Inspectierapport Duinsprong (KDV) Schimmelpenninckstraat 22 5151CL DRUNEN Registratienummer 103877241
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Heusden 06-10-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 19-10-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Algemeen Kinderdagverblijf de Duinsprong is een onderdeel van kinderopvang Mikz en gevestigd in basisschool Duinsprong samen met de BSO Duinsprong en peuterspeelzaal De Vennerakkers. Er is bewust gekozen om op deze locatie kinderen op te vangen in de peuterleeftijd. Nagenoeg alle kinderen van het dagverblijf gaan naar basisschool de Duinsprong, dit zorgt voor een natuurlijke doorstroming. Er is een goede samenwerking met de school en de peuterspeelzaal. Er worden maximaal 16 kinderen opgevangen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Er is een groepsruimte en een slaapkamer beschikbaar voor het kinderdagverblijf. Op maandag, dinsdag en donderdag vindt er gecombineerde opvang plaats. 's-Middags worden er bso kinderen in de leeftijd tot en met 6 jaar opgevangen in de stamgroep samen met de kinderen van het kinderdagverblijf. Inspectiegeschiedenis - Tijdens de reguliere inspectie op 23 oktober 2012 stelt de toezichthouder een overtreding vast binnen het domein: vaste groepsgrootte en vaste ruimte Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen - Tijdens het nader onderzoek van januari 2013 stelt de toezichthouder vast dat de overtreding is opgelost. - Tijdens de reguliere inspectie van augustus 2013 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. - Op 12 juni 2014 komt de toezichthouder voor een onaangekondigde inspectie op locatie. Op dat moment blijkt dat er een aantal kinderen die een overeenkomst hebben met de peuterspeelzaal worden opgevangen bij het kinderdagverblijf van Mikz. Een vaste beroepskracht van Mikz wordt ingezet bij de peuterspeelzaal, een vaste beroepskracht van de peuterspeelzaal wordt ingezet bij het kinderdagverblijf. Volgens de beroepskrachten wordt er elke dinsdagochtend en donderdagochtend op deze manier gewerkt. Er is geen sprake van een activiteit. De toezichthouder neemt contact op met de gemeente en GGD Nederland om te bespreken hoe de situatie te beoordelen. Conclusie van GGD Nederland is dat deze constructie volgens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen niet is toegestaan. In overleg met de gemeente wordt besloten om de inspectie uit te stellen en later in het jaar uit te voeren. De houders van de Stichting Peuterspeelzalen Heusden en kinderopvang Mikz krijgen van de gemeente Heusden de gelegenheid om de samenwerking dusdanig vorm te geven dat een samenwerking conform de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is toegestaan. Tijdens de inspectie op 16 december 2014 wordt er een reguliere inspectie uitgevoerd. De inspectie vindt plaats op een dinsdagochtend, een aantal kinderen van de peuterspeelzaal zijn ingedeeld bij kinderdagverblijf Mikz. Het betreft dezelfde situatie als 12 juni 2014. Beide houders hebben een samenwerkingsovereenkomst opgesteld en getekend. Deze overeenkomst is meegenomen in de beoordeling. De toezichthouder stelt tijdens deze inspectie overtredingen vast binnen de inspectie-items verklaringen omtrent het gedrag en de beroepskracht-kindratio. Opgemerkt dient te worden dat de overtredingen alleen van toepassing zijn op dinsdagochtend en donderdagochtend. Conclusie Tijdens de inspectie van 6-10-2015 kan geconcludeerd worden dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
Voor een verdere toelichting verwijs ik u naar de observaties en bevindingen verderop in dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van alle inspectie-items die tijdens deze inspectie zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (schuin gedrukt) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Er is een pedagogisch werkplan dat specifiek voor deze locatie geschreven is. Het pedagogisch werkplan is het laatst gewijzigd op 07-9-2015. De beroepskrachten werken volgens dit plan. Emotionele veiligheid De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen accepteren zoals ze zijn; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. Voorbeeld: Een kind is wat huilerig en wordt door de beroepskracht even opgepakt en getroost. Het welbevinden van de kinderen is redelijk tot goed. De meeste kinderen zijn ontspannen bezig met hun spel. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zij zelf kunnen; ze tonen blijdschap en trots. Voorbeeld: Alle kinderen zijn met een activiteit of een spel bezig geen enkel kind loopt verloren rond. Er heerst een vrolijke en ontspannen sfeer. Persoonlijke competentie De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk. Voorbeeld: Als de kinderen gespeeld hebben en de beroepskrachten willen starten met een nieuwe activeit dan wordt er een 'opruimliedje' gedraaid en helpen alle kinderen onder begeleiding van de beroepskrachten mee met opruimen. De kinderen weten dat er opgeruimd dient te worden en er een andere activiteit gaat plaatsvinden. Kinderen krijgen ruimte voor zelfsturing, maar de beroepskracht is voor kinderen beschikbaar als hulp en 'controlepunt' voor wat kan en mag. Kinderen gedragen zich redelijk zelfstandig en verantwoordelijk bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. Voorbeeld: Kinderen mogen zelf naar het toilet gaan als zij dit kunnen. Een kind moet naar het toilet en geeft bij de beroepskracht aan dat zij moet plassen. De beroepskracht laat het kind zelfstandig naar het toilet gaan en houdt vanuit de groepsruimte toezicht op het kind. Rond 16.45 uur eten de kinderen allen nog een bekertje yoghurt. De kinderen eten zelf met een lepel hun toetje op. In het dagprogramma zijn altijd activiteiten opgenomen die gericht zijn op en/of aanzetten tot taalverrijking (voorlezen, taalspelletjes, liedjes, rijmen, verwoorden van ervaringen). Voorbeeld: Een beroepskracht leest samen met de kinderen een boekje en zingt met hen liedjes waarbij de kinderen de gebaren die bij dit liedje horen uitbeelden. Sociale competentie 5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
De beroepskrachten moedigen gesprekjes tussen henzelf en de kinderen, en tussen kinderen onderling aan, door zowel luisteren als praten. Beroepskracht en kind dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Voorbeeld: Een aantal bso kinderen zijn met hun beer naar de poppendokter geweest. Een kind vertelt aan de beroepskracht dat zijn beer keelpijn heeft. De beroepskracht zegt:'Dan moet hij inderdaad een drankje drinken.' Alle kinderen (zowel de kdv als bso kinderen zitten aan tafel en worden in het gesprek betrokken.) Een kind vertelt aan de beroepskracht:'Ik heb drie oren. De beroepskracht vraagt aan het kind waar die oren dan allemaal zitten. Samen tellen ze zijn oren. Het kind telt twee oren. De beroepskracht vraagt:'Waar zit je derde oor dan?' Overdracht van normen en waarden Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen. Voorbeeld: Een kind klimt op een speeltafel. Een beroepskracht ziet dit, loopt naar het kind toe, legt uit dat dit niet de bedoeling is en zet het kind weer op de grond neer. Een kind gaat staan terwijl iedereen aan tafel zit. Een andere beroepskracht zegt:'X wil je even op je billen gaan zitten aan tafel?' Voorschoolse educatie De houder heeft een opleidingsplan over het jaar 2015 opgesteld. Per week besteedt de houder minimaal 10 uur aan voorschoolse educatie (2,5 uur per dag op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag). Voor de voorschoolse educatie maakt men gebruik van het programma Piramide. Tijdens de inspectie werd er één beroepskracht ingezet die Piramide geschoold is. De andere beroepskracht is Uk en Puk geschoold. De beroepskrachten zijn in het bezit van een VVE-certificaat die voldoet aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (6-10-2015) Website Pedagogisch werkplan (7-9-2015) VVE-certificaten (Piramide en Uk en Puk) Opleidingsplan voorschoolse educatie (16-4-2015)
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening. Conclusie De getoeste voorwaarden met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie welke voldoet aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Opvang in groepen Bij kinderdagverblijf De Duinsprong is er sprake van 1 gecombineerde stamgroep (kdv en bso)waarin kinderen worden opgevangen in de leeftijd van 2 t/m 6 jaar. De gecombineerde opvang vindt plaats op maandag, dinsdag en donderdag. Het kinderdagverblijf is op woensdag gesloten. Het kinderdagverblijf heeft 16 kindplaatsen. Tijdens de inspectie op 6 oktober werden er 's-middags 9 kinderen van het kinderdagverblijf opgevangen en 6 kinderen van de buitenschoolse opvang. Conclusie De voorwaarden getoetst met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Beroepskracht-kindratio Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen en de roosters van de beroepskrachten van week 38, 39, 40 en 41(alleen maandag en dinsdag) blijkt dat de beroepskracht-kindratio voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (6-10-2015) Website Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 38,39,40 en 41 (maandag en dinsdag)) Personeelsrooster (week 38,39,40 en 41 (maandag en dinsdag)) Pedagogisch werkplan (7-9-2015)
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Duinsprong http://www.mikz.nl 16 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Mikz Kinderopvang B.V. Postbus 200 5140AE WAALWIJK www.mikz.nl 17226838
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 L. van Ingen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Heusden : Postbus 41 : 5250AA VLIJMEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
06-10-2015 14-10-2015 Niet van toepassing 19-10-2015 19-10-2015 19-10-2015
: 09-11-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 06-10-2015 Duinsprong te DRUNEN