Inlichtingen voor studenten en medewerkers van de afdeling der Scheikundige Technologie
Technische Hogeschool Eindhoven
september 1982
Inhoud
Plattegrond T-hoog - T-laag CT-hal - FT-hal Informatiebronnen
10
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
propaedeutische studie Inleiding Scheikunde Proceskunde Natuurkunde Wiskunde Tentamens en examens Indeling van de studie voor het P-examen
11 11 11
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
kandidaatsstudie Inleiding Wiskunde Practicums Studieprogramma Tentamens en examens Vrijstellingen en studiefaciliteiten Regelingen inzake tentamens, practicums enz. Indeling van de studie voor het K-examen
3
ingenieursstudie Inleiding S-richting T-richting L-richting Keuzevakken Afstudeerwerk Examens Eindstudieprogramma Practicums en researchstages Bedrijfsstages Onderwijsbevoegdheden Vrijstellingen en studiefaciliteiten Regelingen inzake afstudeerverslag, tentamens, practicums enz. Omscholingscursus voor Unive-rsitaire chemici en voor Scheikundig ingenieurs die niet in een proceskundige richting zijn afgestudeerd
De
3.1
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3. 11 3.12 3.13 3.14
4
4.1 4.2 4.3
4.4
3
De
De
Informatie van algemene aard Veiligheid Bibliotheek Studentenorganisaties Afdelingsblad
12 13 13
14 15 16 16 16 17 17 18 19 20
25 28 28 28 31
36 37 41 41 41 42 43 43 44 44 49
50 50
51 52 54
4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Bureau Studentendecaan en studentenpsychologen Rijksstudietoelagen Faciliteiten voor actieve studenten Samenwerkingsorgaan KHT-THE Onderzoek
54 57 58 58 59
s. 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Organisatie van de afdeling Bestuursorganisatie Afdelingsraad Afdelingsbestuur Beheerder Col!llllissies Afdelingsbureau Vakgroepen Personeelsbezetting
74 74 74 75 75 75 81 81 81
6
Lijst van afkortingen
84
5. 1
5.2
4
-
Plattegrond SR niveau T-laagbouw CT-hal,FT-hal
5
Scheikunde-hoogbouw Scheikunde-laagbouw Hallen voor chemische technologie en voor fysische technologie
0
"'
=
0
"'
~ N
0
~
0 ~
0 ~
::!
;:;
Scheikunde hoogbouw
6
Kantine
Vide 34
3:: :::3
0
.0
Cl
co ..!2 \
Q)
"0
c:
:::3
~
·a; .s=
Jl
,...
'
!:;
[] ...
w
Cl
>
Hal voor Chemische liechnologie
8
~ ~,..
- - ·-tr·l
I
~
•
M
--
--~
w
0
>
Hal voor Fysische TechnolaRie
9
Informatiebronnen
Informatie over studieprogramma's en ander belangrijke zaken, die verband houden met (de studie aan) de THE, is via onderstaande publicaties of instanties te verkrijgen. Schriftelijk - De TH-gids 1952-1983 - de TH-berichten Verschijnen buiten de vakanties wekelijks; liggen o.a. in de hal van het Hoofdgebouw en de hal van de scheikunde hoogbouw gereed ter medeneming; - de(ze) AFDELLNGSGIDS - de PUBLIKATIEBORDEN in de In afd. T. hangen deze bovenaan de trap niveau scheikunde hoogbouw; - het JAPIE BULLF.TIN ligt ter madeneming in een bakje bevestigd aan het publikatiebord Scheikunde hoogbouw, niveau 1; - het AFDEL~NGSBLAD T Ligt ter medeneming in een bakje bevestigd aan het publikatiebord Scheikunde hoogbouw, niveau 1. Mondeling -~De afdelingsstudentenadministratie SH, 01.09. tel. (47)3004, o.a. voor inlichtingen/advies over studieregelingen; - Het bureau van de Studentendecaan, HG-B.08 tel. (47)2263; inlichtingen/advies over o.a. studietoelagen, militàire dienst, werkstudentschap, studie-, financiële- en persoonlijke aangelegenheden. Nemen deze laatste het karakter van problemen aan, dan kan men zich wenden tot: Het bureau Studentenpsycholoog, voor bijzonderheden zie TH-gids; -De studieadviseur T.-laagbouw tel. (47)3773. - De Centrale Studentenadministratie, hal HG voor o.a. inschrijving (collegekaarten), opgave/terugtrekken examens/ tentamens, dictaten, formulieren kinderbijslag, collegeroosters; - De technologische studievereniging 'Jan Pieter Minckelers' Scheikunde laagbouw 0.27 tel. (47)3756. Mondeling en Schriftelijk - Het bureau Pers en Voorlichting, w.-hal, voor o.a. algemene informatie over de TH en andere uni vers i te i ten en hogescholen. Veel informatie ligt ter inzage in het daar aanwezige Voorlichtingscentrum.
10
1.
De Propaedeutische studie*
1.1
INLEIDING De propaedeuse neemt de eerste drie trimesters van de studie voor scheikundig ingenieur in beslag en omvat de grondslagen van de vakken
1• 2. 3. 4.
scheikunde proceskunde natuurkunde wiskunde
1.2
Scheikunde
1.2 .1
Basischemie (6A00,1) Docenten: medewerkers basisonderwijsgroep Dit vak wordt in het eerste trimester gedurende 7 uur per week in de vorm van werkgroepen gegeven. De indeling van de werkgroepen is daarbij dezelfde als bij het practicum. De stof die bij deze werkgroepen behandeld wordt dient ondermeer als theoretische achtergrond voor het: eerstejaarspracticum. De te behandelen stof wordt geheel gegeven in de vorm van werkgroepen. Door deze methoden woltidt de aankomende student snel ingevoerd in de universitaire sfeer: o.a. de wijze van opnemen en kritisch verwerken van de aangeboden stof. Het is essentieel dat men actief deelneemt aan de groepsdiscussies. Men leert hierbij de studiegenoten ·kennen en met hen samenwerken. Bovendien heeft men dan nog maar weinig voorbereiding nodig voor het tentamen,
1.2.2
Chemische binding/Spectroscopie (6A02D/6A022) Docent: prof.dr.ir. J.H.C. van Hooff Dit vak omvat een inleiding in de theorieën van de Chemische Binding en de Spectroscopie en wordt in het tweede en derde trimester gegeven. Hiervoor staan 3 uur/week college en 1 uur/week instructie op het rooster.
~
11
De inhoud van hoofdstuk 1 is onder voorbehoud, aangezien op het tijdstip van inleveren van de kopij voor deze gids meerdere regelingen nog niet definitief vastgesteld waren.
1.2. 3
Anorganische chemie (6H01ü) Docent: prof.dr.ir. J.H.C. van Hooff Dit college van 3 uur/week wordt in het derde trimester gegeven en geeft een beschrijving van de belangrijkste principes van de Anorganische chemie.
1.2 .4
Thermodynamica 1 (6A01.0 + 6A01.2) Docent: prof.dr. H.N. Stein Dit college van 3 uur/week + 2 uur/week instructie wordt in het 2e trimester gegeven. Dit vak omvat de reversibele en irreversibele toestandsveranderingen. Eerste en tweede hoofdwet. Eenvoudige gasberekeningen. Toepassing op een aantal eenvoudige problemen.
1.2.5
Practicum Basischemie (6AOQ3) Medewerkers Basisonderwijsgroep Duur: (82 + 10 middagen) Een aantal basisvaardigheden m.b.t. analyseren, synthetiseren en karakteriseren zullen geoefend worden. Vanaf het eerste begin zal de student getraind worden in het veilig werken op een chemisch laboratorium. Binnen het kader van dit practicum zal aan de hand van dit project 'Chemie en Samenleving• aandacht besteed worden aan de maatschappelijke aspecten van de chemie. Gedurende circa 10 middagen zal de eerstejao:rsstudent bezig zijn met het technologisch practicum. Dit onderdeel is bedoeld als eerste kennismaking met de technologie. Het practicum kan worden gedaan van maandagmiddag tot en met donderdagmiddag. Na elk trimester is er één inhaalweek zodat de opgelopen achterstand weg gewerkt kan worden. Bij langdurige absentie stelt men de practicumleider daarvan op de hoogte. De collectieve aanschaf van veiligheidsbrillen voor hen die nog geen bril dragen, wordt door de Studievereniging 'Jan Pi~ter Minckelers' verzorgd. Het dragen van een witte laboratoDiumjas is verplicht.
1.3
Proceskunde
1. 3.1
Inleiding tot de Chemische Industrie (6U0lP) Docent: prof. drs. H.S. van der Baan Dit college van 2 uur/week wordt in het 1e trimester gegeven. In dit college wordt een overzicht gegeven van de verschillende chemische industrieën, grondstoffen, werkwijzen en producten.
12
1. 3.2
Proceskunde 1 (6SO l.Pl Docent: prof.dr.ir. D. Theenes Dit college van 3 uur/week wordt in het 3e trimester gegeven. 'Van Moleculen tot fabrieken': principes die daarbij aan de orde komen. De mechanische energiebalans van doorstroomde systemen; energiedissipatie; balans van krachten en impulsstromen. Fasenovergangen bij .één-component-systemen. Fasenovergang bij twee-componènb-systemen: principe van fysische scheiding. Chemische reactoren met één fase. Ten eerste integratie van stroiiÛlng, fysische scheiding en reactie. Processchema's. Instructies proceskunde 1
(6S01~)
Deze instructies van 2uur/week worden in het 3e trimester gegeven. Het leren gebruiken van de collegestof (6S01,p): Het leren hanteren van stof-, energie- en impulsbalansen voor het oplossen van eenvoudige stromingsproblemen. Het leren gebruiken van eenvoudige principes nodig voor het ontwerpen van fysische scheidingsprocessen en chemische reactoren. 1.4
Natuurkunde
1. 4.1
Natuurkunde 1 (3A32.0) Docent: dr.ir. C.H. Massen Dit college van 4 uur/week wordt in het eerste trimester gegeven. Het college is een zogenaamd 'knijp' college.
1.4.2
Natuurkunde 2 (3A33Pl Dooent:dr.ir. C.H. Massen Dit college van 41r.uur/week wordt in het tweede trimester gegeven. Eveneens een 'knijp' college.
1. 4. 3
Practicum natuurkunde (3A06,3) Medewerkers afdeling Natuurkunde Dit practicum van 12 middagen vindt plaats in de periode januari-juni.
1. 5
~lis kunde !k
Dit omvat de onderdelen Calculus 1, Calculus 2 , Calculus 3 en een practicum Terminalgebruik. !k
13
Een programmeerbare zakrekenmachine is verplitht.
1.5.1
Calculus 1
(2Y01,0
+ 2YOL2)
Docent: prof.dr. F.H. Simons Dit college van 3 uur/week + 1 middag/week oefeningen wordt in het tweede trimester gegeven. 1.5.2
Calculus 2
(2Y05D + 2Y05.2)
Docent: prof.dr. F.H. Simons Dit college van 3 uur/week + 1 middag/week oefenfingen wordt in het tweede trimester gegeven. 1.5. 3
Calculus
3
(2Yl0P
+ 2Y102)
Docent: prof.dr. F.H. Simons Dit college van 3 uur/week + 1 middag/week oefeningen wordt eveneens in het tweede trimester gegeven. 1.5. 4
Practicum terminalgebruik (2Y9S.3) Dit practicum duurt 4 middagen en wordt gegeven in het derde trimester.
1. 6
Tentamens en examens Elk trimester omvat 13 weken t.w.: 9 weken college/practicum één inhaalweek en drie weken voor tentamens/examens Bovendien is er aan het eind van het cursusjaar een interimperiode van drie weken voorafgaande aan het nièuwe cursusjaar (augustus) Deze ·periode kan worden gebruikt voor het inhalen van reeds aangeboden examenonderdelen alsmede het aanvangen van nieuwe onderdelen. Het is regel dat elk vak na afloop van het trimester waarin het wordt gegeven getentamineerd wordt. Verder is er voor elk vak een tweede tentamen in de genoemde interimperiode. Men is voor het P.-examen geslaagd als men zich als examenkandidaat heeft aangemeld en alle onderdelen met voldoende resultaat zijn afgelegd. De P.-examenzitting vindt plaats na de examenperiode van het derde trimester in juli én september. Voor het wilskundepakket geldt dat het rekenkundig gemiddelde van de vakken Calculus 1, 2 en 3 voldoende moet zijn. Natuurkunde I en 2 kunnen worden afgelegd elk middels drie deeltentamens tijdens het eerste respectievelijk tweede trimester. Volgens wettelijke regeling moet het P.-examen binnen twee jaar worden afgelegd.
14
1.7
Studie voor het P.-examen Scheikundige Technologie Herfsttrimester Uren per week Colleges en ochtendinstructies 1e trimester 3 4 7 2
Simons Massen/Poulis Basisonderwijsgroep Van der Baan
2Y01.0 3A32.0 6A00.1 60010
Calculus Natuuikunde Basischemie Inleiding tot de chemische industrie
2Y01.2 6A00.3
Oefeningen càlcUlus 1 Practicum basischemie
Middagen per trimester 9
3 6 Basisonderwijsgroep
Wintertrimester Uren per week 3 4 3 2 3 1
Simons Po u lis /Massen stein Basisonderwijsgroep Van Hooff Basisonderwij·sgroep
Colleges en Gchtendinstructies 2e trimester 2Y05J) 3A33P 6AO 1.0 6A01.2 6A02D 6A02,;1
Calculus 2 Natuurkunde 2 Theitmodynami ca Instructies thermod~namica Chemische binding jSpectro. Instructies chemische binding /Spectroscopie
Middagen per trimester 9
6 30
---/Massen Basisonderwijsgroep
2YO!i2 0 efeningen calculus 2 3A06,3·.. Practicum natuurkunde 6AOU3 Practicum basischemie Lentetrimester
Uren per week
3
3 1 3 3 2
Simons Van Hooff Basisonderwijsgroep Van Hooff Thoenes WP vakgroep TF
Colleges en ochtendinstructies 3e trimester 2Y1QO 6A02.0 6A02.2 6H01.0 6S01D 6S01.2
calculus 3 Chemische binding/.:lpectro•. Instructies chemische bind. Anorganische chemie Proceskunde 1 Instructies proceskunde
2Y102 2Y98.3 3A07.3 6A003
0 efeningen calculus 3 Practicum terminalgebruik Practicum natuurkunde Practicum basischemie
Middagen per trimester 9
4 6 26
15
---/Massen Basisonderwijsgroep
K
2.
De kandidaatsstudie
2.1
INLEIDING De studie voor het kandidaatsexamen strekt zich uit over het derde tot en met het zesde semester van de opleiding (zie 2.8). Zij is gericht op verbreding en verdieping van kennis en inzicht op het gebied van de scheikunde en op die terreinen van de wiskunde en natuurkunde, die voor de aanstaande scheikundige ingenieur van belang zijn. In dit tijdsbestek maakt de student tevens kennis met de grondslagen van verschillende technologische vakken en wordt hij geconfronteerd met de voornaamste grondbeginselen van enkele niet-technische vakken, die onmisbaar worden geacht voor zijn algemene vorming. In deze fase van de studie is er slechts beperkte mogelijkheid aanwezig tot het kiezen van bepaalde vakken, zoals uit het volgende blijkt.
2.2
WISKUNDE Ten aanzien van de wiskunde kan men kiezen tussen de zg. kleine wiskunde en de zg. grote wiskunde. De laatste keuzemogelijkheid wordt alleen aangeraden aan diegenen die blijkens de bij de propaedeuse verkregen resultaten over een goede aanleg voor de wiskunde beschikken, tevens voor diegenen die later C:eonderwijsbevoegdheid wiskunde wensen te verkrijgen. Voor studenten van wie op grond van aanleg en belangstelling kan worden verwacht dat zij wiskunde, hetzij als belangrijk onderdeel, hetzij als hoofdonderwerp van hun eindstudie zullen kiezen, betekent het volgen van de grote wiskunde een veel rationelere weg tot dit doel dan die welke via de kleine wiskunde loopt. De grote wiskunde bestaat uit de stof van de colleges Wiskunde 30, 40 en 49 met bijbehorende oefeningen. De wiskundecolleges zijn geheel onafhankelijk van elkaar en kunnen in willekeurige volgorde worden gevolgd. Degenen die de grote wiskunde hebben gekozen, dienen twee schriftelijke tentamens af te leggen: één over Wiskunde 30, één over Wiskunde 40 en een gedeelte van Wiskunde 49 voor wat betreft statistiek. OVer de onderdelen 40 en 49 kunnen ook afzonderlijke tentamwns worden afgelegd. Voor het gedeelte Algol en Wiskunde 49 dient men een practicumbewijs te verwerven. Degenen die in hun studie de grote wiskunde met succes hebben gevolgd, kunnen dit gehonoreerd krijgen met 2 semesteruren keuzevakken tijdens de nakandidaatsstudie (zie 2.7.15).
De kleine wiskunde is samengesteld uit de colleges Wiskunde 39, Wiskunde 49 en de stof van 4 à 6 college-uren gewijd
16
aan het eerste gedeelte van het hoofdstuk over Fourierreeksen en -integralen. Het college Wiskunde 39 loopt tot ca. 15 november, waarna het hoofdstuk over Fourierreeksen en -integralen wordt behandeld. De inhoud van het college Wiskunde 39 is nagenoeg gelijk aan de tot half november bij het college Wiskunde 30 behandelde stof. De mogelijkheid blijft dan geopend om na beëindiging van het college 39 aan te sluiten op het dan nog lopende college 30, dat het volledige semester in beslag neemt. Anderzijds bestaat voor diègenen die met succes een tentamen hebben afgelegd over de collegestof van Wiskunde 30, alsnog de mogelijkheid om zich te beperken tot de klèine wiskunde. Degenen die de kleine wiskunde hebben gekozen, dienen twee schriftelijke tentamens af te leggen, één over Wiskunde 39 en één over Wiskunde 49, voor wat betreft statistiek. Voor het gedeelte Algol van Wiskunde 49 dient men een practicumbewijs te verwerven. 2.3
PRACTICUMS
Bij de aanvang van de kandidaatsstudie kan men in principe de volgorde kiezen, waatin men de practicums Anorganische chemie en Organische chemie wil doorlopen. Daar beide eenzelfde tijdsduur omvatten (circa één semester) wordt de mogelijkheid tot keuze beperkt door het aantal beschikbare plaatsen per laboratorium. Heeft men àan de verplichtingen voor beide practicums voldaan (normaliter aan het begin van hêt vijfde semester) dan kan men de volgorde kiezen, waarin men de practicums Fysische chemie en Fysische analyse-methoden wil doorlopen. Ook deze omvatten elk ongeveer één semester. Men wordt alleen tot een volgend practicum toegelaten, als men aan de eisen van het voorafgaande volledig heeft voldaan, waaronder ook is begrepen de goedkeuring van de hierover ingeleverde verslagen. Voor de vier chemische kandidaatspracticums geldt, dat de student na 18 weken het practicum voltooid moet hebben. Indien de student zonder geldige reden de geneerode 18 weken overschrijdt, kan hij van het practicum worden verwijderd. De uitreiking van de kandidaatsdiploma's vindt slechts plaats, nadat men met goed gevolg de vier genoemde practicums, het cursorisch natuurkunde practicum, het voorkandidaats-practicum Fysische technologie en het Algolpract~cum heeft doorlopen en aan de verplichtingen van werktuigkundig tekenen en processchema's heeft voldaan. 2.4
STUDIEPROGRAMMA
Verplichte vakken 0.910.0 3.065.0 3.085.0
17
maatschappijwetenschappen deel 1 algemene natuurkunde eigenschappen van de vaste stof
K
3.710.0 6.132.8 6.210.0 6.321.0 6.415.0 6.510.0 6.611.8 6.660.0 6.911.2
inleiding meten thermodynamica organische chemie anorganische chemie vaste-stofchemie en röntgendiffractie fysische analysemethoden fysische transport- en overdrachtsverschijnselen inleiding tot de proceskunde bibliotheekinstructies
keuze uit: 2.030.0 2.040.0 2.049.0
wiskunde 30 wiskunde 40 en wiskunde 49
1
wiskunde 39 wiskunde 49
} kleine wiskunde
grote wiskunde
of 2.039.0 2.049.0
één vak kiezen uit: 6.311.0 6.320.0 6.822.0
kinetiek van reacties in de gasfase theoretische anorganische chemie I fysische chemie van vloeistoffen en collofden
bovendien twee vakken kiezen uit: 0.520.0 0.920.0 0.930.0 9.115.0
technische economie maatschappijwetenschappen deel 2 maatschappijwetenschappen deel 3 milieukundE: 1
De gekozen vakken kunnen bij het I-examen niet weer als kern- of keuzevak worden opgevoerd. Verplichte practicums: 3.070.3 6.210.3 6.321.3 6.410.3 6.510.3 6.611.3 6.630.2 2.5
natuurkunde organische chemie anorganische chemie fysische chemie fysische analysemethoden fysische technologie werktuigkundig tekenen en processchema's
TENTAMENS EN EXAMENS Gezien de omstandigheid bij de kandidaatsstudie de semesterindeling sterk op de voorgrond treedt, verdient het ten zeerste aanbeveling om na elke afronding van een beplaald onderdeel zo speedig mogelijk hierover tentamen te doen.
18
Een gedeelte van deze tentamens kan mondeling worden afgelegd na afspraak met de betrokken docenten. Voor enkele vakken worden de tentamens schriftelijk afgenomen in twee vaste perioden, en wel in januari en in juni. Met goed gevolg afgelegde tentamens geven vrijstelling van examen in de betrokken vakken. Men kan het examen in beide zojuist genoemde perioden afleggen; de uitslag wordt begin februari , respectievelijk begin juli, vastgesteld. 2.6
VRIJSTELLINGEN EN STUDIEFACILITEITEN
2,6.1
HTS-ers Studenten die in het bezit Z1Jn van een diploma (chemie of chemische techniek) van een van rijkswege gesubsidieerde HTS krijgen: I
Vrijstelling van: a het tentamen Inleiding tot de proceskunde b de cursus Werktuigkundig tekenen en processchema's; c de eerste bedrijfsstage
II
gedeeltelijke vrijstelling van: a het tentamen Organische chemie; b het tentamen Anorganische chemie;
III
beperking van: a het practicum Natuurkunde tot circa 6 middagen b de practicums Organische- en Anorganische chemie tot een totaal van maximaal 60 middagen; c de practicums Fysische analysemethoden en Fysische chemie tot een totaal van maximaal 80 middagen;
IV
Voor HTS-ers met bijzondere ervaring, opgedaan tijdens studie of in de praktijk, kan volledig of gedeeltelijke vrijstelling voor vakken vallende binnen hun ervaringsgebied worden verleend.
Aanvragen dienen gezonden te worden aan de Vaste commissie voor de examens p./a. S.H. 01.09. 2.6.2
PBNA-technisch chemicus Het volledige diploma PBNA-technisch chemicus is voor vr1Jstellingen in principe gelijkwaardig te stellen aan het HTSdiploma.
2.6.3
Scheikundig-laboratorium-assistent (diploma HBO-Bof II-2). UTK-diploma MO-A-diploma
19
K
K
2.6.4
I
vrijstelling van: a de eerste bedrijfsstage
II
gedeeltelijke vrijstelling van: a het tentamen Organische chemie; b het tentamen Anorganische chemie;
III
beperking van: a de practicum$ Organische- en Anorganische chemie tot een totaal van maximaal 60 middagen; b de practicums Fysische chemie en Fysische analysemethoden tot een totaal van maximaal 80 middagen;
IV
Voor deze diplomabezitters kan volledige of gedeeltelijke vrijstelling voor vakken binnen hun ervaringsgebied worden verleend indien zij beschikken over bijzondere ervaring, opgedaan in de praktijk. Aanvragen te zenden aan de Vaste commissie voor de examens p./a. S.H. 01.09.
Analisten chemische richting (diploma HBO-A of I-2) I
vrijstelling van: - de eerste bedrijfsstage
II
gedeeltelijke vrijstelling van: - het practicum Anorganische chemie.
2.7
REGELINGEN INZAKE TENTAMENS, PRACTICUMS ENZ.
2. 7. 1
Thermodynamica 1 + 2 (6.131.0/6.132.0) a
b
c
20
Het eindcijfer voor het vak Thermodynamica (6.132.8) wordt bepaald door het gemiddelde te nemen van de behaalde cijfers voor de deeltentamens 1 en 2, waarbij de deelcijfers een gelijke waarde vertegenwoordigen. Voor het behalen van een voldoende eindcijfer mag geen der deeltentamens lager zijn gewaardeerd dan met een 4. Ieè~r deeltentamen mag tweemaal als tentamen worden afgelegd. Indien men echter na de tweede keer een 5 heeft behaald, mag men voor de derde keer tentamen afleggen. Zij die voor de tweede keer een 4 of lager hebben behaald, mugen slechts een derde keer tentamen afleggen indien zij opnieuw actief aan een werkgroep hebben deelgenomen. Behalen zij hierna nog geen voldoende, dan kunnen zij het vak Thermodynamica nog slechts als examen afleggen. ~n werkgroep Thermodynamica 2 mag slechts worden deelgenomen indien men voor het tentamen Thermodynamica 1 minimaal een 4 heeft behaald.
2.7.2
Practicum organische chemie (6.210.3) Van studenten die dit practicum willen volgen wordt verwacht dat zij: 1. Voldoende kennis bezitten van de organische chemie op
2
3
VWO-niveau en voorts van de onderwerpen genoemd in de bijlage van de practicumhandleiding (deze handleiding 6.628 is verkrijgbaar bij de afdeling dictaatverkoop, de bijlage bij deze handleiding kan afgehaald worden bij P.M. van Lier, S.H. 8.02). Elementaire kennis bezittenvan laboratoriumtechnieken; zie 'A textbook of Practical Organic Chemistry', A.I. Vogel, 4e druk hoofdstuk 1 of bij gebruik van de 3e druk de hoofdstukken 1 en 2. De veiligheidsaspecten hebben bestudeerd zoals beschreven in hoofdstuk 3 van de practicumhandleiding.
Tijdens de bespreking van de eerste proeven zal over bovengenoemde punten een mondelinge ondervraging plaatsvinden. Alleen na een positieve waardering kan een volgende opdracht worden verleend. Inschrijving practicum Aanmelden bij de afdelingsstudentenadministratie. Daarna vindt inschrijving plaats bij P.M. van Lier, S.H. 8.02. 2.7.3
Organische chemie Het tentamen wordt mondeling afgenomen. Aanmelding hiervoor dient te geschieden bij de vakgroepssecretaresse. De geldigheidsduur van dit tentamen is onbeperkt.
2.7.4
Kinetiek van reacties in de gasfase (6.311.0) Het tentamen wordt mondeling afgenomen. Aanmelding hiervoor bij dr. H.J. van der Beek of dr.ir. S.P. Lankhuijzen.
2.7.5
Theoretische anorganische chemie I (6.320.0) Het tentamen wordt mondeling afgenomen. Aanmelding hiervoor bij de vakgroepssecretaresse.
2.7.6
Anorganische chemie (6.321.0) Het tentamen wordt kort schriftelijk afgenomen. Studentenadministratie. Examenkandidaten dienen mondeling af te leggen. secretaresse.
21
voor de officiêle examenperioden Aanmelding hiervoor bij de Centrale dit vak in de officiële examenperiode Aanmelding hiervoor bij de vakgroeps-
K
K
2.7.7
Practicum anorganische chemie {6.321.3) Aanmelden via de Afdelingsstudentenadministratie {practicumkaart bij de heer Rummens).
2.7.8
Vaste-stofchemie en röntgendiffractie (6.415.0) a De tentamenstof béstaat uit 2 onderdelen: 1 vaste stof-chemie en röntgendiffractie A = deeltentamen 6.408.0 2 vaste-stofchemie en röntgendiffractie B = deeltentamen 6.409.0 b In het vak fysische chemie, of onderdelen daarvan, kan ten hoogste twee keer tentamen worden gedaan. Heeft men na 2 keer nog geen voldoende eindresultaat, dan moet men, in de officiële examenperiode, examen doen over de hele stof. c Het tentamen kan op drie manieren worden afgelegd: 1 ieder najaarssemester kan men in aansluiting op het college, schriftelijk tentamen doen over de aparte onderdelen ·1 en 2. 2 ieder voorjaarssemester kan men schriftelijk tentamen doen over deel 1 en over deel 2, in twee aparte zittingen. Deze gelegenheid wordt alleen geboden bij 10 of meer aanmeldingen. N.B.: Qua aanmelding worden de deeltentamens beschouwd als aparte tentamens: men dient voor deelname aan ieder deeltentamen een apart aanmeldingsformulier in te vullen; voor details aanmelding; zie hieronder bij punt 3; 3 Behoudens tijdens de academische vakanties kan men het gehele jaar door mondeling tentamen doen over de gehele stof. Onderdelen van het tentamen waarvoor men reeds voldoende resultaat heeft behaald, zullen dan niet worden gevraagd. d Aanmeldingen voor mondelinge (deel)-tentamens dienen minstens 10 dagen voor het tentamentijdstip te geschiéden bij de secretaresse van de vakgroep. Een aanmelding voor een mondeling {deel)-tentamen kan men annuleren tot drie dagen voor het begin van het tentamen. Voor tussentijdse schriftelijke (deel)-tentamens geldt dat aanmelden, respectievelijk terugtrekken slechts mogelijk is tot 10 dagen voor de betrokken zitting (bij de Centrale Studentenadmini$tratie) • Bij niet tijdig annuleren verspeelt men én van de twee tentamenkansen over het betreffende gedeelte. Men dient dan te wachten tot het volgende schriftelijke tentamen, dan wel mondeling tentamen te doen over de gehele stof, met behoud van behaalde vrijstellingen. e Per onderdeel geldt het hoogste daarvoor behaalde cijfer. De delen 1 en 2 hebben een gelijk gewicht. Het gehele tentamen is met goed gevolg afgelegd indien het gemiddelde van de beide cijfers een 6.0 is, en mits ie&èr onderdeel minimaal met het cijfer 5 is gewaardeerd.
22
f Wenst men nadere inlichtingen, of heeft men gegronde redenen om zich als 'uitzonderingsgeval' te beschouwen (b.v. vanwege afwijkende studiegang of overmacht), dan kan men kontakt opnemen met prof.dr. Metselaar (voor deel A) of dr. Koster (voor deel B). 2.7.9
Practicum Fysische chemie (6.410.3) Het derdejaarspracticum omvat in een tijdsbestek van circa 60 middagen een proevenprogramma van 4 proeven: één inleidende proef ter kennismaking met enkel- röntgendiffractiemethodieken, één proef met het accent op röntgendiffractie (eventueel in combinatie met kristal-optiek), óón proef met het accent op metallografie en één proef met het accent op aspecten van de defectchemie, halfgeleiding, iongeleiding, reactiediffusie. (Afhankelijk van de interesse van betrokken student en van de mogelijkheden van het onderhanden zijnde onderwerp) • Voor de HTS-ers bedraagt de practicumduur circa 40 middagen; voor hen zal in het algemeen gezocht worden naar één onderwerp, waarin de verschillende specifieke aspecten zoveel mogelijk worden verwerkt. Inschrijven voor het practicum bij de practicumleider ir. J.W.G.A. Vrolijk (kamer 4.13). Uit de meegebrachte afdel;nnspracticumkaart moet blijken dat aan de verplichtingen voor de practicums 6.210.3 en 6.321.3 (organische- resp. anorganische chemie) is voldaan en dat men ook bij de afdelingsstudentenadministratie is ingeschreven voor het practicum fysische chemie.
2.7.10
Fysische analysemethoden (6.510.0) regeling betreffend het afleggen van het tentamen fysische analysemethoden (6.510.0) en het maken van toetsen gedurende het practicum, wordt bij de aanvang van het practicum bekend gemaakt via het publicatiebord bij de ingang van het practicum SH vloer 2. De
2.7.11
Practicum Fysische analysemethoden (6.510.3) Het derdejaarspracticUm (totaal 60 middagen) bestaat uit: a een cursorisch gedeelte van omstreeks 40 middagen. Hierbij worden een aantal experimenten verricht op het gebied van de analytische scheidingsmetheden (o.a. gaschromatografie, electroforese) en de molecuulspectrometrie); b een toegepast gedeelte van 20 middaqen. Het toegepast gedeelte bestaat uit een bij'drage van één van de onderzoekprojecten die in bewerking zijn bij de vakgroep. Inschrijving voor het practicum geschiedt via de afdelingsstudentenadministratie bij de practicumleider ir. J. Konings. Aan de verplichtingen voor dr practicums 6.210.3 en 6.321.3. (organische- resp. anorganische chemie)
23
K
K
moet zijn voldaan. 2. 7.12
Practicum Fysische technologié (6.611.3) Aanmelding dient te geschieden via de afdelingsstudentenadministratie op kamer 1.10 in de FT-hal. Het practicum wordt als blokpracticum gegeven en de studenten werken in koppels van 2 studenten. Deelname aan de zoutlijn is voor het afsluiten van het practicum verplicht.
2.7.13
Inleiding tot de proceskunde (6.660.0) Het met een bevredigend resultaat afleggen van enige testen geeft recht op vrijstelling van het tentamen. Daarnaast kan ook tentamen worden gedaan (opgave hiervoor bij de vakgroepssecretaresse) .
2.7.14
Fysische transport- en overdrachtsverschi:jneelen A+ B (6.610.0 + 6.611.0) Schriftelijk tentamen in elk onderdeel wordt afgenomen tijdens de officiële examenperiodeu Voor elk onderdeel moet tenminste een vijf behaald worden, terwijl het gemiddelde over A + B tenminste een zes moet zijn. Op de examencijferlijst wordt alleen het gemiddelde over A en B vermeld. In bijzondere gevallen en twijfelgevallen kan een uitnodiging volgen om mondeling tentamen te doen.
2.7.15
Honorering grote wiskunde studenten die de 'groté wiskunde' (30, 40 en 49) voor het kandidaatsexamen met succes afleggen, kunnen dit gehonoreerd krijgen met 2 semesteruren keuzevakken tijdens de nakandidaatsstudie. Indien men bij het afleggen van het kandidaatsexamen een onvoldoende cijfer haalt voor het vak wiskunde4Ûen de overige tot het kandidaatsprogramma behorende vakken voldoende zijn, zal dit onvoldoende resultaat niet in de beoordeling ter vaststelling van de uitslag worden opgenomen. Dit houdt in dat men voor het K.-examen slaagt, echter met de kleine wiskunde. Mocht men na het slagen voor het kandidaatsexamen het tentamen wiskunde 40 met succes afleggen, dan krijgt men dit alsnog gehonoreerd met 2 semesteruren keuzevakken.
24
2.8
INDELING VAN DE Sl'UDIE VOOR HET K-EXAMENi)
2. 8.1
Derde semester Uren per week
Colleges en ochtendinstructies 0.910.0
4 4 4
6.131.0 6.131.4
2
Buck Buck/Koning
6.210.0 6.220.4
2
Van Hooff Veenhuijsen
6.321.02) 6.911.2
2 1
2.8.2
2.030.0 3.039.0 3.065.0
Cijsouw Cijsouw Poulis/Massen/ Van Dongen Stein Stein
Cursus maatschappijwetenschappen deel 1 Wiskunde 30 voor W en T Wiskunde 39 Natuurkunde 3 voor T Thermodynamrca 1 Werkgroepen thermodynamica 1 Organische chemie Werkgroepen organische chemie Anorganische chemie Bibliotheekinstructies
Middagen per semester
Oefeningen en practicums
14 7 12 60
Ilgen Wet. pers. TO
2.030.2 2.039.2 3.070.3 6.210.3
50
Van Hooff
6.321.3
Oefeningen wiskunde 30 Oefeningen wiskunde 39 Practicum natuurkunde Practicum organische chemie Practicum anorganische chemie
Vierde semester Uren per week
Colleges en ochtendinstructies
2
Wemelsfelder
3) 0.520.03) 0.920.0
2
De Graaf
2.040.0
2 2 2
Van Amstel Steenland/Blom Stein Stein
2.040.2 2.049.0 3.085.0 6.132.0 6.132.4
2
Buck Buck/Koning
6.210.0 6.220.4
Technische economie Cursus maatschappijwetenschappen deel 2 Wiskunde 40 voor WSK, N en T Oefeningen wiskunde 40 Wiskunde 49 voor T Eigenschappen vaste stof Thermodynamica 2 Werkgroepen thermodynamica 2 Organische chemie Werkgroepen organische chemie
Voetnoten 1) Voor beschrijving van de colleges, practicums enz. zie hoofdstuk 6 van de TH-gids 2) 3 ochtenden/2 uur 3) Hieruit twee vakken te kiezen.
25
K
K
2
Van Hooff
6.320.0
2
Ottengraf
6.610.0
Theoretische anorganische chemie 1 Fysische transport- en overdrachtsverschijnse~
2
2.8.3
Tels
6.660.0
Diverse docenten
9.115 .o
3
>
Middagen per semester
Oefeningen en practicums
14 60
Wet. pers. TO
2.049.2 6.210.3
50
Van Hooff
6.321.3
Colleges en ochtendinstructies 0.930.0 3 )
2
2 4 2
Poulis 3.710.0 Prins/Van der Beek 6.311.0 Lankhuijzen 6.415.0 Koster/Metselaar
2
Cramers Thoenas
6.510.0 6.611.0
2
Barendrecht/Stein
6.822.0
Middagen per semester
26
Oefeningen. w.iskunde 49 Practicum organische chemie Practicum anorganische chemie
Vijfde semester Uren per week
2.8.4
len, deel A Inleiding tot de proces -kunde Miliéukunde 1
Cursus maatschappijwetenscháppen deel 3 Inleiding meten Kinetiek van reacties in de gasfase Vaste-stofchemie en röntgendiffractie Fysische analysemethoden Fysische transport- en overdrachtsverschijnselen deel B Fysische chemie van vloeistoffen en colloïden
Oefeningen en practicums
60 60
Wet. pers. TP Cramers/Konings
6.410.3 6.510.3
15
Tels
6.611.3
13
Huijding/Wijers
6.630 ..2
Practicum fysische chemie Practicum fysische analysemethoden Practicum fysische technologie Cursus werktuigkundig tekenen en processchema's
Zesde semester Middagen per semester
Oefeningen en practicums
60 60
6.410.3 6.510.3
Wet. pers. TP Cramers/Konings
Practicum fysische chemie Practicum fysische analysemethoden
27
15
Tels
6.611.3
Practicum fysische tech-
13
Huijding/Wijers
6.630.2
nologie Cursus werktuigkundig tekenen en processchema's
K
I
De ingenieursstudie
3.1
INLEIDING De studie voor het doctoraal examen omvat de laatste vier
sernesters van de opleiding. Voor alle studenten is zowel wat de kernvakken betreft, als de praktische oefeningen een verplicht programma ontworpen. Naast de kernvakken is een plaats ingeruimd voor de zg. 'keuzevakken' die de student naargelang zijn aanleg en belangstelling kan selecteren uit diverse vakgebieden. De student dient na het behalen van zijn kandidaatsdiploma te bepalen, welke van de drie mogelijke keuzerichtingen in de scheikundige technologie hijwenst te volgen, t.w. richting S, welke een produktkundig karakte·r draagt, of richting T, met een proceskundig karakter of richting L, een ingenieursopleiding met de eerste-graadslesbevoegdheid. Gesteld kan worden dat voor de T- en 5-richting de wetenschapsgebieden, de 'proceskunde' en de 'produktkunde' bepalend zijn voor de beheersing en uitbreiding van het technologisch arbeidsveld. De proceskunde richt zich op de beheersing en verbetering van de processen, die tot de gewenste veredeling van materie leiden. De proceskunde heeft als basis o.a. de fysische technologie en de chemische technologie. De produktkunde houdt zich bezig met de voor een produkt vereiste synthese(s) en de analyse van de eigenschappen van het produkt. Zij tracht de eigenschappen van het verkregen ·,' produkt te relateren aan het proces dat vooraf is gegaan. De produktkunde stoelt o.a. op de wetenschap der materialen en de leer van de correlatie tussen de produkteigenschappen en de structuur. De basts van in het bijzonder de laatste wetenschap wordt gevormd door de scheikunde. Het is voor de s- en T-studenten mogelijk om middels een aanvullend programma na of naast hun studieprogramma ook de eerstegraadslesbevoegdheid scheikunde te behalen, wat overigens wel gepaard zal:.:gaan met een verlenging van de nominale studieduur. De student die een dergelijke combinatie wenst te volgen wordt i.v.m. de planning van het studieprogramma geadviseerd om direct na het behalen van het kandi.daatsdiploma contact op te nemen met ir. T. Simons. 3.2
S-RICHTING Studieprogramma De studie voor de omvat:
28
s~richting
(met produktkundig karakter)
Kernvakken
verpli~ht:
6. 720.0 6.814.0
Heikens Barendrecht
(voor keuzevakken zie 3.5) Polymeerchemie Elektrochemie
één vak kiezen uit: 6.311.0
Prins e.a.
6.312.0
Prins
Kinetiek van reacties in de gasfase Katalyse
Metselaar German
Keramische materialen Polymere materialen
en 6.330.0 6. 723.0
verder twee vakken kiezen uit: 6.414.0 6.413.0 6.640.0 6.642.0
Metselaar Van Loo •.•• /Piepers De Waal
Defectchemie Vaste stofreacties Keramische technologiè Glastechnologie
waarbij een combinatie 6.414.0/6.41'3.0 of 6.640.0/6.420.0 niet is toegestaan In het totaal 6 kernvakken Practicums verplicht: 3.390.3 6.820.3
Terhell Zeilmaker
Materiaalkunde Corrosie
Eén research-stage kiezen uit: 6.720.9 6.811.9
Hèikens/German Barendrecht
Polymeerchemie S7/S8, L7 Toegepaste elektrochemie S7/S8 L7
en uit: 6.222.9
Schipper/Wet. pers.Organische chemie S7/S8
6.311.9 6.411.9 6.516.9 6.815.9
Wet. pers. TA Wet. pers. TP Wet. pers. TI Stéin
TO
Anorganische chemie S7/SS Fysische chemie S7/S8 Fysische analysemethoden S7/S8 Colleidchemie S7/S8
In totaal 4 stages De volgorde waarin deze research-stages worden gedaan, kan de student, in overleg met de stageleiding, zelf regelen.
29
I
I
Bedrijfsstages verplicht: 6.090.9 6.091. 9
Bol
Eerste bedrijfsstage Tweede bedrijfsstage
Bol/l~alraven
3.2.2
Indeling van de studie voor het I-examen (S-richting)
3.2.2.1
Zevende semester Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochtendinstructies, oefeningen, practicums en researchstages
3.390.3 15m Terhell 6.222.9 60m Schipper/Wet. pers. TO 2 Prins/Van der Beek 6 . 3 11 . 0 Lankhuijzen 60m \~et. pers. TA 6.311.9
3.2.2.2
2 Metselaar 60m Wet. pers. TP
6.330.0 6.411.9
60m Wet. pers. TI
6.516.9
2 Heikens 60m Heikens/German
6. 720.0 6. 720.9
2 German 60m Barendrecht
6.723.0 6.811.9
2 Barendrecht 60m Stein 15m Zeilmaker
6.814.0 6.815.9 6. 820.3
Achtste semester Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochtendinstructies, oefeningen, practicums en research-stages.
15m Terhell 3.390.3 60m Schipper/Wet. pers.6.222.9 TO 6.311.9 60m Wet. pers. TA
30
Pràcticum materiaalkunde Stage organische chemie S7/S8 Kinetiek van reacties in de gasfase Stage anorganische chemie S7/S8 Keramische materialen Stage fysische chemie S7/S8 Stage fysische analysemethoden S7/S8 Polymeerchemie Stage polymeerchemie S7/S8, L7 Polymere materialen Stage toegepaste elektrochemié S7/S8, L7 Elektrbchemie Stage colloidchemie S7/S8 Practicum corrosie
2 Prins 60m Wet. pers. TP
6.312.0 6.411.9
2 Van Loo 2 Metselaar 60m Wet. pers. TI
6.413.0 6.414.0 6.516.9
Practicum materiaalkunde Stage organische chemie S7/S8 Stage anorganische chemie S7/S8 Katalyse Stage fysische chemie S7/S8 Vaste-stofreacties Defectchemie Stage fysische analysemethoden S7/S8
... /Piepers 2 2 De Waal 60m Heikens/German
6.640.0 6.642.0 6.720.9
60m Barendrecht
6.811.9
60m Stein 2 Zeilmaker
6.815.9 6.820.3
3.3
T-RICHTING
3.3.1
Studieprogramma
Keramische technologie Glastechnologie Stage polymeerchemie S7/ SB, L7 Stage toegepaste elektrochemie S7/S8, L? Stage colleidchemie S7/S8 Practicum corrosie
De studie voor de T-richting (met proceskundig karakter) omvat:
Kernvakken: verplièht Wijers Wijers
6.631.0 6.632.0
Van der Baan
6.713.0
Technische materiaalkunde Werktuigen voor de procesindustrie Chemische proceskunde
Uit de onderstaande industrievakken twee vakken kiezen, waarbij 6.550.0 en 6.560.0 als één vak geldt. Zeedijk Brasser Thijssen Ottengraf Heikens
6.550.0 6.560.0 6.621.0 6.650.0 6.722.0
Luchtverontreiniging Luchbverontreiniging 2 Voedingsmiddelenindustrie Afvalwaterreiniging Kunststoftechnologie
Theenes
6.613.0:1(
Tels
6.661.0
Conversie en uitwisselingsprecessen Stofoverdrachtsprocessen
3.721.3 6.618.3 6 .631. 3
Regelen Basis-proceskunde T7 Technische materiaalkunde
Eén vak kiezen uit:
Practicums verplicht Bottram Wet. pers. TF Wijers
Indien het werkcollege procesontwikkeling niet wordt gevolgd kiest men twee research-stages uit: 6.715.9 6.724.9 6.813.9 6.619.9
Chemische proceskunde T7/T8 Kunststoftechnologie T7/T8 Elektrochemie T7/T8 Proceskunde T7/T8
50 50 50 50
middagen middagen middagen middagen
x wordt in het cursusjaar 1982-1983 niet gegeven.
31
I
Indien het werkcollege procesontwikkeling wel wordt gevolgd, kiest men daarbij nog een SO middagen stage. Daarbij uitgesloten wordt de stage van de 'subgroep' die het werkcollege procesontwikkeling heeft verzorgd.
I
In totaal 3 practicums en 2 research-stages. De volgorde , waarin deze stages worden gedaan, kan de
student, in overleg met de stageleiding, zelf regelen. Bedrijfsstages verplimht 6.090.9 6 .091. 9
Bol Bo 1/Wa lra ven
Eerste bedrijfsstage Tweede bedrijfsstage
3.3.2
Indeling van de studie voor het I-examen (T-richting)
3.3.2.1
Zevende semester
3.3.2.2
32
Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochtendinstructies, oefeningen, practicums en research-stages.
13m Bottram 1 Zeedijk 4 Thoenes
3. 721.3 6.S50.0 6.613.0
20m Wet. pers. TF
6.618.3
SOm Wet. pers. TF 1 Wijers 15m Wijers
6.619.9 6.631.0 6.631.3
2
Wijers
6.632.0
4
Tels
SOm
~let.
pers. TC
6.661.0 6.715.9
SOm wet. pers. TC
6.724.9
SOm Barendr.e·cht
6.813.9
Practicum regelen voor T Luchtverontreiniging 1 Conversie- en uitw~sselings processen Basispracticum proceskunde T7 Stage pro=eskunde T7/T8 Technische materiaalkunde Practicum technische materiaalkunde Werktuigen voor de procesindustrie Stofoverdrachtsprocessen Stage chemische proceskunde T7/T8 Stage kunststoftechnologie T7/T8 Stage toegepaste elektrochemie T7/T8
Achtste semester Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochtendinstructies, oefeningenenpracticums
13m 1 SOm 2 1Sm
3.721.3 6.560.0 6.619.0 6.621.0 6 .631. 3
Bottram Brasser Wet. pers. TF Thijssen \hjers
Practicum regelen voor T Luchtverontreiniging 2 Stage proceskunde T7/T8 Voedingsmiddelenindustrie Practicum technische materiaalkunde
3.4
2 Ottengraf 3 Van der Baan SOm ~let. pers. TC
6.6SO.O 6.713.0 6.71S.9
2 Heikens SOm Wet. pers. TC
6. 722.0 6.724.9
SOm Barendrecht
6.813.9
Afvalwaterreiniging Chemische proceskunde Stage chemische proces~ kunde T7/T8 Kunststoftechnologie Stage kunststoftechnologie T7/T8 Stage toegepaste elektrochemie T7/T8
L-RICHTING De L-variant houdt een opleiding in tot scheikundig ingenieur met de eerstegraadslesbevoegdheid scheikunde. In het studieprogramma worden de laatste vier semesters besteed aan: verbreding en afronding van de scheikundekennis, de onderwijskundige voorbereiding en de toepassing van de theorie in de vorm van een stageopdracht in het achtste semester en de hospiteerstage. Het zal voor de S- en T-studentlen mogelijk blijven om na of naast hun studieprogramma ook de genoemde bevoegdheid te behalen door middel van een aanvullend programma. Dit aanvullend programma zal bestaan uit die colleges en practicums die verplièht gesteld zijn in de L-variant en niet reeds zijn opgenomen in het studieprogramma van betrokkene, met uitzondering van de L8/L9 sta~e. Het afstudeerwerk (S of T) geeft de student volledige vrijstelling van het L8/L9 stage.
3.4.1
Studieprogramma Kernvakken verplicht: 0.700.0 0. 710.0 0.730.0 6.930.0 6.931.0 6.932.9 6.933.1
Groen Groen Groen/Thijs Simons Simons
6.71S.O 6.720.0 6.320.0
Van der Baan Heikens Van Hooff
Simons
Algemene onderwijskunde Algemene onderwijskunde 2 Algemene onderwijskunde 3 Vakdidactiek scheikunde 1 Vakdidactiek scheikunde 2 Hospiteerstage scheikunde Werkcollege vakdidactiek scheikunde 3 Chemische proceskunde voor L Polymeerchemie Theoretische anorganische chemie deel 1
Indiendit laatste vak in het K-programma is opgevoerd, moet men één vak kiezen uit: 6.311.0 öf
33
Prins/Van der Kinetiek van reacties in de BeekfLankhijzen gasfase
I
6.220.0
I
l'luck
Fysische organische chemie l
verder een vak uit: 6.820.0
Zeilmaker
Corroste
Barendrecht
Elektrochemie
Van Loo
Vaste stofreacties
Metselaar
Oefeetchemie
Stein
Colleidchemie
Zeedijk
Luchtverontreiniging 1
Brasser
Luchtverontrèiniging 2
Thijssen
Voedingsmiddelenindustrie
Ottengraf
Afvalwaterreiniging
Of
6.814.0 en 6.413.0 of 6.414.0 of 6.835.0 bovendien: 6.550.0 en 6.560.0 of 6.621.0 of 6.650.0
Practicums. verplicht: 0. 700.3 6.931.3
Groen Simons
Algemene onderwijskunde Vakdidactiek scheikunde
één practicum kiezen uit:
3.390.3 6.820.3
Terhell Zeilmaker
Materiaalkunde Corrosie
Bottram Wijers
Regelen Technische materiaalkunde
en één uit: 3. 721.3 6.631.3
bovendien één research-stage kiezen uit: 6.717.9 6. 720.9 6. 725.91) 6.811.9
Wet. pers. TC Wet. pers. TC Wet. pers. TC Barendrecht
en één uit: 6.240.9 Buck 6.340.9 Prins 6.440.9 Wet. pers. TP
Chemische proceskunde L7 Polymeerchemie S7/S8, L7 Kunststoftechnologie L7 Toegepaste elektrochemie S7/S8, L7 Organische chemie L8/L9 Anorganischechemie L8/L9 Fysiscl:le chemie L8/L9
In het-totaal 4 practicums en 2 researchstages t.w. 225 middaqen. ' 6. 540.9 Cramers Fysische an;llysemethoden L8/L9 6.840.9 B_ara_ndrecht Toegepaste èlektrocheinie L8/L9 6.841.9 Stein Colloidchemie L8/L9
34
1) ln het L-programma mogen niet.ên 6.811.9 toegepaste elektrochemie L7 èn 6 • 640.9 toegepaste elektrochemie L~/L9 qpgevoerd worden. Bedrijfsstage verplicht: 6.090.9 6.091.9
Bol Bol/Walraven
Eerste bedrijfsstage Tweede bedrijfsstage
3.4.2
Indeling van de studie voor het I-examen (L-richting)
3.4.2.1
zevende semester Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochtendinstructies, oefeningen, practicums en research-stages
0.700.0 Groen 3.390.3 Terhell 3.721.3 Bottram Buck 6.220.0 Prins/Van der Beek/6.311.0 Lankhuijzen Metselaar 6.414.0 2 Zeedijk 6.550.0 15m Wijers 6.631.3
2 15m 13m 2 2
3.4.2.2
35
60m Wet. pers. TC
6.717.9
2 Heikens 60m Wet. pers. TC
6. 720.0 6.720.9
60m Wet. pers. TC
6.725.9
60m Barendrecht
6.811.9
2 Barendrecht 15m zeilmaker
6.814.0 6.820.3
Algemene onderwijskunde 1 Practicum materiaalkunde Practicum regelen voor T F)lsische orgánische ·cHemie Kinetiek van reacties in de gasfase Defectchemie Luchtverontreiniging Practicum technische mate, riaalkunde Stage chemische proceskunde L7 Polymeerchemie Stage polymeerchemie S7/S8, L7 Stage kunststoftechnologie L7 Stage toegepaste elektrochemie S7/S8, L7 Elektrochemie Practicum corrosie
Achtste semester Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochtendinstructies, oefeningen, practicums en research-stages
2 Groen 2 Groen/Thijs 15m Terhell 15m Bottram 2 Van Hooff
0.710.0 0.730.0 3.390.3 3. 721.3 6.320.0
90m Prins
6.340.9
Algemene onderwijskunde 2 Algemene onderWijskunde 3 Practicum materiaalkunde Practicum regelen voor T Theoretische anorganische chemie 1 Stage anorganische chemie L8/L9
I
I
3.4.2.3
3.4.2.4
36
2 90m
Van Loo Wet. pers. TP
6.413.0 6.440.9
90m
Cramers
6.540.9
2 15m
Brasser Thijssen Wijers
6.560.0 6.621.0 6.631.3
2 2
Ottengraf Van der Baan
6.650.0 6.715.0
2 15m 90m
Zeilmaker Zeilmaker Barendrecht
6.820.0 6.820.3 6.840.9
90m 2
Stein Simons
6 .841. 9 6.930.0
Vaste stofreactiès Stage fystsche chemie LB/ L9 Stage fysische analysemethoden L8/L9 Luchtverontreiniging 2 Voedingsmiddelenindustrie Practicum technische maAfvalwaterreiniging Chemische proceskunde voor L Corrosie Practicum corrosie Stage toegepaste elektrochemie L8/L9 Stage colloïdchemie L8/L9 Vakdidactiek scheikunde 1
Negende semester Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochtendins tructies, oefeningen, practicums en research -stages
15m 13m 90m
Terhell Bottram Buck
3.390.3 3. 721.3 6.240.9
90m
Prins
6.340.9
90m
Wet. pers. TP
6.440.9
90m
Cramers
6.540.9
15m
Wijers
6.631.3
15m 90m
Zeilmaker Barendrecht
6.820.3 6.840.9
90m 2 30m
Stein Simons Simons
6.841.9 6.931.0 6.931.3
Practicum materiaalkunde Practicum regelen voor T Stage organische chemie L8/L9 Stage anorganische chemie L8/L9 Stage fysische chemie L8/L9 Stage fysische analysemethoden L8/L9 Practi€um technische materiaalkunde Practicum corrosie Stage toegepaste elektrochemie L8/L9 Stage colloïdchemie L8/L9 Vakdidactiek scheikunde 2 Practicum vakdidactiek scheikunde
Tiende semester Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochténdinstructies, oefeningen, practicums en research-stages
3 dgn Docenten VWO/ Simons 2 Simons
6.932.9
Hospiteerstage scheikunde
6.933.1
Werkcollege vakdidactiek Scheikunde 3
3.4.3
Overige informatie De eerstegraadslesbevoegdheid scheikunde kan door studenten die in de s- en T-richting afstuderen via een aanvullend programma verkregen worden. Zij dienen hiervoor, die colleges en practicums uit hè.t L-programma te volgen welke verplicht zijn en niet in hun studiepakket voorkomen. Uitgezonderd is de L8/L9 stage (90 middagen) • In verband met de logische bouw van de leerstof vakdidactiek scheikunde is het noodzakelijk dat de colleges en practicums; 6.930.0, 6.931.0, 6.932.9 en 6.933.1 in de aangegeven volgorde worden gevolgd.
3.4.4
Voor de eisen ter verkrijging van de aantekening eerstegraadslesbevoegdheid natuurkunde raadplege men de TH-gids.
3.4.5
Voor de eisen ter verkrijging van de aantekening eerstegraadslesbevoegdheid wiskunde raadplege men de TH-gids.
3.5
KEUZEVAKKEN
3.5 .1
INLEIIDING Tijdens de studie voor scheikundig technoloog heeft men een bepaalde vrijheid in de keuze van vakken bij de samenstellingvan het totale studiepakket. Het programma voor het K-examen bevat 2 kern- keuzevakken uit een beperkt aantal (zie 2.4). Het programma voor het I-examen vereist tenminste 6 semesteruren keuzevakken (zie 3.8). Van deze 6 semesteruren moeben tenminste 4 semesteruren worden gekozen uit de vakken van kategorie A. Aanvulling van het keuzeprogramma is dan mogelijk met, op de THE erkende colleges. Ook kunnen vakken worden opgevoerd van buiten de THE e .e.a. behoeft steeds de goedkeuring zowel van de afstudeerdocent als van de Vaste commissie voor de examens. Voor de L-richting geldt tevens de regel dat tenminste één van de tentamens, van de minimaal 6 'keuze-uren', in de vorm van een scriptie + voordracht gedaan dient te worden. Vakken die voor het K-examen reeds zijn opgevoerd, mogen niet nogmaals voor het I-examen worden opgevoerd. Zij, die vóór het K-examen de grote wis~unde hebben gedaan, kunnen hiervoor 2 semesteruren keuzevakken opvoeren. Voor de algemene eisen die aan een eindstudieprogramma gesteld worden, wordt eveneens verwezen naar 3.8.
37
I
I
3.5.2
INDELING VAN DE KEUZEVAKKEN CATEGORIE A Zevende semester Uren per week middagen (m) per semester 2
Boersma
7m
2 Veltkamp/Schurer 11m 2
3 2.585.03 2.585.2
Doornbos
2. 740 .o 2.740.2
7m
2
2 2.050.02 2.050.23 2.583.03 2.585.0
Veltkamp
7m
2
Colleges, 'Ochtendinstructies en oefeninq_en
Sluyter
6m
4 4
3.110.0 3.120.0
2
Van den Boorn
5.120.0
2 2
Buck Godefroi
6.220.0 6.230.0
2
2
Prins/Van der Beek 6.311.0 Lankhuijzen Metselaar 6.330.06 6.512.1 Leclercq
2 2
Van de Ven/De Haan 6.513.1 7 Leclercq 6.514.1
2
4
Everaerts/Cramers Ze~ dijk Theenes
6.515.1 6.550.01 6.613.0
2
Rietema
6.619.0
2
Thijssen/Coumans Wijers
6.624.0 6.631.0
2
Wijers
6.632.0
4 2
•••. /Piepers Tels Tels
6.641.0 6.661.0 6.662.0
2
Wiskunde 50 Oefeningen wiskunde 50 Numerieke methoden a Oefeningen numerieke methoden a Numerieke methoden c Oefeningen numerieke methoden c Statistische theorie van proefopzetten Oefeningen statistische theorie van proefopzetten Werkcollege theoretische natuurkunde 1 Werkcollege theoretische natuurkunde 2 Toepassingen der elektronica Fysische organische chemie Synthetische organische chemie 1 Kinetiek van reacties in de gasfase Keramische materialen Werkcollege computers in analytische chemie Werkcollege kernspinresonantie w~rkcollege massaspectrometrie Werkcollege klinische chemie Luchtverontreiniging 1 Conversie- en uitwisselingsprecessen Disperse systemen in de proceskunde Capita Se lecta Technische materiaalkunde Werktuigen voor de procesindustrie Poedertechnologie Stofoverdrachtsprocessen Bijzondere onderwerpen verwerking vast afval
Voor verklaring der voetnoten zie blz.
38
40
3 2 2 2 2 2
2
2
3.5.2.2
Van der Baan/Tels/ Theenes Bol/Kuster/Verhaar Heikens German Barendrecht Barendrecht
6.711.0
Pietermaat
6.830.0
Stein De Goeij Ottengraf
6.834.0 6.910.0 9.115.0
6.718.0 6.7i20,0 6. 723.0 6.814.0 6.822.0
Procesontwikkeling Koolhydraten Polymeerchemie Polymere materialen Elektrochemie Fysische chemie van. vloeistoffen en colloïden Elektrowarmte en haar toepassingen Statistische thermodynamica Radio-isotopentechniek Milieukunde bijzondere onderwerpen
Achtste semester Uren per week middagen (m) per semester
Colleges, ochtendinstructies en oefeningen
3 2.583.0 3 2.583.2 3 2.584.0 3 2.584.2
Doornbos
8 2.730.0 8 2.730.0
2 2 2
Peremans Seidel Van der Maesen
5 2.910.09 2.970.0 3.370.0
2
3.720.05 3.730.0 3.750.0
2
Rademaker Rademaker Van der Grinten Buck
Numerieke methoden a Oefeningen numerieke methoden a Numerieke methoden b Oefeningen numerieke methoden b Toegepaste statistiek Oefeningen toegepaste statistiek Groepentheorie Tensorrekening Thermodynamica van irreversibele processen Dynamische systemen Prodesdynamica Procesbesturing
6.221.0
Fysische organische chemie
2
Godefroi
6.231.0
2 2
Sluyterman Prins/Beelen
6.250.0 6.310.Q
2
10
Prins Beelen
6.312.0 6.313.0
2
Van Hooff
6.320.0
Synthetische organische chemie 2 Enzymologie Theoretische anorganische chemie 2 Katalyse Toepassingen van de groepentheorie in de chemie Theoretische anorganische chemie 1
2
Veltkamp/Schurer
llm 2
Schurer
7m 2
7m
2 2
2
Voor verklaring der voetnoten zie blz. 40
39
I
I
2
Koster
6.412.0
2 2 1
Van Loo Metselaar De Haan
6.413.0 6.414.0 6.511.0
2
Everaerts/Cramers
6.515.1
2
Cramers/Everaerts Rijks
6.715.0
2
1 2
De Haan/Leclercq Van de Ven De Haan/Koningsberger Brasser Rieterna
2 2 2 2 2 2
Thijssen Thijssen ••• /Piepers De Waal ottengraf Tels
3 3 2 2 2 2 1 2
Van der Baan/Tels/ 6. 711.0 Rietema/Thoenes Van der Baan 6.713.0 6.716.0 Van der Baan/e.a. Bol/Kuster/Verhaar 6.718.0 Heikens 6.722.0 Zeilmaker 6.820.0 Barendrecht/Visscher6. 821.0 Stetn 6.833.0
2 2
Stein De Goeij
2
Structuuronderzoek van de vaste stof Vast-stof reacties Defectchemie Theorie van infrarood en ramartspectra Werkcollege klinische chemie Sche.idingsmethoden 2
6.518.0
Spectrometrie 2
6.520.0
Magnetische resonantie
6.560.0 6.617.0
Luchtverontreiniging 2 Fluïdisatie en haar toepassingen Voedingsmiddelenindustrie Capita Selecta Keramische technologie Glastechnologie Afvalwaterreiniging Bijzondere onderwerpen verwerking vast afval Procesontwikkeling
6.621.0 6.624.0 6.640.0 6.642.0 6.650.0 6.662.0
6 .835 .0 6.910.0
Chemische proceskunde Chemische reaktortypen Koolhydraten Kunststoftechnologie Corrosie Energie en e lek trochemié Toepassingen van de thermodyna~~a in de chemische technologie Colloïdchemie Radio-isotopentechniek
wordb in.het cursusjaar 1982-1983 niet gegeven 2 2.050.0 + 2.050.2 wordt met 2 uur gehonoreerd 3 2.583.0 + 2.583.2 wordt met 2 uur gehonoreerd, terwijl 2.584.0 + 2.584.2 en 2.585.0 + 2.585.2 elke met 1 uur wordt gehonoreerd. 4 2.740.0 + 2.740.2 wordt met 2 uur gehonoreerd 5 wordt om het ander jaar gegeven, niet in het curusjaar 19821983 6 wordt gegeven in even jaren 7 wordt gegeven in oneven jaren 8 2.730.0 + 2.730.2 wordt met 2 uur gehonoreerd 9 wordt eenmaal per drie semesters gegeven, niet in de cursus 1982-1983
40
3.6
AFSTUDEERWERK Met het afstudeerwerk, dat circa 1 jaar in beslag neemt (minimaal 9 maanden), kan eerst worden aangevangen, indien de kandidaat alle verpli~hte practicums heeft Voltooid en tenminste tentamen over 10 semesteruren met goed gevolg heeft afgelegd. Hiervan moeten tenminste 6 semesteruren tot het kernprogramma behoren. Het tiidstip van aanvang van het afstudeerwerk dient te worden opgegeven bij de studentenadministratie van de afdeling. Als aanvangsdatum geldt de datum, waarop men zich bij de studentenadministratie van de afdeling iJnschr:i!jft als afstudeerder. Tijdens het afstuderen moet een cursus van enige middagen worden gevolgd over wetenschappelijk rapporteren (0.890.2~ In de lerarenopleiding CL,.,:i:"ichting) is de afstudeeropdracht van ca. 1 jaar vervangen door een verlengd scheikundig georiënteerde stage . (deàlonderzoek) en de onderwijskundige voorbereiding. Om tot het doctoraal examen te worden toegelaten, moet het afstudeerwerk c.q. de beoordeling van de onderwijskundige voorbereiding naar genoegen van de betrokken docent zijn voltooid en dient aan de eisen voor de keuzevakken te zijn voldaan. Tenslotte behoort de kandidaat het bewijs over te leggen, dat hij tijdens de tweede helft van zijn studie tweemaal 6 tot 8 weken in van elkaar verschillende chemische bedrijven praktisch heeft gewerkt. Het is wenselijk,. ldat één van de beide stages in het bui tenland wordt verricht. De desbetreffende student beslist echter, of de tweede stage al dan niet een buitenlandse zal zijn (zie verder 3.10)
3.7
EXAMENS tussentijdse examenzittingen vinden, bij gebleken belangstelling, tweemaal plaats in het najaarssemester (in september en november) en tweemaal in het voorjaarssemester (omstreeks maart en mei). De betrokken studenten dienen zich tenminste vier weken voor het gewenste tijdstip formeel als examenkandidaat te melden bij de Studentenadministratie van de afdeling. Aan het examen kan ook worden dealgenomen in de vaste perioden (januari en juni). In deze gevallen moeten de kandidaten zich wel houden aan de overeenkomstige uiterste termijn van aanmelding voor deze vaste examenperioden (zie agenda} maar behoeven zij op deze tijdstippen niet aan alle verpl~chtingen voor het examen te hebben voldaan. De
1) Voor de regeling inzake afstuderen in teamverband zie 3.13.27. 3.8
EINDSTUDIEPROGRAMMA Naast de kernvakken is een plaats ingeruimd voor de zg. 'keuzevakken' die een student, naargelang zijn aanleg en belangstelling kan selecteren uit diverse vakgebieden.
41
I
Het eindstudieprogramma: de totale omvang van het keuzeprogramma dient overeen te komen met de bestudering van onderwerpen, omvattende minimaal 6 semester-uren college {zie 3.5.2). Het afleggen van tentamens kan hiervoor geheel of ten dele worden vervangen door het uitvoeren van een opdracht (scriptie en/of project) waarvan de equivalentie met een bepaald aantal semesteruren college in overleg met de betrokken docent, resp. de afdeling wordt vastgelegd. Voor de L-richting geldt de regel dat het afleggen van tentamens over een minimaal aantal van 6 semesteruren college er één in de vorm van een scriptie + voordracht moet worden uitgevoerd. Een aantal colleges over keuzevakken kan reeds vóór het kandidaatsexamen worden gevolgd. {zie 2.4). Het eindstudieprogramma dient te worden overlegd aan de docent bij wie men gaat afstuderen; dit programma wordt door hem binnen één maand na de aanvang van het afstuderen vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de Vaste commissie voor de examens. Wijzigingen in dit programma kunnen uiterlijk tot twee maanden voor het af te leggen ingenieursexamen worden aangebracht, door middel van het indienen van een door de afstudeerdocent ondertekend gewijzigd eindstudieprogramma. Men dient er rekening mede te houden, dat de afstudeerdocent één of meer keuzevakken noodzakelijk kan achten voor het vakgebied, waarin men afstudeert. De student dient bJ.j het aanmelden voor het afstuderen bij de studentenadministratie van de afdeling de naam va de docent en coach op te geven, bij wie hij zou willen afstuderen. Deze docent behoeft geen lid te zijn van de afdeling. Voor speciale onderwerpen is het ook mogelijk aan andere Nederlandse of zelfs buitenlandse instelling voor wetenschappelijk onderwijs he.t afstudeerwerk te verrichten. De kandidaat stelt vervolgens in overleg met zijn afstudeerdocent het definitieve programma samen. Tevens is het mogelijk om het afstudeeronderzoek te wijden aan een onderwijsprobleem, hetzij bij het wetenschappelijk onderijs, hetzij bij het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het onderzoek dient te geschieden onder leiding van een docent. De ti te 1 van het onderzoek en de namen van de leiders kunnen ter goedkeuring aan de Vaste commissie voor de Examens worden voorgelegd.
I
3.9
PRACTICUMS EN RESEARCHSTAGES Een belangrijk element in de studie vormden de practicums en researchstages die in de regel elk één semester duren. Bij het begin van de studie beoogt men met het werk in het laboratorium voornamelijk verbredimg en verdieping van het inzicht in de verschillende vakken en dient het mede ter toelichting op hetgeen tijdens de colleges is behandeld. Bovendien is het een mimdel om de studenten een zekere experimentele vaardigheid bij te brengen. In latere jaren is de researchstage meer op het zelfstandig werken gericht.
42
Als algemene regel geldt, dat men tot de stages van de eindstudie pas wordt toegelàten, indien men het kandidaatsexamen met goed gevolg heeft afgelegd. Voor uitzonderingen op deze regel wende men zich t
BEDRIJFSSTAGES
3.10.1
Eerste bedrijfsstage De eerste stage duurt 6 weken en vindt plaats in een nederlands bedrijf. De afdeling verleent daartoe bemiddeling ( in samenwerking met de Technische Hogeschool Delft). Om voor deze bemiddeling in aanmerking te komen moet een student minstens drie scheikunde practicums, waaronder instrumentele analyse, van de kandidaatsopleiding met goed gevolg hebben doorlopen. Aan de hand van de beoordeling door de industrie en van het geleverde verslag beoordeelt de stagecoördinator of aan de eisen voor het pràktisch werken. is voldaan.
3.10.2
TWeede bedrijfsstage De tweede stage duurt 8 weken en vindt als regel plaats in een buitenlands bedrijf. Bemiddeling voor het volgen van stages in het bui tenland heeft plaats door de afdeling (in samenwerking met 'The International Association for the Exchange of Students for Technica! Experience (IAESTE) • Voor de tweede stage moet de eerste stage met goed resultaat zijn gevolgd en het kandidaatsexamen behaald zijn. Over de tweede stage wordt door de kandidaat een korte voordracht gehouden. Aan de hand van de beoordeling door het bedrijf en van het ingeleverde verslag en na de korte voordracht beoordeelt de stagecoördinator of aan de eisen voor het pràktisch werk is voldaan. Voor het doctoraal examen dient men tevens 5 maal het afdelhngscolloquium waarop de korte voordrachten over de stages worden gehouden, te bezoeken.
3. 11
OODERWIJSBEVOEGDHEDEN Het is voor de scheikundige ingenieur mogelijk een eerstegraadslesbevoegdheid in de vakken scheikunde, natuurkunde en wiskunde te behalen. Voor de betreffende studieprogramma's wordt verwezen naar hooxdstuk 3.4. Nadere inlichtingen betreffende het verkrijgen van deze bevoegdheden kunnen bij de onderwijsgroep vàkdidactiek scheikunde verkregen worden.
43
I
I
3.12
Vrijstellingen en studiefadiliteiten
3.12.1
HTS-ers Studenten die in het bezit zijn van een diploma (chemie of chemische techniek) van een vàn rijkswege gesubsidieerde HTS krijgen: I Vrijstelling van: a de tweede bedrijfsstage b de tentamens over beide verplimhte industrievakken; voor studenten met de keuzerichting T, c het tentamen over 2 semesteruren college behorende tot de kernvakken; voor studenten met de keuzerichting S (op aanvraag) , d voor studenten van de L-richting zonder de combinatie met S of T, zal op aanvraag de vrijstelling individueel worden vastgesteld. II In afhankelijkheid van eventuele bedrijfservaring (opgedaan tijdens en/of na de HTS-opleiding) en behaalde studieresultaten (behaald tijdens de studie aan de THE) kan vrijstelling worden verleend van een éénsemester research-stages (S- en T-richting)
3.12.2
PBNA-technisch chemicus Het volledige diploma BBNA-technisch chemicus is voor vrijstelling in principe gelijkwaardig te stellen aan het HTS-diploma.
3.12.3
Scheikuddig-laboràtorium-assistent (diploma HBO-B of II/2) UTK-diploma MO-A diploma Voor deze diploma-bezitters kan volledige of gedeeltelijke vrijstelling voor vakken binnen hun ervarings.gebied wvooen verleend indien zij beschikken over bijzondere ervaring, opgedaan in de praktijk. Aanvragen te .. zenden aan de Vaste commissie voor de examens, S.H. 01.09.
3.13
REGELING INZAKE AFSTUDEERVERSLAG, TENTAMENS 1 PRACTICUMS ENZ;
3.13.1
Reglement afstudeerverslag Afstuderen Het I II III IV
44
afsnuderen kan plaatsvinden: Binnen de afdelingTop een niet-vertrouwelijk onderwerp. Buiten de afdeling T op een niet-vertrouwelijk onderwerp. Binnen de aldelhng T in het raamwerk van een contract: a) op een niet-vertrouwelijk onderwerp b) op een vertrouwelijk onderwerp •. • · Buiten de afdeling T in het raamwerk van een contract: a) op een niet-vertrouwelijk onderwerp
V
b) op een vertrouwelijk onderwerp met materiële en/of personele ondersteuning van de afdeling T. c) op een vertrouwelijk onderwerp zonder materiàle ondersteuning en als personele ondersteuning van de afdeling T enkel de contact-coach. Buiten de afdeling T op een vertrouwelijk onderwerp zonder materiële ondersteuning van de afdeling T en als personele ondersteuning enkel de contact-hoogleraar en eventueel een wetenschappelijk medewerker als coach/specialist.
Verslagen van de niet-vertrouwelijke onderwerpen (I, II, IIIa en IVa) worden, één week voor de examenzitting twee exemplaren bij de studentenadministratie (afd. T) ingeleverd. Hiervan wordt een exemplaar, direkt na de examenzitting, aan de afdelingsbibliotheek aangeboden. In de gevallen onder IIIb, IVb, IVc en V gelden de navolgende regels: al Er worden 3 afstudeerverslagen ingeleverd (één week vóór de examenzitting!; b} Van deze gaan 2 naar de studentenadministratie en 1 naar de afstudeerhoogleraar; cl Deze worden voor de contractueel afgesproken periode (geval IIIb, IVb, IVc) of voor een vast te stellen termijn (geval V) al$ vertrouwelijk behandeld; d} Deze termijn wordt op het titelblad van het afstudeerverslag vermeld; e) Aan het eind van deze periodebiedt de studentenadministratie het verslag aan de bibliotheek van afdeling T aan. 3.13.2
Research-stages 6.240.9, 6.340.9, 6.440.9, 6.540.9 zijn speciaal voor die studenten die alléén de L-variant keizen. In overleg met de kandidaat, de vakgroep en de docent vakdidactiek zal een (deel) -onderzoek uit de vakgroepsspecialisatie gekozen worden.
3.13.3
Vakdidactiek scheikunde 1 en 2 (6.930.0 en 6.931.0). In beide colleges is de werkvorm deels hoor- en deels werkcollege. Beide colleges zullen afgesloten worden met een persoonlijk gesprek met de betrokken docent. Indien men niet in staat is om aan deze colleges deel te nemen kan men ook een mondeling tentamen afleggen. Een en ander geschiedt in overleg met de docent.
3. 13.4
Werkcollege vakdidactiek scheikunde 3 en hospiteerstage. In verband met de organisatie van de hospiteerstage op het VWO/HBO is het gewenst dat men zich enkele maanden voor de geplande aanvangsdatum opgeeft bij ir. T. Simons.
45
I
I
3.13.5
Toepassingen van de thermodynamica in de chemische technologie (6.833.0). Dit keuzevak wordt in werkgroepsverband gegeven en afgelegd. Aanmelding geschiedt bij prof. Stein of dr. Lankhuijzen.
3.13.6
Fysische organische chemie 1 en 2 (6.220.0 en 6.221.0) Deze tentamens worden mondeling afgenomen. Aanmelden hiervoor bij de vakgroepssecretaresse. De geldigheidsduur van de tentamens is onbeperkt.
3.13.7
Research-stage organische chemie S7/S8 (6222.9) Na inschrijving bij de afde~ingsstudentenadministratie en, op vertoon van de practicumkaart, bij P.M. van Lier (S.H. 8.02) worden de onderzoekopdrachten gegeven door de practicumleider dr. P. Schipper (S.H. 9.08). Deze opdrachten zijn afgeleid van de onderzoekingen binnen de diverse projectgroepen.
3.13.8
Synthetische organische chemie 1 en 2 (6.230.0 en 6.231.0) Deze tentamens worden schriftelijk afgenomen (in uitzonderingsgevallen mondeling) . Aanmelden hiervoor bij de docent. De geldigheidsduur van de tentamens is onbeperkt.
3.13.9
Theoretische anorganische chemie 2 (6.310.0) en katalyse (6.312.0) Deze tentamens worden mondeling afgenomen. Aanmelden hiervoor bij de vakgroepssecretaresse.
3.13.10
Kinetiek van reacties in de gasfase (6.311.0) Dit tentamen w0rdt mondeling afgenomen. Aanmelden hiervoor bij dr. Van de Beek of dr. Lankhuijzen.
3.13.11
Research-stage anorganische chemie S7/S8 (6.311.9) Aanmelden hiervoor, na inschrijving bij de afdelingsstudentenadministratie, bij de vakgroepssecretaresse.
3.13.12
Toepassingen van de groepentheorie in de chemie (6.313.0) Dit college wordt in de vorm van een blokcursus van 10 dagen tussen half december en half januari gegeven. Aanmelden hiervoor bij de vakgroepssecretaresse. OVer de wijze van tentamineren kan men kiezen tussen : a mondeling tentamen na afspraak b dagelijks tests tijdens de cursus.
3.13.13
Keramische materialen (6.330.0) Dit tentamen wordt mondeling afgenomen en kan worden gedaan over de gehele collegestof, of over een bepaald onderwerp, dat dan diepgaander JIX:let worden bestudeerd. Ook kan tenta-. men worden afgelegd in de vorm van het maken van een scriptie. Een en ander in overleg met de docent. Aanmelden bij de secretaresse van de vakgroep fysische chemié.
46
3.13.14
Research-stage fysische chemie S7/S8 (6.411.9) en afstudeerwerk. Aanmelden hiervoor, na inschrijving bij de afdelingsstudentenadministratie, bij ir. Vrolijk, waar een keuze uit onderwerpen gemaakt kan worden.
3.13.15
Structuuronderzoek van de vaste stof (6.412.0) Vaste stofreacties (6.413.0) en Defectchemie (6.414.0) Deze tentamens worden mondeling afgenomen. Aanmelden hiervoor bij de vakgroepssecretaresse. Tentamen kan worden gedaan over de gehele collegestof of over een bepaald onderwerp, dat dan diepgaander moet worden bestuèeerd. Ook kan tentamen worden afgelegd in de vorm van het maken van een scriptie. Een en ander in overleg met de docent.
3.13.16
Research-stage instrumentele analyse S7/S8 (6.516.9) Inlichtingen hierover kunnen verkregen worden bij de practicumleider, waar tevens een lijst met practicum/afstudeeronderwerpen ter inzage ligt. Inschrijving uitsluitend via de afdelingsstudentenadministratie bij de practicumleider.
3.13.17
Luchtverontreiniging 1 en 2 (6.550/6.560.0) - In ieder onderdeel wordt mondeling tentamen afgenomen waarvoor tenminste een cijfer 5 per onderdeel gehaald moet worden. - Het eindcijfer wordt vastgesteld door de deelcijfers te middelen.
3.13.18
Conversie- en uitwisselingsprocessen (6.613.0) Het college wordt gegeven als hoor/werkcollege. De stof wordt gedoceerd aan de hand van een dictaat terwijl met behulp van oefenopgaven instructie gegeven wordt.
3.13.19
Basispracticum proceskunde T7 (6.618.3) Duur van het practicum is gesteld op 20 middagen, die minnen een periode van 6 opeenvolgende weken moeten liggen. Aanmèlden voor het practicum (in koppels) op kamer 1.10 in de FT-hal. De aanmelding dient uiterlijk 3 weken voor het begin van het practicum te geschieden.
3.13.20
Research-stage proceskunde T7/T8 (6.619.9) Duur van de stage: 50 middagen Aanmelden hiervoor (bij voorkeur in koppels) na inschrijving bij de afdelingsstudentenadministratie, op kamer 1.10 in de FT-hal. In overleg met de verantwoordelijke wetenschappelijk medewerker worden de tijden vastgesteld waarop de stage gedaan wordt.
3.13.21
47
Practicum technische materiaalkunde (6.631.3) Voor deelname aan het practioum is het behalen va het ten-
I
I
tarnen 'technische materiaalkunde' (6.631.0) vooraf verplicht. Aanmelden hiervoor na inschrijving bij de afdelingsstudenten -administratie, op kamer 1.5 in de FT-hal. 3.13.22
Stofoverdrachtsprocessen (6.661.0) Het college wordt gegeven in de vorm van een werkcollege. Actieve deelname aan dit college en het met bevredigend resultaat afleggen van 3 tests gedurende dit college geeft recht op vrijstelling van tentamen. Daarnaast kan ook normaal tentamen worden gedaan. Aanmelden hiervoor dient te geschieden bij de vakgroepssecretaresse.
3.13.23
Chemische proceskunde (6.713.0) Het tentamen wordt mondeling afgenomen. Opgave hiervoor in de CT-hal 1. 07. Zij die tijdens het college de vraagstukken hebben gemaakt, zijn vrijgesteld van een schriftelijk uit te werken opgave.
3.13.24
Procesontwikkeling (6.711.0) Over dit werkcollege wordt geen tentamen afgenomen. De beoordeling geschiedt naar aanleiding van de bijdrage . aan het werkcollege. Het maximale aantal deelnemers is vastgesteld op 12. Voor de aankondiging over het onderwerp en de aanmelding wordt verwezen naar het publicatiebord SH niveau 1 en de TH-berichten. Dit werkcollege is inwisselbaar tegen een research-stage van de T~richting.
3.13.25
Research-stage chemische proceskunde T7/T8 (6.715.0) Opgave voor deze stage na inschrijving bij de afdeliqgsstudentenadministratie, bij de heer::R. Bird CT-hal 1.07. De stagiaires nemen deel aan het onderzoek van de vakgroep. Het eindcijfer wordt vastgesteld na bespreking en goedkeuring van het verslag.
3.13.26
Research-stage polymeerchemie S7/S8, L7 (6.720.9) en kunststoftechnologie T7/T8 (6724.9) Aanmelden voor beide stages na inschrijving bij de afdelingsstudentenadministratie, bij ir. Bleijenberg, die bij de keuze uit de verschillende stage-onderwerpen zal adviseren.
3.13.27
Research-stage toegepaste elektrochemie S7/S8, L7 (6.811.9) en toegepaste elektrochemie T7/T8 (6.813.9). Aanmelden hiervoor na inschrijving bij de afdelingsstudentenadministratie, bij drs. Zeilmaker.
3.13.28
Practicum corrosie (6.820.3) Aanmelden hiervoor, na inschrijving bij de afdelingsstudentenadministratie, bij drs. Zeilmaker. Het practicum wordt als een blokpracticum van 3 weken gegeven en vindt meerdere malen per jaar plaats.
48
3.13.29
Afstuderen in teamverband (ART-besluit nr. 19) In die gevallen waarin meerdere afstudeerders gemeenschappelijk aan één afstudeeronderwerp werken is het voor een adequate beoordeling van elk van de afstudeerders noodzakelijk dat diens bijdrage in een afzonderlijk verslag tot uitdrukking komt. Alleen in :die gevallen waarin het naar de mening van de afstudeerdocent zinvol is dat één gecombineerd verslag wordt geschreven kan hiertoe voor het bestuur van afdel~ng toestemming worden verleend. In dat geval zal echter de bijdrage van elke afstudeerder in duidelijk te onderscheiden hoofdstukken tot uitdrukking moeten komen. Een gemotiveerd verzoek om van deze laatste mogelijkheid gebruik te mogen maken moet door de afstudeerdocent uiterlijk 2 maanden voor het doctoraal examen bij het bestuur van de afdeling worden ingediend.
3.14
Omscholingscursus voor Universitaire chemici en voor Scheikundig ingenieurs die niet in een proceskundige richting zijn afgestudeerd. Voor deze omscholers is een speciaal programma samengesteld dat in ± 14 maanden kan worden afgemaakt. Coördinator van de cursus is prof.drs. H.S. van der Baan. Algemene informaties worden verstrekt door C.P. Voets, tel. 47 3004.
49
I
4.
Informatie van· algemene aard
4.1
VEILIGHEID Het werken op practicums houdt altijd een zeker risico in. Glaswerk kan breken, oplosmiddelen kunnen in brand geraken en stoffen kunnen op het menselijk lichaam inwerken. Om deze risico's tot een minimum te beperken, is het noodzakelijk dat ieder die op een laboratorium werkt, zich van deze gevaren bewust is. Men dient dan ook deze gevaren bij al dit praktisch werk in overweging te nemen en naar aanleiding daarvan de nodige voorzorgen te treffen. Vooraf dient men na te gaan wdlke de risico's kunnen zijn voor de mens b.v. giftigheid. Hoe gaat u op een wettelijk toegest~n dus milieuvriendelijke wijze de gemaakte resp. gebruikte stoffen vernietigen resp. onschadelijk maken? (denk hierbij ook aan het schoonmaken van met preparaat verontreinigd glaswerk). Welke maatregelen gaat u nemen irtdien u een chemische reactie uit de hand dreigt te lopen? Hoe voorkomt u schade aan gebouwen en installaties? Genoemde zaken zijn onderdelenvan een 'veiligheidsrapport •; informatie hiervoor kunt u o.a. vinden in 'Hommel', in publicatie P130/130-1 van de ArbeidsinSpectie en in vele andere bronnen. Indien u twijfelt, vraag dan advies bij uw practicumleider en/of bij een lid. van de Veiligheidscommissie T. Zonodig is de afdelingsveiligheidsfunctionaris (drs. E. Swaan) bereid de problemen te helpen oplossen. Enkele belangrijke punten om te onthouden zijn. 1. Draag altijd een bril op het laboratorium. Bij gebruik van vacuum of hoge druk moet dit een veiligheidsbril zijn; 2. Draag steeds een helm waar die is voorgeschreven; 3. Proeven met corrosieve, brandbare, stinkende of giftige stoffen mogen slechts in de zuurkasten of zuurkamers geschieden. Overtuig van de goede werking van de afzuiging; 4. Gascilinders dienen steeds stevig aan tafel of wand bevestigd te zijn; 5. Zorg op de hoogte te zijn van de plaatsen van de diehtsbijzijnde EHBO-post, brandblussers, branddekens, branddouches en oogdouches. Wees op de hoogte van vluchtwegen in uw omgeving; 6. Verwijder geen chemicaliën door de gootsteen. Vraag advies en/of raadpleeg de instructies. 7. Werk schoon en ordelijk. Een overzichtelijke opstelling bevordert veilig en nauwkeurig werken; 8. All!én werken op een laboratorium is verboden; 9. Meld ongevallen (ook bijna-ongevallen) steeds via de
u
50
laboratoriumleiding bij de afdè.limgsveiligheidsfunctionaris. De eventueel geleden schade kan dan op de juiste wijze hersteld worden. Bovendien moet men trachten zoveel mogelijk te leren uit dat wat gebeurd is, om herhaling te voorkomen. 4.1.1
PREVENTIE Alvorens met een proef te beginnen is het nodig een overzicht te krijgen van de gevaren van een experiment. Voor zover de gevaren van een stof bekend zijn kan men deze terugvinden in de bestaande handboeken zoals het 'Chemiekaartenboek' (aanwezig in de Bibliotheek en iedere vakgroep) • Ook over de te nemen voorzorgsmaatregelen wordt hier eenvoudige informatie verstrekt. Bij het werken met chemische stoffen dient men te bedenken dat in toxicoligisch opzicht preventie een eerste vereiste is. In de meeste gevallen is het niet mogelijk een opgelopen vergiftiging teniet te doen door het gebruik van antistoffen. Denk .ook aan de risico's voor chronische schade die sommige bekende of nog onbekende stoffen met zich mee kunnen brengen. Behandel onbekende stoffen steeds als behorende tot de hoogste gevarenklasse. Deze en andere maatregelen zijn terug te vinden in o.a. publicatie nr. P 130/P130-1 van de arbeidsinspectie, verkrijgbaar bij de veiligheids -commissie. Voor inlichtingen: wendt u tot de vertegenwoordiger in de veiligheidscommissie (zie 5.23) of student~lid hiervan. Een boekenlijst van veiligheidsliteratuur is ter inzage in de bibliotheek. Bedenk dat veiligheid en gezondheid ieders zaak is ;en dat het nemen van maatregelen of voorzorgen nooit belachelijk is: Bij chemie is het soort dapperhei·d dat leidt tot het negeren van voorzorgen bepaald onverantwoordelijk.
4.2
BIBLIOTHEEK De studiebibli·otheek Scheikundige-Technologie is een onder-
deel van de bibliotheek van de THE en heeft de beschikking over een uitgebreide verzameling tijdschriften, de naslagwerken en boeken op het gebiéd van de scheikunde en de scheikundige technologie, alsmede de diverse vakgebiéden, welke daaraan verwant zijn. Beperkte uitleen is mogelijk. Om literatuur te verkrijgen die niet in de bibliotheek aanwezig is, wende men zich tot de bibliotheekassistent. Men kan in de bibliotheek de werken bestuderen en zonodig fotokopiëren. De bibliotheek is van 9.00 uur tot 17.00 uur open. Buiten de vakanties is bovendien een regeling getroffen om de bibliotheek toegankelijk te maken voor avondstudie op dinsdagavond van 18.00 uur tot 22.00 uur. Van de bibliotheek van de THE zijn bij de afdeling gedetacheerd : Afdelingsbibliothecaris drs •. J.W. Veenhuijsen Literatuuronderzoek ing. F.A. Timmler
51
Assistent 4.3
G.J. Flohr
STUDENTENORGANISATIES Van de technologische Studievereniging 'Jan Pieter MinekeIers •, beter bekend als 'Japie •, kan iedere student voor een jaarlijkse bijdrage van vijf gulden lid worden. De studenten, die iets willen organiseren, dat direct of indirect met de afdeling te maken heeft, kunnen van de faciliteiten van Japie (type- en stencilmachine, papier, telefoon) gebruik maken. Om het geheel overzichtelijk te houden zijn de activiteiten in drie groepen gesplitst: voorlichting, excursies en onderwijs. Schematisch ziet de structuur van het bestuur er als volgt uit: Voorzitter Secretaris Pennin~ester
coördinator onderwijs
coördinator excursies
coördlnator voorlichting
Als buitengewoon bestuurslid is toegevoegd een conunissaris excursies. In 1979 werd het bestuur bovendien uitgebreid met een bui tengewoon bestuurslid Algemene Zaken, die zich onder andere bezighoudt met de landelijke ontwikkelingen op onderwijsgebied en het bevorderen van de contacten tussen studenten en de diverse raden en conunissies. Het bestuur stippelt het beleid uit, regelt de financiën en beheert de algenene zaken, verder draagt het zorg voor; de organisatie van spo~ttoernooien, waaraan zowel studenten als personeelsleden deel kunnen nemen; de zogenaamde 'chemiekaffees' en filmvoorstellingen op de afdeling en het centraal bestellen van boeken. Dit laatste geldt vooral voor de boeken die in het eerste en tweede jaar gebruikt worden voor de colleges BC I en BC II natuurkunde I en II, thermodynamica, organische en anorganische chemie. Ook kan, bij voldoende belangstelling, elk ander boek besteld worden. Het doel van dit alles is, vanwege de grotere aantallen, hogere kortingspercentages mogelijk te maken. 4.3.1.1
Groep Voorlichting De coördinator voorlichting verzorgt: - de introductie van eerstejaarsstudenten op de afdeling; dit in samenwerking net de STIK (Stichting Intercoi!DDunicatie) ; - berichtgeving via de publicator en pamfetten; - voorlichting over s-, T- en L-richting; - voorlichting over de vakgroepen. Hiertoe ligge.n informatiestencils, door de vakgroepen zelf samengesteld ter inzage; - een tijdschriftenkast. Deze kast staat in de Japiekamer en bevat informatie van velerlei aard, zoals: afdelings-
52
en studieverenigingsbladen, tijdschriften, de knipselkrant, publicaties uit de industrie, van andere technische hogescholen en universiteiten en van aktiegroepen; de uitleen van tentamens. Maximaal kunnen vijf tentamens geleend worden tegen een borg van twee gulden per tentamen. Indien de tentamens twee maanden na de datum van uitleen niet teruggebracht zijn, vervalt de borg aan de studievereniging; de uitleen van dictaten van elke afdeling. Als borg wordt tweemaal de nieuwprijs gevraagd. 4.3.1.2
Groep Excursies De groep excursies organiseert per jaar ongeveer zeven binnenlandse excursies. Vaak zijn deze excursies gericht op een bepaalde groep studenten, bijv. eeTstejaars-, voorkandidaats- of na-kandidaatsstudenten. Bovendien wordt bij voldoende belangstelling, eens per jaar een buitenlandse excursie georganisee·rd. Deze staat voor leden open. Door onze goede contacten in Tsjecho-Slowakije is het een traditie geworden ook elk jaar te trachten een studentenuitwisseling te organiseren. Suggesties voor excursies of andere manieren om in contact te komen met bedrijven zijn van hart welkom.
4.3.1.3
Coördinator Onderwijs De belangrijkste taak van de coördinator onderwijs is zitting nemen in de Studentenraad. Deze raad komt eenmaal in de twee weken op vrijdag om 12.35 uur bijeen. Doelstelling van de Studentenraad de communicatie bevorderen tussen de studentleden in de ART, HR, OKT, SOC, etc. , en hun achterban, welke in de praktijk gevormd wordt door de Studentenraad; problemen die ondeT de studenten leven naar voren te brengen, de mening hierover onder de studenten te peilen en deze door te geven aan de vertegenwoordigers in de desbetreffende commisste; zelfstandig als Studentenraad naar buiten treden, wanneer bij urgente studieproblemen de behandeling via de gebruikelijke wegen een te grote. vertraging op zou leveren. Werkwijze van de Studentenraad de Studentenraad wordt gevormd door een 16-tal studenten uit alle studiejaren, aangevuld met een vertegenwoordiger van Japie;
53
de tweewekelijkse vergaderingen worden voorbereid en verwerkt door een 'Groep van 4', waaruit aan het begin van het jaar een voorzitter is gekozen. Als regel maakt de coördinator onderwijs hiervan deel uit; de uitgebreide 'Agenda' en 'Notulen' worden opgehangen aan de daarvoor bestemde publicator in de hal van S-hoog; de vergaderingen zijn openbaar, zodat iedere geinteresseerde kan deelnemen aan de discussie. Indien noodzakelijk, worden ook andere belanghebbende uitgenodigd hun standpunten te komen toelichten. 4.4
AFDEL~NGSBLAD
Het afdelingsblad heeft een tweeledige functie: informerend: het signaleert en becommentarieert gebeurtenissen in en om de afdeling; ventilerend: het tracht te fungeren als uitlaatklep voor alle leden van de afdeling T. Uit dit laatste blijkt al, dat het niet de bedoeling is, dat het afdelnngsblad volgeschreven-;;rdt door de redactieleden. Kopij van buiten de redactie is zeiter zo welkom. Het afdelingsblad wordt ongeveer om de zes weken uitgegeven en bij belangrijke gebeurtenissen verschijnt weleens een extra editie . Het redactie-adres (waarook Jtopij ingeleverd kan worden) luidt: T-:-laag, kamer 0.27 (Japiekamer) tel. 3756. 4.5
BUREAU STUDENTENDECANEN {HG kamer 0.08 tel. 47 2263) Inlichtingen, advies en hulp vragen van persoonlijke en zakelijke aard. Voorts informaties en advies met betrekking tot studietoelagen, uitstel van militaire dienst en toelating tot examens. Spreekuur: na afspraak via secretaresse (HG kamer 0.08 tel. 47 2263) • Zie verder TH-gids hoofdstuk 7. Studietoelagen Regelingen betreffende rijksstudietoelagen rentedragende studieleningen, huwelijkstoelagen, kinderbijslag e.d.: Zie TH-gids par 7.1.3
54
Militaire dienst Regelingen betreffende uitstel van eerste oefening, waii!rschuwingsoproep, aanvragenvan uitstel, vervroegd verlof, opkomstdata, promotie-uitstel, uitstel van herhalingsoefening, gewetensbezwaren e.d.: Zie TH-gids par. 7.1.4. I"Jerkzoekende academicus Informatie betreffende de inkomenspos i tie van werkloze academici, tijdelijke tewerkstPlling en bemiddeling voor werkloze academici, Zie TH-gids par. 7.1.5. 4. 5.1
BUREAU STUDENTENPSYCHOLOGEN Studentenpsychologen iriw. drs. A.M.L. Rogier drs. J. Koning drs. J. Blankestijn drs. H.Chr. Sepers mw. drs. A. de Wit
geb. x kamer 13 tel. geb. x kamer 12 tel. geb. x kamer 3 tel. geb. x kamer 11 tel. geb. x kamer 10 tel.
(47) 2083 (47)2705 (47)4513 (47)4512 (47)3638
Psychologisch assistenten/secrertaressen mw. M.E.P. Weterings-Kuipers en mw. I.F. Koemans geb. X kamer 14 tel. (47)2060. De studentenpsychologen bieden studenten hulp, niet alleen bij een duidelijk aanwijsbare problematiek, maar ook wanneer juist de aard van de ]'!roblemen die men ervaart, moeilijk te verhelderen schijnt. Voor het verkrijgen van deze hulp dient de student zelf het initiatief te nemen. Dit geldt uiteraard niet alleen voor studieproblemen, maar evenz.eer voor persoonlijke moeilijkheden. De hulp wordt geboden in de vorm van een of meer gesprekken of door groepstherapie. Een uitvoerig psychologis.bh onderzoek wordt slechts na overleg ingesteld, indien een dergelijk onderzoek door de psycholoog nuttig en door de student aanvaardbaar wordt geacht. Simds enige tijd geeft het bureau studentenpsychologen, afhankê.lijk van de belangstelling, maar minimaal eenmaal per semester, een cursus studievaardigheden. Deze cursus is bestemd voor studenten die ontevreden zijn over hun wijze van studeren en voor hen die ondanks gewerkt te hebben, niet de verwachte studieresultaten behaalden. Een cursus bestaat gewoonlijk uit 8 wekelijkse bijeenkomsten. Elke bijeenkomst duur gemiddeld 2 uur. De belangrijkste doelen van de cursus zijn het leren kritisch je eigen manier van studeren te bekijken, na te gaan wat je zou kunnen veranderen aan je studeerwijze en hoe, en leren o.a. door middel van oefeningen je aanpak daadwerkelijk
55
te verbeteren. Centraal staat 4elfstandig aktief leren studeren. Onder meer wordt aandacht besteed aan: 1. studieplartning op lange en korte termijn; 2. het bestuderen van diktaat en boeken; kollegelopen, aantekeningen maken enz.; 3. het systematisch oplossen van vraagstukken; 4. de direkte voorbereiding op tentamens/examens. Door middel van het maken van oefeningen tijdens de bijeenkomst en 4elfstandig thuis tracht men bovenstaande doelstellingen te bereiken. Bovendien wordt er gedurende de bijeenkomsten uitleg gegeven en wordt h~t geoefende besproken. Onlangs zijn wij op de afdeling scheikunde gestart met een aparte cursus, omdat gebleken is dat op deze manier ingegaan kan worden op de specifieke moeilijkheden van de studenten. Belangstellenden voor een cursus studievaardigheden kunnen 4ich wenden tot het secretariàat van het bure.au studentenpsychologen geb. X (4ie plattegrond TH-gids) tel. 472060. Vrijwel iedereen heeft tijdens het voorbereiden en afleggen van tentamens wel eens last van 4enuwen. Je weet immers nooit 4eker of je het goed hebt gedaan en er hangt vaak veel van af. Dat is dan ook niets om je druk over te maken. Iets anders wordt het wanneer je als gevolg van onzekerheid en angst op tentamens regelmatig veel minder presteert dan je 40U moeten kunnen. In dat geval is er misschien sprake van tentamenvrees. Studenten die daar last van hebben, twijfelen meestal sterk aan 4ichzelf en 4ijn vaak zo bang dat 'het weer fout zal gaan', dat ze nogal eens geneigd zijn de voorbereiding van een: tentamen steeds maar uit te stellen. Gaan ze uiteindelijk toch aan de slag dan is het veelal niet alleen te laat, maar worden ze bovendien zodanig beheerst door een paniekgevoel van 'ik kan het niet', dat er van efficiënt en effectief studeren weinig terecht komt. Er zijn ook studenten die geen móeite hebben met de voorbereiding maar wel tijdens een tentamen worden overvallen door onzekerheid en angst. Ze kunnen zich dan steeds slechter op de vragen concentreren en hebben vaak het idee niets meer te weten, geen enkelè som meer op te kunnen lossen. Ook dat gaat gepaard met gevoelens van panielt. Omdat veel studenten zich ten onrechte schamen voor die tentamenvrees of denken dat het een aangeboren eigenschap is waaraan niets kan worden gedaan, blijven ze vaak langer dan nodig is, zitten met dat probleem. De praktijk wijst uit dat de meeste studenten onder deskundige begeleiding in een betrekkelijk korte tijd kunnen leren hun on4ekerheid en angst voor tentamens aanzienlijk te verminderen. Ook wordt er elk semester een cursus sociale vaardi'gheden gegeven. Je kunt aan deze cursus meedoen als je het 56
moeilijk vindt contact te leggen met anderen en/of niet in staat bent dat contact in stand te houden. Dit kan komen doordat je verlegen bent, niet weet waarover je moet praten, anders overkomt dan jezelf bedoelt, niet goed in de gaten hebt wat de ander denkt of voelt. Het kan ook zijn dat je je onzeker voelt binnen een groep en niet weet hoe je kritiek of positieve gevoelens moet laten blijken. Er komen verschillende onderwerpen aan de orde, zoals o.a. leren luisteren, leren contact te maken met mensen die je niet kent, een praatje maken, je verontschuldigen, iets weigeren. Bij het afbreken van de studie kan een onderzoek worden ingesteld naar de geschiktheid voor een andere studie of beroepsopleiding. De gegevens die de psycholoog uit g.esprek of onderzoek verkrijgt, zijn geheim, d.w.z. zij mogen niet zonder toestemming van de betrokken student aan enige persoon of instantie, in of buiten de Technische Hogeschool, worden door ge geven. Wil men een afspraak maken met een van de studentpsychologen dan kan men zich vervoegen bij mw. Weterings-Kuipers of bij mw. Koemans, geb. x kamer 14, tel. 2060. Informatiecentrum studie- en beroepskeuze. Op het bureau studentenpsychologen is een uitgebreide documentaire aanwezig over studie- en beroepsmogelijkheden, op het niveau van het tertiair onderwijs, dus zowel betreffende universitaire opleidingen als hogere beroepsopleidingen. Deze documentatie is te allen tijde toegankelijk voor iedereen, ook zonder bezoek aan de psycholoog. Men melde zich hiervoor bij mw. M.E.P. Weterings-Kliipers of bij mw. I.F. Koemans, geb. x, kamer 14 tel. (47)2060. 4.6
RIJKSSTUDIETOELAGEN OVer de aanvragen voor een rijksstudietoelage brengt de Afdeling advies uit aan de minister van Onderwijs en Wetenschappen betreffende: 1. al dan niet verlening van een studietoelage op basis van behaalde resultaten; 2. de periode waarvoor de toelage wordt verleend, eveneens op basis van behaalde resultaten; De regels die de afdeling bij het uitbrengen van haar advies in acht neemt, staan vermeld in de brochure bij de studentendedaan. Bij de beoordeling van de studieresultaten kan de Afdeling rekening houden met persoonlijk of zakelijke omstandigheden die de studie (en daarmee de resultaten) ongunstig hebben beïnvloed. De Afdeling kan dit echter alleen doen indien zij tijdig van deze omstandigheden op de hoogte wordt gebracht. Hiervoor en voor overige inlichtingen kunt u terecht bij een van de leden van de Studiebeurzencommissie (zie 5.2.2.3) of bij de studentendecaan.
57
4 .. 7
FACILITEITEN VOOR ACTIEVE STUDENTEN Deze regeling geldt voor stUdenten die deelnemen aan: - Hogeschoolraad, Afdelingsraad en commissies hiervan; - besturen van Studievereniging, Studievereniging en Studentenbureau; besturen van secties van de Stichting Studenten Activiteiten Eindhoven; - diverse WUB-organen. Opmerking Vanwege de diversiteit van andere mogelijkheden zijn deze niet in de vaste regeling opgenomen. Studenten die op grond van activiteiten die hierboven niet zijn vernoemd menen in aanmerking te komen voor bepaalde faciliteiten dienen hiertoe zelf initiatieven te ontplooien. Voor de genoemde categorieën en actieve studenten gelden de volgende faciliteiten: - de verlenging van de geldigheidsduur van een tentamen; -recht op een mondeling i.p.v. een schriftelijk tentamen; - tentamen en practicum af te leggen c.q. te doen op een tussen docent c.q. practicumleider en student nader overeen te komen tijdstip; positief advies t.b.v. aanvraag en verlenging van uitstel voor militaire dienst; - positief advies t.b.v. toekenning studiebeurs voor de duur van 1 jaar voor maximaal 50% van het jaarlijkse minimaal te behalen aantal beurspunten. Dit laatste punt dient als volgt geinterpreteerd te worden: Elke student dient, in het jaar waarin hij voor de betrakken regeling in aanmerking wenst te komen, in elk geval de helft van het jaarlijkse minimaal te behalen aantal beurspunten verkregen te hebben uit tentamen-en/of practic.umresultaten. Het aldus behaalde aantal punten wordt tot aan het, voor een beurs benodigde minimum aangevuld als honorering voor bijzondere activiteiten, dit is dus met maximaal de helft van het minimaal te behalen aantal beurspunten. Opmerking De extra activiteiten van de studenten in raden, conmdssies en verenigingen dienen niet gehonoreerd te worden met gehele of gedeeltelijke vrijstelling van bepaalde onderdelen uit het studieprogramma. Voor het verkrijgen van de faciliteiten kan de student zich wenden tot de betreffende docent c.q. practicumleider, dan wel voor zaken van algemene aard tot het afdelingsbestuur T.
4.8
SAMEmiERKINGSORGAAN KHT-THE Voor mogelijkheden tot het volgen van colleges en alle
58
overige informatie omtrent het Samenwerkingsorgaan ~1crdt kortheidshalve verwezen naar hoofdstuk 9 van de THE-gids. 4.9
ONDERZOEK
4.9.1
Organische chemie (TO) De vakgroep TO verricht haar onderzoek in het kader van vier projectgroepen.
4.9.1.1
Bic-organische chemie, in het bijzonder organofosforchemie Eén van de aspecten van dit project is energie-opslag en transpQrt op moleculair niveau. Het is bekend, dat bij de cellulaire energieoverdracht het co-enzym adenosine trifosfaat (ATP) een belangrijke rol speelt. Met behulp van simulatieverbindingen (nabootsing, biochemisch proces) wordt de omringing van fosfor bestudeerd, die voor het initiëren van overdracht van energie noodzakelijk is. Daarnaast is het onderzoek in belangrijke mate gericht op DNA-replicatie (deldeling) en DNA-recombinanten. Deze nieuwe ontwikkelingen houden grote mogelijkheden in voor de chemische technologie, in het bijzonder de biotechnologie, Het DNA-replicatieonderzoek is sterk fundamenteel gericht. Onderzoek wordt op welke wijze informatietransmissie in DNA plaatsvindt, waardoor genetische informatie kan worden overgedragen. Ook hier bestaat het vermoeden, dat de omringing van fosfor een essentiële rol vervult. Sterk verwant hiermee is DNA-transcriptie, welke leidt tot de vorming van eiwitten (enzymen). Bij al deiZ'e onderzoekingen wordt gebruik gemaakt van spectroscopische meetmethodieken, zoals kernspinresonantie en elect:t.onenspinresonantie. Deze laatste techniek wordt toegepast binnen het deelproject organofosforradicalen. Met behulp van deze techniek kan de geometrische omringing van fosfor, die voor het verloop van genetische transmissie zo belangrijk blijkt te zijn, eenduidig worden vastgelegd.
4.9.1.2
Spectro- en kwantumchemie Bij het spectrochemisch onderzoek wordt met behulp van modelsystemen getracht inzicht te verkrijgen in de moleculaire dynamica - beweeglijkheid van de molecule onder verschillende fysische condities - van biologische substraten zoals squaleen. Door een specifieke conformatie (vorm) aan te nemen kan uit squaleen via een aantal volgstappen het basissteroid lanosterol - een universele precursor voor andere steroïden in het lichaam - worden gevormd. Dit onderzoek geschiedt in samenwerkingsverband met TI (werkgroep molecuulspectrometrie). Het theoretisch onderzoek is gericht op de beschrijving van stralings- en stalingsloze overgangen in formaldehyde
59
o1e het gevolg Zl.Jn van het primaire fotoproces. Hierbij
gaat het om zeer nauwkeurige berekeningen van fluorescentie-emissiespectra, absolute stralingslevensduren en koppelingen tussen potentiaal-oppervlakken. Mogelijkerwijs kan dit onderzoek bijdragen tot een beter begrip van de fotosynthese (koolzuurassimilatie). Daarnaast wordt nog zowel experimenteel als theoretisch onderzoek gedaan aan het type Woodward-Hoffmanreacties. De voorspellende waarde van dergelijke reacties - op basis van orbital symmetrie argumenten - maakt het mogelijk om bijzondere chemische reactiviteiten en selectiviteiten op te sporen. 4.9.1.3
Syntese en mechanisme van natuurstoffen De synthese is gericht op de bereiding van nieuwe syntheseroutes voor steroïden en enzymen •.De. bere.iding van .oestrogenen is afgeleid van de vivosynthese van steroïden (dus zoals deze onder biologische omstandigheden worden bereid). Door op bepaalde plaatsen in de stercidprecursor chiraliteit te introduceren, kunnen via de dan optredende optische inductie uitzonderlijk hoge rendementen worden verkregen. Bij dit onderzoek wordt ook gebruik gemaakt van optische technieken zoals circulair dichroisme. Deze meetmethodiek is nodig ter vaststelling van de absolute configuratie. Dit laatste aspect is bijzonder belangrijk, omdat onder biologische condities alleen één configuratie werkzaam is, Met behulp van DNA-recombinanten wordt het mogelijk om enzymodificaties te bereiden die niet in de natuur voorkomen, d.w.z. door locale wijzigingen de aminozuur-volgorde kan de katalytische activiteit van het enzym worden veranderd. De doelstelling van het recombinant DNA-onderzoek is goed hanteerbare bacteriën als E.coli de gewenste eiwitten te laten produceren.
4.9.1.4
Exploratieve organische synthese Hierbij is de synthese gericht op de bereiding van heterocyclLsche verbindingen waarvan verwacht mag worden dat zij farmacologische werking bezitten.
4.9.2
Vakdidactiek Scheikunde (TD) Het onderzoek in de didactiek van de scheikunde is sterk praktijk gericht. Het beweegt zich op het terrein van het scheikundeonderwijs aan het voorbereidend wetenschappelijk en hoger algemeen voortgezet onderwijs. De onderwerpen van het onderzoek zijn in drie deelgebieden te verdelen:
60
_4.9.2.1
Onderwerpen uit en presentatie van VWO/HAVO leerstof. De groep vakdidactiek aan de THE levert men dit ontwikkelingswerk van de VWO/HAVO-leerstof een bijdrage aan de moderniseringsexperimenten van de ACLO-SK (voorheen de CMLS) .
4.9.2.2
curriculumontwikkeling t.b.v. de eerstegraadslerarenopleiding. Uit een analyse van de taken van de scheiknnde docent in het ~vo wordt dit onderzoek gevoed. Een verdere bestudering van de eisen welke aan de huidige leraar gesteld worden is noodzakelijk voor de ontwikkeling van de eigen lerarenoplei!ding.
4.9.2.3
De postacademische nascholing Onderzoek naar de behoefte, opzet· vancurricula en de bestudering van de mogelijke uitvoeringsvormen.
4.9.3
Anorganische chemie (TA)
De
In de vakgroep TA wordt katalyseonderzoek verricht. Het onderzoek behelst zowel de bereiding van nieuwe katalysatoren, als de verklaring van hun werking. Aangezien voor de bestudering van katalysatoren spectroscopische technieken onontbeerlijk zijn, wordt ook veel aandacht aan spectroscopie besteed. 4.9.3.1
Onderzoek naar de katalytische omzetting van steenkool (derivaten). Het onderzoek is vooral gericht op het zo efficiënt mogelijk omzetten van de primaire energiedragers koolmonoxide en waterstof, welke beide uit steenkool kunnen worden gemaakt, tot secundaire chemicaliën als koolwaterstxiiffen en (poly) alkoholen. Getracht wordt om zowel nieuwe katalysatoren te vinden als het mechanisme van hun werking te begrijpen. Daarnaast wordt de directe omzetting van steenkool in koolwaterstoffen bestudeerd met behulp van metaalsulfiden als katalysator. Alle prodessen die bestudeerd worden verlopen via heterogene katalyse.
4.9. 3.1.1Metaalkatalysatoren · Nadat gebleken was dat voor de synthese van koolwaterstoffen uit CO en H groepen van meerdere metaalatomen nodig zijn, is het on~erzoek vooral gericht op het vinden van betere Fischer-Tropsch katalysatoren. Daartoe worden bimenttallische katalysatoren bestudeerd met behulp van katalytische modelreactie en met fysisch chemische analysetechnieken. Daarnaast worden metaalcarbonylclusterverbindingen bestudeerd als potentiële katalysatoren voor de synthese van (poly)alcoholen als glycol, ethanol en methanol uit CO en H2.
61
1.9.3.1.2
Zeolieten Met behulp van de zgn. ZSM-zeolieten kunnen aromaten en andere koolwaterstoffen bereid worden uit methanol. Het mechanisme van deze reactie en de aard van de katalytisch actieve plaatsen in het zeolietrooster zijn nog geheel onbekend. Door middel van kinetische metingen en van spectroscopisch onderzoek wordt geprobeerd daar verandering in aan te brengen.
4.9.3.1.3
Koolhydrogenering met metaalsulfiden Steenkool kan zowel ontsloten worden door vergassing tot co en H , d2t daarna verder verwerkt kan worden tot andere energiearagers of chemicaliën, als ook door het vloeibaar maken .tot koolwaterstoffen. Metaalsulfiden kunnen in deze laatste reactie ean belangrijke rol spelen als katalysator. Het onderzoek is vooral gericht op een beter begrip van de aard van de actieve plaatsen op het katalysator:oppervlak.
4.9.3.2
Homogene oxidatiekatalyse en coördinatorchemie Het mechanisme van de oxidatie van thiolen en thioaminozuren met behulp van overgangsmetaalionen wordt bestudeerd om een beter begrip te krijgen van homogene oxidatie~ reacties, zowel in de chemie als biochemie. Ook wordt veel aandacht besteed aan het heterogeniseren van deze katalysatoren, door ze aan polymeren te hechten. In dit deel van het onderzoek bestaat een nauwe samenwerking met de groep TCK. Daarnaast wordt coördinatiechemisch onderzoek aan de scheiding van metaalionen verricht.
4.9.3.2.1
De selectieve oxidatie van thiolen tot disulfides verloopt met een geheterogeniseerde katalysator van cobaltftalocyanine op een basisch polymeer veel sneller dan in homogeen waterig milieu. Doel van het fundamentele onderzoek is inzicht te krijgen in de rol van dit type katalysator op het mechanisme van de oxidatiereactie, waarbij zuurstof tot water reageert, en van de storende nevenreactie waarbij waterstofperoxide wordt gevormd.
4.9.3.2.2
Een zeer opvallende (en nog weinig begrepen) rol spelen de diverse typen Fe-S clusters in de redox-eigenschappen van eiwitten als ferridoxine, rubridoxine, HiPIP, etc. Teneinde een verband te vinden tussen hun typische struktuur en de redox-eigenschappen wordt onderzoek verricht naar de bereiding en karakterisering van diverse modelsystemen voor Fe-S clusters.
4.9.3.2.3
Metaalscheiding met behulp van chelaten Voor een goed gebruik van de natuurlijke grondstoffen is
62
het onder meer van groot belang om· te kunnen beschikken over efficiënte processen voor het scheiden van metalen. Zulke processen zouden in principe kunnen bestaan uit vloeistof-vloeistof extractieprocessen van de metaalionen. Een vereiste hiervoor is echter dat men kan beschikken over chelaten die selectief complexen vormen met bepaalde metaalionen. Het doel hierbij is om dit soort zeer selectieve chelaten te bereiden en hun werking te testen. Het mechanisme van hun werking wordt bestudeerd met behulp van spectroscopisch onderzoek. 4.9.4
Fysische chemie (TP) De vakgroep verricht fysisch-chemisch onderzoek aan vaste stoffen. Het doel van dit onderzoek is inzicht te verwerven in de relatie tussen chemische samenstelling en structuur van de stof en de fysische eigenschappen, met name de materiaal-eigenschappen. Belangrijke experimentele technieken zijn: röntgendiffractie, rasterelektronenmicroscopie, microsonde, elektrische impedantiemetingen thermogravimeterie.
4.9.4.1
Vaste stofreacties Hoewel het werk fundamenteel gericht is, worden zoveel mogelijk juist die systemen bestudeerd die technologisch belangrijk zijn of kunnen worden. Vanuit dit standpunt is o.a. gekozen voor studies van Fe-Zn diffusielagen die ontstaan bij het thermisch verzinken van staal en voor studies van metaal-metaaloxide koppels, van belang i.v.m. inwendige oxidatie van metaallegeringen in een corrosief medium. In dit varband worden ook metaal-metaalsulfide koppels bestudeerd.
4.9.4.2
Structuur en textuur van vaste-stofreactieproducten Bij de vorming van reactielagen ontstaan dikwijls texturen. Voor vele toepassingen is het van belang de textuur in de materialen, bijv. in coatings te beheersen en te kunnen voorspellen. Getracht wordt om de waargenomen texturen of oriëntatie-relatie in lagen van verwante verbindingen te begrijpen vanuit de kristalstructuur en het diffusie(reactie) mechanisme. In dit kader wordt incidenteel ook kristalstructuur-onderzoek verricht.
4.9.4.3
Defecten in oxides De aandacht van dit onderzoek is vooral gericht op de relatie tussen defectstructuur en de halfgeleider eigenschappen. Zo worden o.a. elektrische geleidingsmetingen verricht aan katalytisch actieve bismutmolybdaten.
4.9.4.4
Materialen voor toepassing bij hoge temperaturen De binnen de vakgroep levende wens om de aanwezige kennis te gebruiken voor het oplossen van technologische problemen heeft geleid tot de oprichting van de interafdelingswerkgroep Materialen voor Hoge Temperaturen 'HOTEMA'. Binnen de werkgroep werken thans 6 vakgroepen TP, NV, EG, EEA, WF, WMA. In dit kader is vanuit de vakgroep TP het eermet project gelnitieerd. Dit is een project gericht op het ontwikkelen van een materiaal t.b.v. een thermionische energieomzetter. Daarnaast loopt er een onderzoek naar de elektrische eigenschappen en de chemische stabiliteit van keramische materialen op basis van aluminiumoxide. Deze materialen zijn van technologisch belang in o.a. hoge-druk natrium lampen.
4.9.5.
Instrumentele analyse (TI) Het onderzoek van de groep TI heeft tot doel de ontwikkeling van instrumenteel analytische technieken en de toepassingen van deze technieken op praktische problemen. Door de vraagstelling uit de praktijk (zowel van binnen als buiten de THE) wordt het onderzoek dan ook gekenmerkt door een groot aantal min of meer snel wisselende onderwerpen. Uit de veelheid van analytische technieken is een duidelijke keuze gemaakt. In feite vindt het onderzoek plaats op het gebied van de analytische scheidingsmetheden -gaschromatografie (ge), vloeistofchromatografie (lel en elektroforese (ef} - en enkele spectroscopische technieken - massaspectrometrie (msl en kernspinresonantie (mol-s} De scheiding van techniek-ontwikkelingversustoepassing is vrijwel nooit scherp te trekken. Vaak worden bestaande methoden verbeterd of nieuwe ontwikkeld aan de hand van de vraagstelling, voortkomende uit een veelal specifiek toepassingsgebied. De toegepaste onderzoeken vormen dan ook het bindend element tussen de specialistisch gerichte technieken. Behalve aan de ontwikkeling van genoemde technieken zelf, wordt veel onderzoek gewijd aan 'interfacing', zoals de koppeling van ge-ms, lc-ms en ef-lc. Naast de technieken gerichte onderzoeken wordt toegepast onderzoek bedreven in een aantal projectgroepen.
4.9.5.1.
Biologisch actieve verbindingen Voor het stellen van diagnose en het vroegtijdig signaleren van afwijkingen in het sterold-metabolisme, is het bestuderen van stercidprofielen enerzijds en structuuronderzoek van precursors anderzijds van fundamentele betekenis. Naast de sterolden wordt onderzoek verricht aan anticoagulantia, antidepressiva, biogene amines, anesthetica, anticonvulsantia en pharmaca in het algemeen. De koppeling ge-ms speelt hierbij een grote rol.
64
4.9.5.2
Nierproject Door middel van dialysebehandeling met een kunstnier kunnen bij nier-insufficiëntie (acute of chronische) sommige vitale nierfuncties vervangen worden. Dit geldt o.a. voor eliminatie van de afbraakproducten van de eiwitstofwisseling (o.a. ureum, urinezuur, en kreatininel en het normaliseren van het volume en de elektrolyten-samenstelling van het extracellulair en het intracellulair milieu. Analytische profilering met behulp van elektroforese en chromatografische scheidingstechnieken geven een indicatie welke stoffen bij het dialyseproces behouden dan wel verwijderd worden.
4.9.5.3
Molekuulspectrometrie Het onderzoek binnen de subgroep mol-s is er primair op gericht spectrale parameters uit NMR van lH, en 31P-kernen zodanig te ontwikkelen, dat ze op een zo breed mogelijk gebied inzetbaar zijn. Tot deze gebieden behoren voornamelijk de organische chemie (zie TO), doch ook andere, zoals polymeerchemie en anorganische chemie (complexen). Bij onderzochte parameters spelen de chemica! shift en 13 crelaxatietijden (T 1 ) de hoofdrol, hoÎwel ook de yPin-spin interacties (in elke combinatie van H, 13 c en 3 P) worden bestudeerd. Dit gebeurt veelal aan de hand van modelverbindingen. Deze worden zo geselecteerd, dat ze optimaal aansluiten op de toepassingsgebieden. Behalve aan toepassingen wordt ook aandacht besteed aan de achtergronden en evaluatie van de parameters (kwantumchemie in verband met chemical shifts en spinkoppelingen; vloeistofdynamica in verband met relaxatietijden). Een deel van het onderzoek is ondergebracht in de werkgroep 'Molekuulspectrometrie' TI-TO.
4.9.5.4
Milieuchemie (luchtverontreiniging) Binnen deze subgroep valt de nadruk bij het onderzoek naar de fotochemische smogvorming op het bestuderen van de reactiecriteria en het opstellen van een voorspellingsmodel. Daarnaast vinden metingen plaats van luchtverontreiniging in een geautomatiseerd systeem. Tevens wordt een onderzoek gedaan naar de elementsamenstelling van stofmonsters m.b.v. atoomabsorptie spectrometrie en activeringsanalyse.
65
4.9.6
FySische technologie (TF)
4.9.6.1
Fluïdisatie (prof.dr. K. Rietema) I Il I2 I3 I4 IS
reologie van gefluïdiseerde J::Geders wordt onderzocht in verschillende stromingsvelden; in een 4 meter hoge zandloper; in een couette viscosimeter; in een harmonisch trillend systeem; in een vallend fluïd bed; in een stationair fluïd bed.
lil II2 II3
de bedexpansie - de verblijftijdspreiding; de storthoek in een kantelbaar fluïd bed; de conversie van een chemische reactie.
III
Warmte-overdracht in fluïd bedden:
IIIl
warmteoverdracht aan horizontale pijpenbundels vergelijken met die aan verticale pijpenbundels. Invloed op de bedexpansie; warmteoverdracht aan een verticale plaat. a als functie van de hoogte. Onderzoek naar het mechanisme van de warmteoverdracht.
III2
4.9.6.2
De
Afvalwaterreiniging (ir. S.P.P. Ottengraf) Bestudering van : - fysische technologische aspecten van de eliminatie door aerobe micro organismen van organische C-bronnen (huishoudelijk en industrieel afvalwater) menging in aeratiebassins eliminatie van verontreinigde C-bronnen uit afgassen over aerobe microbiologische filters slibindikkings- en verwerkingsprocessen, sedimentatie en flocculatie - defosfatering van afvalwater - adsorptie van C-bronnen aan actief slib. -extractie van aromaten uit industrieel afvalwater (samenwerking met prof.ir. M. Tels).
4.9.6.3
Het mengen van poedervormige stoffen {•.••• , prof.dr. K. Rietema). Fundamenteel onderzoek naar het mechanisme van poedermenging en de invloed van de poedereigenschappen hierop.
4.9.6.4
Scheiding van stedelijke afvalcomponenten (prof.ir. M. Tels)
4.9.6.4.2Scheiding d.m.v. zeven; reologie van {verkleind) huisvuil; onderzoek naar trommel- en trilzeven; onderzoek naar stromingsgedrag van huisvuil i.v.m. transport en doseerproblemen.
66
4.9.6.4.3 Scheiden d.m.v. flotatie, onderzoek naar de fysisch technologische aspecten van deze scheidingsmethode. 4.9.6.5
Onderzoek naar de verwerking van industrieel afval (prof. ir. H. Tels)
4.9.6.5.1 Hergebruik van metalen, die vrijkomen als metaalhydroxiden en/of basische metaalzouten uit de metaalbewerkende en galvanische industrie. 4.9.6.5.2 Onderzoek naar de mogelijkheden om afval fluïdisatie op een trilgoot. 4.9.6.6
te
scheiden d.m.v.
Pyrolyse van vaste afvalstoffen (prof.ir. M. Tels). Fundamenteel onderzoek van de optredende transport- en conversieprocessen, het ontwerpen en testen van voor huisvuil geschikte pyrolyse-apparatuur; economische evaluatie.
4.9.6.7
Warmte-overdracht in procesapparatuur (ir. J.G. Wijers). Warmte- en stofoverdracht in kolommen met moderne vullichamen met het doel een hoge mate van uitwisseling bij een lage drukval te krijgen.
4.9.6.8
Fundamentele aspecten en optimalisatie van ontwateringsprocessen in het bijzonder voor voedingsmiddelen (prof.dr.ir. H.A.C. Thijssen). Bestudering van de fundamentele aspecten van de transportverschijnselen in drogende systemen. Ontwikkelen van nieuwe droogtechnieken en optimalisatie van bestaande en nieuwe droogtechnieken. In principe kunnen binnen alle genoemde onderwerpen afstudeerprojecten bewerkt worden.
4.9.6.9.1 Toepassingen van fysische technologie (prof.dr.ir. D. Thoenes) Aandachtsgebieden: - nieuwe_~r~tallisatieprocessen, bijv. eutectisch kristalliseren van NaC1.2H 0 en ijs uit pekel. 2 - afscheiden van nevels uit gasstromen door middel van zeefpakketten. flilïdisatie (in samenwerking met prof.dr. K. Rietema, zie 4.9.6 .1) - warmte- en stofoverdracht in gas-vloeistofcyclonen. 4.9.6.9.2 Transportverschijnselen in chemische reactoren (prof.dr.ir. D. Thoenes) • Aandachtsgebieden: - fluïd bed-reactoren (in samenwerking met prof.dr. K. Rie-
67
Rietema, zie 4.9.6.1). - menging, diffusie en reactie in viskeuze vloeistoffen, in roervaten. - invloed van transportverschi}nselen op de selectiviteit van chemische omzettingen in reactoren. 4.9.6.10
Technologie van de glasfabricage (prof.dr.ir. H. de Waal) Onderzocht worden de processen die zich afspelen tijdens het afkoelen van rookgassen in regeneratoren van glasove~. Dit onderzoek wordt verricht in een samenwerkingsverband met de Technisch Physische Dienst TNO.
4.9.7
Chemische technologie (TC) In de vakgroep TC wordt onderzoek verricht op het gebied van chemische technologie (subgroep TCC) en van de kunststoftechnologie en polymeerchemie (subgroep TCK).
4.9.7.1
Chemische technologie (TCC) Alle onderzoekingen binnen deze groep Zl!Jn er op gericht meer inzicht te verkrijgen in processen die via heterogene katalyse verlopen. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de reactiekinetiek. Bij de keuze van de onderwerpen wordt ook het praktisch belang van het onderzoek in ogenschouw genomen. Het onderzoek vindt plaats in drie projectgroepen:
4.9.7.1.1 Fischer-Tropsch synthese van kleine olefinen De synthese van kleine olefinen door hydvogenening van kool-
monoxide wordt bestudeerd in verband met de energie problematiek. De hoofdproblemen zijn de opheldering van het reactiemechanisme, de lage gemiddelde turnover frequency, de geringe katalysator-act! vi te i t, de katalysator-ordeactivering en de geringe selectiviteit. Het doel :its om een hoge opbrengst met hoge selectiviteit aan kleine olefinen te bereihen. Onderwerpen: 1. Kinetiek van mechanisme van de synthese over Co en Co/ Al o -katalysatoren: 2 3 2. Bestudering van de invloed van een p~omotor op de activiteit en selectiviteit van Fe/ZnO-katalysatoren; 3. Bestudering van de invloed van koolstof- en carbide-vorming op de kinetiek en het mechanisme van de synthese; 4. Fischer-Tropsch synthese over Fe/ZnO-katalysatoren bij 0.1-1 MPa in een recirculatiereactor; 5. Bestudering van de propagatiesnelheid van de Fischer-Tropsch reactie over Ru-katalysatoren in een pulsreactor; 6. De Fischer-Tropsch synthese onder niet-stationaire omstandigheden bij lage drukken; 7. De ontwikkeling en toepassing van nieuwe technieken op het gebied van de analyse en gegevensverwerking van de 68.
Fischer-Tropsch sysnthese ter bepaling van de reactieki-. netiek en ter beschrijving van het reactiemechanisme. 4.9.7.1.2 Koolhydraten Enige karaketeristieken van het koolhydratenonderzoek ZlJn: - het ontwikkelen van processen op basis van producten en afvalstromen uit de land- en bosbouw; - het ontwerpen van katalysatoren en het optimaliseren van reactiecondities om de selectiviteit van het proces te verhogen; het verbeteren van gangbare en het introduceren van nieuwe analyse technieken met het doel de kinetiek van de reacties te bepalen en de reacties modelmatig te beschrijven. Onderwerpen: 1.Isomerisatie van koolhydraten met behulp van ionenwisselaars; 2.0xidatie van koolhydraten; 3.Isomerisatie/hydrogenering van koolhydraten; 4. Analyse van koolhydraten en derivaten met behulp van vloeistofchromatografie; S.Hydrolyse/hydrogenering van koolhydraten; 6.Dehydratatie met vorm-selectieve katalysatoren; 7.0xidatie van furfural tot maleinezuur; 8.Dehydratàtie/hydrogenering van koolhydraten; 9.Steriospecifieke hydrogenering van fnuctose; 10 Reducerende pyrolyse van koolhydraten 4. 9. 7 .1.3 Reactorkundig onderzoek en reactorontwerpen Enkele kenmerkende eigenschappen van di'.t onderzoek zijn: het verrichten van kinetische metingen met behulp waarvan reactiemodellen kunnen worden opgesteld en getoetst; - het optimaliseren van reactiecondities en van de reactor ter verhoging van de selectiviteit van het proces; - het toetsen van reactormodellen uitgaande van de bekendheid met de kinetiek van heterogeen-katalytische reacties; het verbeteren van gangbare en het introduceren van nieuwe analyse- en gegevensverwerkende technieken lll
69
behulp van microcomputer; 3 Invloed van reactordimensies en transportverschijnselen op de kinetiek van niet-elementaire reacties; 4 Besturing van de turnover frequency van reactiedeelstappen met behulp van een nagenoeg dispersievrije pulsreactor. 5 Ontwerpen van slurryreactor; van tricle bedreactor. 4.9.7.2
Kunststoftechnologie en polymeerchemie Deze groep heeft als basisgedachte voor haar onderzoek; de invloed van polymerisatie- en verwerkingscondities op de produkt-eigenschappen. Het anderzoek vindt plaats in de vier projectgrQepen 'Composieten', 'Copolymerisatie', 'Polymere-Katalyse' en 'Synthese en Analyse'.
4.9.7.2.1 Composieten Doel is met behulp van twee bekende polymeren door compositie nieuwe materialen te maken met een goede combinatie van eigenschappen. Hiertoe moet meestal voor intieme hechting een gesynthetiseerd ent en blokcopolymeer worden toegevoegd. Het blijkt mogelijk het deformatie en breukgedrage van de ontstane materialen chemisch en fysisch te sturen. Het werk in dit gebied is een uniek mengsel van chemie en techniek en moderne onderzoekmethoden. Nieuw is de mogelijkheid groene grondstoffen amylopectine (zetmeel) en cellulose te combineren met synthetische polymeren. 4.9.7.2.2 Copolymerisatie Het onderzoek is gericht op de ontwikkeling van copolymere materialen met gewenste eigenschappen. Enerzijds wordt daartoe de copolymerisatiekinetiek bestudeerd. Voor de invloed van monomeerstructuur, oplosmidde 1 en hoge druk op de reactiviteit van monomeren worden werkhypothesen opgesteld en experimenteel geverifieerd door het nauwkeurig (m.b.v. on-line GLC) volgen van copolymerisatiereacties, al dan niet onder hoge druk. Anderzijds wordt in samenwerking met de industrie onderzoek verricht naar de produktie van specifieke zeer goed gedefinieerde copolymere materialen door bestudering van polymerisatieprocescondities en polymerisatietechnieken (o.a. emulisecopolymerisatie}. Een ander samenwerking met de industrie betreft onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van vervangbare (niet-fossiele) grondstoffen voor plastics. In dit kader wordt onderzocht de copolymerisatie van lijnolie met diverse comonomeren en de verestering van tallolie met diverse polyolen. 4.9.7.2.3 Polymere katalyse Het gebruik van geimmobiliseerde polymere katalysatoren kan
70
leiden tot aanzienlijke energiebesparing in de procesindustrie wegens 1) het verlopen van reacties/processen met grote snelheid en hoge selectiviteit onder milde condities en 2) het achterwege blijven van de vaak veel energievragende scheiding van reactie produkt en (homogene)katalysator. In samenwerking met de vakgroep TA wordt onderzoek verricht naar de rol van polymeren als drager, liggirtg en omgeving van katalytische groepen. Meer in het bijzonder is het onderzoek gericht op de ontwikkeling van bifunctionele polymere katalysatoren t.b.v. oxidatiereacties. Doel is hierbij inzicht te verkrijgen in de fnndamentele kinetische/mechanistische voordelen van immobilisatie van katalysator complexen op polymeren, alsmede de optimalisatie van de te verwachten kinetisch/technologische voordelen. 4.9.7.2.4
Syntihese en Analyse De synthese is vooral gericht op de ontwikkeling van enten blok-copolymeren welke nodig zijn als derde component lin composieten. Bijvoorbeeld worden bestudeerd de synthese van polybutadieën (PB) en polymstyreen (PS) met nauwe molecuulgewichtsverdelen, de daaropvolgende hydrering van PB, en entreacties met PS en de structuur van de gevormde netwerken. Voor de beschrtjving en voorspelling van de netwerkstructuren worden theorieën ontwikkeld en getest. Met behulp van pyrolysegaschromatografie wordt de relatie tussen microstructuur en onverzadigheid bestudeerd.
Op alle genoemde gebieden kunnen afstudeeronderwerpen worden bewerkt, s- en T-richting, waarbij in overleg met de student het onderwerp en de aspecten waarop de nadruk komt te liggen in meer detail zullen worden vastgesteld. 4.9.8
Elektrochemie (TE) De vakgroep Elektrochemie verzorgt het onderwijs en onderzoek op het gebied van de elektrochemie (subgroep TEE) en van de colloïdchemie (subgroep TEK) •
4.9.8.1
Elektrochemie (TEE) Het onderzoek binnen de subgroep TEE (de enige in Nederland waar elektrochemie in een breed scala wordt gebracht) draagt zowel een pionierendtheoretisch als een toegepast karakter (richthng S en T) en omvat de volgende ge~ieden:
4.9.8.1.1
71
Elektrochemische energieopslag en- conversie (accumulatoren en brandstoffen) • In een toekomstige energie-economie zal waterstof een belangrijke rol als energiedrager toegewezen krijgen. De elektrochemische produktie (elektrolyse) en verbranding van waterstof (brandstofcel) spelen hierin een sleutelrol. Onderzoek aan Pb-accu in het kader van de elektrische auto. Onderzoek aan de zinkëlektrode van de
Ni-Zn-accu als tweedegeneratie accu met hoge energie~ en vermogensdichtheid. Mechanisme en kinetiek van de reductie van zuurstof m.b.v. elektrokatalysatoren (alliages, metaalftalocyaninen; idem van de zuurstofontwikkeling bij de elektrolyse van water. Deelstudies hieruit vormen afstudeeronderwerpen. 4.9.8.1.2
Elektrokatalyse m.b.v. chemisch gemodificeerde elektroden. Het arsenaal aan mogelijkheden voor zowel reactiviteit, selectiviteit en stabiliteit wordt hiermee sterk uitgebreid. Van belang voor zowel de elektrochemische energieproblematiek als de synthese van organische verbindingen (chirale inductie o.a.).
4.9.8.1.3
Elektrosynthese ·van organische verbindingen. Als afstudeeronderwerpen worden thans de oxidatie van suikers en de reductie van nitro-verbindingen bewerkt, terwijl de bestudering van stereospecifieke reducties en oxidaties wordt voorbereid.
4.9.8.1.4
Elektrochemische technologie. Bestudering van de gasbelvorming en -groei bij elektrolyse van water. Massatransportproblematiek bij geforceerde convectie aan elektroden. Technisch-economische evaluatie van elektrolyseopstellingen.
4.9.8.1.5
Corrosie en elektroplating. Als afstudeeronderwerpen fungeren: anodische oxydatie van metalen, galvanische metaalafscheiding (neerslag van legeringen, stroomloze metaalafscheiding).
4.9.8.1.6
Elektrochemische onderzoekmethoden ter bestudering van reactiemechanismen. (cyclo-) voltammetrische methoden, al dan niet in combinatie met de roterende (ring)schijfelektrode; impedantie; optische methoden: ellipsametrie en reflectometrie; bestudering van elektrokatalytische verschijnselen. Dit meer fundamenteel gerichte onderzoek dient ter ondersteuning van de voormelde onderzoekprojecten.
4.9.8.2
Collordchemie (TEK) Het onderzoek, dat wordt verricht, is gericht op de studie van grensvlakken van vaste stoffen in vloeistoffen (collofdchemie). Doel daarvan is allereerst het leren begrijpen van het verband tussen collordchemische eigenschappen van de buitenste laag van de vaste stoffen, ook in die gevallen waar er in de vaste fase een ruimtelading aanwezig is nabij de fasengrens (bij halfgeleiders als ZnO). Een tweede doelstelling is het toepassen van collordchemische methoden op systemen van praktisch belang (silicaten, aluminaten, oxiden in water of in niet-waterige media) • Specifieke onderwerpen:
72
4.9.8.2.1 opbouw oppervlaktelading op oxiden; 4.9.8.2.2 meting van ç-potentialen aan eenkristallen (ZnO) in water en dimethylsufoxide; 4.9.8.2.3 capaciteit van de grenslaag ZnO/water: vergelijking.va• verschillende meetmethoden; 4.9.8.2.4 invloed van licht op capaciteitsmetingen aan ZnO; 4.9.8.2.5 invloed van ordeningsgraad van de buitenste laag van een vaste fase op adsorptie; 4.9.8.2.6 invloed van beweging in de vloèistof op uitvlokking; 4.9.8.2.7 invloed van uitvlokking op het rheologische gedrag van suspensies.
73
5.
Organisatie van de afdeling
5.1
BESTUURSORGANISATIE
5 .1. 1
Afdeling: Raad Decaan Bestuur Beheerder + Bureau
5.1.2
Commissies : Afdeling Raad Bestuur Beheerder
5 .1. 3
Vakgroepen: Voorzitter Dagelijks bestuur
5. 1.4
Werkgroepen
5.1.5
Onderwijsgroepen
5.2
Afdelingsraad (ART) De afdeliqgsraad bestaat uit 12 leden, te weten: 6 leden uit het wetenschappelijk personeel 3 leden uit het niet-wetenschappelijk personeel 3 studenten De raad keist uit zijn midden een voorzitter en een secretaris. De raad is belast met het voeren van het beleid binnen de afdelimg. De leden hebben een zittingsduur van twee jaar, behalve de studenten, die elk <:jaar gekozen worden. De leden zijn terstond herkiésbaar.
5.2. 1
Samenstelling Afdelingsraad Wetenschappelijk personeel (voorzitter) (secretaris)
74
prof.dr. H.M. Buck dr.ir. S.P. Lankhuijzen dr.ir. M.M.G. senden prof.dr. H.N. Stein dr.ir. J.J. \'ialraven drs. H. Zeilmaker
Studenten Niet-wetenschappelijk personeel 5.3
P.J.M. Bijsh.outs J. Mallie J.S. Sinnema J.F. Hoedt W.J .G. van Li th R.J.M. van der Weij
Afdelbngsbestuur Dit bestuur bestaat uit vijf leden, te weten: a. een decaan; b. een plaatsvervangend decaan; c. een bestuurslid, belast met de aangelegenheden het onderwijs betreffend; d. een bestuurslid, belast met de aangelegenheden het onderzoek betreffend en e. een bestuurslid, belast ruet de aangelegenheden de personeelszaken betreffend. Het gehele bestuur is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid van de afdeling.
5. 3.1
Samenstelling afdelingsbestuur decaan plv. decaan bestuursleden
5.4
prof.ir. M. Tels prof.dr.ir. F.M. Everaerts dr. F.J.J. van Loo (onderzoek) dr. D.L. Vogel (onderwijs) A.A.G. van Mierlo (personeel)
Beheerder Het College van Bestuur van de Technische Hogeschool heeft de zorg voor het beheer (personeel, financiën, materieel, informatie en veiligheid) gemandateerd aan A.A.G. van Mierlo. De beheerder coördineert de taken van het bureau welke ten dienste van bestuur, raad, vakgroepen en beheerder worden verricht.
5.5
Comrndssies Binnen de afdeling T kennen we verschillende soorten commissies te weten: a. Raadscommissies welke door de Afdelingsraad benoemd worden en die aan de .. Raad· advies· .uitbrengetl Dit zijn door de Afdelingsraad (ART) benoemde comrndssies uit de leden van de Afdelingsgemeenschap. Zij zijn samengesteld conform de bijlagen van het Afdelingsreglement. De voorzitter en secre·tarissen zijn gekozen in hun functie.
75
b. Bestuurscommissies welke door het Afdelingsbestuur worden aangewezen en die het Afdelingsbestuur bijstaan in het uitoefenen van zijn taak. c. Beheerderscommisste welke door de Beheerder worden aangewezen en de beheerder bijstaan in het uitoefenenen van zijn taak. d. Gecombineerde (raad-bestuur-beheerder) oommisstes Ingevolge de Wet Universitaire Bestuursvorming, het Bestuursreglement van de THE en het Afdelingsreglement moeten in ieder geval de volgende commissies bestaan: a. Commissie voor onderwijs (bij afdeling T de OKT) b. Commissie voor onderzoek (bij afdelinq T de CWT) c. Examencommissie 5.5.5
a. Samenstelling Over het algemeen worden commissies samengesteld volgens richtlijnen die bij de oprichting van de commissie zijn opgesteld (zie ook WUB, ~estuursreglement THE en Afdelingsreglement). Soms hebben bepaalde functionarissen uit hoofde van hun functie zitting in een commiss:i:e, soms worden leden van de commissie door een bepaal.de groep (geleding of vakgroep) aangewezen. Bij de diverse commissies is de aard van de samenstelling aangegeven. b. Bevoegdheden Binnen de afdeling der Scheikundige Technologie kennen vr~J wel alleen commissies met adviserende bevoegdheid (uitgezonderd de examencommissie). De commissie geeft dus advies aan opdrachtgever, t.w. raad of bestuur. Indien dit advies niet wordt overgenomen, is het gebruikelijk dat om een herzien advies wordt gevraagd, waarbij de redenen voor deze herziening worden aangegeven. c. Benoeming en verkiezing De leden van de commissies worden benoemde door hun opdrachtgevers. Indien een lid van de commissie een geleding vertegenwoordigt, wordt over het algemeen een verkiezing uitgeschreven, waarna de opdrachtgever naar aanleiding van de uitslag de leden aanwijst.
5.5.5.1
De Onderwijscommissie (OKT) Deze commissie bestaat uit: een lid uit elke vakgroep vier studenten bestuurslid belast met de portefeuille onderwijs (zonder stemrecht) de medewerker onderwijszaken (zonder stemrecht)
76
De taak van de commissie is: het doen van voorstellen ter verbetering van het onderwijsprogramma, in het licht van zich wijzigende interne en externe omstandigheden en opvattingen; het geven van adviezen op gebieden, die met het onderwijs samenhangen.
F.M. Everaerts (bestuurslid) Secretaris: ir. H.\1. Piepers, FT-hal tel. 3685
Voorzitter:prof.~r.ir.
5.5.5.2
De conmdssie voor Wetenschapsbeoefening
(0~)
Deze conmdssie bestaat uit: een lid per vakgroep drie studenten dri·e leden uit het niet-wetenschappelijk personeel De taak van de conmdssie is: het doen van voorstellen ter verbetering van de kwaliteit van de wetenschapsbeoefening, in het licht van zich wijzigende interne en externe omstandigheden en opvattingen; het geven van advies op gebieden, die met de wetenschapsbeoefening samenhangen.
Voorzitter: dr. F.J.J. van Loo (bestuurslid) Secretaris: ir. A.C.A.M. Bleijenberg Cn"-hal1.14 tel. 3595 5.5.5.3
De Studie-overleg-commissie
(SOC)
Deze conmdssie bestaat uit: vijf leden uit het wetenschappelijk personeel, te weten: een lid wetenschappelijk personeel (le jaar) een docent + 1 lid wetenschappelijk personeel (voorkandidaats); een docent+ 1 lid wetenschappelijk personeel (na-kandidaats); twee leden uit het niet-wetenschappelijk personeel,acht studentvertegenwoordigers, te weten: student (le jaars) student (2e jaars) student (3e jaars) student na-kandidaats (S-richting) ; student na-kandidaats (T-richting); student na-kandidaats (L-richting) ; student (HTS); student (Jan Pieter Minckelers) ; De commissie heeft tot taak: het signaleren van problemen bij de studie en het doen van voorstellen tot oplossing van deze problemen binnen het bestaande studieprogramma. een een een een een een een een
77
Voorzitter: H.G.M. dr Kruijf TL 1.26 tel. 3776 Secretaris: drs. H. de Boer SH 1.08 tel. 2357 5.5.5.4
De Personeelscommissie (PKT) Deze commissie bestaat uit: - twee leden uit het wetenschappelijk personeel~ twee leden uit het niet-wetenschappelijk personeel~ - een student; - bestuurslid belast met de portefeuille personeel~ - de medewerker personeelszaken; - de beheerder; De drie laatsten hebben geen stemrecht. De taak van de commissie is: het adviseren van raad, bestuur en beheerder met betrekking tot personeelsplaatsenverdeling, procedures inzake formatie, functieclassificatie en alle taken op personeelsgebied, die niet van privéaard zijn. Voorzitter: A.A.G. van Mierlo Secretaris: P.L.M. van den Bosch
5.5.5.5
Verkièzingscommissie (VKT) Deze commissie bestaat uit: - een lid uit het wetenschappelijk personeel; -een lid uit het niet-wetenschappelijk personeel; - een student. De commissie is belast met de organisatie van verkiezingen binnen de afdeling voor de raden en commissies, die daarvoor in aanmerking komen. De leden uit de vakgroepen worden door de vakgroepen zelf aangewezen en door de raad benoemd. contactadres: ir. J.G. Wijers FT-hal tel. 3559.
5.5.5.6
De Bibliotheekcommissie Deze commissie bestaat uit: - een lid per vakgroep~ twee studenten; de vertegenwoordiger van de af~eling T in de bibliotheekcommissie van de TH~ - de afdelingsbibliothecaris; - de literatuuronderzoek/beheerder van de studiebibliotheek T;
- een vertegenwoordiger van de bibliothecaris van de TH. De laatste drie hebben geen stemrecht. De taak van de commissie is: 78
Het uitbrengen van adviezen over zaken, die zowel de bibliotheek T als de afdeling betreffen. ll'ot deze zaken worden o.a. gerekend: aanschaf- en uitleenbeleid; ruimte-problemen m.b.t. de bibliotheek T; optreden als contactorgaan tussen de functionarissen bibliotheek T en de gebruikers.
van de
Voorzitter: dr. D.L. Vogel SH 7.08 tel. 3077. Secretaris: ir. W.L. Landa SH 8.04 tel. 3095 5.5.5.7
De
Begratingscommissie
De taak van de commissie is: het adviseren van raad, bestuur en beheerder met betrekking tot het verdelen van de toegewezen financiën, en de procedures inzake budgetbewaking en voortgangscontrole.
Voorzitter: ••••. Secretaris: drs. E. Swaan 5.5.5.8
De
commissie Rekenbeleid (CRAT)
Deze commissie bestaat uit: - een lid uit elke vakgroep - de beheerder (als bestuurder tevens lid CORE) - een vertegenwoordiger van het rekencentrum (de lol
79
de medewerker alg. beheers- en beleidszaken; de medewerker alg. technische zaken. De
laatste drie hebben geen stemrecht
De commissie is belast met de beleidsvoorbereiding betreffende: nieuwbouw, indeling en inrichting; werkzaamheden van de afdelLngswerkplaats; contacten met centrale TH-diensten; budgettering; aanschaf kostbare apparatuur; magazijnen. Voorzitter: drs. E. Swaan Secretaris: Th.J.M. Brocks.
5.5.5.11
De commissie voor Redactie van de Afdellingsgids Voorzitter: A.A.G. van Mierlo Secretaris: C.P. Voets SH 1.09 tel. 3004
5.5.5.12
De Beurzencommissie Deze commissie bestaat uit: drs. K.F. Westerling voor de P-fase; dr. H.J. van der Beek voor de K-fase; ir. S.P.P. Ottengraf voor de I-fase; tevens voorzitter, B.E. den Bakker, studentendecaan.
5.5.5.13
De véiligheidscommisste (VCT) Dit is een commissie van advies en overleg inzake de veiligheidszorg binnen de Afdelinq der Scheikundige Technologie die tot taak heeft de beheerder van de Afdeling T bij te staan in de uitoefening van zijn beheerstaken op het gebied van de veiligheidszorg. Deze commissie bestaat uit: een lid per vakgroep drs. L. Bastiaansen (secr.) ing. W. Beekmans dr. T. Beelen T. Brocks A. Cox ir. H. Heijligers P. Hoskens H. de Kruijf W. van Li th twee studenten H. Oasterbroek F. Didden de veiligheidsfunctionaris drs. E. Swaan de beheerder A.A.G. van Mierlo
80
(TO) (TI) (TA) (TG) (TE) (TP) (TF) (TB) (TC) ·(TG) (voorzitter) (TG)
5.6
AFDELINGSBUREAU Dit bureau verzorgt alle algemene administratieve-, technische en veiligheidsaspecten van het beheer en beleid. Het omvat verschillende onderdelen:
5.6 .1
administraties (personeel, onderwijs, financiën, materieel)
5.6.2
sekretariaten bestuur, beheer en raad.
5.6.3
coördinatie/informatie, huisvesting, technische dienstverlening, personeel, onderwijs en financiën.
5.6.4
veiligheidszorg;
5.6.5
de afdel.imgswerkplaats;
5.6.6
het afdelingsmagazijn;
5.7
VAKGROEPEN (voor onderwijs en onderzoek) Deze vakgroepen verzorgen de diverse aspecten van de onderwijzende en onderzoekende. taak van de afdeling. Het onderzoek van de vakgroepen wordt globaal beschreven in hoofdstuk 4.9 van deze gids.
5.8
PERSONEELSBEZETTING De volledige personele samenstelling is vermeld in hoofdstuk 5.6 van de TH-gids.
5.8.1
- afdelingsbureau beheerder/coördinator bureau: A.A.G. van Mierlo coördinator technische dienstverlening: •.. medewerker personeelszaken drs. H. de Boer medewerker alg. beheer en beleidszaken (plv. beheerde~: drs. E. Swaan medewerker alg. techn. zaken: Th.J.M. Breeks medewerker financ. en mag. J.IT'.P. Boetzkes medewerker onderwijszaken e.P. Voets secretaresse afd. bestuur A.M.P. Barts secretaresse afd. raad J.M. Kerstholt-Schalkwijk secretaresse beheer/bureau J.I.N. Seedorf secretaresse onderwijszaken M.J.A.M. v.d. Watering-Pero medewerker magaZl.Jn P.J.H. Eisfeld medewerker magazijn P .A.M. de Greef medewerker magazijn \i. van Someren coördinator afdelingswerkplaats B.P. Boeringa technicus mechan. zaken P.J. Broers technicus mechan. zaken A.M.J. van Kleef technicus elektron. zaken H.F.L. van Kessel
81
').8.2
Vakgroepen en basisonderwijsgroep
5. 8. 2.1
Basisonderwijsgroep (TB) kroondocenten wetenschappelijke staf
secretaresse 5.8.2.2
Onderwijsgroep Vakdidactiek Scheikunde (TD) ir. T.G.J. Simons W.E.A. Smulders-Collet (tel. 3778)
docent/ccördinator secretaresse 5.8.2.3
Organische chemie
(TO)
dr. H.M. Buck E.F. Godefroi, Ph.D. dr. L.A.A. Sluyterman P. Meijer-Timan (tel. 3101)
hoogleraren btg. hoogleraar secretaresse 5.8.2.4
dr.ir. J.H.C. van Hooff (voorzitter) dr. H.N. Stein drs. L.A.M. Bastiaansen dr.ir. C.J.M. Houtepen H.G.M. de Kruijf dr. R. Rothuis drs. K.F. Nesterling W.E.A. Smulder-Collet (tel. 3778)
Anorganische chemie (TA) dr.ir. J.H.C. van Hooff dr. R. Prins
hoogleraren secretaresse
(tel. 3078) 5.8.2.5
Fysische chemie
(TP)
hoogleraar secretaresse 5 .8.2.6
Instrumentele analyse (TI) hoogleraar btg. hoogleraren secretaresse
5. 8.2. 7
dr.ir. C.A.M.G. Cramers dr.ir. F.M. Everaerts ir. L.J. Brasser dr.ir. J.J.M. de Goeij B.A.M. Berk-Schellekens (tel. 3026)
Fysische technologie (TF) hoogleraren
82
dr. R. Metselaar C.H.E.M. Ruisendaal-Remmers (tel. 3044).
ir. M. Tels
btg. hoogleraar bijzonder hoogleraren secretaressen
5.8.2.8
Chemische technologie (TC) hoogleraren secretaris secretaresse
5.8.2.9
drs. H.S. van der Baan dr.ir. A.L. German dr. D. Heikèns R. Bird (tel. 3579) E .J .w .J. Eiahorn-Meijers (tel. 3600)
Elektrochemie (TE) hoogleraren bijzonder hoogleraar secretaresse
83
dr.ir. D. Theenes dr.ir. H.A.C. Thijssen dr. K. Rietema dr.ir. H. de Waal A.M.A. van Bernmelen (tel. 3721) J.M.c.c. Mincent-van den Hurk (tel. 3277)
E. Barendrecht dr. H.,N. Stein ir. F. Pietermaat A.M. Rijpkema-Hölscher (tel. 3772)
6.
AR ARI' ASA T
Lijst van afkortingen
Academische raad Afdelhngsraad afdeling Scheikundige Technologie Afdelingsstudentenadministratie Scheikunde B Bouwkunde Bdk Bedrijfskunde Bibl. Bibliotheek Beheer-commissie afdeling. T BKT CRAT Commissie rekenbeleid afdeling T CSA Centrale studentenadministratie Hal voor de Chemische technologie CT-hal CUP Conversie- en uitwisselingsprocessen CvB College van Bestuur CvD College van Deaanen Commissie voorbereiding herprogrammering wetencvm~o schappelijk onderzoek Commissie voor wetenschapsbeoefening afdeling T CWT E Elektratechniek Eindhovens hogeschool fonds EHF FOC I&II Fysische organische chemie I en I I FOM Fundamenteel onderzoek der materie Hal voor fysische technologie FT-hal Fysische transport- en overdrachtsverschijnselen FTO HBO Hoger beroepsonderwijs HG Hoofdgebouw HOTEMA Interafdelingswerkgroep Materialen voor Hoge Temperaturen HR Hogeschoolraad Herstructureringseemmissie Scheikundige Technologie HST HTS Hoger~ Technische School IAESTE The International Association for the Exchange of students for Technica! Experience ICI Inleiding tot de chemische industrie I-examen Ingenieursexamen IPO Instituut voor Perceptie Onderzoek K-examen Kandidaatsexamen KIVI Koninklijk Instituut voor Ingenieurs KNCV Koninklijk Nederland Chemische Vereniging L-richting Ingenieursstudierichting met de eerstegraads lesbevoegdheid scheikunde LV en s Lichamelijke vorming en sport N Natuurkunde NWP Niet-wetenschappelijk personeel Organisatie Chemie Studenten Nederland OCSN OR Onderwijs Research Onderwijscommissie afdeling Scheikundige TechnoOKT logie OOT Werkgroep voor Ontwikkeling Organisatie afdeling T PBNA Polytechnisch Bureau Nederland Arnhem 84
P-examen PKT
Propaedeutisch examen PersoneelscommissLe afd. Scheikundige Technologie RST Rijksstudietoelagen Sttudium Generale SG SOC Studie OVerleg Commissie SON Scheikundig Onderzoek Nederland SOP Stofoverdrachtsprocessen S-richting Ingenieursstudierichting met produktkundig ka• rakter Stbl. Staatsblad Stic Stièhting inter communicatie T Scheikundige Technologie TB Basisonderwijsgroep TA Vakgroep Anorganische chemie TC Vakgroep Chemische technologie TC/K SUbgroep Kunststoftechnologie TE Vakgroep Elektrochemie TF Vakgroep Fysische technologie TG Groep Algemeen THE Technische Hogeschool Eindhoven T-hoog of Scheikunde hoogbouw SH TI Vakgroep Instrumentele analyse T-laag of Scheikunde laagbouw SL TO/TD Vakgroep Organische chemie en didactiek Scheikunde TP Vakgroep Fysische chemie T-richtingingenieursstudierichting met proceskundig karakter TSVJPM = Technologische Studievereniging Jan Pieter Mineke'Japie' Iers VCT Veiligheidscommissie afdeling T VKT Verkiézingscommissie afdeling T vwo Voorbereidend Wetenschappelijk'Onderwijs ~v
~lerktuigbouwkunde
Wen M W-hal WIPT WIST WP
Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen Hal voor Werktuigbouwkunde Werkgroep Introducerend programma T Werkgroep Introductie Scheikundige Technologie Wetenschappelijk personeel Wetenschappelijk personeelsforum Werktuigen voor de procesindustrie Wiskunde \vet Universitaire Bestuurshervorming Wet wetenschappelijk onderwijs Zuiver wetenschappelijk onderzoek
\'lPF
WPI Wsk WUB WWO ZWO
85