Inspectierapport de Paladijn (KDV) Smyrnastraat 1B 7413BA DEVENTER Registratienummer 188776990
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD IJsselland Deventer 16-03-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 22-04-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen....................................................................................................... 8 Ouderrecht ....................................................................................................................10 Inspectie-items ..................................................................................................................11 Gegevens voorziening .........................................................................................................13 Gegevens toezicht ..............................................................................................................13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................14
2 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht. Dat zijn de volgende: eisen aan het personeel; de beroepskracht-kind-ratio; pedagogische kwaliteit; instellen oudercommissie. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over peuteropvang de Paladijn en de inspectie geschiedenis, volgen de bevindingen. Deze worden elders in het rapport uitgewerkt. Feiten over kinderdagverblijf de Paladijn Peuteropvang de Paladijn is één van de locaties van Dok13, welke meerdere vestigingen in de regio heeft. Peuteropvang de Paladijn (voorheen het mozaïek) is gevestigd in de openbare Daltonschool waarmee nauw wordt samengewerkt. Het motto van de Paladijn is: “samenwerken aan een stevige basis” Dit motto geeft de samenhang tussen de school, Peuterspeelzaal, BSO, gezin, buurt, omgeving en samenleving weer. Op deze locatie zijn twee stamgroepen: peuteropvang 2-4 jaar; 3+ groep. Op het moment van de inspectie is de peuteropvanggroep geopend op maandag, dinsdag en donderdagochtend van 08.30 tot 12.00 uur. Ingaande 23 maart 2015 is de peuteropvang ook geopend op de vrijdagochtend van 08.30 tot 12.00 uur. Op deze locatie wordt Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) aangeboden. Kinderen met een VVE toekenning worden hier gedurende 4 ochtenden (14 uur) opgevangen. De 3+ groep in van maandag- tot en met vrijdagochtend geopend van 08.30 tot 12.00 uur. De beroepskrachten op deze locatie hebben de taalcursus LOGO 3000 gevolgd. Deze is herkenbaar geïmplementeerd op de groep. In het LRKP staat deze locatie geregistreerd met 32 kindplaatsen. Inspectiegeschiedenis 05-02-2013 onderzoek na registratie: er is een overtreding geconstateerd met betrekking tot het instellen van een oudercommissie. De toezichthouder heeft het advies aan de gemeente gegeven om verzachtende omstandigheden toe te passen en op dit punt in de praktijk niet handhavend op te treden. De gemeente heeft vervolgens dit advies (GGD) over genomen en heeft geen handhavingsactie uit gezet; 09-10-2014 incidenteel onderzoek: wijziging kindplaatsen. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze jaarlijkse inspectie zijn op de onderzochte items geen overtredingen geconstateerd. De aanwezige beroepskrachten kunnen beleid, afspraken en regels duidelijk verwoorden aan de toezichthouder. Er is een oudercommissie bestaande uit 2 ouders uit de peuteropvang groep. Binnenkort komt de oudercommissie voor het eerst bij elkaar.
3 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek is de pedagogische praktijk getoetst in theorie en in de praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Het observatie-instrument bevat voor elke voorwaarde indicatoren. Deze worden gebruikt bij het beschrijven van de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch werkplan het pedagogisch werkplan wordt geregeld in het teamoverleg besproken, samen met de leerkrachten van onderbouw. Het doel van deze bijeenkomsten zijn om tot een gezamenlijk werkplan te komen, waarin de doorgaande lijn gewaarborgd wordt; voor de 3+ groep is een algemeen pedagogisch beleid 3+ opgesteld voor alle 3+ locaties in de gemeente Deventer; De leerkracht van de basisschool en beroepskracht die samen de 3+ groep begeleiden proberen met dagelijkse activiteiten en met behulp van een VVE-programma de taal(ontwikkeling) van het kind zoveel mogelijk te stimuleren; de beroepskrachten en de leerkracht handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan en werkplan en kunnen dit goed verwoorden. Emotionele veiligheid Indicator: er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Observatie 1: Er wordt gewerkt met de dagritmekaarten en de woordmuur vanuit logo 3000, en tezamen vormen zij een belangrijk uitgangspunt in de dagelijkse praktijk en biedt houvast voor de kinderen. In de kring mag het hulpje van de dag de dagritmekaarten aanwijzen en vertellen welke activiteit er op staat. Samen met de groep herhalen de kinderen de activiteit en ter ondersteuning wordt er mee geklapt. Observatie 2: Er is voldoende ruimte voor flexibiliteit en onvoorziene omstandigheden. Tijdens de kring loopt het hulpje van de dag naar het raam om te kijken wat voor weer het is. Het hulpje ziet buiten "iets" staan. De beroepskracht komt kijken en nodigt de andere kinderen in de kring ook uit. De leerkracht van de basisschool heeft een zaaikastje op het plein gezet. Hier haakt de beroepskracht op in. De kinderen hebben zelf ook gezaaid, de plantjes in de vensterbank worden bekeken, hebben ze genoeg water, kun je al blaadjes zien, enzovoort. Ontwikkeling van de persoonlijke competentie Indicator: de beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. Observatie 1: De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en -niveau van een kind. Bijvoorbeeld: de beroepskracht is één op één met een kind een spelletje aan het spelen. Zij laat een plaatje zien van een veulentje. Het kind herkent het plaatje en begint te hinniken. De beroepskracht geeft een compliment. "Weet jij ook van wie dit de baby is?" Het kind weet het antwoord: "van het paard". Observatie 2: Twee kinderen gaan samen met de beroepskracht de bouwhoek ombouwen tot een kinderboerderij. De kinderen helpen actief mee. De beroepskracht benoemd wat zij aan het doen is en gebruikt veel begrippen, zoals groot, klein, hoog, enzovoort. 5 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Ontwikkeling van de sociale competentie Indicator: de beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. Observatie 1: De beroepskrachten moedigen interactie tussen groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Tijdens de observatie is één kind in de bloemenwinkel gaan spelen. De beroepskracht speelt hierop in en vraagt wie er bloemen wil gaan kopen bij het kind. Twee kinderen reageren hier enthousiast op. De bloemen worden gekocht, ingepakt en betaald. Observatie 2: Een kind speelt in de zandtafel. Een ander kind, dat er voor het eerst is, wordt uitgenodigd om samen met het kind in de zandtafel te gaan spelen. Het nieuwe kind spreekt geen Nederlands, maar zonder elkaar te verstaan hebben ze contact en plezier met elkaar. Overdracht normen en waarden Indicator: de beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen. Observatie: De interacties tussen beroepskrachten en kind sluiten aan op de behoeften. Kinderen leren om contact met elkaar te maken en om elkaars gedragssignalen te lezen. De interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Twee kinderen spelen met de speelklei. Het ene kind geeft aan dat ze niet wil dat het andere kind ook met de klei speelt. Zij wil alleen spelen. De beroepskracht benadert het kind op een rustige manier en verwoord dat je allebei met de klei kunt spelen, zonder samen te spelen. Ze gaat naast beide kinderen zitten en speelt met de kinderen mee met de klei. Beide krijgen aandacht en op deze manier maken de kinderen ook contact met elkaar. Conclusie Op Peuteropvang de Paladijn is de pedagogische praktijk conform de voorwaarden in de Wet kinderopvang.
Voorschoolse educatie Op de peuteropvang de Paladijn (2-4 jaar) wordt vier ochtenden per week gesubsidieerde voorschoolse educatie aangeboden (ingaande 23 maart 2015, was tijdens de inspectie nog 3 ochtenden). Er wordt per 8 kinderen (2 -4 jaar) één beroepskracht ingezet. Op de 3+ groep volgen kinderen met een specifieke VVE toekenning 5 dagdelen per week het VVE programma. Dit is in nauwe samenwerking met de basisschool opgezet. Op de 3+ groep is één beroepskracht in de dienst van de opvangorganisatie DOK13 en de andere beroepskracht is werkzaam op de basisschool. Beide beroepskrachten werken vijf ochtenden in de week. Er wordt op deze groepen gewerkt met de methode 'peuterplein'. Alle beroepskrachten op peutergroep en de 3+ groep zijn in het bezit van een VVE certificaat. De houder heeft een locatie gericht opleidingsplan opgesteld voor het schooljaar 2014-2015. Conclusie De voorschoolse educatie voldoet aan de inspectie-items.
Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (Versie: 24-12-2014) Vragenlijst oudercommissie (Oudercommissie komt binnenkort voor de eerste keer bijeen) 6 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Peuteropvang en 3+ groep tijdens vrij spelen binnen) Pedagogisch beleidsplan (Algemeen pedagogisch beleid 3+) Pedagogisch werkplan (Peuterspeelzaal De paladijn november 2014: versie 1) VVE-certificaten (Steekproef) Opleidingsplan voorschoolse educatie (schooljaar 2014-2015) Werkwijzer 3+
7 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten die werkzaam zijn bij peuteropvang de Paladijn hebben allen een geldige verklaring omtrent het gedrag en zijn opgenomen in de continue screening. Op dit moment zijn er geen stagiaires bij peuteropvang de Paladijn.
Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten die werkzaam zijn bij peuteropvang de Paladijn beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen peuteropvang de Paladijn heeft twee stamgroepen en 32 kindplaatsen. Groep
leeftijd
peuteropvang de Paladijn
2-4 jaar
Max. aantal kinderen 16
3+ groep de Paladijn
3-4 jaar
16
Conclusie De opvang in stamgroepen in conform de voorwaarden in de Wet kinderopvang.
Beroepskracht-kindratio Bij de peuteropvang de Paladijn worden maximaal 16 kinderen opgevangen in de leeftijd van 2 - 4 jaar. Als er meer dan 8 kinderen aanwezig zijn op peuteropvang de Paladijn, worden er twee beroepskrachten ingezet. Tijdens de inspectie waren er twee kinderen aanwezig en 1 beroepskracht. Op de 3+ groep wordt er standaard met twee beroepskrachten gewerkt, ongeacht de groepsgrootte. Er is geen sprake van afwijkingen van de beroepskracht-kind-ratio, omdat de groepen alleen gedurende de ochtenden geopend zijn. Conclusie De beroepskracht-kindratio is conform de Wet kinderopvang.
Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (Versie: 24-12-2014) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) Interview anderen (Beroepskrachten) 8 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Observaties (Peuteropvang en 3+ groep tijdens vrij spelen binnen) Verklaringen omtrent het gedrag (Steekproef) Diploma's beroepskrachten (Steekproef) Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
9 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Ouderrecht
Oudercommissie De houder heeft een twee ouders van de peutergroep bereid gevonden om zitting te nemen in de oudercommissie. Binnenkort is de eerste bijeenkomst. De ouders van de 3+ groep hoeven geen deel uit te maken van de oudercommissie, gezien de korte termijn van de opvang. Deze ouders worden actief betrokken om deel te nemen aan ouderparticipatie, zoals koffieochtenden, dagelijkse spel-inloop, enzovoort. Conclusie De houder voldoet door het instellen van een oudercommissie aan de voorwaarden in de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) Interview anderen (Beroepskrachten)
10 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
11 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: de Paladijn : 32 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting DOK13 Koedijk 20 7241CL LOCHEM www.dok13.info 08224017
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD IJsselland Postbus 1453 8001BL ZWOLLE 038-4 281 686 Femia Wijnands
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Deventer : Postbus 5000 : 7400GC DEVENTER
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
16-03-2015 14-04-2015 22-04-2015 22-04-2015 22-04-2015
: 22-04-2015 : 06-05-2015
13 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
14 van 14 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 16-03-2015 de Paladijn te DEVENTER