Inspectierapport BSO De Buitenwereld (BSO) Generaal Eisenhowerweg 7 5056CR BERKEL-ENSCHOT Registratienummer 544520798
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant TILBURG 04-11-2014 Regulier onderzoek Definitief 11-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing BSO De Buitenwereld is gevestigd in het gebouw van de scouting te Berkel-Enschot. Het betreft een vestiging van koepelorganisatie De Kleine Wereld. De BSO maakt gebruik van diverse groepsruimten beneden en boven van het scoutinggebouw en van de skish (ski hal) gelegen naast het gebouw van de scouting. Het buitenterrein is aangrenzend. Inspectiegeschiedenis Tijdens de inspectie van september 2012 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de eisen. Tijdens de inspectie van november 2013 stelt de toezichthouder overtredingen vast met betrekking tot de risico-inventarisatie veiligheid plan van aanpak veiligheid. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de eisen Tijdens het nader onderzoek van maart 2014 stelt de toezichthouder vast dat de overtredingen geconstateerd tijdens de inspectie van november 2013 zijn opgelost. Tijden de inspectie van november 2014 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de eisen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: 1. 2. 3. 4.
Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij op de hoogte zijn van de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. De ervaringen van de beroepskrachten worden benut voor het evalueren en verbeteren van het pedagogisch beleidsplan. Emotionele veiligheid Er heerst een ontspannen sfeer in de groep. Kinderen gaan op een veilige manier van school naar de BSO. De beroepskrachten hebben aandacht voor ieder kind afzonderlijk en zorgen onderweg al voor een groepsgevoel. De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen. Zij reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Voorbeeld De beroepskracht haalt de kinderen van de eigen BSO groep zelf op op school. De beroepskracht fietst samen met de kinderen naar de BSO. Op het moment van inspectie is waarneembaar dat een van de kinderen verdrietig uit school komt. Uit het gesprek met de beroepskracht blijkt dat er onderweg al een gesprek heeft plaatsgevonden met het desbetreffende kind. Op het moment dat de kinderen aankomen bij de BSO neemt de beroepskracht het kind even apart om met het kind verder te praten. De kinderen worden uitgenodigd tot participatie De activiteiten worden in samenspraak met kinderen gekozen. Activiteiten passen ook bij de individuele interesses en het ontwikkelingsniveau van kinderen. Voorbeeld Er worden elke dag diverse activiteiten aangeboden. De beroepskrachten inventariseren regelmatig bij de kinderen welke activiteiten favoriet zijn. Op het moment van inspectie wordt een knutselactiviteit aangeboden. Een aantal kinderen willen graag knutselen maar niet de opdracht die door de beroepskracht bedacht is. De beroepskracht laat de opdracht los, de kinderen kiezen zelf welke knutselactiviteit ze uit willen voeren. Conclusie Op BSO De Buitenwereld wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd.
4 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Persoonlijke competentie Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen De beroepsrachten geven duidelijke informatie over start,verloop en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk. Voorbeeld: Als de kinderen binnenkomen en aan tafel zitten bespreekt de beroepskracht de activiteiten. Een groep kinderen gaat een ski-clinic volgen, deze kinderen hebben zich vooraf al opgegeven en staan genoteerd op het planbord. De overige activiteiten staan ook op het planbord. De verdeling is in 2 blokken. Tussen blok 1 en 2 is een pauze. De kinderen kunnen voor en na de pauze een activiteit kiezen, indien gewenst mogen ze ook de hele middag dezelfde activiteit doen. De pauze staat vast, op dat moment komen alle kinderen bijelkaar om wat fruit te eten en eventueel wat te drinken. De tijden en de namen van de kinderen staan op het planbord genoteerd. Kinderen worden gestimuleerd om zo veel en zo vaak mogelijk buiten te spelen. De beweegspecialist biedt dagelijks sportactiviteiten aan die voor een groot deel buiten plaats vinden. De kinderen kunnen er ook voor kiezen om buiten te spelen zonder aan de activiteit mee te doen. Er zijn diverse leefruimtes beschikbaar voor de BSO. Het is mogelijk voor de kinderen om een eigen plekje voor privacy te zoeken. Voorbeeld Een jongen heeft buiten een tijd gevoetbald. Hij is erg verkouden en komt voordat de activitiet afgelopen is naar binnen. Een van de beroepskrachten loopt naar hem toe en vraagt of hij iets anders wil gaan doen. De jongen geeft aan dat hij erg moe is en eigenlijk even niets wil doen, alleen rustig op de bank zitten. De beroepskracht zegt dat dit prima is en geeft aan dat hij in de ruimte waar een bank staat rustig kan gaan zitten. Ze vraagt of de jongen iets wil drinken. De jongen zegt dat hij wel graag wat thee met honing wil voor het hoesten. De beroepskracht maakt een kopje thee, de jongen zit rustig op de bank wat bij te komen. Conclusie Op BSO De Buitenwereld is de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Sociale competentie De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken, behulpzaam te zijn, aandacht en zorg voor individuele kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid voor een positieve sfeer en omgang met elkaar. Op het moment van inspectie is waarneembaar dat de beroepskrachten de kinderen actief helpen om samen dingen te ondernemen, de regie blijft bij de kinderen. Tijdens de inspectie zijn er geen conflicten geweest waarbij de beroepskracht in heeft moeten grijpen. Kleine incidenten zijn door de kinderen zelf opgelost. Conclusie Op BSO De Buitenwereld wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden Afspraken regels en omgangsvormen zijn duidelijk en worden indien nodig uitgelegd. Uit gesprekken met de beroepskrachten en de kinderen blijkt dat de regels bekend zijn. Het is waarneembaar dat de beroepskrachten en de kinderen zich houden aan de regels. Voorbeelden Tijdens de pauze eten de kinderen een stuk fruit. De kinderen weten dat ze de handen moeten wassen, de beroepskrachten letten hier op. In de skish wordt een ski-clinic gehouden voor een aantal kinderen van de BSO. Een paar kinderen die niet deelnemen aan de clinic willen wel graag even gaan kijken. Een van de beroepskrachten geeft aan dat ze samen met deze kinderen op een later moment wel even gaan kijken maar dat het niet de bedoeling is dat de kinderen zelf bij de ski-hal zonder begeleiding naar binnen gaan. Ondanks dat de deur open staat blijven de kinderen buiten wachten totdat zij met een beroepskracht mee naar binnen mogen.
5 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Conclusie Op BSO De Buitenwereld wordt de overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan
6 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening. Conclusie De verklaringen omtrent het gedrag voldoen aan de eisen. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er is sprake van 2 basisgroepen. De verdeling van de basisgroepen is gebaseerd op de scholen waar de kinderen vandaan komen. De beroepskrachten halen zelf met de fiets de kinderen op van hun eigen basisgroep. Momenteel worden er maximaal in totaal 30 kinderen per dag opgevangen. Conclusie De voorwaarden getoetst met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de eisen. Beroepskracht-kindratio Op het moment van inspectie en uit de roosters en presentielijsten blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen. Conclusie De beroepskracht-kindratio voldoet aan de eisen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster
7 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid De risico-inventarisatie veiligheid dateert van februari 2014. De huisregels sluiten aan op de risicoinventarisatie veiligheid. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de risico-inventarisatie veiligheid voldoen aan de eisen. Risico-inventarisatie gezondheid De risico-inventarisatie gezondheid dateert van februari 2014. De huisregels sluiten aan op de risico-inventarisatie. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot de risico-inventarisatie gezondheid voldoen aan de eisen. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid (februari 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (februari 2014) Actieplan veiligheid (februari 2014) Actieplan gezondheid (februari 2014)
8 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
10 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO De Buitenwereld : http://www.dekleinewereld.org : 57
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kindcentrum de Speelwereld Wilhelminaplantsoen 24 5056HB BERKEL-ENSCHOT 17249908
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 A van Lokven
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: TILBURG : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
04-11-2014 07-11-2014 Niet van toepassing 11-11-2014 11-11-2014
: 11-11-2014 : 02-12-2014
11 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
12 van 12 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 04-11-2014 BSO De Buitenwereld te BERKEL-ENSCHOT