Inspectierapport
Carrousel (BSO) Daniel Catterwijckstraat 4 2282HM RIJSWIJK ZH Registratienummer 178680874
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden RIJSWIJK 04-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 24-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Ouderrecht..................................................................................................................8 Inspectie-items................................................................................................................9 Gegevens voorziening..................................................................................................... 12 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 13
2 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. De kwaliteit van de opvang van kinderen in hun eerste levensjaren is van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom stelt de rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen. Die kwaliteitseisen gelden voor: de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid; voorschoolse educatie; personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel; de opvang in vaste groepen veiligheid en gezondheid; accommodatie en inrichting; de behandeling van klachten en ouderrecht. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl. Risicogestuurd toezicht: Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Het rapport dat voor u ligt is op basis hiervan tot stand gekomen. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Dit betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Het onderzoek wordt uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen of, indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een klacht. Per geïnspecteerd onderdeel staat een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek. Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd. Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van de inspectieonderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit inspectiebezoek. Beschouwing BSO Carrousel is onderdeel van Stichting Rijswijkse Kinderopvang. De BSO is gevestigd in een kindercentrum waar ook kinderdagopvang en peuteropvang is. De ruimte wordt gedeeld met de peuterspeelzaal. Tijdens de opvangtijden van de BSO is de ruimte alleen voor hun beschikbaar. Op woensdag is deze locatie gesloten en op vrijdag worden de kinderen samengevoegd op de naastgelegen locatie BSO Boemerang. Inspectieverleden: Tijdens een risicogestuurde inspectie in oktober 2012 en september 2013 voldeed deze locatie aan alle beoordeelde voorwaarden. Aandachtspunten van de vorige inspectie september 2013, waaraan nu wordt voldaan: een thermometer aanschaffen en ophangen in de groepsruimte, de thermometer is aangeschaft en hangt in de open kast. de afvinkschoonmaaklijsten werden niet ingevuld, de afvinkschoonmaaklijsten worden nu goed bijgehouden beide vaste beroepskrachten gaan zsm een ehbo-diploma behalen, een vaste beroepskracht heeft een BHV diploma gehaald. Op locatie zijn er altijd beroepskrachten aanwezig met EHBO en BHV Inspectie: De onaangekondigde inspectie vindt op een dinsdagmiddag plaats. De toezichthouder wordt door het locatiehoofd en de pedagogisch medewerkers te woord gestaan en van informatie voorzien. De toezichthouder verricht een documenten-onderzoek en observeert in de groep. 3 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Conclusie: Deze locatie voldoet aan de beoordeelde voorwaarden uit de Wet kinderopvang.
Advies aan College van B&W Geen handhaving. Er zijn geen overtredingen geconstateerd.
4 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie oktober 2013). Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze competenties toegelicht met een voorbeeld. Basiscompetentie emotionele veiligheid Er heerst een ontspannen, open sfeer op de groepen. Er heerst een prettige sfeer op de groepen, het welbevinden van de kinderen is goed. Ze spelen met of naast elkaar. Er zitten kinderen met een beroepskracht aan tafel te knutselen, kinderen spelen een spelletje memorie en er spelen kinderen een rollenspel met elkaar in de huishoek. Ze maken plezier met elkaar. Beroepskrachten reageren (meestal) op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan ontspannen om met de kinderen. De beroepskrachten sluiten (meestal) op een passende wijze aan op de interesse en emotie die het kind aangeeft. Twee jongens zitten/ hangen op de bank. Na een tijdje loopt de beroepskracht naar de jongens en vraagt wat er is. Ze geven aan dat ze het niet goed weten. De beroepskracht vraagt of ze moe zijn en of zij een boekje zou voorlezen. Dat vinden ze een goed idee. Als de beroepskracht gaat voorlezen komen er nog meer kinderen bij zitten. Basiscompetentie persoonlijke competentie Kinderen gaan dagelijks een (vast) deel van de tijd naar buiten. In de buitenruimte is spelmateriaal aanwezig; de inrichting biedt kinderen gelegenheid tot individueel en gezamenlijk spel. Tijdens de inspectie spelen er regelmatig kinderen buiten. Een aantal kinderen speelt bij het speelhuisje, er wordt gereden op een skelter en kinderen zijn aan vegen met een een kleine bezem.Z ij hebben de vrije keuze in hun spel. De beroepskracht heeft overzicht door over de buitenruimte te lopen en zo kan volgt waar de kinderen mee bezig zijn. Zij heeft contact met de kinderen door korte gesprekjes en soms een aanwijzing. Conclusie: Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder dat de houder zorgt draagt voor het waarborgen van de 4 basiscompetenties. De pedagogische praktijk wordt dan ook als voldoende beoordeeld.
5 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent gedrag is gebaseerd op de op het moment van inspectie aanwezige medewerkers. Deze medewerkers beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is gebaseerd op de op het moment van inspectie aanwezige medewerkers. Deze medewerkers beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen BSO Carrousel heeft één groep en biedt opvang aan maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-6 jaar.
6 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie is niet inzichtelijk op de locatie. Na afloop van de inspectie stuurt het locatie hoofd de inventarisaties digitaal naar de toezichthouder op. De meest recente risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd in mei 2014 De meest recente risico-inventarisatie gezondheid is uitgevoerd in mei 2014. In de inventarisatielijst zijn oplossingen/maatregelen opgenomen voor de geïnventariseerde risico's. Er wordt veel aan de hand van protocollen, werkinstructies en huisregels gewerkt. Deze worden in delen tweemaal per jaar in het teamoverleg besproken. Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt een op de koepelorganisatie toegespitste meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Deze voldoet aan de gestelde eisen. De meldcode bestaat uit drie delen en is opgenomen in de documenten wijzer van de Stichting Rijswijkse Kinderopvang. Beroepskrachten zijn op de hoogte gebracht van de meldcode door middel van een teamvergadering. Hiermee wordt voldaan aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (telefonische lid oudercommissie) Observaties Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling
7 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Ouderrecht Oudercommissie De toezichthouder heeft een lid van de oudercommissie gesproken. De oudercommissie vindt dat de kinderen voldoende aandacht krijgen en er voldoende en gevarieerd spel en ontwikkelingsmateriaal aanwezig is. De oudercommissie is tevreden over het contact met het locatiehoofd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (telefonische lid oudercommissie)
8 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
10 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
(art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Carrousel : http://www.kinderopvang-plein.nl : 20
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Rijswijkse Kinderopvang Postbus 593 2280AN RIJSWIJK ZH www.kinderopvang-plein.nl 41156673
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Haaglanden Postbus 16130 2500BC 'S-GRAVENHAGE 070-3537224 D. Schrama
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: RIJSWIJK : Postbus 5305 : 2280HH RIJSWIJK ZH
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
04-11-2014 18-11-2014 Niet van toepassing 24-11-2014 01-12-2014
: 01-12-2014 : 01-12-2014
12 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
13 van 13 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 Carrousel te RIJSWIJK ZH