xml/integratie
t case
Gelaagde berichtenuitwisseling in de strafrechtsketen
Respect voor
Het programma ePV houdt zich bezig met elektronische berichten
verschillen en
uitwisseling in de strafrechtsketen. Bijzonder binnen ePV is dat elk
uiteenlopende
onderdeel zijn eigen zaken regelt met zijn eigen systemen en dat
bevoegdheden
alleen afspraken worden gemaakt over de koppelvlakken.
informatie / september 2007
Brian Dommisse
46
De samenleving wordt regelmatig opgeschrikt door incidenten die voorkomen hadden kunnen worden als de betrokken instanties beter hadden samengewerkt. En niet zelden speelt gebrekkige uitwisseling van informatie daarin een rol (de ene instantie was allang op de hoogte van een misstand, maar verzuimde een andere daarover te informeren). Vroeger werd dit nog wel eens geaccepteerd als een onvermijdelijk gevolg van onze ingewikkelde samenleving, maar tegenwoordig weten we dat veel van die fouten zijn te voorkomen door een efficiënte inzet van ICT. Ook de strafrechtsketen kende (en kent) samenwerkingsproblemen. Vrijlatingen als gevolg van vormfouten en een gebrekkige aanpak van veelplegers (die alleen werden berecht voor de zaak waarvoor ze op dat moment waren opgepakt) zijn daar milde voorbeelden van. Dergelijke zaken halen vaak de pers en zorgen zo voor de nodige politieke druk om tot verbeteringen te komen. Die druk, maar ook het inzicht bij de partijen in de keten dat het anders kan en moet, heeft uiteindelijk geleid tot het programma ePV (Elektronische Berichtenuitwisseling in de Strafrechtsketen), dat zich bezighoudt met elektronische berichtenuitwisseling in de strafrechtsketen. Betrokken zijn de ‘strafrechtorganisaties’ die onder Justitie ressorteren en de politie, die onder Binnenlandse Zaken valt. Bijzonder aan dit programma is dat het niet uitgaat van de opzet van één systeem voor de hele
keten (de standaardreactie die we vaak zien bij de aanpak van samenwerkingsproblemen), maar dat het de onderlinge verschillen en uiteenlopende bevoegdheden van de partners respecteert. Binnen ePV regelt elk onderdeel zijn eigen zaken met zijn eigen systemen. Alleen daar waar gegevens worden uitgewisseld (koppelvlakken), worden afspraken gemaakt.
Berichtenuitwisseling als lagenmodel Om doelmatig bedrijfsinformatie met elkaar te kunnen uitwisselen moeten ketenpartners op verschillende lagen afspraken met elkaar maken c.q. ketenstandaarden met elkaar vastleggen. Hierbij verleent iedere laag een dienst aan de bovenliggende laag. 1. Systemen moeten aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Er moet tussen verschillende netwerken een datacommunicatievoorziening zijn. Dat kan internet zijn of een eigen gesloten netwerk. 2. Via de datacommunicatielaag kunnen applicaties van de ketenpartners met behulp van een communicatiefunctie berichten met elkaar uitwisselen volgens een protocol. De communicatiefunctie is te beschouwen als een elektronische postkamer die verzend- en afleverdiensten aanbiedt ongeacht de inhoud van de berichten. De communicatiefuncties en de datacommunicatievoorziening worden tezamen
Samenvatting Het programma ePV houdt zich bezig met elektronische berichtenuitwisseling in de strafrechtsketen. Bijzonder is dat het de onderlinge verschillen en uiteenlopende bevoegdheden van de ketenpartners respecteert; alleen daar waar gegevens worden uitgewisseld (koppelvlakken), worden afspraken gemaakt. Het uitwisselingsconcept is te schetsen als een lagenmodel en op alle lagen zijn afspraken nodig.
beschouwd als een generieke infrastructuur. 3. Tussen de applicaties van de ketenpartners zijn nu – dankzij de diensten van de generieke infrastructuur – bedrijfstransacties mogelijk. Binnen een bedrijfstransactie worden bedrijfsdocumenten in combinatie met de (vaak ongestructureerde) bijlagen uitgewisseld. 4. De bedrijfsdocumenten bestaan uit groepen gegevenselementen waarvan de betekenis en karakteristieken in gegevensdefinities zijn vastgelegd. 5. De uitgewisselde gegevenselementen zijn de dragers van de bedrijfsinformatie, die uiteindelijk op het niveau van de bedrijfsprocessen via afgesproken interactieprocessen wordt uitgewisseld. Dit uitwisselingsconcept laat zich schetsen als een lagenmodel (zie figuur 1). Het lagenmodel is een conceptueel model. Het feitelijke verloop van de communicatie tussen twee ketenpartners volgt de gestippelde booglijn. Aan de zendende kant pakt men bedrijfsinformatie in gegevenselementen in, gegevenselementen in bedrijfsdocumenten en bedrijfsdocumenten in berichten. Die gaan
vervolgens als een ‘bitstroom’ via de datacommunicatievoorziening naar de andere partij. Aan de ontvangende kant worden deze zaken door de opeenvolgende lagen in omgekeerde volgorde ‘uitgepakt’, totdat het geheel op het hoogste niveau is teruggebracht tot de bedrijfsinformatie die de zendende partij beoogde over te dragen.
Afspraken over invulling van het model Op alle onderscheiden lagen zijn afspraken nodig. Soms moeten die zelf bedacht worden, maar beter is ze te kopiëren uit bestaande open standaarden en raamwerken en daarna eventueel te verbijzonderen naar de specifieke eisen die een specifieke keten stelt. Bij de uitwisseling van berichten in de strafrechtsketen zijn zaken als betrouwbaarheid en veiligheid essentieel. Daarnaast moeten zowel ‘normaal’ berichtenverkeer, batchoverdracht (grote bestanden) als snelle, interactieve bevragingen worden ondersteund. Op basis van deze vereisten is de e-businessstandaard ebXML Messaging Service (ebMS) gekozen als te gebruiken stanketenpartner 2
bedrijfsproces
bedrijfsinformatie
interactieproces
gegevens
gegevenselementen
gegevensdefinities
gegevens
applicatie
bedrijfsdocument & bijlagen
bedrijfstransactie
applicatie
infrastructuur
communicatiefunctie
bericht
communicatieprotocol
datacommunicatievoorziening
Figuur 1. Het lagenmodel van berichtenuitwisseling
bedrijfsproces
communicatieinfrafunctie structuur
informatie / september 2007
ketenpartner 1
47
xml/integratie
t case
seling van berichten tussen justitiepartijen onderling en voor de uitwisseling van berichten van die organisaties met externe partijen zoals de politie, op basis van ebMS-berichten. Een vergelijkbare voorziening in het politiedomein is de Externe Politiebroker. Schematisch ziet de koppeling tussen die twee domeinen eruit als in figuur 2.
daard voor berichtenverkeer. Om interoperabiliteit en functionaliteit te bieden zijn daarbij aanvullende afspraken nodig, zogenaamde profielen. Die zijn vastgelegd in de Justitiestandaard Asynchrone Berichtenuitwisseling (JAB), een profiel van ebMS, bedoeld als basisprofiel voor uitwisseling binnen het gehele justitiedomein en met externe partners, zoals de politie en de RDW. De keuze voor ebMS is gemaakt omdat het een zeer algemene transportspecificatie is. Het biedt de mogelijkheid informatie in willekeurige formaten te structureren, te verpakken en te vervoeren. Dit is belangrijk aangezien in de strafrechtsketen berichten worden uitgewisseld met bijvoorbeeld dossiers waarvan een deel van de informatie al in XML is gemodelleerd maar een ander deel ongestructureerd is vastgelegd in PDF- of Officeformaat. Die diversiteit zal blijvend ondersteund moeten worden, omdat te verwachten valt dat in de toekomst foto’s, filmpjes, geluidsopnamen, et cetera met een bericht mee verpakt moeten worden. Om een berichtenstandaard te kunnen gebruiken zijn voorzieningen nodig zoals netwerkverbindingen, (integratie)software en centrale en decentrale knooppunten om berichten te kunnen routeren. In de strafrechtsketen is voor de postbezorging de Justitie Berichtenservice (JUBES) gerealiseerd. JUBES is een centraal knooppunt voor de uitwis-
Bij de berichtenuitwisseling moeten objecten worden onderscheiden. Deze objecten, inclusief de gehanteerde terminologie, zijn ontleend aan het internationale business framework ebXML (waar ebMS een onderdeel van is). Dit is een verzameling van open standaarden voor e-businesstoepassingen, die ook prima bruikbaar is voor e-governmentimplementaties. De belangrijkste objecten die voor de strafrechtsketen gedefinieerd zijn, zijn bedrijfsinformatie, gegevensdefinities, bedrijfstransacties en bedrijfsdocumenten. Er zijn standaarden gekozen om de objecten te beschrijven en te representeren. Het hiervoor gebruikte metamodel, inclusief terminologie, is afgeleid van ebBP (ebXML Business Process). ‘Bedrijfsdocument’ is bijvoorbeeld een vertaling van het begrip ‘business document’ uit ebBP en ‘bedrijfstransactie’ is een vertaling van het ebBPbegrip ‘business transaction’. Voor het definiëren van bedrijfsdocumenten en gegevens wordt geleund op de concepten en methoden van een vocabulaire voor elektronische handel, UBL (Universal Business Language). Met UBL kunnen XML-bedrijfsdocumenten worden gedefinieerd voor elektronische gegevensuitwisseling, gebruikmakend van gemeenschappelijke bouwstenen en toegepast in verschillende contexten. UBL is een implementatie van de ebXML Core Component Specification. Er is voor gekozen
JAB
JAB
informatie / september 2007
partner A
48
partner C
JAB/ ebMS
JAB
externe politiebroker
JAB
JUBES
partner B
Figuur 2. Koppeling tussen Externe Politiebroker en JUBES.
partner D
Analyse- en ontwerpmethodiek Om het analyseren van ketenprocessen en het opstellen van afspraken over berichtenuitwisseling tussen ketenpartners uniform en voorspelbaar te laten verlopen (en dus door de jaren heen vergelijkbare resultaten te krijgen), is er binnen het ePV-programma een methode ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van de bovengenoemde standaarden. Het handboek dat deze methode beschrijft is te vinden op www.justid.nl/EBV. Onderdelen van de methode zijn ook ingebracht in de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA).
XML en de uitgangspunten bij integratie Het beschreven stelsel aan standaarden, technieken en methoden heeft zijn nut reeds bewezen bij keten- en andere integratieprojecten. De keuze voor de toegepaste standaarden en technologieën is arbitrair, want voor de verschillende onderdelen zouden ook andere keuzes mogelijk zijn. Dat XML in nagenoeg alle integratietrajecten een rol speelt, is echter onontkoombaar. Maar ook met XML kan men nog alle kanten uit. Op de technische laag zou ook een webservicesvariant (WS*) passen in plaats van ebMS. Voor het modelleren van processen en gegevens bestaan ook andere tools en technieken. En de uiteindelijke XML-schema’s kunnen ook opgesteld worden via andere Naming and Design Rules. De keuzes die in de strafrechtsketen zijn gemaakt, hoe arbitrair ook, zijn in ieder geval gebaseerd op een aantal uitgangspunten:
• De gekozen standaard moet een open standaard zijn, dus niet leverancierspecifiek. • Er moeten COTS (Commercial Off the Shelf)producten en open-sourceproducten zijn die de standaard ondersteunen. • Omdat we ons hier op overheden richten, volgt de standaard bij voorkeur uit Europese of Nederlandse e-governmentaanbevelingen. • Het geheel aan standaarden en voorzieningen moet in samenhang met elkaar samenwerken (raamwerk). • Vervanging van onderdelen van het raamwerk moet mogelijk zijn in de toekomst. Om die reden worden vanuit het project wel XML-schema’s gegenereerd, maar niet onderhouden. Onderhoud vindt plaats op het functionele niveau (gegevenswoordenboek, bedrijfsdocumenten). • Ketenpartners moeten autonoom kunnen blijven in de keuzes die ze maken voor de inrichting van hun eigen interne informatiehuishouding. • Uitwisseling met andere domeinen waar andere afspraken gelden, moet ondersteund kunnen worden, liefst via algemene voorzieningen waarvan alle partijen gebruik kunnen maken als ze eenmaal aangesloten zijn.
Definities van objecten in de strafrechtsketen Bedrijfsinformatie is informatie die nodig is voor de uitvoering of sturing van een bedrijfsproces (zoals informatie over de voortgang van het betreffende proces of van een gerelateerd bedrijfsproces, maar ook over bijvoorbeeld een verdachte of een strafzaak) die via interactieprocessen tussen ketenpartners kan worden uitgewisseld. Bedrijfsinformatie kan via interactieprocessen tussen twee of meer ketenpartners worden uitgewisseld. Gegevensdefinities geven een specificatie van de semantiek en karakteristieken (zoals lengte en waardebereik) van een gegeven selement dat kan voorkomen in een bedrijfsdocument of bericht header. Referentiegegevens zijn voorgedefinieerde waarden (uit een tabel) voor een bepaald gegevenselement. Bedrijfstransacties zijn atomaire (niet-deelbare) communicatieacties tussen de applicaties van twee ketenpartners bij de uitwisseling van bedrijfsdocumenten. In beginsel bestaat zo’n transactie uit één ‘verzoek’ en één ‘respons’. Eén of meer samenhangende bedrijfstransacties vormen samen een interactieproces. Bedrijfsdocumenten ten slotte zijn een samenhangende, op basis van een XML-schema, gestructureerde set van gegevenselementen (zoals de gegevenselementen uit een proces-verbaal) die via een bericht wordt uitgewisseld tussen de applicaties van twee of meer ketenpartners ter ondersteuning van hun bedrijfsprocessen. In de spreektaal wordt vaak gesproken van een bericht terwijl feitelijk een bedrijfsdocument (al dan niet met bijlagen) wordt bedoeld.
informatie / september 2007
om UBL toe te passen omdat we hier specifiek met ketencommunicatie te maken hebben. Een grote hoeveelheid en diversiteit aan organisaties en systemen binnen de strafrechtsketen moet de XML-berichten kunnen begrijpen en verwerken. Daarom moeten de berichtdefinities en berichten zelf zo goed mogelijk leesbaar zijn en voor maar één interpretatie geschikt. UBL biedt hierin voor naamgeving en typering van gegevens een internationaal erkende standaard. Binnen de strafrechtsketen wordt gebruikgemaakt van de Naming & Design Rules (NDR), die aangeven hoe gegevenselementen worden herkend en hoe de naamgeving ervan moet zijn. De UBL Core Component Type Specificatie is een implementatie van ISO 11179 Naming Conventions. Daarnaast wordt het Core Component Type toegepast, dat standaardbeschrijvingen van typen elementen (binair, datum) geeft waarop is aangesloten.
49
xml/integratie
t case
»Doorbreek de ‘analysis paralysis’ en ga aan de slag
Aan de slag Hoewel keuzes vaak arbitrair zijn, moeten er wel knopen voor worden doorgehakt. Er wordt op uitvoerend niveau vaak lang getreuzeld, omdat iedereen op zijn eigen systemen en (meer of minder open) standaarden zit. Op dat niveau spelen dan weer heel andere belangen dan op bestuurlijk niveau, maar uiteindelijk wordt op het bestuurlijke niveau daardoor vaak niet doorgepakt. Uiteraard zijn er over twee tot drie jaar vast weer nieuwe en betere standaarden en alternatieven voorhanden, maar de overheden moeten nu stappen zetten om de beloften van een echte e-overheid waar te maken, zonder daarbij al te zeer afhankelijk te worden van leverancierspecifieke oplossingen. Binnen de strafrechtsketen is de stelling geweest dat bijvoorbeeld een open standaard als ebMS de komende jaren een uitstekende oplossing is als verzendprotocol. Die oplossing is voor de meeste overheidsorganisaties een enorme stap vooruit wat betreft het realiseren van hun onderlinge uitwisselingen, en de ondersteunende systemen ervoor zijn commercieel in te kopen, zonder omvangrijke maatwerktrajecten te implementeren. Voor invoering van gegevensuitwisseling is het feitelijk
«
niet eens zo belangrijk welk protocol wordt gebruikt, als de organisatie maar een goede interface heeft naar en tussen de eigen applicaties en die van de buitenwereld, die gebruiksvriendelijk en goed te beheren implementaties biedt, et cetera. Met andere woorden: doorbreek de ‘analysis paralysis’ en ga aan de slag. Links Begrippenlijst ePV: www.justid.nl/images/ePV%20Begrippenlijst%20 (v1.213)_tcm54-69716.pdf. Bouwstenen voor Berichtenuitwisseling tussen Overheden: www. e-overheid.nl/sites/berichtenuitwisseling Elektronisch Berichtenverkeer in de Strafrechtsketen (EBV): www. justid.nl/EBV ebXML: www.ebxml.org ebXML Message Service Specification (ebMS): www.oasis-open. org/specs/index.php#ebxmlmsgv2 ebXMLBusiness Process (ebBP): www.oasis-open.org/committees/ tc_home.php?wg_abbrev=ebxml-bp#overview European Operability Framework (EIF): http://ec.europa.eu/idabc/ en/document/2319/5644 Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA): www. e-overheid.nl/atlas/referentiearchitectuur/ Overheidsservicebus (OSB): http://gbo.overheid.nl/ overheidsservicebus Universal Business Language (UBL): www.oasis-open.org/ committees/ubl
Brian Dommisse is partner bij Pheidis Consultants en was als programmamanager betrokken bij ePV en het project Bouwstenen voor Berichten uitwisseling tussen Overheden. E-mail:
[email protected].
BENT U INNOVATIEF BEZIG?
informatie / september 2007
nationaalICTevent
50
Op dinsdag 23 oktober 2007 vindt het Nationaal ICT Event plaats. Tijdens dit evenement worden de twee belangrijkste innovatieve en ICT-gerelateerde awards in Nederland uitgereikt, namelijk de Broos van Erp prijs en de Innovator Award. Op woensdag 24 en donderdag 25 oktober vindt ook bij Media Plaza in de Jaarbeurs Utrecht het MKB Innovatie Preuvenement plaats. Tijdens het Nationaal ICT Event zullen de genomineerden voor de Broos van Erp prijs en Innovator Award 2007 zich, onder leiding van Jort Kelder, presenteren voor de hoofdjury. Tijdens het executive diner, gedurende de avond, zullen de twee winnaars bekend worden gemaakt. Kijk voor meer informatie op www.ictevent.nl. Het MKB Innovatie Preuvenement is een inspirerend en interactief evenement, waar het sleutelwoord innovatie is en hier commercieel en succesvol mee aan de slag te gaan. Het praktijkgerichte evenement is gericht op kleine en middelgrote bedrijven die bezig gaan of zijn met innovatie en ICT. Het evenement is gericht op ondernemers, met verhalen van en door ondernemers. Kijk voor meer informatie op www.mkbpreuvenement.nl.
Deze evenementen worden mede mogelijk gemaakt door: