Inspectierapport Speelleergroep Sinne Kingmastate (KDV) Kingmastate 1 8926 NA LEEUWARDEN Registratienummer 374440992
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Fryslân Leeuwarden 11-02-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 8 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 11 Inspectie-items .................................................................................................................. 13 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 17 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 17 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 18
2 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Op 11 februari 2015 heeft er op verzoek van gemeente Leeuwarden een jaarlijks onderzoek plaatsgevonden, op een beperkt aantal items, bij Speelleergroep Kingmastate te Leeuwarden. De locatie is onderdeel van Sinne Kinderopvang, die sinds 1 januari 2014 werkt onder deze naam, nadat voormalig SKL Kinderopvang 16 peuterspeelzaal locaties overnam van Sinne peuterspeelzalen. Sinne kinderopvang biedt naast speelleergroepen voor peuters van 2 tot 4 jaar ook buitenschoolse opvang, dagopvang en gastouderopvang aan. Momenteel bevindt de houder zich in een reorganisatie. Het reorganisatie- en verbeterplan is gericht op het verminderen van de kosten, flexibeler werken, een efficiëntere organisatie en versterking van de kwaliteit. De managementstructuur wordt vereenvoudigd; men beoogt flexibeler te werken. Houder streeft naar het versterken van de pedagogische kwaliteit, onder andere door meer aansluiting te zoeken bij de actuele ontwikkelingen in het sociale domein en bij de Integrale Kind Centra. Inspectiehistorie Speelleergroep Kingmsastate is één van de locaties die tot 1 januari 2104 onder Sinne peuterspeelzalen viel. Voor 2014 was de oorspronkelijke opdracht van gemeente Leeuwarden om de overgenomen locaties in het eerste en tweede kwartaal van dat jaar te bezoeken en een beperkt onderzoek uit te voeren en vervolgens aan het eind van het jaar een tweede onderzoek. Hierbij zou de implementatie van het beleid van de huidige houder op de overgenomen locaties meer de nadruk krijgen. Er is besloten omdat onderzoek te verplaatsen naar het eerste kwartaal van 2015. Bij het onderzoek in mei 2014 zijn op de getoetste items geen afwijkingen geconstateerd, echter wel aandachtpunten: -Op iedere Sinne kinderopvang locatie is voor toezichthouder normaliter een map ter inzage, met o.a. informatie voor ouders, de meest recente risico inventarisatie, ongevallen registraties, aanwezigheidsregistraties en de inzet van beroepskrachten daarbij. Op locatie Kingmastate kon deze map niet overlegd worden. -Er is tijdens het onderzoek in 2014 geen oudercommissie operationeel op de locatie. Omschrijving locatie Locatie Speelleergroep Sinne Kingmastate is gevestigd in OBS De Wielen in de wijk Camminghaburen. De speelleergroep vangt vijf ochtenden in de week maximaal 14 kinderen op van 2 tot 4 jaar van 8.30 tot 12.00 uur. Er kan gebruik gemaakt worden van een eigen binnenruimte. De buitenspeelruimte grenst direct aan de binnenruimte. Sinne Speelleergroep Kingmastate is een VVE locatie. Er wordt gewerkt volgens het programma Uk en Puk. Toezichthouder heeft geconstateerd dat de aandachtpunten die bij het onderzoek in 2014 zijn gedaan geen opvolging hebben gekregen. Dit betreffen echter onderwerpen die geen onderdeel hebben uitgemaakt van de items waarop getoetst is.
3 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Op de items die deel uit maken van het huidige onderzoek wordt niet aan alle eisen voldaan. Het gaat om de volgende overtredingen: • • • •
De invalkracht is niet in het bezit van een getuigschrift voorschoolse educatie dat aan de eisen voldoet Houder heeft niet (aantoonbaar) de kennis en het gebruik van (onderdelen van) de meldcode vermoeden van kindermishandeling onder medewerkers bevordert; De beschrijving van het vierogenprincipe is niet overeenkomstig de praktijk; Houder draagt er niet (aantoonbaar) zorg voor dat medewerkers kennis kunnen nemen van de uitgevoerde risico inventarisaties veiligheid en gezondheid.
Tijdens het hoor- en wederhoor gesprek heeft houder aangegeven zich niet te kunnen vinden in de bevinding omtrent het getuigschrift VVE. Houder heeft vervolgens op 30 maart 2015 per e-mail de casus voorgelegd bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze heeft houder op 8 april 2105 in het gelijk gesteld. Houder heeft de ontvangen e-mail met toezichthouder gedeeld. Toezichthouder heeft hierop aan houder aangegeven zich te verwonderen over het antwoord en het zorgelijk te vinden dat verschillende instanties een verschillende uitleg van de wetgeving communiceren. Toezichthouder heeft, met kennisgeving van houder, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geïnformeerd over deze zorg en verzocht de casus opnieuw te beoordelen. Hierop is bevestigend gereageerd, echter met de mededeling dat complexe vragen een langere doorlooptijd kennen. Op 21 mei 2015 is toezichthouder door het Ministerie geïnformeerd dat het door hen eerder gegeven inderdaad niet juist was en de bevinding van toezichthouder correct is. Deze informatie is door toezichthouder en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met houder gedeeld. Deze heeft hierop een zienswijze opgesteld, welke in dit rapport één op één is overgenomen. Bovenstaande situatie heeft een doorlooptijd van meer dan negen weken van het inspectiebezoek tot het definitief maken van het rapport tot gevolg.
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
4 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De beoordeling van het pedagogisch klimaat bestaat uit twee delen. Er heeft een inhoudelijke beoordeling van - het samenhangend geheel van documenten wat zich vormt tot - het pedagogisch beleid van de houder en de specifieke locatie plaatsgevonden. In de praktijk wordt vervolgens de mate beoordeeld van het zorg dragen door de houder voor de uitvoering van het beleid en de wijze waarop beroepskrachten invulling geven aan de vier pedagogische basisdoelen. In de uitwerking wordt eerst kort cursief het toetsingskader geschetst, waarna een beschrijving volgt van de (feitelijke) bevindingen, welke vervolgens leiden tot een conclusie op basis van de wettelijke criteria.
Pedagogische praktijk De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. Sinne Kinderopvang werkt met een algemeen pedagogisch beleid; 'In het Middelpunt (2008)', wat volgens de informatie van houder binnenkort zal worden herzien. Dit beleid wordt doorvertaald in een pedagogisch kader en een pedagogisch werkboek per locatie en per opvangvorm. Op 5 maart 2015 heeft toezichthouder per e-mail de meest actuele versie van het locatie specifieke werkboek ontvangen en steekproef gewijs getoetst aan de observaties die gedaan zijn in de praktijk. Observatie van de praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het 'Veldinstrument observatie kindercentrum'. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk heeft de toezichthouder gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk – kindercentra en peuterspeelzalen (www.rijksoverheid.nl ). Het veldinstrument is ingedeeld naar de vier pedagogische basisdoelen die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang. Deze basisdoelen zijn: • Het waarborgen van emotionele veiligheid; • Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie; • Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie; • Socialisatie; het overdragen van waarden en normen. Aan de hand van het genoemd veldinstrument is de pedagogische praktijk tijdens het onderzoek op de vestiging beoordeeld. Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens o.a. ontvangst, vrij spel, kringmoment, kleuren en puzzelen. Er zijn tijdens de observatie tot 8.30 uur 6 kinderen aanwezig, 10 om 8.40 uur en het 11e kind komt om 9.00 uur binnen. Tot 9.50 uur is er, door ziekte, één beroepskracht die de kinderen begeleid. Zij heeft ondersteuning gevraagd van een ouder. Om 9.50 uur komt er een tweede beroepskracht bij.
5 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Conclusie: De beroepskrachten handelen volgens de vier pedagogische basisdoelen uit de Wet kinderopvang en geven hieraan invulling - ook in de tijd dat er maar één beroepskracht op de groep stond - zoals deze beschreven staan in het algemeen pedagogisch beleid, het pedagogisch kader en pedagogisch werkboek van de locatie. De houder heeft in het pedagogisch beleid opgenomen op welke wijze invulling wordt gegeven aan het vierogenprincipe. Conclusie: De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd.
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie wordt getoetst bij locaties die in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen zijn geregistreerd als gesubsidieerde locaties voor voorschoolse educatie. Het gaat hierbij om de uitvoering van een door een gemeente gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten. Op de website van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) is een lijst te vinden met erkende programma’s. Deze programma’s voldoen aan de eisen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Sinne kinderopvang werkt organisatie breed met het programma Uk en Puk, wat door het NJI is erkend. De pedagogisch medewerkers hebben hiervoor in 2013 een training gevolgd. Sinne kinderopvang heeft een opleidingsplan opgesteld voor 2015. Speelleergroep Sinne Kingmastate biedt per week ten minste 10 uur aan VVE activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling aan. Op de locatie hangt een whiteboard waarop per ontwikkelingsgebied de activiteiten worden gecommuniceerd waarmee in de betreffende periode wordt gewerkt. De vaste beroepskracht heeft, naast haar beroepskwalificatie, in 2013 de VVE training Puk en Co gevolgd en hiervoor een getuigschrift ontvangen. De beroepskracht die invalt is uitsluitend in het bezit van een beroepskwalificatie conform de cao: lange opleiding sociaal pedagogisch medewerker. De houder heeft niet aangetoond dat deze beroepskracht in het bezit is van een module of bewijs voorschoolse educatie zoals gesteld in artikel 4 lid 2 en 3 besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Conclusie: Uit de bevindingen blijkt dat Speelleergroep Sinne Kingmastate werkt met een NJI erkend programma, maar dat aan onderstaande voorwaarde niet wordt voldaan:
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
6 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesproken met beroepskrachten) • Observaties (tijdens o.a. ontvangst, vrij spel, kringmoment, puzzelen en tekenen) • Pedagogisch beleidsplan (In het Middelpunt - 2008 - & Pedagogisch kader - dec. 2013) • Pedagogisch werkplan (Locatie specifiek - december 2013) • VVE-certificaten • Opleidingsplan voorschoolse educatie (2015).
7 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Personeel en groepen Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De VOG's voor houder en personen werkzaam bij de onderneming moeten vanaf 1 maart 2015 zijn afgegeven na 1 maart 2013. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening. Voor hen geldt dat de VOG niet ouder mag zijn dan twee jaar.
Verklaring omtrent het gedrag Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De VOG's voor houder en personen werkzaam bij de onderneming moeten vanaf 1 maart 2015 zijn afgegeven na 1 maart 2013. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening. Voor hen geldt dat de VOG niet ouder mag zijn dan twee jaar. De verklaringen omtrent gedrag van de beroepskrachten, vrijwilligers en stagiaires en van alle Sinne kinderopvang speelleergroepen zijn getoetst, op basis van een steekproef, uit de door de houder aangeboden verklaringen omtrent gedrag. De toezichthouder heeft in de VOG's van de beroepskrachten geen tekortkomingen geconstateerd. De VOG van de invalkracht die ten tijde van het inspectiebezoek werkzaam was op de locatie, is door toezichthouder opgevraagd en op 5 maart 2015 per e-mail ontvangen. Ook deze voldoet aan de gestelde eisen. Conclusie: De getoetste verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de gestelde eisen.
Passende beroepskwalificatie Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties. De beroepskwalificaties van de beroepskrachten van alle Sinne kinderopvang speelleergroepen zijn getoetst, op basis van een steekproef aan de hand van het personeelsrooster. Speelleergroep Sinne Kingmastate werkt niet met beroepskrachten in opleiding. Conclusie: Uit de toetsing is gebleken dat de beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie.
Opvang in groepen Een stamgroep is een vaste groep kinderen in de dagopvang in een passend ingerichte vaste groepsruimte. Speelleergroep Sinne Kingmastate werkt met één stamgroep, waarin maximaal 16 kinderen worden opgevangen in de leeftijd van 2 - 4 jaar. De speelleergroep is van maandag tot en met vrijdagochtend geopend van 8.30 tot 12.00 uur. Kinderen komen op vaste ochtenden. De speelleergroep maakt gebruik van een vaste stamgroepruimte, welke passend is ingericht. Er wordt gewerkt met een vast rooster; er zijn vaste beroepskrachten op vaste dagen aanwezig.
8 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Conclusie: De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder voldoet aan de getoetste criteria in bovenstaande periode op het gebied van de opvang in groepen.
Beroepskracht-kind-ratio Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen bij een gemengde leeftijdsgroep in een kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website www.rijksoverheid.nl . Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om maximaal 3 uur af te wijken betreft het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag. Toezichthouder heeft de aanwezigheidsregistraties, de plaatsingsgegevens en de inzet van beroepskrachten van de lopende week ingezien ten tijde van het inspectiebezoek. De gegevens van de twee weken daarvoor zijn per e-mail ontvangen op 5 maart 2015. In de ontvangen gegevens zijn geen afwijkingen geconstateerd. Er zijn tijdens de observatie tot 8.30 uur 6 kinderen aanwezig, 10 om 8.40 uur en het 11e kind komt om 9.00 uur binnen. Tot 9.50 uur is er, door ziekte, één beroepskracht die de kinderen begeleid. Zij heeft ondersteuning gevraagd van een ouder. Om 9.50 uur komt er een tweede beroepskracht bij. Hiermee is er gedurende 1 uur en 20 minuten afgeweken van de beroepskrachtkind-ratio. Bij openingstijden korter dan 10 uur per dag is afwijken van de beroepskracht-kind-ratio niet toegestaan.
De achterwacht functie wordt vervuld door de leerkrachten van de school waarin de speelleergroep gevestigd is.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal van Nederlands en/of Fries dient gebruikt te worden en wordt getoetst in de praktijk. Sinne Kinderopvang beschrijft in het algemeen pedagogisch beleid - In het Middelpunt - dat de voertaal op alle locaties het Nederlands is en dat naar behoefte van het kind ook het Fries aangeboden kan worden. Dit komt overeen met de observaties in de praktijk.
9 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Gebruikte bronnen: • Interview anderen (gesproken met beroepskrachten) • Observaties (tijdens o.a. ontvangst, vrij spel, kringmoment, puzzelen en tekenen) • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Plaatsingslijsten (week 4, 5 en 6 van 2015) • Presentielijsten (week 4, 5 en 6 van 2015) • Personeelsrooster (week 4, 5 en 6 van 2015)
10 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Veiligheid en gezondheid Bij het domein veiligheid en gezondheid wordt getoetst of is voldaan aan de eisen die aan houders worden gesteld met betrekking tot het uitvoeren van een risico inventarisatie veiligheid en gezondheid en de aanwezigheid en implementatie van een meldcode om toe te kunnen passen bij het vermoeden van kindermishandeling. De kaders worden wederom gestaafd aan de bevindingen in de praktijk, gevolgd door een conclusie op basis van de wettelijke criteria.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Sinne Kinderopvang beschrijft in het algemeen pedagogisch beleid dat jaarlijks een risico inventarisatie veiligheid en gezondheid wordt uitgevoerd en dat wordt voldaan aan alle wet- en regelgeving op het gebied van (brand)veiligheid. Er wordt aangegeven dat alle beroepskrachten een EHBO diploma hebben dat jaarlijks wordt herhaald. Sinne Kinderopvang voert de risico inventarisaties uit per locatie, per opvangvorm en maakt hiervoor gebruik van de methode van de MO groep; deze omvat zowel de risico's omtrent veiligheid, als de risico's omtrent gezondheid. Bij deze methode worden de inventarisaties per ruimte, het plan van aanpak dat hieruit voortvloeit (te nemen maatregelen, eindverantwoordelijke en streefdatum realisatie) in één document vastgelegd. De opvolging van het plan van aanpak van de vorige inventarisatie wordt in het document beschreven. Het plan van aanpak dat voorkomt uit de actuele inventarisatie wordt vervolgens middels een digitale module bijgehouden door de locatieverantwoordelijke. Met houder bestaan afspraken over vaste documenten die voor de toezichthouder op de locatie ter inzage zijn. De risico inventarisatie die op de locatie aanwezig is dateert van oktober 2013. Na contact met de stafmedewerker kwaliteitsbeleid blijkt er een inventarisatie te zijn uitgevoerd op 13 oktober 2014. Toezichthouder heeft genoemde versies per e-mail ontvangen op 5 maart 2015. Er is een nadrukkelijk verzoek aan houder gedaan om er zorg voor te dragen dat de actuele inventarisaties standaard op de locatie inzichtelijk zijn voor toezichthouder. Het ontbreken hiervan maakt het voor toezichthouder onmogelijk de inventarisatie te toetsen aan de praktijk. Op locatie Sinne Kingmastate kunnen medewerkers geen gebruik maken van een computer en er is geen GGD map met de afgesproken vaste documenten; medewerker is niet in de gelegenheid zich (op de locatie) op de hoogte te stellen van de uitkomsten van de uitgevoerde inventarisatie en kan deze ook niet benoemen. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Organisatie breed wordt gewerkt met een ongevallen registratieformulier; er zijn geen ongevallen geregistreerd. Tijdens de inspectie is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes. Uit deze steekproef kwamen geen aandachtpunten naar voren.
Meldcode kindermishandeling Ter versterking van de aanpak van kindermishandeling is vanaf 1 juli 2013 de 'Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling' van kracht. Sinne kinderopvang werkt met de meldcode kindermishandeling van de Brancheorganisatie Kinderopvang (juli 2013) waarin een duidelijke procedure is vastgelegd die gevolgd wordt in het geval van een (vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel geweld. Er is een werkinstructie voor medewerkers ontleend aan dit protocol. Deze geeft medewerkers handvatten om, samen met de locatie verantwoordelijke, de vereiste stappen te doorlopen. Medewerker kan tijdens het inspectiebezoek het document 'Meldcode vermoeden van kindermishandeling' niet aan toezichthouder tonen, noch de werkinstructie die hieraan ontleent is; deze zijn niet op de locatie aanwezig. Medewerker geeft aan geen recentelijke voorlichting of scholing met betrekking tot dit onderwerp te hebben gehad. Medewerker benoemt wanneer de situatie hierom vraagt contact te leggen met de leidinggevende. Bijlage bij de meldcode is de sociale kaart; een overzicht van de contactgegevens van organisaties en instanties die bij het doorlopen van het protocol betrokken kunnen worden. Ten tijde van de onderzoeken in 2014 is geconstateerd dat deze niet ingevuld was en niet bekend bij de medewerkers. Met houder zijn afspraken gemaakt dat de sociale kaart per 1 januari 2015 geïmplementeerd zou zijn. Uit het gesprek met medewerker blijkt echter dat zij niet op de hoogte is van de sociale kaart. De ingevulde sociale kaart van de locatie is volgend op het inspectiebezoek, per e-mail op 5 maart 2015, wel van houder ontvangen. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe Vanaf 1 juli 2013 is het vierogenprincipe verplicht voor de kinderdagverblijven. Dit houdt in dat er altijd een andere volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met de beroepskracht. Het vierogenprincipe is bedoeld om de veiligheid in de kinderdagverblijven te vergroten. Houder draagt er zorg voor dat alle beroepskrachten bij hun werkzaamheden gezien en gehoord kunnen worden door een andere volwassene. In de praktijk blijkt dit bijvoorbeeld doordat op alle dagdelen twee beroepskrachten, soms nog ondersteund door een assistent, op de groep worden ingezet. Daarnaast is er glas aan twee zijden van het lokaal. De waarnemingen in de praktijk zijn conform hetgeen houder in het pedagogisch werkboek van de locatie over het vierogenprincipe heeft beschreven.
12 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
13 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind ratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Speelleergroep Sinne Kingmastate : 16 : Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
SKL Kinderopvang B.V. Postbus 7525 8903 JM LEEUWARDEN www.sinnekinderopvan.nl 01104421
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Fryslân Postbus 612 8901 BK LEEUWARDEN 088-2299222 Mevrouw S. Oomkens
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Leeuwarden : Postbus 21000 : 8900 JA LEEUWARDEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
11-02-2015 16-03-2015 28-05-2015 28-05-2015 28-05-2015
: 18-06-2015
17 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. Deze is op 26 mei 2015 per e-mail ontvangen en hieronder één op één overgenomen.
GGD Fryslân T.a.v. mevrouw S. Oomkens Postbus 612 8901 BK Leeuwarden
Datum
: 26 mei 2015
Betreft
: zienswijze op het concept inspectierapport van SLG Sinne Kingmastate
Geachte mevrouw Oomkens,
Naar aanleiding van uw concept inspectierapport van SLG Sinne Kingmastate doe ik u hierbij onze zienswijze toekomen.
In het inspectierapport heeft u uw bevindingen naar aanleiding van het inspectiebezoek op 11 februari 2015 verwoord. Zoals met u besproken, hebben wij de behoefte op het concept inspectierapport te reageren, dan wel een aanvulling te geven:
Tijdens inspectiebezoek is geconstateerd dat de kennis en het gebruik van (onderdelen van) de meldcode vermoeden van kindermishandeling onder medewerkers niet voldoende bevorderd wordt. De Meldcode en de bijbehorende werkinstructies en sociale kaart worden opnieuw onder de aandacht gebracht bij de pedagogisch medewerkers. Hierbij dient wel vermeld te worden dat de medewerkers wel de inhoud kennen en weten welke stappen er ondernomen dienen te worden.
Tijdens het inspectiebezoek is ook geconstateerd dat de invalkracht niet in het bezit is van een getuigschrift voorschoolse educatie dat aan de eisen voldoet. Hierin is lange tijd onduidelijkheid geweest over de betekenis van de wet. Dit is na navraag bij het Ministerie verduidelijkt.
Tevens is tijdens de inspectie naar boven gekomen dat de houder niet (aantoonbaar) zorg draagt dat medewerkers kennis kunnen nemen van de uitgevoerde risico inventarisaties veiligheid en gezondheid. De RI&E is wel afgenomen en doorgesproken met de medewerkers. Inmiddels zijn er op alle locaties “inkijkmappen” geïnstalleerd. Hier wordt de actuele RI&E Veiligheid en Gezondheid in gedaan. Daarbij is er een taakverdeling per locatie waarbij de medewerker die de RI&E in het “pakket” heeft, de medewerkers van de locatie op de hoogte gaat brengen over de inhoud en de aandachtspunten en actiepunten.
18 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN
Bovenstaande aanvulling zien wij graag verwerkt in het definitieve inspectierapport.
Met vriendelijke groet,
Marja de Jong Sinne Kinderopvang
19 van 19 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-02-2015 Speelleergroep Sinne Kingmastate te LEEUWARDEN