Inspectierapport
Peuterspeelzaal De Zwaaghalsjes Pastoor Nuijenstraat 1 1689 GM ZWAAG
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hollands Noorden HOORN 8 september 2014 Regulier onderzoek Definitief 2 oktober 2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................2 Observaties en bevindingen ...............................................................................................3 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................3 Personeel en groepen....................................................................................................4 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................5 Ruimte en inrichting......................................................................................................6 Ouderrecht..................................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening..................................................................................................... 11 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 11 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen: Peuterspeelzaal (PSZ) De Zwaaghalsjes is een onderdeel van Stichting Netwerk Hoorn, die diverse peuterspeelzalen in Hoorn heeft. Het betreft een reguliere peuterspeelzaal die in Zwaag is gevestigd. Inspectiehistorie: Peuterspeelzaal De Zwaaghalsjes is sinds 1 januari 2012 opgenomen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. De vorige inspectie heeft plaatsgevonden op 10 september 2013. Er werd aan alle voorwaarden voldaan. Inspectie: Op 8 september 2014 vond een onaangekondigde inspectie plaats. Op het moment van inspectie waren 2 beroepskrachten, een stagiaire en 11 kinderen aanwezig. Sinds 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht. Met de herschikking van domeinen zijn verschillende inspectie-items samengevoegd. Dit resulteert in een nieuwe opmaak van het inspectierapport. Ongeacht een enkele tekstuele aanpassing, is de strekking van de voorwaarden onveranderd gebleven. Achter in het inspectierapport staan de verschillende inspectie- items en voorwaarden genoemd, met daarbij de verwijzing naar het betreffende wetsartikel. Tijdens de inspectie zijn de voorwaarden uit de Wet kinderopvang getoetst en heeft de toezichthouder verschillende documenten ingezien en een gesprek met de beroepskrachten gevoerd. De pedagogische kwaliteit is getoetst tijdens een observatie op de groep die op het moment van inspectie aanwezig was. Conclusie: Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder op het moment van inspectie aan alle getoetste voorwaarden voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
2 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Stichting Netwerk Hoorn beschikt over een overkoepelend pedagogisch beleid en daarnaast over locatiespecifieke werkplannen. In deze locatiespecifieke werkplannen wordt de vertaalslag gemaakt van het overkoepelend pedagogisch beleid naar de praktijk. Er vinden binnen stichting Netwerk met betrekking tot PSZ De Zwaaghalsjes de volgende overleggen plaats: sectoroverleg, teamoverleg en pedagogisch overleg. Beroepskrachten ontvangen de (nieuwe of herziene) werkinstructies, protocollen of ander beleid voorafgaand of tijdens werkoverleggen. Tijdens het overleg worden vragen en opmerkingen aangaande behandeld en de nodige aanpassingen doorgevoerd. Het pedagogisch werkplan en handelen staan op de agenda van het overleg. Driekwart van de leidsters van Stichting Netwerk heeft de 3-daagse video interactie training: ‘Communicatie en interactie is meer dan samen praten en spelen’ in schooljaar 2013/2014 gevolgd. De overige leidsters worden getraind in schooljaar 2014/2015. Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleid en pedagogisch werkplan zijn opgesteld in 2012 en worden regelmatig geactualiseerd. De laatste versie dateert van augustus 2014. Pedagogische praktijk Voor het toetsen van de pedagogische kwaliteit is een observatie-instrument gebruikt. De tekst uit dit instrument is schuin weergegeven. Uit het inspectiebezoek is gebleken dat de pedagogische praktijk tijdens de observatie voldoet aan alle gestelde voorwaarden. Citaat observatie-instrument: "De tentoongestelde werkjes of rapportages hebben een verband met huidige activiteiten of thema’s." Praktijkvoorbeeld: Op het moment van inspectie was het thema "trouwen". Binnenkort gaat één van de leidsters trouwen en dit was daardoor een toepasselijk thema. Er is een themahoek met verkleedkleren in de trant van trouwjurkjes en trouwpakken, boeken over liefde en trouwen, een trouwfotoalbum en de kinderen hadden allerlei zaken geknutseld over trouwen en feest. Knutsels die aan een lijn hingen waren een bruid en een bruidegom, bruidstaarten en er waren zelfs bruidstaartjes van klei gemaakt. Ten tijde van de inspectie waren de kinderen bezig op een uitgeknipte papieren ballonvorm papiertjes te plakken. Citaat observatie-instrument: "De beroepskrachten hebben gesprekjes met de kinderen waarbij zij "beurt-wisselen": beroepskrachten en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek (dialoog). Beroepskrachten stemmen de timing en de inhoud van interacties op passende wijze af op de situatie en/of het begripsniveau van een kind."
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
3 van 11
Praktijkvoorbeeld: Tijdens het kringgesprek werden de kinderen welkom geheten aan het begin van de ochtend. Dit ging onder begeleiding van een liedje, waarna ieder kindje apart iets mocht vertellen over wat hij/zij had beleefd in het weekend. Eén jongetje was naar de dierentuin gegaan. De beroepskracht ging hier wat dieper op in. Ze wilde graag weten welke dieren hij allemaal had gezien. Hij vertelde dat hij o.a. een kameel had gezien. De beroepskracht vroeg aan alle kinderen wat er nu zo bijzonder is aan een kameel. Eén kindje gaf aan dat die bulten heeft. De beroepskracht complimenteerde het kind. Toen het jongetje ook nog eens vertelde dat hij een krokodil had gezien, werd daar direct op ingespeeld en werd een liedje over een krokodil gezongen. Alle kinderen beleefden hier veel plezier aan. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Website Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan Notulen teamoverleg
Personeel en groepen Recent heeft de Overheid besloten dat alle mensen, werkzaam in de kinderopvang of peuterspeelzaalwerk, continu moeten worden gescreend op functieaspecten passende bij hun functie. Wanneer aan de functieaspecten wordt voldaan wordt een verklaring omtrent het gedrag afgegeven. De continue screening is ingegaan vanaf 1 maart 2013. PSZ De Zwaaghalsjes beschikt over 2 groepsruimten. De ene groepsruimte is de vaste leefruimte voor de kinderen, de tweede groepsruimte wordt gebruikt als gymzaal en bewegingsruimte bij slecht weer. Er worden 4 groepen met ieder maximaal 16 kinderen van 2 tot 4 jaar opgevangen op vaste dagdelen, de kinderen gaan 2 dagdelen per week naar de peuterspeelzaal. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef de verklaringen omtrent het gedrag (VOG) van personen werkzaam bij het kindercentrum beoordeeld. Iedereen in die steekproef was in bezit van een VOG die op tijd was overgelegd. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef de diploma’s van de beroepskrachten beoordeeld. Iedereen in die steekproef beschikte over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er worden 4 reguliere groepen peuters opgevangen van 2 tot 4 jaar. Per dagdeel (van maandag t/m vrijdag) is er één groep aanwezig. Ten tijde van de inspectie waren er 11 kinderen aanwezig. De vaste groep bestaat uit 16 kinderen. De begeleiding bestond uit twee vaste beroepskrachten en één stagiaire. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Op elke groep worden 2 vaste beroepskrachten ingezet. Indien de vaste beroepskracht afwezig is, wordt voor vervanging gezorgd.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
4 van 11
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal is Nederlands. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten Presentielijsten Personeelsrooster Notulen teamoverleg
Veiligheid en gezondheid De documenten die de toezichthouder nodig heeft om de veiligheid en gezondheid op het kindercentrum te beoordelen waren aanwezig op de locatie. Er wordt voor de uitvoering van de risico-inventarisatie gebruik gemaakt van het digitale programma De Risicomonitor. Wanneer een nieuwe inventarisatie is opgesteld, krijgen de beroepskrachten de nieuwe inventarisatie digitaal opgestuurd. Tevens staat de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid op de agenda van de teamvergadering. Tijdens overleg worden herziene, nieuwe of actuele beleidsstukken doorgenomen. Tijdens inzage van de benodigde documenten heeft de toezichthouder geconstateerd dat tevens het noodplan/ ontruimingsplan, de BHV-certificaten, schoonmaaklijsten, controlelijsten en ongevallenregistratieformulieren aanwezig waren. Maandelijks wordt het actieplan geactualiseerd door de aandachtsfunctionaris veiligheid en gezondheid. Tussentijdse klussen worden gemeld door de aandachtsfunctionaris veiligheid en gezondheid en uitgevoerd door een medewerker van Stichting Netwerk. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Tijdens de inspectie was te zien dat het handelen van de beroepskrachten gericht was op het waarborgen van de veiligheid en gezondheid van de kinderen tijdens de opvang. Voor en na het fruit eten werden kinderen gestimuleerd om hun handen te reinigen met een reinigingsdoekje en ook na de toiletgang werden de handen gewassen. De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd op 20-12-2013 en de risicoinventarisatie gezondheid op 19-12-2013. In 2014 heeft de ontruimingsoefening in februari plaatsgevonden waarbij alle groepen aan de beurt zijn geweest. Hier is ook een verslag van gemaakt. Acties worden geregistreerd in het actieplan. Deze worden ook uitgevoerd binnen de gestelde termijn. Op de groep is een verantwoordelijke aangesteld voor de risico-inventarisatie. Schoonmaaklijsten worden bijgehouden.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
5 van 11
Meldcode kindermishandeling Stichting Netwerk Hoorn werkt met de meldcode van de branche organisatie, versie juli 2013. Deze bevindt zich in een map op de locatie. Binnen Stichting Netwerk Hoorn zijn twee personen opgeleid tot aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Veiligheidsverslag Gezondheidsverslag Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling Notulen teamoverleg
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is een ruime speelzaal en een extra lokaal dat gebruikt wordt bij slecht weer. Hier kan worden gerend en met rijdend materiaal worden gespeeld. In het leeflokaal zijn diverse hoeken, zoals een poppenhoek, een autohoek en een leeshoek. Daarnaast is er een speelhuis met glijbaan en een grote binnenzandbak. De tafels worden gebruikt om te knutselen en voor andere activiteiten. Buitenspeelruimte De grote uitdagende buitenruimte bestaat uit een zandbak, schommels, speelhuis, wipkippen en een rotspartij. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van rijdend materiaal, zoals tractors en fietsjes. Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond Notulen teamoverleg
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
6 van 11
Ouderrecht Ouders moeten goed geïnformeerd zijn over de gang van zaken in een peuterspeelzaal. In het geval van tegengestelde belangen tussen de houder en ouders dienen de ouders een beroep te kunnen doen op een onafhankelijke klachtencommissie. Informatie Ouders worden geïnformeerd door middel van de intake, een informatieboekje, een informatiebord in de entree, de website en door mondelinge overdracht van informatie. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Informatiemateriaal voor ouders Website Nieuwsbrieven Notulen teamoverleg Klachtenregeling Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
7 van 11
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
8 van 11
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
9 van 11
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
10 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
De Zwaaghalsjes http://www.netwerkhoorn.nl 64 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Netwerk Hoorn Achterstraat 2 1621 GH HOORN NH www.netwerkhoorn.nl 41235075
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hollands Noorden Postbus 324 1740 AH SCHAGEN 0224-720620 Mevrouw S.C.A. Koolhaas-Groot
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HOORN : Postbus 603 : 1620 AR HOORN NH
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
08-09-2014 12-09-2014 26-09-2014 26-09-2014 02-10-2014 02-10-2014
: 02-10-2014 : 03-10-2014
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 08-09-2014
De Zwaaghalsjes te ZWAAG
11 van 11