn op de website.
5
EVALUATIEREGLEMENT Feiten en context Elke cursist in de stedelijke centra voor volwassenenonderwijs ontvangt een evaluatiereglement. De wetgever stelt dat het bestuur, in dit geval het AG Stedelijk Onderwijs, het reglement moet goedkeuren. Juridische grond Artikel 39 van het decreet van 15 juli 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs stelt dat het centrumbestuur het evaluatiereglement bepaalt. Evaluatiereglement 1.
Algemene bepalingen a.
Toepassingsgebied
Dit evaluatiereglement is van toepassing op alle evaluaties van de modulaire opleidingen in het Hoger Beroepsonderwijs en de Specifieke Lerarenopleiding van de stedelijke centra voor volwassenenonderwijs. Alle lectoren dienen de evaluatie in te richten conform dit reglement en de heersende visie van het stedelijk volwassenenonderwijs. De cursist verklaart zich akkoord met het pedagogisch project van het centrum bij inschrijving. b.
Bekendmaking $
2.
Het evaluatiereglement wordt op de website ter beschikking gesteld. steeds een exemplaar op het cursistensecretariaat opgevraagd worden.
Er kan
De evaluaties a.
Evaluatievoorwaarden $ $
b.
Alleen de regelmatig ingeschreven cursist kan aan de evaluaties deelnemen De eerste evaluatieperiode sluit aan bij de module. De tweede evaluatieperiode wordt georganiseerd aansluitend op de eerste evaluatieperiode binnen een redelijke termijn. De examencommissie van het centrum bepaalt deze termijn.
Evaluatievorm $ $ $
Een evaluatie kan georganiseerd worden in de vorm van een permanente en/of in de vorm van een afsluitende evaluatie. Elke evaluatie bestaat uit een beoordeling van de competenties, vaardigheden en attitudes van de cursist. Vormen zijn: $ toetsen/testen $ taken/opdrachten $ vaardigheidstoetsen
6
$
$ attitude-interview $ stage/beroepspraktijken $ ... De mogelijkheden van evaluatie zijn: $ schriftelijk $ mondeling $ intern/extern assessment $ een combinatie van voorgaande
De evaluatiemodaliteiten van de eerste en de tweede evaluatieperiode van de module worden schriftelijk aan de cursist meegedeeld door de lector uiterlijk binnen de drie weken na de start van de module. c.
Tijdsvakken waarbinnen de evaluaties afgenomen worden. $
$
$
d.
Een evaluatieperiode wordt afgesloten na de proclamatie. Tussen de beraadslaging van de evaluatiecommissie en proclamatie kunnen noch evaluaties gebeuren noch evaluatiestukken worden afgegeven. M.u.v. de permanente evaluatie, worden de evaluatietijdstippen bij aanvang van een module door de lector bekendgemaakt. De cursist moet zich voor alle evaluaties aanmelden op de vastgestelde en bekendgemaakte tijdstippen en plaatsen. De cursist kan uitsluitend tijdens de vastgestelde evaluatieperiodes mondelinge en/of schriftelijke evaluaties en/of praktische proeven afleggen De lector is verantwoordelijk voor het ontvangen van de evaluaties en de cursist handtekent als bewijs van afgifte. Iedere cursist is verantwoordelijk voor zijn evaluatie, ook bij een groepswerk.
Procedure bij gewettigde afwezigheid bij evaluatie $
Een afwezigheid moet voor aanvang van de evaluatie gemeld worden aan het secretariaat. De wettiging wordt door de cursist binnen de 72 uur aan het secretariaat bezorgd. Bij gebreke hieraan wordt de cursist als ongewettigd afwezig beschouwd. Bij ziekte of andere geldige redenen kan een cursist verzoeken om tussentijdse beoordelingen en/of eindevaluaties geheel of gedeeltelijk uit te stellen. Een verzoek tot uitstel van tussentijdse beoordelingen wordt besproken met de lesgever, die hierin een gemotiveerde eindbeslissing neemt. Een verzoek tot uitstel van de eindevaluatie dient schriftelijk te gebeuren. Dit geschrift, vergezeld van een officieel bewijs, dient uiterlijk 2 weken voor het begin van de eindevaluaties aan het centrum bezorgd te worden. De directie van het centrum neemt een gemotiveerde eindbeslissing. In geval van ziekte net voor of tijdens de eindevaluaties geldt als uiterste meldingsdatum de laatste evaluatiedag.
$
Per ingeschreven module kan je maximum aan twee evaluatiemomenten deelnemen.
7
e.
Samenstelling van de evaluatiecommissie De evaluatiecommissie is als volgt samengesteld: $ de voorzitter van de evaluatiecommissie $ de directeur van het centrum of zijn afgevaardigde $ de lectoren van de betrokken opleiding van het centrum $ eventueel de zorgcoördinator of ombudsmedewerker $ eventueel externe of interne juryleden $ de secretaris van de evaluatiecommissie
f.
Wijze van beraadslaging en bekendmaking van de resultaten De evaluatiecommissie beslist op basis van de evaluatieresultaten per cursist over het slagen of niet slagen. $ $
$
De commissie verklaart een cursist: Geslaagd: indien hij 50% behaalt voor het totaal van de module binnen de gevolgde opleiding. Een cursist kan maar als geslaagd beschouwd worden indien aan alle criteria voldaan zijn. De lector maakt hiervan een proces verbaal op per cursist. Niet geslaagd: de cursist wordt doorverwezen naar de 2de evaluatieperiode indien de organisatie van het centrum dit toestaat.
g.
Studiebekrachtiging Binnen 7 kalenderdagen na afsluiten van de beraadslaging van de evaluatiecommissie, wordt de cursist via de proclamatie en/of ad valvas, op de hoogte gebracht van zijn resultaat.
h.
Feedbackmoment $ Aan het eind van elke evaluatieperiode wordt een officieel feedbackmoment ingericht $ Feedback is een individueel recht en gebeurt onder toezicht van de lector $ Na het officiële feedbackmoment is geen inzage in de afgelegde evaluaties nog mogelijk. Enkel in geval van overmacht of mits gegrond geachte reden, kan de directeur of zijn afgevaardigde in overleg met de lector hierop een afwijking toestaan.
3.
Voorwaarden waaronder in het Hoger Beroepsonderwijs en de Specifieke Lerarenopleiding een 2de evaluatieperiode georganiseerd wordt. Indien een tweede evaluatieperiode voor de module voorzien is, wordt de cursist die niet geslaagd is, hiernaar doorverwezen.
4.
Onregelmatigheden $ Onregelmatigheden zoals plagiaat, spieken, poging tot fraude, worden gesanctioneerd. $ Als een onregelmatigheid wordt vastgesteld, start de volgende procedure: $ diegene die de onregelmatigheid vaststelt, maakt een feitenverslag en stuurt het door naar de opleidingscoördinator $ de opleidingscoördinator nodigt de betrokken cursist(en) uit voor een gesprek $ de evaluatiecommissie neemt een gemotiveerde beslissing
8
5.
Beroepsprocedure beslissingen evaluatiecommissie a. Conflicten evaluaties $ De cursist heeft het recht op een beroepsprocedure indien hij niet akkoord is met de resultaten van de evaluaties. $ Ten laatste op de derde werkdag na het officiële feedbackmoment vraagt de cursist schriftelijk een persoonlijk gesprek met de voorzitter van de evaluatiecommissie of zijn afgevaardigde met de vermelding een beroepsprocedure te willen starten. $ Dit gesprek kan ertoe leiden dat $ de voorzitter of zijn afgevaardigde de cursist kan overtuigen dat de genomen eindbeslissing gegrond is. Er is geen betwisting meer. $ de voorzitter of zijn afgevaardigde van oordeel is dat de redenen, die de cursist aandraagt, een nieuwe overweging waard zijn. In dit geval wordt de evaluatiecommissie zo snel mogelijk terug samengeroepen om een nieuwe eindbeslissing te nemen. Deze nieuwe beslissing wordt aan de cursist schriftelijk meegedeeld. Afhankelijk van de nieuwe beslissing blijft de betwisting bestaan of valt ze weg. $ de voorzitter of zijn afgevaardigde is van mening dat de aangebrachte elementen geen nieuwe bijeenkomst van de evaluatiecommissie rechtvaardigden. De cursist is het daar niet mee eens en de betwisting blijft dus bestaan. $ Als de betwisting blijft bestaan, na het persoonlijk gesprek of na de nieuwe beslissing van de evaluatiecommissie, kan de cursist beroep instellen bij de beroepscommissie. Het beroep moet ingesteld worden ten laatste drie werkdagen, nadat is gebleken dat de betwisting is blijven bestaan. Beroep aantekenen gebeurt per brief en is gericht aan: Het Stedelijk Onderwijs voorzitter van de beroepscommissie Lange Gasthuisstraat 15 2000 Antwerpen Op basis van de elementen uit het formulier of de brief en het dossier van de school onderzoekt de beroepscommissie het beroep en adviseert zij het directiecomité van het Stedelijk Onderwijs. Het directiecomité neemt één van de volgende beslissingen: de evaluatiecommissie niet opnieuw te laten samenkomen de evaluatiecommissie wel opnieuw te laten samenkomen Deze beslissing wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de cursist (of zijn ouders) meegedeeld. Als de evaluatiecommissie van het centrum opnieuw moet samenkomen, gebeurt dit zo snel mogelijk. Het centrum brengt de cursist schriftelijk op de hoogte van de nieuwe beslissing.
9