Programmaoverzicht Programma overzicht Maandag 11 april VAP Bijeenkomst Zaal: Willem Pijperzaal 09:30 - 10:00
Ontvangst / inschrijving Atrium
10:00 - 11:35
Plenair Programma Willem Pijperzaal
11:35 - 12:05
Koffiepauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
12:05 - 13:05
Plenair programma Zaal: Willem Pijperzaal Lunchpauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
13:05 - 14:05 14:05 - 15:35
Plenair programma Willem Pijperzaal
15:35 - 14:50
Theepauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
14:50 - 18:00
Plenair programma Willem Pijperzaal
18:00
Diner Buffet Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
Dinsdag 12 april
VAP Bijeenkomst
08:30 - 09:30
Wandeling Slot Zeist Meetingpoint: hotellobby
09:30 - 10:00 10:00 - 10:30 10:30 - 11:30
Ontvangst / inschrijving Atrium Plenair programma Willem Pijperzaal Parallel sessie Parallel sessie WHT WCD De Bosch en Daniel Marotzaal Stoopendaalzaal
11:30 - 12:00 12:00 - 12:30
12:30 - 13:00
Werkgroep WIHC
Vervolg sessie WCD Daniel Marotzaal
Sessie WIHC 09:55 - 11:30 Daniel Marotzaal
Koffiepauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal Vervolg sessie WHT Vervolg sessie De Bosch en 12:15 - 13:00 Daniel Marotzaal Stoopendaalzaal
Plenair programma Willem Pijperzaal
13:00 - 14:00
Lunchpauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal NVVP Pathologendagen
13:45 - 15:30 Workshop BVO Darmkanker 15:30 - 16:00 16:00 - 17:00 17:00
Vervolg sessie 14:00 - 15:30 Willem Pijperzaal
Theepauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal Vervolg workshop Borrel Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
Woensdag 13 april 08:00 - 08:45
Pathologendagen Ontvangst / inschrijving Atrium
08:45 - 10:30
Plenair programma Willem Pijperzaal
10:30 - 11:00
Koffiepauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
11:00 - 13:00
Plenair programma Willem Pijperzaal
13:00 - 14:00
Lunchpauze & posterpresentatie Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
14:00 - 15:00
Plenair Programma Willem Pijperzaal
15:30 - 16:30
Theepauze & posterpresentatie Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
16:30 - 17:45
Plenair Programma Willem Pijperzaal
17:45 - 18:15
Borrel Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
18:15 - 19:00
Wandeling Slot Zeist Meetingpoint: hotellobby
19:00
Diner Buffet Restaurant
Donderdag 14 april 08:30 - 09:00
Pathologendagen Ontvangst / inschrijving Atrium
09:00 - 10:10
Plenair Programma Willem Pijperzaal
10:10 - 10:50
Koffiepauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
10:50 - 13:00
Plenair Programma Willem Pijperzaal
13:00 - 14:00
Lunchpauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
14:00 - 15:00
Plenair Programma Willem Pijperzaal
15:00 - 15:30
Theepauze Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
15:30 - 17:00
Plenair Programma Willem Pijperzaal
17:00
Borrel Atrium, Copijn, Springer, Zocher, Tersteegzaal
Maandag 11 april: VAP bijeenkomst 9.30 Willem Pijperzaal
Ontvangst / inschrijving
10.00 Willem Pijperzaal
Dagopening Dr. D. Go, Symbiant, Zaandam
10.05 Willem Pijperzaal
Pathologie Anatomie en Fysiologie van de mamma Dr. M. Visser, Symbiant, Zaandam
De vrouwelijke en mannelijke borst ontwikkelen zich uit de melklijsten gelegen in het borstgedeelte. De vrouwelijke borst ontwikkelt zich in de pubertijd en zal voornamelijk bestaan uit klier-, vet- en bindweefsel. Tijdens en direct na de zwangerschap gaat de fysiologie van start met de melkproductie in het belangrijke gebied de terminale ductlobulaire unit (TDLU). De TDLU speelt een belangrijke rol in de lactatie, maar is tevens het gebied waar de meest maligne tumoren uit ontstaan.Kort zal worden ingegaan op de anatomie en de fysiologie en de nadruk zal liggen op de pathologie 10.50 Willem Pijperzaal
Een kwart eeuw bevolkingsonderzoek naar borstkanker Dr. J. Fracheboud, Erasmus MC, Rotterdam
Sinds 25 jaar is het bevolkingsonderzoek naar borstkanker een vast onderdeel van de Nederlandse preventieprogramma’s. Ieder jaar wordt bij ongeveer een miljoen vrouwen in de leeftijd van 50-75 jaar een gratis mammografie verricht in een van de 65 speciale onderzoekseenheden. Het programma wordt landelijk aangestuurd en gefinanceerd. De uitvoering ligt in handen van vijf regionale kankerscreeningsorganisaties. Onafhankelijke instellingen bewaken de medisch-technische kwaliteit, de voortgang en de voor- en nadelen van het programma door jaarlijkse monitoring en periodieke evaluatie. Naar schatting overlijden door het bevolkingsonderzoek nu jaarlijks 775 vrouwen minder aan borstkanker. 11.35
Koffiepauze
12.05 Willem Pijperzaal
Core Wash Cytology/CWC van mammabiopten Mw. M.C. Sanders-Eras, CWZ, Nijmegen
De gemodificeerde “biopt wassing techniek” (Core Wash Cytology /CWC) maakt het mogelijk om snel en relatief eenvoudig een betrouwbare cytologische diagnose te stellen voorafgaand aan de histologische diagnose van de afgenomen mammabiopten. De techniek kan een waardevol instrument zijn in een “eendags mammakliniek”. Binnen een uur na afname van de echogeleide mammabiopten is het mogelijk de diagnose te stellen. Bij deze methode worden de mamma biopten kortstondig gespoeld in een medium en vervolgens gefixeerd in formaline. Het medium kan bestaan uit Fixcyt (alcoholhoudend fixatief met Polyethyleen Glycol) voor PAP gekleurde preparaten of RPMI (bewaar medium) voor MGG gekleurde preparaten. Het achtergebleven celmateriaal in het medium wordt verwerkt tot een dunne laag preparaat. Na kleuring van het preparaat wordt voor de diagnose gebruik gemaakt van de cytologische criteria welke overeenkomen met de FNA (Fine-Needle Aspiration) techniek. 12.35 Willem Pijperzaal
Sneldiagnostiek van de mamma Dr. S. Meyer, AMC, Amsterdam
Cytologie heeft snelheid als een van de grote voordelen boven de histologie als diagnostische entiteit en wordt onder andere daarom succesvol gebruikt in het kader van de triple diagnostiek bij mammacarcinoom. Om binnen dit sneltraject tot een juiste diagnose te komen is het belangrijk de mogelijkheden en de beperkingen van de cytologie te onderkennen. Hiervoor is kennis van en correlatie met het radiologisch beeld en de mogelijkheid tot vertaling naar de uiteindelijke histologische morfologie onontbeerlijk.
13.05
Lunch
14.05 Willem Pijperzaal
Een afwijking in de borst en dan? Mw. S. Janssen-Engelen, VS oncologie mammapoli SJG Weert
Jaarlijks worden er veel vrouwen en soms ook mannen verwezen naar de mammapoli voor verdere diagnostiek. De triple diagnostiek vindt zoveel mogelijk plaats in een dag. Soms zijn er naast de standaard onderzoeken nog aanvullende onderzoeken en/of andere biopten noodzakelijk. Deze worden dan op korte termijn gepland. Alle patiënten worden na het afronden van de diagnostiek besproken in het multidisciplinaire overleg (MDO) en daar wordt het voorstel behandelplan opgesteld. Het behandelplan wordt opgesteld voor de individuele patiënt en “shared decision making” speelt hierbij een belangrijke rol. Als de diagnose borstkanker of een voorstadium (DCIS) daarvan wordt ontdekt, volgt er vaak eerst een operatieve ingreep. Maar steeds vaker wordt voorafgaande aan een operatieve ingreep eerst neo-adjuvante chemotherapie (NAC) gegeven. Er zijn diverse operaties mogelijk, namelijk een borstsparende operatie oftewel (oncoplastische) lumpectomie of een amputatie al dan niet met primaire (directe) of secundaire (indirecte) reconstructie. Voor de behandeling van de oksel zal de operatieve ingreep meestal bestaan uit een sentinel node procedure. Een enkele keer vindt er nog een okselklierdissectie plaats. Na de operatieve ingreep of na NAC worden alle patiënten opnieuw besproken in het MDO en wordt er een advies gegeven over de (na)behandelingen. Deze kunnen bestaan uit een operatieve ingreep (in geval van NAC), radiotherapie (in ieder geval na een borstsparende operatie) en adjuvante systemische therapie (chemotherapie in combinatie met targeted therapie en/of hormonale therapie). Nadat alle behandelingen zijn afgerond start de fase van nazorg en follow-up. De verpleegkundig specialist oncologie/casemanager en mammacare verpleegkundige spelen een belangrijk rol in het gehele traject dat de patiënt en zijn naasten doorlopen. 14.50 Willem Pijperzaal
Mamma in beeld Dr. T. Weits, Diakonessenhuis, Utrecht
In de voordracht zullen de diverse normale en pathologische beelden worden getoond van radiologische beeldvorming van de mamma. Niet alleen mammacarcinoom maar ook goedaardige afwijkingen en de BIRADS classificatie zullen aan de orde komen. Volgens het model van de Triple diagnostiek wordt de relatie tussen de afdelingen radiologie en PA duidelijk gemaakt. Wat weten we van elkaar en hoe werken we samen aan de beste diagnostiek? 15.35
Theepauze
14.50 Willem Pijperzaal
Pathologie van de mamma, na-traject Dr. T. van Dalen, Diakonessenhuis, Utrecht
16.50 Willem Pijperzaal
Evaluatie en/of kennis-quiz
18.00
Diner Buffet
Dinsdag 12 april ochtend: VAP bijeenkomst 8.30 - 9.30
Wandeling Slot Zeist
10.00 Willem Pijperzaal
Dagopening Dhr. S. van Gaalen, Diakonessenhuis, Utrecht
10.00 Willem Pijperzaal
Plenaire sessie: Kwaliteit, kuur of carcinoom Dhr. C. Roovers, JBZ, ’s-Hertogenbosch
CCKL, ISO , JCI, NEN, NIAZ:. Maakt een kwaliteitssysteem ons beter of is het juist een ongebreidelde groei van bureaucratie? Oftewel, kunnen we door de normen het bos nog zien? Hoe gaan de laboratoria voor pathologie om met kwaliteit, wat zijn de sterke punten, waar is verbetering mogelijk? In hoeverre willen we als laboratoria voor pathologie aan continue verbetering doen? Als kwaliteitsfunctionaris wil ik hier vanuit de dagelijkse praktijk graag mijn licht over laten schijnen. En als laatste, wat heeft de schilder Jeroen Bosch hier eigenlijk mee te maken? __________________________________________________________________________ 10.30 – 12.30 PARALLEL SESSIES
10.30
Sessie WCD Willem Pijperzaal
Sessie WHT De Bosch en Stoopendaalzaal
Pancreas cytologie Dhr. J. ter Borg, AMC, Amsterdam
Verschillende manieren uitsnijden en fixeren van de mamma Dhr. C. Coppoolse , Symbiant, Alkmaar
De cytologische beelden van pancreaslaesies worden besproken. Van belang voor een goede diagnose zijn de radiologische bevindingen en kwalitatief goede preparaten. Indeling in solide en cysteus is belangrijk. Overschatting van reactieve beelden is het grootste gevaar van pancreascytologie.De meeste solide tumoren zijn ductale carcinomen, gevolgd door neuroendocriene tumoren. Beide groepen zijn goed te onderscheiden. Ook de typische beelden van de overige solide laesies (en metastasen) worden besproken.Van de cysteuze laesies zijn de slijmvormende laesies (IPMN en MCN) belangrijk. Door hun wisselende mate van kernatypie kunnen ze lijken op ductale carcinomen Daarnaast worden enkele nietslijmvormende cysteuze laesies besproken.
Elk pathologielab heeft zijn eigen manier om mamma`s uit te snijden en te fixeren. Iedereen werkzaam in de pathologie weet dat uitsnijden en fixatie van weefsel zeer belangrijk is. Als materiaal niet goed gefixeerd is zijn de technieken die op dit materiaal verricht worden van mindere kwaliteit en onbetrouwbaar. Histochemische - en immunulogische kleuringen worden landelijk met elkaar vergeleken en beoordeeld. Is het niet raar dat er wat uitsnijden en fixeren betreft geen kwaliteitsvegelijking is? Is er een` beste` manier om mamma`s uit te snijden?
11.00
Casuïstiek Mw. L. Kok, NKI-AvL Amsterdam, Mw. L. van Zuylen-Manders, Radboud UMC Nijmegen, F. Stuart-Vogelsang, Spaarne Gasthuis Haarlem
Ontvetten en fixeren, stappen om bij stil te staan Dhr. E. Bleuel, UMCG, Groningen Ontvetten van weefselstukjes is voor sommige laboratoria een stap om mooiere coupe te kunnen snijden van vet weefsel. Is deze stap wel nodig? Fixeren is een standaard stap die op elk laboratorium routinematig wordt gezet. Meestal zonder er bij na te denken. Toch zijn het stappen waarbij even mag worden stilgestaan. Want elke stap geeft een richting aan, die gevolgen kan hebben op het eind resultaat. Voor het ontvetten wordt meestal aceton gebruik en voor de fixatie formaline. Formaline (is formaldehydegas opgelost in water) is het fixatief dat het meest gebruikt wordt in de histologie. Hoe fixeert formaline eigenlijk?
11.30 12.00
Koffiepauze BVO Baarmoederhalskanker Mw. N. van der Veen
Routing jodium125 zaadje Dhr. C. Middelkoop, Diakonessenhuis, Utrecht Het Jodium-125 zaadje wordt steeds meer gebruikt bij de lokalisatie van het mammacarcinoom. Het wordt zowel gebruikt bij de niet palpabele tumoren als bij de grotere tumoren waarbij de patiënte eerst neo-adjuvante chemokuur zal ondergaan. Volgens de wet en regelgeving zal er geregistreerd moeten worden waar het zaadje zich bevindt. In deze voordracht zal ingegaan worden op de procedure van de plaatsing van het zaadje, maar ook zal er ingegaan worden op het monitoren van het zaadje na plaatsing in de patiënt en het traject OK –PA – retour nucleaire geneeskunde.
_________________________________________________________________________ 12.30 Willem Pijperzaal
Plenaire Sessie: Ebola diagnostiek in een ‘hospitainer’ in West-Afrika Mw. I. Verhoofstad, JBZ, ’s-Hertogenbosch
De vele nieuwsberichten met Ebola als onderwerp waren in 2014 en 2015 niet te tellen. Ook dit jaar verschijnen er nog regelmatig berichten over Ebola in de madia. Op 23 maart 2014 bevestigde de World Health Organisation (WHO) een Ebola-uitbraak in het Zuid-Oosten van Guinee, maar in december 2013 waren de eerste patiënten al bekend. Het Ebola virus veroorzaakt hemorragische (bloedende) koorts en tast meerdere organen in het lichaam aan met vaak de dood als gevolg. Via 'lichaamssappen' kan het virus verspreiden, zowel van dier-op-mens als van mens-op-mens. Je kunt het virus krijgen door besmet vlees te eten of door in contact te komen met bloed, zweet, urine of ontlasting van Ebolapatiënten. Het Ebola virus behoort tot risicogroep 4 (schaal 1 t/m 4), wat betekent dat het een dodelijk pathogeen is welke makkelijk verspreidt en waar geen behandeling voor is. Op 11 november 2014 kwam er via de vereniging voor Medische Microbiologie een oproep voor laboratoriumpersoneel voor Ebola bestrijding in West-Afrika. Het is nog nooit eerder voorgekomen dat er vrijwilligers nodig zijn in het kader van laboratoriumdiagnostiek. Na een sollicitatie procedure en intensieve training op het Erasmus MC te Rotterdam ben ik naar Sierra Leone gevlogen en heb ik samen met mijn teamleden 4 weken Ebola diagnostiek verricht in een hospitainer. Tijdens deze presentatie vertel ik jullie graag over mijn ervaringen in West-Afrika. 13.00 Lunch ___________________________________________________________________________ Werkgroep WIHC 9.30 Daniel Marotzaal
Inschrijving en ontvangst met koffie
9.55 Daniel Marotzaal
Welkomstwoord Mw. E. de Boed, Voorzitter werkgroep WIHC
10.00 Daniel Marotzaal
Immuunhistochemie in de mammapathologie Mw. M. de Boer, UMC, Utrecht
In de mammapathologie is immuunhistochemie van essentieel belang, niet alleen voor de diagnostiek, maar ook voor de behandelopties en de prognose. In deze presentaties zullen de meest gebruikte immuunhistochemische markers de revue passeren. Er zal met name aandacht besteed worden aan de diagnostische markers, waarbij ook casuïstiek besproken zal worden. Bij de diagnostiek naar afwijkingen in de mamma wordt gebruikt gemaakt van verschillende type markers bij de diagnostiek. De hormoonreceptoren (ER/PR/AR) kunnen een rol spelen bij zowel de diagnostiek als de behandelopties. Cytokeratines worden met name gebruikt om het type epitheel en de opbouw van het epitheel te beoordelen. Dit kan ondersteuning bieden bij de diagnostiek. Daarnaast speelt de immuunhistochemie van adhesiemoleculen (zoals E-Catherine) een rol bij de diagnostiek . De overexpressie van een groeireceptor (Her2neu) bepaalt de behandelingsopties. Tot slot kunnen kleuringen op andere structuren in de mamma (zoals bloedvaten en lymfvaten) helpen bij het bepalen van de uitgebreidheid van tumoren. Er zal diagnostische casuïstiek besproken waarbij eerder besproken immuunhistochemische markers een rol spelen. 10.45 Daniel Marotzaal
Prognostische en predictieve biomerkers bij het Mammacarcinoom Dhr. K. van de Vijver, NKI, Amsterdam
11.30
Koffiepauze
12.15
De rol van de P.A. in de diagnostiek van de Mammapathologie met hierin casuïstiek Mw. A. Croonen, St. Elisabeth ziekenhuis, Tilburg
Daniel Marotzaal
Borstkanker is een in Nederland veel voorkomende ziekte, die jaarlijks bij ongeveer 14000 vrouwen wordt vastgesteld. Een zo nauwkeurig mogelijke aanvangsdiagnose is van groot belang bij de keuze van de behandeling. Hierbij speelt pathologisch onderzoek, naast klinisch en radiolgisch onderzoek, een belangrijke rol. Bij het beoordelen van biopten, stereotactische biopten en cytologische aspiraten moet allereerst onderscheid worden gemaakt tussen benigne, onzeker benigne en maligne aandoeningen. Dit is niet altijd even makkelijk. Ingegaan zal worden op het spectrum aan afwijkingen van benigne tot maligne, de diagnostische valkuilen die zich hierbij kunnen voordoen, alsmede de rol van immunohistochemisch onderzoek hierin. Ook bij de post-operatieve beoordeling moet de patholoog een protocollair verslag kunnen maken, waarin tumorgrootte, resectievlakken en lymfklierstatus aan bod komen. Op grond hiervan wordt het stadium waarin de ziekte verkeert (TNM stadium) vastgesteld. Dit stadium, alsmede de specifieke eigenschappen van de tumor zelf , zoals hormoonreceptoren en Her2neu, zijn in hoge mate bepalend voor de verdere behandeling en de prognose. 13.00
Lunch
Let op: na de lunch in de Willem Pijperzaal 14.00 Willem Pijperzaal
DCIS diagnose en behandeling Dhr. P. Westenend, PALL, Dordrecht
14.45
Immuunhistochemie bij speciale type Mammacarcinomen met hierin casuïstiek Mw. A. Mooyaart, LUMC, Leiden
Willem Pijperzaal
De voordracht zal de verschillende histologische types van borstkanker de revue laten passeren met speciale aandacht voor de rol van immunohistochemie binnen deze subtypes. Hierbij zal met name de focus liggen op de bekendste praktijkvoorbeelden. De voordracht zal tevens casuïstiek bevatten met bijbehorende quizvragen. ___________________________________________________________________________ Pathologendagen 13.45 – 17.00 Daniel Marotzaal
Workshop BVO darmkanker
13.45 Daniel Marotzaal
Terugkoppeling EQA Dr. J.W.R. Meijer, Rijnstate, Arnhem
14.15 Daniel Marotzaal
Pathology of bowel cancer screening Prof. dr. N. A Shepherd, Gloucestershire Cellular Pathology Laboratory, Cheltenham General Hospital, United Kingdom
15.00 Daniel Marotzaal
Serrated leasies Prof. dr. I. Nagtegaal, Radboudumc, Nijmegen
Met de introductie van het bevolkingsonderzoek voor darmkanker in Nederland worden we overspoeld door multipele kleine en grotere poliepen, waarbij een aanzienlijk deel wordt gevormd door de zogenaamde serrated laesies: de gewone hyperplastische poliepen, de sessiel serrated laesies, al dan niet met dysplasie en de traditioneel serrated adenomen. U krijgt hier een overzicht van definities, relevantie en biologische achtergrond.
15.30
Theepauze
16.00 Daniel Marotzaal
Bevolkingsonderzoek darmkanker; de stand van zaken Drs. Y. van Oosterhout, Bevolkingsonderzoek Zuid, Eindhoven In de presentatie zal stil gestaan worden bij de stand van zaken t.a.v. bevolkingsonderzoek darmkanker en de ontwikkelingen. In het bijzonder bij de ontwikkelingen die relevant zijn voor pathologen. Ook wordt kort de opbrengst van het bevolkingsonderzoek besproken.
16.30 Daniel Marotzaal
Resultaten audits Dr. R. J. van Suylen, JBZ, ’s-Hertogenbosch
Audits in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker zijn een methode om te controleren of gemaakte afspraken (normen) worden nagekomen. Audits vinden plaats in het kader van toelating van een pathologie labaratorium (en pathologen) aan het bevolkingsonderzoek maar vinden ook plaats in het kader van kwaliteitsborging en verbetering. Indrukken/resultaten van de toelatingsaudits en periodieke audits komen aan de orde in de presentatie. 17.00
Borrel
Woensdag 13 april: Pathologendagen 8.45 – 09.00 Willem Pijperzaal
Opening en welkom
Nieuwe ontwikkelingen in de urogenitale pathologie 9.00 Uitdagende differentiaal diagnose in renale tumordiagnostiek Willem Pijperzaal Dr. C. Hulsbergen - van de Kaa, Radboudumc, Nijmegen Aan de hand van pitfalls en look-alikes zult u worden meegenomen door de nieuwe WHO 2016 classificatie van tumoren van het urogenitale systeem, met name van nierceltumoren. Aan de hand van literatuuronderzoek en een consensus bijeenkomst heeft de International Society of Urological Pathologists (ISUP) enkele nieuwe entiteiten als zodanig onderkend op basis van klinisch beloop, morfologie, immuunhistochemie of onderliggende genetische afwijkingen. Andere tumoren zijn heringedeeld of anders gedefinieerd. 9.45 Willem Pijperzaal
Nieuwe concepten in prostaatkanker gradering: Gleason vaarwel? Dr. G. van Leenders, Erasmus MC, Rotterdam
Sinds een half decennium wordt wereldwijd de Gleason score gebruikt voor de gradering van prostaatkanker. In 2005 vond een belangrijke aanpassing van het graderingsysteem plaats, welke daarna werd aangeduid als de gemodificeerde Gleason score. Op de International Society of Urological Pathology (ISUP) consensus meeting in november 2014 vonden tenslotte nog enkele kleine modificaties van het graderingsysteem plaats, welke in het nieuwe WHO 2016 blue book zijn overgenomen. Tegelijk met de aanpassingen van de richtlijnen voor gradering wordt door een aantal urogenitale pathologen voorgesteld om naast de Gleason score ook een risico score ‘Grade Group’ aan te geven. Daarnaast komen er steeds meer aanwijzingen dat de aanwezigheid van intraductaal carcinoom van de prostaat (IDC-P) en het cribriforme Gleason graad 4 patroon, welke op dit moment beide niet gespecificeerd worden in de Gleason score, kenmerken zijn van een agressieve vorm van prostaatkanker.
In deze presentatie zullen we de laatste wijzingen volgens de WHO 2016 bespreken, de voor- en nadelen van Grade Grouping, en de toegevoegde waarde van cribriforme en intraductale groeiwijze, welke voor de patholoog in de dagelijkse praktijk van belang zijn. 10.30
Koffiepauze
11.00 Willem Pijperzaal
Poster elevator Pitch 1
11.30 Willem Pijperzaal
ALV
13.00
Lunch & posterpresentatie
Sessie commissie moleculaire diagnostiek in de pathologie (CMDP):“Next application of current generation sequencing in pathology” 14.00 Translocatie detectie met targeted next generation sequencing in FFPE weefsels Willem Pijperzaal Dr. T. van Wezel, LUMC, Leiden Betrouwbare detectie van chromosomale translocaties is belangrijk voor de diagnostiek van tumoren. Translocaties spelen een rol bij zowel de differentiaal diagnose als voor de identificatie van “druggable targets” . De toepassing van verschillende targeted next generation sequencing methoden zal worden besproken en vergeleken met FISH of qRT-PCR, de standaard voor de identificatie van translocaties.
14.30 Willem Pijperzaal
Detectie van chromosomale imbalances mbv NGS Dr. W. Dinjens, Erasmus MC, Rotterdam
Kankercellen worden gekarakteriseerd door de aanwezigheid van afwijkingen in hun DNA. Deze afwijkingen zijn vooral kleine mutaties (waaronder puntmutaties) en grotere deleties en amplificaties (imbalances) van delen van het genoom. Detectie van kleine mutaties wordt steeds belangrijker om de juiste therapie voor de individuele patiënt (targeted therapy) toe te passen. Deze mutaties worden tegenwoordig meest gedetecteerd door middel van Next Generation Sequencing (NGS). Echter, met NGS kan tevens informatie worden verkregen over de aanwezigheid van genomische imbalances en ook deze kunnen diagnostisch of therapeutisch van belang zijn. Zo is codeletie van chromosomen 1p en 19q karakteristiek voor gliomen met een oligodendrogliale component en voorspelt een betere prognose en respons op chemotherapie. De NGS gebaseerde diagnostische detectie van codeletie van chromosomen 1p en19q in gliomen zal worden gedemonstreerd. 15.00 Willem Pijperzaal
Poster elevator Pitch 2
15.30
Theepauze & posterpresentatie
16.30 Willem Pijperzaal
Uitreiking PALGA prijs
16.45 Willem Pijperzaal
Uitreiking AIOS prijs
17.00 Willem Pijperzaal
Uitreiking Proefschriftprijs
17.15 Willem Pijperzaal
Uitreiking Posterprijzen
17.30 Willem Pijperzaal
Uitreiking Pompe penning
17.45
Borrel
18.15
Wandeling Slot Zeist
19.00
Buffetdiner
Donderdag 14 april:
Pathologendagen
Zin en onzin in de mammapathologie 09.00 Zin en onzin van screening Willem Pijperzaal Prof. dr. R. Pijnappel, UMCU en Landelijk Referentie Centrum voor het bevolkingsonderzoek De screening op borstkanker is de afgelopen jaren vaak het onderwerp geweest van discussie in de media en wetenschappelijke literatuur. Met name over-diagnostiek is een onderwerp wat vaak en veelal ongenuanceerd als argument tegen screening op borstkanker wordt opgevoerd. Belicht zal worden of en in welke mate deze zogenaamde over-diagnostiek wel een klinisch probleem is.
09.35 Willem Pijperzaal
Zoeken naar de balans tussen over- en onderbehandeling van DCIS Dr. J. Wesseling, NKI-AVL, Amsterdam
In de huidige praktijk worden vrouwen regelmatig geconfronteerd met de diagnose DCIS en worden behandeld wegens het risico op het ontwikkelen van invasief mammacarcinoom. Er zijn echter meerdere aanwijzingen dat een deel van de DCIS afwijkingen nooit invasief zal worden en hiermee dus overbehandeld wordt. Echter, juist omdat elke DCIS afwijking behandeld wordt en daardoor het natuurlijke beloop niet meer geëvalueerd kan worden, kunnen we nog niet goed voorspellen welke DCIS afwijking onschadelijk zal blijven. Het is daarom van groot belang kenmerken te vinden die op betrouwbare wijze onschadelijke van de mogelijk schadelijke DCIS afwijkingen te onderscheiden. Alleen dan zal vrouwen met zeer laag risico DCIS onnodige belastende behandeling bespaard blijven, terwijl vrouwen met een hoog risico DCIS nog steeds adequaat behandeld zullen worden. De voordracht zal de zoektocht naar deze balans vanuit de pathologie belichten. 10.10
Koffiepauze
10.50
Zin en onzin van sentinel node biopsie bij mammacarcinoom in het algemeen en DCIS in het bijzonder Dr. M. Smidt, MUMC, Maastricht
Willem Pijperzaal
De zin en onzin van de sentinel node biopsie bij mammacarcinoom in het algemeen en DCIS in het bijzonder. Er is de laatste jaren veel te doen rond de zin en onzin van okselbehandeling in het algemeen en de sentinel node biopsie in het bijzonder bij mammacarcinoom en DCIS. Aanleiding zijn de heel lange termijn resultaten van de NSABP-04, en van recentere datum onder andere de ACOSOG Z0011, IBCSG en de AMAROS studie. De conclusie van de presentatie zal luiden: Niet iedere metastase in een lymfeklier geeft aanleiding tot afstandsmetastasen. 11.15 Willem Pijperzaal
Zin en onzin van systemische therapie bij mammacarcinoom Prof. dr. S. Linn, NKI-AVL, Amsterdam
12.00 Willem Pijperzaal
Sessie Landelijke Pathologie Assistenten Vereniging (lpav): Gezondheidsrecht, medische aansprakelijkheid en de gevolgen Mr. W. van den Bergh, Maasstadziekenhuis, Rotterdam
13.00
Lunch
14.00
“De Nederlandse Vereniging voor Dermatopathologie”: Een nieuwe vereniging ten doop gehouden met praktische casuïstiek Prof. dr. W.J. Mooi, VUmc, Amsterdam, Prof. dr. R. Hoekzema, VUmc, Amsterdam, Dr. E.H. Jaspars, VUmc, Amsterdam, Dr. G.F.H. Diercks, UMCG, Groningen Dr. M.V. Starink, AMC, Dr. K.D. Quint, LUMC, Leiden
Willem Pijperzaal
Prof. dr. W.J. Mooi, VUmc, Amsterdam De recent opgerichte Nederlandse Vereniging voor Dermatopathologie, NVDP, stelt zich tot doel, het vakgebied van de dermatopathologie te bevorderen in het Nederlandse taalgebied. Hiertoe organiseert de vereniging bijeenkomsten met een educatief en een klinisch-wetenschappelijk doel, en creëert op de verenigingswebsite een online podium voor Nederlandstalige pathologen en dermatologen met speciale belangstelling voor de dermatopathologie. Nieuwe leden zijn meer dan welkom! Prof. dr. R. Hoekzema, VUmc, Amsterdam Bij een 33-jarige blanke export-salesmanager ontstond uit een klein puistje rechts op de neus binnen drie maanden een ulceratieve tumor van 3.2 x 2.1 cm. Patiënt was verder gezond, gebruikte geen medicijnen en was niet zonbeschadigd, maar kwam voor zijn werk wel regelmatig in tropische landen, kort voor het ontstaan van de huidafwijking nog in Quatar. Op grond van mapping d.m.v. elders afgenomen biopten kon een goedgedifferentieerd plaveiselcelcarcinoom (PCC) niet worden uitgesloten, met een keratoacanthoom (KA) in de differentiële diagnose. De verdenking op PCC bleef bestaan na revisie door de pathologen van het AMC (waar patiënt werd gezien ter uitsluiting van cutane leishmaniasis) en het AvL. De datum voor amputatie van de neus en reconstructie stond al vast, maar de operatie werd n.a.v. de dermatopathologie-bespreking in het AMC en in overleg met de hoofd-hals oncologen van het AvL geannuleerd. In plaats daarvan werd op grond van de anamnese en beoordeling van klinische foto’s, door patiënt zelf in de voorafgaande maanden periodiek genomen, gekozen voor een expectatief beleid. Na vijf weken bleek de tumor aanzienlijk geslonken en drie weken later vrijwel genezen, passend bij de diagnose (giant) KA. Zolang er geen betrouwbare histopathologische-, immunohistochemische- of moleculair-pathologische kenmerken zijn om een goed-gedifferentieerd PCC te onderscheiden van KA, blijft overleg tussen patholoog en dermatoloog over de clinicopathologische correlatie cruciaal voor de beleidsbepaling. Dr. E.H. Jaspars, VUmc, Amsterdam Ter illustratie van het belang van de clinicopathologische correlatie bij de diagnostiek van huidziekten zal ik een casus presenteren van een man van middelbare leeftijd met een vrij subtiele, maar cosmetisch storende huidafwijking in het gelaat, waarbij huidbiopten nagenoeg geen afwijkingen toonden. Mede dankzij de vasthoudendheid van de patiënt werd uiteindelijk een diagnose gesteld met belangrijke klinische consequenties.
Dr. G.F.H. Diercks, UMCG, Groningen De casus betreft een 36 jarige vrouw met een blanco voorgeschiedenis met sinds enkele weken een zeer pijnlijke ulceratieve stomatitis. Differentiaal diagnostisch werden onder andere overwogen een candida infectie, een erosieve lichen planus en een autoimmuun blaarziekte.
De combinatie van de klinische presentatie, een huidbiopt, immuunfluorescentie en serologisch onderzoek leidde uiteindelijk tot een diagnose met verstrekkende gevolgen. Dr. M.V. Starink, AMC Erosieve pustuleuze dermatose van de scalp (EPDS) is een relatief zeldzaam ziektebeeld, dat zowel bij mannen als vrouwen voorkomt. Het wordt met name gezien op de zonbeschadigde hoofdhuid en wordt gekenmerkt door erosieve afwijkingen met crustae, vaak pussend. Klinisch wordt er met regelmaat gedacht aan actinische keratosen of plaveiselcelcarcinoom en vaak wordt een biopt genomen onder deze differentiële diagnose. Biopten tonen een aspecifiek beeld met epidermale atrofie, verlies van haarfollikels en een infiltraat met neutrofiele granulocyten, lymfocyten, histiocyten en plasmacellen. Reactieve veranderingen met epidermale atypie kunnen echter ook gezien worden. Als een (pre)maligniteit in de klinische differentiële diagnose wordt genoemd bestaat het risico dat EPDS wordt gemist en er een (dramatisch) verkeerd klinisch traject volgt. EPDS dient in de differentiële diagnose te worden opgenomen bij crustae, pusvorming en pustels op de zonbeschadigde scalp. Dr. K.D. Quint, LUMC, Leiden Stille waters hebben diepe gronden--- een rode drukpijnlijke afwijking aan de rechter voet Op de polikliniek huidziekten zagen wij een 56-jarige patiënt die werd verwezen door de reumatoloog in verband met drukpijnlijke huidafwijkingen aan de rechter voet, die sinds een maand aanwezig waren. Behoudens artrose van het eerste metatarsophalangeale gewricht werd er door de reumatoloog geen verklaring gevonden voor de pijnklachten. Patiënt houdt veel van wandelen en was onlangs naar Brazilië geweest. De voorgeschiedenis van de patiënt was verder blanco. Bij lichamelijk onderzoek werd ter plaatse van de mediale zijde van de rechter calcaneus een viertal paars-rode, scherp begrensde, drukpijnlijke maculae gelegen in een reticulair patroon waargenomen. Onder een brede differentiaal diagnose werd een biopt genomen. Deze histologie toonde een prachtig beeld waardoor wij verdere onderzoeken konden inzetten om tot de juiste, niet de meest voor de hand liggende, diagnose te komen. 15.00
Theepauze
Kijken, kijken en nog eens kijken! 15.30 “De cost gaet voor de baet uyt “ Pain and Gain in Digital Pathology Willem Pijperzaal Dhr. A. Baidoshvili, LABPON, Hengelo Digitale pathologie wordt al jaren gebruikt voor onderwijs, onderzoek en consulten. Enkele pathologen doen inmiddels routinediagnostiek gedeeltelijk of volledig digitaal. De volledige overstap van een pathologie laboratorium naar digitale diagnostiek is nog veel ingewikkelder. Het is een proces dat gepaard gaat met veel ingrijpende veranderingen en aanpassingen. LabPON is sinds 2009 met de overstap naar digitale diagnostiek in de dagelijkse routine bezig. Omdat we voorlopers zijn hebben we veel problemen moeten zelf oplossen. Vanaf juli 2015 wordt alle histologische coupes bij LabPON ingescand. Een deel van pathologen doet al volledig digitale diagnostiek, de rest is bezig met de overstap. Op weg naar digitale diagnostiek hebben we een business case gemaakt, meerdere validaties verricht, flow analyse gedaan, software en user interface verbeterd, regionale netwerk opgezet en veel andere aanpassingen en onderzoeken gedaan. In mijn presentatie zal ik alle nodige stappen en aanpassingen voor de overstap naar volledige digitale diagnostiek vertellen, onze unieke ervaring delen en over voordelen van volledige digitale diagnostiek tegenover gedeeltelijke digitale diagnostiek of diagnostiek met microscoop aangeven. Speciale aandacht wordt besteed aan belangrijke aspecten bij maken van een business case.
16.15 Willem Pijperzaal
“Kijken? Je ziet niet wat je denkt. Hoe je eigen brein je een loer draait.” Dr. F. Bot, Haga Ziekenhuis, ’s Gravenhage
Kijken naar coupes doen wij de hele dag. Aan de hand van wat wij zien nemen wij beslissingen: we doen nog wat extra onderzoek of we stellen een diagnose. Wat wij zien stuurt ons denken. Of stuurt wat wij zien ons denken? Zien wij wel echt wat wij denken te zien? Besliskunde is geen soft gedoe, maar harde wetenschap; er is zelfs een Nobelprijs voor toegekend! De snelheid waarmee dit onderzoek doorsijpelt naar de geneeskunde is echter traag. Dat is jammer want op grond van kennis van (medische) besliskunde kunnen wij onze diagnostische accuratesse verbeteren. Of in andere woorden: minder fouten maken. Want fouten maken, dat doen we, soms met desastreuze gevolgen. In deze lezing wil ik aandacht vragen voor allerlei krachten die onze beslissingen beïnvloeden. Een belangrijk deel van deze krachten blijkt uit onszelf voort te komen, en is losjes samen te vatten onder de noemer “cognitive bias”. Er bestaan vele vormen van cognitive bias, zoals een blijk op Wikipedia U kan leren. Sommige daarvan zijn ronduit komisch, echter bij kritisch doorlezen zal U waarschijnlijk ook een onprettig gevoel van herkenning bekruipen. Zo’n gevoel van “dat heb ik ook!” Aan de hand van casus uit de pathologie praktijk zal ik duidelijk maken dat, a.g.v. dit soort fenomenen, diagnoses soms totaal de verkeerde kant op gaan terwijl U denkt dat U het goed doet. De mechanismen die hierachter kunnen zitten worden getoond en U krijgt handvatten aangereikt om te voorkomen dat Uw eigen brein U alweer een loer draait. 17.00
Afsluiting met borrel