Inspectierapport De Hummeltjestrein (KDV) Stationsstraat 36 3451BZ Vleuten
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Utrecht 16-04-2015 Onderzoek voor registratie Concept
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ................................................................ 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 12 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 13
2 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd onderzoek voor registratie. Beschouwing De houder mw. N. de Graaf van kinderdagverblijf (hierna kdv) De Hummeltjestrein heeft op 22 februari 2015 een aanvraag tot registratieopname ingediend met ingang van 1 mei 2015 voor 11 kindplaatsen. De totale oppervlakte van de binnen- en buitenspeelruimte is toereikend voor het aantal op te vangen kinderen. Het inspectiebezoek heeft plaatsgevonden voor exploitatie, de groepsruimtes waren nog niet passend ingericht in overeenstemming met het pedagogisch beleidsplan, aantal en leeftijd van de op te vangen kinderen. KDV De Hummeltjestrein bevindt zich in een charmant jaren 1900 pand, er komt één groep van maximaal 11 kinderen tussen de 0 en 4 jaar. Er zijn drie groepsruimtes op de begane grond beschikbaar en een slaapkamer met voldoende bedjes. Achter het gebouw is een aangrenzende buitenspeelruimte aanwezig. Verder is in hetzelfde pand BSO Kids Xpress gevestigd. De toezichthouder heeft de indruk dat de houder redelijkerwijs aan alle eisen bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen zal gaan voldoen. Om die reden wordt geadviseerd om KDV De Hummeltjestrein per 1 mei 2015 op te nemen in het Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. N.B. Het inspectiebezoek heeft voor exploitatie plaatsgevonden, hierdoor konden niet alle voorwaarden van de inspectie-items worden beoordeeld. Deze voorwaarden zullen worden beoordeeld tijdens een onderzoek na exploitatie. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. KDV De Hummeltjestrein per 1 mei 2015 opnemen in het Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen met 11 kindplaatsen.
3 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet -De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. -Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. -De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. Bovenstaande voorwaarden zullen tijdens de inspectie na drie maanden gecontroleerd worden.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke
4 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan voldoet aan alle voorwaarden en zal tijdens de inspectie na drie maanden in de praktijk beoordeeld worden. Gebruikte bronnen: Pedagogisch beleidsplan
5 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Algemeen Medewerkers in de kinderopvang moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. Een VOG toont aan dat hun gedrag in het verleden geen bezwaar oplevert voor het werken met kinderen. KDV De Hummeltjestrein Tijdens de inspectie is de houder ook de enige die als beroepskracht bij KDV De Hummeltjestrein gaat werken. Haar VOG voldoet aan de voorwaarden. Conclusie Er is voldaan aan de eisen die gesteld worden betreffende de verklaringen omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Algemeen Om te mogen werken in de kinderopvang als beroepskracht, dient de medewerker in het bezit te zijn van een kwalificerend diploma. KDV De Hummeltjestrein Tijdens de inspectie is de houder ook de enige die als beroepskracht bij KDV De Hummeltjestrein gaat werken. Haar beroepskwalificatie voldoet aan de voorwaarden. Conclusie Er is voldaan aan de eisen die gesteld worden betreffende de passende beroepskwalificatie. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten
6 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Algemeen De houder van een kindercentrum dient een beleid te voeren, wat de veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor kinderen zoveel mogelijk beperkt. De houder dient er voor te zorgen dat de beroepskrachten op de hoogte zijn van dit beleid en dat zij op elk moment kennis kunnen nemen van dit beleid. KDV De Hummeltjestrein Zodra er kinderen op het KDV aanwezig zijn, zullen de risico-inventarisaties (RI's) aangepast worden. De houder heeft op 20-2-2015 de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. Daarbij zijn een aantal risico’s naar voren gekomen waarop een actieplan is geschreven door de houder. Conclusie Tijdens het onderzoek na aanvang zal er opnieuw gekeken worden naar de RI's en actieplannen. Het gevoerde beleid van de houder omtrent veiligheid en gezondheid voldoet aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid
7 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte Algemeen De binnenruimte waar kinderen gedurende de opvang verblijven dient passend ingericht te zijn, in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen, waarbij er minimaal 3,5 m2 speelruimte per kind beschikbaar is. KDV De Hummeltjestrein De locatie beschikt over de volgende groepsruimten en voor spelactiviteiten ingerichte ruimten: Groepsruimtes begane grond 1 2 knutselruimte slaapkamer
Aantal m2 19,5 22,5 19,04
Aantal kinderen totaal 11
voldoende bedjes
Tijdens de volgende inspectie zal er naar de inrichting in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen gekeken worden. Buitenspeelruimte Algemeen De buitenspeelruimte voor kinderen die gebruikmaken van de buitenschoolse opvang dient vast beschikbaar te zijn voor de kinderen. Deze hoeft niet aangrenzend te zijn maar wel goed bereikbaar, passend ingericht en minimaal 3m2 per aanwezig kind te zijn. KDV De Hummeltjestrein Het kindercentrum beschikt over een aangrenzende buitenruimte van voldoende vierkante meters (meer dan 33 m2). Per dag zijn er maximaal 11 kinderen tegelijkertijd aanwezig waardoor er voldaan wordt aan de minimale eis. De buitenruimte moet nog ingericht worden en zal opnieuw beoordeeld worden tijdens de inspectie drie maanden na opening. Conclusie Er is voldaan aan de eisen die gesteld worden aan de oppervlakte van de buitenspeelruimte. Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond
8 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
10 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
De Hummeltjestrein http://www.dehummeltjestrein.nl 11 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
De Hummeltjestrein B.V. Stationsstraat 36 3451BZ Vleuten 62569597
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Postbus 2423 3500GK Utrecht 030-2863 227 S. Kam
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Utrecht : Postbus 2423 : 3500GK UTRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: 16-04-2015 : 08-05-2015 : : : :
12 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13 Concept inspectierapport dagopvang onderzoek voor registratie 16-04-2015 De Hummeltjestrein te Vleuten