Inspectierapport BSO De Verbinding Voetbalclub (BSO) Dommelpark DD SINT-OEDENRODE Registratienummer

>

Inspectierapport BSO De Verbinding Voetbalclub (BSO) Dommelpark 3 5492DD SINT-OEDENRODE Registratienummer 149400159

Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:

GGD Hart voor Brabant SINT-OEDENRODE 30-10-2014 Regulier onderzoek Definitief 15-12-2014

Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11

2 van 11 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 BSO De Verbinding Voetbalclub te SINT-OEDENRODE

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing BSO de Voetbalclub is gevestigd in een sportkantine van voetbalclub Rhode. Kinderen kunnen gebruik maken van de sportvelden en krijgen indien ze dit leuk vinden training en worden er wedstrijdjes gespeeld. Naast het sportgebeuren kan er ook binnen gespeeld worden. Er is ruimte om met Lego te spelen, spelletjes te doen en andere activiteiten. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Het centrum is op 30 oktober 2014 voor de eerste maal bezocht, echter dit was op een tijdstip waarop de kinderen nog niet aanwezig waren. Het centrum is voor de tweede keer bezocht echter toen waren er geen kinderen aanwezig. De pedagogische observatie heeft uiteindelijk op 11 december 2014 plaatsgevonden. Inspectiehistorie 16-12-2013; geen overtredingen 06-11-2012; geen overtredingen 06-09-2011; een overtreding namelijk inhoud pedagogisch beleidsplan Conclusie Er is geen overtreding uit deze inspectie gekomen, aan alle onderzochte voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving.


Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • • • •

Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.

Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan en handelen ernaar. Observatie dd. 12 december 2014 Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen (cursief) zijn aan dat instrument ontleend en zijn tijdens het onderzoek onder andere op locatie geconstateerd. Na een beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Er is een verdeling gemaakt per kerncompetentie. Het waarborgen van sociaal emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen 

 

De pedagogisch medewerkers kennen de kinderen bij naam. Zij hebben hebben gesprekjes met kinderen, waarbij zij “beurt wisselen” . De pedagogisch medewerker en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Bijvoorbeeld: een van de kinderen gaat die avond naar PSV, hier vindt een gesprek over plaats. De pedagogisch medewerker gedraagt zich sensitief en responsief naar de kinderen. Er wordt gereageerd op vragen die kinderen hebben. Het moment van vertrek van een aantal kinderen verloopt rustig. Sommige kinderen gaan zelfstandig naar huis en worden daarop gewezen dat ze naar huis moeten gaan en sommige kinderen worden door ouders opgehaald.

De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen    

De interacties zijn vriendelijk en hartelijk. De pedagogisch medewerkers laten merken dat ze de kinderen mogen; ze maken grapjes, geven complimentjes en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft. De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de pedagogisch medewerker. Een deel van de kinderen speelt buiten verstoppertje en ondanks het slechte weer zijn de kinderen betrokken en hebben plezier. De kinderen zoeken actief contact met de pedagogisch medewerker.

Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep   

Het welbevinden van de kinderen is goed. De kinderen voelen zich op hun gemak. Een deel van de kinderen kijkt een film binnen en deel speelt buiten. Een kind is bezig met een tekenen/kleuren. Kinderen reageren positief op elkaar en ze genieten van hetgeen waar ze mee bezig zijn. Kinderen kunnen als ze daar behoefte aan hebben zich terugtrekken. 4 van 11

Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 BSO De Verbinding Voetbalclub te SINT-OEDENRODE

De kinderen worden uitgenodigd tot participatie    

De activiteiten passen bij de individuele interesses en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Zij krijgen daarbij de ruimte om zelf te kiezen en te bepalen wat zij doen. Door het slechte weer zijn de gebruikelijke activiteiten zoals het voetballen en sportactiviteiten niet mogelijk. Het alternatief zoals bijvoorbeeld verstoppertje spelen vinden de kinderen leuk en zij doen enthousiast mee. Op het moment dat het donker wordt gaan alle kinderen op uitnodiging van de pedagogisch medewerkers naar buiten om met z’n allen verstoppertje te spelen. Doordat het donker is, wordt dit extra spannend. Vanaf januari 2015 gaat er met een activiteitenplanning gewerkt worden. Kinderen kunnen dan naast het sporten ook kiezen uit een activiteit.

Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen  Kinderen hebben op hun opvang dag altijd vaste/vertrouwde andere kinderen in de groep.  Een vaste pedagogisch medewerkster is werkzaam op deze locatie, indien er meer dan 10 kinderen aanwezig zijn komt een tweede pedagogisch medewerker die gespecialiseerd is in sportactiviteiten. Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten  Wanneer ouders hun kind ophalen vindt er informatieoverdracht plaats.  De pedagogisch medewerker belt op het moment dat een kind vertrekt naar huis, zodat ouder weet dat het kind naar huis komt. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competentie Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen   

Gedurende de gehele observatie is er een goede interactie tussen de pedagogisch medewerkers en kinderen. Kinderen gaan ontspannen om met de pedagogisch medewerkers en spreken de pedagogisch medewerker aan indien daar behoefte aan is. De pedagogisch medewerkers geven de kinderen de ruimte om zelf te kiezen wat ze willen doen. De pedagogisch medewerker speelt buiten mee met het verstoppertje spelen en is onderdeel van het spel met de kinderen.

Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting  

 

De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit, zoals tv kijken, buiten spelen. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. Er zijn kasten met lego opgesteld in de ruimte en er zijn spelletjes klaargelegd. In de kasten liggen verder knutselmaterialen enz. Gezien de huidige populatie veel (voetbal/sport) jongens wordt hier niet zo veel gebruik van gemaakt. Het is mogelijk dat kinderen een eigen plekje voor privacy zoeken, dit kan op het kantoortje of in de hoekjes waar de banken staan. De meeste kinderen zijn bezig. Er is ook ruimte voor ontspanning en even te zitten, tijdens de observatie tv kijken.

Aandachtspunt: de opvang vindt plaats in een sportkantine, de inrichting is hierdoor wat summier en doet niet direct denken aan een BSO. De activiteiten zijn veelal gericht op buitensporten. Voordat de BSO start worden er tafels met lego en spelletjes klaargelegd. De aankleding verdient nog wel de aandacht en zal bij uitbreiding van de BSO meegenomen moeten worden. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren   

De pedagogisch medewerkers hebben met alle kinderen in de groep een persoonlijke relatie. Voorkeur of ergernis is niet waarneembaar. De pedagogisch medewerkers zetten zich in voor een positieve sfeer door hun houding en aandacht. Tijdens de observatie formeren er zich twee groepjes, geen enkel kind valt buiten de groep. 5 van 11

Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 30-10-2014 BSO De Verbinding Voetbalclub te SINT-OEDENRODE



De pedagogisch medewerkers laten veel initiatief voor samen spel over aan de kinderen.

De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten 

Conflictsituaties hebben zich niet voorgedaan tijdens het observatiemoment.

Aandachtspunt: het begeleiden van interacties tussen de kinderen onderling is niet waargenomen tijdens de observatie. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk  

Tijdens de observatie wordt duidelijk dat er regels en afspraken zijn. Pedagogisch medewerker spreekt een kind aan op het moment dat hij op een reclame bord aan het slaan is.

Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld 

De pedagogisch medewerker geeft de kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met ander kinderen en ouders; ze zijn vriendelijk, luisteren en leven mee.

Gebruikte bronnen:  Interview anderen (Pedagogisch medewerkers aanwezig op 30 oktober en 11 december 2014)  Observaties (dd. 11 december 2014 16.15 - 17.15 uur)  Pedagogisch werkplan


Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn de pedagogisch medewerkers werkzaam op deze locatie gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een verklaring omtrent het gedrag, die voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. Er worden op deze locatie maximaal 30 kinderen opgevangen. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten én een steekproef in de praktijk. Afwijking van de beroepskracht-kind-ratio vindt niet plaats. Indien er twee pedagogisch medewerkers aanwezig zijn wordt er gezamenlijk afgesloten. Gebruikte bronnen:  Interview anderen (Pedagogisch medewerkers aanwezig op 30 oktober en 11 december 2014)  Observaties (dd. 11 december 2014 16.15 - 17.15 uur)  Verklaringen omtrent het gedrag (2 pedagogisch medewerkers werkzaam op deze locatie)  Diploma's beroepskrachten (2 pedagogisch medewerkers werkzaam op deze locatie)  Presentielijsten (30 oktober, 27 oktober, 14 oktober en 11 december 2014)  Personeelsrooster (30 oktober, 27 oktober, 14 oktober en 11 december 2014)


Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)


Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen

: BSO De Verbinding Voetbalclub : http://www.deverbinding-sintoedenrode.nl : 20

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer

: : : :

De Verbinding B.V. Oranje Nassaulaan 106 5491HL SINT-OEDENRODE 01778005

Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door

: : : : :

GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 C. van Hulst

Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats

: SINT-OEDENRODE : Postbus 44 : 5490AA SINT-OEDENRODE

Gegevens toezicht

Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: : : : :

30-10-2014 12-12-2014 Niet van toepassing 15-12-2014 16-12-2014

: 16-12-2014 : 06-01-2015


Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.


Inspectierapport BSO De Verbinding Voetbalclub (BSO) Dommelpark DD SINT-OEDENRODE Registratienummer

Recommend Documents