Inspectierapport
Boemerang (BSO) Willem van Rijswijckstraat 7a 2282HA RIJSWIJK ZH Registratienummer 156015092
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden RIJSWIJK 02-12-2014 Regulier onderzoek Definitief 16-12-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 14
2 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. De kwaliteit van de opvang van kinderen in hun eerste levensjaren is van grote invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom stelt de rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen. Die kwaliteitseisen gelden voor: de pedagogische praktijk en het pedagogisch beleid; voorschoolse educatie; personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende personeel; de opvang in vaste groepen veiligheid en gezondheid; accommodatie en inrichting; de behandeling van klachten en ouderrecht. Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl. Risicogestuurd toezicht: Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Het rapport dat voor u ligt is op basis hiervan tot stand gekomen. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Dit betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Het onderzoek wordt uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen of, indien hier aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een klacht. Per geïnspecteerd onderdeel staat een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het inspectiebezoek. Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd. Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van de inspectieonderdelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die door toezichthouder zijn meegenomen in dit inspectiebezoek. Beschouwing BSO Boemerang is onderdeel van koepelorganisatie Stichting Rijswijkse Kinderopvang (SRK) en valt onder het cluster BSO Rembrandtkwartier. Binnen dit cluster zijn er 4 locaties BSO, die nauw met elkaar samenwerken, en onder één locatiemanager vallen. BSO Boemerang is een locatie met 4 groepen van 20 kinderen.Tijdens de zomervakantie is er groot onderhoud geweest op de locatie. Alle ruimtes zijn geverfd en opnieuw ingericht. Alle ruimtes zijn kindvriendelijk ingericht en er zijn veel verschillende activiteitenplekken gecreëerd. Zoals een tekenkamer, wii-kamer, chillkamer en een huiswerkkamer. Alle deuren zijn voorzien van glazen ramen. De woonkeuken met een lange tafel, waar de kinderen met elkaar eten en waar ze zelf kunnen koken. De laatste jaren hebben veel verschillende beroepskrachten op deze locatie gewerkt. Dit jaar (2014) heeft er een wisseling plaats gevonden van alle beroepskrachten. Tijdens de inspectie waren er drie vaste beroepskrachten. Wanneer invalkrachten worden ingezet wordt zoveel mogelijk met dezelfde beroepskrachten gewerkt. Op dit moment vinden sollicitatiegesprekken plaats om meer vaste krachten in te kunnen zetten.
3 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Voorgeschiedenis: In 2012 heeft er een risico inspectie plaats gevonden, waarbij 3 overtredingen werden geconstateerd op beleid veiligheid en gezondheid en passende beroepskwalificatie. Tijdens een nader onderzoek in januari 2013 bleek de overtreding op beleid gezondheid nog niet te zijn opgelost. Tijdens de reguliere inspectie van juni 2013 was deze overtreding verholpen. In juni 2013 heeft er een reguliere inspectie plaats gevonden. Op de volgende items werden overtredingen geconstateerd: Uitvoering beleid gezondheid Opvang in groepen Pedagogische praktijk Tijdens het nader onderzoek in november 2013, bleek dat de overtredingen verholpen waren. Inspectie: De onaangekondigde inspectie vindt op een dinsdagmiddag plaats. De toezichthouder wordt door de locatiemanager en de beroepskrachten te woord gestaan en van informatie voorzien. De toezichthouder verricht een documenten-onderzoek en observeert in de stamgroepen. Aandachtspunt: Meerdere beroepskrachten een BHV cursus laten volgen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Er is een overtreding geconstateerd bij domein Pedagogisch klimaat, inspectie-item pedagogische praktijk.Zie verdere beschrijving in de toelichting van genoemde item.
4 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD Nederland, versie oktober 2013). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Ook zijn er gesprekken gevoerd met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden. Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder minimaal twee van deze competenties toegelicht met een voorbeeld. Basiscompetentie emotionele veiligheid Kinderen gaan op een veilige manier van school naar BSO. De beroepskrachten zijn in voldoende aantal aanwezig. Zij besteden aandacht aan de fysieke en emotionele veiligheid van de kinderen en houden de hele groep goed bij elkaar. De toezichthouder is mee geweest de kinderen op te halen van school. De beroepskracht haalt de jongste kinderen op in hun klaslokaal, de iets oudere kinderen (met toestemming van de ouders) komen zelfstandig naar de BSO toe. Voor het vertrek worden de regels nog even met de kinderen doorgenomen. De beroepskracht loopt zelf achteraan de rij. Onderweg wordt zijn er gesprekjes over school en over ditjes en datjes. De kinderen zoeken actief contact met de beroepskrachten De kinderen kennen de beroepskracht bij naam. Ze durven te vragen om hulp en laten zien waar zij mee bezig zijn. Zij reageren positief op de beroepskrachten en doen wat zij vragen of zeggen. Basiscompetentie persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Als de kinderen binnen komen worden zij begroet door de beroepskrachten. De kinderen hangen eerst hun sleutelhanger aan de ring. Daarna verspreiden de kinderen zich over de verschillende ruimtes. Kinderen gaan boven in de theater-ruimte spelen. Een jongen die ,met toestemming van zijn ouders op het naastgelegen schoolplein mag spelen, maakt hierover een afspraak met een beroepskracht. Een paar meisjes gaan naar de huiswerkruimte toe. Ook wordt er gespeeld met blokken, kinderen zijn aan het tekenen en kleuren. Tijdens het tafelmoment wordt er geïnventariseerd aan welke activiteit de kinderen willen deelnemen. Ze kunnen kiezen tussen: koken, het maken van kruidnoten creatief, het maken van een schoen, sport en spel, leren hoe je zwarte Piet moet zijn Kinderen die niet deelnemen aan een workshop gaan vrijspelen.
5 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Basiscompetentie normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk aanwezig. Tijdens de observatie is duidelijk dat er bepaalde regels gelden in de groep, zoals: allemaal helpen met opruimen, handen wassen na wc-bezoek en voor een eetmoment, wachten op elkaar, samen delen, etc. In het pedagogische plan van aanpak staat op blz.12 geschreven: We tolereren geen pestgedrag. Wanneer dit speelt in de groep gaan we hierover in gesprek met de betreffende kinderen en als dat noodzakelijk is met de hele groep. In de praktijk is het volgende waargenomen: Tijdens een tafel moment op een basisgroep wordt de deur geopend en een jongen roept naar binnen: " D. je bent een kleuter" en hij doet de deur weer dicht. Even later wordt weer de deur geopend en de jongen roept hetzelfde. De beroepskracht zegt: "niet op reageren, hij weet dat hij hier niet mag komen". Conclusie: Op basis van de observaties op de groepen tijdens het inspectiebezoek concludeert toezichthouder dat de houder onvoldoende zorg draagt voor het waarborgen van de 4 basiscompetenties. De pedagogische praktijk wordt dan ook als onvoldoende beoordeeld. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (het locatiehoofd) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties
6 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent gedrag is gebaseerd op de op het moment van inspectie aanwezige medewerkers. Deze medewerkers beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is gebaseerd op de op het moment van inspectie aanwezige medewerkers. Deze medewerkers beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen BSO Boemerang heeft 4 groepen.
Groep Groep Groep Groep
1 2 3 4
biedt biedt biedt biedt
opvang opvang opvang opvang
aan aan aan aan
maximaal maximaal maximaal maximaal
20 20 20 20
kinderen kinderen kinderen kinderen
in in in in
de de de de
leeftijd leeftijd leeftijd leeftijd
van van van van
8-12 jaar 6-8 jaar 6-8 jaar 8-12 jaar
Beroepskracht-kindratio Op basis van de aanwezigheidslijsten en de observatie tijdens het inspectiebezoek heeft toezichthouder geconstateerd dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten
7 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De meest recente risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd in juni 2014. Iedere dag is een beroepskracht aanwezig die beschikt over een Kinder EHBO diploma. Tijdens de inspectie is er geen BHV- er aanwezig op de locatie. Alleen op woensdag zijn beroepskrachten werkzaam met een BHV certificaat. De nieuwe beroepskrachten zijn nog niet in het bezit van een BHV-EHBO diploma. Ze gaan in het voorjaar de cursus EHBO en BHV doen. Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt een op de koepelorganisatie toegespitste meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Deze voldoet aan de gestelde eisen. De meldcode bestaat uit drie delen en is opgenomen in de documentenwijzer van de SRK. De meldcode is voor de beroepskrachten digitaal in te zien. Tijdens een teamvergadering is de meldcode onder de aandacht gebracht van de beroepskrachten. Bij vermoedens van seksueel of ander geweld tegen een kind door een collega zou de beroepskracht dit melden bij haar clustermanager Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling
8 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een afvaardiging van ouders van deze locatie die deel uitmaakt van de samengestelde oudercommissie van BSO Rembrandtkwartier. De toezichthouder heeft 12-11-2014 een lid van de oudercommissie gesproken. De oudercommissie vindt dat de kinderen voldoende aandacht krijgen en er voldoende en gevarieerd spel en ontwikkelingsmateriaal aanwezig is. De oudercommissie is tevreden over het contact met het locatiehoofd. Gebruikte bronnen: Vragenlijst oudercommissie
9 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
12 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: Boemerang : http://www.kinderopvang-plein.nl : 80
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Stichting Rijswijkse Kinderopvang Postbus 593 2280AN RIJSWIJK ZH www.kinderopvang-plein.nl 41156673
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Haaglanden Postbus 16130 2500BC 'S-GRAVENHAGE 070-3537224 D. Schrama
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: RIJSWIJK : Postbus 5305 : 2280HH RIJSWIJK ZH
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
02-12-2014 10-12-2014 16-12-2014 16-12-2014 18-12-2014
: 18-12-2014 : 18-12-2014
13 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Hierbij stuur ik je de zienswijze op het inspectierapport van BSO Boemerang. In het concept rapport van 10-12-14 hebben wij de volgende aanwijzing gekregen: In het pedagogische plan van aanpak staat op blz.12 geschreven: We tolereren geen pestgedrag. Wanneer dit speelt in de groep gaan we hierover in gesprek met de betreffende kinderen en als dat noodzakelijk is met de hele groep. In de praktijk is het volgende waargenomen: Tijdens een tafel moment op een basisgroep wordt de deur geopend en een jongen roept naar binnen: " D. je bent een kleuter" en hij doet de deur weer dicht. Even later wordt weer de deur geopend en de jongen roept hetzelfde. De beroepskracht zegt: "niet op reageren, hij weet dat hij hier niet mag komen". Op BSO Boemerang hanteren wij een zero tolarance op pesten. Pesten wordt niet geaccepteerd en er dient volgens het PPA te worden gehandeld. De betreffend medewerker zit in een begeleidings traject waarbij onder andere dit soort voorvallen worden besproken en opgepakt. Het niet op de juiste manier reageren van deze medewerker heeft mijn focus en het voorval is met haar besproken. De gesprekken met deze medewerker worden geïntensifieerd. Met vriendelijke groet, CarinWeissenberg Locatiehoofd BSO Boemerang - BSO ’t Prisma - BSO Snijdersschool - BSO Carrousel
14 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 02-12-2014 Boemerang te RIJSWIJK ZH