Inspectierapport Jan Huygen (KDV) Springersdiep 11 2904ET CAPELLE AAN DEN IJSSEL Registratienummer 193527224
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Rotterdam-Rijnmond Capelle aan den IJssel 31-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 08-04-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Ouderrecht..................................................................................................................7 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met eventuele aandachtpunten uit vorige inspecties. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum: Kinderdagverblijf (KDV) Jan Huygen is gelegen in de wijk Oostgaarde te Capelle aan den IJssel. Het KDV heeft twee stamgroepen; een baby- en een peutergroep. De dagelijkse leiding is in handen van de houder. Zij is niet werkzaam op de groepen maar komt wel dagelijks langs het kinderdagverblijf om de beroepskrachten te ondersteunen. In het kinderdagverblijf werken in totaal vier beroepskrachten, één stagiaire en een groepshulp. Op de groepen wordt thematisch gewerkt: de thema's worden in onderling overleg gekozen en maandelijks afgewisseld. De 12 thema's komen uit het VVE programma Uk en Puk en Piramide. Het is een programma wat de brede ontwikkeling van kinderen stimuleert. De thema's duren ongeveer 5 à 6 weken. Sinds kort wordt gewerkt met het kindvolgsysteem 'Kijk'. Kijk is een observatieinstrument waarmee het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen op diverse ontwikkelingsgebieden over langere tijd kan worden geobserveerd en geregistreerd.
Voorgeschiedenis: -Op 24 juli 2013 heeft er een jaarlijkse onderzoek plaatsgevonden op deze locatie. Op de volgende voorwaarden waren overtredingen geconstateerd en is advies tot handhaving gegeven: • • • •
het plaatsen van de inspectierapporten op de website van de houder; het overleggen van de verklaring omtrent het gedrag vòòr aanvang van de werkzaamheden; de inhoud en het bevorderen van de kennis van de meldcode; het tijdig verzenden van het jaarverslag klachtenregeling oudercommissie naar de GGD.
-In het jaarlijks onderzoek van 15 juli 2014 is geconstateerd dat aan alle geinspecteerde voorwaarden is voldaan, inclusief de overtredingen die waren geconstateerd in het jaarlijks onderzoek van 24 juli 2013.
Bevindingen op hoofdlijnen: De houder voldoet aan alle voorwaarden die bij deze jaarlijkse inspectie zijn onderzocht.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein 'pedagogisch klimaat'. Per aspect worden eerst de praktijkobservaties beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.
Pedagogische praktijk Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum 0-4 jaar (januari 2015), de tekst hieruit is cursief gedrukt. De observatie heeft plaatsgevonden op de baby- en peutergroep.
Emotionele veiligheid: De beroepskrachten communiceren met de kinderen. De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan (op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep. Observatie: Een kindje is een fruithapje aan het eten. Een ander kindje observeert dit waarop de beroepskracht dit benoemt: "X neemt een hapje, hè."
Persoonlijke competentie: De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en –niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. Beroepskrachten verwoorden het ontdekkingsproces. Observatie: Twee kinderen en de beroepskracht zitten op een speelkleed. Een kind is een toren aan het bouwen waarbij de beroepskracht zegt: "je maakt je eigen toren, goed hoor!" Sociale competentie: De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten oefenen spelenderwijs in conflicten aangaan en oplossen door spelvormen, groepsgesprekken n.a.v. gebeurtenissen of verhalen; aanleren van behulpzame rituelen en gebruiken van de groep. Observatie: Een aantal kinderen zijn samen met de beroepskracht een puzzel aan het maken. Twee kinderen ruziën om een puzzelstukje waarop de beroepskracht zegt: "er zijn genoeg stukjes voor iedereen." Overdracht van waarden en normen: Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn. De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen wordt verwacht. Observatie: Er is een vast dagprogramma opgesteld. Bij binnenkomst is er eerst vrij spelen waarna rond 9.00 uur een kringactiviteit begint. Er wordt een liedje gezongen waarbij van alle kinderen de naam wordt genoemd. Vervolgens wordt er buiten gespeeld, een spelletje of gymoefeningen gedaan. Na het eten van een cracker, het middageten en het slapen kunnen de kinderen weer vrij spelen of wordt een activiteit gedaan. Conclusie: 4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Op kinderdagverblijf Jan Huygen wordt de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van waarden en normen voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (met de houder) • • Interview anderen (met de aanwezige broepskrachten) • Observaties Pedagogisch beleidsplan •
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De houder en alle medewerkers van het kinderdagverblijf beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG).
Passende beroepskwalificatie Alle medewerkers beschikken over een geldig diploma zoals aangegeven in de CAO kinderopvang.
Opvang in groepen Het kinderdagverblijf bestaat op dit moment uit twee stamgroepen. Een babygroep met maximaal 9 kinderen en een peutergroep met maximaal 8 kinderen. De houder voldoet aan de gestelde wettelijke eisen omtrent de opvang in groepen.
Beroepskracht-kindratio Middels een steekproef is geconstateerd dat de beroepskracht-kindratio voldoet aan de gestelde eisen. Ook als er werd afgeweken van de beroepskracht-kindratio gebeurde dit volgens de wettelijke eisen. De houder voldoet aan de gestelde wettelijke eisen omtrent de beroepskracht-kindratio.
Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (met de houder) • Interview anderen (met de aanwezige broepskrachten) • Observaties • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Presentielijsten (week 13 en 14 van 2015) • Personeelsrooster (week 13 en 14 van 2015)
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Ouderrecht
Oudercommissie De oudercommissie is niet actief benaderd om na te vragen of aan de voorwaarden met betrekking tot de advieswerking is voldaan. Er zijn geen signalen ontvangen van ouders of de oudercommissie dat de werking van het adviesrecht niet goed verloopt.
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Jan Huygen : 20 : Nee
Gegevens houder Naam houder Website KvK nummer
: Annemieke Kegel - Karreman : www.jan-huygen.nl : 24296372
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Capelle aan den IJssel : Postbus 70 : 2900AB CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
GGD Rotterdam-Rijnmond Postbus 70014 3000KS ROTTERDAM 010 4984015 E.J. Berends
31-03-2015 02-04-2015 Niet van toepassing 08-04-2015 08-04-2015
: 08-04-2015 : 08-04-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-03-2015 Jan Huygen te CAPELLE AAN DEN IJSSEL