Instructiereeks “Digitale Fototechnieken” Calibreren in de Praktijk afstemmen Beeldscherm - Printer Deel: 1 Intro versie 1 (maart 2010 )
Auteur: Theo Smeets
Eerst dit ........ !
2
•
Om in beeld te krijgen waardoor onze ellende wordt veroorzaakt moet je je het volgende voorstellen: Om de foto op ons beeldscherm weer te geven is een programma verantwoordelijk dat elke pixel van onze foto als het ware manipuleert om deze op het beeldscherm weer te geven. Dat “manipuleren” houdt in dat aan de pixel waarden voor rood, groen en blauw worden toegekend (inclusief de helderheid ervan). Bij dat toekennen wordt een soort referentietabel gebruikt waaruit het programma “leest” hoe rood/groen/blauw de betreffende pixel op dit beeldscherm moet worden weergegeven.
• • •
1
Van www.autiek.info/DFT kun je een hulmiddel downloaden voor het calibreren van het beeldscherm (Nokia BeeldschermTest). Van www.autiek.info/DFT kun je een PrintTestFoto downloaden. De foto is 195 x 140 mm en heeft een resolutie van 300 dpi. In dit deel 1 komt en aantal elementaire onderwerpen aan de orde die gelden voor alle drie de groepen die hierna worden opgesomd. De delen 2a, 2b, en 2c zijn respectievelijk specifiek bedoeld voor degene - die beschikt over apparatuur (fotospectraal meter zoals DataColor) om een printerprofiel te maken en zélf afdrukt (2a); - die laat afdrukken bij de vakhandel (afdrukcentrale) (2b); - die niet beschikt over apparatuur (zoals DataColor) om een printer- profiel te maken, maar wel zélf afdrukt (2c).
Inleiding
Over het onderwerp Calibreren zijn enerzijds nogal wat geschriften geproduceerd, maar anderzijds blijkt steeds weer dat bij velen de afgedrukte foto (teveel) afwijkend is van datgene wat op het beeldscherm stond. Anders gezegd: je werkt zo lang aan een foto totdat je (op het beeld- scherm) inderdaad dé fantastische foto ziet staan. Je bent tevreden over de uitsnede, scherpte, over kleur en helderheid. Maar dan komt het. De afdruk komt uit de printer, of wordt thuisbezorgd van de afdrukcentrale. Té rood, té donker, té .......... Shit (sorry); frustrerend. En weet je wat gebeurt als je de volgende keer de foto op je scherm minder rood maakt, en/of lichter, en/of ......? Dan blijkt de afdruk té groen, toch weer té donker/licht .... Niets in ons fotografische leven is zó irritant. In deze notitie reik ik de gereedschappen aan die je van dit vervelende probleem verlossen. Het kan voortaan echt goed gaan. Maar het kost wat moeite, tijd en altijd weer precies weten wat je doet! In het navolgende zal ik een practische aanpak beschrijven. Calibreren Deel 1
Achtergrondinfo voor het goede begrip !
Onthoud a.u.b. goed dat élk beeldscherm (en ook élke printer, fax, iPod, gsm) een voor dát aparaat specifieke referentietabel heeft. De referentietabel wordt een “profiel” genoemd. Op het moment dat we helderheid of kleurinstellingen van ons beeld- scherm veranderen, wijzigen we (als het ware) de referentietabel. Het programma, waarover ik hiervoor sprak, zal op basis van die veranderde tabel dus een andere kleurweergave en/of helderheid op het scherm verzorgen. Maar ook een printer heeft een dergelijke referentietabel. Want ook daar zorgt een programma ervoor dat pixels met een bepaalde tint en helderheid op papier komen. Maar bij een printer is de zaak nog één slag gecompliceerder. In eerste instantie gaat het om een soort standaard referentietabel. Maar daarnaast heeft ook nog elke papiersoort (glanzend, mat, etc. en dat per fabrikaat (!)), canvas, etc. zijn eigen karakteristieke eigenschappen, lees referentietabel. Gelukkig dat de tabel voor de printer en die van het medium worden gecombineerd zodat wij “slechts” moeten zorgen dat we de juiste tabel gebruiken. Eerst even aandacht voor het beeldscherm.
Blad 2 van 5
3
Calibreren van het Beeldscherm
4
Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat het calibreren van het beeldscherm betekent dat je de helderheid en kleur ervan zodanig instelt dat onze foto er zo natuurlijk mogelijk uitziet. Ja, ik weet het.........! “Zo natuurlijk mogelijk” is een heel rekbaar begrip en zal door bijna iedereen anders worden ervaren. Toch maar even verder lezen. Het calibreren van het beeldscherm is eenvoudig, maar kost even wat tijd. Er zijn twee varianten: • je beschikt over apparatuur (een fotospectraal meter bijvoorbeeld van DataColor) om te calibreren. Aan de manier waarop dat moet gebeuren besteed ik verder geen aandacht. Degene met dergelijke apparatuur weet prima hoe dat moet. • Degene die niet beschikt over een fotospectraal meter. Die kan echter een beeldschermtestprogramma gebruiken om te calibreren. Een dergelijk prima programma is voor je beschikbaar om te downloaden. Kijk op: www.autiek.info/DFT
4a Programma: Nokia Beeldscherm Tester Dit programma heeft een grote reeks mogelijkheden voor het testen instellen van het beeldscherm (zie afb. beneden). Voor ons zijn natuurlijk de belangrijkste de kleurweergave, helderheid en contrast. • Als je het programma start krijg je de mogelijkheid een taal te kiezen; Nederlands staat daar ook bij. • Er is een uitgebreide helpfunctie beschikbaar. • Rechts beneden aan het rijtje knoppen bevindt zich de knop om te stoppen (exit). Bij het gebruik van het programma dien je gebruik te maken van de instellingsmogelijkheden van het beeldscherm zelf en liever niet van de instellingsmogelijkheden van de grafische kaart.
Zo dadelijk geef ik wat tips over dit programma. Maar eerst dit: Om uiteindelijk een afdruk te krijgen die er hetzelfde uitziet als wat je op je beeldscherm hebt gezien, gelden -voor de beeldschermcalibratie- drie absolute eisen: • je moet het beeldscherm regelmatig (2-wekelijks tot maandelijks) opnieuw calibreren. De elektronica van het apparaat kan namelijk in de tijd wat “verlopen” (kleur/helderheids-veranderingen); • tijdens de calibraties ervoor zorgen dat de lichtomstandigheden van de werkplek altijd hetzelfde zijn; • het resultaat van de calibratie moet (voor het oog) identiek zijn aan de vorige keer. Dit laatste is wat lastig, maar met het programma, dat ik voor je heb gereedgezet om te downloaden, zal dat waarschijnlijk goed lukken. Eigenlijk is het zo dat het niet uitmaakt hóe het beeldscherm staat ingesteld en wat de omgevingsomstandigheden zijn, als het maar altijd hetzelfde is ! Calibreren Deel 1
“Hulpmiddelen”
Blad 3 van 5
4b TestPrintFoto Voor het inrichten van de printerinstellingen heb ik een TestPrintFoto gereed gezet. De foto is 195 bij 140 mm en heeft een resolutie van 300 dpi. Daarmee is deze, qua resolutie, prima geschikt voor geval je bij een afdrukcentrale laat drukken, maar natuurlijk ook voor je eigen fotoprinter. De afmetingen heb ik zodanig gemaakt dat er twee boven elkaar op een staand A4-papier kunnen worden geprint. Je kunt de foto downloaden van: www.autiek.info/DFT
5
Afstemmen Beeldscherm - Printer
Om ervoor te zorgen dat hetgeen je op je beeldscherm ziet hetzelfde is (zoveel mogelijk hetzelfde is) als wat je uiteindelijk op de afdruk ziet moet je zorgen voor wat ik maar “afstemming” noem. Zoals ik aan het begin van dit deel al heb aangegeven is sprake van een drietal verschillende situaties. Elk van die wordt in de delen 2a, 2b en 2c beschreven. Maar de hierna volgende hoofdstukken gelden voor álle drie de categoriën !
6
Printerprofiel
De bedoeling is dat je voortaan bij het bewerken en aanpassen van je foto’s rekening houdt met de referentietabel (printerprofiel) van het papier waarop je gaat afdrukken, of laat afdrukken. We zullen dus eerst moeten zorgen dat dit printerprofiel in Photoshop beschikbaar is. De eerste vraag is natuurlijk: Hoe komen we aan het printerprofiel? * Wel, degene die beschikt over een fotospectraal meter kan voor elke papiersoort zo’n profiel maken. * Voor degene die laat afdrukken bij de fotovakhandel is het zaak dat hij het profiel daar opvraagt. Bij de “prijsvechtende” afdrukcentrales zal dat niet gemakkelijk lukken en de vraag is daarbij ook nog of het profiel dat men geeft wel het juiste is (men werkt vaak met verschillende printers en/of met verschillende papiersoorten). Maar sowieso: dit soort bedrijven is voor ons, die kwaliteitswerk willen, veelal niet zo erg geschikt. Lukt het niet een profiel te krijgen, of vertrouw je het niet, ga dan uit van het profiel Adobe RGB (1998) ervan uitgaande dat je daarmee ook in Photoshop werkt. Dit profiel is standaard met Photoshop geinstalleerd en dus beschikbaar. * Voor degene die zelf afdrukt, maar niet zelf een printprofiel kan maken raad ik aan kwaliteitsafdrukpapier te gebruiken. Daarvan is veelal een profiel beschikbaar (te downloaden bij de fabrikant). En anders het profiel gebruiken dat bij de printer kwam. Hoe het ook zij, het profiel moet worden opgeslagen in de map: Windows\system32\spool\driver\color. Calibreren Deel 1
Blad 4 van 5
7
Eenmalig Inrichten v.d. Werkomgeving
(Proefdrukvoorwaarde aanpassen) te sluiten.
De afbeeldingen bij de volgende beschrijvingen zijn gemaakt met een engelstalige versie van Photoshop. Maar in de beschrijving van de stappen zal ik naast de engelse “kreten” ook de nederlandse noemen. De volgende stappen hoef je maar één keer uit te voeren (maar als je meerdere profielen hebt, voer je ze zo vaak uit als je profielen hebt) : • Je hebt Photoshop gestart (al dan niet met een foto op het werkblad). • Kies uit het hoofdmenu View > Proof Setup > Custom ( Weergave > Instellen Proef > Aangepast ); • Dan opent het venster Customized Proof Condition (hetgeen in de nederlandse versie heet: Proefdrukvoorwaarde aanpassen). • Klik op het pijltje van Device to Simulate ( Te simuleren apparaat ) en er wordt een ( tamelijk omvangrijke) lijst met profielen getoond. • Kies hieruit het printerprofiel dat je wilt gebruiken voor de afdruk (zie hoofdstuk 6). • Zet Rendering Intent ( Rendering intent) op perceptueel. • Klik Save ... (Opslaan). • Er opent nu een venster waarin je beneden een naam kunt opgeven. Doe dat, en ik adviseer je daarbij dezelfde naam te gebruiken als van het profiel. • Klik Ok als je de naam hebt ingegeven. • Klik vervolgens weer Ok om het venster Customize Proof Condition Calibreren Deel 1
Als je nog meer printerprofielen wilt opgeven doorloop je vorenstaande stappen opnieuw en geeft telkens een andere naam op (de naam van het profiel).
8
het “Dagelijks” Gebruik
Om gebruik te maken van datgene wat je hiervoor (hoofdstuk 7) hebt ingericht moet je de volgende stappen doorlopen: • Start Photoshop en laad de TestPrintFoto. Ga nu naar View > Proof Setup (Weergave > Instellen Proef ). Let op dat je nu niet kiest voor Custom (aangepast), maar dat je het profiel kiest waarmee je wilt gaan printen (in mijn geval zou dat Canon PT101 zijn). • En nu komt het: bedien vervolgens de control (CTRL) toets en houd die ingedrukt terwijl je de toets van letter y bedient. • Doe dat bedienen van CTRL-y eens een paar keer en je zult dan twee dingen steeds zien veranderen: - de foto zal wat veranderen (wat donkerder of lichter worden), maar als dat niet zo is, is het ook prima; - de naam van de foto bovenaan zal veranderen. Toegevoegd aan de naam zal worden “/naam van het profiel”. Met die toevoeging wil Photoshop aangeven dat bij het bewerken de weergave op het scherm rekening houdt met het gekozen printerprofiel. En dat is nu net wat we willen; op het scherm wordt nu al getoond hoe de foto straks als afdruk uit de printer zal komen (waarbij de printer gebruik zal maken van het door ons gekozen printerprofiel). Is dat even mooi ! Nou ja, mooi .... Soms/vaak zit er toch nog verschil tussen beide. Maar dat lossen we op in de delen 2a, 2b en 2c. Onthoud van het vorenstaande: - voordat je aan het bewerken/aanpassen van je foto begint eerst het juiste printerprofiel te kiezen - en dan het effect ervan zichtbaar te maken door CTRL-y ! Ga nu verder met deel 2a, óf 2b, óf 2c.
Blad 5 van 5