CRIV 54 COM 147
CRIV 54 COM 147
BELGISCHE KAMER VAN
CHAMBRE DES REPRESENTANTS
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
DE BELGIQUE
INTEGRAAL VERSLAG
COMPTE RENDU INTEGRAL
MET VERTAALD BEKNOPT VERSLAG VAN DE TOESPRAKEN
AVEC COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT DES INTERVENTIONS
COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE L'INFRASTRUCTURE, DES COMMUNICATIONS ET DES ENTREPRISES PUBLIQUES
Dinsdag
Mardi
28-04-2015
28-04-2015
Voormiddag
Matin
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
N-VA PS MR CD&V Open Vld sp.a Ecolo-Groen cdH VB FDF PTB-GO! PP
Nieuw-Vlaamse Alliantie Parti Socialiste Mouvement réformateur Christen-Democratisch en Vlaams Open Vlaamse Liberalen en Democraten socialistische partij anders Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen centre démocrate Humaniste Vlaams Belang Fédéralistes démocrates francophones Parti du Travail de Belgique – Gauche d’Ouverture! Parti Populaire
Afkortingen bij de nummering van de publicaties : DOC 54 0000/000
Abréviations dans la numérotation des publications : e
e
DOC 54 0000/000
QRVA
Parlementair stuk van de 54 zittingsperiode + basisnummer en volgnummer Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Document parlementaire de la 54 législature, suivi du n° de base et du n° consécutif Questions et Réponses écrites
CRIV
Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (witte kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture blanche)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen) (witte kaft) Plenum Commissievergadering Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (avec les annexes) (couverture blanche) Séance plénière Réunion de commission Motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige)
PLEN COM MOT
PLEN COM MOT
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen : Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.dekamer.be e-mail :
[email protected]
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes : Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.lachambre.be e-mail :
[email protected]
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
i
28/04/2015
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de samenwerking tussen de marktregulatoren" (nr. 1809) Sprekers: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
1
Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la coopération entre les organes régulateurs de marchés" (n° 1809) Orateurs: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
1
Vraag van de heer Benoît Friart aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de te hoge prijs van tripleplaypakketten op de Belgische markt" (nr. 1897) Sprekers: Benoît Friart, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
2
Question de M. Benoît Friart au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le prix trop élevé des offres triple play sur le marché belge" (n° 1897) Orateurs: Benoît Friart, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
2
Vraag van de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de controle op de naleving van de artikelen 122 en 123 WEC" (nr. 2215)
4
Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le contrôle relatif au respect des articles 122 et 123 de la loi sur les communications électroniques" (n° 2215) Orateurs: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
4
6
Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'organisation de marchés publics innovants pour les start-up numériques" (n° 2230) Orateurs: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
6
8 8
Questions jointes de - M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'authentification mobile" (n° 2231) - M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'utilisation de la carte d'identité électronique sur un téléphone mobile" (n° 2329) Orateurs: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
8 8
Sprekers: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post Vraag van de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "innovatief aanbesteden voor digitale starters" (nr. 2230) Sprekers: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post Samengevoegde vragen van - de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "mobiele authenticatie" (nr. 2231) - de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het gebruik van de eID op een mobiele telefoon" (nr. 2329) Sprekers: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
8
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
8
54E LEGISLATURE
ii
28/04/2015
CRIV 54 COM
147
Vraag van de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de impact van de provinciale stakingsdag van 8 december 2014 bij het BIPT" (nr. 2232) Sprekers: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
12
Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les répercussions de la journée de grève provinciale du 8 décembre 2014 sur l'IBPT" (n° 2232) Orateurs: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
12
Samengevoegde vragen van - de heer Laurent Devin aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het terugschroeven van de overheidsdotatie voor bpost" (nr. 2235) - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de verlaagde overheidsdotatie aan bpost" (nr. 3036) - de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de overheidsdotatie voor bpost" (nr. 3918) Sprekers: David Geerts, Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
14 14
Questions jointes de - M. Laurent Devin au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la réduction de la dotation publique de bpost" (n° 2235)
14 14
14
- M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la réduction de la dotation publique à bpost" (n° 3036) - M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la dotation publique de bpost" (n° 3918) Orateurs: David Geerts, Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications Poste
14
Questions jointes de - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les licenciements secs dans le cadre du plan Alpha" (n° 2575) - M. Laurent Devin au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les conclusions du plan Alpha chez bpost" (n° 2599) - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les bénéfices de bpost et leur impact sur le personnel" (n° 3299) Orateurs: David Geerts, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
18 18
Samengevoegde vragen van - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de naakte ontslagen in het kader van het Alphaplan" (nr. 2575) - de heer Laurent Devin aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de conclusies van het Alphaplan bij bpost" (nr. 2599) - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de winsten van bpost en de impact op het personeel" (nr. 3299) Sprekers: David Geerts, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
14
18 18
18
18
Samengevoegde vragen van - mevrouw Karine Lalieux aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de geografische spreiding van de postdiensten in het Brussels Gewest" (nr. 2529)
21 21
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
Questions jointes de - Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la répartition géographique des services de la poste en Région bruxelloise" (n° 2529)
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
14
18
18
20 20
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
- de heer Philippe Blanchart aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de toekomst van de postkantoren van Thuin en Lobbes" (nr. 2784) - de heer Jean-Marc Delizée aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het behoud van de kleine postkantoren in landelijke gebieden op langere termijn" (nr. 2958) Sprekers: Karine Lalieux, Jean-Marc viceDelizée, Alexander De Croo, eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post Samengevoegde vragen van - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het uitstel van de afschaffing van de roamingtarieven" (nr. 2707) - mevrouw Karine Lalieux aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het standpunt van de Raad van de Europese Unie in verband met de ontwerpverordening voor de Europese interne markt voor telecommunicatie" (nr. 2786) - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de netneutraliteit" (nr. 2881)
iii
28/04/2015
21
21
- M. Philippe Blanchart au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'avenir des bureaux de poste de Thuin et Lobbes" (n° 2784) - M. Jean-Marc Delizée au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le maintien à terme des petits bureaux de poste en zones rurales" (n° 2958)
20
20
Orateurs: Karine Lalieux, Jean-Marc Delizée, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique Télécommunications - Poste 26 26
Questions jointes de - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le report de la suppression des tarifs de roaming" (n° 2707) - Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la position du Conseil européen sur le projet de règlement relatif aux télécommunications" (n° 2786)
26 26
26
- M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la neutralité de l'internet" (n° 2881) Orateurs: David Geerts, Karine Lalieux, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications Poste
26
Vraag van mevrouw Fabienne Winckel aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de uitvoering van de digitale agenda" (nr. 2694) Sprekers: Fabienne Winckel, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
29
Question de Mme Fabienne Winckel au vicepremier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la mise en oeuvre de l'agenda numérique" (n° 2694) Orateurs: Fabienne Winckel, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
29
Vraag van de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "verdere stappen tegen het illegaal online aanbod" (nr. 2862)
31
Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "des pas supplémentaires dans la lutte contre les offres illégales en ligne" (n° 2862) Orateurs: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
31
Vraag van de heer Peter Dedecker aan de vice-
34
Question de M. Peter Dedecker au vice-premier
34
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
26
Sprekers: David Geerts, Karine Lalieux, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
Sprekers: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
26
54E LEGISLATURE
iv
28/04/2015
147
ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la transparence en matière de limites de téléchargement" (n° 2878) Orateurs: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de transparantie inzake downloadlimieten" (nr. 2878) Sprekers: Peter Dedecker, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post Samengevoegde vragen van - de heer David Clarinval aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het sociaal tarief voor mobiele telefonie" (nr. 2987) - de heer Peter Dedecker aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het sociaal tarief voor mobiele telefonie" (nr. 3270) - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de sociale tarieven" (nr. 3583) - de heer Roel Deseyn aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het sociaal tarief in het kader van telecom" (nr. 3694) Sprekers: David Clarinval, Peter Dedecker, David Geerts, Alexander De Croo, viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
CRIV 54 COM
35 35
35
35
35
Vraag van de heer Philippe Blanchart aan de viceeersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de toekomst van bpost" (nr. 2785) Sprekers: Philippe Blanchart, Alexander De Croo, vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking - Digitale Agenda - Telecommunicatie - Post
40
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
Questions jointes de - M. David Clarinval au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les tarifs sociaux pour la téléphonie mobile" (n° 2987) - M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les tarifs sociaux pour la téléphonie mobile" (n° 3270) - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les tarifs sociaux" (n° 3583) - M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le tarif social dans le secteur des télécommunications" (n° 3694) Orateurs: David Clarinval, Peter Dedecker, David Geerts, Alexander De Croo, vicepremier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique Télécommunications - Poste Question de M. Philippe Blanchart au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'avenir de bpost" (n° 2785) Orateurs: Philippe Blanchart, Alexander De Croo, vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement - Agenda numérique - Télécommunications - Poste
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
35 35
35
35
35
40
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
1
28/04/2015
COMMISSIE VOOR DE INFRASTRUCTUUR, HET VERKEER EN DE OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE L'INFRASTRUCTURE, DES COMMUNICATIONS ET DES ENTREPRISES PUBLIQUES
van
du
DINSDAG 28 APRIL 2015
MARDI 28 AVRIL 2015
Voormiddag
Matin
______
______
La séance est ouverte à 10.08 heures et présidée par Mme Karine Lalieux. De vergadering wordt geopend om 10.08 uur en voorgezeten door mevrouw Karine Lalieux. 01 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over tussen de marktregulatoren" (nr. 1809) 01 Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, entre les organes régulateurs de marchés" (n° 1809) 01.01 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, het regeerakkoord schrijft voor dat de verschillende marktregulatoren die vandaag elk in hun eigen markt toezien op de eerlijke concurrentie en de rechten van de consumenten, zullen samenwerken. Er zal worden bekeken in hoeverre zij tot één autoriteit kunnen komen voor de consument en de markt, zoals in Nederland. Daartoe zullen wij de bevoegdheden evalueren, om tot een synergie te komen en om de werking te versterken. Dat initiatief kan zorgen voor een centralisatie van expertise, voor een sterkere specialisatie en voor een efficiëntere werking. Daarover heb ik al een algemene vraag gesteld aan uw collega, minister Peeters, maar de vragen die ik tot u richt handelen meer specifiek over het BIPT-aspect in dit verhaal. Mijnheer de minister, welke structuur stelt u tot doel van die operatie? Hoe ziet u het BIPT daarin evolueren? Welke taken moeten volgens u geïntegreerd worden over de regulatoren heen en operationeel worden samengevoegd? Welke stappen plant u om tot die nieuwe structuur te komen?
en minister van "de samenwerking la Coopération au sur "la coopération
01.01 Peter Dedecker (N-VA): La coopération entre les différents régulateurs du marché est prescrite par l’accord de gouvernement et l’option de la création d’une autorité unique pour la protection des consommateurs et la régulation du marché sera examinée. Quel est le type de structure qui doit être mise en place et comment l’IBPT se positionnera-til au sein de celle-ci? Quelles sont les missions qui doivent être intégrées et quelles seront les mesures prises à cet effet? Quelles sont les initiatives déjà déployées pour renforcer la synergie entre les régulateurs et quelles sont les réformes déjà effectuées à l’IBPT?
Welke initiatieven hebt u dienaangaande reeds genomen om de synergie tussen de verschillende regulatoren te versterken? Wat is er al gebeurd op het terrein van het BIPT? 01.02 Minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitter, ik heb eerst, via een recent gepubliceerde wet, de onafhankelijkheid van de regulator versterkt, om de inbreukprocedure van de EU tegen België te stoppen. In een tweede fase zal nu, in overleg met het BIPT, bekeken worden hoe zijn inhoudelijke, strategische, operationele en
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
01.02 Alexander De Croo, ministre: Par l'adoption d'une nouvelle loi, j'ai renforcé l'indépendance du régulateur pour faire cesser une procédure
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
2
28/04/2015
financiële onafhankelijkheid nog verder kan versterkt worden. In verband met de hervorming van de regulatoren werd een efficiëntieoefening gestart. Op basis van deze oefening zal bekeken worden welke structuur het meest aangewezen is en op welke vlakken meer efficiëntie kan bereikt worden. Het is nu echter nog te vroeg om bepaalde pistes naar voren te schuiven.
01.03 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, uw antwoord is wel een beetje vaag en algemeen. Ik had gehoopt dat wij reeds een paar stappen verder zouden staan en dat er toch reeds een basis was voor een evaluatie, een miniem deeltje van een studie bij het BIPT. Ik hoop dat daarvan nog snel werk wordt gemaakt. De eerste stap, die onafhankelijkheid, is er natuurlijk wel. Daarop hebben wij de voorbije vier jaar heel sterk aangedrongen en dat is inderdaad een grote stap vooruit, of beter de stap achteruit van de vorige regering werd teruggedraaid.
CRIV 54 COM
147
d'infraction contre la Belgique. Nous allons à présent examiner comment renforcer davantage l'indépendance de l'IBPT. En ce qui concerne la réforme, un exercice d'efficacité a été mené. Nous examinerons sur la base de celui-ci quelle structure est la plus adaptée et à quels niveaux l'efficacité peut être améliorée. 01.03 Peter Dedecker (N-VA): J'avais espéré que nous aurions progressé davantage. Seule la première étape, à savoir l'indépendance du régulateur, a été franchie, une mesure du précédent gouvernement ayant ainsi été annulée.
L'incident est clos. Het incident is gesloten. 02 Question de M. Benoît Friart au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le prix trop élevé des offres triple play sur le marché belge" (n° 1897) 02 Vraag van de heer Benoît Friart aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de te hoge prijs van tripleplaypakketten op de Belgische markt" (nr. 1897) 02.01 Benoît Friart (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, comme vous le savez, le "triple play" désigne un type d'offre commerciale que les opérateurs mettent à disposition de leurs abonnés en regroupant trois services: l'accès à internet, la téléphonie fixe et la télévision numérique.
02.01 Benoît Friart (MR): Bij tripleplaypakketten worden internet, vaste telefonie en digitale televisie gecombineerd aangeboden.
En Belgique, trois sociétés dominent ce marché: les deux câbloopérateurs, VOO et Telenet, d'une part, et, d'autre part, Proximus.
In een recente vergelijkende studie naar het prijsniveau van telecomproducten stelt het BIPT vast dat tripleplaypakketten in België nog altijd veel te duur zijn in vergelijking met de prijzen in Frankrijk, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koningrijk. Het BIPT schrijft dat toe aan de geringe concurrentie tussen VOO, Telenet en Proximus. Het weekblad Trends-Tendances kwam in zijn editie van 22 januari 2015 tot dezelfde vaststelling voor alle forfaitaire tariefplannen, zowel de aanbiedingen met een zeer snelle of gemiddeld snelle internetverbinding als de
L'IBPT, le gendarme des télécoms, a récemment publié sa troisième étude comparative du niveau des prix des produits de télécommunication. Cette étude est une analyse approfondie des tarifs des différents opérateurs belges. Elle permet en outre de déterminer si les consommateurs de notre pays paient plus ou moins cher que dans les pays voisins. En ce qui concerne le triple play, le constat de l'IBPT est sans appel: celui-ci demeure encore trop cher en Belgique, surtout si l'on compare les tarifs à ceux en vigueur chez nos voisins les plus proches, à savoir la France, l'Allemagne, les Pays-Bas et le Royaume-Uni. L'IBPT y voit la conséquence d'une concurrence toute relative entre les trois sociétés précitées. Il ressort d'un article de l'hebdomadaire Trends-Tendances du
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
3
28/04/2015
22 janvier 2015 que le constat est valable pour l'ensemble des forfaits, qu'il s'agisse de ceux à très haut débit (alors que ce type d'abonnement coûte en moyenne 74 euros en Belgique, il ne coûte que 36 euros en France, soit plus de la moitié), à moyen débit (62 euros contre 54 euros aux Pays-Bas, par exemple) ainsi que pour les triple play "low cost" (55 euros en moyenne en Belgique contre 36 euros en France). De tels montants ne sont bien évidemment pas à l'avantage des consommateurs! Monsieur le ministre, d'une manière générale, que vous inspire la dernière étude de l'IBPT? Pensez-vous comme l'IBPT que les importantes différences de prix entre la Belgique et ses voisins sont notamment générées par une concurrence toute relative entre nos opérateurs? Comment expliquer que le marché néerlandais, qui est d'une taille comparable au nôtre, dispose d'offres plus intéressantes pour le consommateur? Estimez-vous que la législation belge actuellement en vigueur offre suffisamment d'outils pour stimuler la concurrence et aboutir à une baisse des prix dans le domaine des triple packs? Enfin, comment pensez-vous pouvoir pallier cette situation? 02.02 Alexander De Croo, ministre: Monsieur Friart, l'étude de l'IBPT a montré que les prix des produits télécoms se situent dans la moyenne, en comparaison des pays voisins. Cela vaut aussi en particulier pour les prix du triple play. J'estime que nous ne devons pas nous contenter d'être dans la moyenne, nous devons être pus ambitieux et tendre vers les prix les plus bas. Il n'y a manifestement pas assez d'offres bon marché en Belgique pour l'instant. Les PaysBas sont en effet moins chers que la Belgique pour les offres groupées, tant qu'on ne comptabilise pas les coûts des communications, car ceux-ci sont beaucoup plus élevés qu'en Belgique. Si les offres groupées sont plus chères en Belgique, c'est, d'une part, car les droits télévisuels y sont plus élevés et, d'autre part, car les Belges sont moins enclins à changer d'opérateur que les Néerlandais, ce qui diminue aussi la concurrence sur le marché. En vue d'une amélioration de la position de la Belgique, je tiens à ce que le passage d'un opérateur à l'autre soit plus facile à l'avenir. Je présenterai d'ici la trêve estivale un arrêté royal qui régira le changement d'opérateur. Le cadre réglementaire doit également y contribuer. Je fais en particulier référence à l'ouverture de la plateforme IPTV de Belgacom ainsi qu'à l'accès réglementé au réseau câblé. En ce qui concerne ce dernier, l'IBPT travaille actuellement à une révision des conditions auxquelles les opérateurs alternatifs peuvent avoir accès. Toutes ces mesures sont censées dynamiser le marché et stimuler la concurrence.
lowcostaanbiedingen. Hoe verklaart u de grote verschillen tussen de tarieven in België en in onze buurlanden? Reikt de Belgische wetgeving voldoende instrumenten aan om de concurrentie te stimuleren? Hoe kan deze situatie worden verholpen?
02.02 Minister Alexander De Croo: De studie van het BIPT toont aan dat België wat het prijsniveau van de telecomproducten betreft in de middenmoot zit. Volgens mij moeten we naar de laagst mogelijke prijzen streven. In België worden er te weinig goedkope formules aangeboden. In Nederland zijn de bundels goedkoper zolang de communicatiekosten buiten beschouwing worden gelaten; die liggen er veel hoger dan in België. De bundels vallen in België duurder uit, omdat de televisierechten in ons land hoger zijn en de Belgen minder geneigd zijn van operator te veranderen. Ik zal tegen het zomerreces een koninklijk besluit op tafel leggen om de verandering van operator gemakkelijker te maken. Het regelgevende kader moet daar eveneens toe bijdragen (IPTVsysteem, toegang van de operatoren tot het kabelnet).
02.03 Benoît Friart (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie. Je retiens que les communications sont plus chères aux Pays-Bas et que les droits télévisuels sont plus élevés chez nous. Comme vous le dites, il est important que nous puissions faciliter le passage d'un opérateur à l'autre. Je vous remercie de vous préoccuper de cette question.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
4
28/04/2015
CRIV 54 COM
147
Het incident is gesloten. L'incident est clos. 03 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de controle op de naleving van de artikelen 122 en 123 WEC" (nr. 2215) 03 Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le contrôle relatif au respect des articles 122 et 123 de la loi sur les communications électroniques" (n° 2215) 03.01 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, u hebt ongetwijfeld het onderzoek gezien van het BIPT naar de correcte naleving van de artikelen 122 en 123 van de wet van 13 juni 2005, de telecomwet. Daaruit blijkt dat zowel de transparantie vanwege de operatoren als de manier waarop die operatoren omspringen met de toestemming van hun abonnees, te wensen overlaat. Er is blijkbaar sprake van onduidelijkheid over de te verwerken gegevens en over de inhoud van de verwerking. Zo vraagt men bijvoorbeeld geen toestemming voor de verwerking, maar gaat men uit van een veronderstelde toestemming. Er is ook niet altijd een mogelijkheid om de toestemming weer in te trekken, of die is onduidelijk. Ten slotte bieden de contracten met derden te weinig garanties op een wetsconforme verwerking van de communicatiegegevens. Dat betreft de privacy in het algemeen, maar hier gaat het over zaken die specifiek en nog eens extra van toepassing zijn in de telecomwet, met specifieke telecombepalingen voor de operatoren. Daarom heb ik de volgende vragen. Ten eerste, hoelang mag een operator verkeers- en locatiegegevens van een klant blijven verwerken, nadat hij zijn abonnement heeft opgezegd? Als ik mijn abonnement bij een bepaalde provider opzeg, hoelang mag die dan nog mijn gegevens bewaren of verwerken? Ten tweede, op welke manier moeten operatoren aan hun gebruikers een voorafgaande kennisgeving doen van de verwerking van communicatiegegevens? Als dat via standaardformulieren moet gebeuren, wat moet er dan precies in dat document worden meegedeeld aan de abonnee? Wat moet de abonnee weten over de verwerking?
03.01 Peter Dedecker (N-VA): Il ressort d'une étude réalisée par l'Institut belge des services postaux et des télécommunications (IBPT) que la transparence des opérateurs télécom et la manière dont ils exploitent l'autorisation qu'ils ont ou non reçue de leurs abonnés laissent à désirer. Combien de temps un fournisseur d'accès peut-il conserver les données d'un client? Quelle est la procédure à suivre pour demander et obtenir l'autorisation de traiter les données d'un client? Comment une telle autorisation peut-elle être retirée? Un fournisseur d'accès peut-il intégrer un tiers dans ses conditions d'utilisation relatives au traitement de données? Comment le ministre compte-t-il accroître la transparence en la matière? Existe-t-il d'autres règles, dérogatoires, pour d'autres marchés que celui des télécoms?
Ten derde, op welke manieren moeten de operatoren aan hun abonnees de mogelijkheid geven om hun toestemming voor de gegevensverwerking in te trekken? Ik neem aan dat men die toestemming altijd moet kunnen intrekken. Op welke manier moet dat kunnen gebeuren en in hoeverre moet dat? Ten vierde, in hoeverre mogen de operatoren uitgaan van een automatische toestemming van de klant voor het gebruik van zijn verkeers- en locatiegegevens, door die op te nemen in de algemene voorwaarden van een contract? Ten vijfde, in hoeverre kan een operator een contract afsluiten met een derde partij over de communicatiegegevens van zijn klanten, waarbij die gegevens niet teruggevraagd of vernietigd kunnen worden, waardoor die derde partij vrijelijk over die gegevens kan beschikken? Als ik klant ben bij een bepaalde operator, die mijn gegevens verkoopt
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
5
28/04/2015
aan een adverteerder, en ik vertrek bij die operator, maar mijn gegevens blijven bij die adverteerder, dan lijkt mij dat een vreemde situatie. Ten zesde, hoe wil u, in het kader van de verwerking van gegevens van abonnees, de transparantie van de operatoren verhogen? Ten zevende, hoe wil u verder de garanties van de artikelen 122 en 123 van de wet betreffende de elektronische communicatie in de praktijk brengen? Ten slotte, het betreft hier afzonderlijke bepalingen in de telecomwet. Die kunnen uiteraard afwijken van bepalingen die elders gelden, in het bijzonder bij over-the-top players, niet alleen inzake telecom, maar ook in andere markten. In hoeverre wijken die af voor andere sectoren en wat is de ratio achter een specifieke afwijking voor de telecomoperatoren? 03.02 Minister Alexander De Croo: De artikelen 122 en 123 van de telecomwet bevatten geen verbod op het verwerken van verkeersgegevens, nadat de klant zijn abonnement heeft opgezegd. Voor onder andere marketingdoeleinden is de toestemming van de abonnee wel vereist en heeft hij de mogelijkheid om te allen tijde zijn toestemming in te trekken. De wet schrijft niet voor op welke manier de operatoren de toestemming van hun klanten moeten vragen. Volgens de aangehaalde artikelen is er van toestemming slechts sprake wanneer die uit vrije wil, voor specifieke doeleinden en voldoende geïnformeerd gebeurt. Het is alleszins essentieel dat de abonnee beschikt over een reële keuzemogelijkheid om zijn toestemming al dan niet te geven zonder dat dat repercussies heeft op zijn abonnement. De wet schrijft niet voor hoe de toestemming kan worden ingetrokken. Er is echter geen reden waarom de intrekking van de toestemming voor de verwerking van persoonsgegevens moeilijker of complexer zou zijn dan het opzeggen van het abonnement, wat op iedere schriftelijke wijze kan gebeuren, via een door de operator duidelijk bekendgemaakt adres. Het Europees Hof van Justitie preciseert in arrest C-119/12 van 22 november 2012 dat de operatoren van derden contracten moeten sluiten waarin in een wettige verwerking van verkeersgegevens wordt voorzien. Dat wil zeggen dat daarin hetzelfde beschermingsniveau moet worden gegarandeerd als dat van artikel 122 van de telecomwet en dat de operator de naleving ervan door de derde op elk ogenblik moet kunnen verifiëren. Dat is trouwens analoog met de bepalingen van de privacywet, meer bepaald artikel 21, eerste paragraaf van die wet, waarin de uitvoer van persoonsgegevens naar landen buiten de EU principieel slechts toegestaan is wanneer die landen een passend beschermingsniveau bieden. Het BIPT heeft vastgesteld dat zowel de transparantie vanwege de operatoren als de manier waarop de operatoren omspringen met de toestemming van hun abonnees, te wensen overlaat. Het BIPT zal dan ook in opvolging van het onderzoek met de betrokkenen nagaan hoe de bestaande tekortkomingen kunnen worden weggewerkt. De artikelen 122 en 123 van de telecomwet zijn een gevolg van de
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
03.02 Alexander De Croo, ministre: Le traitement de données de trafic après la résiliation d'un abonnement n'est pas interdit. Lorsque ce traitement est opéré à des fins de marketing, le consentement de l'abonné est requis; l'abonné doit aussi pouvoir retirer ce consentement. Aucune prescription ne régit la manière de demander le consentement de l'abonné mais une possibilité de choix réelle doit être prévue et il doit s'agir d'une manifestation de volonté libre, spécifique et basée sur des informations suffisantes. De même, la loi ne précise pas les conditions de retrait du consentement mais celles-ci devraient être analogues aux conditions de résiliation d'un abonnement. Conformément à un arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne, un niveau de protection égal à celui de la loi relative aux communications électroniques doit s'appliquer au traitement de données par une tierce partie. L'IBPT va assurer un suivi concernant la suppression des manquements qui ont été constatés. Par ailleurs, le traitement de données dans d'autres secteurs n'est l'objet
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
6
28/04/2015
CRIV 54 COM
147
harmonisering van de regelgeving van de lidstaten met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in de telecomsector. Er is vandaag geen harmonisering in verband met de verwerking van persoonsgegevens in andere sectoren.
d'aucune harmonisation.
03.03 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, er is inderdaad geen sprake van harmonisering. Dat is natuurlijk een vreemde situatie. Een van de elementen is misschien dat het level playing field tussen de over-the-top players en de klassieke operatoren te wensen overlaat. Het is natuurlijk een zeer goede zaak dat het BIPT hier een specifiek onderzoek naar heeft gevoerd. Dat was een stap vooruit.
03.03 Peter Dedecker (N-VA): Faute d’harmonisation, il est évident que les grands acteurs du secteur et les opérateurs classiques ne jouent pas à armes égales. J’espère que des mesures seront prises et je me réjouis que l’IBPT ait examiné cette question.
Kan dat eventueel worden herhaald in andere sectoren? De Privacycommissie is op dat vlak blijkbaar iets minder proactief dan het BIPT. Ik neem aan dat zij daaraan een voorbeeld kan nemen en ik hoop dat de zaak spoedig wordt opgelost. Het incident is gesloten. L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "innovatief aanbesteden voor digitale starters" (nr. 2230) 04 Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'organisation de marchés publics innovants pour les start-up numériques" (n° 2230) 04.01 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag dateert van 10 februari. Naast de oprichting van uw Digital Minds-groep, is er ondertussen de voorstelling van het platform Digital Belgium, waarmee u de digitale economie in ons land wenst aan te zwengelen. U hebt het daarbij ook zeer uitgebreid over de starters. Dit lijkt mij zeer belangrijk. Ik heb in dit kader tijdens de vorige legislatuur al aangedrongen op een beter wettelijk kader voor innovatief aanbesteden. In het buitenland — bijvoorbeeld met het SBIR-programma in het Verenigd Koninkrijk — zien wij dat een bepaald percentage van het volume aan openbare aanbestedingen specifiek wordt gereserveerd voor nieuwe producten, nieuwe diensten of nieuwe bedrijven. Niet zozeer omwille van het nieuwe voor het nieuwe, maar in de eerste plaats om te vermijden dat overheden, overheidsdiensten en overheidsbedrijven zich al te veel gaan richten op proven technology en niet durven open te staan voor nieuwe zaken. Ik kan wel een aantal voorbeelden geven uit mijn tijd bij iMinds, toen men het in aanbestedingen in deze digitale tijden nog specifiek had over analoge CCTV-camera’s. Dat is natuurlijk een algemene ziekte, een mindset bij de administratie. Geen enkele ambtenaar zal een negatieve evaluatie krijgen omdat hij een bestelling plaatste bij Microsoft of IBM die verkeerd liep. Hij moet daar echter wel voor vrezen als hij dit doet bij een startend bedrijfje en dit is zeer jammer. Ik meen dat wij hier echt vanaf moeten. Bovendien draagt een positieve houding ten opzichte van producten, diensten of bedrijven niet alleen bij tot een algemeen beter klimaat voor die bedrijven, maar in veel gevallen kunnen die overheidsbedrijven en overheidsdiensten een eerste referentieklant
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
04.01 Peter Dedecker (N-VA): L'accord de gouvernement prévoit explicitement l'élaboration d'un cadre légal pour les adjudications innovantes afin de favoriser l'émergence de jeunes entreprises innovantes. Il précise en outre que les pouvoirs publics doivent être ouverts à la création de produits, de services et d'entreprises. Lors de la présentation de la plateforme Digital Belgium, le ministre a également accordé une attention particulière aux entreprises débutantes. Où en est l'élaboration de ce cadre légal? Comment pourrait-on initier un changement de mentalité au sein des services publics pour qu'ils n'optent plus systématiquement pour les grandes entreprises connues? Le modèle relatif aux adjudications innovantes pour les start-up numériques a-t-il déjà été évoqué lors de la concertation des IT managers fédéraux? Comment pourrait-on également les faire changer de mentalité?
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
7
28/04/2015
zijn. Zij kunnen hun eerste klant zijn waarop zij misschien zelfs verlies maken, maar waarbij zij hun technologie kunnen perfectioneren, waardoor het bedrijf mogelijk kan doorgroeien. Het regeerakkoord voorziet expliciet in een wettelijk kader voor innovatief aanbesteden om zo innovatieve, startende bedrijven kansen te geven en stelt duidelijk dat de overheid moet openstaan voor nieuwe producten, nieuwe diensten en nieuwe ondernemingen. Ik heb dan ook een aantal vragen. Ten eerste, hoever staat het met een wettelijk kader voor innovatief aanbesteden? Ten tweede, naast de theorie is er uiteraard ook de praktijk. Ik heb daarnet een voorbeeld gegeven. Hoe kunt u de mindset op dat vlak in onze overheidsdiensten, dus effectief op de werkvloer, veranderen, zodat men ook openstaat voor nieuwe digitale diensten en bedrijven? Ten derde, in hoeverre werd het model voor innovatief aanbesteden voor digitale starters reeds besproken op het overleg van federale ITmanagers? Welke gevolgen werden hieraan gegeven? De ITmanagers zien mekaar op regelmatige basis. Ik neem aan dat dit punt daar ook al eens werd besproken en dat daaraan gevolgen werden verbonden. Ten vierde, wat zult u concreet doen om de mindset bij de ITmanagers in die richting te versterken? 04.02 Minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitter, de nieuwe EU-richtlijnen 2014/24 en 2014/25 inzake het plaatsen van overheidsopdrachten laten toe dat de lidstaten kunnen bepalen dat de aanbestedende diensten kunnen gebruikmaken van een mededingingsprocedure met onderhandelingen of een concurrentiegerichte dialoog voor de aankoop van werken, leveringen of diensten die te maken hebben met innovatieve oplossingen en dat gebruikgemaakt kan worden van de procedure van het innovatiepartnerschap, die gericht is op het ontwikkelen van innovatieve diensten, producten of werken en de daaropvolgende aankoop. Daarbij kan de aanbestedende instantie beslissen het innovatiepartnerschap af te sluiten met één partner of met meerdere partners met afzonderlijke onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. Het is de Commissie voor de overheidsopdrachten bij de diensten van de eerste minister die bevoegd is voor de omzetting van de genoemde richtlijnen. Het is in ieder geval de bedoeling van de Belgische wetgever de in de richtlijn genoemde toepassingsmogelijkheden ook in te schrijven in de Belgische reglementering inzake overheidsopdrachten. De FOD Economie wil een voortrekkersrol spelen op het vlak van digitale overheid door het aanbieden van innovatieve toepassingen aan burgers en ondernemingen, en door het voeren van een vooruitstrevend beleid inzake open data en het optimaal digitaliseren van informatiestromen, zowel binnen de FOD als tussen de FOD en zijn belangrijkste klanten. Fedict bekijkt met de verschillende betrokken partijen op welke
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
04.02 Alexander De Croo, ministre: Des directives européennes de 2014 et 2015 permettent d'inclure des solutions novatrices ainsi que la procédure du partenariat d’innovation dans les marchés publics. Le pouvoir adjudicateur peut conclure ce partenariat d’innovation avec un ou plusieurs partenaires pour développer des services, des produits ou des travaux innovants. La transposition de ces directives relève des compétences de la Commission des marchés publics instituée auprès des services du premier ministre. Notre pays a l'intention d'inscrire les possibilités offertes par ces directives dans notre réglementation. Le SPF Économie entend jouer un rôle de pionnier sur le plan de l'egovernment et des applications novatrices. Fedict examine la possibilité de permettre ces éléments innovants dans le cadre de la législation sur les marchés
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
8
CRIV 54 COM
28/04/2015
manier dit mogelijk is binnen de wetgeving op de overheidsopdrachten. Zodra dit een concrete vorm aanneemt, zal overlegd worden met de permanente stuurgroep ICT. Bovendien werd een voorstel gedaan aan de vzw Startups.be om iemand uit de innovatiecel van Fedict voor twaalf tot vierentwintig maanden ter beschikking te stellen, die zich specifiek zou toeleggen op het domein van start-ups en open data om het stimuleren van starters in dit verband gestalte te kunnen geven. Hiervoor werd een vacature uitgeschreven. Bij de overheidsopdrachten die geplaatst worden door Fedict wordt nu reeds rekening gehouden met starters en kmo’s, en wel op de volgende manieren. Dat kan bijvoorbeeld door de administratieve lasten voor het toegangsrecht te minimaliseren. Het kan ook door de eisen inzake de kwalitatieve selectie te beperken, zodat ook deze bedrijven kunnen meedingen. Voorts is er de mogelijkheid om raamovereenkomsten te sluiten met meerdere dienstverleners die dan per opdracht kunnen meedingen. Dit kan, meen ik, overheidsdiensten.
als
voorbeeld
dienen
voor
de
147
publics. Dans un stade ultérieur, une concertation sera mise en place avec le groupe de pilotage permanent en matière de TIC. Fedict désire également mettre un membre de son personnel à la disposition de l'ASBL Startups.be durant un ou deux ans. Fedict prend déjà en considération les starters et les PME novatrices dans le cadre des marchés publics en réduisant les charges administratives, en limitant la sélection qualitative et en permettant de conclure des contrats-cadres avec plusieurs prestataires de services.
andere
04.03 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, Fedict zet inderdaad goede stappen vooruit. Natuurlijk is dit, zoals u zegt, een voorbeeld voor andere overheidsdiensten. Het is belangrijk dat dit niet alleen geldt voor Fedict maar dat deze cultuur ingang vindt bij alle overheidsdiensten. Fedict is niet de IT-organisatie van de hele federale overheid, allesbehalve trouwens. Financiën is bijna het grootste IT-bedrijf van het land. Ik meen dat deze kwestie navolging verdient, maar dat er nog werk aan de winkel is voor u. Ik denk meer bepaald aan een screening van de aanbestedingen. Bij Fedict zal het inderdaad niet meer gebeuren, maar al te vaak bevatten aanbestedingen hoge drempels die het moeilijk maken voor kmo’s en starters. Soms eist men zelfs dat een bedrijf minstens drie jaar bestaat. Dat vind ik absurd. Daarmee sluit men expliciet starters uit. Dergelijke eisen moeten er absoluut uit. Het zou dus goed zijn dat er een proactieve aanpak komt, niet alleen bij uw eigen Fedict maar bij de volledige overheid.
04.03 Peter Dedecker (N-VA): Fedict tient déjà compte de cet aspect dans une large mesure, mais Fedict ne fait pas office d'organisation informatique pour l'ensemble des pouvoirs publics. En réalité, les Finances constituent la plus grande entreprise de TIC. Il reste donc encore une tâche considérable à accomplir, par exemple en matière de contrôle des adjudications. Actuellement, il est parfois exigé qu'une entreprise existe déjà depuis au moins trois ans.
Het incident is gesloten. L'incident est clos. 05 Samengevoegde vragen van - de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "mobiele authenticatie" (nr. 2231) - de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het gebruik van de eID op een mobiele telefoon" (nr. 2329) 05 Questions jointes de - M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'authentification mobile" (n° 2231) - M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'utilisation de la carte d'identité électronique sur un téléphone mobile" (n° 2329)
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
9
28/04/2015
05.01 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, tijdens uw beleidsverklaring heb ik een uiteenzetting gegeven waarin ik voor een echte mobile first-strategie heb gepleit. Ik heb u ter voorbereiding van mijn vraag ook een grafiekje bezorgd met een aantal marktgegevens over het mediagebruik. U merkt daarin duidelijk dat het mobiele gebruik exponentieel oprukt en ongetwijfeld in 2015 het populairste en meest gebruikte medium bij de consument is. Wij mogen op dat vlak niet achterblijven. Wij moeten minstens op die manier aanwezig zijn en onze diensten aanbieden. U merkt dat ook vandaag aan de toename van mobiel bankieren, dat op weg is om de nummer 1 te worden. De nood aan een dergelijke mobiele strategie waarbij de overheid dichter bij de burger geraakt en met gebruiksvriendelijke en innovatieve mobiele eGov-applicaties de mensen over de digitale kloof heen helpt, is hoog. De drempel is daar het laagst. Zo’n strategie is een noodzaak. U merkt dat nog geen 30 % van de gezinnen een kaartlezer voor de eID in huis heeft, hoewel de eID ondertussen al enkele decennia oud is, laat staan dat die mensen ermee kunnen werken en hun pincode nog weten. Nochtans neemt vandaag het aantal smartphones en tablets exponentieel toe. De overheid is de laatste partij om die omslag te maken. De banken zijn ons al een hele tijd voor. De mensen hebben blijkbaar vertrouwen in die mobiele apps, ondanks de gevoeligheid op het vlak van onze financiën. Om die omslag te maken, moet de overheid natuurlijk eerst een mobiel authenticatiesysteem hebben, dat heel wat gebruiksvriendelijker is dan de eID met het bijhorende ‘bakje’. Wij hebben nu via Belfius een bakje dat losstaat van de pc en waarmee er dus geen installatieproblemen meer zijn. De gebruiker moet echter nog altijd het bakje bij zich hebben. Iemand die op de trein iets wil bekijken, heeft meestal dat bakje niet bij. Een systeem zonder bakje, zoals vandaag in de bankapplicaties steeds meer te zien is, lijkt mij dus essentieel. U hebt blijkbaar uw bakje wel bij. Ik heb dat niet. Met de komst van Apple Pay en konsoorten wordt zelfs resoluut nagedacht over het afschaffen van de bankkaart. Dat is nog een stap verder.
05.01 Peter Dedecker (N-VA): Une stratégie accordant la priorité à l’infrastructure mobile est indispensable. L’utilisation des téléphones mobiles explose, mais le gouvernement n’a pas encore pris ce virage. Il faut préalablement créer un système d’authentification plus convivial pour les applications mobiles. L’Estonie fait figure de précurseur dans ce domaine. Quelle est l’incidence du Règlement européen du 23 juillet 2014 et comment la Belgique se positionne-t-elle concrètement à son égard? En vertu des dispositions du règlement précité, grâce à leur système convivial, les Estoniens devraient pouvoir se connecter aux sites des services publics belges. Existe-t-il des projets pour assurer la compatibilité des différents systèmes entre eux? Des tests ont été réalisés avec la carte d’identité électronique à l’époque du secrétaire d’État Van Quickenborne. Comment le système a-t-il évolué depuis? Une version plus moderne du système d’authentification fédéral est-elle prévue? Quelle est la vision à long terme du ministre? Où en sont les systèmes d’exploitation et les opérations de cryptage qui risquent de compliquer la mise en œuvre de cette technique? Qu’a appris le ministre en Estonie à propos de l'utilisation de la carte d'identité électronique sur un téléphone mobile?
Estland is op dat vlak de voorloper. Elke burger binnen en buiten Estland kan nu zelfs een Ests eID opvragen, waarmee op het Estse eGov-systeem kan worden ingelogd alsook op het systeem van andere lidstaten. Ik heb gemerkt dat u tijdens de krokusvakantie ook een werkbezoek hebt gebracht aan Estland, dat echt het voorbeeld op dat vlak is. Daarom heb ik enkele vragen voor u. Ten eerste, wat is de impact van verordening nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
10
28/04/2015
CRIV 54 COM
147
transacties in de interne markt vandaag en in de nabije toekomst voor onze eGov-systemen? Een en ander moet toelaten dat Esten met hun gebruiksvriendelijk systeem bij ons kunnen inloggen. Is er een plan om onze systemen compatibel te maken? Hoe concreet is dat plan? Hoe zit het met de planning, uitvoering en kosten? Ten tweede, wat is de strategie van ons land om met die verordening om te gaan? Estland is ter zake heel proactief en kiest voor de vlucht vooruit. Wat doen wij? Ten derde, al onder staatssecretaris Van Quickenborne werd met de mobile eID geëxperimenteerd. Hoe is dat systeem ondertussen geëvolueerd? Zijn er plannen om mobiel inloggen op het federale authenticatiesysteem zonder eID en zonder kaartlezer mogelijk te maken? Op welke manieren kan dat? Welke visie hebt u op dat vlak op lange termijn? Wat is de stand van zaken op het vlak van operating systems en versleutelingsoperaties die een implementatie kunnen bemoeilijken? Er zijn verschillende ecosystemen voor smartphones. Hoe kunnen we de eID daarvoor compatibel maken? Wat hebt u over mobile eID opgestoken tijdens uw laatste werkbezoek aan Estland? Waar wilt u staan over vijf jaar in deze legislatuur? 05.02 Minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitter, mijnheer Dedecker, de Europese verordening van 23 juli 2014 heeft directe werking in het Belgisch recht. Er moeten dit jaar nog een aantal uitvoeringshandelingen worden gesteld door Europa en daarnaast moet veel Belgische wetgeving worden afgestemd. Deze oefening is momenteel bezig. Er zal een inventaris worden gemaakt van alle overheidstoepassingen en van het bijhorende veiligheidsniveau. Voor toepassingen van de twee hoogste veiligheidsniveaus die toegankelijk zijn voor buitenlanders zal België alle Europees aangemelde identificatiemiddelen van de twee hoogste niveaus dienen te aanvaarden. Ook onze Belgische eID zal daaraan voldoen. De samenwerking met andere lidstaten wordt momenteel uitgewerkt binnen het STORK-project. België zal zijn eID notificeren en wacht de ervaring van de eerste notificerende lidstaten af alvorens zelf die stap te nemen. De authenticatie met behulp van de gebruikersnaam met wachtwoord en token als afgeleide van de eID is beschikbaar op mobiele toestellen. In de nabije toekomst is in de volgende authenticatieoplossingen voorzien: authenticatie met een eenmalige toegangscode via sms en authenticatie aan de hand van een draadloze kaartlezer met de eID. Deze laatste authenticatie wordt evenwaardig beschouwd aan de authenticatie met connected eID. Momenteel worden andere oplossingen onderzocht voor mobiele
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
05.02 Alexander De Croo, ministre: Le Règlement européen est directement applicable en droit belge. L’Europe doit encore poser une série d’actes d’exécution cette année et il reste à la Belgique beaucoup de travail en matière d’harmonisation législative. L’exercice est en cours. Nous allons procéder à un inventaire de toutes les applications publiques et du niveau de sécurité y afférent. Pour les applications des deux niveaux de sécurité les plus élevés, qui sont accessibles aux étrangers, la Belgique devra accepter l’ensemble des moyens d’identification européens signalés. Notre carte d’identité électronique s’y conformera également. La coopération avec d’autres États membres se met actuellement en place au sein du projet STORK. La Belgique entend notifier son eID
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
11
28/04/2015
authenticatie. Zowel softwarematige als op hardware gebaseerde oplossingen worden overwogen. Voorlopig zijn er nog geen conclusies van deze studie beschikbaar.
mais veut d’abord savoir quelles leçons en ont tiré les premiers Etats membres qui l’ont déjà fait.
De verscheidenheid van de apparatuur en het besturingssysteem vormen inderdaad een grote uitdaging. Het onderhoud van een dergelijke verscheidenheid aan systemen is heel duur.
L’authentification à l’aide du nom d’utilisateur avec mot de passe et du token en tant que dérivé de l’eID est accessible sur les téléphones mobiles. Dans un proche avenir, les solutions d’authentification suivantes seront prévues: l’authentification au moyen d’un code d’accès unique par le biais d’un sms et l’authentification avec l’eID au moyen d’un lecteur de carte sans fil, une technique considérée comme équivalente à la carte d’identité électronique connectée.
Ik heb kunnen vaststellen dat Estland heel ver staat op het vlak van egovernment. De oplossingen van dat land kunnen niet rechttoe rechtaan bij ons worden gekopieerd omdat de bestuurlijke, politieke en culturele context verschilt van de onze, maar ze kunnen zeker wel als inspiratie dienen. Eigenlijk is in het begin het omgekeerde gebeurd. De introductie van de eID bij ons vijftien jaar geleden is immers een inspiratie geweest voor Estland.
D’autres solutions sont recherchées en ce moment pour l’authentification mobile, tant sur le plan du logiciel que du matériel. La maintenance des systèmes est extrêmement coûteuse en raison de leur diversité. L’Estonie est très avancée sur le plan de l’e-governement. Nous ne sommes pas en mesure de copier leurs solutions mais nous pouvons certainement nous en inspirer. L’introduction de notre carte d’identité électronique a inspiré l’Estonie. 05.03 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij waren destijds met de eID inderdaad een voorloper in Europa en een inspiratie voor Estland. In Estland heeft men uiteraard niet de wet van de remmende voorsprong gehad. Men heeft daar aan greenfield ontwikkeling kunnen doen, terwijl de wet van de remmende voorsprong voor ons op de duur zorgt voor een achterstand. Wij moeten daarvoor opletten. Als ik u goed heb begrepen, zal België de eID notificeren, maar zullen wij wachten tot een aantal andere lidstaten dat heeft gedaan. Waar wij vroeger de eersten waren om met het eID-platform van start gaan, zullen we deze keer wachten. Heb ik dat goed begrepen?
05.03 Peter Dedecker (N-VA): À l’époque, nous étions en effet à l’avant-garde mais malheureusement, nous avons revu nos ambitions à la baisse. Nous ne sommes plus à la pointe mais, dans le meilleur des cas, des adeptes de la première heure. Je me réjouis de l’arrivée de différents systèmes d’authentification.
05.04 Minister Alexander De Croo: We zullen wachten tot een aantal landen de eerste stap hebben gezet, maar we gaan niet wachten tot de laatste. We zullen kijken naar een aantal eerste landen. 05.05 Peter Dedecker (N-VA): We wachten op een aantal eerste
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
12
28/04/2015
CRIV 54 COM
147
landen. Vroeger waren wij de eerste, de voortrekker, mijnheer de minister. Nu gaan wij die koppositie proactief opgeven. Wij zeggen als het ware dat anderen de weg voorbereiden en wij zullen volgen. Wij worden geen trendsetter meer, maar in het beste geval een early adopter. Wij zijn blijkbaar niet meer de koploper. Het is jammer dat het ambitieniveau sterk verlaagd wordt. Het is wel een goede zaak dat er verschillende authenticatiesystemen komen, ook voor de meer laagdrempelige toepassingen. 05.06 Minister Alexander De Croo: Ter aanvulling, wij zijn nog bezig met de omzetting. Mijn excuses dat ik nog maar zes maanden bezig ben, maar ik moet soms een beetje achterstand inhalen. 05.07 Peter Dedecker (N-VA): U hebt inderdaad achterstand in te halen. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 06 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de impact van de provinciale stakingsdag van 8 december 2014 bij het BIPT" (nr. 2232) 06 Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les répercussions de la journée de grève provinciale du 8 décembre 2014 sur l'IBPT" (n° 2232) 06.01 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, tijdens het begrotingsdebat in december heb ik dit bericht van de website van ACV-Transcom geciteerd: "De personeelsleden van BIPT kregen op maandag 8 december een dag dienstvrijstelling en hoefden niet te komen werken. Hiermee toont de Raad van het BIPT op een originele manier zijn steun om deze provinciale actiedag te laten slagen. Personeel hoeft dus niet te staken en lijdt dus geen loonverlies." Ik heb intussen vernomen dat het BIPT not amused was met dit bericht, dat intussen dan ook van de website van het ACV verdwenen is. Concreet zouden de universitaire medewerkers aan telewerken hebben kunnen doen, terwijl voor de andere personeelsleden een dienstvrijstelling gegeven werd omdat vakbondsleden de toegang tot het gebouw blokkeerden. U weet dat ook de Vlaamse overheid in dat gebouw huist en vakbondsleden van de Vlaamse overheid of van het BIPT hebben daar de toegang geblokkeerd en de rest van het BIPT overlast bezorgd. Ik had daar toch graag nog wat meer details over vernomen. Ten eerste, hoeveel personeelsleden konden op 8 december aan telewerk doen? Hoeveel personeelsleden namen verlof op? Hoeveel personeelsleden kregen een dienstvrijstelling? Hoeveel personeelsleden gaven te kennen dat zij zouden staken? Hoeveel personeelsleden van het BIPT zijn eigenlijk gesyndiceerd en krijgen hun vakbondsbijdrage terugbetaald door de werkgever? Hoe was de verhouding tussen statutairen en contractuelen? Wat deed de rest? Ten tweede, wat was de totale kostprijs van de provinciale actiedag van 8 december voor het BIPT aan dienstvrijstellingen en aan andere zaken?
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
06.01 Peter Dedecker (N-VA): Selon le syndicat CSC-Transcom, le lundi 8 décembre, le personnel de l’IBPT a reçu une journée de dispense de service. Le Conseil de l’IBPT aurait ainsi apporté son soutien à la journée d’action provinciale menée par le personnel. Mais l’IBPT était loin d’être ravi par cette journée d’action. Les collaborateurs universitaires auraient effectué du télétravail et des militants syndicaux bloquant les accès à l’IBPT, les autres membres du personnel auraient reçu une dispense de service. Combien de membres du personnel ont pu travailler à domicile? Combien ont pris une journée de congé et combien ont reçu une dispense de service? Quel a été le nombre de grévistes? Quel est le nombre d’agents syndiqués parmi le personnel de l’IBPT? Quelle était la proportion d’agents statutaires/contractuels grévistes? Quelle a été l’attitude des autres
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
13
28/04/2015
Ten derde, welke lessen werden uit de stakingsdag getrokken om de daaropvolgende nationale stakingsdag beter te laten verlopen? Ten vierde, wat waren de cijfers uit voorgaande vragen voor de nationale stakingsdag? Hoe was de opvolging van de getrokken lessen van 8 december? Ten vijfde, hoe evalueert u zelf deze stakingsdagen bij het BIPT? Welke lessen trekt u daaruit? Welke maatregelen zult u nemen om een herhaling te voorkomen en in een permanente toegang tot het gebouw te voorzien? U weet ongetwijfeld ook dat het hof van beroep te Brussel heeft bevestigd dat stakers werkwilligen niet mogen tegenhouden en ernstige dwangsommen opgelegd kunnen krijgen indien zij dat toch zouden doen. Zal het BIPT in de toekomst van deze mogelijkheden gebruikmaken om het recht op werken voor zijn personeel af te dwingen en het geven van dienstvrijstellingen te vermijden? Zal het BIPT deze maatregelen ook publiek aankondigen om stakers met blokkeringsplannen op andere gedachten te brengen? Wat zijn de plannen en welke positie neemt u desbetreffend in?
membres du personnel? Combien a coûté cette journée de grève à l’IBPT? J’ai des questions analogues en ce qui concerne la journée de grève nationale qui a suivi. Quels ont été les enseignements tirés de la journée d’action provinciale dans la perspective de la grève nationale et quelles ont été les mesures prises? Quelle est l’évaluation faite par le ministre de ces journées de grève et quels sont les enseignements qui en ont été tirés? Quelles seront les mesures prises pour éviter la répétition du scénario vécu à cette occasion et pour garantir l’accès aux bâtiments de l’IBPT? La direction de l’IBPT entend-elle à l’avenir exploiter les options juridiques existantes pour faire valoir le droit de travailler des agents qui le souhaitent? Ces mesures seront-elles annoncées publiquement? Quelles sont les intentions du ministre et quelle est son attitude sur cette question?
06.02 Minister Alexander De Croo: Mijnheer Dedecker, op 8 december 2014 heeft het BIPT een volledige dienstvrijstelling toegekend aan de BIPT-personeelsleden die op de hoofdzetel in Brussel werken – de vrijstelling gold niet voor de mensen in de controlecentra – en die niet van thuis uit konden werken. Dat werd gedaan om te vermijden dat de BIPT-medewerkers voor een gesloten deur zouden staan. Het BIPT had immers van de vakbonden de bevestiging gekregen dat zij de toegang zouden blokkeren.
06.02 Alexander De Croo, ministre: Le 8 décembre 2014, l’IBPT a octroyé une dispense totale de service aux membres du personnel travaillant au siège central à Bruxelles en sachant que les syndicats en bloqueraient l’accès.
Van de 209 BIPT-personeelsleden waren slechts 59 BIPTmedewerkers of 28 % verhinderd. Zij hebben dus effectief de dienstvrijstelling genoten. Daarnaast hebben ongeveer 65 medewerkers thuis gewerkt. Voorts waren 24 medewerkers aanwezig in de controlecentra, 46 medewerkers waren gewettigd afwezig wegens verlof, vier vijfden, halftijds werk, ziekte enzovoort. Negen medewerkers zijn geïnfiltreerd in het Ellipsgebouw, 1 medewerker werkte vanuit het buitenland en 5 medewerkers hebben gestaakt.
Parmi les 209 membres du personnel de l’IBPT, seuls 59 ont été empêchés, environ 65 ont eu recours au télétravail, 24 se sont présentés au centre de contrôle, 46 étaient absents avec une justification, 9 sont parvenus à accéder à l’Ellipse building, un collaborateur a travaillé depuis l’étranger et 5 ont pris part à la grève.
De totale kostprijs van de volledige dienstvrijstelling toegekend op de provinciale stakingsdag bedraagt 12 033,63 euro. Op de nationale stakingsdag van 15 december 2014 werd geen volledige dienstvrijstelling toegekend aan het BIPT-personeel, aangezien er geen blokkades aangekondigd waren die de toegang tot het BIPTgebouw zouden belemmeren.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
Le coût total de la dispense de service s’élève à 12 033,63 euros. Aucune dispense totale de service n’a été octroyée pour la journée de grève nationale du 15 décembre
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
14
CRIV 54 COM
28/04/2015
147
Om in de toekomst de kosten van dergelijke stakingsdagen te beperken, zal het BIPT verder blijven werken aan de facilitering en uitbreiding van home working voor zijn medewerkers, zodat in alle omstandigheden bij een blokkering van de toegang tot het Ellipsgebouw het BIPT-personeel van thuis uit kan werken.
2014.
06.03 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, u zou kunnen stellen dat er zich 9 helfies onder het BIPT-personeel bevonden. Zij wilden absoluut de handen uit de mouwen steken en drongen daartoe zelfs het gebouw binnen, waarvoor mijn respect.
06.03 Peter Dedecker (N-VA): Le télétravail ne sera jamais une solution applicable pour tous. Nous devons continuer à permettre aux travailleurs d’accéder aux bâtiments. Si nécessaire, l’IBPT doit avoir recours à la justice.
Het is duidelijk dat er een serieuze kostprijs aan de actie hangt en dat zij niet zonder gevolgen kan blijven. U zegt dat het BIPT verder zal inzetten op telewerk, maar dat zal nooit voor iedereen mogelijk zijn. Wij moeten een stap verder gaan en ervoor zorgen dat, bij actiedagen, de toegang tot het gebouw altijd gevrijwaard blijft. Het BIPT moet daarin ook zijn verantwoordelijkheid opnemen en desnoods naar de rechter stappen om dwangsommen op te leggen aan zij die menen te moeten beslissen over het recht op werken van anderen.
Afin de limiter, à l’avenir, les coûts générés par de telles journées de grève, l’IBPT continuera à faciliter et à étendre l’accès au télétravail pour ses collaborateurs.
L'incident est clos. Het incident is gesloten. 07 Questions jointes de - M. Laurent Devin au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la réduction de la dotation publique de bpost" (n° 2235) - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la réduction de la dotation publique à bpost" (n° 3036) - M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la dotation publique de bpost" (n° 3918) 07 Samengevoegde vragen van - de heer Laurent Devin aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het terugschroeven van de overheidsdotatie voor bpost" (nr. 2235) - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de verlaagde overheidsdotatie aan bpost" (nr. 3036) - de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de overheidsdotatie voor bpost" (nr. 3918) 07.01 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, deze vraag dateert van medio februari, dus een aantal elementen is mogelijk achterhaald. Uiteindelijk gaat ze over de verlaagde overheidsdotatie aan bpost. Bpost krijgt naar mijn mening terecht een overheidsdotatie voor de uitvoering van openbare diensten, zoals de verdeling van kranten voor 7 u 30, de distributie van verkiezingspost, de uitdeling van pensioenen en de instandhouding van een net van 1 300 postpunten, waarvan 650 kantoren, waardoor er in elke gemeente minstens een is. In de notulen van de regering bij de beslissingen van de verschillende begrotingsconclaven konden wij lezen dat in 2015 de overheidsdotatie met 6,5 miljoen euro en in 2016 met 38,5 miljoen euro wordt
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
07.01 David Geerts (sp.a): En 2015, le gouvernement fédéral a réduit la dotation allouée à bpost pour l’exécution de ses missions de service public de 6,5 millions d’euros. Elle sera encore réduite de 38,5 millions d’euros en 2016. Une diminution de la dotation estelle également prévue pour la période 2017-2019? Quelles seront les conséquences de ces coupes sombres pour l’entreprise?
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
15
28/04/2015
verminderd. Blijkbaar zou de vermindering doorgetrokken worden tot 2017-2019.
Comment compenser dotation?
bpost va-t-elle ces réductions de
Mijnheer de minister, hoeveel zal de verlaagde dotatie bedragen voor de periode 2017-2019? Kloppen trouwens de bedragen die ik vernoemd heb? Welke gevolgen zal een verlaagde dotatie hebben voor het bedrijf en het personeel? Welke maatregelen zal bpost nemen om de verlaagde dotatie te compenseren? 07.02 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, collega Geerts heeft reeds een aantal pertinente vragen gesteld, waar ik mij graag bij aansluit. Hij heeft een aantal voorbeelden gegeven van de tegenprestaties die bpost moet doen voor zijn dotatie. Ik wil graag even specifiek inzoomen op de postpunten en postkantoren. De wet verplicht bpost om een netwerk van minstens 1 300 postale servicepunten te handhaven, waarvan minstens 650 postkantoren, minstens één in elke gemeente. Dat zijn toch wel zware bepalingen, als u het mij vraagt. Bovendien stelt hetzelfde artikel dat minstens 95 % van de bevolking toegang dient te hebben tot een postaal servicepunt dat gelegen is binnen een wegafstand van ten hoogste 5 kilometer en dat minstens 98 % van de bevolking toegang dient te hebben tot een postaal servicepunt dat gelegen is binnen een wegafstand van ten hoogste 10 kilometer. Dat is toch wel een hoge densiteit. Het hoeft dan ook geen betoog dat die arbitraire regels de efficiëntie en doelmatigheid van de dienstverlening in de weg staan en dat we moeten vragen of we überhaupt dergelijke wettelijke vereisten nodig hebben in een situatie waarbij het bedrijf voor zijn inkomsten voor het grootste deel afhankelijk is van de vraag en het bestedingspatroon van de consument, van de burger. Moeten wij effectief via een wet opleggen dat klanten niet meer dan 5 kilometer moeten rijden? Is dat nog van deze tijd?
07.02 Peter Dedecker (N-VA): Conformément à la loi, bpost est tenue de maintenir en place un réseau d'au moins 1 300 points de service postaux, dont au moins 650 bureaux de poste. À combien s'élèvera la dotation publique de bpost pour la période 2017-2019? Les obligations qui lui sont imposées seront-elles assouplies? Les nombreuses exigences légales auxquelles le réseau des bureaux de poste est soumis sont-elles encore pertinentes pour une entreprise commerciale moderne? La commune de Herstappe, qui compte 85 habitants, possède-telle son propre bureau de poste actuellement?
Ten eerste, hoeveel zal de overheidsdotatie bedragen voor de periode 2017-2019? Ten tweede, acht u het opportuun om parallel met de dotatie ook de verplichtingen van bpost, die vastgelegd zijn in het beheerscontract en/of de wetgeving, aan te passen? Minder verplichtingen geeft ook minder nood aan dotatie, dat lijkt mij evident. Ten derde, bent u van mening dat de huidige wettelijke vereisten voor het kantorennetwerk vandaag nog passend zijn voor de dienstverlening die we van een commercieel bedrijf mogen verwachten? Een dienstverlening met postale servicepunten is immers toch een commerciële dienstverlening. Ten vierde heb ik een zeer typerende vraag. Heeft de gemeente Herstappe, die volgens de directie Statistiek 85 inwoners telt, een eigen postkantoor, zoals verplicht volgens de wet?
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
16
28/04/2015
07.03 Minister Alexander De Croo: De regering moet inderdaad besparen. Het is ook juist dat het bedrag dat aan bpost zal worden betaald voor de uitvoering van bepaalde openbare diensten in het kader van het beheerscontract, zal verminderen. De besparing zal ook na 2016 structureel worden doorgetrokken. Meer in het bijzonder is besloten om in 2015 een bedrag van 6,5 miljoen euro te besparen. In 2016 zal een besparing van 6,5 miljoen euro, geïndexeerd, plus een bijkomende besparing van 38,5 miljoen euro worden gedaan. Dat zal voor de periode 2017-2019 worden doorgetrokken.
Par ailleurs, il est injuste et prématuré d'affirmer que cela aura inévitablement un impact négatif sur l'emploi et la qualité du service public. Quoi qu'il en soit, le contrat de gestion actuel reste en vigueur jusqu'à la fin 2015 et le nouveau contrat de gestion est en cours de négociation avec bpost. En tout état de cause, il serait prématuré de tirer aujourd'hui des conclusions quant au montant de la dotation, à l'emploi ou à la qualité du service public. Ik vestig wel uw aandacht op onze verklaarde ambitie om ervoor te zorgen dat de overheidsbedrijven kwaliteitsvolle diensten leveren tegen concurrentiële prijzen ten voordele van alle burgers, ondernemingen, verenigingen en overheden. Overheidsbedrijven moeten katalysatoren van economische groei zijn. Daarbij is het eveneens van belang dat overheidsbedrijven financieel gezond zijn en dat zij hun rendabiliteitdoelstellingen halen in een gezond sociaal klimaat met respect voor de kwaliteit van de publieke dienstverlening en met respect voor de veiligheid van werknemers, gebruikers en klanten. In het kader van het sluiten van het bestaande vijfde beheerscontract werd over de openbare diensten een publieke bevraging uitgevoerd door een erkend extern bedrijf. De resultaten van de enquête toonden aan dat alle openbare diensten, waaronder ook die met betrekking tot het in stand houden van het retailnetwerk, beantwoorden aan de regels, noden en verwachtingen van de bevolking. Zoals ik reeds zei, wordt over het nieuwe zesde beheerscontract nog onderhandeld, zodat het te vroeg is om daarover uitspraken te doen. In het kader daarvan zal opnieuw een publieke bevraging worden uitgevoerd. Er zal opnieuw worden nagegaan of de bevolking het belangrijk vindt dat er een uitgebreid netwerk van postale servicepunten en postkantoren blijft bestaan, met onder meer het minimum van één postkantoor per gemeente. Op de vraag of er in de gemeente Herstappe een postkantoor is, kan ik u bevestigend antwoorden. Dit is in overeenstemming met de wettelijke bepaling en de bepaling in het beheerscontract. Het is ondergebracht in het gemeentehuis in de Dorpstraat 5 en het is geopend op woensdag van 10 u 00 tot 12 u 30 en van 14 u 00 tot
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CRIV 54 COM
147
07.03 Alexander De Croo, ministre: À la suite des mesures d’économies budgétaires décidées par le gouvernement, la dotation publique allouée à bpost sera revue à la baisse: en 2015, la dotation sera réduite de 6,5 millions d’euros; en 2016, le montant de la diminution s’élèvera à 6,5 millions d’euros indexés auquel viendront s’ajouter 38,5 millions d’euros supplémentaires. Des diminutions identiques seront appliquées pour la période 2017-2019. Het huidige beheerscontract is van kracht tot eind 2015 en over het nieuwe wordt momenteel met bpost onderhandeld. Het zou voorbarig zijn nu al uitspraken te doen over het dotatiebedrag, banen of de kwaliteit van de openbare dienstverlening. Nous voulons des entreprises publiques offrant des services de qualité à des prix compétitifs et dans un environnement financier et social sain. Les résultats d’une enquête réalisée dans le cadre du cinquième contrat de gestion ont déjà démontré que tous les services proposés par bpost répondent parfaitement aux besoins et aux attentes de la population. Les négociations du sixième contrat de gestion ont lieu en ce moment et une nouvelle enquête sera réalisée dans ce cadre et portera notamment sur l’opportunité d’étendre le réseau de Points Poste et de bureaux de poste. Conformément au contrat de gestion, Herstappe héberge un bureau de poste dans la maison communale. Il est ouvert le mercredi de 10 à 12 h 30 et de 14 à 18 heures. Ce dispositif permet de limiter les coûts. Je m’abstiendrai de tout commentaire sur une éventuelle
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
17
28/04/2015
18 u 00. Door samen te werken met de gemeente en de openingsuren strikt in lijn te brengen met de mogelijke vraag worden de kosten van het kantoor tot een minimum beperkt.
privatisation de bpost et je vous renvoie à ce sujet à l’accord de gouvernement.
Met betrekking tot uw vraag om een standpunt in te nemen over een mogelijke privatisering van bpost kan ik uiteraard geen enkele commentaar geven en verwijs ik naar het regeerakkoord. 07.04 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, waaruit ik begrijp dat de komende jaren het bedrag van 6,5 miljoen, geïndexeerd, dus van toepassing blijft. Zal het bedrag van 38,5 miljoen ook geïndexeerd worden in de jaren 2017, 2018 en 2019? (…): (…) 07.05 David Geerts (sp.a): Ja, dus. Oké. Volgens u zal het geen impact hebben, maar dat zal blijken bij de onderhandelingen over de zesde beheersovereenkomst.
07.05 David Geerts (sp.a): Il serait inacceptable de faire endosser à la commune les charges d'un fournisseur public de services.
Wat het retailnetwerk betreft, verschil ik fundamenteel van mening met mijn collega Dedecker. Voor mij is het essentieel dat elke gemeente… Ik draag dan misschien vaak een dubbele pet, maar ik wil niet dat de lasten naar de gemeenten worden doorgeschoven. Het gaat hier om een dienstverlenend overheidsbedrijf. In het verleden werden een aantal kantoren gesloten. U bent zelf ook titelvoerend burgemeester en u weet dat dit een grote impact heeft op een gemeente. Kijk bijvoorbeeld naar de gemeente Heist-op-den-Berg met 42 000 inwoners. Toen een aantal kantoren sloten, was dat terecht het voorwerp van discussie, ook in deze Kamer. Ik herinner mij dat daarover zelfs specifieke commissievergaderingen werden georganiseerd. Onlangs heb ik nog een schriftelijke vraag gesteld over de situatie in bijvoorbeeld Molenbeek op voorstel van mijn collega Jef Van Damme. Wel, er bleken daar effectief twee postkantoren te functioneren voor een bevolking van ongeveer honderdduizend mensen. Mijnheer Dedecker, ik meen dat een overheidsbedrijf ook tegenover de gemeenten de plicht heeft om iets te doen en dat de lasten absoluut niet bij de gemeenten mogen liggen. Ik denk dat anders uw collega’s van de N-VA die burgemeester zijn, u vragen zullen bezorgen die hier moeten worden gesteld om het netwerk te behouden. 07.06 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor de bevestiging inzake het postkantoor van Herstappe. Het lijkt mij echt gek dat wij een wettelijke vereiste opleggen voor een postkantoor voor de volle vijfentachtig personen. Ik zou daarvan graag de kostprijs kennen. Bpost mag geen kosten-batenanalyse uitvoeren door de wettelijke verplichtingen, maar wat is de prijs daarvan en welke dienstverlening staat daar tegenover? Er wordt wel samengewerkt met de gemeente om bij bpost een aantal kosten te besparen, maar — en dat is waar collega Geerts op hamert — het geld moet van ergens komen en de vraag is of men daarmee de zaken niet doorschuift naar de gemeente. Het kan niet dat men deze lasten
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
07.06 Peter Dedecker (N-VA): Quel est le coût du bureau de poste de Herstappe et quel service celui-ci assure-t-il en contrepartie aux 85 habitants? On risque effectivement de reporter certaines charges sur les communes, alors que les Points Poste constituent dans certains cas une bonne alternative
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
18
28/04/2015
doorschuift. Bpost heeft commerciële opdrachten. Voor mij moet het nooit een volledig postkantoor zijn; de postpunten bewijzen immers dat er mogelijkheden zijn om op een concurrentiële manier een goede dienstverlening te bieden, dicht bij de burger, en meestal zelfs nog beter dan een postkantoor, gelet op de verruimde openingsuren van de meeste commerciële plaatsen waar een dergelijk postpunt gevestigd is. Ik vind het dan ook compleet absurd dat de wet vereisten oplegt over de beschikbaarheid van ‘full-blownpostkantoren’, met alle bijhorende kosten.
CRIV 54 COM
147
commerciale. Il serait parfois préférable de choisir une telle option plutôt que d'imposer des exigences légales absurdes.
U zegt dat overheidsbedrijven moeten staan voor een goede dienstverlening aan het publiek aan lage prijzen. Dat kan veel beter via concurrentie dan via absurde arbitraire vereisten. Het incident is gesloten. L'incident est clos. De voorzitter: Vraag nr. 2396 van de heer Dedecker wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
La présidente: La question n° 2396 de M. Dedecker est transformée en question écrite.
Monsieur Delizée, désirez-vous attendre M. Blanchart pour les questions jointes inscrites au point 12 de l'ordre du jour? 07.07 Jean-Marc Delizée (PS): Oui, je vais attendre dix minutes! 08 Samengevoegde vragen van - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de naakte ontslagen in het kader van het Alphaplan" (nr. 2575) - de heer Laurent Devin aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de conclusies van het Alphaplan bij bpost" (nr. 2599) - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de winsten van bpost en de impact op het personeel" (nr. 3299) 08 Questions jointes de - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les licenciements secs dans le cadre du plan Alpha" (n° 2575) - M. Laurent Devin au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les conclusions du plan Alpha chez bpost" (n° 2599) - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les bénéfices de bpost et leur impact sur le personnel" (n° 3299) 08.01 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, eind februari konden wij lezen dat er naakte ontslagen zouden vallen in het kader van het Alphaplan. In tegenstelling tot voorgaande herstructureringen zou nu voor de eerste maal de intentie aanwezig zijn om met naakte ontslagen te werken. Vroeger werd steeds gezocht naar een herscholing of nieuwe taken voor het personeel. Aanvankelijk werden er 3 500 tewerkstellingsplaatsen beoogd, maar uiteindelijk was het veel minder, als we mogen afgaan op de publicaties over het plan in de kranten.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
08.01 David Geerts (sp.a): Dans le cadre du plan Alpha de bpost, il serait question – et ce serait une première – de licenciements secs. Quand la concertation sociale débutera-t-elle? Combien de licenciements sont-ils prévus et quelles sont les fonctions concernées? L’entreprise proposera-t-elle des possibilités de
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
19
28/04/2015
Ik vind het wel opmerkelijk dat tot naakte ontslagen overgegaan moet worden. In de levering van pakjes zou namelijk een nieuwe groeimarkt ontstaan. De vraag rijst dus of een herscholing van het personeel of een reorganisatie van het bedrijf mogelijk is. Ook al is mijn voorbereide tekst al enkele weken oud en zijn wellicht een aantal zaken al van toepassing, toch zal ik mijn vragen stellen, zoals ik ze schriftelijk heb ingediend. Mijnheer de minister, wanneer start het sociaal overleg over de gevolgen? Welke functies worden er juist geviseerd? Hoeveel personeelsleden zouden er precies moeten afvloeien? Wat is daarvan de budgettaire impact? Zijn er mogelijkheden om die personeelsleden na herscholing intern elders in te zetten?
réorientation professionnelle internes? Quel est le calendrier envisagé? bpost est une entreprise performante: son bénéfice net s’élève à 297 millions d’euros et ses performances boursières sont excellentes. Une participation bénéficiaire est-elle prévue et s’étendra-t-elle aux travailleurs? Les rumeurs relatives à l’accroissement de la pression du travail et à une forte rotation du personnel sont-elles exactes? Quel est actuellement le taux d’absentéisme du personnel?
Wat is de concrete timing? Mijn samengevoegde vraag gaat over de winsten van bpost en de impact op het personeel. De nettowinst van bpost is gestegen naar 297 miljoen euro en was nooit zo hoog. De koers ligt, als ik het goed heb, de voorbije maanden 63 % hoger. Eigenlijk is bpost dus een succesvol bedrijf en dat kan, voor alle duidelijkheid, toegejuicht worden. In onze commissie klinkt er soms een andere toon in verband met sommige overheidsbedrijven en hebben we het over hun schulden. Gelet op die winst, blijft – ik koppel terug naar mijn voorgaande vraag – de vraag overeind naar de herstructurering en omscholing in het kader van het Alphaplan. Mijnheer de minister, bij dergelijke resultaten wordt bij bpost een winstdeling gepland. Komt de winstdeling ook de werknemers ten goede? De werknemersorganisaties klinken, enerzijds, positief na de winstberichten, maar, anderzijds, hebben ze toch vragen bij de gevolgen van de stijgende werkdruk. De medaille heeft blijkbaar een keerzijde. Mijnheer de minister, hoe groot is dat personeelsverloop? Wat is het afwezigheidspercentage? Kan dat opgesplitst worden in korte en langdurige ziekteperiodes? 08.02 Minister Alexander De Croo: De directie van bpost heeft de intentie om een nieuwe organisatiestructuur voor de ondersteunende diensten uit te bouwen, waarbij ongeveer 320 functies, zowel op bediende- als op managementniveau, zouden worden afgeschaft. De reorganisatie wordt geleidelijk aan geïmplementeerd en zou tegen eind 2016 moeten zijn afgerond. De reorganisatie past binnen de strategie die het bedrijf volgt om de daling van het klassieke postvolume op te vangen. Die strategie is succesvol gebleken in 2014, met voor het elfde jaar op rij een positief resultaat. De positieve resultaten van de afgelopen jaren zijn echter geen garantie voor toekomstige resultaten, gezien de verdere daling
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
08.02 Alexander De Croo, ministre: Environ 320 fonctions d'employé et de management seront supprimées dans le nouvel organigramme des départements de soutien. Cette réorganisation doit répondre à la baisse du volume postal traditionnel et sera terminée d'ici à la fin de 2016. Il est trop tôt pour parler de licenciements secs étant donné que des fonctions sont toujours
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
20
28/04/2015
van het klassieke postvolume. Over het precieze aantal medewerkers dat het bedrijf verplicht zou moeten verlaten, kan nog niets worden gezegd, omdat er intern vacant verklaarde functies zijn die door hen kunnen worden ingevuld. Het is absoluut voorbarig te spreken over bijvoorbeeld driehonderd naakte ontslagen. Trouwens, het sociaal overleg is intussen gestart. Les mesures d'accompagnement et conditions de départ éventuel des collaborateurs qui ne seraient pas retenus à l'issue du processus de sélection seront communiquées dès qu'elles auront été adoptées selon les règles applicables. En tout cas, le job mobility center de bpost offrira aux membres du personnel concernés l'accompagnement nécessaire, entre autres, en fonction de la préparation au processus de sélection.
CRIV 54 COM
147
vacantes en interne. La concertation sociale a déjà été lancée.
De begeleidingsmaatregelen en vertrekregeling voor de medewerkers die niet kunnen blijven, zullen worden meegedeeld zodra ze volgens de toepasselijke procedures zijn vastgesteld.
Il va de soi que toutes les mesures d'accompagnement respecteront le cadre juridique applicable à chaque catégorie professionnelle. De bpostwet van 6 juli 1971 bepaalt dat jaarlijks 5 % van de jaarlijkse winst wordt toegewezen aan de personeelsleden van bpost. Daarnaast werd in de afgelopen jaren ook een niet-recurrente bonus toegekend, die gekoppeld is aan collectieve doelstellingen. In 2014 hebben 2 387 personeelsleden het bedrijf verlaten wegens vroegtijdig vertrek, ziekte of pensioen. Het absenteïsmecijfer maakt deel uit van de vertrouwelijke bedrijfsgegevens en wordt niet langer meegedeeld.
Outre le bonus non récurrent, 5 % du bénéfice annuel sont attribués au personnel. En 2014, 2 387 membres du personnel ont quitté l’entreprise pour cause de départ anticipé, de maladie ou d’admission à la pension. Le taux d’absentéisme confidentiel.
est
08.03 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het klopt natuurlijk dat de postmarkt altijd een volatiel gegeven zal zijn. Ik bestudeer die nu toch al tien jaar en ik zie dat bpost een van de weinige bedrijven is, in heel de wereld, die nog dergelijke resultaten naar voren kan brengen, maar het betreft natuurlijk een markt in beweging. Anderzijds moet ik ook opmerken dat naast een goed management het personeel steeds de nodige flexibiliteit aan de dag heeft gelegd om die resultaten te bereiken. Daarom reken ik op een goed sociaal overleg, zodat de sfeer in het bedrijf bewaard kan worden. L'incident est clos. Het incident is gesloten. 09 Questions jointes de - Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la répartition géographique des services de la poste en Région bruxelloise" (n° 2529) - M. Philippe Blanchart au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'avenir des bureaux de poste de Thuin et Lobbes" (n° 2784) - M. Jean-Marc Delizée au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le maintien à terme des petits bureaux de poste en zones rurales" (n° 2958)
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
21
28/04/2015
09 Samengevoegde vragen van - mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de geografische spreiding van de postdiensten in het Brussels Gewest" (nr. 2529) - de heer Philippe Blanchart aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de toekomst van de postkantoren van Thuin en Lobbes" (nr. 2784) - de heer Jean-Marc Delizée aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het behoud van de kleine postkantoren in landelijke gebieden op langere termijn" (nr. 2958) La présidente: M. Blanchart ne pourra pas nous rejoindre. 09.01 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, l'entreprise publique bpost a connu, au cours de cette dernière décennie, une importante restructuration de son organisation, particulièrement pour ce qui concerne ses points de vente. Cette modernisation était sans doute nécessaire au vu notamment de l'émergence des nouvelles technologies de communication, mais il semble que tous les Belges - et particulièrement les Bruxellois - n'en ressortent pas égaux devant l'accès au service public que représente bpost. La presse pointe, d'une part, le fait que Bruxelles était la grande ville la moins bien desservie en termes de bureaux de poste ou de magasins de timbres et, d'autre part, le fait qu'au sein même de la Région, les disparités géographiques sont colossales en fonction des communes. Dès lors, monsieur le ministre, comment la direction de bpost explique-t-elle ces disparités pour la Région bruxelloise? Considérezvous que bpost doive tenir compte d'une répartition géographique équitable de ses services en fonction de la densité de la population? N'est-ce pas là un élément qui devrait apparaître dans le nouveau contrat de gestion? 09.02 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le ministre, j'ai déposé cette question, il y a environ deux mois. Nous n'avons pas un rythme de rencontre très fréquent, ce qui pose parfois problème. En deux mois, beaucoup d'eau a coulé sous les ponts et ce que j'écrivais alors n'est plus tout à fait d'actualité. J'adapterai donc ce que j'écrivais dans l'état d'information qui était le mien, tout en regrettant de ne pas avoir un contact plus fréquent pour ce type de question. Ma question concerne plus particulièrement les bureaux de poste en zone rurale. Au cours de ces dernières années, le secteur postal a vécu de gros changements, notamment suite à la libéralisation progressive du secteur par l'Union européenne. Ainsi, le réseau des bureaux a été réorganisé avec des bureaux postaux - certains avec services complets, d'autres avec services de base, mais toujours avec les services financiers de la poste qui sont, selon moi, au cœur de la problématique; des Points Poste installés dans des commerces privés ou, jadis encore, des haltes postales, ces dernières ayant disparu aujourd'hui. Dans le quatrième contrat de gestion conclu entre bpost et l'État, la
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
09.01 Karine Lalieux (PS): Als gevolg van de herstructurering van de verkooppunten van bpost is Brussel de grootstad met de minste postkantoren en postzegelverkooppunten, om nog te zwijgen van de enorme verschillen tussen gemeenten in eenzelfde Gewest. Hoe verklaart de directie van bpost die verschillen? Moet bpost volgens u rekening houden met een billijke geografische spreiding van haar diensten op grond van de bevolkingsdichtheid? Zou dat niet bedongen moeten worden in het nieuwe beheerscontract?
09.02 Jean-Marc Delizée (PS): Ik betreur dat we niet vaker de gelegenheid hebben om u vragen te stellen. Na de gefaseerde liberalisering van de postmarkt werd het postkantorennetwerk gereorganiseerd. Sommige postkantoren bieden alle diensten aan en andere enkel de basisdiensten, maar voor de financiële diensten, die volgens mij de kern van het probleem zijn, kan men in alle kantoren terecht. In het vierde beheerscontract tussen bpost en de Staat werd via de zogenaamde tienkilometerregel beoogd de toegang tot de diensten te verzekeren voor de inwoners
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
22
28/04/2015
règle dite des dix kilomètres a permis de préserver les petites communes rurales, décentrées et bien souvent isolées sur le plan géographique, ainsi que leur population. En effet, la règle d'un bureau de poste par commune était loin d'être suffisante en milieu rural parce qu'il faut couvrir des territoires bien souvent étendus. L'objectif était de garantir aux citoyens de ces villages isolés l'accès aux services de la poste. Monsieur le ministre, combien de bureaux de poste ont-ils ainsi été protégés par cette règle des dix kilomètres et quelle en était la répartition par Région? J'imagine que cela n'a pas été le cas pour la Région bruxelloise. Dans le cinquième contrat de gestion de bpost couvrant la période 2013-2015, l'article 18.1 dit ceci: "Au minimum 95 % de la population doit avoir accès à un point de service postal offrant un assortiment de base dans les cinq kilomètres, par la route, et au minimum 98 % de la population dans les dix kilomètres, par la route". Monsieur le ministre cette règle est-elle bien respectée? Quel est le taux de couverture actuel du pays en tenant compte ou non des petits bureaux postaux que je viens d'évoquer? Je dois dire que la situation a évolué depuis le dépôt de ma question. Dans un premier temps, j'ai été informé de la décision de bpost de fermer, dans un futur proche, certains de ses bureaux dans des communes rurales. Ainsi par exemple, seraient menacés le bureau de Cul-des-Sarts dans l'entité de Couvin et celui de Oignies-enThiérache dans l'entité de Viroinval, l'échéance du mois de juin prochain ayant, semble-t-il, été fixée. Les conseils communaux respectifs ont déposé une motion à ce sujet. En outre, je vous ai adressé personnellement un courrier auquel je n'ai pas reçu de réponse. Cette motion demande le maintien de ces bureaux. Elle vise également à demander combien de bureaux sont visés par l'éventuelle décision de bpost et si leur fermeture modifiera la règle des 95 et 98 % de couverture géographique. Si bpost persiste à vouloir fermer ces bureaux, pouvez-vous me confirmer qu'elle doit préalablement mettre en place des alternatives, comme des Points Poste, comme cela a été le cas dans les précédents contrats de gestion, à ma connaissance? Je souhaite également attirer votre attention sur le fait que ces fermetures, si elles se confirment, risquent grandement d'hypothéquer la qualité des services postaux pour la population concernée. Faut-il rappeler que, dans ces régions, les services sont déjà moins développés, alors que les alternatives en termes de mobilité font défaut, qu'il faut déplorer l'absence d'équipements collectifs, la fracture numérique, etc. La situation est bien connue par ceux qui connaissent un peu la question de la ruralité. Je tiens également à insister sur le fait que le service postal reste un service de première importance pour tous. Il faut donc en assurer la continuité et l'accessibilité. De manière générale, quelle est la position du gouvernement
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CRIV 54 COM
147
van afgelegen dorpen, voor wie de regel van één postkantoor per gemeente geen bevredigende formule zou zijn geweest. Hoeveel postkantoren werden er, per provincie en per Gewest, 'beschermd' dankzij de toepassing van die regel? Volgens het vijfde beheerscontract voor de periode 2013-2015 moet er voor minstens 95 procent van de bevolking een postaal servicepunt met een basisassortiment beschikbaar zijn binnen de 5 kilometer via de weg en voor ministens 98 procent van de bevolking binnen de 10 kilometer via de weg. Hoe interpreteert u die clausules? Wordt die regel goed nageleefd? Hoe staat het met de spreiding van de postkantoren over het grondgebied? In het zuiden van de regio EntreSambre-et-Meuse zouden de kantoren van Oignies-enThiérache en Cul-des-Sarts in juni mogelijkerwijs moeten sluiten. Hoeveel kantoren hangt er nog een sluiting boven het hoofd? Veranderen die nakende sluitingen iets aan de voornoemde regel met betrekking tot de 95 respectievelijk 98 procent en aan de vereiste dat er voor elk servicepunt waar een basisassortiment beschikbaar is binnen de 10 kilometer een kantoor met een volledig assortiment aanwezig moet zijn? Bevestigt u dat bpost vóór enige sluiting ter vervanging moet zorgen voor de nodige PostPunten? Op het platteland zijn de diensten al minder ontwikkeld, terwijl de noden groot zijn. De postdienst is er cruciaal en zou moeten worden versterkt met het oog op de continuïteit en de toegankelijkheid van de openbare dienst. Is het de wil van de regering de verdediging op te nemen van de openbare dienst in landelijke gebieden? Zult
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
concernant le maintien des services postaux dans ces petites communes? Le gouvernement a-t-il la volonté de défendre ce service public dans les communes rurales que j'ai évoquées, de garantir aux citoyens concernés des services de qualité et accessibles? Donneriez-vous votre appui, en tant que ministre de tutelle, à la sauvegarde de ces petits bureaux? Enfin, on parle, aujourd'hui, de la négociation du sixième contrat de gestion. Pouvez-vous me garantir le maintien du principe d'un bureau de poste par commune, en ce compris dans les communes rurales? En effet, leurs habitants ont des craintes à ce sujet. 09.03 Alexander De Croo, ministre: Madame la présidente, monsieur Delizée, bpost a transformé son réseau unidimensionnel de bureaux de poste en un réseau multicanaux en vue d'une meilleure accessibilité des services. Le quatrième contrat de gestion prévoyait une présence dans chacune des 589 communes. En outre, 95 % de la population au minimum doivent avoir accès à un point postal dans les cinq kilomètres par route environnants et 98 % au minimum dans un rayon de dix kilomètres par route. Cette couverture est calculée sur un plan national et fait l'objet d'un suivi régulier. Actuellement, 96,6 % de la population ont accès à un bureau de poste ou à un Point Poste dans un rayon de cinq kilomètres, tandis que le taux est de 99,8 % dans les dix kilomètres. Depuis l'entrée en vigueur du cinquième contrat de gestion, ce taux de couverture n'est jamais descendu sous la barre des 96 % à cinq kilomètres et 99 % à dix kilomètres. Plusieurs autres facteurs entrent en jeu dans la répartition géographique: la densité de la population, les paramètres socioéconomiques, la clientèle potentielle et des considérations commerciales. La disposition prévue dans le cinquième contrat de gestion permet à bpost de fermer les quatre bureaux de poste suivants: Oignies-en-Thiérache (commune de Viroinval), Cul-desSarts (commune de Couvin), Villers-devant-Orval (commune de Florenville) et Mouscron. La fermeture de ces bureaux n'a pas encore eu lieu, étant donné que bpost cherche toujours à les compenser par l'ouverture d'un Point Poste et ce, malgré leur faible fréquentation, les problèmes d'organisation du personnel et d'infrastructure, laquelle n'est plus adaptée. bpost s'engage à tout mettre en oeuvre pour faire précéder leur fermeture par l'ouverture d'un Point Poste. En cas de fermeture des Points Poste, l'impact sur le taux de couverture nationale serait inférieur à 0,05 %. En comparaison avec les autres grandes agglomérations urbaines – Anvers, Gand, Charleroi et Liège –, on ne constate pas de grande différence dans la Région de Bruxelles-Capitale. Celle-ci compte en moyenne 32 000 habitants par bureau de poste, la moyenne pour les cinq entités s'élevant à 30 000. Le nombre moyen d'habitants desservis par un bureau de poste ou un Point Poste s'élève à 9 000 à Bruxelles. C'est un peu plus élevé que la moyenne des autres agglomérations, à savoir 8 500. Bruxelles compte en moyenne 3 700 habitants par point de vente, alors que la moyenne des agglomérations est de 3 900. Le nombre de contacts mensuels par point de vente à Bruxelles atteint en moyenne 1 800, tandis que la moyenne des agglomérations est de 1 600.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
23
28/04/2015
2014
2015
u de schouders zetten onder de instandhouding van de 'kleine' postkantoren? Garandeert u dat het principe van één postkantoor per gemeente zal worden aangehouden in het kader van de onderhandelingen over het zesde beheerscontract?
09.03 Minister Alexander De Croo: Om de toegang tot zijn diensten te verbeteren, heeft bpost zijn enkelvoudige netwerk van postkantoren omgevormd tot een 'multikanalennetwerk'. Op basis van het vierde beheerscontract diende bpost in elke gemeente aanwezig te zijn en diende er voor 95 procent van de burgers in een straal van minder dan 5 km een PostPunt te zijn. Die dichtheid is nooit minder geweest dan 96 procent. De andere factoren waarmee op het stuk van geografische spreiding rekening wordt gehouden, zijn de bevolkingsdichtheid, de economische parameters, het potentieel aan klanten en commerciële overwegingen. Op grond van het vijfde beheerscontract mag bpost kantoren sluiten op de volgende locaties: Oignies-en-Thiérache in Viroinval, Cul-des-Sarts in Couvin, Villers-devant-Orval in Florenville en in Moeskroen. bpost zal echter eerst pogen PostPunten te openen om de sluiting van deze kantoren te compenseren. Sluiting van PostPunten zou op de dichtheid van het postkantorennet een impact hebben van minder dan 0,05 procent. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er één postkantoor per 32.000 inwoners. In de vijf grote agglomeraties bedraagt het gemiddelde wat dat betreft 30.000. In Brussel bedient een postkantoor of PostPunt gemiddeld 9.000
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
24
28/04/2015
CRIV 54 COM
147
S'agissant du sixième contrat de gestion, les négociations sont en cours. Je ne puis donc vous en communiquer les détails.
inwoners, wat iets meer is dan elders. Het aantal klantencontacten per maand bedraagt in Brussel 1.800 en in de andere grote steden 1.600.
09.04 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie. Je pourrais obtenir tous les chiffres relatifs à Bruxelles si vous voulez faire les comparaisons. Celles-ci sont toujours en défaveur de Bruxelles par rapport à toutes les autres agglomérations, si j'ai bien entendu vos chiffres: 32 000 contre 30 000, 9 000 contre 8 500, etc.
09.04 Karine Lalieux (PS): Volgens die cijfers komt Brussel er nog steeds slechter uit.
09.05 Alexander De Croo, ministre: Sauf pour le nombre d'habitants par point de vente qui, à Bruxelles, est inférieur à d'autres agglomérations. La différence est quand même assez petite, toujours inférieure à 10 %.
09.05 Minister Alexander De Croo: Dat klopt niet wat het aantal inwoners per verkooppunt betreft. Bovendien zijn de verschillen miniem.
09.06 Karine Lalieux (PS): Mais 10 % dans les files… Je connais les files qu'il y a aux bureaux de poste. Je vous rappelle qu'à Bruxelles, il y a aussi 400 000 navetteurs qui y fréquentent Points Poste et bureaux de poste, parce que les leurs sont fermés quand ils rentrent chez eux. Si on ne tient compte que des habitants, il y a des difficultés à Bruxelles. Je pense qu'on ne tient pas compte de Bruxelles comme de Liège ou d'autres agglomérations.
09.06 Karine Lalieux (PS): De 400.000 pendelaars die dagelijks Brussel aandoen maken ook gebruik van de Brusselse postdiensten, want wanneer ze thuiskomen zijn de postkantoren en PostPunten er al dicht. Hetzelfde geldt voor de toeristen. U houdt geen rekening met de onderlinge verschillen tussen de gemeenten wat de spreiding van de kantoren betreft.
Il faut ajouter aux habitants les touristes et les navetteurs. Aujourd'hui, Bruxelles est déjà défavorisée par rapport aux habitants. Si on ajoute les personnes qui circulent à Bruxelles toute la journée et qui, légitimement, y utilisent l'infrastructure publique, cela pose des difficultés dans Bruxelles et dans les bureaux de poste. Vous n'avez pas parlé de la répartition entre communes selon l'axe nord/sud et est/ouest, qui est beaucoup moins cohérente. Il y a des disparités entre communes. Je ne suis pas apaisée par vos chiffres. Ce sont des chiffres bruts. Les statistiques, c'est une chose. Dire qu'une ville doit avoir le même service qu'une autre ville, c'est une autre chose. Je peux le comprendre de manière globale, mais il me semble que pour la Région bruxelloise, bpost devrait penser autrement. Je poserai la question à l'administrateur délégué quand il viendra au parlement. 09.07 Jean-Marc Delizée (PS): Madame la présidente, je remercie le ministre pour ses réponses. Comme vous, je ne suis pas apaisé. Je n'ai pas reçu toutes mes réponses. Dire que la réduction du nombre de bureaux a amené une meilleure accessibilité du client… Ce sont des choses qui ont été faites historiquement et acceptées. Mais là où on a remplacé des bureaux par des Points Poste, le service n'est pas le même. On n'a pas amélioré la qualité du service et l'accessibilité en fermant la moitié des bureaux du pays. C'est une première remarque que je voulais faire. Deuxièmement, je prends bonne note de vos réponses sur le taux de couverture. Vous nous dites que le taux de couverture est garanti et que, si j'ai bien compris les chiffres, l'impact de la fermeture de quatre petits bureaux serait de 0,05 % et n'affecterait donc pas l'objectif général. Je ne sais pas si votre réponse a été rédigée il y a deux mois
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
09.07 Jean-Marc Delizée (PS): Door postkantoren door PostPunten te vervangen is de dienstverlening er niet op vooruitgegaan en is de toegankelijkheid niet verbeterd. Volgens u wordt de vooropgestelde spreidingsgraad gegarandeerd. Kunt u me vertellen of het kantoor in DottigniesMoeskroen behouden blijft?
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
25
28/04/2015
ou si elle a été actualisée. Pouvez-vous me dire si le bureau de Dottignies-Mouscron serait néanmoins maintenu? 09.08 Alexander De Croo, ministre: (…) 09.09 Jean-Marc Delizée (PS): C'était une de mes questions. Ces bureaux seront-ils fermés? À ma connaissance, parmi les quatre bureaux que vous avez cités, un serait maintenu. Pourriez-vous confirmer ou infirmer cela dans une réponse écrite? Le fait que l'on parle du maintien d'un des quatre bureaux signifie qu'une réflexion interne a été menée, mais je ne connais pas les critères ni les statistiques qui conduiraient à cette décision. Ma remarque suivante est de dire que cela ne concerne pas uniquement un problème statistique. On peut comparer la situation d'Anvers et de Bruxelles mais les quatre villages concernés sont des situations évidemment différentes. La problématique que je soulève, et qui est apparue jusque dans le quatrième contrat de gestion, concerne le service dans des zones géographiquement isolées. C'est la question d'une certaine mutualisation des coûts pour que, dans ces villages, un service soit maintenu. Ce n'est pas une question purement statistique. En ce qui concerne le sixième contrat de gestion, je vous demandais un engagement selon lequel – et c'est une question politique fondamentale – un bureau de poste soit maintenu dans les 589 communes du pays. Vous ne m'avez même pas répondu sur ce point. Je n'imaginais pas qu'on puisse aller plus loin en la matière! J'entends donc que vous ne vous engagez pas sur le fait de maintenir un bureau postal dans chacune des 589 communes du pays!
09.09 Jean-Marc Delizée (PS): Een van de vier postkantoren zou behouden worden, maar wij weten nog niet welk kantoor en waarom dat zo werd beslist. Ik vroeg of de kosten misschien zouden kunnen worden verdeeld om de dienstverlening in afgelegen dorpen te kunnen blijven garanderen. Dat is geen puur statistische kwestie. Ik vroeg u of er in elk van de 589 gemeenten van het land een postkantoor zou worden behouden: dat heeft u niet willen beloven. Zal u ons steunen in ons pleidooi voor de plaatsing van een geldautomaat bij een PostPunt, zodat er daar waar het PostPunt een postkantoor vervangt, toch nog een gelijkwaardige dienstverlening wordt aangeboden?
Enfin, pour ces bureaux de village qui seraient fermés, sous réserve de Dottignies-Mouscron, pouvez-vous nous aider à plaider pour un distributeur automatique, en plus du Point Poste, qui serait complémentaire et plus ou moins équivalent à un bureau de poste? Monsieur le ministre, pouvez-vous me répondre sur le sixième contrat de gestion et le remplacement par un distributeur automatique? La présidente: Ce n'est pas un débat! Nous essayons de respecter les temps de parole. 09.10 Jean-Marc Delizée (PS): Si monsieur le ministre, veut me répondre, il peut le faire! On ne peut pas l'en empêcher. La présidente: Il a dit qu'il ne discuterait pas sur le sixième contrat de gestion. 09.11 Jean-Marc Delizée (PS): Je suis encore plus inquiet après avoir entendu la réponse du ministre! La présidente: Vous aurez la réponse par écrit quant à votre question précise sur la fermeture des bureaux de poste. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 10 Samengevoegde vragen van
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
26
28/04/2015
CRIV 54 COM
147
- de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het uitstel van de afschaffing van de roamingtarieven" (nr. 2707) - mevrouw Karine Lalieux aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het standpunt van de Raad van de Europese Unie in verband met de ontwerpverordening voor de Europese interne markt voor telecommunicatie" (nr. 2786) - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de netneutraliteit" (nr. 2881) 10 Questions jointes de - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le report de la suppression des tarifs de roaming" (n° 2707) - Mme Karine Lalieux au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la position du Conseil européen sur le projet de règlement relatif aux télécommunications" (n° 2786) - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la neutralité de l'internet" (n° 2881) 10.01 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, het uitstel van de afschaffing van de roamingtarieven is in dit Huis al zijdelings aan bod gekomen. De roamingtarieven zouden pas tegen 2018 worden afgeschaft. Er is blijkbaar een coalitie gevonden van een aantal telecombedrijven uit de ‘Club Medlanden’. De vrees bestaat dat, door de afschaffing van de roamingtarieven, deze landen de bijkomende kosten zouden doorrekenen aan de thuisgebruikers uit bijvoorbeeld België en Nederland. U hebt dat ook in de pers verklaard. Vorige week heeft collega Van den Bergh in het kader van een debat in de Kamer gevraagd of het mogelijk is om daaraan te werken in Benelux-verband. Mijnheer de minister, ik heb de volgende heel concrete vragen.
10.01 David Geerts (sp.a): La suppression des tarifs de roaming serait reportée à 2018 de crainte que les entreprises télécom ne répercutent les coûts sur les clients. Quel point de vue notre pays a-t-il adopté au sein du Conseil? Quels sont les arguments avancés pour justifier ce report? S'agit-il d'une décision définitive? Quelle serait l'incidence financière d'une répercussion des coûts sur les clients? Quel est le manque à gagner estimé pour les opérateurs belges?
We hebben uw visie gelezen, maar misschien is het interessant om die ook te kennen voor de notulen van dit Huis. Welk standpunt heeft België ingenomen in de Raad omtrent dit uitstel van de afschaffing? Wat zijn de argumenten om de afschaffing van de roamingtarieven in Europa met drie jaar uit te stellen? Is dat een definitieve beslissing of zijn er nog onderhandelingen mogelijk binnen de Raad? Wat zou de financiële impact zijn van het doorrekenen van de afschaffing van de roamingtarieven voor de Belgische gezinnen? Wat is het geschatte inkomstenverlies voor de Belgische operatoren? 10.02 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, le Conseil européen vient de déterminer ses positions sur le projet de règlement relatif aux télécommunications, comme l'a rappelé M. Geerts. Ce projet avait l'ambition de s'attaquer à deux thèmes importants, fondamentaux pour les 500 millions de citoyens européens: la neutralité du net et le roaming. Or, dans l'opacité qui le caractérise et comme on pouvait s'y attendre, le Conseil a choisi son camp: celui des opérateurs, des grandes entreprises. Le texte ambitieux du Parlement européen qui, je le
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
10.02 Karine Lalieux (PS): De Raad van de Europese Unie heeft onlangs zijn standpunt bepaald met betrekking tot het voorstel voor een verordening inzake de telecommunicatiediensten, waarin twee belangrijke thema's aan bod komen: netneutraliteit en roaming. De Raad heeft het kamp van de
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
27
28/04/2015
rappelle, avait été adopté à une large majorité, notamment par les partis qui constituent aujourd'hui le gouvernement belge, a été réduit en peau de chagrin par le Conseil européen. L'Europe est donc en train de manquer son rendez-vous avec l'Histoire à l'heure où les États-Unis viennent d'affirmer la neutralité du net. C'est un principe que toute société démocratique moderne devrait adopter. Le Conseil fuit donc ses responsabilités en voulant laisser aux États membres la faculté de réguler ou non la gestion des réseaux internet. Quant au maintien du roaming, je rejoins ce qui a été dit par mon collègue. Lui aussi est réduit en peau de chagrin et la proposition du Conseil européen est assez ridicule. Cette position du Conseil est symptomatique d'une conception libérale de l'Europe: la droite veut un marché unique des télécoms, certes, mais uniquement pour ses grandes entreprises. Voilà à nouveau un vrai rendez-vous manqué du Conseil, celui qui aurait pu rapprocher un peu les citoyens européens de cette Europe et peut-être le Conseil européen de son Parlement européen. Monsieur le ministre, comme l'a également demandé mon collègue, quelle position avez-vous défendue au sein de ce Conseil européen? Avez-vous suivi celle défendue par le chef du groupe libéral du Parlement européen? Le gouvernement belge a-t-il soutenu le gouvernement néerlandais dont il s'est récemment déclaré proche? Vous qui plaidiez pour l'uniformité européenne de la réglementation sur la neutralité du net, comment appréciez-vous le choix de laisser à chaque État membre la faculté de réguler ou non la gestion des réseaux? Enfin, doit-on comprendre que vous ne vous opposerez plus à une initiative belge sur la question?
operatoren gekozen: van de ambitieuze tekst van het Europees Parlement, die met een grote meerderheid werd aangenomen, blijft maar weinig over. De Verenigde Staten voerden onlangs het principe van de netneutraliteit in, maar de Raad laat de beslissing om het beheer van de netwerken al of niet te reguleren aan de lidstaten over. Het voorstel van de Raad met betrekking tot roaming is ronduit belachelijk. De rechterzijde wil een eengemaakte telecommunicatiedienstenmarkt, maar alleen voor grote ondernemingen. Dat is een gemiste kans voor de burgers en het Parlement! Welk standpunt hebt u verdedigd voor de Raad van de Europese Unie? Wat vindt u van de keuze om het reguleren van het netwerkbeheer over te laten aan iedere lidstaat? Zou België op dat vlak een initiatief kunnen nemen?
10.03 David Geerts (sp.a): Mevrouw de voorzitter, vraag nr.2881 is blijkbaar toegevoegd. U hebt er reeds over gesproken. Mijn vragen zijn de volgende. Welk standpunt heeft de regering in dat dossier ingenomen? Wanneer zal een beslissing op Europees niveau effectief worden uitgerold? 10.04 Minister Alexander De Croo: Mevrouw de voorzitter, België heeft in de Europese Raad gepleit voor het afschaffen van de Europese roaming, op voorwaarde dat de binnenlandse prijzen niet zouden stijgen. Het is allerminst de bedoeling dat de gewone man op straat die niet naar het buitenland op reis gaat, de frequent traveler zou subsidiëren.
De daling van die wholesalevergoedingen ligt echter heel gevoelig bij de zuiderse landen, waar veel toeristen op vakantie gaan. Zij vrezen inkomsten te verliezen, terwijl zij extra uitgaven moeten doen, opdat de toeristen zonder problemen hun gsm zouden kunnen gebruiken.
10.04 Alexander De Croo, ministre: Au Conseil européen, la Belgique a plaidé en faveur d’une suppression des tarifs de roaming, pour autant qu’il n’y ait pas d’augmentation du prix des communications nationales. En l’absence de révision des coûts des opérateurs, ces derniers relèveront leurs tarifs pour compenser leur manque à gagner. La question de la diminution de ces redevances est néanmoins particulièrement sensible dans les pays du sud de l’Europe qui accueillent de nombreux touristes.
Er was binnen de Raad geen meerderheid om de herziening vroeger te kunnen voorleggen dan 2018. Het voorstel is echter nog niet
Au Conseil, il a été impossible de trouver une majorité favorable à la
De kosten op groothandelsniveau moeten zo snel mogelijk worden herzien. In het andere geval zullen de operatoren hun prijzen verhogen om het verlies aan inkomsten te compenseren, wanneer de roaming wordt afgeschaft.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
28
28/04/2015
definitief. Er is nu overleg tussen de Europese Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie, om tot een consensus over een definitieve versie te komen. Het is mijn hoop dat de positieve krachten en het Parlement ervoor kunnen zorgen dat samen met de Europese Commissie die roamingtarieven zo snel mogelijk worden afgeschaft. Samen met het Europees Parlement staan wij mijns inziens sterker om voor een snellere invoering te kunnen pleiten. Het is quasi onmogelijk te becijferen wat de impact is van het afschaffen van de roaming voor de Belgische telecomsector en de consument. Het hangt natuurlijk af van een reeks factoren, zoals het reisgedrag. Quant à internet, la Belgique est partisane d'un régime européen de neutralité du net, où les principes généraux sont fixés de manière uniforme dans tous les pays de l'Union européenne tout en préservant la possibilité d'innovation future. Je suis favorable à une initiative européenne en la matière, puisque compte tenu du caractère international du net, il s'agit du meilleur niveau de pouvoir. Il convient d'éviter que chaque État membre ne promulgue des réglementations différentes.
CRIV 54 COM
147
discussion d’une révision des tarifs de roaming avant 2018. Mais l’ajournement n’est néanmoins pas encore définitif et la concertation entre le Conseil, le Parlement européen et la Commission européenne se poursuit. L’incidence de la disparition des tarifs de roaming est difficile à évaluer. Elle dépend notamment des habitudes de voyage des consommateurs. België is voorstander van een Europese regeling voor netneutraliteit op grond waarvan de algemene beginselen op een uniforme manier kunnen worden vastgesteld. Ik ben voor een Europees initiatief. Zo kan namelijk worden vermeden dat er in elke lidstaat andere regelgevingen gelden.
In mijn ogen is netneutraliteit een essentieel element om de attractiviteit van het ondernemerschap op het internet te kunnen behouden. Het kan absoluut niet de bedoeling zijn dat de zeer lage toegangsdrempel van vandaag – die volgens mij de grote attractiviteit vormt – verloren zou gaan. Als er een akkoord over netneutraliteit wordt bereikt, dan moeten daarin de basisprincipes van wat men bijvoorbeeld in de Verenigde Staten heeft gedaan, worden opgenomen.
La neutralité du réseau est cruciale pour maintenir l'attractivité de l'entrepreneuriat sur l'internet ainsi qu’un seuil bas pour y accéder. Si un accord est conclu sur ce point, celui-ci devra comporter certains éléments de base.
10.05 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor beide antwoorden.
10.05 David Geerts (sp.a): Ce débat sera sans doute dépassé dans quelques années. Beaucoup d'utilisateurs de GSM possèdent déjà des applications qui permettent de téléphoner à l'étranger via l'internet.
Ik wil het nog over één aspect hebben. Ik meen dat deze discussie over een aantal jaren mogelijk achterhaald zal zijn. Ik zie nu al dat vele mensen, waaronder ikzelf, applicaties hebben geïnstalleerd om in het buitenland te bellen via de internetconnectie. Data roaming is nu duurder in de abonnementsprijs maar dan spreken wij over traditioneel telefoonverkeer. Ik meen dat dit mogelijk een achterhaalde discussie zal zijn in 2018. Ik meen dat het aspect van data roaming zeker meegenomen moet worden, omdat het gelet op de WhatsApp’s van deze wereld waarschijnlijk de toekomst zal zijn. 10.06 Minister Alexander De Croo: (…) 10.07 Karine Lalieux (PS): Monsieur le ministre, en ce qui concerne la neutralité du net, j'ai l'impression que l'Europe a complètement abandonné ce principe! Je vous entends bien et je partage votre vision, selon laquelle il s'agit d'un principe fondamental, ce que les États-Unis ont bien compris. C'est effectivement un principe fondamental pour la recherche et le développement, pour l'innovation, pour les start up, pour les entreprises et le dynamisme économique,
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
10.07 Karine Lalieux (PS): Europa is jammer genoeg van het idee van netneutraliteit afgestapt. Het is echter een fundamenteel principe, en dat hebben de VS goed begrepen. Hoewel er in tal van Europese landen geen
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
29
28/04/2015
j'en suis convaincue. Si beaucoup de pays européens n'adoptent pas une législation nationale en la matière, l'Europe ne fera rien parce que les lobbies y sont beaucoup trop forts. On l'a vu pour le roaming. Des initiatives nationales, à l'instar de celles prises par les Pays-Bas, sont importantes pour lancer un message à l'Europe. Les citoyens veulent la neutralité du net qui est un principe indispensable. Vous ne devez pas être frileux en la matière et ce débat doit avoir lieu au sein du Parlement européen; en effet, je pense que l'Europe ne travaillera pas sur cette question avant de nombreuses années, en tout cas, pas le Conseil européen qui a reporté ce point aux calendes grecques.
nationale wetgeving over bestaat, zal Europa niets ondernemen, want de belangengroepen zijn te machtig. Nationale initiatieven zijn nochtans van essentieel belang en dat is wat de burgers ook verlangen. U mag dus geen schrik hebben om het debat hierover te voeren!
L'incident est clos. Het incident is gesloten. 11 Question de Mme Fabienne Winckel au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la mise en oeuvre de l'agenda numérique" (n° 2694) 11 Vraag van mevrouw Fabienne Winckel aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de uitvoering van de digitale agenda" (nr. 2694) 11.01 Fabienne Winckel (PS): Monsieur le ministre, vous avez récemment réuni un groupe d'experts de l'économie numérique afin de vous aider à préparer un authentique agenda numérique. Ce comité réunit, selon les termes employés dans les médias, "une vingtaine de CEO technologiques, universitaires, capital-risqueurs et faiseurs d'opinion". Cette initiative fait écho au plan numérique de votre homologue wallon, M. Marcourt. Que plusieurs niveaux de pouvoir se penchent sur l'avenir du numérique dans notre pays est particulièrement réjouissant. Toutefois, ici plus qu'ailleurs, la concertation entre les autorités est de mise tant les compétences des uns sont imbriquées dans celles des autres.
11.01 Fabienne Winckel (PS): U bracht onlangs een twintigtal CEO's van technologiebedrijven, academici, durfkapitalisten en opiniemakers bijeen in een comité dat u moet helpen de digitale agenda voor te bereiden. Dat initiatief ligt in de lijn van dat van de heer Marcourt in Wallonië. Meer dan op enig ander vlak is hier nood aan overleg.
Dès lors, monsieur le ministre, permettez-moi de vous poser des questions très précises sur la mise en œuvre de votre plan. Votre initiative relative à un agenda numérique concerne-t-elle uniquement des compétences fédérales? Comment comptez-vous associer les entités fédérées dans l'agenda numérique? Par ailleurs, comment se fait-il qu'aucun membre de votre comité, du moins à ma connaissance, ne soit issu d'une institution implantée principalement en Wallonie?
Heeft uw initiatief enkel betrekking op de federale bevoegdheden? Hoe zult u de deelgebieden erbij betrekken? Hoe komt het dat geen enkele van de deelnemers aan uw comité afkomstig is van een instelling met hoofdvestiging in Wallonië?
11.02 Alexander De Croo, ministre: Madame la présidente, chère collègue, nous allons, avant tout, nous concentrer sur les compétences fédérales. Toutefois, dans la mise en œuvre de l'agenda numérique fédéral, nous serons attentifs à maintenir une double coordination. Ainsi, pour ce qui concerne l'Europe, la Belgique a publié, au mois de février, un document mettant en avant ses priorités pour la nouvelle stratégie numérique européenne et le marché unique digital annoncé pour mai 2015. Les entités fédérées ont été associées à l'élaboration de ce non-paper. Nous serons attentifs à maintenir cette coordination et à peser dans le débat européen sur le numérique.
11.02 Minister Alexander De Croo: We zullen zorgen voor een tweeledige coördinatie, met Europa en met de deelgebieden. Wat Europa betreft, heeft ons land een document overgezonden met onze toekomstige prioriteiten, waarbij de deelgebieden betrokken werden. De deelgebieden hebben cruciale bevoegdheden inzake digitale ontwikkeling in handen: onderwijs, economie… Ik had vorige week overigens een eerste vergadering met de drie ministers van
Pour ce qui concerne la coordination avec les entités fédérées, ces dernières disposent de compétences clés liées au développement du digital, telles que l'enseignement, la formation ou le développement
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
30
28/04/2015
économique. Certaines entités fédérées comme par exemple la Région wallonne ont d'ailleurs annoncé l'élaboration d'une stratégie régionale pour le numérique, ce dont nous nous réjouissons. Mon cabinet a déjà eu des contacts informels avec des cabinets des entités fédérées à ce sujet. C'est ainsi que, la semaine passée, j'ai participé à une première réunion avec les trois ministres de l'Enseignement afin d'examiner de quelle manière l'initiative Digital Belgium pourrait venir en appui des efforts déjà effectués au niveau de l'enseignement dans les Communautés. L'objectif de l'agenda numérique fédéral est d'activer les leviers de développement du numérique à ce niveau de pouvoir, en bonne coordination avec les leviers européens et les entités fédérées.
CRIV 54 COM
147
Onderwijs, met de bedoeling na te gaan hoe Digital Belgium hun inspanningen zou kunnen ondersteunen. Ik werk op het federale niveau en ik tracht de juiste personen te selecteren voor heel België, bijvoorbeeld de CEO van Google Belgium, waarvan de belangrijkste vestiging zich in Bergen bevindt. Het is dus niet zo dat een Gewest meer vertegenwoordigd is dan een ander.
J'en arrive ainsi à la question de la présence d'une institution implémentée principalement en Wallonie. En tant que ministre fédéral, je n'ai jamais fait de distinction entre les Régions. Si le CEO de Google Belgique fait partie de Digital Minds for Belgium, c'est à Mons que doit se trouver la plus grande implémentation de Google Belgique. Si le CEO de Proximus y est présent, cette société est également présente partout en Belgique. Il en va de même pour Base et Mobistar. Selon moi, on ne peut pas dire qu'une Région soit surreprésentée par rapport à une autre. En général, j'ai essayé de sélectionner des gens susceptibles de hisser la Belgique vers le haut, dans le cadre de la politique fédérale. 11.03 Fabienne Winckel (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Il s'agit d'un secteur qui a un véritable potentiel économique. Il est donc important de tous travailler dans le même sens, de collaborer et de se concerter. J'ai été heureuse d'entendre que vous aviez eu des contacts avec les Régions. Mais je regrette, néanmoins, que vous ayez d'abord élaboré un plan avant de consulter les entités fédérées. Cette pratique est regrettable. En effet, vous savez pertinemment que les principales compétences en termes de numérique relèvent des Régions et des Communautés. Je sais que votre gouvernement a quelque peu de mal lorsqu'il s'agit de concertation, mais cette dernière constitue un élément essentiel, d'autant plus, qu'à la clé, il y a la création d'emplois. J'entends bien que vous travaillez au niveau fédéral mais je pense que dans ce domaine, il est important d'avoir une représentation, si pas proportionnelle, plus équilibrée et qu'il y ait des représentants de chacune des Régions. C'est essentiel. Selon mes informations, les pays d'origine étaient représentés et pas forcément le lieu d'implantation. Je n'ai pas envie d'ergoter sur cet aspect, je voulais simplement attirer votre attention sur le fait que si on veut que tout le monde prenne le train en marche, et pour ne laisser personne au bord du chemin, il est important de continuer à prendre des contacts et de tenir compte de cette parité. 11.04 Alexander De Croo, ministre: Ce n'est pas parce que j'ai vu les ministres de l'Enseignement le jour après la présentation qu'il n'y a pas eu de contacts avant. Il y a eu des contacts entre les cabinets
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
11.03 Fabienne Winckel (PS): Overleg is uiterst belangrijk. Ik betreur dat u eerst een plan hebt opgesteld en pas dan naar de deelgebieden bent gestapt, die immers het gros van de digitale bevoegdheden in handen hebben. Ik weet dat overleg niet het sterkste punt is van uw regering, maar het draait hier om een domein met economisch potentieel en om banen. Een evenwichtige vertegenwoordiging van de Gewesten is cruciaal. De landen van herkomst waren vertegenwoordigd, maar niet per se de vestigingsplaats. Als men wil dat er niemand aan de zijlijn blijft staan, is het belangrijk dat er contacten gelegd worden en dat die pariteit in acht wordt genomen.
11.04 Minister Alexander De Croo: Er werden voordien wel degelijk contacten gelegd, maar ik
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
31
28/04/2015
avant mais je suis déjà content d'être parvenu à réunir les trois ministres de l'Enseignement en Belgique car les agendas sont compliqués!
ben al blij dat we ondanks de drukbezette agenda’s een vergadering met de drie ministers van Onderwijs hebben kunnen beleggen!
11.05 Fabienne Winckel (PS): Il n'y a pas que les ministres de l'Enseignement! Je reviendrai ultérieurement sur ce sujet d'avenir! L'incident est clos. Het incident is gesloten. La présidente: La question n° 2785 de M. Blanchart est reportée parce qu’il est à un enterrement ce matin. Nous en venons à la question n°°2862 de M. Dedecker.
De voorzitter: Vraag nr. 2785 van de heer Blanchart wordt uitgesteld.
12 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "verdere stappen tegen het illegaal online aanbod" (nr. 2862) 12 Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "des pas supplémentaires dans la lutte contre les offres illégales en ligne" (n° 2862) 12.01 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, wij hebben in het verleden reeds gesproken over de Belgische DNS blocker die de toegang tot sites blokkeert maar in de praktijk zeer gemakkelijk te omzeilen is. Op korte termijn lijkt die volgens metingen van de Belgian Entertainment Association toch enig effect te hebben. De vraag is natuurlijk wat dat op lange termijn geeft, want bepaalde content mag dan wel illegaal zijn, maar het zijn sites waar mensen blijkbaar wel naar willen surfen, ook al zijn ze illegaal. Wij kunnen dat betreuren, maar als ze het willen, gaan ze er alles aan doen om de blocker te omzeilen en is de effectiviteit op lange termijn van die maatregel helemaal ondergraven. Bovendien verandert er niks aan de illegale content die op de geblokkeerde website wordt aangeboden. Daarnaast mist DNS blocking ook een opportuniteit als het gaat over sensibilisering en het doorverwijzen naar legale alternatieven. Men krijgt er louter een stoppagina van de FCCU, zonder meer informatie en eventueel een verwijzing naar iets legaal. In het Verenigd Koninkrijk gaat men verder. De Police Intellectual Property Crime Unit (PIPCU) maakt daar gebruik van domain suspension, waarvoor er een samenwerking is met domeinregistrators en hosters. Daarbij wordt het domein van een site opgeëist, tijdelijk stopgezet en in sommige gevallen zelfs helemaal afgesloten. Daarnaast werkt de PIPCU ook samen met onlinebetaalsystemen en adverteerders. Die adverteerders weten immers niet altijd dat hun diensten of reclame wordt gebruikt en getoond op websites met illegale content en ze worden daarmee vaak niet al te graag geassocieerd. Het afsnijden van de financiering is dan ook een zeer goede manier om de boel droog te leggen en de handel bij de wortel aan te pakken. Tot slot is er ook een samenwerking met de providers en zoekmachines. In een eerder antwoord hebt u verwezen naar verdere stappen tegen
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
12.01 Peter Dedecker (N-VA): Le système belge de DNS-blocking semble produire un certain effet à court terme, mais la question reste de savoir quel en sera l'effet à long terme. Certains internautes continuent en effet à surfer sur des sites au contenu illégal. En outre, rien ne change au niveau du contenu des sites web bloqués, aucune sensibilisation n'est effectuée et l'internaute n'est pas réorienté vers des alternatives légales. Au Royaume-Uni, la Police Intellectual Property Crime Unit (PIPCU), peut même clôturer des noms de domaine, en collaboration avec les agents d'enregistrement et les hébergeurs. Une collaboration est également mise en place avec les gestionnaires des systèmes de paiement en ligne et les publicitaires – qui ignorent souvent que leurs publicités sont publiées sur des sites illégaux auxquels ils n'aiment pas être associés – et les fournisseurs d'accès et les moteurs de recherche. Le ministre veut cibler les fournisseurs et surtout sensibiliser
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
32
CRIV 54 COM
28/04/2015
de aanbieders en een meer sensibiliserende aanpak van de downloaders. Er worden dus geen downloaders voor de rechter gedaagd maar het zijn de aanbieders die worden geviseerd. In hoeverre ligt het eerste deel hiervan in de lijn van de activiteiten van de PIPCU? Hoe evalueert u de acties van de PIPCU? Is er vanuit de PIPCU reeds een samenwerking geweest met diensten in ons land, aangezien het om illegale activiteiten gaat die de landsgrenzen overstijgen, want men kan gebruikmaken van .be-domeinnamen en Belgische hosters? Is de PIPCU actief in ons land en werken wij samen met hen? Omgekeerd, stellen wij dergelijke vragen aan de PIPCU? DNS.be, dat het .be-domein en het .eu-domein beheert, is een autonome vzw die niet in overheidshanden is. In hoeverre werkt zij samen met de PIPCU? Op welke manier heeft de PIPCU hiervoor een wettelijke basis in België, op welke basis baseert de PIPCU zich?
147
les téléchargeurs. Que pense-t-il de l'approche adoptée par la PIPCU? Collabore-t-on avec ce service britannique? Quel est le rôle de l'ASBL autonome DNS.be, qui gère les domaines .be et .eu? La Federal Computer Crime Unit (FCCU) peut-elle également clôturer des domaines? Qu'en estil de la protection juridique des agents d'enregistrement et des hébergeurs? Quels projets le ministre a-t-il en ce qui concerne Comment le DNS-blocking? pouvons-nous nous attaquer à l'origine du problème, c'est-à-dire le financement?
Is de FCCU in staat om gelijkaardige activiteiten en een gelijkaardige samenwerking op te zetten om in de praktijk bijgevolg ook zo’n domain suspension uit te voeren? Welke wettelijke basis is er daarvoor vandaag en welke ontbreekt er eventueel? Is er op dit vlak reeds overleg tussen de verschillende betrokken diensten in ons land? Welke plannen zijn er hieromtrent? Hoe ziet u daarbij de rechtsbescherming van de domeinregistrators en de hosters? In het bijzonder dienen zij gevrijwaard te zijn van schadeclaims van klanten wier domein of hosting zij onterecht neerhalen op vraag van de autoriteiten, die uiteraard strikt omlijnd moeten zijn. Als er een fout gebeurt, mogen zij daarvoor niet aansprakelijk zijn? Hoe ziet u de verdere toepassing van die DNS blocker in de toekomst? Welke uitbreiding, sensibilisatie of andere aanpassing ziet u mogelijk en wenselijk? Een domein blokkeren is enkel symptoombestrijding en kan nog altijd resulteren in een kat-enmuisspel. Men zit al iets dichter dan bij een DNS blocker, maar men moet de wortel aanpakken en dan is de financiering van cruciaal belang. Hoe gaan we daarmee om? 12.02 Minister Alexander De Croo: De FOD Economie werkt momenteel aan een voorontwerp van wet. Het is nog te vroeg om te zeggen in welke richting het reglementair kader zal evolueren.
12.02 Alexander De Croo, ministre: Le SPF Économie prépare un avant-projet de loi.
Wij werken momenteel niet samen met de PIPCU en zijn bijgevolg niet geplaatst om hun acties te beoordelen.
Aucune collaboration n'a été mise en place avec le PIPCU, pas même par DNS Belgium. Les activités illégales sur des domaines .be doivent être signalées aux organismes compétents. En ce qui concerne ces derniers, je vous renvoie à mes collègues de l'Intérieur et de la Justice.
DNS Belgium laat weten dat zij tot op heden nog niet door de PIPCU werd gecontacteerd. Indien de PIPCU bepaalde illegale activiteiten zou opmerken in verband met .be-websites of domeinnamen lijkt het aangewezen om dit te melden aan de bevoegde Belgische instanties, die indien nodig via de gebruikelijke procedures instructies aan DNS Belgium kunnen bezorgen. Ik zou u in dat verband willen vragen om de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, die ter zake bevoegd zijn, te
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
L'Inspection
économique
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
utilise
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
33
28/04/2015
raadplegen. Ik kan u echter wel meedelen dat de Economische Inspectie actief gebruikmaakt van de wettelijke mogelijkheden om domeinnamen in te trekken. Zo werden er bij Europese antinamaakacties vorig jaar 226 .eu- en .be-domeinnamen geblokkeerd door de douane en de Economische Inspectie. De Economische Inspectie kan hiervoor bijvoorbeeld de procureur des Konings verzoeken een bevel op te maken in toepassing van artikel 39bis van het Wetboek van Strafvordering. De Economische Inspectie werkt samen met de douane en andere controleautoriteiten op Belgisch en Europees niveau. In het algemeen kunnen hosts en internetdomeinregistreerbureaus zich contractueel beschermen. Gemeenrechtelijke regels kunnen hen eveneens bescherming bieden. Zo kan bijvoorbeeld de hostprovider niet aansprakelijk worden gesteld ten aanzien van zijn klant voor de maatregelen genomen door de procureur des Konings. De nietnakoming van de overeenkomst die daaruit voortvloeit kan niet aan hem worden toegeschreven. De DNS blocking, die weliswaar kan worden omzeild, is ongetwijfeld doeltreffend voor websites die hoofdzakelijk aan namaak zijn gewijd.
déjà actuellement les possibilités offertes par la législation pour retirer des noms de domaine. Cette démarche a déjà été effectuée à 226 reprises l'an passé pour des noms de domaine .eu et .be dans le cadre d'actions européennes anti-contrefaçon. L'Inspection économique collabore également avec la douane et avec d'autres autorités de contrôle belges et européennes. Les hébergeurs et les bureaux d'enregistrement de noms de domaine internet peuvent se protéger contractuellement. De plus, des règles de droit commun s'appliquent en l'espèce. Le blocage DNS est efficace lorsqu'il s'agit de sites internet de contrefaçon. Cette efficacité est également prise en considération dans l'avant-projet de loi.
Het belang van deze doeltreffendheid, onder meer in de tijd, wordt in aanmerking genomen door de FOD Economie bij de opstelling van het hierboven aangehaalde voorontwerp van wet. 12.03 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U verwijst naar een voorontwerp van wet waarover u nog geen details geeft. Ik verwacht ook geen precieze details, maar ik had wel graag de hoofdlijnen en de richting van dit ontwerp gekend. Misschien kunt u daar iets over vertellen? Het is vreemd dat wij daarover geen antwoord krijgen.
12.03 Peter Dedecker (N-VA): Il est étrange qu'aucune collaboration n'ait été mise en place avec le PIPCU. Toutefois, l'idée fera peut-être son chemin. En quoi consiste l'avant-projet de loi, dans les grandes lignes?
Het is trouwens ook vreemd dat er nog geen samenwerking met de PIPCU is, maar ik kan dat begrijpen. Dat zal een evolutie zijn die nog moet komen. Graag had ik nog meer informatie gekregen over de richting die het voorontwerp van wet beoogt, mijnheer de minister. 12.04 Minister Alexander De Croo: Heel algemeen, als het een deel van de digitale agenda is om ervoor te zorgen dat het internet er voor iedereen is, dan moet men ervoor zorgen dat er voldoende vertrouwen is. Vertrouwen heeft te maken met een aantal zaken. Het heeft te maken met betalingssystemen. Als mensen iets op het internet aanschaffen, moeten zij ook over voldoende elementen kunnen beschikken om te kunnen beoordelen of iets al dan niet illegaal is. Wij moeten ook de mogelijkheid hebben om illegale zaken uit de lucht te kunnen halen. Dat ligt in de lijn van de ontwikkelingen op Europees niveau. Aan zaken waarvan men manifest weet dat ze illegaal zijn, moet men snel de toegang kunnen ontzeggen.
12.04 Alexander De Croo, ministre: Si l'agenda numérique consiste notamment à mettre l'internet à la disposition de tous, l'utilisateur doit également être familiarisé, par exemple, aux méthodes de paiement sûres. Les activités illégales doivent être supprimées de l'internet. Ces principes sont très généraux, mais nous nous employons à affiner les règles.
Ik weet dat ik heel algemeen ben gebleven, maar wij zijn dit nog aan het uitwerken.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
34
CRIV 54 COM
28/04/2015
147
12.05 Peter Dedecker (N-VA): Ik had gewoon graag geweten op welke manier. Het incident is gesloten. L'incident est clos. 13 Vraag van de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de transparantie inzake downloadlimieten" (nr. 2878) 13 Question de M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "la transparence en matière de limites de téléchargement" (n° 2878) 13.01 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de grootste Belgische operatoren hanteren een tariefdifferentiatie op basis van snelheid en downloadlimiet. Instapabonnementen kennen lage downloadlimieten terwijl duurdere abonnementen spreken van vrij of onbeperkt downloaden. Ik spreek hier uiteraard opnieuw vooral over de grootste operatoren. De kleintjes, een aantal alternatieve operatoren, profileren zich ook specifiek rond dat onbeperkt downloaden. Bij de grote is onbeperkt blijkbaar niet altijd onbeperkt. Bij Proximus betekent onbeperkt 500 GB, waarna men op een belachelijk lage surfsnelheid van 128 KB per seconde terechtkomt; 128 KB doet u misschien denken aan de 56K modems die piepen en kraken. Dat is uit die tijd. Anders moet men gratis volumepacks bestellen. Dat vind ik ook al zoiets vreemds, gratis packs bestellen. Bij Telenet gebruikt men vrij downloaden. Men adverteert daarmee. Dat betekent echter dat men vanaf een verbruik van 300 GB — sedert een aanpassing nu 500 GB — in de piekuren een grootverbruiker genoemd wordt en dat de snelheid verminderd wordt van 160 MB per seconde tot een schamele 5 MB per seconde. Het is nog altijd beter dan 128 KB, maar 5 MB is niet wat men verwacht van een turbolijntje van 160 MB. Dat is echter informatie die men moet gaan zoeken in de kleine letters. Men adverteert met vrij downloaden, maar in de kleine letters staat dat er wel degelijk een limiet is. Ik heb geen enkel probleem met prijsdifferentiatie, integendeel zelfs. Die kan helpen om een laagdrempelig product te creëren dat goedkoper is, om de digitale kloof te dichten. Het is echter wel belangrijk dat de informatie duidelijk is en dat termen zoals “onbeperkt” enkel gebruikt worden als het daadwerkelijk om onbeperkt gaat. Zeker in tijden van Netflix en andere streamingdiensten stijgt het dataverbruik en moet men van tevoren duidelijk weten waar men aan toe is.
13.01 Peter Dedecker (N-VA): Les principaux opérateurs présents sur le marché belge pratiquent une différenciation des tarifs sur la base de la vitesse et du plafond de téléchargement et les abonnements les plus coûteux offrent en général la possibilité de télécharger librement ou sans limites. Concrètement, il apparaît néanmoins que dès qu’un abonné atteint un volume de téléchargement déterminé, il voit sa vitesse de navigation se réduire nettement avec plusieurs opérateurs. Il faut malheureusement lire les clauses imprimées en petits caractères dans les conditions générales pour trouver ces informations. Quelles sont les règles en matière de transparence des spécifications relatives à une connexion internet? Les pratiques précitées n’enfreignent-elles pas ces règles? Que feront le ministre et l’IBPT pour accroître la transparence dans ce domaine?
Ik heb dan ook enkele vragen voor u. Ten eerste, wat zijn de regels inzake de transparantie van de specificaties van een internetaansluiting? Is het gebruik van termen als “onbeperkt” en “vrij downloaden” met vervolgens een nuancering ergens in de kleine lettertjes daarmee in overeenstemming? Ten tweede, wat kunt of zult u, of het BIPT, doen om de transparantie en de duidelijkheid te vergroten? 13.02 Minister Alexander De Croo: Op basis van de telecomwet,
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
13.02
Alexander
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
De
Croo,
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
35
28/04/2015
artikel 108, § 1, d en artikel 111, § 1, moeten de operatoren transparant en duidelijk zijn over de diensten die zij aanbieden en de tarieven die zij hanteren. Omdat het begrip “onbeperkt” duidelijk “zonder beperkingen” betekent, kan een aanbod waarbij een bepaalde dienst als onbeperkt wordt aangeboden terwijl hij dat in werkelijkheid niet is, beschouwd worden als niet transparant ten aanzien van de consument. Het BIPT houdt momenteel een controle van de onbeperkte aanbiedingen voor consumenten, die operatoren aanbieden, zowel op vlak van telefonie en sms als op vlak van data.
ministre: Conformément à la loi sur les télécoms, les conditions relatives aux services et aux tarifs des opérateurs doivent être transparentes et claires. Une offre de service illimité qui en réalité ne l’est pas peut être considérée comme manquant de transparence à l’égard du consommateur. L’IBPT examine actuellement ces offres, tant pour la téléphonie que pour les SMS et le data.
13.03 Peter Dedecker (N-VA): Mijnheer de minister, ik kan dus alleen maar hopen op een spoedige bekendmaking van de resultaten. Ik ben er benieuwd naar.
13.03 Peter Dedecker (N-VA): Je suis curieux de connaître les résultats de cette étude mais nous n'avons plus besoin d'étude à cet effet concernant l'internet et j'espérais en réalité que le ministre nous communique sa position.
Een aantal zaken kan men echter vandaag al vaststellen. Het is goed dat er een diepgaand onderzoek naar alle elementen komt, ook naar telefonie en sms. Op het vlak van internet ziet men het toch gewoon. Men moet echt niet wachten op een onderzoek. Ik had op dat vlak een stellingname verwacht. L'incident est clos. Het incident is gesloten.
14 Questions jointes de - M. David Clarinval au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les tarifs sociaux pour la téléphonie mobile" (n° 2987) - M. Peter Dedecker au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les tarifs sociaux pour la téléphonie mobile" (n° 3270) - M. David Geerts au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "les tarifs sociaux" (n° 3583) - M. Roel Deseyn au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "le tarif social dans le secteur des télécommunications" (n° 3694) 14 Samengevoegde vragen van - de heer David Clarinval aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het sociaal tarief voor mobiele telefonie" (nr. 2987) - de heer Peter Dedecker aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het sociaal tarief voor mobiele telefonie" (nr. 3270) - de heer David Geerts aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de sociale tarieven" (nr. 3583) - de heer Roel Deseyn aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "het sociaal tarief in het kader van telecom" (nr. 3694) 14.01 David Clarinval (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, le service universel dans le secteur des télécoms garantit à tous les utilisateurs finaux un accès, à un prix raisonnable, au réseau de communication et à la fourniture de services téléphoniques. Les tarifs sociaux sont accessibles aux personnes handicapées, aux personnes de plus de 65 ans disposant de faibles revenus, aux bénéficiaires du RIS, etc.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
14.01 David Clarinval (MR): De universele dienstverlening waarborgt elke eindgebruiker toegang tot het communicatienetwerk en tot telefoniediensten, tegen een redelijke prijs. Sinds 2005 gelden de sociale tarieven ook voor mobiele telefonie, en sinds 2012
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
36
CRIV 54 COM
28/04/2015
Ces tarifs ne concernent pas seulement la ligne téléphonique fixe. Ils sont aussi en vigueur pour la téléphonie mobile depuis 2005 et l'abonnement internet depuis 2012. Toutefois, l'avocat général de la Cour européenne de justice considère que notre pays a été trop loin en élargissant cet avantage à la téléphonie mobile. J'ignore ce qu'il en dit à propos de l'abonnement internet. Il semblerait que cette décision ne serait pas compatible avec le texte de la directive européenne concernant le service universel. Le maintien des tarifs sociaux pour la téléphonie mobile pourrait donc prochainement être mis à mal.
147
ook voor internettoegang. De advocaat-generaal van het Hof van Justitie van de Europese Unie stelt dat ons land te ver is gegaan door de universele dienstverlening uit te breiden tot de mobiele telefonie. Hoe zal u reageren?
op
die
uitspraak
Monsieur le ministre, quelle attitude allez-vous adopter face à cette décision de la Cour européenne de justice? 14.02 Peter Dedecker (N-VA): Ik dank alvast de heer Clarinval voor de inleiding en de vraagstelling, waarbij ik mij graag aansluit. In zijn conclusies van 29 januari 2015 stelt de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie dat mobiele telefonie niet onder de universele dienstverlening valt. In ons huidige systeem moeten de grote operatoren sociale tarieven aanbieden voor vaste telefonie, mobiele telefonie en internet. Het advies van de advocaat-generaal is dan wel niet bindend, maar het stelt wel duidelijk ons principe van sociale tarieven voor telecommunicatie ter discussie en bevestigt wat ik eerder in het Parlement stelde bij de bespreking van het telecompakket onder uw voorganger. De advocaat-generaal concludeert dat de mogelijkheid om verlaagde tarieven op te leggen, enkel is toegestaan om bepaalde diensten te garanderen. Mobiele telefonie valt daar niet onder. Ten eerste, hoe evalueert u vandaag de uitbreiding van de sociale tarieven onder de vorige legislatuur, in het bijzonder die naar mobiele abonnementen?
14.02 Peter Dedecker (N-VA): Pour l'avocat général de la Cour de justice de l'Union européenne, la téléphonie mobile ne relève pas du service universel. La possibilité d'imposer des tarifs réduits ne sert qu'à garantir certains services, dont la téléphonie mobile ne fait pas partie. S'il n'est pas contraignant, cet avis ébranle toutefois le principe des tarifs sociaux pour les télécommunications. Le ministre attend-il le verdict définitif de la Cour de justice ou anticipera-t-il pour éviter une condamnation et supprimera-t-il le tarif social pour les abonnements mobiles?
Ten tweede, bent u van plan om een uitspraak door het Hof af te wachten met een waarschijnlijke veroordeling tot gevolg? De conclusie mag dan niet bindend zijn, maar ze is allicht wel richtinggevend. We kunnen een ernstig vermoeden koesteren wat de uitspraak zal zijn. Of zult u anticiperen, zoals we ook deden in het dossier betreffende de onafhankelijkheid van het BIPT? Daar hebben we een veroordeling kunnen vermijden. Welke stappen zult u zetten? Zult u het sociaal tarief voor mobiele abonnementen intrekken? Tot slot, u stelde eerder al dat sociale tarieven er dikwijls toe leiden dat zwaardere en duurdere abonnementen gekozen worden dan noodzakelijk, of dat kortingen gespendeerd worden aan betalende bijproducten zoals video on demand. Ik heb die vaststelling ook steeds naar voren gebracht. Welke stappen zult u voort doen om de kwestie te onderzoeken, te evalueren en bij te sturen? 14.03 David Geerts (sp.a): Mijnheer de minister, mijn twee collega’s hebben al een inleiding gegeven. Mijn zienswijze verschilt ten opzichte van de voorgaande sprekers, wat het debat slechts rijker maakt. Er werden een aantal data vernoemd: 2005, 2012 en 2013. Op die data zouden de operatoren worden verplicht om de tariefvermindering toe te passen op het aanbod dat voor de gerechtigde financieel het
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
14.03 David Geerts (sp.a): Je me réfère à une proposition de résolution de 2004 dans laquelle la Chambre demandait unanimement, à l'exception du Vlaams Belang, au gouvernement, de "concevoir le service universel
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
37
28/04/2015
interessantst is, waarbij ze rekening moeten houden met de diensten waarop de begunstigde zich wil abonneren. Over de resolutie uit 2004 heb ik nog niets gehoord, maar daarin werd door de voltallige Kamer, bij onthouding van het Vlaams Belang, gevraagd om op Europees niveau een ambitieuze invulling te geven aan de universele dienstverlening, waaronder ook de uitbreiding van de sociale tarieven naar breedband en mobiele telefonie, en, in geval van een uitbreiding van de universele dienstverlening, de technologieneutraliteit te allen tijde te waarborgen. Wij hebben in dat verband altijd een vooraanstaande rol gespeeld. Het klopt dat de advocaat-generaal heeft gezegd dat het sociaal tarief niet meer mogelijk is voor de mobiele telefoon. Hoeveel gerechtigden hebben vandaag een sociaal telecomtarief? Hoeveel gerechtigden maken gebruik van dat recht voor mobiele telefonie? Zal de regering op Europees vlak blijven ijveren voor een modernisering van de universele dienst door een opheffing van achterhaalde verplichtingen en de opname van nieuwe toepassingen, zoals breedbandinternet en mobiele telefonie? Blijft de regering de technologische neutraliteit inzake sociale tarieven steunen voor de gerechtigden?
de manière ambitieuse". À l'époque, les tarifs sociaux pour l'internet à haut débit et pour la téléphonie mobile y étaient déjà inclus aussi. Combien de personnes bénéficient actuellement d’un tarif social en matière de télécommunications? Que représente la part de la téléphonie mobile? À l’échelon européen, le gouvernement continue-t-il à préconiser une modernisation du service universel et défend-il toujours l’idée de la neutralité technologique en matière de tarifs sociaux? Que pense le gouvernement de la vision développée par l’avocat général devant la Cour de justice de l’Union européenne selon laquelle les bénéficiaires du tarif social pourraient, outre le service universel, continuer à bénéficier d’une remise sociale pour la téléphonie mobile?
Is de regering het eens met onze stelling dat de gerechtigden die vandaag hun sociale korting voor mobiele telefonie nemen, dat ook in de toekomst nog moeten kunnen? Ten slotte, zal de regering een voorstel steunen waarbij de gerechtigden een korting kunnen blijven genieten voor de mobiele telefoon, zij het dan buiten de universele dienst om, indien het Europees Hof de conclusies van de advocaat-generaal volgt? 14.04 Minister Alexander De Croo: Wat het toepassingsgebied van de universele dienstverlening betreft, dien ik te onderstrepen dat de in België toegekende sociale tarieven conform de Europese regelgeving ter zake moeten zijn. Indien het Europees Hof van Justitie zich verzet tegen de kwalificatie van het mobiele sociaal tarief als onderdeel van de sociale component van de universele dienstverlening, dient de nationale wetgeving noodzakelijkerwijze te worden aangepast. Evenwel dient te worden aangestipt dat de universele dienst een evolutief begrip is, waarbij de Europese Commissie om de drie jaar een onderzoek uitvoert naar de noodzaak om de omvang van de universele dienstverlening te herzien. De Europese Commissie lanceerde in april 2014 een dergelijke analyse. Die zal zich onder meer focussen op het belang van breedbandtoegang en mobiele diensten. Wat de statistieken betreft, waren er eind 2014 305 913 begunstigden van het sociaal tarief, waarvan 92,72 % voor vaste telefonie, 5,86 % voor mobiele telefonie en 1,42 % voor internet. Voor mobiele telefonie gaat het over 17 912 abonnementen. De technologische neutraliteit, waarnaar de heer Geerts verwijst,
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
14.04 Alexander De Croo, ministre: Les tarifs sociaux belges doivent être conformes à la réglementation européenne. Par conséquent, si la Cour de justice de l’Union européenne refuse de considérer le tarif social en matière de téléphonie mobile comme faisant partie intégrante de la dimension sociale du service universel, la législation nationale devra être revue. Le service universel est un concept évolutif. Tous les trois ans, la Commission européenne réalise une enquête relative à l’opportunité de revoir la portée de la notion de service universel. En avril 2014, elle a procédé à une analyse similaire qui s’est concentrée entre autres sur
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
38
28/04/2015
houdt in dat de wettelijke doelstellingen niet het gebruik van een bepaalde technologie mogen verplichten en dat er niet mag worden gediscrimineerd ten gunste van een bepaalde technologie. Indien het Europees Hof van Justitie de advocaat-generaal volgt, zijn de huidige sociale tarieven voor mobiel internet niet richtlijnconform en dus onwettig. Dat impliceert dat, indien de regering de sociale tarieven voor mobiele telefonie wil handhaven, zij die tarieven los van de universele dienstverlening moet organiseren, wat inhoudt dat de Staat voor de financiering ervan zal moeten instaan. De kwestie heeft dus niet zozeer betrekking op de instandhouding van de technologische neutraliteit, maar betreft veeleer een afweging tussen beschikbare middelen en het lenigen van bepaalde sociale noden. Mijnheer Dedecker, u vraagt mij op welke manier ik vandaag de uitbreiding van de sociale tarieven onder de vorige legislatuur beoordeel, in het bijzonder op het vlak van de mobiele abonnementen. Daarbij hebt u verwezen naar het risico dat de begunstigden duurdere abonnementen kiezen dan noodzakelijk. Ik ben van oordeel dat het sociaal tarief voor telecomdiensten in ieder geval met het oog op een verbetering dient te worden geëvalueerd. Die evaluatie kan niet los van de evolutie in de sector staan voor mobiele diensten, die overigens op het vlak van de sociale kortingen een erg beperkt succes hebben. Ik dien aan te merken dat onder meer de opeenvolgende prijzenstudies van het BIPT laten blijken dat de tarieven voor mobiel bellen fors zijn gedaald. Ik meen dat de operatoren moeten worden aangemoedigd om vooral in een laagdrempelig basisaanbod te voorzien.
CRIV 54 COM
147
l’intérêt d’un accès à la large bande et aux services mobiles. Fin 2014, 305 913 personnes bénéficiaient du tarif social: 92,72 % pour la téléphonie fixe, 5,86 % pour la téléphonie mobile et 1,42 % pour l’internet. Pour la téléphonie mobile, il s’agit de 17 912 abonnements. Selon le principe de la neutralité technologique, les objectifs légaux ne peuvent contraindre au recours à une technologie déterminée et aucune discrimination n’est tolérée au profit d’une technologie déterminée. Si la Cour européenne suit l’avis de l’avocat général, les tarifs sociaux actuels seront jugés non conformes à la directive et, par conséquent, illégaux. Les tarifs sociaux de la téléphonie mobile devraient dès lors être dissociés du service universel et financés par l’État. Le cas échéant, il faudrait trouver un équilibre entre coût et besoins sociaux. Le tarif social appliqué aux services de télécommunication fait également l’objet d’une évaluation. Les études de l’IBPT montrent que les tarifs de téléphonie mobile ont fortement baissé. Il faut avant tout inciter les opérateurs à proposer une offre de base accessible à tous.
De manière générale et pour répondre à la question de M. Clarinval, il me semble nécessaire qu'une réforme des tarifs sociaux en matière de communications électroniques soit menée lorsque la Cour européenne de justice aura rendu son arrêt dans le cadre de l'affaire préjudicielle, arrêt à la suite duquel la Cour constitutionnelle rendra elle-même son arrêt. Cette réforme est inscrite au plan opérationnel 2015 de l'IBPT.
Het wachten is nu op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Grondwettelijk Hof, maar daarna zullen we de sociale tarieven voor elektronische communicatie moeten herzien. Die hervorming is gepland in het kader van het operationele plan 2015 van het BIPT.
De heer Dedecker heeft vragen bij de mogelijkheid te anticiperen op het arrest van het Europees Hof van Justitie door reeds de lijst van de diensten waarvoor de sociale tarieven gelden te herzien. Het is onduidelijk wanneer het arrest geveld zal worden. Deze zaak kan niet over dezelfde kam gescheerd worden als de kwestie van de onafhankelijkheid van het BIPT. De omvang van de universele dienst is steeds in ontwikkeling. Ik wijs hierbij op de vierde herziening, die op
Nous ne savons pas encore quand la Cour de justice de l'Union européenne rendra son arrêt. Nous nous attelons à la quatrième réforme. La modification de la loi est examinée dans le contexte plus large de la réforme des tarifs
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
39
28/04/2015
dit ogenblik wordt uitgevoerd en die voor interpretatie vatbaar is. De aanpassing van de wet wordt nu bekeken binnen de ruimere context van de hervorming van de sociale tarieven, waarvan hierboven sprake, en de mogelijke evoluties op Europees niveau.
sociaux et des évolutions possibles au niveau européen.
14.05 David Clarinval (MR): Madame la présidente, je prends note de la réponse de M. le ministre, et notamment de la réforme à entreprendre dès que la Cour aura rendu sa décision.
14.05 David Clarinval (MR): In sommige afgelegen gebieden is er geen internettoegang of netwerkbereik voor mobiele telefonie. U moet erop toezien dat de openbaredienstverplichtingen op dat vlak worden nagekomen.
Permettez-moi de vous soumettre une suggestion, monsieur le ministre. Il existe des obligations de service public en ce domaine. Or vous n'ignorez pas que certaines zones reculées en Belgique n'ont pas du tout accès à internet ou à la téléphonie mobile. C'est pourquoi vous devriez rendre ces régions en conformité totale avec lesdites obligations. Dès lors, ces poches non encore desservies seraient enfin comprises dans le réseau. 14.06 Peter Dedecker (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Slechts 5 % van de sociaaltariefklanten, of 17 000 mensen, past die korting toe op het mobiel aanbod. Dat is inderdaad heel beperkt. Men kan zich dan inderdaad afvragen of het sop van een dergelijk uitgebreid systeem de kool wel waard is, zeker als daaraan nog bijkomende risico’s verbonden zijn inzake het wettelijk kader en de neveneffecten waarover we het eerder al hadden.
14.06 Peter Dedecker (N-VA): Seulement 5 % des personnes qui peuvent prétendre à un tarif social recourent à la ristourne sur l'offre mobile. Ce système vaut-il bien toutes les complications juridiques qu'il occasionne?
Ik denk dat het niet echt de bedoeling kan zijn om een systeem in het leven te roepen buiten de universele dienstverlening, waarbij de Staat instaat voor de financiering. We moeten de armoederisico’s eerder aanpakken met een algemeen beleid en met algemene middelen in plaats van een systeem op te zetten voor elk mogelijk beleidsdomein. Dat is een druppel op een hete plaat. Dat lijkt mij niet echt de manier van werken. Ik denk dat we de middelen beter gericht inzetten in plaats van elke dienst afzonderlijk controles te laten uitvoeren en een eigen systeem te laten opzetten. Dat zou maar al te gek zijn. Een zinnetje valt mij echter op. U zegt dat u de universele dienstverlening en de sociale tarieven zal evalueren met het oog op een verbetering. Ik ben ook voor verbetering. Verandering voor vooruitgang, zeggen wij altijd. Ik hoop dat we daarmee hetzelfde bedoelen. Iedereen kan zijn eigen definitie geven van verbetering. U alludeerde daarop al door te verwijzen naar de gedaalde tarieven, zonder heel uitgesproken te zijn. U mag gerust iets concreter zijn. 14.07 David Geerts (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben ook een beetje verrast door het lage aandeel. Ik ben niet overtuigd dat het sociaal tarief geen belang meer heeft. Ik denk dat we binnen een aantal jaren een debat ten gronde zullen moeten voeren over de packs die worden aangeboden, maar dat is een andere vraag die ik nog zal stellen. Ik denk dat het mogelijk een taak zal zijn voor de overheid om daarin regulerend op te treden.
14.07 David Geerts (sp.a): Je ne suis pas convaincu que le tarif social n’ait plus de raison d’être. Nous devons mener un débat sur les packs proposés. Les pouvoirs publics pourraient éventuellement jouer un rôle régulateur dans ce domaine.
Wij hebben de studie van het BIPT ook gezien. Het klopt dat de
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
40
28/04/2015
CRIV 54 COM
147
prijzen op zich sterk gedaald zijn. Dat is goed voor de consument, maar ik denk dat er bij de packs nog een bijkomend probleem zal zijn. L'incident est clos. Het incident is gesloten. La présidente: Monsieur le ministre, M. Blanchart étant arrivé, pouvons-nous terminer avec sa question n° 2785, sachant que vous devez partir à midi? Chers collègues, je vous signale que la prochaine séance de questions/réponses avec M. le ministre est prévue en commission mardi prochain avant-midi. 15 Question de M. Philippe Blanchart au vice-premier ministre et ministre de la Coopération au développement, de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, sur "l'avenir de bpost" (n° 2785) 15 Vraag van de heer Philippe Blanchart aan de vice-eersteminister en minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post over "de toekomst van bpost" (nr. 2785) 15.01 Philippe Blanchart (PS): Madame la présidente, comme je viens d'arriver et que j'ai deux questions relatives à l'avenir de bpost, l'une sur les bureaux de Thuin et de Lobbes et l'autre plus générale sur l'externalisation des services, pourriez-vous me préciser laquelle je peux poser? La présidente: Votre question n° 2784 sur les zones rurales était jointe à la question n° 2958 de M. Delizée ainsi qu'à ma question n° 2529. Celles-ci ont été posées et vous aurez donc la réponse à cette question dans le compte rendu. Je vous invite dès lors à poser votre question n° 2785. Quant à votre question n° 3176, elle est reportée à la semaine prochaine. 15.02 Philippe Blanchart (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, bpost a externalisé certains des services qu'elle propose, notamment via des Points Poste dans les supermarchés et librairies partenaires. Dans ces cas, le personnel de bpost n'est pas employé pour gérer cette tâche, mais bien celui du partenaire concerné. Par ailleurs certains services ont également été mis en ligne. Ces démarches touchent l'emploi. Cela m'interpelle d'autant plus que l'on assiste aujourd'hui, dans le cadre d'une réorganisation du service, à une suppression de fonctions qui mènera à un nombre jusqu'à présent non précisé de licenciements dans le secteur. On parle aussi de projets d'économies d'échelle à réaliser, notamment au travers de la fusion de certains services dans les centres de tri de Fleurus et Liège? Monsieur le ministre, pouvez-vous nous informer sur ce projet de fusion? En quoi consiste-t-il? Quel sont les objectifs à atteindre? Quels sont les services et les personnes concernés? 15.03 Alexander De Croo, ministre: Monsieur Blanchart, bpost met en place son plan stratégique 20/20, dans lequel cinq centres de tri industrialisés deviendront des Industrial Mail Centers (IMC), qui assureront le tri et les préparations du courrier. Les IMC de BruxellesGand et Charleroi seront dédiés au tri national et au tri régional, les IMC de Liège et Anvers seront uniquement dédiés au tri régional.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
15.02 Philippe Blanchart (PS): bpost heeft sommige diensten geëxternaliseeerd of online gezet. Die diensten worden dus niet door bpostmedewerkers verleend, en dat heeft gevolgen voor de werkgelegenheid. Er is sprake van een reorganisatie en er worden functies afgeschaft, met ontslagen tot gevolg. De fusie van bepaalde diensten zou schaalvoordelen opleveren, zegt men. Wat houden die fusieplannen in? Voor welke diensten en personen zou dit gevolgen hebben?
15.03 Minister Alexander De Croo: In het kader van het plan Visie 2020, dat bpost momenteel uitvoert, worden de vijf sorteercentra omgevormd tot Industrial Mail Centers. De IMC's van Brussel, Gent en Charleroi
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE
CRIV 54 COM
147
41
28/04/2015
Le traitement des paquets et des recommandés sera centralisé au sein d'un seul IMC, notamment celui de Bruxelles. Il ne s'agit donc pas d'un projet de fusion, mais d'un déplacement des activités entre les centres de tri. Les changements dans le cadre du plan stratégique 20/20 seront implémentés progressivement, en concertation avec les partenaires sociaux, avec un accompagnement intensif et sans licenciement sec.
15.04 Philippe Blanchart (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie de nous rassurer sur l'absence de licenciement sec. J'espère que les instances et les managers de bpost, dans leur réorganisation, tiendront compte de votre souhait de ne pas licencier le personnel.
zullen zich bezighouden met de nationale en regionale sortering, die van Luik en Antwerpen enkel met de regionale sortering. De verwerking van postpakketten en aangetekende poststukken zal worden gecentraliseerd in het IMC van Brussel. De activiteiten van de sorteercentra worden dus herschikt. Die veranderingen zullen geleidelijk aan worden doorgevoerd, in overleg met de sociale partners en zonder naakte ontslagen. 15.04 Philippe Blanchart (PS): Ik hoop dat de bpostdirectie rekening zal houden met uw wens!
L'incident est clos. Het incident is gesloten. La présidente: Monsieur le ministre, j'espère vous revoir la semaine prochaine pour épuiser le stock des questions restées en suspens. La réunion publique de commission est levée à 12.02 heures. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.02 uur.
KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE
2014
2015
CHAMBRE-2E SESSION DE LA
54E LEGISLATURE