Pearson Wechsler Themadag, 16 november 2010, Science Centre NEMO
Intelligentie; aanpassing door interactie toepassing van de WAIS-III
dr. Marc Hendriks, Klinisch Neuropsycholoog Universitair Docent Neuro- en Revalidatiepsychologie Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour Epilepsiecentrum Kempenhaeghe, Heeze
Inhoud • Intelligentie; aanpassing door interactie – Historisch perspectief; algemene vs individuele intelligentie – Wetenschappelijk discussie vs maatschappelijke waarde
• Wechsler Intelligentieschalen, WAIS-III – meten van (premorbide) intelligentie – discrepantieanalyses – interpretatie van profielen
• De Wechsler Adult Intelligence Scale - IV
Intelligentie; aanpassing door interactie • Aanvankelijk interne interactie: waarneming
beoordeling ‘intellect’
• Nu belang externe interactie:
waarneming waarneming opslag
- reactie - emotie - motivatie
opslag
Intelligentie; aanpassing door interactie • Aanvankelijk interne interactie: waarneming
beoordeling ‘intellect’
opslag
• Nu belang externe interactie: Wechsler (1944): “The capacity of the individual - reactie waarneming to act purposefully, waarneming emotie opslag and to think rationally, - motivatie to deal effectively with his environment
Algemene vs. Individuele psychologie • “Intelligentie” George Romanes (1882) • Algemene psychologie
‘welke wat’
– Op structuur van mentale processen gericht – In essentie tussen mensen gelijk; wetmatigheden
• Individuele psychologie
‘hoe verschillen’
– Maatschappelijk belang – Interpersoonlijke verschillen systematisch – Intrapersoonlijke eigenschappen stabiel en meetbaar
Intelligentie als adaptief proces
• • • •
Francis Galton (1822-1911) Onderzocht of genieën ook slimme ouders hebben Intelligentie is afhankelijk van zenuwkracht en snelheid Varieert met de ontwikkeling van een biologisch apparaat aanpassing aan omstandigheden in leefmilieu slimme mensen hebben goed neuraal netwerk zenuwkracht uitgedrukt in: reactietijden schedelomvang gevoeligheid van waarneming, etc. samenhang ‘correlatie’
Wetenschappelijke discussie Intelligentie
Intelligentie als een basale, biologisch bepaalde eigenschap die bepaalt hoe slim iemand zou kunnen worden
Een verzameling mentale eigenschappen, die vooral door oefening ontwikkeld kunnen worden
Maatschappelijke waarde van Intelligentie
•Biologisch/genetische bepaaldheid ‘aanname’ • als construct maatschappelijk / klinisch niet erg nuttig • min of meer toevallige verzameling mentale functies bruikbaar in praktijk • vanuit maatschappelijk nut ‘gedefinieerd’
Factoren….en meer factoren
• Thurstone: ook correlatie tussen toevallige vaardigheden (subtests),..maar meerder tegelijkertijd (factoranalyse) • g-factor als artefact Onderscheidde 7 factoren: verbaal begrip, woordvloeiendheid, cijfer-facilitatie, spatiële visualisatie, associatief geheugen, perceptuele snelheid, redeneren • Basis voor de GIT (1962) en GIT 2 (2004) • Nadruk op redeneren (Vaaropdrachten, Sorteren, Matrijzen) • Minder actief, expressief
Wechsler Intelligentie Schalen • • • • • • • • • • • • • • •
1939 1949 1955 1967 1970 1974 1981 1989 1991 1997 2000 2002 2003 2005 2009
Wechsler-Bellevue Intelligence Scale (WB-I) Wechsler Intelligence Scale Children (WISC) revisie WB-I WAIS WPPSI Nederlands-Vlaamse bewerking WAIS revisie WISC WISC-R revisie WAIS WAIS-R in de VS WPSSI-R WISC-III WAIS-III Nederlands-Vlaamse bewerking WAIS-III WPPSI-III WISC-IV herziening normgegevens WAIS-III Nederlandse-Vlaamse bewerking WPPSI-III
Intelligentie; differentiatie en samenhang
VB VB VIQ PO PO IQ
SUBTESTS WG WG PIQ VSL VSL
Wechsler Adult Intelligence Scales – derde editie • Wat is het huidige intelligentieniveau – uitgedrukt in IQ • Komt dit overeen met het premorbide niveau
IQ
• Wat is het sterkte-zwakte profiel van de afzonderlijke subtestscores
Het WAIS – IQ en factorscores
• Factoranalytische studies bij gezonde proefpersonen: – WAIS-r: 1 tot 3 factoren g-factor; Verbaal Perceptuele Organisatie; Verbaal – Perceptueel – Werkgeheugen – WAIS-III: 4 factoren 4 indexscores: Verbaal Begrip – Perceptuele organisatie – Werkgeheugen – Verwerkingssnelheid
• Gegevens bij klinische populaties nog gering – Traumatisch hersenletsel; WgI – VsI lager (vooral Cijfers en Letters Nazeggen) (Donders et al 2001; Kennedy, et al 2003; Van der Heijden et al 2004) – Ambulante psychiatrische patiënten; 4 – factorstructuur (Van der Heijden et al 2010)
Schatting van het (premorbide) intelligentieniveau • 4 methoden: – Discrepantiescoremethode – Bepaling van de deterioratie-indices – Demografische benadering – Gecombineerde methode
Discrepantiescoremethode • Aanname is een harmonisch profiel • Discrepantie binnen intelligentieprofiel hoogste score is schatting van het premorbide intelligentieniveau Bij gezonden leidt dit tot systematische overschatting van het intelligentieniveau Bij mensen met stoornissen tot een systematische overschatting van intellectuele stoornis Duits&Kessels, 2006
Bepaling van deterioratie-indices • Berekeningen van intellectuele achteruitgang – Wechsler 1958 Deterioratie-index: Normale vs Abnormale veroudering op basis van hold vs don’t hold subtests Hold:Informatie, Woordenschat, Onvolledige Tekeningen, Plaatjes Ordenen Don’t Hold:Overeenkomsten, Cijferreeksen, Symbool Substitutie, Blokpatronen
• Theoretisch uitgangspunt van deterioratie-index twijfelachtig: Indien een negatieve correlatie tussen leeftijd en subtestscore bestaat, wil dit niet noodzakelijkerwijs zeggen dat de subtest gevoelig is voor leeftijd
• Algemene maat voor intellectuele achteruitgang is onbetrouwbaar voor classificatie van patiënten • Geen inzicht in de aard van stoornissen • Een aantal stoornissen geeft beperkingen op hold-taken
Demografische benadering -1 • Veronderstelling: IQ en demografische variabelen als opleidings- beroepsniveau, sekse, etnische achtergrond sterk gerelateerd
Grote spreiding in IQ per opleidingsniveau (? betrouwbaarheid) Opleidingsmogelijkheden in Nederland sterk gewijzigd Beroepsniveau wenselijk, maar moeilijk uitvoerbaar
Demografische benadering -2 • Hoe groot moet het verschil zijn? – Enorme verschillen tussen geschatte IQ en werkelijke IQ bij gezonden – Bij IQ <90 wordt met demografische gegevens te hoog geschat – Bij IQ > 130 onderschatting
intellectuele achteruitgang bij patiënten: – < 90 overschat – > 130 onderschat
overschat
onderschat
Gecombineerde methode • Combinatie: regressieformule en actuele subtestscores • WAIS-r: Demografische gegevens en Woordenschat en Onvolledige Tekeningen Oklahoma Premorbid Intelligence Estimate (OPIE) (Krull et al 1995) • WAIS-III: Woordenschat, Matrix Redeneren, Onvolledige Tekeningen, Informatie (OPIE-3) – onderschatting bij < 19 jarigen en > 85 jarigen – goede schatting bij patiënten met neuropsychologische stoornissen
• …maar, niet zondermeer geschikt voor de Nederlandse populatie (Duits&Kessels, 2006)
Profielanalyse
QI • Verschilscores Verbaal vs. Performaal Subtestscatter tussen intelligentie-indexen intelligentie
• Veronderstelling: verschilscores hebben individuele betekenis voor specifieke beperkingen of specifieke patiëntengroepen, maar…
Discrepantie in normale populatie • Relatief grote verschilscores zijn normaal en daarmee geen klinische betekenis • Discrepantiescores niet normaal verdeeld • clinici denken vaak dat statistisch significante verschillen, werkelijk uitzonderlijk zijn in de normale populatie • Ook op subtestniveau subtestscatter erg groot (Matarazzo, 1988) – WAIS-r:
- discrepantie van 6 ss significant op 1% - dit wordt vastgesteld bij 69% van de normgroep - gemiddelde discrepantie tussen hoogste en laagste subtestscore 6,7 - verschilscore niet gerelateerd aan demografie -..neemt toe bij hoog intelligentieniveau
Discrepantie in normale populatie • Relatief grote verschilscores zijn normaal en daarmee geen klinische betekenis • •
het is niet verantwoord om op basis van Discrepantiescores normaalhoogste verdeeld en laagste discrepantiesniet tussen clinici denken vaak dat statistisch significante subtestscores betekenis te gevenverschillen, aan werkelijk uitzonderlijk zijn in de normale populatie de afwijking
• Ook op subtestniveau subtestscatter erg groot (Matarazzo, 1988)
Relatief verschillen zijnopniet persé – WAIS-r: -grote discrepantie van 6 ss significant 1% - dit wordt vastgesteld bij 69% van de normgroep afwijkend - gemiddelde discrepantie tussen hoogste en laagste subtestscore 6,7 - verschilscore niet gerelateerd aan demografie -..neemt toe bij hoog intelligentieniveau
Discrepantie in patiëntengroepen •
Verschillen moet zeer groot zijn en de frequentie gering in de niet afwijkende bevolking om te spreken vaneen klinisch relevant verschil aantonen dat er patroon-specifieke klinische profielen zijn
•
Vergelijken van klinische populaties… – Niet cross-sectioneel, maar tegelijkertijd
•
Bv. Fuld-profiel, subtestprofiel specifiek voor Alzheimer (Fuld, 1984) A > B > C ≤ D en A > D A = (Informatie + Woordenschat) / 2 B = (Overeenkomsten + Cijferreeksen) / 2 C = (Symbool Substitutie + Blokpatronen) / 2 D = (Figuur Leggen)
Discrepantie in patiëntengroepen •
Verschillen moet zeer groot zijn en de frequentie gering in de niet afwijkende bevolking om te spreken vaneen klinisch relevant verschil aantonen dat er patroon-specifieke ..maar klinische profielen zijn
•
Sensitiviteit hoog, specificiteit laag
Vergelijken van klinische populaties… – Niet cross-sectioneel, maar tegelijkertijd
• Bv. Fuld-profiel, voor Alzheimer (Fuld, 1984) Fuld-profiel nietsubtestprofiel specifiek specifiek voor Alzheimer groepsverschillen, A > B > C ≤ D en A > Dmaken WAIS-III nog niet geschikt om klinische individuele uitspraken te doen A = (Informatie + Woordenschat) / 2 B = (Overeenkomsten + Cijferreeksen) / 2 C = (Symbool Substitutie + Blokpatronen) / 2 D = (Figuur Leggen)
Wechsler-schalen bij hersenbeschadiging • WAIS en WISC zijn geen neuropsychologische tests! • Veel cognitieve functies opgenomen gebruik van Wechsler intelligentietest als kerntaak in batterij • Niet in verhouding tot afnameduur en de waarde van het concept intelligentie voor hersenbeschadigde populatie • • •
Geen specifiek intelligentieprofiel voor hersenbeschadiging Hold – Don’t hold verschil geldt niet voor andere neurologische factoren als aard, lokalisatie, progressief vs. Non-progressief, ontstaan beschadiging, etc. De Wechsler-schalen meten veelal niet de meest relevante functies en vaardigheden gerelateerd aan hersenbeschading
WAIS-III..aanpassing door interactie
• • • • • • • • • • • •
Informatie Begrijpen Rekenen Overeenkomsten Cijferreeksen Cijfers en Letters nazeggen Symbool substitutie Blokpatronen Onvolledige Tekeningen Matrix redeneren Symbool zoeken Figuur leggen
Sociale Cognitie
• Plaatjes Ordenen / Begrijpen • Weinig empirische ondersteuning
– Onderzoek Campbell & McCord (1999): 200 kinderen tussen 6 en 20 Personality Inventory for Children (PIC) FACTOR II: Social Incompetence and Social Skills Scale Geen correlatie PIC en subtests! voorzichtig met interpretatie
Interpretatie procedure Wechsler schalen 1. Interpretatie Totaal intelligentie-schaal •
Bepaling van de percentielen, betrouwbaarheidsintervallen, IQ
2. Interpretatie van index-scores en eventueel andere factoren (Kaufman, etc) •
Individuele sterkte-zwakte profielen
3. Interpretatie van subtest variatie 4. Kwalitatieve/proces analytische interpretatie 5. Analyse van intrasubtest variatie
Interpretatie intelligentie classificaties • Conceptueel als een schatting van huidig niveau • Statistisch als een deviatiescore die omgezet kan worden in equivalente percentielen • ‘diagnostisch’ in termen van classificatie
34.13% Percentage aantallen onder normaalcurve
Standaarddeviaties
-4σ
Cumulatieve percentages C-scores
Wechslerstandaardscores
13.59%
2.14%
0.13%
-3σ 0.1%
0
34.13%
-2σ 2.3%
1
2
13.59%
-1σ
0
15.8%
50.0%
3
4
5
6
2.14%
0.13%
+1σ
+2σ
+3σ
84.1%
97.7%
99.9%
7
8
10
9
1
4
7
10
13
16
19
55
70
85
100
115
130
145
IQ-scores
Uit Hendriks et al 2006
+4σ
..maar interpretatie blijft nadenken
WAIS-IV (Wechsler, 2008) • • • • • • • • • •
Afschaffen van Verbaal en Performaal IQ Update van de normen (16 – 85 jaar) Totaal IQ en Indexen berekend op 10 kern-subtests General Ability Index (optioneel; combineert Verbaal Begrip en Perceptuele Organisatie) 15 subtests 3 nieuwe subtests (Figuur Samenstellen, Gewichten, Figuur Zoeken) 2 subtests vervallen (Figuur Leggen, Plaatjes Ordenen) Perceptuele Organisatie Perceptueel Redeneer index Verbetering van ‘bodem-’ en ‘plafond-effecten’ Testafname verkort ( VS 95% binnen 100 minuten; 59% verstandelijk beperkten)
Organisatie WAIS-IV •
•
Verbaal Begrip Index
•
Perceptueel Redeneren Index
– Overeenkomsten – Woordenschat – Informatie
– Blokpatronen – Matrix Redeneren – Figuur Samenstellen
– Begrijpen (optioneel)
– Gewichten (optioneel) – Onvolledige Tekeningen (optioneel)
Werkgeheugen Index
•
Verwerkingssnelheid Index
– Cijferreeksen – Rekenen
– Symbool Zoeken – Symbool Substitutie
– Cijfers en Letters Nazeggen (optioneel)
– Figuur Zoeken (optioneel)
Organisatie WAIS-IV •
•
Verbaal Begrip Index – Overeenkomsten – Woordenschat – Informatie
Perceptueel Redeneren Index – Blokpatronen – Matrix Redeneren – Figuur Samenstellen
Totaal IQ:
– Gewichten (optioneel) Samenstelling van de kerntaken – Onvolledige Tekeningen (optioneel)
– Begrijpen (optioneel)
•
General Ability Index:
Werkgeheugen Index
•
Verwerkingssnelheid Index
– Cijferreeksen – Rekenen
– Symbool Zoeken – Symbool Substitutie
– Cijfers en Letters Nazeggen (optioneel)
– Figuur Zoeken (optioneel)
Kerntaken VB Index en PR Index
Belangrijkste veranderingen afname • Procedureel meer aangepast aan ‘onderkant’ IQ-verdeling – – – – – –
Extra oefen en demonstratie-items Lager taalniveau van de instructies Minder invloed motoriek vaardigheden Minder gewicht aan tijdbonus Grotere visuele stimuli Minder invloed gehoor bij Cijferreeksen – Cijfers en Letters nazeggen