Inspiratielezing 2012 door prof. dr. Manuela Kalsky 1
Dames en heren,
Hoe gaat u in uw dagelijks leven om met verschillen? Wat denkt u als u een ander ziet, die duidelijk niet uit hetzelfde nest komt als uzelf, – die een andere huidskleur heeft, een ander geloof aanhangt, of atheïst is; die een andere sekse toebehoort, een andere taal spreekt, anders gekleed is, een man in vrouwenkleren wellicht, of iemand in een boerka of een erg diep decolleté, met een keppeltje op naast je loopt of een turban, met een hoofddoek - of kaal met tatoeages, iemand met een zwaar Pools accent of iemand die op het strand van Zandvoort een kuil gaat graven. Wat of waaraan denkt u dan?
Vooroordelen doorbreken Ik vermoed dat velen van u zich nu betrapt zullen voelen omdat acuut alle mogelijke stereotypen en clichés in uw hoofd de revue passeren. Maar ik kan u gerust stellen: hoe graag we het misschien ook zouden willen, niemand van ons is vrij van vooroordelen ten aanzien van ‘de ander’. Stereotypen zijn uitermate hardnekkig en clichés steken vooral dan graag de kop op als we toch al niet zo lekker in ons vel zitten en onzekerheid over ons bestaan op de loer ligt. Het geeft zo’n lekker Wijgevoel als je dan de schuld gewoon bij de ander kunt leggen. Of het dan allemaal ook waar is doet er dan niet zo veel toe. Iemand wordt de zondebok, die dan uitgedreven moet worden, zoals ons de Franse literatuurwetenschapper en cultuurantropoloog René Girard 2 met zijn mimetische theorie duidelijk heeft gemaakt.
1
Prof. dr. Manuela Kalsky is theologe en directeur van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (DSTS). Sinds 1 januari 2012 bekleedt ze aan de Vrije Universiteit de Edward Schillebeeckx-leerstoel voor Theologie en Samenleving. Zij geeft leiding aan project W!J waar de multimediale website Nieuwwij.nl en het DSTS-onderzoeksproject 'Op zoek naar een nieuw wij in Nederland' deel van uitmaken. Ze is een veelgevraagd spreker op (internationale) conferenties en mengt zich regelmatig in het publieke debat over religie en de multiculturele samenleving, onder andere via het Theologisch Elftal in Trouw. 2 René Girard (1923) wordt beschouwd als een van de grootste vernieuwers in de hedendaagse menswetenschappen. In zijn beroemde mimetische theorie staat de nauwe band tussen mimesis (nabootsing) en le désir 'begeerte, verlangen' centraal: mensen ontwikkelen hun begeerten doordat zij anderen nabootsen in het zich toe-eigenen van objecten. Zij imiteren elkaar in hun verlangens daarnaar: via de begeerte van een ander zetten ze hun zinnen ergens op. Wij begeren niet spontaan, maar via een ander, die reeds vóór ons bezit of begeert.
1
Je maakt iemand of een hele groep tot de zondebok om de crisis in de eigen groep te bezweren.
Hoe doorbreek je vooroordelen en onderlinge rivaliteit, voordat een dergelijke situatie ontstaat en mogelijk escaleert in geweld? Hoe kun je wij/zij tegenstellingen overbruggen en aan een samenleving bouwen waarin mensen met verschillende culturele en levensbeschouwelijke achtergronden vreedzaam en plezierig met elkaar kunnen samenleven? Velen vertalen deze vragen in: wat bindt ons ‘ondanks’ alle verschillen – ik zou de vraag liever anders willen formuleren, namelijk: hoe kunnen we onze onderlinge verschillen vruchtbaar maken en onze gemeenschappelijkheden versterken? Want beide aspecten verdienen de aandacht. Omwille van de harmonie laat men het benoemen van verschillen vaak liever achterwege en ligt de nadruk op de overeenkomsten, de gemeenschappelijkheden. Een verkeerde aanpak volgens mij, want pas als je weet waarin je verschilt en waarom dat zo is, kun je ook gerichter over een oplossing nadenken voor problemen die mogelijk juist vanuit het verschil in voelen, denken en handelen voortkomen. Want inderdaad: onbekend maakt onbemind. Want je weet niet wat achter die manier van handelen zit. Juist het verschil tussen mij en de ander willen zien en leren kennen vermeerdert kennis, het maakt het mogelijk met de ogen van de ander te leren kijken.
Het interessante is namelijk – en ook dat inzicht komt voort uit het ontmaskeren van het zondeboksyndroom door Rene Girard - dat vaak niet het verschil het probleem is, maar juist het streven allemaal hetzelfde te moeten worden of naar hetzelfde te verlangen. U kent het principe allemaal: Twee kinderen worden in een ruimte gezet met heel veel speelgoed. En uitgerekend die ene rode auto, waar het ene kind op afstevent, die moet dat andere kind nou ook juist hebben - met het gevolg van ruzie en tranen met tuiten. En de moraal van het verhaal: Pas als je met zijn tweeën hetzelfde wilt bezitten of wilt zijn, dan ligt geweld op de loer.
Daarom is juist de erkenning van het verschil tussen mij en de ander in de onderlinge ontmoeting zo belangrijk. Maak van de ontmoeting met ‘de ander’ geen ‘egologie’,
2
waarschuwde de joodse denker Emmanuel Levinas 3. Hij bedoelde daarmee dat je de ander in zijn eigenheid moet kunnen zien en niet moet proberen hem of haar tot jezelf te herleiden. Misschien is dat het grootste probleem met het verlichtingsdenken dat het suggereert alles en iedereen te kunnen doordringen; dat het alles open en bloot wil leggen, ontsluieren – zou het kunnen dat we daarom zo fel op een gesluierde vrouw reageren en de boerka in de ban leggen. Uiteraard ligt het hele vraagstuk complexer, maar het valt me op dat alles wat opaque is, ondoorzichtig en geheimzinnig, tegenwoordig als bedreiging wordt gezien – en dat geldt niet alleen voor de boerka maar ook voor religie.
Een nieuwe wij/zij tegenstelling Terwijl het in Duitsland vrij gewoon is dat een theoloog als expert op het gebied van levensbeschouwing met andere wetenschappers, politici et cetera aan tafel zit om de problemen in de publieke sector te bediscussiëren en naar oplossingen te zoeken, wordt in Nederland het contact tussen politiek en religieuze groeperingen angstvallig gemeden. De scheiding tussen kerk en staat wordt in stelling gebracht, alsof een atheïst of humanist niet net zo goed als mensen die zich christelijk, boeddhistisch, joods, hindoe of ietsist noemen een levensbeschouwing heeft. Wat ik hiermee wil zeggen is: het is niet alleen maar nodig dat bruggen worden gebouwd tussen de pandit en de dominee en de imam en de rabbi, maar ook tussen de verschillende christelijke groeperingen en de seculiere vertegenwoordigers in politiek en samenleving en de spirituele of religieuze burger. Er dreigt een nieuwe wij/zij tegenstelling in de Nederlandse samenleving te ontstaan, namelijk die tussen seculieren en gelovigen. Ik zou de stelling willen wagen dat de seculieren op dit moment met een grotere geloofsijver tegen de gelovigen tekeer gaan dan andersom het geval is.
Wat geeft waarde en richting aan je leven? Waardoor laat je je inspireren, waar geloof je in? Wat heb je achter je gelaten en wat blijft je inspireren in de traditie,
3
Emmanuel Levinas (1906-1995) was een Frans-Joodse filosoof van Litouwse afkomst. Wijsgerig gezien was hij een fenomenoloog en existentialist. Hij behoort tot de meest oorspronkelijke denkers van de twintigste eeuw en is auteur van een formidabel oeuvre, waarvan reeds veel in het Nederlands is vertaald. De kritiek van Levinas op de fenomenologische traditie luidde dat er vanaf het begin geen ruimte was voor de Ander. Het belang van dit begrip, dat het meest kenmerkende aspect van zijn denken vormt, blijkt uit het feit dat hij het consistent met een hoofdletter aanduidt
3
waarmee je bent opgegroeid? En wat willen we doorgeven aan onze kinderen, onze kleinkinderen?
Veel mensen in Nederland stellen zich op dit moment deze vragen. Ze willen niet meer terug naar het oude, zich niet meer binden aan een kerkelijk instituut, maar ze weten ook niet goed wat daarvoor dan in de plaats moet komen. Waar is houvast te vinden in onzekere tijden?
Secularisering en individualisering 60% van de Nederlanders hoort anno 2013 niet meer bij een kerkgenootschap, terwijl dat in het begin van de twintigste eeuw maar 2% was. Je kunt gerust van een aardverschuiving spreken als je deze getallen ziet. De mondig geworden burger heeft ook in religieus opzicht het heft in eigen handen genomen. Uit het onderzoek God in Nederland (2007) blijkt dat 60% van de ondervraagden zichzelf weliswaar gelovig noemt, maar slechts vier van de tien personen daarmee nog het traditionele geloof bedoelen. De andere zes stellen hun eigen religieuze levensvisie samen uit de wijsheid van verschillende levensbeschouwelijke tradities. 75% van de ondervraagden valt deze ‘ongebonden spirituelen’, zoals zij in het onderzoek worden genoemd, bij. Zij zijn van mening dat de religies van de toekomst de weg van deze religieuze bricolage zullen gaan. Deze ‘nieuwe gelovigen’ zijn niet meer in de bestaande categorieën van de traditionele kerkganger onder te brengen. Dogma’s en leergezag van kerkelijke instanties spelen voor hen nauwelijks nog een rol. Zij maken plaats voor individuele afwegingen wat wel of niet in de verschillende religieuze tradities oriëntatie kan bieden in het leven van alledag.
De secularisatie en individualisering laat diepe sporen achter in onze samenleving. Steeds meer mensen beginnen zich af te vragen, waar eigenlijk nog bindende krachten in een sterk neoliberale samenleving te vinden zijn. Krachten die niet alleen maar op de assertiviteit en het zelfredzame vermogen van de afzonderlijke burger inzetten, maar ook de spirituele kant van het mens-zijn benadruken – bv zijn verbondenheid met de natuur en mensen om je heen. Het verlangen naar open vormen van religiositeit is niet alleen een Nederlands fenomeen. Steeds meer mensen in (West-)Europa keren zich af van het instituut kerk 4
en bepalen zelf wat zin en richting aan hun leven kan geven. Zo gaan secularisering én sacralisering in het Europa van de 21ste eeuw op een verrassende manier hand in hand.
Globalisering Maar niet alleen de secularisering en individualisering hebben Nederland in religieus opzicht pluriformer gemaakt. Ook de globalisering en de daarmee verbonden migratie hebben het religieuze landschap van Nederland ingrijpend veranderd. In het van origine christelijke Nederland wonen inmiddels 800.000 moslims, 800.000 migrantenchristenen, 250.000 boeddhisten, 120.000 Hindoestanen en 45.000 joden. Zij allen brachten hun eigen cultuur en geloof mee naar Nederland. Vooral in de Randstad bepaalt de religieuze en culturele verscheidenheid het straatbeeld. Met behulp van de nieuwste communicatie- en transportmiddelen zijn migranten in staat meervoudige identiteiten te ontwikkelen en te onderhouden. Zij ontwikkelen een identiteit in hun nieuwe thuisland maar houden met behulp van de nieuwe media ook contact met hun land van herkomst. En – er ontstaan liefdesrelaties tussen mensen met verschillende culturele en religieuze achtergronden. Annet de Groot en Frénk van der Linden hebben voorbeelden hiervan in hun boek Let’s make love 4 gebundeld. 27 bi-culturele en bireligieuze paren komen daarin aan het woord over de problemen en kansen van multiculturele relaties.
Zo is er ook het verhaal van Susan en Yahya. Zij is een Deense Jodin en hij is moslim en komt uit Marokko. Ze hebben elkaar leren kennen bij een mimeopleiding in Amsterdam. Net als bij de andere paren, die een van buitenaf gezien onmogelijke liefde leven, was het ook bij Susan en Yahya vooral ‘de groep’ – bekenden, familie, vrienden –, die het voor de geliefden moeilijk maakte. Ze moesten niet alleen leren om met hun verschillen op persoonlijk vlak om te gaan, nee, ze krijgen ook nog de zeer problematische situatie in het Midden-Oosten op hun bord. Maar ze zijn niet bereid hun liefde vanwege het Joods-Palestijnse conflict op te geven. Met behulp van hun mimevoorstellingen die zij voor kinderen geven, proberen zij het denken in vriend en vijand te verminderen. Hun dochter hebben zij een Arabisch-joodse naam gegeven: Blume Yamina. Voor hen is zij een teken van hoop te midden van een 4
Let’s Make Love, Frenk Van Der Linden & Annet De Groot, uitgeverij Contact, 2008, 286 p.
5
hopeloze oorlog. Zij willen hun kind bi-cultureel en bi-religieus opvoeden en het beste van beide tradities aan haar doorgeven. Een bijdrage aan de vrede tussen de volkeren, onder het motto: de Joslims komen!
In de toekomst zullen wij meer en meer ook op religieus gebied te maken krijgen met meervoudige religieuze identiteiten. En ook hierdoor komen nieuwe vragen op ons af. Verscheidenheid is niet alleen maar tussen mensen te vinden, maar ook meer en meer in jezelf. Mensen zijn al of worden bi-cultureel, bi-religieus. Kortom onze wereld krijgt steeds meer te maken met diversiteit en hoe gaan we daarmee om? Ook de ouderen kunnen daaraan niet ontsnappen. Ik weet nog goed dat de familietherapeute Else-Marie van der Eerenbeemt zei: “Niemand is de vijand van zijn eigen wortels”.
Wat is voor jou van waarde in het christendom Ik denk dat de christelijke tradities – ik spreek met opzet in het meervoud - veel te bieden hebben als het om inspiratie en richting geven gaat, mits zij erin slagen bij de vragen en verlangens die bij mensen nu leven aan te sluiten. En ik denk dat juist nu intergenerationele contacten van belang zijn. Zet projecten op die gericht zijn op het contact tussen jongeren en ouderen: -
Ga eerst eens samen met je leden kijken wat zij te bieden hebben en waar hun behoefte ligt – de huidige oudere is buitengewoon mondig en de vraag: waarin kunnen wij jongeren coachen en waarin zouden wij door jongeren gecoacht willen worden, is daarom eigenlijk zo gek nog niet.
-
Ondersteuning op school in ruil voor een les op de computer en skypen met je kinderen, sms berichtjes sturen en e-mailen?
Maar eerst zou je je met elkaar moeten bezinnen op wat voor jou van waarde is in je leven, waar je idealen vandaan komen en welke rol je geloof daarin speelt. -
Denk met elkaar op een persoonlijke manier na over deze vragen en ga vooral ook met elkaar dingen doen.
Handvest voor Compassie Een voorbeeld hiervan is het Handvest voor Compassie. Vanuit de behoefte nieuwe inter-levensbeschouwelijke verbondenheid te creëren als een antwoord op de 6
wereldwijd aanwezige en soms religieus gemotiveerde conflicten, heeft de Britse schrijfster Karen Armstrong 5 ertoe opgeroepen compassie (medeleven) tot de kern van moreel handelen en van religie te maken. Compassie is als kernwaarde in alle levensbeschouwingen aanwezig. In de joodse traditie is er een regel die de wet en de profeten – de hele Thora - in één zin samenvat. Eén zin die door is gegeven van geslacht op geslacht, die iedereen kan begrijpen en die je elke keer weer nieuw leven kunt inblazen, de zogenaamde Gulden Regel: ‘Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Het is de ethiek die ook aan de Bergrede van Jezus ten grondslag ligt. En deze regel is niet alleen in de heilige teksten van joden en christenen te vinden. Ze is ook in andere religies en levensbeschouwelijke stromingen aanwezig. Zo luidt ze in de Islam: ‘Niemand van u is een gelovige voordat hij zijn broeder toewenst wat hij voor zichzelf wenst.’ En als wij ‘broeder’ inclusief lezen en ervan uitgaan dat je ook je zuster alleen maar toewenst wat je voor jezelf wilt, dan wordt het wegkijken bij elementaire schendingen van mensenrechten en dus ook vrouwenrechten een moeilijke aangelegenheid. En de Hindoestanen zeggen: ‘Men moet zich tegenover anderen niet gedragen op een manier die ons onaangenaam zou zijn. Dit is het wezen van plicht (dharma). Al het overige komt voort uit zelfzuchtige verlangens.’ En bij de indianen klinkt de Gulden Regel zo: ‘Grote Geest, geef dat ik mijn buurman niet beoordeel vóór ik een mijl in zijn mocassins heb gelopen.’
Toen het Handvest voor Compassie op 12 november 2009 in Nederland, in de Mozes en Aäronkerk te Amsterdam, werd gelanceerd, zei Herman Wijffels: ‘We staan voor een volgende beschavingsopdracht. Na de fase van werken aan emancipatie, het ontwikkelen van de individualiteit, gaat het nu om het verbinden van individualiteit, met verantwoordelijkheid nemen voor het geheel. Compassie is daarvoor een onmisbaar ingrediënt.’
Wat betekent compassie voor ouderen? Welke christelijke waarden zijn voor jouw gevoel zo ruim dat ze de ander niet uitsluiten, maar erbij kunnen betrekken?
5
Karen Armstrong (1944) is een van de meest vooraanstaande en meest gelezen schrijvers op het gebied van godsdienst en religie. Haar werk is vertaald in veertig talen en omvat bestsellers als Een geschiedenis van God (1995), De strijd om God (2000), Islam (2001) en De kwestie God (2009). Zij is initiatiefneemster tot het inmiddels wereldwijd ondersteunde Charter for Compassion, Handvest voor Compassie (www.handvestvoorcompassie.nl).
7
Ik denk dat de verschillende religieuze wijsheidstradities een belangrijke taak kunnen vervullen bij het zoeken naar deze verbindende factoren. Zo zou je bijvoorbeeld ook ‘gastvrijheid’ als thema kunnen nemen en de verschillende tradities daarop bevragen. Houding Maar om een cultuur op te bouwen, waarin levensbeschouwelijke diversiteit een hele normale zaak is, is ook nog iets anders nodig dan waardevolle ingrediënten. Het betekent ook een verandering in ons denkpatroon: niet langer in een of...of denken gevangen blijven, in of ‘Nederlander’ of Marokkaan, of orthodox of vrijzinnig, maar proberen een en.…en benadering toe te passen. Een nieuw beschavingsoffensief gaat niet alleen om omgangsvormen, hoe belangrijk ook, maar ook om het toekennen van rechten aan andersdenkenden en andersgelovigen. Het mee mogen bouwen aan het huis, aan de samenleving, mede te bepalen door echte participatie aan wat belangrijk is voor het goede leven van allen – het gaat niet om afkomst maar om toekomst in Nederland.
Ook al is de dagelijkse werkelijkheid om ons heen al lang pluriform, ons denken is nog steeds geprogrammeerd op eenheid en het geloof in één waarheid. Maar we zullen er niet aan ontkomen verscheidenheid in ons denken en in onze opvatting over identiteit een centrale plaats te geven. Nu al blijkt dat de in het verleden gangbare oplossingen voor problemen in een multiculturele en multireligieuze samenleving niet het gewenste effect opleveren. We zullen dus moeten leren leven met verschil. En daar horen noties als openheid en nieuwsgierigheid, het afbouwen van angst en wantrouwen bij. Creativiteit en flexibiliteit zijn gevraagd en vooral een optimistische kijk op de toekomst. En dat is niet alleen maar op de jeugd van toepassing. Juist het oudere deel van de bevolking zou op zijn verantwoordelijkheid moeten worden aangesproken om hun bijdrage aan de samenleving te leveren. Een belangrijke factor voor de toekomst is:
ONTMOETING
8
‘Onbekend maakt onbemind’ en daarom is elkaar ontmoeten en het gesprek aangaan zo belangrijk. Een gesprek aangaan, een eerste kennismaking. Vertellen waarom iets voor je belangrijk is en welke rol een levensbeschouwing daarin speelt. Dat beroemde kopje ‘Vogelaar-thee’ dat het ijs breekt en de boodschap ‘je bent welkom, voel je thuis’ uitstraalt. Het is niet soft om het over ‘zich thuis voelen’ en elkaar te leren kennen te hebben. ‘A sense of belonging’, zich thuis voelen, daar gaat het juist om.
Mensen willen zich ergens thuis voelen en ik denk dat er pas dan een nieuw wij aan de horizon gloort als we daar met z’n allen naar streven. Het gevoel van thuis voelen creëren. Met andere woorden: Het gaat in de ontmoeting niet om abstracte geloofsvragen. Het gaat er voornamelijk om op een open en eerlijke manier te vertellen waar je naar streeft in het leven, wat waardevol voor je is en wat je hoopt voor jezelf, je kinderen en kleinkinderen. Wat wil je ze meegeven? En ligt er misschien een gezamenlijk belang om je in te zetten voor een goede toekomst? Zou je daarbij iets voor elkaar kunnen betekenen? Op een conferentie in Birmingham ontmoette ik een aantal jaren terug Paul Knitter 6, een katholieke theoloog en priester, die meer dan veertig jaar actief is in de interreligieuze dialoog en daar veel behartigenswaardige dingen over heeft geschreven. En hij zei toen: Pas toen we met elkaar op vredesmissies gingen, omdat we als vertegenwoordigers van verschillende religies door het International Peace Council gevraagd waren om te bemiddelen in een acute crisissituatie, ontstonden er persoonlijke vriendschapsbanden die ook het interreligieuze gesprek erover bevorderden, waarom je je vanuit je geloof voor deze zaak sterk maakt. En nadat hij eerst vele jaren in een meer abstract-theologische interreligieuze dialoog had gezeten, moedigt hij nu juist aan vanuit het gezamenlijke ethische handelen in interreligieuze/interlevensbeschouwelijke (om duidelijk te maken dat de humanisten en atheïsten er uiteraard ook bij horen) ontmoetingen vorm te geven.
6
Paul F. Knitter bekleedt de Paul Tillich-leerstoel aan het Union Theological Seminary in New York. De voormalige Rooms-katholieke priester schreef meer dan tien boeken op het terrein van de interreligieuze dialoog. Hij is getrouwd met een boeddhiste. De Nederlandse vertaling van zijn boek Zonder Boeddha kan ik geen christen zijn, verscheen in 2011 bij uitgeverij Ten Have.
9
Het gedeelde belang als aanleiding om elkaar te ontmoeten en met elkaar op te trekken. Ik denk dat hier een heel belangrijk inzicht ligt. Erg vaak heb ik tijdens lezingen van mensen, die zich vanuit kerkelijke zijde inzetten voor de interreligieuze dialoog en moslims willen ontmoeten, teruggekregen dat zij gefrustreerd moesten vaststellen: nu zetten we iets op om elkaar te ontmoeten en dan komen ze niet. En steevast vraag ik dan: maar hebben jullie er dan met elkaar erover gesproken wat een interessant onderwerp voor beide partijen zou zijn? Nee, dat thema hadden ze in hun eentje bepaald. Tja, - dan heb je niet op het wederzijds belang gelet. En waarom zou ik ergens naar toegaan als het me niet interesseert? Nee, dat begrepen ze ook wel, maar daar hadden ze eenvoudigweg helemaal niet aan gedacht.
Vraag mensen wat zij belangrijk vinden als het om het leggen van nieuwe verbindingen gaat! Dek de problemen niet toe, maar maak ze bespreekbaar! Deel met elkaar je vragen, wensen en angsten op het existentiële persoonlijke vlak, Kom meer over elkaar te weten en stel eerder vragen dan antwoorden te geven. En – laat je verwonderen:
Verwondering De Duitse theoloog Theo Sundermeier heeft hier mijns inziens behartigenswaardige dingen over gezegd. Hij leefde velen jaren in Afrika en heeft zich als hoogleraar aan de universiteit van Heidelberg uitvoerig met het vraagstuk van de interculturele communicatie bezig gehouden. Sundermeier meent dat de ontmoeting met ‘de vreemde’ in de westerse traditie werd gebruikt voor het vinden van de eigen identiteit. We hebben ‘de vreemde’ gefunctionaliseerd. Hij is het met Levinas eens, we hebben de ander veel te vaak tot een alter ego gemaakt. Hij pleit voor ruimte voor verwondering. En waarom is verwondering zo belangrijk? Sundermeier zegt het zo:
In de verwondering sta ik open voor het geringe, het onaanzienlijke en ontdek erin andersheid, schoonheid, veelvoud. Wie verwonderd is, kan dissonanten gelaten verdragen en zoekt niet te snel naar harmonie. Want ook de dissonant hoort bij de volheid van het leven.
Wat mij betreft: wijze woorden 10
Nieuw W!J Vanuit het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving heb ik samen met Greco Idema van Bureau Intermonde en met de financiële steun van het ministerie van VROM het multimediale project W!J opgezet (www.nieuwwij.nl). Het is in 2008 in het leven geroepen om de wij/zij tegenstellingen in Nederland te helpen overbruggen. Onder andere willen we de positieve ontwikkelingen laten zien, die in Nederland gaande zijn op gebied van de inter-levensbeschouwelijke dialoog. We stellen elke maand een thema aan de orde dat te maken heeft met een dergelijk nieuw wij: waar zijn W!J bang voor? Dan gaat de maand over het thema: angst. Of: wat vinden W!J waardevol. Dan gaat het over het thema: waarden En het geheel wordt dan uitgewerkt in films, artikelen, interviews, etc.
Ik geloof er heilig in dat je via ontmoetingen, via het persoonlijk verhaal van iemand vooroordelen afbouwt en nieuwe verbindingen mogelijk maakt. En dat geldt niet alleen voor het contact tussen moslims en christenen, maar ook tussen Hersteld Hervormden en vrijzinnige richtingen, zoals bijvoorbeeld de remonstranten of doopsgezinden. Persoonlijke ontmoeting en een gedeeld belang of gemeenschappelijk doel bouwt vooroordelen af.
De zoekvraag is: Hoe kunnen wij een nieuw W!J in Nederland vinden?
Om duidelijk te maken dat aan het beoogde wij nog gezamenlijk vorm moet worden gegeven, is voor de suggestieve schrijfwijze W!J gekozen, waarbij het uitroepteken de urgentie benadrukt om een einde te maken aan de tweedeling in de samenleving. De leus: ‘verbindt de verschillen’ onderstreept de noodzaak verschillen serieus te nemen, ze in de zoektocht naar verbindingen niet ten gunste van de gemeenschappelijkheden weg te moffelen, maar onder ogen te zien. Hoe kunnen we de angst voor de ander overwinnen? Hoe kunnen we ons met elkaar verbinden, zonder hetzelfde te hoeven worden? Verschillen onder ogen zien en tegelijk naar onderlinge verbindingen zoeken. Voorbij de bindingsangst en met een open vizier op zoek naar een en/en benadering in plaats van of/of!
Het is niet de zoektocht naar een groot nieuw WIJ, maar het naast en door elkaar heen bestaan van kleine wij’s die aangewezen zijn op onderlinge communicatie en 11
het leggen van verbindingen. Daar ligt de focus van het project. Vandaar het motto: W!J – verbindt de verschillen. De filosofie achter dit motto is dat verschillen eerst erkend moeten worden voordat er aan nieuwe verbindingen, aan een nieuw wij gewerkt kan worden. En dat zou dan iedereen, iedere groep, iedere gemeente op een eigen manier moeten vormgeving – W!J is bedoeld als een sneeuwbal effect – geen kant-en-klaar recept, maar ideeën en kennisoverdracht en persoonlijke verhalen, kleine verhalen, momenten van hoop en inspiratie en een soort koppig ‘dan nog’ tegen het cynisme in staan hier centraal
Hartelijk dank voor uw aandacht.
Manuela Kalsky,
12