Inspectierapport Peuterspeelzaal De Zwaaghalsjes Pastoor Nuijenstraat 1 1689 GM ZWAAG
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden Hoorn 24 april 2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 15 mei 2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8 Ruimte en inrichting......................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 14
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
2 van 14
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Peuterspeelzaal (PSZ) de Zwaaghalsjes is onderdeel van Stichting Netwerk Hoorn, een organisatie met o.a. meerdere peuterspeelzalen in de gemeente Hoorn. De peuterspeelzaal heeft een eigen accommodatie die vast beschikbaar is voor de peuteropvang. De accommodatie bestaat uit een ruimte groepsruimte en een tweede ruimte die gebruikt wordt voor activiteiten voor het ontwikkelen van de grove motoriek. Inspectiehistorie: Op 8 september 2014 heeft de vorige inspectie plaatsgevonden. Er werd aan alle getoetste items voldaan. De inspectie Deze inspectie heeft onaangekondigd plaatsgevonden. De inspectie heeft bestaan uit een (pedagogische) praktijkobservatie, gesprek met de beroepskrachten en een documentenonderzoek. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
3 van 14
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. Tijdens dit onderzoek is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op inhoud en volledigheid. Onderzocht is of in het pedagogisch beleidsplan onder andere de vier wettelijk gestelde pedagogische basisdoelen (van professor Riksen-Walraven) zijn uitgewerkt. Daarnaast is geobserveerd of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek. Stichting Netwerk Hoorn beschikt over een overkoepelend pedagogisch beleid en daarnaast over locatiespecifieke werkplannen. In deze locatiespecifieke werkplannen wordt de vertaalslag gemaakt van het overkoepelend pedagogisch beleid naar de praktijk. Er vinden binnen Netwerk de volgende overleggen plaats: Sectoroverleg, teamoverleg, planningsoverleg VVE en VVE overleg. Specifiek voor PSZ Peutertuin locatie de Zwaaghalsjes: sectoroverleg en teamoverleg. Beroepskrachten ontvangen de (nieuwe of herziene) werkinstructies, protocollen of ander beleid voorafgaand of tijdens werkoverleggen. Tijdens het overleg worden vragen en opmerkingen aangaande het pedagogisch beleid behandeld en de nodige aanpassingen doorgevoerd. Het pedagogisch werkplan en pedagogisch handelen staan sinds kort ook vast op de agenda van het overleg. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleid voldoet aan de voorwaarden. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en de relatie hiervan met de praktijk middels interne scholingen voor beroepskrachten en vanaf heden door het pedagogisch beleid tijdens teamvergaderingen te agenderen. Voor de beoordeling van de pedagogische praktijk is het openbare ‘veldinstrument observatie pedagogische praktijk kindercentra en peuterspeelzalen’ (december 2014) gebruikt. Daarin staan de specifieke aspecten beschreven waarop wordt geobserveerd. Citaten uit dit veldinstrument zijn cursief weergegeven. Onderstaande betreft slechts enkele voorbeelden van verschillende observaties. Naar aanleiding van de praktijkobservaties is geconcludeerd dat tijdens de observaties voldoende is voorzien in het waarborgen van de vier pedagogische basisdoelen. Persoonlijke competentie De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. De beroepskrachten zorgen voor gewoontevorming in de groep door het consequent hanteren van rituelen binnen de hele groep of tussen (bepaalde) kinderen. Kinderen kennen elkaars gedrag, imiteren elkaar en bouwen dit –met hulp- verder uit naar nieuwe ervaringen. Overdracht van normen en waarden De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen wordt verwacht.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
4 van 14
De beroepskrachten begeleiden (nieuwe) kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Sociale competentie De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Praktijkvoorbeelden Tijdens het kringmoment werden diverse leermomenten benut. Zo mochten kinderen om de beurt de kroon (knutselwerk vanwege naderende Koningsdag) aan een ander kind naar keuze geven. Zo werd gecontroleerd of alle kinderen er waren. Kinderen leren door deze dagelijks terugkerende activiteit hierdoor elkaars naam, leren op elkaar wachten, moeten onthouden wie de kroon al wel en niet heeft gehad en leren hierdoor om even in het middelpunt te staan. Een kind mocht alle aanwezige kinderen tellen. Er werd een nieuw liedje aangeleerd, het moederdagkado werd uitgelegd, kinderen werden actief betrokken bij het voorlezen van een boekje en aan de kinderen werd uitgelegd waarmee ze mochten spelen. Na het kringmoment waren de zandbak, de huishoek en de treinbaan populair. Onderwijl werden in tweetallen moederdagkado's geverfd. De sfeer was ontspannen. Voordat de kinderen naar buiten gingen, werden zij gestimuleerd om zelf hun jas aan te doen. Als hun naam werd genoemd, mochten ze naar buiten gaan. Er was voldoende buitenspeelgoed zodat alle kinderen met iets konden spelen en na enige tijd werd gewisseld, zodat er variatie was voor elk kind. Een meisje dat voor de tweede keer op de peuterspeelzaal aanwezig was, kreeg extra aandacht en begeleiding tijdens het spelen en tijdens het zitten in de kring.
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties ((pedagogische) observatie 24 april 2015) Pedagogisch beleidsplan (versie maart 2015) Pedagogisch werkplan (versie maart 2015)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
5 van 14
Personeel en groepen Binnen de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwalificatie en inzet van beroepskrachten, stagiaires en beroepskrachten in opleiding. Tijdens de inspectie is onder andere naar verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificaties, de inzet van beroepskrachten met betrekking tot de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kindratio) gekeken. Verklaring omtrent het gedrag Personen, werkzaam in de kinderopvang of in het peuterspeelzaalwerk, worden door de overheid continu gescreend op functieaspecten passende bij hun functie, de zogenaamde continue screening. De toezichthouder heeft de verklaringen omtrent het gedrag (VOG) van personen werkzaam bij het kindercentrum beoordeeld. Iedereen was in bezit van een geldige VOG. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de diploma’s van de beroepskrachten beoordeeld. Iedereen die werkzaam is bij PSZ de Zwaaghalsjes beschikt over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is opgenomen. Aan de getoetste voorwaarde is voldaan. Opvang in groepen Bij peuterspeelzaal de Zwaaghalsjes komen 4 groepen van elk maximaal 16 kinderen van 2-4 jaar. Elke groep komt 2 dagdelen: maandagochtend en woensdagmiddag dinsdagochtend en donderdagmiddag woensdagochtend en vrijdagmiddag dinsdagmiddag en vrijdagochtend Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op elke groep worden 2 vaste beroepskrachten ingezet. Op het moment van inspectie waren 15 kinderen, 2 beroepskrachten en een stagiaire aanwezig. Indien de vaste beroepskracht afwezig is, wordt voor vervanging gezorgd. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal is Nederlands. Aan de getoetste voorwaarde is voldaan.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
6 van 14
Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties ((pedagogische) observatie 24 april 2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (maart en april 2015) Presentielijsten (maart en april 2015) Personeelsrooster (rooster PSZ stichting Netwerk Hoorn per 1 september 2014)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
7 van 14
Veiligheid en gezondheid Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. Tijdens de inspectie is beoordeeld of in een risico-inventarisatie schriftelijk staat vastgelegd welke risico's de opvang van kinderen met zich meebrengt. In de praktijk is beoordeeld of de uitvoering van bijbehorend beleid de risico’s ook daadwerkelijk ondervangt. Tevens is beoordeeld of de houder overeenkomstig de wettelijke meldplicht met betrekking tot kindermishandeling handelt, de kennis hiervan bevordert. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De documenten die de toezichthouder nodig heeft om de veiligheid en gezondheid op het kindercentrum te beoordelen waren aanwezig op de locatie. Er wordt voor de uitvoering van de risico-inventarisatie gebruik gemaakt van het digitale programma De Risicomonitor. De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn beiden uitgevoerd op 12 december 2014. Wanneer een nieuwe inventarisatie is opgesteld, krijgen de beroepskrachten de inventarisatie digitaal toegestuurd. Tevens staat de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid op de agenda van de teamvergadering. Tijdens teamoverleg worden herziene, nieuwe of actuele beleidsstukken doorgenomen. Tijdens inzage van de benodigde documenten heeft de toezichthouder geconstateerd dat tevens het noodplan/ontruimingsplan, verslagen van de in 2015 gehouden ontruimingsoefeningen, de BHV-certificaten, schoonmaaklijsten, controlelijsten en ongevallenregistratieformulieren aanwezig waren. Regelmatig wordt het actieplan geactualiseerd door de aandachtsfunctionaris veiligheid en gezondheid. Tussentijdse klussen worden gemeld door de aandachtsfunctionaris veiligheid en gezondheid en uitgevoerd door een medewerker van Stichting Netwerk. Meldcode kindermishandeling De bij Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. In de Wet Kinderopvang is de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs aangeduid als deskundige. Ouders, kinderen, medewerkers en houders in de kinderopvang kunnen allemaal advies vragen bij de vertrouwensinspecteurs om te bepalen of aangifte aan de orde is. Medewerkers hebben bij een redelijk vermoeden van geweld of seksueel misbruik jegens een kind door een collega een meldplicht aan de houder. Bij een redelijk vermoeden van een strafbaar feit is een houder verplicht om in overleg te treden met de vertrouwensinspecteur. Tijdens de inspectie is beoordeeld of de meldcode kindermishandeling aanwezig is en of deze inhoudelijk aan de gestelde eisen voldoet. In de notulen is terug te zien dat de Meldcode en de organisatie Veilig Thuis onder de aandacht van medewerkers zijn gebracht. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (12-12-2014) Risico-inventarisatie gezondheid (12-12-2014) Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Huisregels/groepsregels (protocollen, afspraken en instructies de Zwaaghalsjes) Meldcode kindermishandeling (herziene versie juli 2013)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
8 van 14
Ruimte en inrichting Binnen de Wet kinderopvang gelden normen die betrekking hebben op de hoeveelheid vierkante meter per kind voor de binnen- en de buitenruimte. Ook de inrichting van de ruimten is van belang om minimaal te kunnen voorzien in de basisbehoeften om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. Tijdens de inspectie is beoordeeld of de houder heeft gezorgd voor voldoende speeloppervlak en voor passend ingerichte ruimten voor kinderen om te kunnen spelen en rusten, in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Binnenruimte De groepsruimte is ingericht met een speelhuis met glijbaan, een zandbakhoek, een huishoek, een zit-/ leeshoek, lage speeltafels (op het moment van inspectie in gebruik met een treinbaan) en hogere knutseltafels en een themahoek (thema lente). De groepsruimte is kleurrijk en sfeervol ingericht. Aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is uitdagend ingericht. Er zijn picknicktafels, een zandbak, een veerwip en er zijn diverse hoeken gecreëerd. Tevens is een deel begroeid. Aan de getoetste voorwaarde wordt voldaan. Gebruikte bronnen: Observaties ((pedagogische) observatie 24 april 2015)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
9 van 14
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013, dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
10 van 14
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
11 van 14
Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
12 van 14
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
De Zwaaghalsjes http://www.netwerkhoorn.nl 64 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Netwerk Hoorn Achterstraat 2 1621 GH HOORN NH www.netwerkhoorn.nl 41235075
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hollands Noorden Postbus 9276 1800 GG Alkmaar 088-0100549 Mevrouw P. Rustenburg
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Hoorn : Postbus 603 : 1620 AR HOORN NH
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
24-04-2015 29-04-2015 13-05-2015 13-05-2015 15-05-2015 15-05-2015
: 15-05-2015 : 16-05-2015
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
13 van 14
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 24-04-2015
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
14 van 14