PLASMAFILTRATIE 610
Inleiding Uw arts heeft met u besproken dat u in aanmerking komt voor plasmafiltratie. Het starten van een behandeling met plasmafiltratie brengt veel vragen met zich mee. In deze folder leest u over de gang van zaken voor, tijdens en na uw behandeling met plasmafiltratie. Plasmafiltratie is een behandeling die qua techniek lijkt op een dialysebehandeling, maar toegepast wordt bij andere ziekten. De behandeling vindt daarom plaats op het Dialysecentrum. U vindt het Dialysecentrum op de elfde verdieping.
Wat is plasmafiltratie? Bij plasmafiltratie wordt plasma uit uw lichaam gehaald. Bloed bestaat uit bloedcellen (1) en plasma (2). (1) Er zijn drie soorten cellen: witte bloedcellen, rode bloedcellen en bloedplaatjes. De rode kleur van het bloed wordt veroorzaakt door de rode bloedcellen. (2) Het plasma is het waterige deel van het bloed en is geel van kleur. Bij bepaalde ziektebeelden worden schadelijke eiwitten, antistoffen en ontstekingsbevorderende stoffen gevormd. Deze stoffen zitten in het plasma. Soms veroorzaken deze stoffen ziekteverschijnselen. Door plasma te verwijderen (met daarin alle stoffen die u ziek maken), verminderen of verdwijnen de ziekteverschijnselen. Een behandeling met plasmafiltratie kan echter de oorzaak van de ziekte niet wegnemen en is dus nooit de enige behandeling bij uw ziekte. Uw arts bepaalt hoeveel behandelingen u nodig heeft. Meestal zijn vijf tot tien behandelingen nodig die u gedurende twee weken ondergaat. Hoeveel behandelingen u nodig heeft, is afhankelijk van uw ziektebeeld en hoe u op de behandeling reageert.
Voorbereiding op de behandeling Inbrengen katheter Bij plasmafiltratie gaat bloed (plasma) uit en weer in uw lichaam. Daarvoor wordt een katheter gebruikt die in uw bloedbaan wordt ingebracht. Een katheter is een speciaal slangetje, dat ingebracht wordt in een ader (bloedvat) in uw lies of hals. De arts brengt de katheter bij u in op het Dialysecentrum (of soms op de Intensive Care Unit). Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Na het inbrengen van de katheter wordt deze vastgehecht, om losschieten te voorkomen. Daarna wordt het afgeplakt met een pleister. De katheter kan direct gebruikt worden voor uw behandeling. Bij een katheter moet u op het volgende letten: De katheter blijft langer goed werken als u de katheter ontziet. Om infectie te voorkomen mag de pleister op de katheter niet nat worden. Als u een katheter in de lies (lieskatheter) heeft, raden we u aan om in een halfzittende houding te zitten. Zo voorkomt u afknellen van de katheter. Een afgeknelde katheter kan problemen geven tijdens uw behandeling. Let op! De katheter blijft zitten gedurende de weken dat uw behandeling duurt. Tussen uw komst naar het Dialysecentrum wordt de katheter niet verwijderd. Niet nuchter Op de dag van uw behandeling kunt u eten en drinken zoals u gewend bent. U hoeft niet nuchter te zijn. Kleding U kunt tijdens de plasmafiltratie uw kleding aanhouden, kleding moet soms wel los gemaakt worden. Wij raden u aan om gemakkelijk zittende kleding te dragen. Tijdens de behandeling ligt u op een bed of zit u in een comfortabele stoel. Rusten na de behandeling De behandeling kunt u als vermoeiend ervaren. We raden u aan om het nog een aantal dagen rustig aan te doen.
De behandeling U komt op het afgesproken tijdstip naar het Dialysecentrum. De verpleegkundige ontvangt u daar en brengt u naar een van de behandelplaatsen. De verpleegkundige sluit u vervolgens via twee slangen (lijnensets) aan op het apparaat. Hiervoor wordt de katheter in uw lies of hals gebruikt. Uw bloed stroomt via de lijnenset naar de kunstnier toe. De kunstnier is een speciaal filter, waarmee uw bloed gescheiden wordt in bloedcellen en plasma. Het plasma wordt opgevangen in een zak. De bloedcellen worden via de lijnenset weer aan uw lichaam teruggegeven. Het plasma wordt vervangen door een oplossing van zout en albumine (het meest voorkomende eiwit in het bloed) of door donorplasma. De verpleegkundige komt regelmatig bij u kijken en meet uw bloeddruk. Ook wordt er voor en na de behandeling bloed bij u afgenomen. Hiervoor hoeft u niet apart te worden geprikt, het bloed wordt uit de katheter gehaald. De plasmafiltratie behandeling duurt in totaal ongeveer drie uur. Bijwerkingen Tijdens uw behandeling kunt u last krijgen van tintelingen rond uw mond (tintelende lippen) of in uw vingertoppen. Het is belangrijk dat u dit meteen aan de verpleegkundige vertelt. U krijgt dan een medicijn om dit te verhelpen. Verder kan uw bloeddruk dalen als reactie op de behandeling. Daarnaast kan koorts ontstaan als reactie bij een katheterinfectie. U dient dan direct contact op te nemen met het Dialysecentrum of de Spoedeisende Hulp. Zeer zelden komen allergische reacties voor op donorplasma. Met behulp van medicijnen kunnen deze reacties worden tegengegaan.
Na de behandeling Zodra uw behandeling klaar is, koppelt de verpleegkundige u van het apparaat af. De katheter blijft nog wel zitten. U gaat daarna naar huis of, als u in het ziekenhuis bent opgenomen, terug naar de verpleegafdeling. Als de katheter niet meer nodig is voor een andere behandeling, wordt na de laatste
plasmafiltratie de katheter verwijderd. Dit is pijnloos en gebeurt op het Dialysecentrum. De behandeling kunt u als vermoeiend ervaren. We raden u aan om het nog een aantal dagen rustig aan te doen.
Bellen bij problemen thuis Als u thuis problemen heeft met de katheter of als u twijfelt of uw klachten door uw ziekte veroorzaakt worden, bel dan naar het Dialysecentrum. De afdeling is bereikbaar van maandag tot en met zaterdag tussen 7.00 en 21.00 uur, via telefoonnummer 010 – 461 6312. Buiten deze tijden kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp, via telefoonnummer 010 – 461 6720.
Vragen In deze folder hebben wij u een algemeen beeld gegeven van het verloop van de behandeling. Het kan zijn dat uw behandeling anders verloopt dan hier is beschreven. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel ze gerust tijdens de openingstijden van het Dialysecentrum aan de dialyseverpleegkundige.
Mei 2014