Inspectierapport
Villa Hugo (KDV) Hugo de Grootstraat 59 2613 VN DELFT Registratienummer 754756282
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden Delft 30-10-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 01-12-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Ouderrecht..................................................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De kwaliteit van de opvang van kinderen in hun eerste levensjaren is van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom stelt de rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen. Die kwaliteitseisen gelden voor:
de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid; voorschoolse educatie; personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel; de opvang in vaste groepen veiligheid en gezondheid; accommodatie en inrichting; de behandeling van klachten en ouderrecht.
Risicogestuurd toezicht Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Het rapport dat voor u ligt is op basis hiervan tot stand gekomen. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Dit betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Het onderzoek wordt uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen of, indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een klacht. Achterin het rapport staat een overzicht van alle inspectie-onderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waar dit inspectie-onderzoek uit bestaan heeft. Op de laatste bladzijde kunt u de reactie van het kindercentrum op het inspectierapport lezen. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl. Beschouwing Villa Hugo is onderdeel van Knotz Kinderopvang en biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Het kindercentrum is in exploitatie sinds 2013 en is gevestigd in een voormalig schoolgebouw. Het kindercentrum heeft 6 stamgroepen. Op de begane grond zijn drie stamgroepruimten en een centrale hal ingericht, op de eerste verdieping bevinden zich twee stamgroepruimten en een atelier. Op de tweede verdieping bevindt zich een zesde stamgroepruimte. In de centrale speelhal kunnen de kinderen van de verschillende stamgroepen spelen in het kader van het opendeurenbeleid. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie is uitgegaan van de 4 pedagogische basisdoelen van Marianne Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005). Deze basisdoelen zijn:
het waarborgen van emotionele veiligheid, het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie, het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie en socialisatie; het overdragen van waarden en normen.
Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze basisdoelen toegelicht met een voorbeeld. De observatie vond plaats op vrijdag 30 oktober 2015 vanaf 9.15 uur. Gezien zijn momenten van vrij spel, verzorgingsmomenten en het eet- en drinkmoment. Basisdoel Het waarborgen van emotionele veiligheid. De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen. De beroepskrachten bieden op eigen initiatief en passende wijze steun aan kinderen die vanwege fysieke, sociale of gedragsmatige beperkingen/stoornissen extra kwetsbaar zijn. Observatie: Een meisje op de groep dat extra aandacht nodig heeft, krijgt dit ook van de beroepskracht. De beroepskracht neemt haar bijvoorbeeld aan de hand mee om samen te kijken wat het meisje kan gaan doen. Vervolgens gaat de beroepskracht regelmatig naar het meisje toe om na te gaan of alles nog goed gaat. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. De overgang naar een nieuwe groep of nieuwe beroepskrachten verloopt geleidelijk; kinderen worden hierop voorbereid (bv bezoekje vooraf aan nieuwe groep, kennismaken met beroepskracht van nieuwe groep). Observatie: De beroepskracht vertelt dat er 3 á 5 wenmomenten zijn als een kind naar een nieuwe groep overgaat. Een kind gaat elk wenmoment een paar uur meer wennen. De laatste wendag begint om 9.00 uur en duurt tot 17.00 uur. Op deze manier kunnen de kinderen geleidelijk kennismaken met de nieuwe groep en de beroepskrachten. Basisdoel Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie. Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden. Kinderen hebben er plezier en zin in; zij voelen zich uitgedaagd (exploratie). Ieder kind krijgt leer/ervaringskansen. 4 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Observatie: Er worden gedurende de dag activiteiten aangeboden om de verschillende ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Op de groep hangen posters waarop deze activiteiten zijn beschreven. Zo zijn er bijvoorbeeld posters met 'tijgeren', een poster met het 'benoemen van lichaamsdelen' en 'activiteiten met een bal'. Er staat beschreven wat er precies gedaan is tijdens de betreffende activiteit en er zijn foto's bij geplakt van de kinderen. Op deze manier is het voor de ouders goed inzichtelijk wat er gedaan wordt gedurende de dag. Basisdoel Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie. De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten betrekken groepsgenootjes bij de baby’s, en andersom. Observatie: De beroepskracht zit op de bank en geeft een baby de fles. Een meisje staat naast haar en wil ook graag aandacht van de beroepskracht. De beroepskracht zegt tegen het meisje "Kom je naast mij op de bank zitten, dan mag jij helpen met de fles geven, wil je dat?". Vervolgens klimt het meisje op schoot en samen geven ze de fles aan de baby. De beroepskrachten zetten gerichte activiteiten en materialen in om kinderen te laten samenspelen. Op passende wijze (zonder verstoren) wijzen zij kinderen op elkaars mogelijkheden. Observatie: De beroepskracht heeft duplo op een kleed neergelegd voor de oudere kinderen op de groep. Als er een kindje mee aan het spelen is, stimuleert de beroepskracht het kind om samen te spelen. "Laat het maar even aan ... zien, dan kunnen jullie samen bouwen". Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder dat de houder zorg draagt voor het waarborgen van de 4 basisdoelen. De pedagogische praktijk wordt dan ook als voldoende beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties (op de groepen)
5 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de VOG’s beoordeeld van alle beroepskrachten die werkzaam zijn op dit kindercentrum. Hiernaast ook van de medewerkers die in dienst zijn van de onderneming van de houder en regelmatig of af en toe een bezoek brengen aan deze locatie. Alle beoordeelde VOG’s voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van alle beroepskrachten werkzaam bij dit kindercentrum zijn beoordeeld en voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Opvang in groepen Kinderdagverblijf Villa Hugo heeft zes stamgroepen:
de de de de de de
Libellen (0-18 maanden) Lijsters (0-18 maanden) Mussen (0-4 jaar) Merels (16-36 maanden) Vossen (18-48 maanden) Wolven (36-48 maanden)
Tijdens het inspectiebezoek zijn de Libellen en de Lijsters samengevoegd en de Merels, de Vossen en de Wolven zijn samengevoegd. Bovenstaande omvang en samenstelling voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Beroepskracht-kindratio Op basis van de aanwezigheidslijsten, het personeelsrooster en de observatie tijdens het inspectiebezoek heeft toezichthouder geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskrachtkindratio. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. L. Hersbach; Kwaliteitsmanager Knotz Kinderopvang) Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties (op de groepen) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Pedagogisch werkplan
6 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Veiligheid en gezondheid
Vierogenprincipe Sinds 2013 is het vier-ogenprincipe opgenomen in de wet- en regelgeving. Dit principe houdt in dat de opvang op zodanige wijze door de houder georganiseerd wordt, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. In de praktijk houdt het vier-ogenprincipe op deze locatie het volgende in: Gedurende vrijwel de gehele dag zijn er tenminste twee beroepskrachten op iedere groep aanwezig. Op de momenten dat dit niet zo is zijn er tenminste twee beroepskrachten op het kindercentrum aanwezig. De verschoonruimten grenzen aan de groepsruimten. De groepsruimten zijn voorzien van grote ramen en de deuren tussen de groepsruimten staan open. De slaapkamerdeuren zijn voorzien van glas. Bovendien wordt er gebruik gemaakt van babyfoons als er 1 beroepskracht per verdieping aanwezig is. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties (op de groepen) Pedagogisch beleidsplan (pedagogisch beleidsplan kinderdagverblijf Knotz Opvang)
7 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Ouderrecht
Oudercommissie De houder heeft een samengestelde oudercommissie met ouders van het kindercentrum voor dagopvang en het kindercentrum voor buitenschoolse opvang ingesteld, die bestaat uit 6 leden. Er is een reglement oudercommissie vastgesteld. Dit reglement voldoet aan de gestelde eisen. De oudercommissie heeft op verzoek van de toezichthouder een vragenlijst ingevuld. In de vragenlijst spreekt de OC haar tevredenheid uit over de pedagogisch praktijk op het kindercentrum. De voorzitter geeft aan het afgelopen jaar onder andere advies te hebben gegeven over voeding, klachtenreglement en prijsstijging. Ze geven zowel gevraagd als ongevraagd advies. De OC geeft echter aan niet tevreden te zijn over het adviestraject. De voorzitter geeft aan dat hun adviezen deels niet zijn overgenomen en dat de communicatie hierover met de directie op enkele onderwerpen wat lastig verliep. Ze geeft aan dat met name bij de prijsstijging en het voedingsbeleid "de directie geen tijd lijkt te nemen om terug te koppelen aan de oudercommissie" alhoewel alle ouders wel worden ingelicht over het beleid dat Knotz gaat volgen, ongeacht het advies. Hierover is de oudercommissie wel in gesprek met de directie. Uit door de houder aan toezichthouder verstrekte informatie constateert toezichthouder dat er tijdens het adviestraject op verschillende momenten overleg is geweest tussen houder en oudercommissie. Houder heeft aangegeven dat er een gesprek met de oudercommissie geïnitieerd zal worden waarin de onvrede bespreekbaar wordt gemaakt. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie (ontvangen per e-mail op 12 november 2015) Reglement oudercommissie
8 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent de werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders.
(art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Villa Hugo : 80 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Villa Hugo B.V. Hugo de Grootstraat 59 2613 VN DELFT 56907524
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Haaglanden Postbus 16130 2500 BC 's-Gravenhage 070-3537224 P. van Beek
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Delft : Postbus 111 : 2600 AC DELFT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
30-10-2015 16-11-2015 01-12-2015 01-12-2015 02-12-2015 02-12-2015
: 22-12-2015
12 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Het is fijn om te zien dat de oudercommissie een grote betrokkenheid toont. Houder geeft aan, conform beleid, zowel de tijdslijnen als het adviestraject in (vooraf) overleg met de oudercommissie te hebben afgestemd. Het staat houder vrij om adviezen vanuit de oudercommissie wel of niet op te nemen in het beleid. Een groot aantal adviezen zijn opgevolgd echter niet alle adviezen waren voor de organisatie inpasbaar en zijn onderbouwd teruggekoppeld, zowel persoonlijk als schriftelijk. Doel van het overleg met de oudercommissie is het gezamenlijk bewaken van de kwaliteit, beleid wordt echter geschreven door de organisatie.
13 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-10-2015 Villa Hugo te DELFT