Intentieverklaring kandidaat-voorzitter Bruno Tobback en kandidaat-ondervoorzitter Inga Verhaert 13 maart 2015
Toekomstpartij Onze partij heeft meer dan twintig jaar mee bestuurd op zowat alle niveaus in dit land. In die twintig jaar hebben we hard gewerkt. We hebben vaak boven ons gewicht gebokst, vaak alleen gestaan in regeringen waarin we moesten knokken om ons standpunt te verdedigen. En op verschillende momenten hebben we ook moeilijke keuzes moeten maken en uitleggen. Onze lijst met verwezenlijkingen en vernieuwingen is lang: de maximumfactuur in de gezondheidszorg, welvaartsaanpassingen voor de pensioenen, dalende energieprijzen, dienstencheques, investeringen in verkeersveiligheid, in huisvesting en in openbare diensten zoals onderwijs en openbaar vervoer. Het zijn maar enkele van de domeinen waarin we als socialisten het verschil hebben gemaakt. We hebben thema’s zoals de koppeling van uitkeringen aan de armoedegrens, de uitstap uit de kernenergie, de aanpak van belastingfraude en de betaalbaarheid van onze pensioenen niet alleen op de politieke agenda gezet, we hebben er ook oplossingen voor doorgedrukt die duurzaam én rechtvaardig zijn. In de laatste federale regering waar we aan deelnamen, zijn we er zelfs in geslaagd om -als één van de weinige landen in Europa - de voorgeschreven begrotingsdoelstellingen te halen zonder toe te geven aan de manifest neo-liberale agenda die de Europese Commissie ons wilde opdringen. Een agenda die onder andere voorschreef dat we de koppeling van de lonen aan de index zouden moeten opgeven. Is er iemand die eraan twijfelt dat die agenda zónder socialisten in de diverse regeringen ook onverkort zou zijn uitgevoerd? Maar hoe trots we ook mogen zijn op die verwezenlijkingen, ze hebben ons zeker in de laatste tien jaar geen succes opgeleverd bij de kiezer. We kunnen de redenen daarvoor zoeken in de tijdsgeest, die in ons land, net zoals overal in Europa, de solidariteit onder druk zet. Maar de tijdsgeest is iets waarbij we ons niet mogen neerleggen, ook niet als die tegenzit. En als we weer willen groeien, dan mogen we niet alleen naar externe verklaringen wijzen, maar moeten we ook naar onszelf durven kijken. En durven vaststellen dat we in al die jaren van besturen voor een stuk onze ‘smoel’ zijn kwijtgeraakt. Dat we te vaak meer het bereikte compromis hebben uitgelegd dan de waarden die ons drijven. En dat we het daardoor ook voor onze eigen leden en militanten vaak niet gemakkelijk hebben gemaakt om voluit de boer op te gaan en hun eigen omgeving te overtuigen. Nu we - behalve in Brussel - overal oppositie moeten voeren is het meer dan ooit tijd om te breken met die oude gewoonte. sp.a moet een krachtig, warm en sociaal alternatief bieden. We moeten een partij zijn die zonder complexen de politieke vertegenwoordiger is van de Vlamingen en Brusselaars die geloven in een solidaire en duurzame samenleving. Alleen als we hen kunnen verenigen, kunnen we immers echt het verschil maken. We moeten die rol opnemen met overtuiging, met lef en met de kracht om desnoods tegen de stroom in te roeien. De momenten waarop onze beweging erin gelukt is om de geschiedenis te veranderen zijn altijd momenten geweest waarop we zijn ingegaan tegen de status-quo. Waarop we getoond hebben dat er wél een alternatief was voor toestanden die in onze ogen onrechtvaardig waren. Dat is en blijft ook vandaag de taak van een progressieve beweging en we moeten die blijven opnemen.
Intentieverklaring kandidaat-voorzitter Bruno Tobback en kandidaat-ondervoorzitter Inga Verhaert – 13 maart 2015 – pag. 1
Ook vandaag zijn er alternatieven voor de toenemende ongelijkheid en individualisering in onze maatschappij. Voor de groeiende gezondheidsproblemen die door vervuiling worden veroorzaakt. Voor de polarisering en het uitgesproken racisme die woekeren in onze diverse samenleving. Aan ons om die alternatieven uit te dragen en in de praktijk te brengen. En om ze te vinden als ze er nog niet zijn. Want dat is wat progressief zijn betekent voor ons: de problemen van vandaag aanpakken om de toekomst beter te maken. We zijn en blijven een partij die streeft naar een betere toekomst.
1. Trots op onze waarden, moedig in onze keuzes sp.a moet de stem zijn van alle mensen in dit land die geloven in een samenleving die bouwt op het streven naar vrijheid, gelijkheid en verbondenheid. In 2013 hebben we voor het eerst sinds heel lang samen met al onze leden een diepgaande inspanning gedaan om de waarden die onze politieke actie drijven opnieuw helder en duidelijk te formuleren. Dat was hoog nodig. Want alleen als we zelf klaar en duidelijk zijn over waar we voor staan, kunnen we hopen om in het politieke debat of in de dialoog met anderen te overtuigen. Het was een noodzakelijke eerste stap om opnieuw te kunnen bouwen aan een sterke progressieve partij. En die is vandaag meer dan ooit nodig. Cijfers van Piketty en anderen tonen overduidelijk aan dat onze economie iedere dag meer draait ten voordele van aandeelhouders en minder voor werknemers en hun gezinnen. Ook in Vlaanderen stijgt het aantal miljonairs en miljardairs gestaag. Terwijl tegelijk het aantal kinderen dat zonder boterhammen naar school wordt gestuurd omdat hun ouders in armoede leven evenzeer toeneemt. Het is een evolutie waar we als socialisten moeten tegen revolteren. Nieuwe technologieën maken het meer dan ooit mogelijk om fabelachtige fortuinen te verdienen zonder dat werknemers onderaan de ladder daar beter van worden. In de globale en de Europese economie is arbeid al te vaak een goedkoop wegwerpproduct geworden. Mededogen met al wie niet voor de volle honderd procent mee kan, wordt niet meer als een morele plicht gezien maar als een optie of als een lastige en inefficiënte kostenpost. Die evolutie staat haaks op onze waarden van vrijheid, gelijkheid en verbondenheid. Het is natuurlijk gemakkelijker om iedere tegenslag toe te wijzen aan persoonlijk falen van de zieke, de oudere, de werkloze. Aan de alleenstaande ouder of aan de weinig geschoolde jongere. Maar het is niet onze weg en wij zijn ervan overtuigd dat het ook niet het soort samenleving is waarin de meerderheid van de mensen in dit land willen leven. Niemand wordt er uiteindelijk beter van wanneer we iedereen die tegenslag heeft en een beroep doet op onze solidariteit in eerste instantie als een verdachte beschouwen. Niemand wordt er beter van wanneer investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer en zovele andere worden afgedaan als nefast overheidsbeslag. Terwijl het juist broodnodige investeringen zijn in een betere toekomst voor ons allemaal. Aan ons dus om andere antwoorden te bieden dan het huidige beleid, dat onder het mom van persoonlijke verantwoordelijkheid steeds meer mensen gewoon aan hun lot overlaat. Aan ons om als partij de verdediger te zijn van de gewone werknemers en gezinnen die in een geglobaliseerde en hypercompetitieve maatschappij steeds meer onder druk komen te staan.
Intentieverklaring kandidaat-voorzitter Bruno Tobback en kandidaat-ondervoorzitter Inga Verhaert – 13 maart 2015 – pag. 2
Samen met hén moeten we andere antwoorden bieden op de uitdagingen waar zij voor staan. Bijvoorbeeld door stelling te nemen tegen fiscale systemen zoals de notionele intrestaftrek, die er jammer genoeg vooral voor zorgen dat de bedrijven met de grootste winsten de kleinste bijdrage leveren aan onze samenleving. Het systeem afschaffen zou niet alleen een voorbeeld zijn voor andere landen in Europa, onze eigen studiedienst heeft ook berekend dat we met de besparing die we zo realiseren steun kunnen geven aan kleine bedrijven die wél nieuwe jobs creëren. Het is maar één voorbeeld dat aantoont hoe een rechtvaardig fiscaal beleid ervoor kan zorgen dat echte noden ook ingevuld worden. Dat het mogelijk is om jobs te creëren zonder de koopkracht van werknemers aan te tasten door indexsprongen of BTW-verhogingen. Het toont vooral aan dat er wel degelijk alternatieven zijn voor het hardvochtig beleid van de rechtse regeringen. Het is onze taak om dat alternatief, dat vertrekt vanuit onze waarden, onverdroten uit te dragen. Het is géén evidentie dat we niet de middelen zouden hebben om te investeren in kansen voor iedereen. Het is géén evidentie dat we broodnodige diensten zoals kinderopvang voor ieder gezin duurder moeten maken, of dat de toegang tot de beste zorgen meer moet kosten. Net zoals het geen evidentie is dat we alleen maar welvaart kunnen creëren als we er de vervuiling en de gezondheidsproblemen erbij nemen. Er zijn wel degelijk alternatieven. En progressief zijn betekent dat we die met een open geest willen onderzoeken. Moedig zijn in onze keuzes betekent immers ook dat we bereid moeten zijn om de gebaande paden te verlaten en open te staan voor nieuwe ideeën, ook als die oude structuren in vraag stellen. Het voorstel voor een basisinkomen dan Rütger Bregman op ons laatste congres is komen verdedigen, is daar een mooi voorbeeld van. Het roept ook bij ons veel vragen op. Maar als we zien dat vooral aan de onderkant van onze arbeidsmarkt steeds meer mensen ofwel niet aan de bak komen ofwel ronduit uitgebuit worden, dan moeten we het debat erover durven aangaan. Net zoals we dat ooit rond de dienstenchecques hebben gedaan. We moeten de waarden waar we achter staan vertalen in resolute keuzes en vernieuwende voorstellen. Keuzes die een antwoord bieden op de vragen, de zorgen en de verontwaardiging van gewone werknemers en gezinnen. Keuzes voor de toekomst.
2. We staan niet alleen. En we laten ook anderen niet alleen staan Niet alleen de economie verandert op een manier die ons voor uitdagingen stelt, ook de samenleving evolueert. En dat moet ook in onze politieke werking zichtbaar worden. Met de missieverklaring die we op ons laatste congres zo goed als unaniem hebben goedgekeurd hebben we ook daar al de richting aangegeven die we als partij willen inslaan. Of liever: hebben onze militanten de richting aangegeven, want de missieverklaring is het resultaat van een heel brede consultatie in het kader van Crescendo. De tijd waarin onze samenleving in duidelijke zuilen was gestructureerd is grotendeels voorbij. De tijd waarin politiek engagement zich alleen kon afspelen binnen politieke partijen is dat ook. Dat neemt niet weg dat onze leden leden de motor van onze partij zijn en blijven en het laatste hoofdstuk van deze intentieverklaring is dan ook niet toevallig aan hen gewijd. Maar maatschappelijk engagement rond de thema’s die ons nauw aan het hart liggen is niet ons alleenrecht. En gelukkig maar. Naast de traditionele maatschappelijke organisaties waarmee we
Intentieverklaring kandidaat-voorzitter Bruno Tobback en kandidaat-ondervoorzitter Inga Verhaert – 13 maart 2015 – pag. 3
binnen onze gemeenschappelijke actie nauw willen blijven samenwerken, proberen steeds meer mensen op een positieve manier de wereld rondom hen mee vorm te geven. Soms een heel klein beetje, soms op grote schaal. Van een buurtparkje van 20 m2 tot Ringland. Van vrijwilligerswerk tot geefpleinen. Van protest tegen het ontbreken van belangrijke kinderopvang of gehandicaptenzorg, tot initiatieven om die desnoods zelf uit de grond te stampen. Heel vaak blijkt hier niet alleen veel engagement uit, maar komen ook heel boeiende ideeën naar boven. In ieder geval zijn het stuk voor stuk voorbeelden van mensen die tijd en moeite stoppen in een poging om de dingen samen beter te maken. En wat kan er meer socialistisch zijn dan de ambitie om samen de dingen beter te maken? Zelfs als het in de praktijk wordt gebracht door mensen die zichzelf niet noodzakelijk socialist noemen. Als politieke partij die maatschappelijk engagement hoog in het vaandel draagt moeten we het dan ook absoluut als onze taak zien om dit engagement te versterken en te ondersteunen. Onze partij moet zich veel beter dan vandaag organiseren om naar die initiatieven toe te stappen. Om een luisterend oor én een megafoon te bieden aan die helden van alledag, waar ze ook vandaan komen. Niet om het politiek te recupereren of om het per se in ons vakje te drummen, maar om ons door hen te laten recupereren. Om in steden en gemeenten de facilitator te zijn voor bewoners die zelf hun buurt beter willen maken, voor organisaties die relevante initiatieven willen nemen. Om ook op andere politieke niveaus de spreekbuis te zijn van de ideeën en de bekommernissen die eruit naar boven komen. Samen kunnen we zwaarder wegen op de politieke besluitvorming. Samen kunnen we onze stemmen ook luider laten weerklinken. Samen bouwen we de toekomst.
3. Investeren in mensen De partij, dat zijn onze leden We willen de betrokkenheid van onze leden, oud en nieuw, versterken. Dat kan voor elk lid iets anders betekenen. De ene wil enkel geïnformeerd worden, de andere staat erop regelmatig mee actie te voeren, nog een andere wil het graag over inhoud hebben. In onze communicatie maken we het de leden zo eenvoudig mogelijk om te participeren zoals ze dat zelf verkiezen. De leden die al langer deel uitmaken van onze partij danken we op tijd en stond. We onderscheiden ons van andere partijen en bewegingen in de omgang met onze leden en sympathisanten. Voor ons geen kil individualisme, maar warme kameraadschap. Discussiëren, soms op het scherp van de snee, doen we zeker. Maar we blijven familie. En met familie gaan we hartelijk om. Onze leden en mandatarissen zijn ook de ambassadeurs van onze beweging. Ze zijn ons dierbaar en hun engagement in de partij is essentieel. We willen dan ook graag in hén investeren. Hun participatie in Crescendo moet politieke keuzes van de partij mee inspireren en voeden. Vanuit de eigen expertise, ervaring en overtuiging van al onze leden en mandatarissen bouwen we samen aan een breed, progressief programma dat aanspreekt en overtuigt.
Een School van Brood en Rozen Maar participatie is niet genoeg. In onze School van Brood en Rozen willen we doorgedreven vorming aanbieden. Technisch, politieke én ideologische vorming. Dat vergt een inspanning. Van de partijorganisatie én van de leden en mandatarissen. Het is ook werk van lange adem. Maar wel één waar we sterk in geloven. Want naast een performante studiedienst op het hoofdkwartier zijn goed
Intentieverklaring kandidaat-voorzitter Bruno Tobback en kandidaat-ondervoorzitter Inga Verhaert – 13 maart 2015 – pag. 4
opgeleide mannen en vrouwen in de afdelingen de beste garantie op groeiend weerwerk tegen rechtse krachten. Het zijn onze lokale leden en mandatarissen die de groei en bloei van onze partij realiseren. Onze School van Brood en Rozen staat ook open voor het bredere middenveld. Met lezingenreeksen, debatten en boekvoorstellingen, op ronde door Vlaanderen, kan het een bron van inspiratie en creatieve gedachtenuitwisseling zijn voor al wie open staat voor progressieve waarden. Voor al wie een steentje wil bijdragen in het bouwen aan de toekomst. In moeilijke tijden is het méér dan ooit van belang dat we aan elkaar vasthouden, dat we schouder aan schouder staan. Wie de Internationale als lijflied heeft, kan zich niet blind staren op geografische verschillen tussen afdelingen in één provincie. Afdelingen en leden zijn overal even belangrijk. Wij vinden dat stad én alle andere gemeenten van iederéén zijn. We zoeken dus naar datgene wat ons bindt veeleer dan naar de verschillen. We streven naar samenwerking over de (gemeente)grenzen heen en delen de kennis. Regiowerking moedigen we aan om kennis te helpen overdragen en gezamenlijke acties uit te tekenen. Elke afdeling, hoe klein ook, moet de kans krijgen zich te verankeren en ontplooien. Daartoe reiken we hen een helpende hand. Ook de professionele medewerkers van de partij bundelen (regionaal) de krachten. Alle bovenlokale mandatarissen krijgen een uitdrukkelijke opdracht mee in het begeleiden van kleine of beginnende afdelingen. De coöperatieve Samen Sterker geeft mooie kansen aan afdelingen om een ruim publiek aan te spreken op een bijzonder laagdrempelige manier. De groepsaankopen energie bijvoorbeeld hebben de laatste jaren hun relevantie al méér dan aangetoond. We moedigen nieuwe initiatieven rond duurzaamheid in de coöperatieve aan. Onze andere nevenorganisaties zoals Jongsocialisten, Curieus, zij-kant, Viva-SVV, S-Plus, de Natuurvrienden, De Rode Valken,… zijn sterk gewaardeerde partners. Gezamenlijke initiatieven versterken onze boodschap van verbondenheid en geven extra gelegenheid tot het aanspreken van een breed publiek. Er is veel werk aan de winkel. Met buitengewoon veel onrechtvaardige maatregelen om storm tegen te lopen. Ons oppositiewerk is de vertolking van onze oprechte en sterke verontwaardiging. Onze interne organisatie moeten we na jaren meerderheidswerk omvormen om dat oppositiewerk vorm te geven. We willen mensen enthousiasmeren en goesting geven, de beweging verbreden en leden en mandatarissen begeleiden. We willen ieders talent laten renderen en bloeien. In de brede partijstructuur en ook op het hoofdkwartier. De taakafspraken tussen voorzitter en ondervoorzitter maken we duidelijk. De ondervoorzitter krijgt een duidelijke opdracht om de vernieuwing van de partijorganisatie in provincies en afdelingen en de opleiding van mandatarissen en leden op te volgen. Voor al onze afdelingen komt de eerste test bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Crescendo moet dan ook in de eerste plaats een platform zijn dat in de aanloop daarheen nieuwe mensen, nieuwe ideeën en nieuwe manieren van werken lanceert. De inzet van duizenden militanten, jong en oud, nieuw en ervaren moeten we ook omzetten in kansen op onze lijsten en een vertaling van hun ideeën in ons programma. Alleen zo werken we écht aan de toekomst.
Intentieverklaring kandidaat-voorzitter Bruno Tobback en kandidaat-ondervoorzitter Inga Verhaert – 13 maart 2015 – pag. 5