Inspectierapport
BSO Plus Prinsenstichting (BSO) Doctor J M den Uyllaan 12 1442VS PURMEREND
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Zaanstreek-Waterland PURMEREND 23-01-2014 Onderzoek voor registratie Definitief 20-02-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang...............................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................6 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................7 Accommodatie en inrichting ...........................................................................................8 Ouderrecht..................................................................................................................9 Inspectie-items.............................................................................................................. 10 Gegevens voorziening..................................................................................................... 13 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 14
2 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Beschouwing Naar aanleiding van de melding voor opname in het register kinderopvang is er een voorinspectie uitgevoerd op 23 januari 2014 bij BSO Plus Prinsenstichting. BSO Plus Prinsenstichting wil buitenschoolse opvang bieden voor kinderen van de Martin Luther Kingschool, vergelijkbare scholen of andere opvangvormen (o.a. dagbesteding). Op de Martin Luther Kingschool wordt zowel primair als voortgezet onderwijs geboden aan leerlingen met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking en/of gedragsstoornissen. Er zal op BSO Plus Prinsenstichting opvang geboden worden aan kinderen van 4 tot maximaal 20 jaar in twee basisgroepen. Er zal een groep gevormd worden van kinderen van 4 t/m 12 jaar en een groep met kinderen van 12 t/m 20 jaar. De BSO zal gebruik maken van twee lokalen in het gebouw van de Martin Luther Kingschool. In dit gebouw is tevens een orthopedagogisch dagcentrum van de Prinsenstichting gevestigd. Dit rapport is gericht op de opvang van kinderen in de basisschoolleeftijd daar de opvang van deze groep valt onder de wet kinderopvang. De opvang van de kinderen die voortgezet onderwijs volgen valt onder het toezicht van de inspectie voor de gezondheidszorg. Tijdens de inspectie heeft er een gesprek plaats gevonden met de locatieverantwoordelijken. Tevens is er een rondgang gemaakt door het kindercentrum en zijn een aantal documenten bekeken. De houder heeft aangegeven dat het kindercentrum per 3 maart 2014 wil starten met de exploitatie. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Aan de volgende voorwaarden werd ten tijde van de inspectie niet voldaan: Item 2.1 Verklaring omtrent het gedrag 1 De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. De verwachting van de toezichthouder is dat houder op zeer korte termijn in het bezit zal zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Item 4.1 Binnenruimte 1 Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste3,5 m²passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. 2 De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. De verwachting van de toezichthouder is dat de binnenruimte vóór de beoogde openingsdatum van 3 maart 2014 volledig passend en in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen ingericht zal zijn. Het advies naar de gemeente is om het kindercentrum te laten starten met de exploitatie. Er zal binnen 3 maanden na start exploitatie een volledige inspectie plaatsvinden.
3 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet BSO Plus Prinsenstichting wil buitenschoolse opvang bieden aan kinderen van 4 tot maximaal 18 jaar bieden. Kinderopvang in de zin van de wet betreft enkel de opvang van kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. Dit rapport is dan ook enkel op dit deel van de opvang van deze buitenschoolse opvang gericht. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving BSO Plus Prinsenstichting betreft de eerste locatie waar deze houder opvang zal bieden. Gebruikte bronnen: Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.
4 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid In het beleidsplan staat beschreven dat er geen activiteiten zullen plaatsvinden in groepen groter dan dertig kinderen. Activiteiten zullen plaatsvinden in groepen die uit niet meer dan 16 kinderen bestaan. In het pedagogisch beleid staat beschreven dat er te allen tijde minimaal twee beroepskrachten op de BSO ingezet zullen worden. Gebruikte bronnen: Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleidsplan BSO Plus Prinsenstichting 2014-01-28)
5 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Personeel en groepen Ten tijde van de inspectie was nog niet bekend welke beroepskrachten ingezet zullen worden op BSO Plus Prinsenstichting. Tijdens een volgende inspectie welke plaats zal vinden binnen dria maanden na aanvang exploitatie zullen de bijbehorende voorwaarden beoordeeld worden. Verklaring omtrent het gedrag Ten tijde van de inspectie was er geen verklaring omtrent het gedrag van de houder aanwezig welke voldoet aan de beschreven eisen. Deze is op zeer korte termijn alsnog aangevraagd. De houder heeft hier bewijsstukken van overlegd in de vorm van het aanvraagformulier en een betalingsbewijs. De verwachting van de toezichthouder is dat de houder op zeer korte termijn in het bezit zal zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Op basis van deze verwachting adviseert de toezichthouder de gemeente de locatie te registreren in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Dit neemt echter niet weg dat ten tijde van het inspectiebezoek onderstaande conclusie getrokken kon worden: (onderstaande zin is een automatisch gegenereerde zinsnede) Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Ten tijde van de inspectie was nog niet bekend welke beroepskrachten er op BSO Plus Prinsenstichting ingezet zullen worden waardoor deze voorwaarde niet beoordeeld kon worden. In het pedagogisch beleidsplan is opgenomen dat elke groep wordt geleidt door een professionele begeleider van Prinsenstichting van minimaal MBO 4 niveau. Tijdens een volgend onderzoek zal deze voorwaarde opnieuw beoordeeld worden. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag
6 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is een risico-inventarisatie waarin risico's met betrekking tot veiligheid en gezondheid worden beschreven. In deze risico-inventarisatie worden ook de genomen en te nemen maatregelen beschreven. Dit document is middels een steekproef beoordeeld en niet volledig inhoudelijk bekeken. Uit de steekproef is gebleken dat er een start is gemaakt met een risico-inventarisatie. In deze eerste versie van het plan van aanpak staat niet beschreven wie verantwoordelijk is voor de uitvoer van de beschreven maatregelen evenals streef- en realisatiedata. Tijdens een volgende inspectie zullen deze punten opnieuw beoordeeld worden wanneer bekend is wie op deze locatie ingezet zullen worden als beroepskrachten en de taken zoals beschreven in de risico-inventarisatie verdeeld kunnen worden. Er is op BSO Plus Prinsenstichting een methode voor het registreren van ongevallen. Tijdens een volgende inspectie zal het gebruik van deze methode in de praktijk getoetst worden. Meldcode kindermishandeling De meldcode kindermishandeling voldoet aan de beschreven eisen. De wettelijk bepaalde meldplicht is niet in de meldcode opgenomen. Tijdens een volgende inspectie zal beoordeeld worden of beroepskrachten hier wel van op de hoogte zijn. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Meldcode kindermishandeling Bijlagen Meldcode kindermishandeling: Werkinstructie signalen kindermishandeling Privacyreglement Prinsenstichting
7 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Accommodatie en inrichting Tijdens de inspectie is een rondgang gemaakt door de ruimtes welke door BSO Plus Prinsenstichting in gebruik genomen zullen worden. Ten tijde van de inspectie werden de binnenruimtes nog gebruikt door de Martin Luther Kingschool. De BSO zal tevens de beschikking hebben over de aparte buitenspeelplaatsen van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs van deze school. Binnenruimte BSO Plus Prinsenstichting is gevestigd in de Martin Luther Kingschool en zal gebruik maken van twee lokalen binnen deze school. Deze twee lokalen zijn middels een kleine ruimte, welke als computerruimte ingericht zal worden, met elkaar verbonden. Ten tijde van de inspectie waren deze ruimtes nog niet passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. De houder heeft aangegeven in de voorjaarsvakantie de inrichting te zullen realiseren. De verwachting van de toezichthouder is dat de inrichting vóór de beoogde openingsdatum van 3 maart 2014 passend en in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen ingericht zal zijn. Op basis van deze verwachting adviseert de toezichthouder de gemeente de locatie te registreren in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Dit neemt echter niet weg dat ten tijde van het inspectiebezoek onderstaande conclusie getrokken kon worden: (onderstaande zin is een automatisch gegenereerde zinsnede) Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte BSO Plus Prinsenstichting zal voor het buitenspelen gebruik maken van de aangrenzende buitenspeelplaats van de Martin Luther Kingschool. Gebruikte bronnen: Observaties
8 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Ouderrecht De houder heeft een klachtenregeling opgesteld voor de behandeling van klachten van cliënten. Deze is ook van toepassing op klachten van cliënten BSO Plus Prinsenstichting. Gebruikte bronnen: Klachtenregeling (Klachtenregeling Prinsenstichting / Klachtenreglement De Opbouw)
9 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
12 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Plus Prinsenstichting : http://www.prinsenstichting.nl : 16
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Prinsenstichting Herculesplein 267 3584AA UTRECHT 41177807
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Zaanstreek-Waterland Vurehout 2 1507EC ZAANDAM 0900-2545454 Mevr. Rem
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: PURMEREND : Postbus 15 : 1440AA PURMEREND
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercomissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
23-01-2014 12-02-2014 26-02-2014 20-02-2014 20-02-2014
: 20-02-2014 : 13-03-2014
13 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
14 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 23-01-2014 BSO Plus Prinsenstichting te PURMEREND