Inspectierapport
Kinderdagverblijf "Plons" (KDV) Acacialaan 11a 3911GD RHENEN Registratienummer 728588079
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD regio Utrecht RHENEN 05-08-2014 Regulier onderzoek Definitief 01-09-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 11 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 12
2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing KDV Plons is gehuisvest in een groot pand voor kinderopvang. de inspectie heeft in de schoolvakantie plaatsvonden. Hierdoor waren vijf groepen in gebruik. De houder voldoet niet aan de voorwaarde dat alle beroepskrachten geschoold zijn in de Vroeg- en Voorschoolse Educatie.
Reactie GGD aan houder naar aanleiding van de zienswijze: Het is aan de houder om het juiste nummer van de Kamer van Koophandel aan de gemeente door te geven. De GGD kan dit nummer niet aanpassen in het register. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2014). De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk: Emotionele veiligheid; Persoonlijke competentie; Sociale competentie; Overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk Tijdens de inspectie komen een aantal kinderen op de babygroepen uit bed, ze spelen op de groep en gaan buiten spelen. De drie peutergroepen zijn aan het buiten spelen. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de vier competenties en dragen deze ook uit. Dit blijkt uit de volgende voorbeelden die tijdens de observatie zijn waargenomen. Emotionele veiligheid Beroepskrachten reageren (meestal) op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan relaxed om met de kinderen. De beroepskrachten sluiten (meestal) op een passende wijze aan op de interesse en emotie die het kind aangeeft. Tijdens het verschonen praat de beroepskracht tegen de kinderen. Ze kijkt hen regelmatig aan en verteld waar ze mee bezig is en reageert op het kind. Persoonlijke competentie Beroepskrachten geven passende steun bij het ontdekken en verrijken van spelmogelijkheden. Zij verwoorden wat er gebeurt en bieden nieuwe kansen voor vervolgspel. Zij maken soms even deel uit van de spelsituatie, waarbij de regie bij de kinderen blijft. De beroepskracht gaat bij de kinderen zitten op de grond en speelt mee met de Duplo. Ze laat zien hoe je een toren kan bouwen en deze wee kan omgooien, ook maakt ze een treintje voor de kinderen. De kinderen bepalen zelf hun spel. Sociale competentie De beroepskrachten laten veel initiatief voor samenspel over aan de kinderen, maar grijpen in als kinderen niet mee mogen of kunnen doen. Zij helpen kinderen om er weer samen uit te komen. De kinderen die buiten spelen bepalen voor het grote deel zelf hun spel. De beroepskrachten houden toezicht en waar nodig gaan ze mee in het spel van de kinderen. Voorschoolse educatie Het is niet geheel duidelijk hoeveel uur aan VVE activiteiten per week besteed worden. Per week worden twee activiteiten gepland die samenhangen met het thema. Voor het middageten wordt altijd een boekje voorgelezen. Voorwaarde: De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. 4 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Twee beroepskrachten zijn niet in bezit van een certificaat voor- en vroegschoolse educatie. Het betreft een vaste kracht en een invalkracht. De houder voldoet hiermee niet aan de gestelde voorwaarde. De houder heeft een scholingsplan. De daadwerkelijke scholing in VVE is hierin nog niet uitgewerkt. De methode Puk en Ko wordt gebruikt. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten.) Observaties (Op een dinsdagmiddag.) Pedagogisch beleidsplan VVE-certificaten (beroepskrachten) Opleidingsplan voorschoolse educatie (2014) Planning Uk en Puk activiteiten week 1 tot en met 6.
5 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers en houder gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gecontroleerd of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten en invalkracht zijn in bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten en invalkracht zijn in bezit van een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Tijdens de inspectie zijn twee babygroepen, een peutergroep en twee groepen 1-4 jaar aanwezig. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten en het interview is opgemaakt dat de houder werkt volgens de geldige beroepskracht-kindratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De Nederlandse taal wordt gesproken. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten.) Observaties (Op een dinsdagmiddag.) Verklaringen omtrent het gedrag (Beroepskrachten en invalkracht.) Diploma's beroepskrachten (Beroepskrachten en invalkracht.) Presentielijsten (augustus 2014.)
6 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Veiligheid en gezondheid Binnen het domein veiligheid en gezondheid worden de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Zo wordt bijvoorbeeld de datum van de risicoinventarisatie gecontroleerd, en of de inhoud van de risico-inventarisatie de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt beoordeeld of de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risicoinventarisatie voldoende is. Ook wordt onderzocht hoe de beroepskrachten kennis kunnen nemen van de inventarisaties. Daarnaast wordt binnen dit domein de meldcode kindermishandeling beoordeeld. In de praktijk wordt de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode kindermishandeling gecontroleerd, evenals de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode kindermishandeling. Het vier ogenprincipe wordt in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is gemaakt in mei 2014. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de uitkomsten. Tijdens de inspectie zijn een tweetal aandachtspunten besproken: In een tweetal koelkasten is geen thermometer aanwezig. In een andere koelkast liggen twee thermometers die ieder een andere waarde aangeven. De temperatuur is waarschijnlijk 10°C en daarmee te hoog voor bederfelijke waren. In alle koelkasten wordt een voorraad melkproducten bewaard en in een tweetal koelkasten kan ook borstvoeding bewaard worden. Uit de gesprekken is opgemaakt dat de koelkasten niet op vaste tijdstippen op temperatuur gecontroleerd worden. De deur naar de centrale keuken staat open. In deze keuken zijn meerdere laden aanwezig, deze zijn te openen voor kinderen. In deze laden liggen onder anderen plastic zakken, schilmesjes en gereedschappen. Op een babygroep liggen schilmesjes in een kast die door kinderen te openen is. De mesjes liggen op ooghoogte van de kinderen. Deze materialen kunnen grote verwondingen aan kinderen veroorzaken. Het is van belang om passende maatregelen te nemen. Gebruikte bronnen: Observaties (Op een dinsdagmiddag.) Risico-inventarisatie veiligheid (mei 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (mei 2014) Actieplan veiligheid (mei 2014) Actieplan gezondheid (mei 2014)
7 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
8 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
10 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kinderdagverblijf "Plons" http://www.kinderopvangrhenen.nl 89 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Kinderopvang Rhenen Acacialaan 11a 3911GD RHENEN http://www.kinderopvangrhenen.nl 00000475
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD regio Utrecht Postbus 51 3700AB ZEIST 030-6086086 I.C. Bolt
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: RHENEN : Postbus 201 : 3910AE RHENEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
05-08-2014 14-08-2014 28-08-2014 01-09-2014 01-09-2014
: 01-09-2014 : 01-09-2014
11 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze en toelichting Stichting Kinderopvang Rhenen m.b.t. het GGD ontwerprapport naar aanleiding van het inspectiebezoek aan kinderdagverblijf Plons op 05-08-2014. Pagina 4: Pedagogisch klimaat Voorschoolse Educatie (VVE) Van de twee pedagogisch medewerkers die op het moment van inspectie werkzaam waren op de groep Nijntje kon geen certificaat Voorschoolse educatie worden overlegd. Dit is correct. Toelichting houder: In zijn algemeenheid geldt binnen het kinderdagverblijf dat wanneer er een invalkracht nodig is, er eerst gekeken wordt of er een VVE-gecertificeerde pedagogisch medewerker binnen Stichting Kinderopvang Rhenen (SKR) of Stichting Peuterspeelzaal Rhenen(SPR) beschikbaar is. In het uiterste geval wordt er een beroep gedaan op een van de overige pedagogisch medewerkers binnen SKR. Dit was op het moment van inspectie aan de orde. Alle pedagogisch medewerkers die werkzaam zijn op kinderdagverblijf Plons zijn volledig VVE-gecertificeerd (totaal 26 medewerkers SKR/SPR) op 1 vaste kracht en 1 invalkracht na. Deze stonden die dag op Nijntje. Op de groep Nijntje bevonden zich op de dag van inspectie echter geen kinderen met een VVE indicatie. Van alle VVE gecertificeerde medewerkers is SKR in bezit van het certificaat VVE. Een van beide medewerkers die op de dag van inspectie werkzaam was is wel gecertificeerd voor het observatieprogramma KIJK. De organisatie is bezig te bekijken op welke wijze beide medewerkers alsnog hun VVE kwalificatie kunnen behalen. Voor en vroegschoolse Educatie De inspecteur geeft in het rapport het volgende aan: Het is niet geheel duidelijk hoeveel uur aan VVE activiteiten per week besteed worden. Per week worden twee activiteiten gepland die samenhangen met het thema. Voor het middageten wordt altijd een boekje voorgelezen. Toelichting houder: De inspecteur geeft heel summier iets weer over de werkwijze m.b.t. VVE op het kinderdagverblijf. Dit doet geen recht aan de serieuze wijze waarop binnen het kinderdagverblijf gewerkt wordt met VVE. Vandaar hieronder een nadere toelichting: Het kinderdagverblijf heeft een duidelijk rol in een sluitende aanpak van zorg voor 0-6 jarigen en bij de doorgaande ontwikkelingslijn van het kind. Naast opvang, verzorging, opvoeding, spelen en ontmoeten wordt binnen het kinderdagverblijf expliciet aandacht besteed aan de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0–4 jaar. Het kinderdagverblijf heeft de taak (dreigende) ontwikkelingsachterstanden vroegtijdig te signaleren en begeleiding en ondersteuning te bieden om achterstanden te bestrijden, zodat (risico) kinderen een betere start op de basisschool kunnen maken. Om dit (daadwerkelijk) te kunnen bewerkstelligen staan er op alle groepen in principe VVE-gecertificeerde beroepskrachten, die kennis hebben van de totale ontwikkeling van het kind en het op VVE gericht begeleiden van kinderen in de leeftijd van 0 – 4 jaar. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een erkend programma voor voorschoolse Educatie (Uk en PUK) en alle kinderen (met en zonder VVE indicatie) van het kinderdagverblijf krijgen dit aangeboden. De activiteiten worden per thema opgezet en lopen als een rode draad door de dagindeling heen. Per dag worden er in ieder geval twee activiteiten aangeboden die elk een ontwikkelingsgebied stimuleren. Voordat het thema begint maken de pedagogisch medewerkers een planning waarin ze aangeven wat het doel van de activiteit is en welk ontwikkelingsgebied gestimuleerd wordt. Zo komen alle ontwikkelingsgebieden diverse keren per thema (= 6 weken) aan de orde. Per kind wordt er bijgehouden aan welk ontwikkelings gebied er nog extra aandacht moet worden gegeven. Vanaf september 2014 wordt er gewerkt met KIJK! (observatie programma). Het aantal kinderen op het hele kinderdagverblijf met een VVE-indicatie is beperkt. Pagina 5: De inspecteur geeft aan dat de houder een scholingsplan heeft. De daadwerkelijke scholing in VVE is hierin nog niet uitgewerkt. Toelichting houder: Het klopt dat dit niet in het dit schema is uitgewerkt. Er is wel degelijk een planning met betrekking tot de scholing VVE 2014. In januari 2014 hebben 10 medewerkers SKR (de laatste trainingsavond gehad van het 3 jarige opleidingstraject Uk en Puk en zijn gecertificeerd. (16 andere pedagogisch medewerkers SKR/SPR waren eerder al gecertificeerd).Verder hebben in de 1e helft van 2014 14 medewerkers van SKR/SPR de 12 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN
observatietraining KIJK gevolgd en inmiddels met succes afgerond. De andere pedagogisch medewerkers hadden de KIJK! training al in 2013 gevolgd en afgesloten met een certificaat. Op 8 oktober 2014 staat er een workshop gepland voor pedagogisch medewerkers in het kader van de doorgaande lijn (implementatie en borgen van doorgaande lijn). Dit in samenwerking met het CJG. In samenwerking met de gemeente Rhenen volgt in najaar 2014 een taaltoets voor alle pedagogisch medewerkers van SKR/SPR die met VVE werken en daaropvolgend vindt indien nodig een taalcursus plaats in 2015. Actie: in het algemene scholingsplan 2015 de VVE scholing expliciet opnemen. Pagina 7: Veiligheid en gezondheid De volgende aandachtspunten zijn door de inspecteur aangegeven: Temperatuur van de koelkast Uit gesprekken met pedagogisch medewerkers is door de inspecteur opgemaakt dat de temperatuur van de koelkasten niet op vaste tijdstippen wordt gecontroleerd. Toelichting houder: De koelkasten worden wekelijks schoongemaakt, niet door de pedagogisch medewerkers, maar door de huishoudelijk medewerker. Op dat moment wordt ook de temperatuur gecontroleerd. De registratie van de controle kan beter. Er wordt namelijk wel geregistreerd op welke dag en datum de koelkast is schoongemaakt en de temperatuur is geïnspecteerd, maar de temperatuur zelf wordt niet geregistreerd. Actie: De huishoudelijk medewerker krijgt instructie van haar leidinggevende m.b.t. controle temperatuur koelkasten en registratie. Er wordt een geijkte digitale voedselthermometer aangekocht om de temperatuur van de koelkasten en van het voedsel nog beter te kunnen meten. De thermometer wordt jaarlijks herijkt. De temperatuur wordt in een daarvoor bestemd registratieboekje bijgehouden. Centrale keuken De inspecteur heeft geconstateerd dat er in de centrale keuken op deurtjes en lades van het keukenblok geen kindveilige sloten zijn aangebracht. Dit klopt met de praktijk. Toelichting houder: Groepsregel/werkafspraak binnen het kinderdagverblijf is dat kinderen niet in de keuken mogen zonder begeleiding van een pedagogisch medewerker. Hierop wordt streng toegezien. De GGD heeft bij eerdere inspecties afgelopen jaren nooit eerder dit als aandachtspunt opgenomen in het rapport. Actie: Alle deurtjes en lades in de centrale keuken zijn inmiddels volledigheidshalve toch voorzien van kindveilige sluitingen. Keukenblok babygroep De inspecteur heeft opgemerkt dat op een babygroep schilmesjes in een kast liggen die door kinderen te openen zou zijn. Toelichting houder: De constatering dat het kastje door kinderen te openen zou zijn is niet correct. Het kastje waarin de genoemde bestekbak (met schilmesje) staat is beveiligd met een kindveilige sluiting. Was ook zo tijdens de inspectie. De bestekbak staat daarnaast ook nog eens altijd rechts in het kastje. De kinderen kunnen er niet bijkomen. In overleg met de pedagogisch medewerkers is volledigheidshalve besloten om het bestek te verplaatsen naar een bovenkastje. Pagina 11: Het kamer van Koophandel nummer staat onjuist vermeld. Het moet zijn: 41185475
13 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 05-08-2014 Kinderdagverblijf "Plons" te RHENEN