Inspiratie, Participatie
Een referentieonderzoek naar participatief beheer in Nederland
Inspiratie, Participatie
1
Een referentieonderzoek naar participatief beheer in Nederland
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
Juul Scheffers In opdracht van DHV en Hogeschool Van Hall- Larenstein
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
4
Voorwoord In het kader van mijn afstudeeronderzoek ben ik afgelopen maanden op zoek gegaan naar een nieuwe innovatieve manier van beheer van de buitenruimte waarbij bewoners centraal staan.Tijdens mijn onderzoek naar het ontwikkelen van een innovatieve vorm van participatief beheer heb ik veel referentie projecten bezocht. Een aantal van deze projecten hebben mij ontzettend geïnspireerd bij het opzetten van mijn eigen methode. Zodoende kwam ik op het idee om een inspiratie boekje te maken over de verschillende participatie projecten die in Nederland te vinden zijn. Ik hoop dat dit boekje gemeente, bedrijven en stichtingen inspireert om te investeren in participatie of, net als ik, hun eigen participatie methode te ontwikkelen. Met dit boekje hoop ik dat ik burgers (en dat zijn wij allemaal) aanzet tot participeren want zoals uit dit boekje zal blijken zijn er verschillende voordelen aan participeren. Bovenal is het een leuke manier om je buren te leren kennen op een informele manier. Dit onderzoek maakt deel uit van het project Brabant Academy een innovatie netwerk van verschillende bedrijven en is in opdracht van DHV uitgevoerd. Het is het eerste deel van mijn afstudeer onderzoek in het kader van de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting met als specialisatie Management Openbare Ruimte naar participatief beheer van de openbare ruimte. Voor het tot stand komen van dit boekje wil ik graag alle personen bedanken die ik heb mogen interviewen, fotograferen en die mij wilde rondleiden of vertellen over hun project. Het was geweldig om zoveel bevlogen en inspirerende mensen te mogen ontmoeten. De medewerkers van DHV, en in het bijzonder mijn begeleider Frank van Balken, voor al hun contacten en begeleiding. José Meijer die mij een hoop informatie stuurde over beleving en omgevingspsychologie. Tot slot wil ik mijn begeleider Frans van den Goorbergh bedanken voor zijn informatie maar bovenal voor het idee dat aanzette tot het maken van dit boekje.
1
2
3
4
Velp, april 2010 Juul Scheffers
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
6
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Participatie 3. Inspiratie 3.1 De Bikkershof in Utrecht 3.2 Creatief beheer in Rotterdam 3.3 Hoogstambrigade in Arnhem 3.4 Greencourts in Den Haag 3.5 Adoptiegroen in Alphen aan den Rijn 3.6 Verbeterdebuurt.nl 3.7 BuurtDNA van Lakerlopen in Eindhoven 3.8 Pendrecht Universiteit 4. Conclusies en aanbevelingen 5. Literatuur
9 11 19 21 25 29 31 35 39 41 45 47 51
1
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
7
8
1. Inleiding U loopt door uw buurt langs een grasstrook met lage heesters. Voor u loopt een jongen een blikje cola te drinken. Wanneer hij de cola op heeft gooit hij het blikje cola tussen de struiken. U kijkt verbaast op maar loopt zwijgend verder. Stelt u zich voor dat deze grasstrook met heesters door u en uw buren beheerd wordt omdat dit een plek is waar uw kinderen hutten bouwen in de zomer en tikkertje spelen. Zou u dan op dezelfde manier hebben gereageerd of toch de jongen hebben aangesproken op zijn gedrag? In het kader van de Brabant Academy is DHV op zoek naar een innovatieve methode waarop bewoners een centrale rol krijgen in het wijkbeheer. De methode wordt opgezet vanuit een multidisciplinaire benadering. Op deze manier is de methode onderbouwd vanuit, financieel, duurzaam en verkeerskundig perspectief. De basis van de methode is het stimuleren van de sociale cohesie in wijken. Uit de praktijk blijkt dat wanneer bewoners meer emotionele binding met de openbare ruimte ze er ook beter mee omgaan. Maar is dit wel waar? En hoe zorg je er voor dat bewoners de verantwoordelijk willen nemen voor de openbare ruimte? Er zijn verschillende vormen van participatie. Participatie kan plaatsvinden tijdens de ontwerpfase, de uitvoering of in de beheerfase van de planvorming. Dit boekje gaat over inspirerende voorbeelden van participatie tijdens de beheerfase. In deze fase is het ontwerp al gemaakt en de uitvoering voltooid. Soms is de beheerparticipatie een uitvloeisel van een langdurig participatief traject waarbij de burgers al vanaf de initiatieffase betrokken zijn. Men kan ook vanuit een bestaande situatie beginnen met het opzetten van participatief beheer. In alle gevallen heeft de beheerparticipatie geleid tot een positievere beleving van de openbare ruimte door de gebruikers hiervan.
1
2
3
4
Om inspiratie te krijgen voor het opzetten van de innovatieve methode is er eerst een literatuur en referentie onderzoek gedaan. Dit onderzoeksrapport is het eerste deel van het afstudeerrapport over innovatief wijkbeheer waarbij bewoners centraal staan. In dit rapport wordt er antwoord gegeven op de vraag: “Welke factoren garanderen een duurzaam participatieproces dat de beleving van de openbare ruimte positief beïnvloed?” Om deze vraag te kunnen beantwoorden wordt er gebruik gemaakt van een aantal deelvragen: - Welke vormen van participatie worden momenteel toegepast? - Op welke manier kan participatie de beleving van de buitenruimte beïnvloeden - Welke voordelen heeft participatie? - Welke aspecten beïnvloeden de beleving van de openbare ruimte? - Welke factoren zijn van invloed op de duurzaamheid van een participatie proces? In hoofdstuk 2 van dit onderzoeksrapport is een literatuurstudie te vinden waarin uitgelegd wordt wat bewoners participatie is, wat de voordelen zijn en op welke manier bewonersparticipatie invloed heeft op de beleving van de openbare ruimte. In hoofdstuk 3 is een referentieonderzoek te vinden van de verschillende participatieprojecten die er in Nederland te vinden zijn.Van deze projecten is uiteengezet wat de sterke punten en zwakke punten van deze participatie methoden zijn. Tot slot wordt er in hoofdstuk 4 antwoord gegeven op de onderzoeksvragen en aanbevelingen voor het ontwikkelen van de nieuwe participatie methode.
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
9
2. Participatie Participatie is momenteel een veelbesproken onderwerp. Participatie kan gebruikt worden tijdens het vormen van beleid, het inrichten van de openbare ruimte, het maken van wetsvoorstellen, maar ook tijdens het beheer en onderhoud. Participatie is echter niet in elke situatie geschikt, er kleven ook nadelen aan en er zijn situaties waarbij participatie niet toepasbaar is. Participatie betekent dat een overheid in een zo vroeg mogelijk stadium burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven bij het beleid betrekt om in een open wisselwerking met hen tot de voorbereiding, bepaling, uitvoering en de evaluatie van beleid te komen .1 In dit hoofdstuk zal worden toegelicht wat participatie is, wat de voordelen ervan zijn, hoe het invloed heeft op de beleving van de buitenruimte en hoe deze kan worden opgezet. Daarna zullen er enkele inspirerende voorbeelden van participatief beheer worden gegeven. Tot slot zal er advies worden gegeven over hoe een participatief project in de beheerfase kan worden opgezet. Participatie kan in verschillende niveaus worden toegepast. Hoe hoger het niveau van participatie des te meer zeggenschap de burger heeft. De rol van de participant verandert ook naarmate zijn of haar invloed toeneemt, dit wordt ook wel de participatieladder genoemd. Niet alleen de invloed van de burger verandert met het participatieniveau, ook de toegepaste bestuursstijl en de daarbij behorende rol van de participant. De verschillende bestuursstijlen en de daarbij behorende rol van de participant zijn toegelicht in figuur 1.11 Een variant op de participatieladder is de autoparticipatieladder van J. Hoffman. De autoparticipatieladder heeft sporten aan beide zijden. Niet alleen de zeggenschap stijgt samen met het niveau van participatie, ook de verantwoordelijkheid neemt toe, zie figuur 1.2. Dit moeten alle partijen die deelnemen aan een participatie proces beseffen. Niet alleen de beleidsmaker de participant verantwoordelijkheid geeft, ook de participant die bereid is om deze te nemen. Daarbij is het belangrijk dat de participant goed wordt ingelicht over deze verantwoordelijkheid. 1.1 Voordelen van participatie Participatie biedt voordelen voor veel verschillende disciplines in de planvorming. Hieronder worden een aantal van deze voordelen genoemd en toegelicht. Ontzorgen Participatie stimuleert een verbetering van de verhouding en de communicatie met burgers. Door burgers invloed te geven voelen ze zich meer serieus genomen. De burger verandert van klant naar actieve deelnemer. Ook worden door participatie de communicatielijnen korter, de burger staat in direct contact met de beleidvoerder, de plannen kunnen daardoor direct aangepast worden aan de wensen van de burger. Of, wanneer dit niet mogelijk is, kan de beleidvoerder dit verklaren tegenover de burger. Waardoor frustratie van beide kanten voorkomen wordt. Participatie kan daarbij ook de sociale cohesie van burgers onderling verbeteren. Participatie brengt mensen bij elkaar die normaal gesproken niet snel met elkaar in contact waren gekomen. Tijdens een participatieproces leren mensen samenwerken en elkaars mening te accepteren. Buren die elkaar niet kennen hebben nu een reden voor contact. Er kunnen zelfs nieuwe vriendschappen ontstaan. Een buurt waar de sociale cohesie groot is behoeft ook minder zorg van de gemeente en woningbouw. Buurtbewoners lossen conflicten onderling op in plaats van de beheerder te bellen. Bijkomend voordeel is de sociale controle die door participatie wordt gestimuleerd.
1
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
11
Bestuursstijl
Rol van Participant
Omschrijving
Faciliterend
Initiatiefnemer
Het bestuur biedt ondersteuning (tijd, geld, deskundigheid en materiële hulpmiddelen)
Samenwerkend
Samenwerkingspartner
Het bestuur werkt op basis van gelijkwaardigheid met andere partijen samen
Delegerend
Medebeslisser
Het bestuur geeft aan de participant de bevoegdheid om binnen randvoorwaarden zelf beslissingen te nemen of uitvoering aan beleid te geven.
Open autoritair
Gesloten autoritair
Consultor
Doelgroep van onderzoek of voorlichting
Geen
Het bestuur vraagt een open advies waarbij veel ruimte voor discussie en inbreng is. Dit betekent onder meer dat de participant een eigen probleemdefinitie en oplossingsrichting kan aangeven Het bestuur raadpleegt de participant over een gesloten vraagstelling: deze kan zich uitspreken over een gegeven beleidsaanpak binnen een gegeven probleesmtelling Het bestuur voert geheel zelfstandig beleid. Om het beleid temaken verschaft het hierover informatie. Om het beleid te laten slagen, tracht het doelgroepen zo nodig te overtuigen of te overreden. Het bestuur voert geheel zelfstandig beleid en verschaft hierover geen informatie
Figuur 1.1 Verschillende bestuursstijlen die gebruikt worden bij interactief beleid
12
Samenwerkend
Delegerend
Participatief
Verantwoordlijkheid
Consultatief
Adviseur
Zeggenschap
Participatief
Faciliterend
Figuur 1.2 Autoparticipatieladder van J.Hofman met de bestuurstijlen van I. Pröpper
Burgers zullen participatief tot stand gekomen openbare ruimte eerder beschermen omdat ze meer het gevoel hebben dat het ‘hun’ plek is. Ze zullen elkaar sneller aanspreken op achterlaten van zwerfvuil of hondenpoep en sneller ingrijpen in het geval van vandalisme. Bovendien blijkt dat burgers minder kritisch zijn over openbare ruimte die door participatie tot stand is gekomen. Daardoor zal er minder snel geklaagd worden bij de gemeente of woningbouwcoöperaties. Dit voordeel komt sterk naar voren in De Bikkershof. Hier werken buurtbewoners samen aan hun binnentuin. De gemeente faciliteert alleen in de vorm van een kleine subsidie. Wanner er onderhoud nodig is in de tuin spreken buren elkaar hier op aan. Financieel en duurzaamheid Door het toepassen van participatie bereik je een openbare ruimte die nauw aansluit op de wensen van de gebruiker. Op deze manier gaat de openbare ruimte langer mee en hoeft er minder vaak gerenoveerd te worden. Dit vergroot de duurzaamheid van de openbare ruimte wat enorm scheelt in de kosten. Er is minder bouwmateriaal nodig omdat er niet voortdurend aanpassingen gedaan worden en groot materieel hoeft minder vaak te rijden. Daarbij is renovatie vaak slecht voor het straatgroen. De bodem raakt verdicht, wortels raken beschadigd door het graven of groen zal simpelweg wijken voor andere toepassingen. Door minder renovatie zal het groen een hogere leeftijd en daarmee een hogere kwaliteit kunnen bereiken. Daarbij komt dat door het toepassen van bijvoorbeeld participatief beheer met hetzelfde geld (budget) een hoger ambitieniveau kan worden bereikt. De participant werkt immers onbetaald en heeft meer tijd om een plek op een goede manier te onderhouden dan een betaalde kracht die meer oppervlak in minder tijd kan onderhouden. Participanten hebben ook een emotionele band met de plek waardoor er voor hen
ook meer profijt is om de plek kwalitatief op een goede manier te beheren. Ervaringsdeskundigheid Door participatie toe te passen kan er meer inzicht worden verkregen in de aard van het beleid. Immers, de (toekomstige) gebruikers zitten ook aan tafel. Hierdoor kunnen alternatieve oplossingen en inzicht op relevante randvoorwaarden aan de oppervlakte komen. Door de verscheidene groepen die mee doen aan het participatieproces, is er meer kans op innovatieve ideeën. De opdrachtgevers komen op deze manier op andere ideeën dan wanneer ze in hun eigen vertrouwde omgeving waren gebleven. Politiek Door participatie toe te passen zal er meer draagvlak ontstaan voor het beleid of voor aspecten van het beleid. Door de korte communicatielijnen en de invloed van de burger kan het beleid naar de wensen van de gebruiker gemaakt worden. Dit neemt irritaties weg zowel bij de gebruikers als bij de beheerders en draagt bij tot een positief imago van de buurt, de gemeenten en de lokale politiek. Bovendien kan het toepassen van participatie leiden tot een positief persmoment. Valkuil hierbij is dat wanneer de participatie niet goed verloopt dit ook breed zal worden uitgemeten in de pers. Daarbij is participatie een versterking van de directe democratie doordat burgers actief bijdragen aan publieke zaken. 1 7 1.2 De invloed van participatie op de beleving van de buitenruimte Je loopt door een nette winkelstraat met een frietje in je hand. Wanneer je deze op hebt ga je instinctief op zoek naar een prullenbak. Na vijf minuten lopen kom je door een wijk waar al veel zwerfvuil ligt, daar kan jou papiertje wel bij. Deze reactie heeft alles te maken met de manier waarop de buitenruimte beleefd wordt.
1
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
13
Objectieve fysieke eigenschappen Beleving van de omgeving binnen het optimale gebied Waarneming van de omgeving Activatieniveau Beleving van de omgeving buiten het optimale gebied Situationele factoren Individuele verschillen Sociale condities Culturele factoren Figuur 1.3 Model van perceptie door Bell, Fischer en Baum
welbevinden
optimaal gebied
Figuur 1.4
14
Activatie niveau
Homeostase Evenwicht
Activatie Stress Overlading Verzet
Om beleving te begrijpen wordt het model van Bell, Fischer en Baum gebruikt zoals afgebeeld in figuur 1.3. Beleving is dus afhankelijk van veel subjectieve factoren. Over het algemeen kan gezegd worden dat participatie de individuele eigenschappen van een gebied verandert. Kennis en ervaring spelen een rol bij het waarnemen van de omgeving. Hiernaast speelt ook de taak die een persoon heeft in de omgeving een rol. Dit wordt in het schema aangeduid als de ‘individuele verschillen’. Ook de situationele factoren tellen mee bij het toepassen van participatie. De situationele factoren hebben te maken met de gebruikersgroep waartoe de deelnemer behoort en de rol die deze in de groep inneemt; ben je in de omgeving als bewoner, bezoeker, reiziger, werker, winkelier, koper of iets anders? Het verschil tussen gebruikersgroepen zal voornamelijk liggen in de controle die de gebruiker over de omgeving denkt te hebben. Door participatie neemt deze controle toe en verandert de waarneming van de plek. Bovendien blijkt dat mensen minder kritisch zijn over hun eigen werk, of het werk van mensen die ze goed kennen dan over het werk van (anonieme) instanties. Zo wordt een ruimte die door een professional is beheerd minder positief beleefd dan een waarbij de beheerder een persoonlijke band heeft met de plek. Daarbij kan onze waarneming nog worden beïnvloed door ‘sociale factoren’ (bijvoorbeeld, zijn wij er alleen of met een groep). Ook dit kan door participatie veranderen doordat participatie een proces is van samenwerking. Tot Slot kunnen ook de objectieve fysieke eigenschappen beïnvloed worden door participatief beheer. Immers door bewoners zelf de buitenruimte te laten inrichten kun je aannemen dat de inrichting naar hun eigen smaak is.4 Ieder mens heeft een eigen optimaal activatieniveau. Dit correspondeert met de hoeveelheid prikkels
waarbij zij of hij zich het prettigst voelt en het beste kan functioneren. Wanneer er te weinig prikkels ontvangen worden is de activatie te laag: dit wordt als onaangenaam ervaren. Als er teveel prikkels aanwezig zijn, is het activatieniveau hoger dan het optimale niveau: ook dat wordt als minder aangenaam ervaren. Het activatieniveau uitgezet tegenover de beleving kan in een parabolische grafiek weergegeven worden zoals te zien is in figuur 1.4. Alleen wanneer het activatieniveau goed in evenwicht is, zal er een positieve beleving volgen. Daarom wordt deze positieve beleving ook wel homeostase (evenwicht) genoemd, dit is het optimale gebied in de grafiek. Als er homeostase is, is er evenwicht tussen de gebruiker en de omgevingsprikkels. Dat betekent dat er geen verschillen zijn tussen het optimale belevingsgebied en de omgeving. Verschillen werken juist als heel sterke prikkels. We beleven vooral iets als de omgeving afwijkt van ons optimale belevingsgebied en er geen evenwicht is. De meeste fysieke eigenschappen van de omgeving, ook ruimte, worden daarom ook dissatisfyers genoemd. Een optimale omgeving, bijvoorbeeld een geslaagd ontwerp of adequate ruimte, levert minder spontane reacties op dan een minder optimale omgeving, om de doodeenvoudige reden dat wij erop gebouwd zijn om te streven naar homeostase en dus te reageren op alles dat afwijkt van ons eigen optimale niveau.5 Bij het toepassen van participatief beheer kan de gebruiker de omgeving naar zijn eigen hand zetten. Hij heeft direct invloed op de eigenschappen van het gebied, en daarbij dus ook op de zogenaamde dissatisfyers. Wanneer de buitenruimte dus buiten het optimale gebied valt kan hij dus onmiddellijk actie ondernemen om dit te veranderen.
1
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
1.3 De risico’s en randvoorwaarden van participatie Er zijn verschillende situaties waarbij het niet raadzaam is participatie toe te passen. Daarom zijn er een aantal 15
randvoorwaarden opgesteld waar een project aan moet voldoen om geschikt te worden bevonden voor participatie. Wanneer er bij deze projecten toch participatie wordt toegepast brengt dit verschillende risico’s met zich mee. De belangrijkste randvoorwaarden voor participatie in het beheer is de bereidheid van zowel de bestuurder als de participant om een actieve rol te spelen in het traject. Wanneer een van de partijen niet bereid is tijd, geld of energie te steken in het project zal het snel stranden. Participatie is vaak een traject waarbij vooral van de participant meer tijd en energie wordt gevraagd dan bij klassieke vormen van beheer of planvorming. Duidelijkheid over de rol en inbreng van de participant is hierbij essentieel. Hoe groot is de invloed van de participant,en hoe groot is de verantwoordelijkheid? Voorwaarden is dat de participanten vooraf hebben aangegeven dat ze de tijd er voor over hebben en de verantwoordelijkheid aankunnen. De initiatiefnemer moet bereid zijn invloed uit handen te geven. Daarnaast is een meerwaarde van participatie noodzakelijk. De meerwaarde kan zijn dat er nog te weinig kennis is over het onderwerp of dat een beleidsverandering draagvlak nodig heeft. Een andere reden kan zijn dat men de relatie tussen de opdrachtgever en de participanten, of de participanten onderling wil verbeteren. Ook is het belangrijk af te wegen of de situatie geschikt is voor participatie. Hierbij moet gedacht worden aan een tijdsaspect. De problematiek kan niet zo urgent zijn dan er meteen een beslissing genomen dient te worden. Ook hanteerbaarheid speelt hierbij een rol, wanneer het te technisch is zal het vinden van geschikte participanten moeilijk worden. Dat de problematiek belangrijk genoeg is dat het voor de opdrachtgever en de participanten de moeite waard is om er tijd en geld in te stekenis ook een van de voorwaarden. Verder vergt participatie een volledige openheid van de initiatiefnemer. Een geheimhoudingsplicht is dus niet gewenst. Daarbij hoort beschikbaarheid van alle informatie voor de participanten. Openheid heeft ook te maken met 16
hoeveel beleidsruimte er is; felexibel beleid is gewenst. Ook de bereidheid van beide partijen (opdrachtgever en participant) om inzicht te geven in afwegingen en opvattingen speelt hierbij een rol. Tot slot is het raadzaam voorafgaand aan het opzetten van een participatietraject na te gaan of er genoeg personele capaciteit, geld en hulpmiddelen beschikbaar zijn. Participatie vergt in eerste instantie meer inspanningen dan klassiek beleid. Het is een apart proces en vaak zijn er ook kosten voor faciliteiten als vergaderruimte en communicatie.1 1.4 Het starten van participatie Het starten van een participatie traject Participatie wordt vaak toegepast om bestaand gedrag te veranderen. Het huidige beleid volstaat niet en er wordt nieuw beleid gemaakt om een verandering te brengen in de huidige manier van handelen. Het doel is dan dus om mensen verandering te laten accepteren. DEFRA, het ministerie van plattelandsontwikkeling in het Verenigd Koninkrijk heeft zeven aandachtspunten ontwikkeld die aangehouden kunnen worden om een gedragsverandering op een goede manier door te voeren. In het engels worden deze punten de zeven E’s genoemd: • Kennis bijbrengen (Education) Zorg voor voldoende kennis van zaken en voorlichting bij de doelgroep. • Handhaven (Enforcement) Zorg voor wetgeving, en de handhaving daar van. • Verbinden (Engagement) Zorg er voor dat gemeenschapsinitiatieven en belangrijke personen in een gemeenschap achter jou idee staan. • Voorbeeld (Example) Geef het goede voorbeeld • Moedig aan (Encouragement) Zorg dat mensen de voordelen zien van het nieuwe beleid bijvoorbeeld door er financieel voordeel aan te koppelen of door sociale controle.
• Verantwoordelijkheid geven (Empowerment) Zorg er voor dat mensen daadwerkelijk invloed hebben daardoor krijgen ze het gevoel dat ze iets kunnen. • Faciliteren (Engineering) Geef aanpassingen aan de omgeving waardoor gedragsverandering makkelijker en logisch wordt. Verwijder obstakels.
1
2
De zeven E’s kun je afzonderlijk of in combinatie met elkaar inzetten om gedrag te sturen en een participatie traject in gang te brengen. Je kan mensen bijvoorbeeld door middel van voorlichting (Education) het belang van participatief beheer laten in zien. Je kan ze ook dwingen (Enforcement) door boetes uit te delen aan mensen wiens stoep niet ijsvrij is. Of mensen aanmoedigen door als beloning een speeltuin te plaatsen. (Encouragement) Ook kun je mensen voorzien van gereedschap door bijvoorbeeld schoffels beschikbaar te stellen voor het wieden van het openbaar groen (Engineering). Het is dus handig om tijdens het opzetten van een participatie traject de zeven E’s in het achter hoofd te houden. 6
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
17
3. Inspiratie Voor het tot stand komen van dit inspiratieboekje zijn er veel verschillende participatieprojecten bezocht. Een aantal van deze projecten zijn opgenomen in dit boekje. De selectiecriteria zijn innovatie, planvormingsfase en tijdsduur. Alle projecten die zijn opgenomen zijn innovatief voor de tijd waarin ze gestart zijn. Het zijn pioniers op het gebied van participatie. Daarnaast ging de voorkeur uit naar projecten die van toepassing zijn op de beheersfase van de planvorming. Dit is niet bij alle projecten het geval maar er is wel potentie om dit in de toekomst te gaan uitbreiden. Het doel van dit boekje is om gemeenten, bedrijven en stichtingen te overtuigen van de voordelen van participatie. Daarom is er ook gezocht naar projecten die hun succes al langere tijd bewezen hebben. Dit is een van de moeilijkste selectiecriteria omdat participatie een redelijk nieuw begrip is. Vandaar dat niet alle opgenomen projecten aan dit selectiecriteria voldoen. Deze projecten zijn daarentegen weer erg innovatief en goede ideeën voor de toekomst van participatie.
Bikkershof, Utrecht Verschillende projecten DHV, Amersfoort
Verbeterdebuurt.nl, Amsterdam Co-creatie, Ermelo
Adoptiegroen, Alphen aan den Rijn st. ElemenTree, Den Haag Transvaal, Den Haag Creatief Beheer, Rotterdam Pendrecht universiteit, Rotterdam
Hoogstambrigade, Arnhem BuurtondernemingWoensel-West, Eindhoven BuurtDNA lakerlopen, Eindhoven Adoptiegroen, Deurne
Figuur 2.1 Bezochten participatie projecten, niet alle aangegeven project zijn daadwerkelijk opgenomen
19
“Als hier een huis te koop staat fotografeert de makelaar altijd eerst de tuin” 20
3.1 De Bikkershof in Utrecht De Bikkershof is een binnentuin in het hartje van Utrecht in de wijk Wittevrouwen. De binnentuin is ontstaan nadat eind jaren zeventig een melkfabriek en een garagebedrijf aan de gemeente werden verkocht. Hierdoor bleef een braakliggend stuk grond over dat daarbij ook nog eens ernstig vervuild was. De gemeente wilde hier een klein parkje van maken maar de bewoners waren het er al snel over eens dat zij deze plek zelf wilde beheren. De initiatiefnemer voor de tuin, Peter Peels, helaas in 2007 overleden, kwam met het idee van een ecologische tuin. In 1986 ging Bikkershof officieel open. De Bikkershof is daarmee een van de oudste zelfbeheertuinen in Nederland. De tuin bevat hoofdzakelijk inheemse beplanting en wordt onderhouden op basis van permacultuur. Er mogen geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt worden. De Bikkerhof bestaat uit verschillende onderdelen. Er zijn gemeenschappelijke tuinen zoals de kruidentuin en de heemtuin, er zijn volkstuintjes die mensen kunnen huren en er is een speeltuin voor de kinderen van het aangrenzend kinderdagverblijf. De Bikkershof huisvest drie bijenvolken die door een imker in de buurt verzorgd worden. Hiernaast verblijven er twee loopeenden en een aantal konijnen en kippen in de Bikkershof. Deze dieren produceren de mest voor de moestuinen. De dieren worden gevoed met het voedsel dat over is van de biologische winkel in de buurt en de moestuinen. Ook wordt er regenwater afgevangen dat gefilterd wordt door middel van helofytenfilters. Een helofytenfilter wordt gebruikt om water te zuiveren tot een
kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu. In de Bikkershof bestaat het helofytenfilter uit een moerasje met zand, grind en riet. Het regenwater dat valt op het dak van de aan de Bikkershof gelegen muziekwinkel en wordt schoon weer opgevangen in de vijver. Dit water wordt gebruikt voor het besproeien van de moestuinen. Op deze manier ontstaat er in een de Bikkershof een miniatuur kringloop. In de Bikkershof zijn al enkele bijzondere dier- en plantsoorten gespot waaronder vroedmeesterpadden. De bewonersvereniging beheert ook nog twee fietsenstallingen waar omwonenden tegen een kleine vergoeding hun fiets kunnen stallen. De gemeenschappelijke tuinen worden onderhouden tijdens de tweewekelijkse werkzondagen. Daarbij zijn er nog een aantal grote activiteiten waaronder de jaarlijkse “groen moet je doen” dag . Op deze dag worden in heel Utrecht activiteiten omtrent het groen in de wijk georganiseerd. Succes- en faal factoren Dat Bikkershof een van de langst lopende zelfbeheerprojecten in Nederland is, komt deels door het enthousiasme van de oprichter Peter Peels. Maar ook nu hij een aantal jaar geleden overleden is, blijft een groep bewoners actief in het behouden van de tuin. Het succes hierbij ligt bij de liefde die de bewoners hebben voor de tuin. Ze hebben veel profijt van de groene binnentuin midden in de stad. En vinden het dus niet erg om hier tijd te steken. Daarbij is het tuinieren voor de meeste vrijwilligers ook een hobby. Toch blijft het moeilijk om voldoende actieve vrijwilligers te vinden. Momenteel zijn er tussen de zeven
Faciliterend
Samenwerkend
Delegerend
Participatief 21
22
en zeventien vrijwilligers actief in de tuin. De ervaring leert dat het vaak oudere mensen zijn die actief bezig zijn in de tuin. Ook beginnen mensen die het voorheen druk hadden vaak met helpen wanneer de kinderen het huis verlaten hebben. Joyce van Parlevliet, bestuurslid van de bewonersvereniging, is daarom niet bang dat het voortbestaan van de bikkershof in gevaar komt door een tekort aan vrijwilligers. De bewonersvereniging heeft een conflict met omwonenden en omliggende bedrijven die een uitgang willen maken van hun tuin naar de binnentuin. Omdat hiervoor delen van de tuin bestraat worden en hierdoor de gebruikersdruk zal toenemen staat de bewonersvereninging hier niet positief tegenover. Het is raadzaam om een oplossing te vinden voor dit conflict. De bedrijven en bewoners zijn ook omwonende van de binnentuin en kunnen een nieuwe groep van actieve vrijwilligers blijken.
paar jaar wel tijd zullen hebben vrijwilliger te worden. Bovendien heeft de bewonersvereniging zichzelf bewezen door, ondanks het overlijden van geestelijke vader Peter Peels, toch actief te blijven bestaan. Joyce is wel bang dat een nieuwe generatie vrijwilligers het ecologisch karakter van de tuin niet zal willen behouden of een afgezwakte vorm zal gaan toepassen. Wel is het belangrijk dat er een definitieve oplossing komt in het eigendomsconflict van de tuin en het recht van overpad. Er zou bijvoorbeeld een ingang voor de omwonende bewoners en bedrijven kunnen komen wanneer zij een half jaar actief zijn geweest met het beheer van de tuin.
1
2
3
4
De huizen om de binnentuin zijn zichtbaar in waarde vermeerderd door het groen. Dit blijkt wel uit het feit dat wanneer er een huis te koop aangeboden wordt, de makelaar als eerste de tuin op de foto zet. De binnentuin wordt ook erg gewaardeerd door omwonende als ontmoetingsplek. De sociale cohesie in dit deel van de wijk is zichtbaar groter dan in andere delen en de bewoners ervaren dit als iets positiefs.
5
Toekomst Volgens Joyce Parlevliet, blijft de Bikkershof nog lang in zijn huidige vorm bestaan. De vrijwilligers die actief zijn in de tuin zijn gemiddeld ouder dan 40 jaar. Joyce is niet bang dat het aantal vrijwilligers met de jaren zal afnemen. Volgens haar zijn de vrijwilligers altijd al een wat oudere generatie geweest. Zodra de kinderen het huis uit zijn hebben bewoners meer tijd om actief te zijn in de tuin. Ze verwacht dus dat mensen die nu nog een druk leven hebben, over een
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
23
“We moeten problemen creeëren om mensen wakker te houden”
24
3.2 Creatief beheer in Rotterdam Creatief Beheer is een Rotterdams bureau dat in 2002 is opgericht door Rini Biemans en Karin Keijzer, twee kunstenaars die een manier bedacht hebben om de stad groener, schoner en veiliger te maken. Zij doen dit door middel van het toepassen van participatief beheer in de openbare ruimte. Creatief Beheer wil menselijke interactie optimaliseren, Hierbij staat optimaal voor: zelforganiserend. Biemans en Keijzer zien de stad en de openbare ruimte als iets dat door samenwerking moet ontstaan. De beste manier om dit te bereiken is volgens hen het vinden van een gezamenlijk doel. Op de weg naar realisatie van dit doel worden gaandeweg vragen en problemen opgelost. Belangrijk in hun aanpak is dat theorie en praktijk niet gescheiden zijn. Alle ideeën worden direct uitgevoerd. Sociologie, psychologie en fysiologie zijn voor Creatief Beheer de belangrijkste wetenschappen. Door deze wetenschappen te koppelen aan de openbare ruimte wordt gepoogd van beheer en onderhoud een middel te maken om de sociale cohesie, en daarmee de positieve beleving van de openbare ruimte in een wijk te vergroten. Beheer en onderhoud, de dagelijkse zorg voor elkaar en omgeving wordt door Creatief Beheer gezien als manier om een wijk te ontwikkelen. Het onderhoud wordt gemaximaliseerd door middel van een participatief traject. Bovendien is het belangrijk dat ook de inrichting van de buitenruimte naar behoefte kan veranderen, het gaat hier vooral om de inrichting van parken, pleinen en straten. Grote infrastructurele zaken, die de wijk koppelen aan de rest van de stad zijn beter
centraal te regelen. Daarnaast maakt Creatief Beheer veel gebruik van verschillende media. Zo is er een website die dagelijks vernieuwd wordt en worden er programma’s voor TV Rijnmond gemaakt. Creatief Beheer krijgt zijn opdrachten meestal van de gemeente Rotterdam, woningcoöperaties of welzijnsorganisaties. Daarnaast doet Creatief Beheer soms mee met aanbestedingen van een project. Creatief Beheer heeft echter een unieke manier gevonden om projecten te bekostigen. Door eenmalige investeringen uit te smeren en te koppelen aan onderhoud- en beheergelden, probeert Creatief Beheer door een jaarlijkse investering een project in waarde te laten stijgen. Dus in plaats van het project in een keer aan te leggen en daarmee het budget voor de aanleg in een keer te gebruiken, wordt de aanleg stapsgewijs uitgevoerd. Hiermee wordt gezorgd voor jaarlijkse impulsen. Zo zijn er voortdurend activiteiten en verbeteringen in het project. Ook prikkelt het gebruikers en beheerders om allerlei creatieve oplossingen te verzinnen zodat met hetzelfde geld meer gedaan kan worden. Op deze manier worden gebruikers elk jaar verrast door een nieuwe toevoeging aan het project en zullen ze, elke keer dat er iets nieuws gebeurt de ruimte opnieuw gaan waarderen. Daarnaast investeert Creatief Beheer ook in vast personeel voor elk project. De aanleg wordt gedaan door een projectleider in samenwerking met de buurtbewoners in plaats van een aannemer met zijn personeel. Deze projectleider is ook na de aanleg regelmatig op het project aanwezig en organiseert de activiteiten of bijeenkomsten.
Faciliterend
Samenwerkend
Delegerend
Participatief 25
26
Creatief Beheer probeert actief zichzelf overbodig te maken. Opzet is om ieder project/traject in 3 tot 5 jaar structureel te verankeren en te laten doorgroeien in de wijk. Hiervoor moet de gevestigde praktijk openstaan voor de voordelen van de aanpak en bereid te zijn af te wijken van gebaande paden. Opzet is dat beheer en onderhoud geld gaat opleveren in plaats van kosten. Een aantrekkelijke buitenruimte heeft ook direct een gunstig effect op de locale economie. Creatief Beheer hanteert drie regels; Geen overlast, geen rotzooi en iedereen mag mee doen. Momenteel is Creatief Beheer verantwoordelijk voor vier grote projecten in de stad Rotterdam. Een van deze projecten is proefpark De Punt. De Punt is het langstlopende project van Creatief Beheer. Sinds 2005 is Creatief Beheer actief op deze plek. De Punt is een braakliggend terrein in deelgemeente Feyenoord waar Creatief Beheer een park bouwt samen met bewoners. Projectleider, smooth urban farmer, stadsboer Stanley Pashouwers, is drie dagen per week actief als projectleider op Proefpark De Punt. Hij verzorgt het groen en onderhoudt de contacten met de buurtbewoners en scholen en hij organiseert activiteiten. Tevens stimuleert hij bewoners op De Punt om zelf actief te worden. Dit lukt tot nu toe heel goed; bewoners komen zelf met initiatieven, het Proefpark wordt goed gebruikt door wandelaars, er worden barbecues gehouden en er spelen dagelijks veel kinderen. Op De Punt is onder andere een ontmoetingsplek voor jongeren te vinden, een kippenhok met kippen die verzorgd worden door een buurtbewoner, een kas die fungeert als ontmoetingsplek en 25 moestuintjes van aanwonende buurtbewoners. Hieruit blijkt al dat mensen graag gebruik maken van het park. Succes- en faalfactoren Het grootste succes ziet Creatief Beheer in het ter
plekke zijn op de projecten. Elk project heeft een vaste medewerker van Creatief Beheer die een aantal dagen per week werkzaam is op het project. Deze medewerker is daarbij ook direct aanspreekpunt voor bewoners. Wanneer de beheerder aan het werk is zal deze ook actief bewoners benaderen om te helpen met klusjes of het organiseren van activiteiten. Alle medewerkers bij creatief beheer zijn ook daadwerkelijk met de praktijk bezig. Er wordt weinig op papier gezet, iedereen is bezig met concrete acties. Bewoners zien direct resultaat wanneer ze participeren. Creatief beheer is (helaas) wel afhankelijk van de gemeente. Deze stort het geld vaak te laat waardoor facturen open blijven staan. Het bureau heeft daardoor af en toe problemen met cash geld/liquiditeit. Het zou dus voor Creatief Beheer raadzaam om ook andere opdrachtgevers te zoeken. Toekomst Het terrein waar Proefpark De Punt gevestigd is zal binnenkort bebouwd gaan worden. Omdat de gemeente Rotterdam dit unieke plekje in haar stad niet kwijt wil raken heeft zij Creatief Beheer aangeboden om de daktuin van de aan de overkant van de straat gelegen shoppingmall te gaan beheren. De daktuin is nog in aanbouw. De Punt krijgt dus een definitieve vaste plek in Rotterdam. Wat de inrichting van deze plek gaat worden is nog onbekend. Over het algemeen genomen krijgt de ‘Creatief Beheer methode’ veel aandacht in Rotterdam. De gemeente Rotterdam is erg enthousiast en het bureau groeit elk jaar.. Het lijkt er op dat de methode werkt, ook op de lange termijn. Het is belangrijk dat er elk jaar opnieuw in de openbare ruimte geïnvesteerd wordt en op deze manier de bewoners betrokken blijven. Ook enthousiaste medewerkers zijn cruciaal voor het voortbestaan van de projecten. Want wanneer de beheerders niet enthousiast zijn, blijven de bewoners dit ook niet.
1
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
27
“Tachtig verschillende soorten perenbomen in een laan”
28
3.3 Hoogstambrigade in Arnhem In Arnhem–Zuid is sinds drie jaar een hoogstambrigade actief die het beheer van fruitbomen in de openbare ruimte op zich neemt. De hoogstambrigade Arnhem–Zuid is ontstaan in het dorp Elden. Dit dorp was ooit omringd door boomgaarden maar is nu helemaal omsloten door de stad Arnhem. Omdat de bewoners van Elden graag hun cultuurhistorisch erfgoed, de hoogstam boomgaarden, weer terug wilden brengen in hun dorp hebben ze een verzoek aan de gemeente Arnhem gedaan om fruitbomen te plaatsen in het openbaar groen. De gemeente Arnhem heeft echter niet genoeg budget en specialisten beschikbaar om deze fruitbomen te beheren en stelt daarom de voorwaarde dat de bewoners de fruitbomen zelf onderhouden. De bewoners hebben zich daarop aangesloten bij de hoogstambrigade van Stichting Landschapsbeheer Gelderland. De stichting verzorgt gereedschap en biedt de mogelijkheid tot het volgen van snoeicursussen. De gemeente financieert ook projecten zoals het plantmateriaal voor een boomgaard ten zuiden van Elden maar ook voor een perenlaantje met wel tachtig verschillende perensoorten! Omdat het verzorgen van de jonge fruitbomen maar weinig tijd in beslag neemt, heeft de hoogstambrigade de gemeente Arnhem gevraagd of ze ook de resterende fruitbomen in Arnhem mogen beheren. De gemeente Arnhem heeft daarom de hoogstambrigade van een actuele kaart voorzien waarop alle fruitbomen in Arnhem–Zuid worden aangegeven. De hoogstambrigade snoeit deze bomen jaarlijks in ruil voor de oogst. Omdat de gemeente Arnhem het belangrijk vindt dat de hoogstam fruitbomen behouden blijven in het landschap deelt ze nu ook eenmaal per
jaar gratis fruitbomen uit aan bewoners van de nieuwbouwwijk Schuytgraaf. De bewoners krijgen bij het ophalen van de boom instructie van de hoogstambrigade over hoe ze de boom moeten verzorgen. Succes- en faalfactoren De grootste succesfactor in dit project is het enthousiasme van bewoners die zelf graag de hoogstam fruitbomen als cultuurhistorisch landschapselement willen behouden. Het is dus belangrijk dat de leden van de hoogstambrigade zorgen voor hun opvolging. Bovendien zijn er extra vrijwilligers nodig wanneer de bomen volwassen geworden zijn geworden het aantal vrijwilligers gegroeid is. Bij volwassen bomen is de hoeveelheid werk aanzienlijk meer.Een ander positief elementen is dat beide partijen van deze samenwerking profiteren. De gemeente Arnhem heeft mooi aangeklede straten zonder beheerkosten. De hoogstambrigade heeft het profijt dat het cultuurhistorisch karakter van Arnhem-Zuid behouden blijft. Bovendien mag de hoogstambrigade de opbrengst van de fruitbomen houden. Toekomst De verwachting is dat het werk van de hoogstambrigade in de toekomst zal toenemen aangezien de bomen met de jaren meer onderhoud nodig hebben. Het profijt wordt echter met de jaren ook groter omdat volwassen bomen meer vruchten dragen. In de toekomst kan men het fruit te gaan verkopen of verwerken tot sap of jam. De opbrengt van deze producten kan gebruikt worden voor nieuw materiaal voor de hoogstambrigade of een jaarlijks oogstfeest.
Faciliterend
Samenwerkend
Delegerend
Participatief 29
“Als ik later groot ben, en ik fiets langs deze plek, kan ik zeggen dat ík deze boom heb geplant”
30
3.4 Greencourts in Den Haag “Wie een boom plant heeft vertrouwen in de toekomst. Daarom planten wij bomen met kinderen”. Dat is het motto van Stichting elemenTree. Stichting elemenTree is 2005 opgericht met als doel voor 2013 een miljoen (“zoveel mogelijk”) bomen te planten. Om zo Nederland een groener aanzicht te geven en met name kinderen meer in aanraking te brengen met de natuur. En dan niet alleen de natuur in de buitengebieden rondom de stad. Maar juist de natuur die om de hoek van de straat te vinden is. Een van de activiteiten van stichting ElemenTree is het ontwikkelen van natuurlijke speelplekken onder de naam Greencourts. Een Greencourt is een natuurlijke speelplaats die inspeelt op de fantasie van het kind. De Greencourt heeft het spelen als belangrijkste doel. Kinderen mogen op de Greencourt vies worden, overal mee spelen en overal in klimmen. Met de Greencourt wordt de natuur naar de stad gebracht. Stichting elemenTree wil dat stadse kinderen kennis maken met de natuur en leren de natuur te waarderen. Een Greencourt kan verschillende afmetingen hebben. Van de grootte van een volwassen boomkroon, tot struinnatuur waar kinderen heerlijk in kunnen dwalen, maar niet vérdwalen. Stichting elemenTree werkt samen met de gemeentes, woningbouwverenigingen, scholen, welzijnsorganisaties, particuliere organisaties en bedrijven voor een groenere omgeving. Natuurbeleving is niet het enige doel van de Greencourt. De Greencourt wordt het middelpunt van de buurt. Een plek waar niet alleen kinderen, maar ook hun ouders en verzorgers elkaar kunnen ontmoeten. Tijdens de aanleg van de Greencourt werkt
stichting elemenTree samen met de gemeente. De stichting heeft hierbij en adviserende rol. Zo adviseert ze over het ontwerp, draaiboeken, ideeën en beplanting. Ook hebben ze een breed netwerk met contacten bij boomverzorgers en fondsen. Vaak wordt de aanleg niet alleen door professionals gedaan maar wordt er samengewerkt met de toekomstige gebruikers van de Greencourt. Bij de aanleg van de Greencourt op stadsboerderij Landzigt is er bijvoorbeeld een stobbenmuur gebouwd door ambtenaren van de afdeling Natuur en Milieu van de gemeente Den Haag. De kinderen van een nabijgelegen basisschool hebben geholpen met het planten van de klimboom, het installeren van de waterpomp en het maken van het insectenhotel. Bovendien hebben verstandelijk gehandicapten van een nabijgelegen centrum klimplanten tegen het hek geplant. Op deze manier wil stichting elemenTree er voor zorgen dat zoveel mogelijk verschillende partijen een persoonlijke band met de plek krijgen. Het beheer van de Greencourt op Landzigt is overgedragen aan de scouting en de Lion’s club. Na de aanleg kan de beheerder bij elemenTree terecht voor beheeronderhoudsadviezen. De speeltoestellen worden beheerd door het stadsdeel Ypenburg. Succes- en faalfactoren Door in de aanlegfase samen te werken met veel verschillende partijen krijgen de participanten een persoonlijke band met de plek. Het is niet zomaar een speelplek, maar ‘hun eigen’ speelplek. Op deze manier zal er een grote sociale controle plaatsvinden op de plek. Daarbij is het feit dat stichting elemenTree een onafhankelijk partij is die
Faciliterend
Samenwerkend
Delegerend
Participatief 31
32
bemiddelt tussen participanten en de gemeente, belangrijk voor het succes van de Greencourt. De stichting heeft meer tijd en geld om persoonlijke aandacht in de plek te investeren en ervoor te zorgen dat de kwaliteit hoog blijft dan de gemeente.
1
Toekomst Het doel van stichting ElemenTree is om zichzelf op lange termijn overbodig te maken en het beheer volledig over te dragen aan de gemeente en de vrijwilligers. Het is dus cruciaal om een aantal vrijwilligers en beheerders te vinden die net zoveel hart voor de Greencourt hebben als zij. ElemenTree is daarbij wel altijd beschikbaar voor het geven van technisch advies. Er bestaat dus geen gevaar dat de Greencourt slecht beheerd wordt omdat er niet genoeg specialisten beschikbaar zijn.
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
33
“Alles wat makkelijk is, is niet interessant”
34
3.5 Adoptiegroen in Alphen aan den Rijn Sinds 1992 biedt de gemeente Alphen aan den Rijn bewoners de mogelijkheid om het gemeentelijk groen in hun omgeving te onderhouden. In de Stromenwijk gebeurt dit op een unieke manier. De wijk is stedenbouwkundig verdeeld in tientallen kleine binnenpleintjes. Tijdens de aanleg van de wijk konden aanwonende kiezen of ze participant wilden worden. Wanneer er geen participanten zijn zorgt de gemeente voor zogenaamd basisgroen dat de gemeente zelf onderhoudt. Als bewoners extra kwaliteit willen in hun buitenruimte kunnen ze ervoor kiezen om participant te worden. Vervolgens kunnen ze kiezen welke functie voor het binnenpleintje volgens hen gewenst is. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een sierfunctie maar ook een speel- of ontmoetingsplek. Daarbij kunnen verschillende functies ook gecombineerd worden. Bewoners kunnen ook aangeven hoeveel tijd ze kunnen besteden aan het openbaar groen, de plantkeuze wordt daar dan op afgestemd. Bewoners met veel tijd krijgen een plantvak, bewoners met weinig tijd kunnen kiezen voor een bloembak. Het voordeel van deze bloembakken is ook dat ze te verplaatsen zijn. Mocht een bewoner niet meer aan zijn verplichtingen toe komen kan de bak gewoon verhuisd worden naar een nieuwe eigenaar. Ook het onderhoud van geveltuintjes of boomspiegels behoort tot de keuzemogelijkheden. Bewoners hebben invloed in de keus van de beplanting. Te denken valt dan aan een aantal verschillende sferen zoals heide, water of bloeiende bloemen.
Dit project loopt in sommige wijken al bijna 10 jaar en nog steeds liggen de tuinen er prachtig bij. De bewoners vinden het erg leuk om met elkaar er voor te zorgen dat de buitenruimte er groen uitziet. Bovendien steunt de gemeente vele initiatieven; bewoners kunnen bijvoorbeeld picknickbanken aanvragen of extra beplanting. Jaarlijks controleert de gemeente of de tuinen nog aan de kwaliteitseisen voldoen. Mocht het onderhoud meerdere malen tekortschieten kan de gemeente er voor kiezen het weer om te vormen tot basisgroen. Hoofddoelstelling van het participatief beheer is het stimuleren van de sociale cohesie. Bewoners gaan met elkaar in discussie, leren samen te werken en de wensen van andere te stimuleren. Daarnaast is het mogelijk een hogere inrichtingskwaliteit te verkrijgen en zorg bij de gemeente uit handen te nemen, het zogenaamde ontzorgen. Bewoners zijn geneigd te snel bij de gemeente aan te kloppen met problemen, de bedoeling is nu dat ze hun problemen nu zelf of samen gaan oplossen. Succes en faalfactoren Het succes in Alphen aan den Rijn is volgens organisator Peter Westgeest vooral aan de instelling van de bewoners te danken. Omdat bewoners al vanaf het begin betrokken worden met het beheer en onderhoud van de wijk vinden ze dat het iets is wat “erbij hoort”. Participatie is voor de bewoners de normaalste zaak van de wereld. Grootste tekortkoming van de methode ziet Westgeest in het specialistische beheer. Bewoners snoeien soms niet op het juiste tijdstip of op
Faciliterend
Samenwerkend
Delegerend
Participatief 35
36
de verkeerde manier. Ook slaat sommige beplantingen niet aan omdat het op de verkeerde manier geplant is. Dit is niet de schuld van de bewoners, het inlichten en opleiden van bewoners kost gewoon veel tijd en geld. Bovendien ziet Westgeest dat in het project (eenmalige bedoelde) acties routine worden en dat daarbij het doel vergeten wordt. Een voorbeeld hiervan is een actie met hanging baskets. Dit zijn hangende bloembakken die bewoners konden laten vullen met eenjarige planten bij de gemeente. Vervolgens mochten de bewoners deze in de openbare ruimte ophangen. Deze actie wordt nu voor de zevende keer herhaald waarbij veel bewoners de baskets nu in hun achtertuin hangen. Het doel van de actie, het opfleuren van de openbare ruimte, wordt hierdoor niet meer bereikt. Het zou dus een goed idee te zijn om dit soort jaarlijkse acties te evalueren en daarbij in het achterhoofd te houden wat het doel van de actie was en of dit doel nog steeds door de actie bereikt wordt. Wanneer dit niet zo is wordt het tijd om de actie te veranderen of iets nieuws te verzinnen. Het adoptiegroenproject in Alphen aan den Rijn is voorbeeld van participatief beheer voor vele andere gemeenten in Nederland. Er zijn al vele gemeentes komen kijken naar het project van Peter Westgeest en een aantal gemeentes hebben het adoptiegroen nu ook in hun beleid opgenomen met wisselend resultaat. Voorbeelden hiervan zijn de gemeente Arnhem, Deurne en Waalwijk. Veel gehoord struikelblok bij dit systeem is dat bewoners zich niet genoeg verantwoordelijk voelen voor hun adoptietuintje. Wanneer de gemeente het aanbiedt stemmen bewoners vaak enthousiast toe, maar wanneer in de loop der jaren het werk toeneemt haken bewoners vaak weer af. Ook leiden de adoptietuintjes soms tot burenruzies omdat men het niet eens kan worden over de inrichting of omdat een nieuwe bewoner niet mee wil doen met het initiatief. Het is dan aan de gemeente om een passende oplossing te vinden voor verwaarloosde tuintjes. Het doel van de
gemeente om door adoptiegroen zichzelf te ontzorgen en het zelfstandiger maken van de burger wordt dan niet bereikt. De reden waarom het adoptiegroen in Alphen aan den Rijn wel werkt ligt waarsschijnlijk aan het enthousiasme van Peter Westgeest. Peter Westgeest is de hele dag bezig met de verschillende participatie projecten. Hij is vaak in de wijken te vinden en is een aanspreekpunt voor de bewoners. Bovendien benaderd hij zelf ook actief bewoners om te gaan participeren in plaats te wachten tot de bewoners naar hem toe komen. Daarnaast is het beheer systeem in de afgelopen tien jaar volledig afgestemd op de participerende bewoners. Toekomst Peter Westgeest hoopt dat dit project ook op de langere termijn blijft bestaan. De huidige wethouder van Groenvoorzieningen is net voor de derde termijn herkozen. Voor de komende vier jaar zal het budget voor participatief beheer blijven bestaan. Gezien de positieve reacties van de betrokkenen zal het ook in de toekomst worden doorgezet. Wel zegt Westgeest; “Alles wat makkelijk is, is oninteressant.” Burgers verliezen snel hun interesse als iets niet meer nieuw is of routine wordt. Daarom is het raadzaam om nieuwe initiatieven te blijven ondersteunen en de mensen scherp te houden.
1
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
37
“We willen op een simpele en laagdrempelige manier buurten verbeteren” 38
3.6 Verbeterdebuurt.nl Creative Crowds wil met verbeterdebuurt.nl een platform creëren om buurten te verbeteren. Verbeterdebuurt.nl is een laagdrempelige en interactieve website. Burgers kunnen hier opmerkingen en ideeën kwijt zodat er verbeterproces op gang kan worden gebracht. De website werkt op een basis van Google Maps, op een digitale kaart kan iedereen problemen en ideeën aangeven; dit wordt een melding genoemd. Dit wordt op de kaart aangegeven als een rode punaise. Vervolgens kan er op deze melding door andere buurtbewoners worden gereageerd of gestemd. Zo kan de melder zien of zijn probleem ook door anderen als probleem ervaren wordt en of zijn idee draagvlak heeft. De gemeente kan vervolgens aan de slag met de meldingen. Daarnaast kunnen op de site buurtbewoners reageren op ideeën en onderling samenwerken om een initiatief te realiseren. Het invullen van een e-mailadres is verplicht. Hierdoor kan de gemeente met de melder contact opnemen wanneer het probleem is opgelost. Het probleem wordt nu op de kaart aangegeven met een rode punaise. Momenteel zijn er 300 gemeenten die verbeterdebuurt gebruiken. Deze gemeentes bekijken de website en registreren de meldingen. Voor een kleine vergoeding levert Creative Crowds de gemeenten ook speciale software waarmee meldingen van de website direct in het meldingensysteem van de gemeente worden getransporteerdtransporteren. Er zijn echter nog maar een tiental gemeente die deze software hebben aangeschaft. De verwachting is dat dit aantal zal gaan groeien wanneer het aantal meldingen toeneemt; immers het handmatig verwerken zal dan
veel tijd in beslag kunnen gaan nemen. Momenteel is verbeterdebuurt vooral actief in de gemeente Amsterdam waar ongeveer 2500 meldingen zijn gedaan afgelopen jaar. Geen slechte score aangezien de website vorig jaar begonnen is en de promotie louter uit mond-tot-mond reclame bestaat. Binnenkort zal verbeterdebuurt ook op de website van Het Parool te vinden zijn. Bovendien is er een Iphone-applicatie te downloaden waarbij vanaf een Iphone met behulp van GPS de ideeën en problemen in de straat waar je loopt direct zichtbaar zijn en kan melden.
Faciliterend
Succes- en faalfactoren Het grootste succes van verbeterdebuurt is dat het zowel Samenwerkend voor de initiatiefnemer (gemeente) als voor de participant een erg laagdrempelig systeem is. Een klacht kan direct gemeld worden via internet en de bewoner hoeft daarvoor niet te bellen naar de gemeente. Bovendien kunnen bewoners onderling in contact komen en op elkaar reageren via verbeterdebuurt. Dit ontzorgt de gemeente en bevordert sociale cohesie en eigen initiatief van burgers. Verbeterdebuurt is helaas wel afhankelijk van de medewerking van de gemeente. Wanneer deze niet wil meewerken dan zal er niks met een melding op de website worden gedaan en stokt het proces. Ook heeft niet iedereen toegang tot internet waardoor Delegerend niet alle gebruikers van de openbare ruimte kunnen verbeterdebuurt kunnen gebruiken. Toekomst Internet wordt een steeds belangrijker medium en ook de smartphones zijn erg in opkomst. Een van de bedenkers, Carl Lens, hoopt dat steeds meer gemeenten actief zullen gaan deelnemen in het programma zodat daarmee het aantal gebruikers ook gaat toenemen. De ideale situatie voor verbeterdebuurt ontstaat volgens hem, als problemen en ideeën zich daadwerkelijk omzetten in initiatieven. Het doel wordt bereikt als bewoners met elkaar in contact komen, problemen samen gaan oplossen of idealen realiseren, waar mogelijk, zonder tussenkomst van de gemeente.
Participatief 39
40
3.7 BuurtDNA van Lakerlopen in Eindhoven In Eindhoven wordt de wijk Lakerlopen uitgebreid. In de bestaande wijk zijn 311 woningen gesloopt en momenteel worden in verschillende fase nieuwbouwwoningen opgeleverd. De nieuwe woningen zijn koopen huurwoningen van woningcoöperatie Woonbedrijf Eindhoven. Deze woningen passen in architectonisch opzicht bij de reeds bestaande woningen in de wijk. Voor het in concept ontwikkelde deelgebied B wil Woonbedrijf een project waarbij er voor gezorgd wordt dat nieuwe bewoners in de wijk worden opgenomen. Ze hebben daarom bureau Wijkwiskunde de opdracht gegeven een ontwerp te maken dat kan zorgen voor sociale cohesie tussen nieuwe en bestaande bewoners in Lakerlopen. Bureau Wijkwiskunde is een adviesen ontwerpbureau dat creatieve en innovatieve oplossingen zoekt voor sociaalmaatschappelijke en ruimtelijke vraagstukken. Het bureau bestaat uit drie vaste werknemers, twee antropologen en een grafisch ontwerper en werkt vaak samen met freelancers van uiteenlopende disciplines. Zo hebben ze tijdens het ‘Lang Leve Lakerlopen’- project samengewerkt met een product ontwerper. Voor het Lang Leven Lakerlopen project wil Bureau Wijkwiskunde een groot aantal van de bewoners van de wijk interviewen. Tijdens deze enquête is Wijkwiskunde op zoek naar persoonlijke informatie zoals het favoriete eten, de plaats waar de bewoners geboren zijn of de naam van hun huisdier. Maar ook hun beste karaktereigenschap en wat ze voor de buurt zouden kunnen betekenen. Al deze informatie zal Wijkwiskunde samenvatten
in het zogenaamde “Wijk-DNA”. Aan de hand van dit wijk-DNA worden er drie verschillende producten ontwikkeld; De muur met buurtbewoners, het huis-sieraad en een website. Daarnaast wil Wijkwiskunde tijdens de interviews bewoners identificeren die een actievere rol willen gaan spelen in het Lang Leven Lakerlopen project. Zo zijn ze opzoek naar mensen die de website willen gaan beheren en mensen die de website willen gaan gebruiken, (oude) mensen met kennis over de buurt die deze willen delen via de website of de nieuwsbrief en mensen die de redactie van de nieuwsbrief willen vormen. Door bewoners alles zelf te laten beheren wil bureau Wijkwiskunde bereiken dat het een duurzaam project wordt en minder afhankelijk worden van externe partijen. Deze nazomer zal Wijkwiskunde, samen met de wijkbewoners, een DNA-muur in de wijk realiseren. Het wordt een gezellige dag schilderen met iedereen uit de buurt die het leuk vindt om te doen. Op de muur zullen kenmerken van de vele verschillende bewoners en huishoudens op een anonieme wijze zichtbaar zijn. Op de DNA-muur is bijvoorbeeld te zien wat de beste karaktereigenschappen zijn van de bewoners, wat zij zouden willen en/of kunnen betekenen voor de buurt (de hond uitlaten,de plantjes water geven, de boor uitlenen etc). Voor alle bewoners die aan dit ‘Lang Leve Lakerlopen’-project mee doen zal er een huis-sieraad worden aangeboden. Dit sieraad kan achter het raam worden ophangen, zodat de buurt iets te weten komt over de
Faciliterend
Samenwerkend
Delegerend
Participatief 41
42
achtergrond van de bewoner en zo ook de hele buurt. Bijvoorbeeld waar ze vandaan komen, of wat hun beste karaktereigenschap is, of wat ze voor de buurt zouden willen of kunnen betekenen. Tenslotte zal er een website worden gebouwd waarop alle weetjes en informatie over de buurt zullen worden geplaatst en zal er een maandelijkse nieuwsbrief te lezen zijn. Op de website zal er ook een mogelijkheid bestaan om ‘vraag en aanbod’ te doen. Zo kunnen de bewoners via deze website bijvoorbeeld van hun oude fiets af komen, iemand vragen om de plantjes water te geven of een toernooitje organiseren. Succes- en Faalfactoren Wijkwiskunde heeft voor het ‘Lang Leven Lakerlopen’ een concreet product ontworpen en daarbij de stappen uitgewerkt die moeten worden genomen om tot dit product te komen. Het product zet de bewoners aan tot sociale (inter-)actie. Bovendien zorgt het product voor kennis van en over de wijk. Nieuwe bewoners leren snel hoe de wijk in elkaar zit en de huidige bewoners leren hun nieuwe buren op een laagdrempelige manier kennen. ‘Lakerlopen deel B’: een nieuwe buurt, met nieuwe woningen, voor nieuwe bewoners. Wijkwiskunde schept met haar concept de mogelijkheid voor sociale cohesie in de wijk. De fysieke ontwerpen; een DNAwijkmuur en het huis-sierraad, zorgen o.a. voor trots óp en interesse ín andere buurtbewoners. Het digitale ontwerp, een buurtwebsite, realiseert een nieuwe vorm van communicatie en nieuwe mogelijkheden tot ontmoeting, zorg en marktwerking tussen buurtbewoners.
een voorwaarde van het Woonbedrijf en Bureau 1 Wijkwiskunde. Het behoudt van de website is daarmee wel afhankelijk van een bewoner die genoeg technisch kennis heeft om dit te doen. Een van de verkooppunten van de nieuwe wijk is dat er glasvezelkabel ligt in de hele wijk. Daarbij is het zo dat er veel jonge gezinnen in de wijk wonen. De kans dat mensen worden uitgesloten van het project omdat ze geen beschikking hebben tot 2 internet is dus erg klein. De kans bestaat echter dat het Woonbedrijf maar een deel van het project ondersteunt, of dat er geen vrijwilligers worden gevonden voor het onderhouden van de website. Dan wordt alleen de DNA muur en het huissieraad gemaakt. Wanneer de website 3 niet gerealiseerd kan worden zal de sociale cohesie zich beperken tot contacten die zijn opgedaan tijdens het schilderen van de DNA muur en het huis-sieraad. Toekomst Zoals gezegd zal deze nazomer de DNA-muur samen met de buurtbewoners geschilderd worden en het huis-sieraad wordt dan uitgereikt. Of de website ook gebouwd gaat worden is nog onbekend. Bureau Wijkwiskunde ziet de website wel als essentieel product om de effecten van de sociale interactie ook op de lange termijn vast te houden en raadt Woonbedrijf aan om ook dit product te ontwikkelen. Het idee is dat wanneer mensen verhuizen en hier nieuwe bewoners voor in de plaats komen, ook deze mensen weer een plek op de muur en een huis-sieraad krijgen. Dit vindt Woonbedrijf een leuk en goed plan.
4
5
Zigzag left upper half.
6
De website zal gebouwd worden door Bureau Wijkwiskunde en onderhouden door een vrijwillige bewoner waardoor deze, naast de hosting, weinig lange termijn kosten met zich meebrengt, dit is
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
43
44
“De bewoners zijn de professoren en de bestuurders de studenten”
3.8 Pendrecht Universiteit Pendrecht is een wijk in Rotterdam die behoort tot een van de krachtwijken van voormalig minister Ella Vogelaar. Daardoor heeft Pendrecht recht op verschillende subsidies en welzijns gelden. Het idee van de Pendrecht Universiteit is ontstaan tijdens een actie om bewoners en bestuurders dichter bij elkaar te brengen. In December 2003 werden op plein 1953 in Pendrecht door de burgemeester van Rotterdam de lichtjes van de hoogste kerstboom van Rotterdam ontstoken. Het gemeente bestuur was verantwoordelijk voor de boom, de bewoners zorgde voor een groot feest. Op deze avond werd de start gegeven voor de stichting vitaal Pendrecht, waaruit de Pendrecht Universiteit is voort gekomen. In 2006 werd het eerste college van de Pendrecht Universiteit gegeven. De Pendrecht Universiteit is geen echter universiteit. De opzet van de colleges is dat de bewoners de rol van professors op zich nemen en de bestuurders (waaronder gemeente ambtenaren, woningcoöperaties en welzijnsorganisaties) de rol van studenten. Bewoners geven colleges over uiteenlopende onderwerpen. Voorbeelden hiervan zijn de surinaamse cultuur, de inrichting van een plein of het onderhoud van openbaar groen. Ook worden tijdens de colleges beslissingen genomen. Dit gebeurt via de sociocratische methode. Uitgangspunt hierbij is gelijkwaardigheid van alle individuen binnen de besluitvorming. Dit houdt in dat een besluit genomen is, wanneer geen van de aanwezige kringleden beargumenteerd en overwegend bezwaar heeft tegen het nemen van dat besluit. De Pendrecht Universiteit heeft al een aantal zichtbare effecten; bewoners regelen meer zelf en bestuurders geven steeds vaker zelf aan bij de Pendrecht Universiteit dat ze meer willen
weten over een onderwerp. Bewoners organiseren ook steeds vaker zelf projecten die ze belangrijk vinden. Zoals een actie onderleiding van een actieve bewoner waarbij bewoners hun eigen tuin of een stuk van het openbaar groen opknappen en hiervoor cadeaubonnen voor een tuincentrum kunnen winnen.
Faciliterend
Succes- en faalfactoren Pendrecht Universiteit heeft als uitgangspunt het contact tussen bewoners en bestuurders te verbeteren. De start met de grote manifestatie die zowel door bewoners als door bestuurders Samenwerkend georganiseerd was is hiervan een goed voorbeeld. Ook geven ze bewoners een extra groot verantwoordelijkheid gevoel door tijdens de colleges de rollen om te draaien. Bovendien zorgt de sociocratische methode ervoor dat bij beslissingen niemand tegen de besluiten is waardoor alle partijen met een goed gevoel een overleg kunnen verlaten. Pendrecht Universiteit zit in een gebouw met allerlei verschillende welzijnsorganisaties. Dit wordt door een overkoepelende administratie geregeld. Hierdoor zijn ze niet goed te bereiken waardoor er af en toe Delegerend misverstanden ontstaan. Toekomst Pendrecht Universiteit wil doorgaan met het geven van de colleges met als doel een vitale coalitie te vormen tussen bewoners de bestuurders. Bestuurders zullen in de toekomst zelf colleges gaan organiseren en bijpassende bewoners zoeken. Wanneer bewoners hun mening willen geven of ergens ontevreden over zijn, werkt dit ook omgekeerd, ze kunnen zelf een college voor bestuurders gaan regelen. Bovendien wil Pendrecht Universiteit bereiken dat bewoners onderling meer gaan samenwerken ongeacht cultuur of achtergrond.
Participatief 45
4. Conclusies en aanbevelingen Er zijn veel verschillende vormen van bewoners participatie in het beheer van de buitenruimte. Het grootste onderscheid in deze verschillende vormen is de invloed die bewoners op het proces hebben. Met het toenemen van de invloed stijgt ook de verantwoordelijkheid van de bewoners, wat ook een van de grote voordelen van participatie is. Bewoners nemen zelf de verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid van hun woonomgeving. Dit ontzorgt de gemeente die een stuk minder klachten hoeft af te handelen. Bovendien stimuleert het de sociale cohesie waardoor bewoners elkaar ook makkelijker op gedrag kunnen aanspreken. Daarnaast geeft bewoners participatie een grote inhoudelijke verrijking. De buitenruimte wordt direct ingericht en beheerd volgens de wensen van de gebruiker. Dit is duurzaam en scheelt enorm in de kosten. Zoals blijkt uit het model van perceptie, heeft participatie een grote invloed op hoe wij de buitenruimte beleven. Wanneer een bewoner participeert, verandert zijn rol van gebruiker in beheerder. Op deze manier heeft de bewoner meer emotionele binding met de ruimte en zal hij deze daarom positiever beleven. Daarnaast kan een prettige samenwerking tijdens het beheren van de openbare ruimte invloed hebben op de beleving ervan. Door middel van prettige herinneringen hier aan stijgt de positieve beleving. Ook het feit dat door middel van participatie de openbare ruimte wordt aangepast aan de smaak en de wensen van de gebruiker, heeft een positieve invloed op diens beleving.
1
2
3
Nu duidelijk is wat participatie is en hoe het invloed heeft op de beleving van de buitenruimte kan er een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag; “Welke factoren garanderen een duurzaam participatieproces dat de beleving van de openbare ruimte positief beïnvloed?” Ten eerste is voldoende draagvlak essentieel. Niet alleen onder de (toekomstige) participanten maar ook bij de gemeente, woningcoöperaties of andere organisaties die betrokken zijn bij het participatietraject. Zoals in Alphen aan den Rijn waar Peter Westgeest, beheerder van de gemeente, de drijvende kracht is achter het participatieproces. Daarbij is het essentieel om een aantal actieve bewoners te hebben. Deze actieve bewoners zijn personen die sterk verbonden zijn met het project en gedreven zijn om het te laten slagen. Verder is het belangrijk dat participanten snel resultaat zien van hun werk. Dit is een principe dat succesvol toegepast wordt bij verbeterdebuurt.nl en Creatief Beheer. Bij participatie tijdens het beheer is dit eenvoudiger, omdat participanten direct resultaat zien van hun deelname en ze veranderingen zelf in de hand hebben. Daarbij is flexibiliteit essentieel bij het toepassen van participatie tijdens het beheer van de openbare ruimte. Een ruimte die makkelijk aan te passen is aan de wensen van de gebruiker zonder dat er meteen grote renovatie gedaan moeten worden is daarbij ook duurzamer. Iedereen die meedoet aan een participatieproces wil hier profijt van hebben. Dit kunnen minder tastbare dingen zijn zoals kennis en vriendschap of een mooiere openbare ruimte die beter aansluit bij de wensen van de gebruiker. In de Bikkershof komt dit profijt duidelijk naar voren omdat de bewoners voor zichzelf een prachtige binnentuin maken op basis van permacultuur waarin zij zelf recreëren. Ook geld- en tijdbesparing of een fysieke gift, zoals in het geval van de hoogstambrigade in Arnhem, kan een profijt zijn van bewoners participatie. Wanneer er geen profijt is voor alle deelnemers aan een participatietraject kan dit leiden tot een verwatering van het project of staking ervan.
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
47
48
Constante transparante communicatie is het sleutelwoord bij participatie. Participanten willen weten wat er gebeurt in een project en meedenken over problemen. Daarnaast moet het voor alle partijen duidelijk zijn welke randvoorwaarden gelden en waar de verantwoordelijkheden liggen. Zoals in Alphen aan den Rijn waar alle regels duidelijk op papier staan en bewoners zelf de beslissing hebben over de inrichting van de buitenruimte die ze beheren. Ook laagdrempeligheid speelt hierbij een rol. Wanneer bewoners het niet eens zijn met een beslissing, problemen hebben of materiaal nodig hebben is het belangrijk dat ze bij de beheerder terecht kunnen. Ook willen participanten graag als individu benaderd worden. Het is belangrijk dat iedereen het met een beslissingen eens is. Uitgaan van “de meerderheid beslist” is niet altijd een goed systeem. Zo kan een actieve bewoner worden uitgesloten door een inactieve groep. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de sociocratische methode zoals ze bij de Pendrecht Universiteit doen of door middel van de enquêtes die Bureau Wijkwiskunde gebruikt Het stimuleren van zelforganisatie is aan te raden. Het opleggen van taken of groepsverdelingen werkt vaak averechts. Mensen die naar elkaar toetrekken hebben vaak gezamenlijke interesse. Bovendien heeft dit als positief effect het minder werk is voor de organiserende partij. Het investeren in kleine impulsen stimuleert de gebruiker bij het creëren van een positieve beleving. Door steeds dingen toe te voegen of te veranderen in een omgeving zal de gebruiker deze elke keer opnieuw waarderen. Hierbij kan een voorbeeld worden genomen aan Creatief beheer waar ze een speciaal financiering systeem hebben opgezet om kleine impulsen te stimuleren in plaats van al het geld in een keer te besteden tijdens de aanleg. In herhalingen vallen en het uiteindelijke doel verliezen, zoals in Alphen aan den Rijn waar het vullen van de hanging baskets een doel op zich werd in plaats van het opfleuren van de stad, is een hierbij valkuil. Uiteindelijk is het starten van participatie een kwestie van gewoon doen. Verzamel een aantal enthousiastelingen bij elkaar en begin klein. Een project kan groeien naarmate er meer mensen bij het project aansluiten. Het is essentieel om te blijven communiceren en te letten op signalen en hier op in te spelen. Wanneer participatie op een goede manier gebruikt wordt heeft het een grote positieve invloed op de beleving van de openbare ruimte.
1
2
3
4
5
Zigzag left upper half.
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
49
5. Literatuur 1. I. Pröpper; D. Steenbeek, “De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders”, uitgeverij Coutinho, 2009
Alle foto’s zijn gemaakt door Juul Scheffers. Behalve bladzijde 24, 34, 36 en 38
2. S.R. Arnstein, “A Ladder of Citizen Participation,” Journal of american institute of planners 35, 1969
Bladzijde 24 www.schuytgraaf.nl Bladzijde 34 www.verbeterdebuurt.nl Bladzijde 36 en 38 bureau wijkwiskunde
3. J. Hofman “De autocipatieladder en de achterkant van de participatieladder” 2000
1
2
4. P.A. Bell, T.C. Greene, J.D. Fisher, en A. Baum, “Environmental psychology”, New York, 2006 5. R. Hamel “De beleving van ruimte in de omgeving”, Blind magazine, 2008
3
6. Department for Environment, Food and Rural Affairs (DEFRA) “Evidence and innovation: Defra’s needs from the sciences over the next 10 years.”, 2004 4
7. Interviews Joyce van Parlevliet, de Bikkershof Rini Biemans, Creatief Beheer Annemiek van Loon, elemenTree Kees Hin, gemeente Arnhem Peter Westgeest, gemeente Alphen aan den Rijn Carl Lens, Creative Crowds Feye van Olden, Bureau Wijkwiskunde Bien Hofmans, Pendrecht Universiteit
5
Websites: www.creatiefbeheer.nl http://www.stedelijkinterieur.com/pdf/Stedelijke%20 wijkvernieuwing.pdf
Zigzag left upper half.
6
www.bikkershof.nl www.verbeterdebuurt.nl www.wijkwiskunde.nl www.vitaalpendrecht.nl
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
51
52
Colofon
Deze uitgave is gemaakt in opdracht van stichting Brabant Academy onder leiding van DHV b.v. en Creatief Beheer en Hogeschool Van Hall-Larenstein door Juul Scheffers in het kader van het afstuderen van de studie Management Buitenruimte.
1
Alle foto’s zijn gemaakt door Juul Scheffers. Behalve bladzijde 26, 34, 36 en 38 2
Bladzijde 24 www.schuytgraaf.nl Bladzijde 34 www.verbeterdebuurt.nl Bladzijde 36 en 38 bureau wijkwiskunde
3
4
5
Zigzag left upper half.
Met dank aan:
6
5
Repeat folds of 3 up to 6.
6
Curl the stalk.
53