Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
REGELING AANMELDING EN INSCHRIJVING 2012-2013 Deze regeling bevat een nadere uitwerking van Hoofdstuk 7 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW), waarin de hoofdregels voor inschrijving en collegegeld worden gegeven, en geldt onverminderd het bepaalde dienaangaande in de wet. In de WHW wordt de in- en uitschrijving in de artikelen. 7.32 tot en met 7.42a geregeld; bepalingen inzake de collegegelden zijn in de artikelen. 7.43 tot en met 7.49 opgenomen. Artikel 1.
BEGRIPSBEPALINGEN
In de Regeling wordt verstaan onder: a. aanmelding: een verzoek tot inschrijving b. studiejaar: het studiejaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus daaropvolgend. c. extraneus: inschrijvingsstatus waarbij men alleen tentamens en examens mag afleggen; als extraneus heeft men geen recht op onderwijs en faciliteiten, m.u.v. de bibliotheek. d. EER: verdrag betreffende de Europese Economische Ruimte e. studiefinanciering: voorwaardelijke lening of basisbeurs, eventueel aanvullende beurs en toeslagen, en/of rentedragende lening conform de Wet Studiefinanciering 2000 (WSF 2000). Ook een zogenaamde nullening (het niet laten uitbetalen van de lening) behoort tot studiefinanciering. f. wettelijk collegegeld: het door de wetgever vastgestelde volledige of gedeeltelijke collegegeld voor studenten uit Nederland, en daarmee gelijkgestelde studenten, die sinds 1991 geen (door de overheid bekostigde) graad van hetzelfde niveau (bachelor of master) hebben behaald in Nederland. Bedoelde studenten zijn woonachtig in de Benelux of in de aangrenzende Duitse deelstaten. g. verhoogd wettelijk collegegeld: het collegegeld bestaande uit het wettelijk collegegeld en het verhoogd tarief voor langstudeerders. h. langstudeerder: de student die langer voor een (door de overheid bekostigde) opleiding in het hoger onderwijs staat ingeschreven dan de nominale studieduur van de opleiding, vermeerderd met één jaar. i. instellingscollegegeld: het door de VU vastgestelde collegegeldtarief voor studenten die niet onder het wettelijk collegegeld vallen. Studenten die een tweede bachelor- of masteropleiding volgen in de domeinen onderwijs of gezondheidszorg en die niet eerder een graad hebben behaald in deze domeinen, betalen het wettelijk collegegeld. j. beëindigen: het beëindigen van de inschrijving aan de VU waarmee alle rechten en plichten vervallen (zoals volgen onderwijs, afleggen van tentamens en examens, en gebruikmaken van faciliteiten). k. premasterprogramma: programma dat de premasterstudent volgt om zich voor te bereiden op deelname aan het masteronderwijs. Artikel 2.
AANMELDING EN INSCHRIJVING
1. De directeur van de Dienst Studentenzaken (DSZ) is namens het College van Bestuur belast met de inschrijving van studenten en besluit over verzoeken tot inschrijving en beëindiging van de inschrijving die afwijken van de in deze regeling beschreven werkwijze, waar van toepassing na overleg met het desbetreffende faculteitsbestuur. 2. Aan inschrijving gaat een aanmelding vooraf. 3. Een aanmelding of herinschrijving vindt plaats via Studielink. Artikel 2a AANMELDING EN INSCHRIJVING BACHELOROPLEIDINGEN 2012-2013 1. Ten behoeve van de inschrijving voor een bacheloropleiding gelden de volgende data: a) inschrijven tot en met 31 augustus 2012 of b) indien een bewijs van toelating van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is vereist: binnen vier weken na afgifte van het bewijs, doch uiterlijk 30 september 2012. 2. Inschrijving voor een bacheloropleiding na 31 augustus 2012, maar voor 1 maart 2013, is voorbehouden aan studenten die voor 1 september 2012 ook als student aan de Vrije Universiteit waren ingeschreven voor dezelfde opleiding en kan slechts plaatsvinden op advies van de studieadviseur van de betrokken faculteit of van de studentendecaan. Het verzoek wordt getoetst aan de volgende criteria: a) de student heeft een reëel belang bij na-inschrijving; b) de motivering van de termijnoverschrijding is toereikend; c) inpassing in het onderwijsprogramma is mogelijk; 1
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
d) het universitaire belang verzet zich niet hiertegen. Inschrijving na 1 september 2012 vindt plaats met ingang van de maand volgend op die waarin aan de voorwaarden voor inschrijving is voldaan. Inschrijving met terugwerkende kracht is niet toegestaan. 3. Inschrijving na 1 maart 2013 kan slechts op advies van de studieadviseur van de betrokken faculteit of van de studentendecaan plaatsvinden indien: a) aannemelijk is gemaakt dat in het desbetreffende studiejaar het bachelorexamen kan worden afgelegd; b) de opleiding na langdurige ziekte wordt vervolgd. 4. Inschrijving na 1 september is niet mogelijk, indien de verzoeker reeds eerder in het lopende studiejaar was ingeschreven, tenzij een studentendecaan heeft geadviseerd de inschrijving tijdelijk te onderbreken om studievertraging te voorkomen die het gevolg is van het ontbreken van een studeerbaar programma.1 Artikel 3.
AANMELDING EN INSCHRIJVING PREMASTEROPLEIDINGEN 2012-2013
1. De aanmelding voor een premasterprogramma vindt plaats via Studielink onder vermelding van de beoogde masteropleiding. De premasterstudent wordt ingeschreven in de voorbereidende bacheloropleiding, tenzij het faculteitsbestuur verzoekt om inschrijving als cursist. 2. Aanmelding voor een premasteropleiding is alleen mogelijk voor 1 mei 2012. Aanmelding na 1 mei en voor 1 juli is slechts in beperkte mate en onder voorwaarden mogelijk bij Faculteiten, genoemd in bijlage IV. 3 Inschrijven voor een premasteropleiding is alleen mogelijk tot en met 31 augustus 2012. Artikel 4. AANMELDING EN INSCHRIJVING MASTEROPLEIDINGEN 2012-2013 1. Aanmelding voor een masteropleiding door een student die geen bachelorexamen heeft behaald aan de VU is alleen mogelijk voor 1 mei 2012. Aanmelding na 1 mei en voor 1 juli is slechts in beperkte mate en onder voorwaarden mogelijk bij Faculteiten, genoemd in bijlage IV. 2. In afwijking van lid 4 dienen studenten die gebruik wensen te maken van de diensten van Bureau Internationalisering zich voor 1 april 2012 aan te melden. 3. Inschrijven voor een masteropleiding door een student die geen bachelorexamen heeft behaald aan de VU is alleen mogelijk tot en met 31 augustus 2012. 4. Een student die aan de VU een bacheloropleiding heeft gevolgd en een daartoe in de onderwijs- en examenregeling aangewezen masteropleiding („doorstroommaster‟) of een „selectieve‟ masteropleiding wil volgen, kan zich aanmelden en inschrijven tot en met 31 augustus 2012. 5. Inschrijving na 31 augustus 2012, maar voor 1 maart 2013, is voorbehouden aan studenten die voor 1 september 2012 ook als student aan de Vrije Universiteit waren ingeschreven voor dezelfde opleiding en kan plaatsvinden op advies van de studieadviseur van de betrokken faculteit of van de studentendecaan. Het verzoek wordt getoetst aan de volgende criteria: a) de student heeft een reëel belang bij na-inschrijving; b) de motivering van de termijnoverschrijding is toereikend; c) inpassing in het onderwijsprogramma is mogelijk; d) het universitaire belang verzet zich niet hiertegen. Inschrijving na 1 september 2012 vindt plaats met ingang van de maand volgend op die waarin aan de voorwaarden voor inschrijving is voldaan. Inschrijving met terugwerkende kracht is niet toegestaan. 6. Inschrijving na 1 maart 2013 kan slechts op advies van de studieadviseur van de betrokken faculteit of van de studentendecaan plaatsvinden indien: a) aannemelijk is gemaakt dat in het desbetreffende studiejaar het masterexamen kan worden afgelegd; b) de opleiding na langdurige ziekte wordt vervolgd. 7. Inschrijving na 1 september is niet mogelijk, indien de verzoeker reeds eerder in het lopende studiejaar was ingeschreven, tenzij een studentendecaan heeft geadviseerd de inschrijving tijdelijk te
1
Met een studeerbaar programma wordt bedoeld een studieprogramma dat aansluitende onderwijsonderdelen biedt. De onderbreking tussen de aangeboden onderwijsonderdelen mag niet langer dan drie maanden zijn. Anders is sprake van een onstudeerbaar programma. De daardoor opgelopen studievertraging dient te wijten te zijn aan het faculteitsbestuur. Vertraagde studie door herkansingen, ziekte etc. valt niet onder het begrip onstudeerbaar programma. 2
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
onderbreken om studievertraging te voorkomen die het gevolg is van het ontbreken van een studeerbaar programma.2 Artikel 5.
VOORWAARDEN - ALGEMEEN
1. Onverminderd de voorwaarden die de wet daaraan heeft gesteld, wordt tot inschrijving overgegaan indien: a. er een elektronische aanmelding, via Studielink, is ontvangen en b. het collegegeld tijdig door de VU is ontvangen, al dan niet via een (digitale) machtiging tot inning door middel van gespreide betaling. Voorts vindt inschrijving plaats, indien: c. de instelling van “eerste inschrijving” verklaart dat het (volledige bedrag aan) wettelijk of verhoogd wettelijk collegegeld is betaald door het afgeven van een Bewijs Betaald Collegegeld (BBC). 2. Voorzover van toepassing dient student aan een of meer van de volgende voorwaarden te hebben voldaan, voordat tot inschrijving kan worden overgegaan: a. in eerdere studiejaren verschuldigde, maar nog niet betaalde college- of examengelden zijn voldaan; b. betrokkene die 18 jaar en ouder is en die niet de nationaliteit van één van de landen van de EER heeft, heeft aangetoond dat hij rechtmatig in Nederland verblijft op 1 september van het studiejaar, waarin hij voor het eerst inschrijving verlangt voor een opleiding; c. de toestemming, bedoeld in artikel 2a lid 2 en 3 of artikel 4 lid 5 en 6 is verkregen; e. de schadeloosstelling, bedoeld in artikel 15.2 WHW, vanwege het volgen van onderwijs of afleggen van tentamens zonder geldige inschrijving, is voldaan. 3. De inschrijving dient vóór 1 september 2012 te zijn afgerond, onverminderd de regelingen bedoeld in artikelen 2, 3 en 4. De inschrijving is niet afgerond als niet aan de vooropleidingeisen, de inschrijfvereisten (bijvoorbeeld het bewijs van toelating en verificatie van persoons- en vooropleidingsgegevens) en het betalen van het collegegeld, al dan niet door middel van een machtiging, is voldaan. Artikel 6.
TOELATINGSEISEN BACHELOR
Vooropleidingseisen 1. Er is voldaan aan de vooropleidingseisen, alsmede de nadere vooropleidingseisen, indien a. de aanmelder in het bezit is van een VWO-diploma met een profiel dat voldoet aan het bepaalde in de vigerende “Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs” (OCW); b. de aanmelder in het bezit is van een VWO-diploma oude stijl en een verklaring van de examencommissie van de te volgen opleiding overlegt dat is voldaan aan de (inhoudelijk aan het aangewezen profiel vergelijkbare) eisen die in de Onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding zijn vastgelegd. 2. Een aanmelder die in het bezit is van een VWO-diploma zonder het profiel dat vereist is voor toelating tot de opleiding, kan alleen inschrijving voor een opleiding verkrijgen, indien deze opleiding is aangewezen bij ministeriële regeling op grond van artikel 7.25 lid 4 WHW. De aanmelder zal uiterlijk voor het einde van het eerste studiejaar (60 ec) door een aanvullend onderzoek moeten tonen dat hij aan de profieleisen voldoet. 3. Indien een aanmelder toelating verzoekt tot een opleiding, waarvoor nadere vooropleidingeisen gelden, gaat het College van Bestuur niet tot inschrijving over, voordat aan de nadere vooropleidingseisen op VWO-niveau is voldaan. 4. Vrijstelling vooropleidingseis a. Aan de vooropleidingeisen is eveneens voldaan door een aanmelder die in het bezit is van een propedeutisch getuigschrift van een HBO-of een WO-opleiding of aan wie een bachelor- of mastergraad is verleend, met inachtneming van de “Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs”. b. Vrijstelling wordt eveneens verleend, indien een aanmelder beschikt over een ander diploma van een vooropleiding dan bedoeld in lid 1, dat bij ministeriële regeling, dan wel door het College van Bestuur als tenminste gelijkwaardig is bevonden aan de gestelde vooropleidingseisen. 2
Met een studeerbaar programma wordt bedoeld een studieprogramma dat aansluitende onderwijsonderdelen biedt. De onderbreking tussen de aangeboden onderwijsonderdelen mag niet langer dan drie maanden zijn. Anders is sprake van een onstudeerbaar programma. De daardoor opgelopen studievertraging dient te wijten te zijn aan het faculteitsbestuur. Vertraagde studie door herkansingen, ziekte etc. valt niet onder het begrip onstudeerbaar programma. 3
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
c. Eveneens is degene vrijgesteld die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137, „Lissabon‟) heeft geratificeerd, tenzij het College van Bestuur een aanzienlijk verschil kan aantonen tussen de toegangseisen in het land bedoeld in de vorige volzin en de eisen van de WHW. d. Aan de nadere vooropleidingseisen dient zo nodig alsnog te worden voldaan. 5. Degene die een buitenlands diploma van een vooropleiding bezit, dat tenminste gelijk is aan het VWO-diploma met het voor de te volgen opleiding juiste profiel, wordt niet ingeschreven, voordat hij aan de examencommissie heeft aangetoond de Nederlandse taal zodanig te beheersen dat het onderwijs met vrucht kan worden gevolgd dan wel daarvan vrijgesteld is. Voldoende beheersing van de Nederlandse taal kan aangetoond worden door het succesvol afleggen van: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II), - de Interuniversitaire Toelatingstoets Nederlands (ITN), - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT and PTHO, - Door de VU aangewezen buitenlandse eindexamens, waarvan Nederlands deel uitmaakte. 6. In afwijking van lid 5 dient degene die een Engelstalige opleiding wil volgen aan te tonen dat hij over voldoende Engelse taalvaardigheid beschikt door - tenminste een VWO of daaraan gelijkgesteld diploma behaald te hebben of - tenminste voldaan te hebben aan de onderstaande normen - IELTS 6.0 (bij IBA3 6.5) - TOEFL paper based test: 550 (bij IBA 575) - TOEFL computer based test: 213 - TOEFL internet based test: 79-80(bij IBA 90) Van de toets zijn vrijgesteld: - zij die niet langer dan een jaar voor aanvang van de opleiding een Engelse test (IELTS/TOEFL) hebben afgerond met een score die overeenkomt met de eerder in dit artikel genoemde minimale eisen, - zij die hebben voldaan aan de eisen van de VU-test Engelse Taalvaardigheid: TOEFL ITP, - zij die een Engelstalige vooropleiding hebben afgerond in Canada, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Nieuw Zeeland of Australië. Artikel 6A.
TOELATINGSEISEN PREMASTER
Toelatingseisen 1.Een door of namens het faculteitsbestuur afgegeven bewijs van toelating, waarbij is vastgesteld dat de student: a. in het bezit is van een toelatend bachelorgetuigschrift of doctoraalgetuigschrift dan wel is vrijgesteld van het bezit van een toelatend getuigschrift, al dan niet door het afleggen van een onderzoek (premasterassessment); b. aan de overige, in de onderwijs- en examenregeling voor toelating gestelde eisen, heeft voldaan. 2. Degene die een bacheloropleiding heeft genoten in een andere taal dan het Nederlands, en voldoet aan de eisen om met de Nederlandstalige masteropleiding te beginnen, wordt niet ingeschreven, voordat hij aan de examencommissie heeft aangetoond de Nederlandse taal zodanig te beheersen dat het onderwijs met vrucht kan worden gevolgd. 3.Degene die een Engelstalige masteropleiding wil volgen, dient aan te tonen dat hij de Engelse taal - op tenminste VWO-niveau beheerst of - met goed gevolg een gelijkwaardige TOEFL toets (minimumscore 580 (paperbased), 237 (computer based) of 92-93 (internet-based), of IELTS-toets (minimumscore 6,5) heeft afgelegd dan wel daarvan is vrijgesteld, of - het Cambridge Certificate of Proficiency in English (CPE) of het Cambridge Certificate of Advanced English (CAE) heeft afgelegd met een score A, B of C. Artikel 7.
TOELATING BIJZONDERE SITUATIES
1. Een persoon kan worden vrijgesteld van de wettelijke vooropleidingseis van artikel 6 lid 1, indien hij met goed gevolg het op hem toepasselijk colloquium doctum heeft afgelegd. Op het moment van het afleggen van het colloquium doctum dient bedoelde persoon 21 jaar of ouder te zijn.
3
IBA = International Business Administration 4
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
2. Van de leeftijdsgrens van 21 jaar kan op verzoek van betrokkene met een niet-Nederlandse nationaliteit door het College van Bestuur worden afgeweken, indien betrokkene a. beschikt over een buitenlands diploma dat in eigen land toegang geeft tot het wetenschappelijk onderwijs b. geen bewijs van een diploma kan overleggen als gevolg van ernstige omstandigheden in het land van herkomst, zoals in het geval van vluchtelingen. 3. Degene die het colloquium doctum met succes heeft afgerond, wordt niet ingeschreven, voordat hij aan de examencommissie heeft aangetoond de instructietaal van de gekozen opleiding (Nederlands of Engels) zodanig te beheersen dat het onderwijs met vrucht kan worden gevolgd. 4. Toelating op grond van een colloquium doctum geldt uitsluitend voor het studiejaar na het afleggen van het colloquium doctum en geeft uitsluitend toelating tot de opleiding, waartoe het colloquium doctum is afgelegd. 5. Indien een verzoek tot inschrijving betrekking heeft op een 'numerus fixus'-opleiding dient een door DUO afgegeven bewijs van toelating te worden overgelegd. 6. Voor aanmelding voor een opleiding van het Amsterdam University College gelden afwijkende voorwaarden. Zie hiervoor bijlage V. Artikel 8.
TOELATINGSEISEN MASTEROPLEIDING
1. Aansluitende masteropleiding („doorstroommaster‟) Toelatingseisen: a. Een student kan worden ingeschreven in een aangewezen masteropleiding („doorstroommaster‟), als hem een graad is verleend van de desbetreffende bacheloropleiding aan de VU, en, voor zover vereist, de student de examenonderdelen van de desbetreffende toelatende afstudeerrichting binnen deze bacheloropleiding met goed gevolg heeft afgelegd. b. Een door of namens het faculteitsbestuur aan student afgegeven bewijs van toelating dat hij, in afwijking van het bepaalde in het vorige lid, wordt toegelaten, omdat is voldaan aan in de onderwijs- en examenregeling van de desbetreffende masteropleiding vastgelegde (toelatings)eisen. 2. De overige masteropleidingen („selectieve master‟) Toelatingseisen: 1.Een door of namens het faculteitsbestuur afgegeven bewijs van toelating, waarbij is vastgesteld dat de student: a. in het bezit is van een toelatend bachelorgetuigschrift of doctoraalgetuigschrift dan wel is vrijgesteld van het bezit van een toelatend getuigschrift, al dan niet door het afleggen van een onderzoek (assessment); b. aan de overige, in de onderwijs- en examenregeling voor toelating gestelde eisen, heeft voldaan. 2. Degene die een bacheloropleiding heeft genoten in een andere taal dan het Nederlands, en voldoet aan de eisen om met de Nederlandstalige masteropleiding te beginnen, wordt niet ingeschreven, voordat hij aan de examencommissie heeft aangetoond de Nederlandse taal zodanig te beheersen dat het onderwijs met vrucht kan worden gevolgd. De vereiste kennis kan aangetoond worden door het succesvol afleggen van: - het staatsexamen Nederlands Tweede Taal, examen II (NT2 II), - de Interuniversitaire Toelatingstoets Nederlands (ITN), - CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) examens PAT and PTHO, - Door de VU aangewezen buitenlandse eindexamens, waarvan Nederlands deel uitmaakte. 3. Voor toelating tot een Engelstalige masteropleiding legt de belangstellende voor aanvang van de opleiding een gecertificeerde taaltoets Engels af. De minimale eisen die gesteld worden aan de Engelse taalvaardigheid van studenten, zijn: - IELTS 6.5 - TOEFL paper based test: 580 - TOEFL computer based test: 237 - TOEFL internet based test: 92-93 - het Cambridge Certificate of Proficiency in English (CPE) of het Cambridge Certificate of Advanced English (CAE): score A, B of C. Van de toets zijn vrijgesteld: - zij die niet langer dan een jaar voor aanvang van de opleiding een Engelse test (IELTS/TOEFL) hebben afgerond met een score die overeenkomt met de eerder in dit artikel genoemde minimale eisen, - zij die hebben voldaan aan de eisen van de VU-test Engelse Taalvaardigheid: TOEFL ITP,
5
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
- zij die een Engelstalige vooropleiding hebben genoten in Canada, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Nieuw Zeeland of Australië. - de bezitter van het bachelorgetuigschrift voor wie deze masteropleiding is aangewezen als aansluitende masteropleiding. Van deze student kan een taaltoets tijdens de opleiding worden verlangd. Artikel 9.
TOELATINGSEISEN LERARENOPLEIDING
Toelatingsvereisten 1. De student is in het bezit van een mastergetuigschrift [of een doctoraalgetuigschrift] dat verband houdt met de te volgen lerarenopleiding. 2. Indien een verzoek de eerste inschrijving voor de lerarenopleiding betreft, beoordeelt het Faculteitsbestuur of toelating kan worden verleend. Artikel 10.
COLLEGEGELDEN
1. Voor het betalen van het wettelijk collegegeld komen in aanmerking zij die: a. de Nederlandse, Surinaamse of Zwitserse nationaliteit hebben dan wel onderdaan zijn van een van de EER-landen (zie verder bijlage I) b. hebben aangetoond in Nederland woonachtig te zijn dan wel in de Duitse deelstaten Bremen, Nedersaksen of Noordrijn-Westfalen dan wel in België of Luxemburg. Voor hem die in Nederland woont, geldt als bewijsstuk een uittreksel van de Gemeentelijke Basisadministratie. Ieder ander dient een overeenkomstig bewijsstuk te leveren; c. sinds 1991 geen (door de overheid bekostigde) graad van hetzelfde niveau (bachelor of master) hebben behaald in Nederland. 2. Een langstudeerder betaalt het verhoogd wettelijk collegegeld. 3. Een premasterstudent betaalt een premastertarief ter hoogte van het wettelijk collegegeld. 3. Alle overige studenten betalen het instellingscollegegeld. 4. Voor het studiejaar 2012-2013 zijn de volgende tarieven (onder voorbehoud) vastgesteld voor EERstudenten of daaraan gelijkgestelden (zie bijlage I): - wettelijk collegegeld bij een voltijdopleiding - wettelijk collegegeld bij een deeltijdopleiding - wettelijk collegegeld bij een deeltijd bacheloropleiding theologie - wettelijk collegegeld bij een deeltijdopleiding joint theologie - wettelijk collegegeld bij een duale opleiding - verhoogd wettelijk tarief voor langstudeerders - verhoogd wettelijk tarief voor deeltijd bacheloropleiding theologie - verhoogd wettelijk tarief voor deeltijdopleiding joint theologie
- wettelijk collegeld bij een deeltijd masteropleiding Accounting and control opleiding met PGO geldt een aangepast tarief) - examengeld extraneus - wettelijk collegegeld Social psychology - verhoogd wettelijk tarief Social psychology
€ 1.771,€ 1.771,€ 1.559,€ 1.559,€ 1.771,€ 4.834,€ 4.622,€ 4.622,-
€ 1.416,80 (bij de combi € 9.000,€ 5.000,€ 8.063,-
5. Voor het studiejaar 2012-2013 is het volgende instellingscollegegeld vastgesteld: - bacheloropleidingen aangeboden door de Faculteiten der Letteren, Godgeleerdheid met uitzondering van de (joint) bachelor theologie, Wijsbegeerte, Rechtsgeleerdheid, Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, Psychologie en Pedagogiek, Sociale Wetenschappen € 9.000,- voltijd (joint) bacheloropleiding theologie € 2.800,- deeltijd (joint) bacheloropleiding theologie € 2.464,- bacheloropleidingen aangeboden door de Faculteiten der Aard en Levenswetenschappen, Exacte Wetenschappen, Bewegingswetenschappen € 11.000,- bachelor- en masteropleiding Tandheelkunde € 25.000,- bachelor- en masteropleiding Geneeskunde € 15.000,6
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
- masteropleidingen aangeboden door de Faculteiten der Letteren, Godgeleerdheid, Wijsbegeerte € 10.500,- masteropleidingen aangeboden door de Faculteiten der Rechtsgeleerdheid, Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, Psychologie en Pedagogiek, Sociale Wetenschappen, Aard en Levenswetenschappen, Exacte Wetenschappen, Bewegingswetenschappen, Researchmasters Geneeskunde: € 12.000,€ 12.000,-
Economics (Tinbergen)
Overgangsregeling 6. Voor EER- studenten of daaraan gelijkgestelden die op 1 februari 2011 stonden ingeschreven voor een bepaalde opleiding en vanaf het studiejaar 2011-2012 instellingscollegegeld zouden moeten betalen op grond van een eerder behaalde graad, gelden vanaf september 2011 overgangsbepalingen voor die opleiding. Voltijdstudenten die hieraan voldoen komen gedurende de nominale studieduur + 1 jaar, gerekend vanaf het instroommoment 1 september of indien van toepassing 1 februari, in aanmerking voor een instellingstarief dat gelijk wordt gesteld aan het wettelijk collegegeld, op voorwaarde dat er sprake is van een niet onderbroken inschrijving. Deeltijdstudenten die hieraan voldoen komen gedurende tweemaal de nominale studieduur + 1 jaar, gerekend vanaf het instroommoment 1 september of indien van toepassing 1 februari, in aanmerking voor een instellingstarief dat gelijk wordt gesteld aan het wettelijk collegegeld, op voorwaarde dat er sprake is van een niet onderbroken inschrijving. 7. Voor niet-EER- studenten die op 1 februari 2010 aan de VU stonden ingeschreven en in het studiejaar 2010-2011 het verhoogde instellingscollegegeld zouden moeten betalen, gelden de overgangsbepalingen zoals vermeld in de bijlage II (Overgangsregeling niet-EER 2009-2010) . 8. Premasterstudenten betalen voor hun programma een premastertarief. EER-studenten en daaraan gelijkgestelden betalen een premastertarief ter hoogte van het wettelijk tarief. Niet-EER-studenten betalen een premastertarief ter hoogte van het niet-EER-tarief voor bachelorstudenten aan de betreffende opleiding. Artikel 11 .
INNING COLLEGEGELD
1. Het collegegeld kan worden voldaan door: a. betaling ineens, al dan niet bij volmacht; b. gespreide betaling, door afgifte van een onherroepelijke volmacht voor gespreide (digitale) betaling. De inning vindt plaats in 5 termijnen. 2. Administratiekosten a) Bij betaling ineens worden geen administratiekosten in rekening gebracht. b) De administratiekosten bij gespreide betaling zijn vastgesteld op € 24,00 per jaar en dienen vooraf te worden voldaan. 3. Bijlage III „Protocol inning collegegeld‟ is van toepassing.
Artikel 12.
NADERE BEPALINGEN COLLEGEGELD
1. Vermindering collegegeld a. Bij inschrijving als student na 1 september wordt het collegegeld per studiejaar met een twaalfde deel verminderd voor elke maand dat de student niet is ingeschreven. b. Bij inschrijving als extraneus is geen vermindering of restitutie van examengeld mogelijk; ook niet bij inschrijving in de loop van het studiejaar dan wel bij tussentijdse uitschrijving. c. Bij inschrijving als premaster is geen vermindering of restitutie van examengeld mogelijk; ook niet bij inschrijving in de loop van het studiejaar dan wel bij tussentijdse uitschrijving. 2. Betaling collegegeld bij meer dan één inschrijving: a. Indien de inschrijving meer dan één opleiding aan de VU betreft, is de student één maal (het hoogste) collegegeld verschuldigd. b. Indien de inschrijving meer dan één opleiding betreft aan verschillende instellingen van hoger onderwijs, wordt voor de inschrijving van de tweede opleiding aan de Vrije Universiteit vrijstelling van het (verhoogd) wettelijk collegegeld gegeven, tenzij het betaalde dan wel te betalen bedrag voor de eerste inschrijving lager is. Student dient de verklaring, bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c te overleggen.
7
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
c. In geval een tweede inschrijving bij de Vrije Universiteit wordt verlangd, zoals bedoeld onder b, vindt geen vermindering of vrijstelling plaats op grond van elders betaald collegegeld, als de student aan de Vrije Universiteit het instellingscollegegeld dan wel het premastertarief verschuldigd is.
Artikel 13.
BEËINDIGING INSCHRIJVING
1. Iedere inschrijving eindigt van rechtswege op de laatste dag van het studiejaar: 31 augustus. 2. De inschrijving kan tevens op de volgende wijzen beëindigd worden a. op verzoek van de student (via Studielink) met ingang van de eerste van de maand na indiening van het verzoek. b. indien incasso van het verschuldigde collegegeld niet mogelijk blijkt (bijvoorbeeld wegens onvoldoende saldo op de rekening, waarvoor een onherroepelijke machtiging als bedoeld in artikel 11.1 is gegeven), beëindigt de directeur DSZ de inschrijving met ingang van de tweede maand, volgend op de aanmaning. Indien de student ingeschreven wenst te blijven, krijgt hij de gelegenheid binnen vier weken na de incassodatum alsnog het verschuldigde bedrag in één keer over te maken. Bijlage III „Protocol inning collegegeld‟ is van toepassing. c. na het overlijden van een student met ingang van de eerste maand na diens overlijden. 3. Beëindiging van de inschrijving is niet mogelijk als een bewijs van betaald collegegeld is afgegeven aan verzoeker. 4. Het College van Bestuur van de VU kan de inschrijving van een student beëindigen op advies van de examencommissie of het faculteitsbestuur , na zorgvuldige afweging van de belangen van de student en van de VU, indien de student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen, waartoe de opleiding of de voorbereiding tot die beroepsuitoefening hem opleidde. 5.Het College van Bestuur van de VU kan de inschrijving van een student beëindigen op advies van de desbetreffende examencommissie en op verzoek van het faculteitsbestuur, indien ernstige fraude door de student is vastgesteld. 6. Het College van Bestuur van de VU kan de inschrijving van een student beëindigen op verzoek van het faculteitsbestuur, indien de student zich in zeer ernstige mate heeft misdragen ten aanzien van medewerkers of studenten van de VU. Artikel 14.
TERUGBETALING COLLEGEGELD
1. Het verzoek tot vermindering van het collegegeld wordt uitsluitend ingewilligd ingeval van uitschrijving conform het bepaalde in artikel 12.1a (vermindering collegegeld) en in artikel 13 (beëindiging inschrijving) van deze Regeling. Het besluit tot terugbetaling van collegegeld wordt zo mogelijk tegelijk met het besluit tot tussentijdse beëindiging inschrijving meegedeeld aan de verzoeker. 2. Op een verzoek wordt als regel binnen een maand na ontvangst beslist, maar in ieder geval vóór 31 december van het kalenderjaar waarin het einde van het desbetreffende studiejaar valt. 3. Bij beëindiging van de inschrijving wordt het collegegeld gerestitueerd ter hoogte van 1/12 voor elke maand van het studiejaar dat de student niet meer is ingeschreven. Bij beëindiging van de inschrijving per 1 juli of 1 augustus wordt geen collegegeld gerestitueerd. 4. Terugbetaling geschiedt op de rekening waaruit de betaling van het collegegeld is voldaan. Artikel 15.
HARDHEIDSCLAUSULE
Waar de toepassing van deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt, kan de directeur DSZ namens het College van Bestuur ten gunste van de student van deze Regeling afwijken. Een beroep op de hardheidsclausule moet zo spoedig mogelijk en schriftelijk door de student worden ingediend, doch niet later dan een maand na afloop van het desbetreffende studiejaar. Bij het verzoek moeten schriftelijke bewijsstukken gevoegd worden. Op het verzoek wordt uiterlijk binnen zes weken beslist door de directeur DSZ namens het College van Bestuur. Alvorens de directeur DSZ namens het College van Bestuur een beslissing neemt, wordt de student in de gelegenheid gesteld te worden gehoord en wordt het desbetreffende faculteitsbestuur en/of de studentendecaan om advies gevraagd. Artikel 16.
SCHADEVERGOEDING WEGENS NIET-GERECHTIGDE DEELNAME AAN HET ONDERWIJS
8
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
1. Indien blijkt dat een student zonder te zijn ingeschreven gebruik heeft gemaakt van onderwijs- dan wel examenvoorzieningen, wordt hem bericht dat hij aan de universiteit een schadevergoeding verschuldigd is ter hoogte van een twaalfde van het instellingscollegegeld voor elke maand waarin onderwijs is gevolgd dan wel tentamens zijn afgelegd, te betalen binnen 14 dagen na verzending. 2. De directeur DSZ is belast met het uitvoeren van de regeling ter zake van de inning van de schadevergoeding voor niet-gerechtigde deelname aan het onderwijs. Artikel 17.
CENTRAAL REGISTER INSCHRIJVING
1. De directeur DSZ is belast met het verstrekken van informatie aan het Centraal Register Inschrijving Hoger Onderwijs (CRIHO). 2. De directeur DSZ is belast met het inwinnen van informatie uit het CRIHO. Artikel 18.
VERSTREKKEN GEGEVENS OMTRENT INSCHRIJVING
1. Gegevens omtrent inschrijving worden uitsluitend verstrekt in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens. 2. Gegevens omtrent het behalen van een afsluitend examen worden verstrekt aan derden mits deze de naam, voorletters, geboortedatum en geboorteplaats van de student opgeven en onder opgave van het afgelegde examen en de datum van het examen. Artikel 19.
REGISTRATIE ALS BIJVAKSTUDENT
1. Degene die in het kader van een opleiding aan een andere universiteit of hogeschool één of meer onderwijsonderdelen wil volgen aan de Vrije Universiteit, dient hiervoor een verzoek in via het Studentenportaal. 2. Het verzoek dient vergezeld te gaan van: - een verklaring van de examencommissie van de eerste opleiding dat het vak in het kader van die opleiding gevolgd wordt; - en een bewijs betaald collegegeld van de instelling van eerste inschrijving. 3. Het desbetreffende faculteitsbestuur van de Vrije Universiteit dient te verklaren dat geen bezwaar bestaat tegen registratie als bijvakstudent. 4. Toelating tot de opleiding aan de Vrije Universiteit kan worden geweigerd op grond van capaciteit en/of onvoldoende voorkennis bij de student. Artikel 20.
GELDIGHEIDSDUUR
Deze Regeling geldt voor het studiejaar 2012-2013, tenzij voor onderdelen van de Regeling tussentijds de wettelijke grondslag wordt gewijzigd of vervalt, in welke gevallen tot overeenkomstige aanpassing van dit document zal worden overgegaan. Artikel 21.
SLOT
1. Het besluit om een student al dan niet in te schrijven wordt schriftelijk gegeven en met redenen omkleed. 2. In de gevallen waarin een advies is voorgeschreven, voordat een besluit wordt genomen, wordt in een negatief besluit aangegeven in hoeverre en op welke gronden is afgeweken van dat advies. 3. Bij een negatief besluit wordt de mogelijkheid tot bezwaar vermeld.
Aldus vastgesteld door het College van Bestuur op 20-04-2012.
9
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
Bijlage I
Betaling van het wettelijk collegegeld
Voor betaling van het wettelijk collegegeld komen in aanmerking studenten die voldoen aan de zogenoemde nationaliteitseis (zie verder) 1. woonachtig zijn in Nederland, België, Luxemburg of een van de Bondsstaten NoordRijnland-Westfalen, Nedersaksen of Bremen van de Bondsrepubliek Duitsland 2. en die - blijkens het Centraal register inschrijving hoger onderwijs(CRIHO) – een eerste bachelor- en/of masteropleidng volgen en aan wie nog geen graad Bachelor, respectievelijk Master is verleend door een bekostigde instelling.
Nationaliteitseis: – de personen die de Nederlandse nationaliteit bezitten of – personen met de nationaliteit van één van de EU-lidstaten (België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd koninkrijk, Zweden); – Personen met de nationaliteit van één van de EER-landen, voorzover die geen EU-lidstaat zijn: Liechtenstein, Noorwegen en IJsland; – Onder voorwaarden: personen met een Turkse nationaliteit op grond van het Associatiebesluit 1/80 van de Associatieraad EEG/Turkije1 (kinderen van (voormalig)werknemers die in een lidstaat wonen waar zij werken of gewerkt hebben); – Personen met een Zwitserse nationaliteit; – familieleden (echtgenoot; partner met wie de burger van de Unie overeenkomstig de wetgeving van dat land een geregistreerd partnerschap heeft gesloten, voorzover wetgeving van het gastland partnerschap gelijk stelt met het huwelijk en aan de voorwaarden van de wetgeving van het gastland wordt voldaan; rechtstreekse bloedverwant in neergaande lijn alsmede die van de echtgenoot of partner beneden de leeftijd van 21 jaar of die ten hunne laste komt; de rechtstreekse bloedverwant in opgaande lijn, alsmede die van de echtgenoot en partner die ten hunne laste komen) van in Nederland wonende EU-burgers, die een niet EER-nationaliteit bezitten; – de personen die de Surinaamse nationaliteit bezitten. Verder komen in aanmerking voor betaling van het wettelijk collegegeld: – de vreemdelingen die hier uitsluitend rechtmatig verblijf houden op grond van een verblijfsvergunning asielvoor bepaalde tijd (artikel 28 Vreemdelingenwet); – de vreemdelingen die hier uitsluitend rechtmatig verblijf houden op grond van een verblijfsvergunning asielvoor onbepaalde tijd (artikel 33 Vreemdelingenwet); – de vreemdelingen die hier uitsluitend rechtmatig verblijf houden op grond van een verblijfsvergunning reguliervoor onbepaalde tijd (artikel 20 Vreemdelingenwet 2000); – de vreemdelingen die hier uitsluitend rechtmatig verblijf houden op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd (artikel 14 Vreemdelingenwet 2000). Er moet bij een dergelijke vergunning wel sprake van zijn dat de vergunning verleend is verband houdende met: 1°. gezinshereniging of gezinsvorming als bedoeld in artikel 15 van de Vreemdelingenwet 2000 met een Nederlander of met een vreemdeling als bedoeld in de onderdelen a of b van dit artikel of hiermee verband houdend voortgezet verblijf, 2°. verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling of hiermee verband houdend voortgezet verblijf, 3°. verblijf ter adoptie of als pleegkind of hiermee verband houdend voortgezet verblijf,
10
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
4°. verband houdende met de vervolging van mensenhandel of hiermee verband houdend voortgezet verblijf, 5°. verblijf als vreemdeling die buiten zijn schuld niet uit Nederland kan vertrekken of hiermee verband houdend voortgezet verblijf, 6°. anders dan genoemd in artikel 3.4, eerste lid, Vreemdelingenbesluit 2000, als bedoeld in artikel 3.4, derde lid, Vreemdelingenbesluit 2000 of hiermee verband houdend voortgezet verblijf, of 7°. verband houdende met afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet als bedoeld in artikel 3.17a, onderdeel b, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 of hiermee verband houdend voortgezet verblijf; – De vreemdelingen die in afwachting zijn van de beslissing op aanvraag tot verlenen of verlengen van een verblijfsvergunning, voor zover zij reeds studiefinanciering genieten (artikel 3, onderdeel e, Besluit studiefinanciering 2000); – De vreemdelingen die al eerder tegemoetkoming (ingevolge de WTOS) hebben ontvangen (artikel 3, onderdeel f, Besluit studiefinanciering 2000). Tot slot kan sprake zijn van een vreemdeling die in afwachting is van de beslissing op aanvraag tot verlenen of verlengen van een verblijfsvergunning. Deze vreemdeling heeft, voor zover hij reeds studiefinanciering geniet (artikel 3, onderdeel e, Besluit studiefinanciering 2000) of een vreemdeling is die al eerder tegemoetkoming (ingevolge de WTOS) heeft ontvangen (artikel 3, onderdeel f, Besluit studiefinanciering 2000) ook aanspraak op het betalen van wettelijk collegegeld. De vreemdeling kan door middel van gegevens van de Dienst Uitvoering Onderwijs aantonen onder één van de laatste twee categorieën te vallen. Wettelijk collegegeld Van studenten voor wie het collegegeld door de UAF wordt betaald, wordt het wettelijk collegegeld geheven.
11
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
Bijlage II bij de Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
Overgangsregeling niet-EER-studenten 2009-2010 Voor niet-EER-studenten die op 1 februari 2010 aan de VU stonden ingeschreven, geldt onderstaande overgangsregeling. Deze regeling vervalt, indien een eerdere overgangsregeling op betreffende student van toepassing is. I Studenten voor wie het collegegeld door de UAF wordt betaald, verandert er niets. Zij betalen het wettelijk collegegeld. Bachelorstudenten II Studenten die in het studiejaar 2009/2010 stonden ingeschreven voor een bacheloropleiding kunnen zich gedurende de nominale duur + 1 jaar van de opleiding inschrijven tegen het instellingscollegegeld volgens de Regeling aanmelding en inschrijving van 2009-2010. III Studenten die in het studiejaar 2009/2010 stonden ingeschreven voor een bacheloropleiding en in het studiejaar 2010/2011 voor het 4e jaar of langer zijn ingeschreven, betalen in het studiejaar 2010/2011 het instellingscollegegeld volgens de Regeling aanmelding en inschrijving van 2009-2010. De jaren die hij/zij reeds ingeschreven heeft gestaan tellen mee, ongeacht of de inschrijving was onderbroken of niet. Met ingang van 2011-2012 betaalt deze student het dan voor hem/haar geldende instellingscollegegeld. IV Verandert de student van opleiding en schrijft hij/zij zich in voor een nieuwe bachelor opleiding, dan is hij/zij het instellingstarief verschuldigd volgens de dan geldende Regeling aanmelding en inschrijving. Masterstudenten V Studenten die in het studiejaar 2009/2010 stonden ingeschreven voor een masteropleiding kunnen gedurende de nominale duur + 1 jaar van de opleiding inschrijven tegen het instellingscollegegeld volgens de Regeling aanmelding en inschrijving van 2009-2010. VI Bij de bepaling van de nominale studieduur wordt het jaar van het pre-mastertraject toegevoegd aan de nominale duur van de masteropleiding. Bij wisseling van opleiding is het instellingstarief verschuldigd. VII. Verandert de student van opleiding en schrijft hij/zij zich in voor een nieuwe masteropleiding, dan is hij/zij het instellingstarief verschuldigd volgens de dan geldende Regeling aanmelding en inschrijving. Let op: de masteropleiding is altijd een nieuwe opleiding ten opzichte van de bacheloropleiding. Ook studenten die na de bacheloropleiding de aansluitende masteropleiding gaan volgen (doorstroommaster), beginnen met een nieuwe opleiding en betalen het collegegeld volgens de dan geldende Regeling aanmelding en inschrijving. De overgangsregeling geldt uitsluitend voor studenten die hun inschrijving niet hebben onderbroken na 1 februari 2010.
12
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
Bijlage III Protocol inning collegegeld 1. 2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9. 10.
11. 12.
Inschrijving is mogelijk, nadat het verschuldigde collegegeld is voldaan. Voldoening van het collegegeld geschiedt a. door een onherroepelijke (digitale) machtiging af te geven voor betaling van het verschuldigde bedrag in één keer, b. door een onherroepelijke (digitale) machtiging af te geven voor betaling van het verschuldigde bedrag in vijf termijnen. In dit geval worden administratiekosten in rekening gebracht, ter hoogte van € 24,00. De Vrije Universiteit maakt voor aanvang van het nieuwe studiejaar bekend, op of vanaf welke datum de incasso zal plaatsvinden. De incasso vindt zo veel mogelijk plaats op de data dat de studiefinanciering wordt gestort. Door het afgeven van een machtiging verklaart de schuldenaar dat hij op de door de Vrije Universiteit genoemde incassodata voldoende saldo beschikbaar heeft om te kunnen voldoen aan de incasso. Indien de incasso storneert, stuurt DSZ de student per ommegaande bericht dat de inschrijving ambtshalve wordt beëindigd, en wel met ingang van de tweede maand, volgend op de aanmaning. Indien de student ingeschreven wenst te blijven, wordt hij gedurende 28 dagen in de gelegenheid gesteld het volledige bedrag dat over het resterende deel van het studiejaar verschuldigd is, over te maken. Blijft student in gebreke, dan wordt zijn inschrijving door DSZ beëindigd. Ingeval de inschrijving wordt beëindigd, zoals bedoeld in artikel 13 , – en daarmee alle voorzieningen, zoals het VU-account -draagt de schuldenaar zelf de verantwoordelijkheid om tijdig zijn studiefinanciering en OV-kaart te beëindigen en is de schuldenaar tevens verantwoordelijk voor eventuele schade of boete, voortvloeiend uit zijn nalatigheid. Studieresultaten, behaald na de datum, waarop de inschrijving als student is beëindigd, vervallen. Het beëindigen van de inschrijving laat het recht van de Vrije Universiteit onverlet een schadevergoeding van de schuldenaar te eisen, ingevolge artikel 15.2 WHW, voor ten onrechte genoten onderwijs, alsmede aangifte te doen met het doel te komen tot een strafrechtelijke vervolging, ingevolge artikel 15.3 WHW. Kosten die de Vrije Universiteit maakt om een schuld te innen, worden verhaald op de schuldenaar. In de beschikking tot beëindiging van de inschrijving wordt de schuldenaar gewezen op de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen. Na afwijzing van het bezwaarschrift staat beroep op het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag tegen betaling van griffierecht. Het indienen van een bezwaarschrift schort de beëindiging van de inschrijving niet op. Wordt de student na indiening van het bezwaarschrift in de gelegenheid gesteld zich weer in te schrijven dan dient de student het volledige bedrag dat over het resterende deel van het studiejaar verschuldigd is, over te maken, inclusief administratiekosten van 100 euro.
13
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
Bijlage IV Aanmelding master na 1 mei Aanmelding door studenten met een Nederlandse vooropleiding voor een premasteropleiding of masteropleiding van onderstaande Faculteiten is onder voorwaarden mogelijk na 1 mei tot de aangegeven datum. Waar van toepassing is aangegeven onder welke voorwaarden inschrijving nog mogelijk is. 1 mei 2012: premasteropleidingen Letteren en masteropleidingen Letteren 1 mei 2012: premasteropleidingen Researchmasters Oncology en Cardiovascular Research 1 mei 2012: premasteropleidingen Psychologie en Pedagogiek 1juni 2012: premasteropleidingen Sociale Wetenschappen en masteropleidingen Sociale Wetenschappen 1 juni 2012: premasteropleidingen Bewegingswetenschappen en masteropleidingen Bewegingswetenschappen 1 juni 2012: lerarenopleidingen 1 juni 2012: masteropleidingen Law and Politics of International Security, International Business Law en Intermnatioal Crimes and Criminology 1 juli 2012: premasteropleidingen Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, mits het maximum niet is bereikt en masteropleidingen Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde 1 juli 2012: premasteropleidingen Aard- en Levenswetenschappen en masteropleidingen Aard- en Levenswetenschappem 1 juli 2012: premasteropleidingen Exacte Wetenschappen en masteropleidingen Exacte Wetenschappen 1 juli 2012: masteropleidingen Psychologie en Pedagogiek 1 juli 2012: premasteropleidingen Godgeleerdheid en masteropleidingen Godgeleerdheid 1 juli 2012: premasteropleidingen Wijsbegeerte en masteropleidingen Wijsbegeerte 1 juli 2012: Researchmasters Oncology en Cardiovascular Research 1 augustus 2012: masteropleidingen Criminologie, Rechten, Fiscaal Recht en Notarieel Recht
14
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
Bijlage V Amsterdam University College Extra toelatingseisen Amsterdam University College (AUC) Admission 1.1 Students are in principle eligible for admission to AUC on the basis of a secondary school diploma (Dutch VWO or equivalent, including the International Baccalaureate). 1.2 Actual admission will depend on the student‟s: academic excellence: students must demonstrate their ability to meet the academic demands of the AUC programme; level of proficiency in English (IELTS: overall score of 7.0 (with at least 7.0 in each of the four components); or TOEFL (paper based): overall score of 600, with a Test of Written English score of 5.5; or TOEFL (computer-based): overall score of 250, with Test of Written English score of 5.5; or TOEFL (internet-based): overall score of 100; or Cambridge Certificate of Advanced English (CAE): grade A; or Cambridge Certificate for Proficiency in English (CPE): grade B; or English Language GCSE, IGCSE or O-level: grade B; or International Baccalaureate Standard level (SL): score of 5 in English; or European Baccalaureate: score of 70% in English; or grade 8 in English in Dutch VWO); level of proficiency in mathematics, which should be at least equivalent to grade 8 in Wiskunde A1 (Wiskunde C, new system) for students taking courses in the humanities in their major, grade 8 in Wiskunde A1,2 (Wiskunde A or B, new system) for students taking courses in the social sciences in their major and grade 8 in Wiskunde B1,2 (Wiskunde B or D, new system) for students taking courses in the natural sciences in their major; motivation and ambition to study an intensive and broad programme; commitment to contribute to AUC‟s international student and campus life. 1.3 A student‟s grade point average (GPA) of the preliminary training will be used as an indicator of his/her academic excellence, and will be taken into consideration alongside the student‟s interests and motivation as expressed in an application essay and a letter of motivation and the letters of endorsement or recommendation from (former) teachers and/or head of their secondary school. Motivated students who feel that their academic ability is not accurately reflected in their GPA will be encouraged to address this point in their application. Fees (in euro per year) Dutch an EU/EEA students Tuition fee: € 3.901,Increased Tuition fee: € 6.964,Non EU/EEA student and students who already obtained a bachelor‟s degree in the Netherlands: Tuition and institutional fee: € 11.491,-
15
Regeling Aanmelding en Inschrijving 2012-2013
Bijlage VI Aanvullende kosten 1. Studenten die zich aanmelden voor een premasteropleiding zijn verplicht deel te nemen aan het premasterassessment. De kosten voor deelname zijn €110, deze worden niet gerestitueerd. 2. Studenten die zich aanmelden voor een Engelstalige master en die niet beschikken over een in het CROHO geregistreerde vooropleiding dienen een application fee te betalen van € 100, deze wordt bij inschrijving aan de VU gerestitueerd.
16