Inspectierapport
KDV de Hoeve (KDV) Naardermeerstraat 151 2652JH BERKEL EN RODENRIJS Registratienummer 847546445
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Rotterdam-Rijnmond Lansingerland 04-04-2016 Jaarlijks onderzoek Definitief 20-04-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Ouderrecht..................................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. De oordelen zijn gebaseerd op gesprekken met de beroepskrachten, de locatiemanager, observatie op alle groepen en documenten welke zijn ingezien op de locatie. Beschouwing Feiten over kinderdagverblijf De Hoeve Kinderdagverblijf De Hoeve is onderdeel van Stichting de Paddestoel, een organisatie met 4 locaties in Lansingerland (Berkel en Rodenrijs). Het kinderdagverblijf is samen met de buitenschoolse opvang gevestigd in een gebouw. Het kinderdagverblijf heeft 7 stamgroepen, waarvan 3 baby-dreumesgroepen, 3 peutergroepen en een 3+groep. De Hoeve heeft een ruime patio voorzien van zandbak, ontdekheuvel en een overdekt gedeelte. Daarnaast zijn er buiten een kunstgrasveld, een boomgaard en een kinderboerderij. Het team met vaste beroepskrachten is betrokken en stabiel. Inspectiegeschiedenis 23 april 2015: Jaarlijks onderzoek; Geen overtredingen 23 mei 2013: Jaarlijks onderzoek; Geen overtredingen 10 juni 2014: Jaarlijks onderzoek; Geen overtredingen Bevindingen op hoofdlijnen Met de uitkomst van dit onderzoek is geconstateerd dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Hoeve heeft een duidelijk pedagogisch beleid en daarnaast een locatiespecifiek pedagogisch werkplan. Stichting de Paddestoel heeft een duidelijk beleid ten aanzien van het vierogenprincipe. Stichting de Paddestoel werkt met een eigen ontwikkeld volgsysteem. Daarnaast beschikt het kinderdagverblijf over een pedagogisch team. Binnen de gemeente Lansingerland is een zorgnetwerk actief voor alle kinderen van 0 tot 6 jaar. In dit netwerk zitten vertegenwoordigers van scholen, peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, GGD en consultatiebureau. Alle basisscholen nemen hier aan deel middels een peuterestafette en ook ons dagverblijf neemt hieraan deel. De peuterestafette is ontwikkeld door het JSO (expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding). Het is een vorm van overdracht van vaardigheden die het kind heeft van het kinderdagverblijf naar de basisscholen. Het stokje wordt dus letterlijk doorgegeven. De peuterestafette wordt ingevuld bij kinderen van bijna 4 jaar door de pedagogisch medewerker van de groep. Er wordt gekeken hoever het kind op bepaalde ontwikkelingsgebieden is. Pedagogische praktijk De 4 basisdoelen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang zijn geobserveerd en beoordeeld: -
emotionele veiligheid persoonlijke competentie sociale competentie overdracht van normen en waarden
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (versie januari 2015). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de daarin opgenomen indicatoren. De teksten van de gedragsbeschrijvingen van de pedagogische praktijk uit het veldinstrument zijn cursief gedrukt. Alle basisdoelen zijn beoordeeld. Hieronder zijn slechts een paar voorbeelden uitgewerkt van situaties die zich voordeden tijdens de observatie. De observatie heeft plaats gevonden tijdens een kringactiviteit, vrij spel, buitenspelen en een drinkmoment aan tafel. Emotionele Veiligheid Indicator: De beroepskrachten communiceren met de kinderen. De beroepskrachten hebben korte gesprekjes met de kinderen waarbij beiden bijdragen aan de voortgang van het gesprek (dialoog). Zij sluiten meestal op passende wijze aan op de situatie en/of de vraag van een kind. Er is verbaal en non-verbaal contact. Indicator: Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Observatie: Op de 3+groep vindt er een kringgesprek plaats aan de hand van een praatplaat over boerderijdieren. De beroepskrachten gaan in op wat de kinderen zeggen. Door het stellen van 4 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
vragen ontstaan er korte gesprekjes en worden kinderen uitgedaagd te reageren. De taalontwikkeling en en de woordenschat wordt gestimuleerd. Er is een prettige, rustige sfeer op de groep. Tijdens het vrij spel zijn de meeste kinderen betrokkenen en vol aandacht aan het spelen. Zowel de beroepskrachten als de kinderen laten zien dat zij plezier hebben in hetgeen zij aan het doen zijn. Ze lachen, maken grapjes en er is veel positieve interactie tussen de kinderen en de beroepskrachten. Kinderen schakelen uit zichzelf de beroepskracht in als zij hulp nodig hebben. De beroepskrachten spelen mee met de kinderen buiten. De beroepskrachten zijn betrokken. Indicator: er is informatieoverdracht en -uitwisseling tussen de ouders en de beroepskrachten. Observatie: De beroepskrachten dragen actief informatie over aan ouders bij het ophalen van de kinderen. Er wordt zowel mondeling als schriftelijk overgedragen. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan en dat beroepskrachten op de hoogte zijn van het beleidsplan en daar in de praktijk uitvoering aan geven. De 4 basisdoelen worden voldoende gewaarborgd waarmee voldaan is aan de wettelijke vereisten. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Pedagogisch beleidsplan Peuterestafette observatieformulier
5 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De door de toezichthouder gecontroleerde beroepskrachten en beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die voldoet aan de wettelijke vereisten. Passende beroepskwalificatie De door de toezichthouder gecontroleerde beroepskrachten beschikken over een passende beroeps-kwalificatie. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. Opvang in groepen Het kinderdagverblijf heeft 7 stamgroepen: 3 babygroepen, 3 peutergroepen en 1 3+groep waar ontwikkelingsgerichte activiteiten worden aangeboden. Beroepskracht-kindratio Tijdens het bezoek blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet gezien het aantal en de leeftijd van de kinderen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Ouderrecht
Informatie Er staat een link op de eigen website van de houder naar de inspectierapporten van Stichting de Paddestoel in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De ouders worden zowel schriftelijk als mondeling geïnformeerd over het beleid op het kinderdagverblijf. Dit gebeurt via een intakegesprek, de website en nieuwsbrieven. De houder is aangesloten bij de geschillencommissie en brengt deze op passende wijze onder de aandacht van ouders. Oudercommissie Kinderdagverblijf de Hoeve heeft een oudercommissie. De oudercommissie is in het huidige onderzoek niet actief benaderd. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten. Klachten en geschillen 2016 Stichting de Paddestoel is voor alle locaties aangesloten bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. De toezichthouder heeft de samenvattingsregistratie ingezien. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Informatiemateriaal voor ouders Website Samenvattingsregistratie geschillen
7 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
8 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden, overeenkomstig de voorwaarden in de cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling, alsmede wijzigingen daarvan, op passende wijze onder de aandacht van ouders. (art 1.57b lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen op passende wijze onder de aandacht van de ouders. (art 1.57c lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Oudercommissie De houder heeft voor de oudercommissie, tenzij er op grond van artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, zes maanden na registratie een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.46 lid 2, 1.58 lid 2 en 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten en geschillen 2016 De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. (art 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De regeling is schriftelijk vastgelegd, voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. (art 1.57b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig deze regeling.
(art 1.57b lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder; b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht. (art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
KDV de Hoeve http://www.de-paddestoel.nl 106 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : :
Stichting de Paddestoel Ranonkelweg 3 2651MX BERKEL EN RODENRIJS 27235403 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70014 3000KS ROTTERDAM 010 4984015 Barbara Diepenbach
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Lansingerland : Postbus 1 : 2650AA BERKEL EN RODENRIJS
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
04-04-2016 11-04-2016 19-04-2016 20-04-2016 20-04-2016 20-04-2016
: 20-04-2016
12 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Uit de controle van de GGD is gebleken dat er bij KDV de Paddestoel een prettige sfeer is. Wij vinden het als organisatie heel fijn om te lezen dat een externe organisatie als de GGD deze kwaliteit herkent en erkent. Sfeer is geen duidelijk omschreven indicator en moeilijk te omschrijven. Het is voor ons en voor ouders prettig om te weten dat een onafhankelijk orgaan als de GGD deze sfeer ook voelt en ervaart. De aanwezigheid van het Pedagogisch Team en de meerwaarde hiervan is voor ouders minder zichtbaar in een organisatie. De GGD heeft terecht geconstateerd dat het Pedagogisch Team en de samenwerking in het Zorgnetwerk voor een doorgaande lijn zorgt binnen de gemeente Lansingerland en daarmee onze zorg voor alle kinderen. Ook onze samenwerking met alle basisscholen door middel van de Peuterestafette is hier zichtbaar gemaakt. Alle ontwikkelingsgebieden worden bij ons gewaarborgd, wij zorgen voor de ontwikkeling van kinderen op ieder gebied en op ieder niveau. Wij danken de GGD voor hun scherpe observaties en hopen hen volgend jaar weer te mogen begroeten.
13 van 13 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 04-04-2016 KDV de Hoeve te BERKEL EN RODENRIJS