Integratie: waar moet het heen? Kamerleden over de Kunst van het Samenleven
Verkiezingen 2012
Voorwoord Deze brochure is door de Dialoog Academie en stichting Islam & Dialoog samengesteld. Wij willen als ideaal de Kunst van het Samenleven binnen de Nederlandse samenleving bewerkstelligen. Daarbij streven wij naar een beter leefklimaat in Nederland waar iedereen gerespecteerd en veilig kan leven en waarbij het accent wordt gelegd op wat ons bindt. Een veranderende bevolkingssamenstelling brengt verschillen met zich mee. Deze moeten ook benoemd kunnen worden waar dit helpt om samen vooruit te komen in het bovengenoemde streven. Helaas voert er in ons land steeds meer een cynische en pessimistische houding de boventoon. Dit roept bij veel mensen een negatieve spiraal van hevige gevoelens op. Naast de individuele verantwoordelijkheid van de burger speelt de politiek een belangrijke rol in de realisatie van een leefbaar klimaat. De naderende verkiezingen vormen voor onze stichtingen een zeer geschikt moment om verschillende politici te bevragen op de visie van hun partijen over onderwerpen zoals hun unique selling point betreffende de Kunst van het Samenleven, tolerantie, sociale cohesie, verantwoordelijkheden van de burger, (arbeids)migratie en meer. Het doel achter deze vragen is tweeledig; de Kunst van het Samenleven hoger op de politieke agenda zetten en een antwoord vinden op de vraag hoe wij dit samen kunnen bereiken. In deze brochure kunt u de antwoorden van de verschillende politici vergelijken. Wij hopen dat deze brochure u zal inspireren in de Kunst van het Samenleven. Drs. Burhanetdin Karademir voorzitter Dialoog Academie
Pagina | 2
Dr. Ümit Taş voorzitter Islam & Dialoog
Geïnterviewde politici* Madeleine van Toorenburg is lid van de Tweede Kamer voor het CDA en in de kamer sinds 2007.
Gert-Jan Segers is kandidaat-Kamerlid en directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie.
Gerard Schouw is lid van de Tweede Kamer voor D66 en in de kamer sinds 2010.
Tofik Dibi is lid van de Tweede Kamer voor GroenLinks en in de kamer sinds 2006.
Martijn van Dam is lid van de Tweede Kamer voor de Partij van de Arbeid (PvdA) en in de kamer sinds 2003.
Marianne Thieme is lid van de Tweede Kamer voor de Partij voor de Dieren (PvdD) en in de kamer sinds 2006.
Leo de Kleijn is kandidaat-Kamerlid voor de SP en gemeenteraadslid in Rotterdam.
Cora van Nieuwenhuizen is lid van de Tweede Kamer voor het VVD en in de kamer sinds 2010.
Bron: SP/Bas Stoffelsen
* PVV, SGP en DKP zijn door ons benaderd, maar hebben ervoor gekozen om niet deel te nemen.
Pagina | 3
1) Wat houdt volgens u de Kunst van het Samenleven in, in het geval van de Nederlandse samenleving? "Samenleven is een werkwoord. Wij zoeken elkaar op, maar geven elkaar daarnaast ruimte. Een ander belangrijk begrip is vertrouwen. We delen waarden als gelijkwaardigheid, tolerantie en respect voor anderen, vrijheid en verantwoordelijkheid. De kunst is om de goede voorbeelden hoger te achten dan die van slecht gedrag. Daarom moeten we constant oefenen met burgerlijke deugden als betrokkenheid, omzien naar elkaar, zelfbeheersing, trouw en verantwoordelijkheidsbesef." "De Kunst van het Samenleven is vreedzaam omgaan met diepgaande meningsverschillen. Uiteindelijk is verdraagzaamheid een deugd, al is het soms ook een opgave, lastig om het als meerderheid op te brengen om ruimte te geven aan minderheden. Hiervoor moet je oefenen, tegen elkaar zeggen dat iedereen dezelfde rechten en plichten heeft, en dat dat een kwestie van fatsoen is." "Het gaat vooral om respect voor elkaar, en de waarden van vrijheid, verdraagzaamheid en rechtszekerheid. Als iedereen dat maar in voldoende mate tussen zijn oren heeft, en daar ook naar handelt. De overheid heeft daar een taak in, via onderwijs, of de ouders, maar ook jij en ik. Het is de verantwoordelijkheid van ons allen, anders lukt het niet." "Met mensen met een totaal andere levensstijl dan jijzelf een gemeenschappelijkheid vinden, waarbij je jouw eigen vrijheid claimt en de vrijheid van de ander verdedigt. Een plek gunnen aan mensen waar jij het totaal niet mee eens bent. Aan de basis van de Kunst van het Samenleven staan gedeelde waarden die voor iedereen gelden, zoals menselijke waardigheid; non-discriminatiebeginsel; gelijke kansen; vrijheid van vereniging, onderwijs, religie en meningsuiting; eerbiediging van persoonlijke levenssfeer en scheiding van kerk en staat."
Pagina | 4
Intergratie: waar moet het heen? "Nederland is, in tegenstelling tot de V.S., pas heel kort een migratieland. Onze samenleving is in korte tijd erg veranderd. Pas in de jaren zestig kwam er een grote migratiegolf met hele groepen naar de samenleving, niet een paar individuen. Turkse en Marokkaanse migranten hadden een bepaalde beleving van religie. Wij hadden maar weinig ervaring met diversiteit. Iedereen zat in zijn eigen zuil en tolereerde de andere zuilen. Deze werden door broken toen in de jaren zeventig de ontkerkelijking ontstond. De Kunst van het Samenleven is dus eigenlijk het leren omgaan met de verschillen. Men moet zich af en toe een beetje aanpassen, maar wel accepteren dat mensen verschillende roots hebben." "Iedereen de ruimte geven en vrij laten in zijn eigen opvattingen, zolang dit niet de vrijheid van anderen aantast. Rekening houden met elkaar, en ook respect hebben voor andere vormen van leven. Nog in onze generatie zullen we het punt bereiken dat de aarde onomkeerbaar uit balans raakt. Dat zal leiden tot honderden miljoenen vluchtelingen van Zuid naar Noord en zorgt voor grote problemen, ook voor verdraagzaamheid en samenleven. Het is tijd om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen om de problemen aan te pakken." "Je kunt het vanuit de samenleving als collectief benaderen, of vanuit het individu. Dat sluit voor 100% aan bij ons beginselprogramma: gelijkwaardigheid, menselijke waardigheid en solidariteit. Als je dat als collectief wilt proberen te waarborgen, dan moet daar vervolgens bij horen dat individuen zich daarvoor in spannen. Vervolgens horen daar dan begrippen bij als respect voor elkaar, tolerantie en een bepaalde mate van interesse in en kennis van elkaar." "Als je de vijf grondbeginselen van de VVD als uitgangspunt neemt, kun je goed met elkaar samenleven: Vrijheid, Verantwoordelijkheid, Sociale rechtvaardigheid, Gelijkwaardigheid en Verdraagzaamheid. De laatste is het meest toepasselijk voor de Kunst van het Samenleven. Gun mensen namelijk hun eigen leefruimte."
Pagina | 5
2) Wat is de verantwoordelijkheid van de burger bij het bewerkstelligen van sociale cohesie in Nederland? Wat is de verantwoordelijkheid van de overheid / media? "De verantwoordelijkheid om de overheid aan te spreken op wat beter kan en wat goed gaat, ligt in eerste instantie bij de burger. De vraag van de overheid moet dan zijn: ‘zeg ons hoe het beter kan en hoe wij kunnen faciliteren.’ Zo wordt burgerparticipatie tweerichtingsverkeer. Mede-eigenaarschap wordt de komende jaren een van de belangrijkste begrippen. De sociale cohesie kan nooit door de overheid worden verordonneerd. Interactie ontstaat als de overheid niet alles bepaalt. De media aan de andere kant hebben een belangrijke rol: zij kunnen de gescheiden werelden vervlechten door te informeren en te onderzoeken." "Tegenwoordig zien we nieuwkomers niet meer als (potentiële) slachtoffers, maar gaan we veel meer uit van weerbaarheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers, ook om de religieuze dialoog te zoeken. De overheid kan bepaalde ontwikkelingen een duwtje geven door dialoog te stimuleren, een training te geven voor goed burgerschap, en natuurlijk de inburgeringscursussen. De overheid is echter onpartijdig en kan nooit een religieuze agenda hebben. Zij heeft een belangrijke regierol om sociale cohesie te bevorderen, mits er geen religieuze component is." "Ik zie geen grensgebied waar de taak van de overheid ophoudt en de burger zelf zijn verantwoordelijkheid dient te nemen. Fysiek ligt die grens bij de voordeur. Maar de overheid kan wel mensen achter de voordeur bereiken via voorlichting en communicatie. En het onderwijs is belangrijk. Met onderwijskundige concepten en een pedagogische aanpak kun je kinderen al veel duidelijk maken. Het is echt een taak die de overheid met de samenleving, dus samen met de burger en het bedrijfsleven, moet oppakken." "Rol van de overheid moet voorwaardenscheppend zijn. Zij moet zorgen voor goed onderwijs, genoeg werkgelegenheid, veiligheid en dat mensen goed kunnen wonen. De overheid moet dus garant staan voor gelijke kansen voor iedereen. Verder moeten politici terughoudend zijn over de rol van de media. Je mag best kritisch zijn, maar vermijd de slachtofferrol door alle schuld aan de media te geven."
Pagina | 6
Intergratie: waar moet het heen? "De samenleving wordt gemaakt door de mensen zelf. De publieke opinie wordt beïnvloed door de media, maar het is de opinie van het publiek. Investeren in wederzijds begrip is goed, maar elke samenleving heeft wel zijn eigen normen en waarden. Als mensen in een andere samenleving gaan wonen, moeten ze zich op waardenen normenniveau aanpassen. Aan de andere kant zijn er basisprincipes als vrijheid van godsdienst en om je eigen leven in te richten. Politici moeten meer voor die individuele vrijheden opkomen. We moeten meer terug naar het gunnen van vrijheden aan elkaar." "De overheid moet kaders stellen en die zorgvuldig handhaven. De burger moet in de eigen omgeving werken aan een leefbare, solidaire samenleving waarin mededogen en duurzaamheid centraal staan. Het doorgeschoten individualisme en marktdenken staan een plezierige en zorgzame samenleving met gedeelde verantwoordelijkheden in de weg. Het verbeteren van de wereld begint bij jezelf, mogelijk gemaakt door de overheid en aangestuurd door een sociale en duurzaam ingestelde volksvertegenwoordiging."
"De overheid moet alle belemmeringen wegnemen die er mogelijkerwijs zijn voor gelijkwaardigheid, menselijke waardigheid en solidariteit. Om mensen überhaupt in staat te stellen om op een goede manier met elkaar samen te leven. Verder moet er een redelijke set van waarborgen door een overheid georganiseerd worden, zoals collectieve solidariteit, waardoor dat ook kan. Maar we weten dat de praktijk vaak anders is dan de theorie. Ook daaraan moet de overheid werken." "De rol van de burger is heel groot. Wij zijn een partij van de eigen verantwoordelijkheid. Verander de wereld en begin bij jezelf. De overheid moet je beperken tot de basale taken waar de burgers zelf niet aan toekomen, zoals politie en justitieapparaat. Wat betreft de media heeft iedere journalist zijn eigen verantwoordelijkheid om voor objectieve berichtgeving te zorgen."
Pagina | 7
3) In de publieke opinie wordt continu gesproken over wat mensen scheidt. Welke waarden delen Nederlanders van verschillende achtergronden met elkaar? "Waarden worden gevormd door wat mensen belangrijk vinden. Dit noodzaakt een continue dialoog. De Nederlandse samenleving kent gezamenlijke waarden als gelijkwaardigheid, tolerantie, respect en wellevendheid. Daarnaast hebben wij een hoog arbeidsethos." "De gemeenschappelijkheid is in Nederland afgenomen en er is veel meer diversiteit, maar op het niveau van normen en waarden hebben we nog altijd een gedeelde fundering: barmhartigheid is een christelijke en een islamitische waarde. Hier kun je vanuit je religieuze inspiratie actief zijn in het publieke domein, dat is een unieke waarde. Het is speciaal dat mensen hierheen komen omdat ze willen delen in de democratie en de vrijheden, niet vanwege het sociale vangnet. Potentiële conflictstof is dat er delen zijn in de islam die heel veel moeite hebben met godsdienstvrijheid. Het is onbestaanbaar dat je de vrijheid gebruikt om die later zelf af te kunnen schaffen, als jij er geen baat bij hebt. Ik vind het moeilijk om in te schatten om welk percentage van de moslims in Nederland het gaat, maar ik vind het wel heel problematisch.” "Als het mooi weer is, zit iedereen buiten. De fysieke inrichting van de samenleving bepaalt ook of mensen samen iets gaan doen, of niet. Door overheidssturing kun je daar ook wat aan doen. Je kan bijvoorbeeld buurtactiviteiten stimuleren. De tendens naar individualisering scheidt mensen. Ik hoop dat met name jongere generaties via scholen verbindingen gaan leggen." "Wat wij vooral met elkaar gemeen hebben is het oog hebben voor je eigen leefomgeving. Met andere woorden, bijdragen aan een veilige, schone buurt waar werkgelegenheid en goede scholen zijn. Dat houdt dat in dat je architect van je eigen wijk bent. De mensen hoeven niet met elkaar te barbecueën, maar moeten elkaar wel kunnen opzoeken als zij iets nodig hebben. Zo´n band heb ik wel met mijn buren."
Pagina | 8
Intergratie: waar moet het heen? "Er zijn ook binnen Nederland grote culturele verschillen tussen regio’s. Maar buitenlanders weten wel wat een Nederlander is: soms onbeschoft, maar ook bot en open. Een ambitieus handelsvolk, tolerant, vrijzinnig, liberaal. Ik wil over die gemeenschappelijke waarden een maatschappelijk debat dat verbindt. Uit onderzoek blijkt dat Marokkaanse jongeren zich meer Nederlander voelen dan Turkse jongeren. Nederland moet veel meer uitstralen: ‘Je bent hier geboren, dit is je thuis.’ De jongere moet zijn toekomst dan wel op Nederland richten. Het signaal dat we aan elkaar verbonden zijn als samenleving, moet van twee kanten komen." con "We hebben samen het water overwonnen, we hebben goede contacten met onze buurlanden en met landen in de rest van de wereld. We zijn een voorbeeld van tolerantie en kennisontwikkeling, maar we dreigen die positie te verliezen. We delen dat we samen een kleine planeet bewonen, dat we een kwetsbaar ecosysteem te zwaar belasten, dat we de grenzen van onze gezamenlijke mogelijkheden niet respecteren, waardoor de tegenstellingen aangescherpt zullen worden. Dat moeten we voorkomen." "Het allerbelangrijkste wat mensen bindt, is dat we maar één wereld hebben. Iedereen heeft er belang bij dat je daar op een ontspannen manier kunt leven, wonen en werken. Mensen schieten er meer mee op als ze daar gezamenlijk de schouders onder zetten, dan wanneer ze elkaar de schuld geven. Wat mensen scheidt, is de ongelijke verdeling van kennis, inkomen en macht. Hierdoor krijgen mensen het subjectieve idee dat ze tegengestelde belangen hebben, en komt een groot deel van de mensen feitelijk buitenspel te staan." "Dat zijn de waarden die in de Nederlandse grondwet staan. Ge Gelijke rechten voor iedereen en niet discrimineren zijn voorbeelden hiervan. Deze zijn waarden die wij door de jaren heen samen hebben opgebouwd en die bij Nederland horen. De grondwet vormt eigenlijk de normen waar wij ons op baseren en de gemeenschappelijke waarden zijn de uitvoering hiervan."
Pagina | 9
4) Wat kunnen religieuze en levensbeschouwelijke organisaties en personen betekenen voor de samenleving? Er is natuurlijk scheiding tussen kerk en staat. Ziet u hier mogelijkheden voor samenwerking met de overheid? "Religieuze organisaties zijn van oudsher een vangnet. Dat is iets van alle tijden. Het CDA wil niet dat de samenleving gescheiden wordt van religie of levensovertuiging. De vrijheid van vereniging is naast die van geloof een van de meest fundamentele krachten in Nederland. Juist vanuit de vrijheid willen we dat organisaties die gebouwd zijn door mensen de ruimte krijgen om te handelen. Wat ons betreft blijft er een rol voor deze instituten in het publieke domein en zullen we er in de toekomst mogelijk nog meer op aangewezen zijn." "Religieuze organisaties zijn geïnspireerde organisaties. De overheid moet die inspiratie gebruiken en geen religieuze organisaties uitsluiten van subsidiering voor gemeenschapstaken. Maar dan wel gemeten naar zuivere output, dus je zet je in voor iedereen, ongeacht religieuze achtergrond. Een ander voorbeeld is bijzonder onderwijs, waar de betrokkenheid van ouders heel groot is, omdat de school een vereniging is. Dat is ook zo’n unieke vorm die we echt moeten behouden." "Ik vind dat kerken en andere religieuze groeperingen en organisaties heel veel bijdragen aan de samenleving. Voor heel veel mensen is het een vorm van zingeving, dat is altijd goed. Heel veel kerkelijke of gelovige organisaties doen veel aan binding. Met de activiteiten die ze organiseren zitten ze in de haarvaten van de samenleving. Daar kan een overheid bijna niet intreden. De klassieke scheiding tussen kerk en staat die we kennen – de staat is neutraal – moet vooral ook zo blijven." "De overheid moet zich niet bemoeien met religie en religie moet zich niet mengen in overheidszaken. Maar gebedshuizen bekleden ook publieke taken en dat juich ik alleen maar toe. Wat dat betreft zie ik de overheid en religieuze organisaties als samenwerkingspartners. Zij kunnen elkaar ondersteunen met bijvoorbeeld aanpak van radicalisering of opvoeding van kinderen. Wat de overheid kan doen, is deze organisaties in hun waarden laten, hen niet tegenwerken en deze organisaties erkennen als waardevolle bondgenoten."
Pagina | 10
Intergratie: waar moet het heen? "Prachtig als mensen zich vanuit een maatschappelijke betrokkenheid inzetten voor de samenleving. En als geloof een inspiratiebron daarvoor is, vind ik dat prima. Zolang het echte doel niet is om mensen te bekeren. De vrijheid van geloof is echt een vrijheid, dat is wel een traditie die we hier in dit land hebben. We laten elkaar in waarde en beschouwen geloof heel sterk als een privézaak." "Wij zijn een voorstander van sterke scheiding tussen Kerk en Staat. Iedereen heeft het recht zijn of haar religieuze overtuiging als de hoogste waarheid te beleven, maar dit moet niet de vrijheden van anderen inperken. Het zou daarom goed zijn als levensbeschouwelijke organisaties zich meer ten dienste van het algemeen belang zouden inzetten en minder zouden proberen anderen hun overtuiging op te leggen. Begrip en tolerantie zijn het begin van een harmonieuze samenleving. Levensbeschouwelijke organisaties kunnen daarin een belangrijke rol vervullen.” "Religieuze en levensbeschouwelijke organisaties kunnen een collectieve functie hebben. Een van de belangrijkste dingen die dergelijke organisaties kunnen bijdragen, is dat ze met elkaar de dialoog aangaan. Maar als het puur gaat over sociale voorzieningen, en een fatsoenlijk minimum aan rechten, dan moet de overheid dat organiseren. Als overheid en politiek daar steeds verder afstand van nemen, is het heel goed als organisaties in dat soort gaten springen. Je kunt beter ergens recht op hebben, dan dat het gunsten zijn. Dat is ook wel een verschil." "Zolang mensen zich aan de wetten en regels houden, zoals non-discriminatie of gelijkheid tussen man en vrouw, is het aan ieder hoe hij of zij zijn leven invult. Wij hebben geen er bezwaar tegen als bejaardenhuizen of onderwijs aangeboden worden door religieuze organisaties. Wij willen de overheid klein houden en iemand moet deze taken uiteindelijk oppakken. Hiermee kom je dichter bij de burger dan de overheid en lever je persoonlijk maatwerk. Wij gaan echter organisaties niet subsidiëren voor hun religieuze activiteiten."
Pagina | 11
5) Hoe ziet u het fatsoen, tolerantie en hoffelijkheid in Nederland? Hoe gaan mensen met elkaar om en welke kant zou het volgens u op moeten? "Over het algemeen gaan mensen in Nederland goed met elkaar om. De betrokkenheid is groot: in eigen buurt of met gelijkgezinden verderop. Helaas groeien onverschilligheid en individualisme. Het CDA wil juist dat mensen betrokken zijn. Dat de overheid voorwaarden schept waardoor burgers hun verantwoordelijkheid nemen en er ruimte is voor pluriformiteit. De anonimiteit moet weg en overheden moeten niet ondoorzichtig zijn over verantwoordelijkheden. Wij geloven dat mensen weer naar elkaar toe zullen groeien als zij weer (gezamenlijk) verantwoordelijk worden." "Ik maak me wel zorgen over de afname van tolerantie. De meerderheid heeft de onhebbelijke gewoonte om haar wil op te leggen aan de minderheid. Ik ben daar niet optimistisch over. Het vraagt heel veel inspanning om te zeggen dat je eerst vrijheid geeft en dan pas neemt. We gaan nu naar een cultuur toe waarin je vooral zoveel mogelijk moet nemen en de ander alleen gunt wat je zelf aardig vindt." "De wetgever bepaalt wat wel kan en wat niet. De overheid heeft in de grondwet bepaald dat je niet mag discrimineren. Wat in de wet staat, moet geen dode letter zijn, dus als mensen discrimineren, moeten zij keihard worden aangepakt. Dat is via een repressieve manier, maar dat moet je ook doen via een positieve, preventieve manier. Ten derde is er gewoon de attitude van mensen, de houding ten opzichte van elkaar en of we elkaar daarop aan durven spreken." Het hangt er van af waar je naar kijkt. Op de sociale media en bepaalde fora lijkt het wel een riool, het debat is heel erg vervuild. In de samenleving is er echter sprake van een goede verstandhouding tussen mensen. De hamvraag is wat je er zelf mee doet. Ik vind bijvoorbeeld pestgedrag onder jongeren een zorgelijk punt. Dat is een typisch probleem waar de overheid weinig tegen kan doen. De ouders en de school moeten zo’n probleem samen aanpakken."
Pagina | 12
Intergratie: waar moet het heen? "Met het omgaan met verschillen hebben we de afgelopen tien jaar steeds meer moeite gekregen. Er is wel een traditie van godsdienstvrijheid. De discussie over islam lijkt op de discussies van vroeger met christelijke stromingen. Ik vind het dan te makkelijk om te zeggen ‘nou ja, ga er maar mee om’. Zorgwekkend is dat de meeste kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond etnisch gescheiden naar een zwarte school gaan. Zo ontstaat een samenleving waarin grenzen van etniciteit en religie bepalen hoe we met elkaar omgaan." "Gelijkwaardigheid begint met erkenning van de eigenheid van de ander. Verschillen moeten niet ontkend worden, maar moeten geen hindernis vormen voor een (gelijk)waardige omgang."
"Ik denk dat het niet goed is voor de tolerantie als mensen elkaar niet meer kennen en niet het idee hebben dat ze in hun buurt een gezamenlijk belang hebben. Dergelijke anonimiteit geldt voor scholen ook. Daarnaast spelen nog heel veel andere dingen mee, zoals het feit dat we steeds meer toegelaten hebben dat de verschillen en tegenstellingen tussen mensen toegenomen zijn. Zo creëer je ook groepen mensen die erg ontevreden zijn over hun eigen positie, en die vervolgens vanuit onzekerheid naar beneden gaan trappen." "Ik weet eerlijk gezegd niet welke kant het opgaat. Je komt veel onbeschoft gedrag tegen op straat. Hierbij is er wel een verschil tussen de grote stad en het platteland. Begin bij jezelf, en dat begint op nogal jonge leeftijd. Onderwijs speelt hierbij een belangrijke rol."
Pagina | 13
6) Wat houdt gelijkheid voor u in? Hoe kunnen we zorgen voor gelijke kansen voor alle burgers? "Wij staan voor gelijkwaardigheid, omdat elk mens gelijkwaardig is. Ieder persoon is echter uniek en mag er met zijn kwaliteiten en talenten zijn. De norm wordt niet bepaald door het gemiddelde van alle mensen te nemen. Kansen zijn wel belangrijk. Het ontwikkelen van talenten is van groot belang. Ook is het belangrijk om discriminatie terug te dringen op de arbeidsmarkt en bij de studiekeuze." "Dat is een proces van bewustwording dat door blijft gaan. Bij de arbeidsparticipatie van migranten is wel gedacht aan verplichtingen en quota. Ik denk dat belonen beter is. Maar het is veel belangrijker om elke keer weer onder aandacht van werkgevers te brengen, dat mensen met een bepaalde achternaam minder kans hebben bij het solliciteren. Zo worden meer bedrijven zich daarvan bewust." "Gelijkheid houdt voor mij in dat niet de afkomst, maar de capaciteiten van mensen centraal staan. Mijn indruk is dat er bij sollicitaaties nu minder gediscrimineerd wordt op achtergrond. Misschien tien jaar geleden wel. In het onderwijs is er wel vaak een scheiding tussen witte en zwarte scholen. Er zijn veel achterstanden bij leerlingen van allochtone afkomst, maar dat moet je differentiëren en hier per situatie een aparte aanpak voor organiseren. De oorzaak van het probleem ligt meestal aan de maatschappelijke achterstand. De overgang van specifiek naar generiek beleid vind ik wel goed. Doelgroepenbeleid helpt niet voor het integreren. Voor heel specifieke groepen, zoals de Roma, moet je dit wel blijven doen, en ook bij onderwijsachterstanden." verschil "Voor mij zijn mensen niet gelijk maar gelijkwaardig. Zij verschillen van elkaar, bijvoorbeeld in uiterlijk of achtergrond. Elk mens heeft dezelfde rechten, heeft een waardigheid en mijn drijfveer is het beschermen van die waardigheid en dat iedereen dezelfde rechten krijgt. Je moet ook de vrijheid van anderen kunnen verdedigen. Nederland is een democratische samenleving, waar mensen eerlijke kansen krijgen en dat moet je verdedigen."
Pagina | 14
Intergratie: waar moet het heen? "De vrees is niet onterecht dat het benoemen van problemen stigmatiserend werkt. Maar waar heb je als solliciterende jongere van Marokkaanse afkomst nu het meeste last van? Dat er in de krant staat dat er gericht problemen worden aangepakt, of het feit dat er vaker problemen zijn met Marokkaanse jongeren? Geef prioriteit aan het terugdringen van criminaliteitscijfers bij Marokkaanse en Antilliaanse jongeren en aan het bestrijden van integratieproblemen bij die groepen, zodat je de vooroordelen kunt afsluiten. Zo komt er een betere uitgangspositie voor die jongeren." "De wetgever moet invulling geven aan het grondwettelijk uitgangspunt dat iedereen voor de wet gelijk is. Wij willen om die reden dat de algemeen geldende regel dat dieren in Nederland alleen verdoofd geslacht mogen worden, geen uitzondering meer kent. Het moet voor een dier niet uitmaken welk geloof zijn slachter heeft, duidelijk is dat onverdoofd slachten leidt tot ernstig en vermijdbaar dierenleed. En dat leidt vervolgens weer tot onbegrip tussen bevolkingsgroepen. Dat moet voorkomen worden." "Het eerste wat je moet doen, is dat overal wordt opgetreden waar discriminatie optreedt. Die mogelijkheden zijn er. Je moet er wel voorzichtig mee zijn om niet voor alle groepen een quotum in te stellen. Dat geeft het gevoel dat ze alleen worden aangenomen omdat ze tot een doelgroep behoren. Het is een verantwoordelijkheid van instellingen en bedrijven om daar actief beleid op te voeren. Zeker overheidsinstellingen moeten een actief beleid hebben om ernaar te streven dat het personeelsbestand een afspiegeling vormt van de maatschappij ." "In ons grondbeginsel over gelijkheid wordt genoemd dat iedereen gelijkwaardig is. Iedereen in Nederland moet meedoen, maar daarvoor moeten mensen wel gelijke kansen krijgen. Het moet niet zo zijn dat iemand geen baan kan krijgen vanwege discriminatie. Iedereen moet goed onderwijs kunnen volgen. Als je goed onderwijs hebt gehad, moet je je handen uit de mouwen steken en iets terugdoen voor de samenleving. Iedereen gelijke rechten, maar ook gelijke plichten!"
Pagina | 15
7) Wat kunnen we leren van de ervaringen met de ‘oude’ migrantengroepen voor de nieuwe arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa? "Duidelijke regels stellen en duidelijke verwachtingen scheppen. Bij de Europese Commissie pleiten we voor taaleisen als iemand zich hier permanent vestigt. Ook stellen we taaleisen aan mensen die in de bijstand komen. Wij willen wel voor een ander werken als die echt onze hulp nodig heeft, maar niet als iemand het zich maar gewoon laat aanleunen. Werkgevers hebben hierbij ook een verantwoordelijkheid en inspanningsverplichting. Bijvoorbeeld door het aanbieden van laagdrempelig taalaanbod op de werkvloer en na werktijd." "Het probleem met de Turkse en Marokkaanse migranten was dat iedereen dacht dat ze zo weer weg zouden gaan. Als blijkt dat de Midden- en Oost-Europeanen toch niet terug gaan, dan moeten zij een stap zetten wat inburgering en taal betreft. Ik weet niet welke wettelijke mogelijkheden er zijn om die inburgering echt voor iedereen te laten gelden. We hebben er heel lang mee gewacht bij die andere minderheden en hun eerste generatie is eigenlijk tussen wal en schip blijven hangen. Deze onverschilligheid kunnen wij ons nu niet kunnen veroorloven." "Voldoen aan de basiscriteria taal, opleiding en werk. En meedoen voor zover het kan. Dat zijn de belangrijkste lessen. Bij de Polen is het anders, omdat zij Europese burgers zijn. Zij mogen hier komen werken en kunnen niet verplicht worden Nederlands te leren. Door huisjesmelkers en malafide uitzendbureaus is er een smet gekomen op deze mensen. Ze komen hier alleen maar voor werk, anders gaan ze weer terug. Er blijft geloof ik een derde hier. Maar dit is toch anders dan vijfentwintig à dertig jaar geleden de Turken en Marokkanen. Dit zijn meer tijdelijke arbeidsmigranten." "We moeten lessen trekken uit het verleden. Er mogen geen wijken ontstaan met etnische concentraties van Oost-Europeanen. Er bestaat al taalachterstand onder deze groep. Voordat hun kinderen op school zitten en schooluitval ontstaat, moet hier preventief mee worden omgegaan. Ook moet er een inburgeringcursus komen voor hun ouders. En wij moeten beseffen dat zij geen werk komen inpikken. Wij hebben ze nodig. Accepteer ze als nieuwe Nederlanders. Etnische organisaties zouden solidair met hen moeten zijn."
Pagina | 16
Intergratie: waar moet het heen? "Er is één groot verschil: een deel van de Polen weet al dat zij zal blijven. Je moet instrumenten verzinnen om ze te laten integreren en de taal te leren. De meerderheid is geworven door Nederlandse uitzendbureaus. Wij willen dat als iemand langer dan drie maanden in Nederland voor een uitzendbureau werkt, dat uitzendbureau verplicht wordt om diegene Nederlands te leren. Een tweede instrument is de leerplicht. Die kun je leeftijdsonafhankelijk maken en zo ook oudkomers verplichten alsnog naar school te gaan, om Nederlands te leren bijvoorbeeld." "Het is belangrijk gettovorming en clustering van mensen van bepaalde herkomst te voorkomen, en actief te werken aan integratie en onderling begrip. Dat proces vereist tweerichtingsverkeer. Wie zich niet wil aanpassen aan de cultuur van het vestigingsland, roept problemen over zichzelf af. Wie niet openstaat voor de inbreng van nieuwkomers eveneens."
"Sommige dingen gaan eigenlijk net zo hard fout als toen. Ten eerste de positie van migranten op het werk. Er is veel uitbuiting. Daar moeten we vanuit de overheid en de vakbeweging wat tegen doen. De liberalisering van het uitzendwezen heeft verkeerd uitgepakt en moet worden teruggedraaid. Ten tweede de huisvesting van die migranten. Blijkbaar hebben we er te weinig van geleerd om de rechten van mensen te garanderen. Het derde is dat een deel van de Midden en Oost-Europese migranten hier zal blijven. Dat betekent dat je zo snel mogelijk aan de slag moet met taal en onderwijs voor gezinnen met kinderen." "De voormalige gastarbeiders kunnen daar zelf een rol in spelen. Taal is belangrijk. Oost-Europeanen kunnen wij wettelijk niet dwingen om de taal te leren. Maar als 35 procent van deze groep zich permanent wilt vestigen in Nederland moeten zij wel Nederlands op basisniveau kunnen spreken. Ik heb daarom de initiatiefwet ingediend ‘Geen Nederlands, geen bijstand’ vanuit de gedachte dat iemand in de bijstand moeilijk aan werk kan komen omdat taal de grootste drempel is."
Pagina | 17
8) Wat is het unique selling point van uw partij ten aanzien van de Kunst van het Samenleven? "De aandacht voor werkelijke tolerantie op basis van pluriformiteit: mensen in hun waarden laten, maar ook van hen vragen om deze waarden voor te leven. Als mensen de ruimte krijgen om hun eigen verantwoordelijkheid op te pakken, dan raakt men meer bij elkaar betrokken." "Onze verdraagzaamheid komt voort uit het evangelie. Ga nou niet zelf voor God spelen en onderscheid maken, ook niet als overheid. Ik zie in het evangelie zelf aanzetten tot tolerantie en vrijheid om ook hele domme dingen te zeggen en dingen die ook haaks op het evangelie staan. En als God daar vrijheid voor geeft, dan moeten wij mensen dat ook geven. Vrijheid is voor ons heel belangrijk. Vrijheid die je gunt, maar die je soms ook beschermt. Vrijheid van onderwijs en van godsdienst. Het gaat ook om samenleven, we moeten van ‘ik’ naar ‘wij’." "De nadruk op onderwijs en de waarden verdraagzaamheid, rechtszekerheid en vrijheden. Dat is zo essentieel, dat iedereen dat tussen de oren moet krijgen. Wij vertrouwen op de eigen kracht van mensen. Wij koesteren een diverse samenleving, waar mensen met verschillende opvattingen en gebruiken met elkaar samenleven. "Wij hebben de multiculturele samenleving steeds verdedigd. Die heeft weliswaar zijn donkere kanten, maar wij houden van Nederland zoals het is. Wij hebben ook oog voor zowel het individu als voor de diversiteit binnen de etnische gemeenschappen."
Pagina | 18
Intergratie: waar moet het heen? "Wij willen komen van een debat dat verdeelt naar een debat dat verbindt. Het is ons gelukt om met reëel bestaande problemen om te gaan en ze te benoemen met als doel om ze op te lossen. We zijn ons er ook van bewust geworden dat culturele achtergrond soms ook problemen kan veroorzaken. Als je die weg wilt nemen, moet je ook aandacht hebben voor die culturele componenten. Maatwerk inzetten op het reële probleem. Met de toename van diversiteit, moet ook de verbondenheid toenemen, anders gaat het mis. Verschillen doen er toe, maar het kan alleen werken op het moment dat je ook investeert in het verbonden zijn aan elkaar." "De Kunst van het Samenleven beperkt zich niet tot de eigen soort. Het menscentrale denken en het Ons-soort-mensen-denken moet doorbroken worden. De eigenheid van ieder mens, maar ook van elke ander levend wezen, verdient erkenning en bescherming. Niet het recht van de sterkste dient centraal te staan, maar het belang van de zwakste behoort ook een volwaardige plaats te krijgen in onze samenleving.”
"Een van de dingen waar wij de afgelopen jaren veel op gehamerd hebben, is dat voorzieningen als woningcorporaties, onderwijs, zorg en thuiszorg op een menselijke schaal georganiseerd worden. Inmiddels staan meer partijen dat voor, maar daar worden in de praktijk nog veel te weinig consequenties aan verbonden. Je moet naar een kleinschalige manier van organiseren en, als het niet anders kan, defuseren." "Wij leggen niet vanuit de overheid een blauwdruk op over hoe het allemaal moet, maar spreken mensen aan op hun eigen verantwoordelijkheid. Geef mensen zoveel mogelijk vrijheid. Iedere stad, ieder dorp is anders. Probeer het onderwerp ‘samenleven’ niet vanuit Den Haag te bedisselen."
Pagina | 19
9) Hoe ziet u de Nederlandse samenleving voor u in 2030?
"Positief. De huidige, hoge sociale opwaartse mobiliteit van allochtone meisjes (derde generatie) is gevolgd door de jongens. De spanningen van immigratie zijn afgenomen omdat we duidelijker zijn over wat we van elkaar verwachten en duidelijker zijn dat naar Nederland immigreren grote inspanningen vergt. In 2030 zijn we een open, gastvrij land met een blik op de wereld en een goed draaiende kenniseconomie waar niet de afkomst, maar de toekomst telt." "Dan hoop ik dat we een samenleving hebben die ontspannen met verschillen om kan gaan. Die weet waar het hart van de samenleving klopt, en dat is met centrale waarden als vrijheid en ruimte voor verschillen. Maar die ook ontspannen om kan gaan met pluraliteit. Die weet waar je elkaar vast moet houden en weet waar je elkaar vrijheid moet geven. Dit kunnen we bereiken door veel te praten en iedere keer het onderwerp weer aan te kaarten." "Je moet wel realist zijn als politicus. Wat ik fijn zou vinden, als we in 2030 geen onderscheid meer zouden maken naar ‘dat is een Turk, dat een Marokkaan, dat een Chinees’, in de negatief kwalificerende zin. Veel jonge mensen zien al helemaal niet meer wie wie is. Als dat in 2030 bij iedereen zo is, betekent dat dat de ‘integratie’, dat vreselijke woord, succesvol is. Je kunt wel allemaal dromen, maar in 2030 zijn er weer hele nieuwe problemen om op te lossen." "Nederland moet in de toekomst noodgedwongen een internationaal georiënteerd land worden. Noodgedwongen, omdat de economie in de toekomst openheid zal afdwingen. Europese landen zullen dan bedelen om buitenlandse arbeidskrachten. Zaken als dubbele nationaliteit, gemengde relaties of religie zijn dan geen issue meer. Dit is de economische kant van het verhaal. Wat betreft het emotionele aspect denk ik dat emotionele acceptatie en gelijke kansen gunnen voor iedereen ook in de toekomst een kwestie zal blijven."
Pagina | 20
Intergratie: waar moet het heen? "De Nederlandse economie moet de komende jaren aantrekken en structureel verbeteren. De hele westerse wereld wordt een open samenleving, die enorme kansen oplevert en waarin mensen migreren al naar gelang ze ergens kansen zien. Economisch gezien worden hier producten, slimme diensten en uitvindingen bedacht voor de rest van de wereld. De keuzes die je nu maakt, gaan jarenlang doorwerken. Het grote keerpunt wordt het voorgenomen uit kleden van de publieke sector, met minder maatschappelijke waarde ten gunste van de financieel waarde. Mijn sterke overtuiging is dat diversiteit alleen maar een kans kan zijn, als je genoeg investeert in eenheid. Dat was eigenlijk altijd zo’n beetje ons motto, de afgelopen jaren." "We zitten in een cruciale fase in de geschiedenis. Niet alleen de financiële crises, maar ook de biodiversiteit, het klimaat, de wereldvoedsel- en waterverdeling, de grondstofverdeling, de volksgezondheid en de sociale cohesie staan ernstig onder druk. We staan op het kruispunt van wegen. Wat mij betreft slaan we de weg in van mededogen en duurzaamheid, maar dat kan alleen wanneer voldoende mensen dat willen."
"In een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau stond dat het grootste deel van de Nederlanders hecht aan een solidaire en ontspannen samenleving en aan zekerheden op het werk en thuis. Maar tegelijkertijd verwacht een meerderheid dat dit steeds minder zal worden. Waar komt die tegenstelling vandaan? We zien een ontwikkeling die gaat naar een vechtmaatschappij op zijn Amerikaans. We moeten een andere weg inslaan en voor Nederland in 2030 als stip aan de horizon neerzetten dat we stappen hebben gemaakt die een ontspannen samenleving, gelijkwaardigheid en solidariteit verder bevorderen." "Ik denk dat wij in 2030 een belangrijke rol spelen in de wereld op economisch gebied. Met integratie zijn wij wat opgeschoten in 2030. Je ziet in Nederland ook steeds meer gemengde relaties ontstaan en daardoor ontstaat er veel meer begrip voor elkaar. Ik verwacht dat mensen in de toekomst steeds meer samen zullen werken."
Pagina | 21
Dialoog Academie en Stichting Islam & Dialoog
Rochussenstraat 221 3021 NT Rotterdam
Rochussenstraat 221 3021 NT Rotterdam
Tel: 010 - 425 75 33 www.dialoogacademie.nl
Tel: 010 - 240 00 15 www.islamendialoog.nl
© 2012 | Bronvermelding wordt op prijs gesteld.