Zorgfoto Hilversum
Inleiding Van alle Europeanen zijn Nederlanders het meest te spreken over de gezondheidszorg in hun land, zo blijkt uit onderzoek van de Euro Health Consumer Index. Gezondheid wordt door veel mensen beschouwd als zeer belangrijk in hun leven. Daarom is de gezondheidszorg een buitengewoon belangrijke sector voor het welzijn van mensen. De gezondheidszorg is met een omvang van 12 procent van het BBP tevens een belangrijke sector in de Nederlandse economie. Tot de gezondheidszorg behoren de verpleging en verzorging, thuiszorg, gehandicaptenzorg (care) en ziekenhuizen, (para)medische vrije beroepen en geestelijke gezondheidszorg (cure). Ruim 1,3 miljoen mensen verdienen hun brood in de zorgsector (goed voor 16 procent van de totale werkgelegenheid) en nog eens 2,5 miljoen mensen zijn vrijwilliger. 1 De omvang van de gezondheidszorg zal blijven toenemen, vooral vanwege de stijgende vraag door demografische ontwikkelingen (bevolkingsgroei en vergrijzing), verbetering van de medische technologie (toenemende levensverwachting) en een toename van het inkomen (groter belang van kwaliteit van leven). De stijgende zorgvraag leidt tot een onhoudbare bekostiging, zowel op lokaal, regionaal als nationaal niveau. Dat betekent dat keuzes moeten worden gemaakt om de zorg in de toekomst betaalbaar te houden. Daarbij gaat het vooral om de vraag welke zorg nog collectief gefinancierd kan worden en hoe de toegang tot zorg voor iedereen goed geregeld kan blijven. Burgers krijgen bijvoorbeeld met hogere financiële zorglasten te maken. Ook zullen zij een grotere rol moeten vervullen in het verlenen van zorg aan hulpbehoevenden in hun naaste omgeving. Vanwege de groei van de sector richten steeds meer ondernemers zich op de zorg als afzetmarkt. Nederland telt inmiddels circa 100.000 vestigingen 2 in de zorgsector. Deze zorgfoto geeft een beknopt beeld van de huidige- en toekomstige zorgvraag, het zorgaanbod en de stand van zaken op de arbeidsmarkt in Hilversum. Door een confrontatie met de (toekomstige) zorgvraag en het huidige zorgaanbod in Hilversum, ontstaat een helder beeld van de lokale situatie en in welke mate deze afwijkt van de regio, provincie of Nederland. De gepresenteerde informatie biedt een goed vertrekpunt bij het ontwikkelen van een toekomstvisie, een zorgaanbodplan of om de samenwerking met andere zorgpartners vorm te geven.
1 Rabobank – Branche Informatie Gezondheidszorg. www.rabobank.nl/gezondheidszorg 2 Locatie van een onderneming, instelling of zelfstandige beroepsbeoefenaar (dat wil zeggen elke fabriek,
werkplaats, kantoor, winkel of andere bedrijfsruimte, dan wel elk complex daarvan) waarin of van waaruit een economische activiteit of zelfstandig (vrij) beroep wordt uitgeoefend door minimaal 1 werkzaam persoon. Bron: LISA Vestigingenregister. Zorgfoto Hilversum
2
Zorgvraag (huidig) De bevolkingssamenstelling is van belang voor de specifieke zorgvraag. In Nederland is circa 30 procent van de bevolking jonger dan 25 jaar en 16 procent ouder dan 65 jaar. Het opleidingsniveau en het inkomen zijn indicatoren die de sociaaleconomische status van mensen bepalen. De sociaaleconomische status en de gezondheidstoestand van mensen zijn sterk aan elkaar gerelateerd. Zo hebben mensen met een lage sociaaleconomische status meer ziekten en beperkingen, een kortere levensverwachting en maken over het algemeen meer gebruik van zorg. Een hogere sociaaleconomische status betekent over het algemeen betere woon- en werkomstandigheden en gezondheidsinformatie en -gedrag. De Randstad wordt gekenmerkt door een relatief jonge bevolking, hoog inkomen- en opleidingsniveau. De regio’s aan de randen van ons land vertonen een tegenovergesteld patroon. Figuur 1: Leeftijdssamenstelling
Figuur 2: Opleidingsniveau
Bron: CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek
Bron: CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek
De bevolkingssamenstelling is ook van invloed op het aantal huisartscontacten. Zo hebben nietwesterse allochtonen meer contacten met de huisarts dan autochtonen. Dit verschil speelt vooral in de grote steden in de Randstad, waar de meeste allochtonen wonen. Ook zijn er verschillen tussen sekse en leeftijd. Over het algemeen hebben meer vrouwen (circa 77 procent) dan mannen (67 procent) contact met de huisarts. Ook verschillen deze percentages naar leeftijdsklassen: hoe ouder, hoe vaker er contact met de huisarts wordt gezocht. Ruim 81 procent van de 65 plussers heeft in 2011 contact met de huisarts gehad. Onder 75 plussers was dit zelfs circa 86 procent (CBS, 2012a). Figuur 3: Aantal huisartscontacten
Bron: NIVEL/VAAM
Zorgfoto Hilversum
3
In vergelijking met andere Europese landen gebruikt de gemiddelde Nederlander relatief weinig geneesmiddelen. In ongeveer tweederde van de gevallen dat een patiënt een huisarts consulteert, wordt er in ons land een geneesmiddel voorgeschreven. Veruit de meeste recepten die artsen uitschrijven, betreffen een herhaling van een eerder recept. Het geneesmiddelengebruik per Nederlander neemt duidelijk toe. Een deel van het toenemende chronisch gebruik van geneesmiddelen wordt veroorzaakt door de groei van de bevolking en de toename van het aantal ouderen (Stichting Farmaceutische Kengetallen, 2012). Figuren 4 en 5: Geneesmiddelengebruik (per 1.000 inwoners), huidig en prognose
Bron: NIVEL/VAAM
Bron: NIVEL/VAAM
Zorgvraag (prognose) De vraag naar zorg in ons land neemt toe door de vergrijzing, verbetering van de medische technologie en een toenemende welvaart. Ook leven we steeds langer. De levensverwachting van Nederlanders is de afgelopen dertig jaar gestegen. Werden we in 1980 nog 76 jaar oud, anno 2011 is dat opgelopen tot 81 jaar. Vrouwen leven ruim 3,5 jaar langer dan mannen (vrouwen 83 jaar en mannen 79 jaar) (OECD, 2013). Mannen en vrouwen leven niet alleen langer, maar brengen ook meer jaren in als goed ervaren gezondheid door na hun 65ste (circa 11 jaar). Ze worden daarentegen wel langer geconfronteerd met chronische ziekten. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om gewrichtsslijtage, suikerziekte, migraine of hartaandoeningen (Bruggink, 2012b). Met name in de care groeit de vraag naar zorg de komende jaren. Het aantal chronisch zieken neemt toe en deze toename zit vooral in cardiovasculair risicomanagement.3
3Dit omvat de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart- en vaatziekten (HVZ), inclusief
leefstijladvisering en begeleiding bij patiënten met een verhoogd risico op ziekte of sterfte door HVZ. Zorgfoto Hilversum
4
Figuur 6: Vergrijzing (65-plus)
Figuur 7: Chronische aandoeningen
Bron: CBS/PBL
Bron: NIVEL/VAAM
Zorgaanbod De stijgende zorgvraag heeft consequenties voor het zorgaanbod. In Nederland is het zorgaanbod de afgelopen decennia behoorlijk toegenomen. We hebben het dan over huisartsen, tandartsen, verpleegkundigen, medisch specialisten, sociaal geneeskundigen en apothekers. In absolute zin was de toename het grootst voor medisch specialisten, gevolgd door tandartsen. Deze toename in het zorgaanbod heeft verschillende oorzaken. De toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen, het deeltijdwerken en de vergrijzing zijn factoren van maatschappelijke aard. Daarnaast hebben technische innovaties, veranderende vraag van patiënten en financiële prikkels het aanbod doen toenemen (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2013). Desondanks zijn er in Nederland in vergelijking met andere Europese landen relatief gezien weinig medisch specialisten en huisartsen per 1000 inwoners.4 In Nederland zijn er 182 vestigingen van ziekenhuizen. Hiervan liggen er 49 (circa 27 procent) in de drie grootstedelijke regio’s Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Hun directe verzorgingsgebied omvat daarmee ruim 3,9 miljoen mensen. Steeds meer ziekenhuizen openen een buitenpolikliniek om hun verzorgingsgebied te vergroten. Niet alleen concurrentie met andere ziekenhuizen speelt hierbij een rol. Ook de ontwikkeling van ketenzorg, waarbij onderdelen van de ziekenhuiszorg worden overgeheveld naar de eerstelijn, zorgt voor een toename van het aantal buitenpoliklinieken (Kiers, 2010).
4Zo blijkt uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (Het Parool, november 2012).
Zorgfoto Hilversum
5
Figuur 8: Zorgaanbieders algemeen
Figuur 9: Ouderenzorg
Bron: Cegedim
Bron: Adresboek VVZS
Bij het zorgaanbod is ook de afstand tot zorg voor een consument van belang. Met name voor de wat minder mobiele ouderen. Over het algemeen is de afstand voor inwoners tot zorgvoorzieningen groter in de landelijke gebieden dan in de stedelijke gebieden. Aan de andere kant kan het voorkomen dat een ziekenhuis in een stad beter bereikbaar is voor inwoners vanuit een aangrenzende kleinere gemeente dan voor inwoners uit de stad zelf. Figuur 10: Afstand tot zorgvoorzieningen in km
Bron: CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek
Zorgfoto Hilversum
6
Arbeidsmarkt zorg De arbeidsmarkt wordt momenteel geconfronteerd met een toename van de beroepsbevolking en een afname van de werkgelegenheid. Door overheidsbezuinigingen en het uitblijven van economische groei neemt de werkgelegenheid dit en volgend jaar verder af. Tegelijkertijd wordt ook het personeel in de zorg ouder en vloeit af. Zo is bijvoorbeeld ruim 40 procent van de huisartsen en tandartsen ouder dan 55 jaar. Het gevolg is een tekort aan zorgpersoneel. Bovendien neemt het aandeel van de potentiële beroepsbevolking in de totale bevolking het komende decennium af van 67 procent naar 62 procent. Tegenover een krimpende potentiële beroepsbevolking staat een toenemend aantal 65 plussers. In 2010 waren er 23 65 plussers per 100 personen van de potentiële beroepsbevolking. In 2025 zal dit aantal gestegen zijn en de grijze druk toenemen tot 35 65 plussers per 100 personen van de potentiële beroepsbevolking. Figuur 11: Potentiële beroepsbevolking
Figuur 12: Grijze druk
Bron: CBS/PBL
Bron: CBS/PBL
Binnen de zorgsector kunnen we drie branches onderscheiden: gezondheidszorg, verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting en de maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting. Van deze drie branches is de gezondheidszorg de grootste branche voor wat betreft werkgelegenheid, gevolgd door de verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting. De Geestelijke GezondheidsZorg (GGZ) en de ziekenhuizen bieden relatief veel werkgelegenheid op de hogere niveaus (hbo-plus), de verpleging en verzorging op de lagere niveaus. De gehandicaptenzorg neemt een tussenpositie in (UWV, 2013). Regio’s met een relatief grote zorgsector (in termen van werkgelegenheid), zijn ook de meest vergrijsde regio’s in ons land. Figuur 13: Werkgelegenheidsbelang
Q: Zorgsector Q1: Gezondheidszorg Q2: Verpleging, verzorging en begeleiding met overnachting Q3: Maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting
Bron: LISA
Zorgfoto Hilversum
7
Conclusie De komende jaren zal als gevolg van de vergrijzing, de toenemende welvaart en verbetering van de medische technologie de zorgvraag toenemen. Op landelijk niveau neemt het aantal 65 plussers dus toe. Lokaal gezien zal dit in de ene gemeente sneller toenemen dan in de andere. Periferie (noorden, oosten en zuiden van Nederland) De perifere delen van ons land worden gekenmerkt door een wat oudere bevolking en een deel van deze gebieden, zoals Zeeuws-Vlaanderen, Oost-Groningen en Zuid-Limburg zelfs met een krimp van de bevolking. Ook de prognoses duiden op een verdere krimp van de bevolking in regio’s aan de randen van het land, terwijl de bevolking in Nederland als geheel nog zal groeien. Tezamen met een bevolkingskrimp vergrijst de bevolking ook. In deze gebieden dient men dus rekening te houden met een toenemend aantal 65 plussers met een ander type zorgvraag en toename daarvan (meer chronische aandoeningen). Dit zal uiteindelijk resulteren in een toename van het contact met de huisarts. Een stijgende zorgvraag hangt niet alleen samen met de leeftijdssamenstelling van de bevolking, maar ook met de sociaal-economische status. Hoger opgeleiden en mensen met een hoger inkomen zijn over het algemeen gezonder dan mensen die een lagere opleiding hebben genoten en een lager inkomen hebben. Een kenmerk van de gemiddelde bevolking in perifere regio’s is dat zij een lagere sociaal-economische status hebben dan in andere regio’s en minder participeren op de arbeidsmarkt. Dit betekent dat het opleidingsniveau en het inkomen lager ligt dan gemiddeld in Nederland. Over het algemeen hebben personen met een lage sociaal-economische status een slechtere gezondheid. Perifere regio’s hebben dus te maken met een dubbele zorgvraag: enerzijds een steeds ouder wordende bevolking met een toename van chronische aandoeningen en dus een toename van het aantal huisartscontacten, en anderzijds een bevolking met een slechtere gezondheid als gevolg van de lagere sociaal-economische status. Gezien de verdere verwachte krimp van de bevolking zal dit aantal niet verder toenemen en dus naar verwachting niet in een verdere toename van het aantal huisartscontacten. Om de zorgvraag op te kunnen vangen zijn er voldoende ‘handen aan het bed’ nodig. Het aandeel banen in de zorgsector blijkt het hoogste in de meest vergrijsde gebieden. Ook op de arbeidsmarkt is er sprake van vergrijzing, wat ook de zorgsector zal raken. Verhoging van de arbeidsparticipatie in deze regio’s en meer technologische toepassingen in de zorg zullen uiteindelijk moeten zorgen dat het zorgaanbod niet achterblijft bij de zorgvraag. Randstad De Randstad wordt over het algemeen gekenmerkt door een bevolking met een hoge sociaaleconomische status en een wat jongere bevolking dan gemiddeld. Ook is de verwachting dat de bevolking in de Randstad het komende decennium nog behoorlijk groeit. In de Randstad is dus sprake van een toename van de zorgvraag in absolute termen door de bevolkingsgroei en minder door de vergrijzing. De meeste geboorten per 1.000 inwoners vinden ook in de Randstad plaats en Flevoland, daar waar ook de meeste vrouwen in de vruchtbare leeftijd te vinden zijn. Grote steden De grote steden hebben een erg gemixte bevolking. Een deel hiervan is jong, hoog opgeleid, participeert in grote mate op de arbeidsmarkt en heeft een hoog inkomen, een ander deel is laag opgeleid en heeft als gevolg daarvan ook een lager inkomen. Daarnaast wonen de meeste nietwesterse allochtonen in Nederland in de Randstad en dan met name in de grote steden. Over het algemeen hebben niet-westerse allochtonen een lagere sociaal-economische status dan autochtonen. Voor de toekomst dienen de grote steden rekening te houden met een groei van de totale bevolking wat leidt tot een toename van de zorgvraag. Aangezien een groot gedeelte van deze bevolkingsgroei voor rekening komt van niet-westerse allochtonen zullen grote steden ook te maken krijgen met een toenemende behoefte aan extra begeleiding in de zorg van deze bevolkingsgroepen. Deze grotere vraag als gevolg van een grotere concentratie van mensen, leidt ook tot een toename van het zorgaanbod die in deze groeiende behoefte moet voorzien. Voor de perifere regio’s en de grote steden loont investeren in het opleidingsniveau van de bevolking dus niet alleen in economische zin, maar ook voor wat betreft het welzijn van de bevolking. Daarnaast blijft voorlichting over een gezonde leefstijl van belang om de zorgvraag binnen de perken te houden. Bovendien blijft het lastig te voorspellen in welke mate bovenstaande ontwikkelingen leiden tot een Zorgfoto Hilversum
8
behoorlijke toename van het huisartscontact. We zouden ook mogen verwachten dat in de toekomst de meeste huisartsen het minder druk krijgen met persoonlijke contacten, onder andere door de beschikbaarheid van kennis op internet en het toenemende gebruik van online zorg en communicatie. Zorgaanbod Om te oordelen of de lokale en regionale zorgvraag voldoende ingevuld kunnen worden, bekijken we het zorgaanbod. Het zorgaanbod is vooral regionaal geregeld. Niet iedere gemeente biedt elk type zorgvoorziening voor ouderen. Met name verpleeghuizen, serviceflats en ziekenhuizen behoeven een groot verzorgingsgebied. In de toekomst zullen er geen verzorgingshuizen meer bestaan. Afwezigheid van een van bovenstaande oudereninstellingen in een bepaalde gemeente hoeft niet te betekenen dat er een tekort is. Een nabijgelegen grotere gemeente vervult vaak een verzorgingsfunctie voor de omliggende regio om in de behoefte aan ouderenzorg te voorzien. Bovendien hebben de meest vergrijsde regio’s van ons land ook de meeste bedden per 1.000 inwoners in verzorgingshuizen, verpleeghuizen, ziekenhuizen en serviceflats en de meeste aanleunwoningen. Daar staat tegenover dat de bevolking ook langer zal leven en dus langer gebruik zal blijven maken van dergelijke voorzieningen. Als gevolg van de vergrijzing zal de vraag naar verpleging en verzorging de komende decennia toenemen. Echter, de ouderen van nu zijn vaak langer gezond en fit, waardoor ze langer zelfstandig blijven/moeten wonen. Hierdoor verschuift de vraag naar zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen steeds meer naar deeltijdzorg in verpleeghuizen en thuiszorg. Een groot deel van de toenemende zorgvraag zal dus middels ‘zorg op afstand’ en door naasten in de omgeving van de zorgbehoevende moeten worden ingevuld. Arbeidsmarkt zorg Als gevolg van de vergrijzing zal naast de zorgvraag ook de behoefte aan het aantal arbeidskrachten in de zorg toenemen. De behoefte verschilt sterk per regio, in een regio waar een (universitair) ziekenhuis is gelegen zal er waarschijnlijk meer behoefte zijn aan HBO/WO opgeleiden in de zorg. In regio’s waar de verpleging en maatschappelijke dienstverlening een grotere rol vervult op de arbeidsmarkt zal er wellicht meer behoefte zijn aan arbeidskrachten op MBO niveau. Regionaal gezien werken al veel zorginstellingen samen om het tekort op de arbeidsmarkt middels beleid op te lossen. Bovendien hebben we in de toekomst niet alleen meer, maar vooral ook andere handen nodig. Naasten van de zorgbehoevende (mantelzorg), ICT, zorg op afstand en vrijwilligers worden steeds belangrijker. Op den duur zal er efficiënter moeten worden gewerkt en nieuwe (technologische) ontwikkelingen in de zorg vergen andere eisen van het personeel. Dit vergt extra aandacht en inpassing in de huidige zorgopleidingen. Tevens biedt het kansen voor ondernemers om innovatieve zorgconcepten te ontwikkelen. Innovatie kost in eerste instantie veel geld, maar is voor de toekomst benodigd om kosten te besparen en de arbeidsproductiviteit te verhogen. Zo kan met minder werknemers meer goede zorg worden geboden. Dit kan onder andere door het bijeenbrengen van partijen en kennis die op regionaal niveau samen kunnen werken aan innovatieve zorgconcepten.
Zorgfoto Hilversum
9
Bronnen −
Bruggink, J. (2012b). 65-jarigen leven langer zonder beperkingen, maar meer met chronische ziekten. Webmagazine, donderdag 6 september 2012. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
−
Hupkens, C. en H. Swinkels (2012a). Ongeveer drie kwart bezoekt jaarlijks huisarts en tandarts. Webmagazine, dinsdag 2 juli 2013. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
−
Kiers, B. (2010). De poort naar het ziekenhuis. Amsterdam: Zorgvisie, 2010; 40(3).
−
Nationaal Kompas Volksgezondheid.
−
Rabobank – Branche Informatie Rabobank.
−
Stichting Farmaceutische Kengetallen (2012). Data en feiten 2012. Het jaar 2011 in cijfers.
−
UWV (2013). De zorg. Sectorbeschrijving. 31 januari 2013.
Zorgfoto Hilversum
10
Colofon Deze standaardrapportage is een uitgave van het Directoraat Kennis en Economisch Onderzoek (KEO) van Rabobank Nederland. De in deze publicatie gepresenteerde figuren zijn gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen. Deze gegevens zijn op zorgvuldige wijze in onze analyses verwerkt. Rabobank Nederland aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens onjuistheden bevatten. Het betreft algemene informatie die aan veranderingen onderhevig is. Gehele of gedeeltelijke overname is uitsluitend toegestaan met bronvermelding. De afnemer van de informatie is verantwoordelijk voor de keuze en elk gebruik van de informatie. De afnemer is verplicht aanwijzingen van de Rabobank over het gebruik van de informatie op te volgen. Nederlands recht is van toepassing. Contactadres Rabobank Nederland Kennis en Economisch Onderzoek Postbus 17100, 3500 HG Utrecht, UC.T.04.11 Telefoon 030 2166662 Email
[email protected] www.rabobank.com/economie © 2013 - Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A., Nederland
Zorgfoto Hilversum
11