-1-
Inleiding "Science without religion is lame, religion without science is blind." A. Einstein Vaak vertrekt de mens vanuit het idee dat de wetenschap alles kan verklaren en bewijzen en dat God hierbij overbodig wordt. In dit project gaan we na of dit werkelijk zo is. Hoeven wetenschap en religie elkaar tegen te spreken? Hoe kunnen ze elkaar aanvullen? Wat kunnen ze voor de mens en de wereld betekenen? Het zijn enkele vragen waar we bij stilstaan. Voor we kunnen starten met dit project is een duidelijke definitie van de begrippen ‘wetenschap en religie’ nodig. Wat verstaan we, vooreerst, onder ‘wetenschap’? Als we in dit project de term wetenschap gebruiken, bedoelen we eigenlijk natuurwetenschappen. Onder deze wetenschappen worden die takken van wetenschap verstaan, die gebaseerd zijn op natuurwetten en theorieën die verifieerbaar of falsifieerbaar zijn door middel van formele logica en experimentele toetsing (de wetenschappelijke methode). Simpel gezegd: in de natuurwetenschappen is een bewering aantoonbaar correct of incorrect. De natuurwetenschappen kunnen als volgt worden ingedeeld: aardwetenschappen of geologie, biologie, natuurkunde of fysica, astronomie, scheikunde1. Wat verstaan we, ten tweede, onder ‘religie’? Het woord religie komt van het Latijnse woord religare dat zoveel als verbinden betekent. De Leuvense professor Catherine Cornille zegt het volgende: ‘Religies doen zich voor als zingevingsystemen die in de loop van de geschiedenis een antwoord hebben geformuleerd op grenservaringen en sleutelmomenten in het leven, zoals geboorte, lijden, dood, onrechtvaardigheid, ervaring van transcendentie, …. Een mogelijke definitie van religie is dan: "De ervaringen, handelingen, inzichten en instellingen die uitdrukking geven aan de relatie van de mens tot een transcendente werkelijkheid."’ 2 Op het einde van dit project zou je in staat moeten zijn om te komen tot een persoonlijke visie omtrent de verhouding tussen wetenschap en religie. Denk jij dat wetenschap en religie elkaar tegenspreken of kan jij ze met elkaar verzoenen en hoe? Kun je dit grondig beargumenteren? Er wordt met andere woorden denkwerk van jou verwacht met een open en kritische houding gedurende alle sessies. Veel succes!
1
WIKIPEDIA, 2005. Natuurwetenschappen [online]. Florida: Wikpedia Foundation. Beschikbaar op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Wikipedia:Info [geraadpleegd op 2 augustus 2005]. 2 De auteurs van dit artikel voegen nog een belangrijke bedenking toe aan deze definitie van religie. Religie mag men, volgens hen, niet enkel bekijken vanuit een 'objectief en neutraal' buitenperspectief. Dit wil zeggen dat je religie ‘beleeft’, meemaakt en je kan dus niet gewoon als buitenstaander alles weten over religie. Je mag met andere woorden niet voorbij gaan aan de persoonlijke beleving van een gelovige. CORNILLE, C., 2005, hermeneutische knooppunten, pluralisme versus diversiteit [online]. Leuven: KULeuven. Beschikbaar op: http://www.kuleuven.be/thomas/actualiteit/indekijker/27/knooppunten.htm [geraadpleegd op 2 augustus 2005].
Stelling 1
-2-
Stelling 1 : “Een wetenschapper is per definitie een atheïst.” Over hoe wetenschappers met geloof omgaan
Bestaan er wetenschappers die in God geloven ? Of word je automatisch een atheïst als je aan natuurwetenschap doet ? Maar wat is een atheïst? En zijn alle atheïsten hetzelfde? Hoe noem je de ‘eeuwige twijfelaar’? Het is belangrijk om enkele begrippen kort uit te leggen: Het atheïsme is een levensvisie dat het geloof in (een) God als uiteindelijke zingever afwijst. Er bestaan verschillende soorten atheïsme. Vooreerst is er het praktisch atheïsme. Dit is een atheïsme uit onverschilligheid: leven zonder God omdat ze voor God en geloof geen tijd of interesse hebben. Ten tweede hebben we het beredeneerde atheïsme. Dit zijn atheïsten door hun manier van denken of door een diepe overtuiging. In het beredeneerde atheïsme maken we nog een onderverdeling in: - het positivistisch atheïsme: (= positivisme) God bestaat niet omdat je God niet kunt waarnemen met de zintuigen. - het deïstisch atheïsme: (= deïsme) God heeft in het verre verleden de wereld geschapen maar bekommert zich verder niet meer om de schepping. Wat verstaan we onder agnosticisme? Het agnosticisme is die denkrichting die zegt dat de mens te klein en te eindig is om te weten of er nu al dan niet een god bestaat. Zij zeggen dat men het gewoon niet kan weten en dat je dus eeuwig aan het bestaan van (een) God zal blijven twijfelen. Wie is dan gelovig? Gelovig zijn wil dan zeggen dat je akkoord gaat met een bepaalde geloofstraditie en je achter een geloofsgemeenschap staat. Je zegt ‘ja’ tegen een persoonlijke God, de gelovigen, en de zin van religie in het dagelijkse leven. We laten een aantal wetenschappers aan het woord. Probeer aan de hand van de citaten af te leiden of ze atheïstisch, agnostisch, gelovig,… zijn.
1. Albert Einstein Albert Einstein (1879-1955) was een theoretisch natuurkundige met aanzienlijke talenten in de toegepaste wiskunde. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste natuurkundigen uit de geschiedenis en werd 2 vooral bekend vanwege de speciale relativiteitstheorie en de algemene relativiteitstheorie. E = mc de formule van Einstein, die een verband geeft tussen energie en massa, is jullie waarschijnlijk wel bekend.
“Hoewel de gebieden van godsdienst en wetenschap duidelijk van elkaar zijn afgebakend, bestaan er toch sterke onderlinge relaties en zijn ze afhankelijk van elkaar. Hoewel godsdienst de zin bepaalt, heeft het ook geleerd van wetenschap welk middel bijdraagt tot het bereiken van het doel. Aan de andere kant kan wetenschap alleen geschapen worden door lieden die grondig zijn doortrokken van het streven naar waarheid en begrip. De bron voor dit gevoel ligt in de godsdienst. Hiertoe behoort ook het geloof in de mogelijkheid dat de regels waaraan deze wereld onderworpen is, rationeel zijn, dwz voor rede vatbaar zijn. Ik kan me geen ware wetenschapper indenken zonder deze diepe overtuiging. Men zou het zo in beeldende vorm kunnen verwoorden: wetenschap zonder godsdienst is kreupel, godsdienst zonder wetenschap is blind (science without religion is lame, religion without science is blind).”2 2
EINSTEIN, A., 1941. Science, Philosophy and Religion, A Symposium [online]. New York: Conference on Science, Philosophy and Religion in Their Relation to the Democratic Way of Life Inc. Nederlandse vertaling beschikbaar op: http://www.kolumbus.fi/volwassengeloof/alberteinstein.htm [geraadpleegd op 15 juli 2005]
Stelling 1
-3”Religie is ontstaan uit de ervaring van het mysterieuze, die echter was vermengd met angst. Het besef dat er dingen zijn die wij niet kunnen doorgronden, dat de volmaakte rede en de zuivere schoonheid zich tonen op een wijze die slechts zeer beperkt toegankelijk is voor ons begrip - dat besef en gevoel maken het wezen uit van de echt religieuze beleving. In die zin en in geen enkele andere ben ik een diep-religieuze mens. Een God die de objecten van zijn schepping beloont en straft, en die net als wij een wil heeft, kan ik me niet indenken. Ook wil noch kan ik me een individu voorstellen dat de dood overleeft, ondanks het feit dat dergelijke beelden worden bepleit door zwakke zielen, uit angst of lachwekkend egoïsme. Ik ben tevreden met het mysterie van de eeuwigheid van het leven en met het besef van, en de vermoedens omtrent de wonderbaarlijke structuur van al wat is, met het opgeslokt zijn door het streven tot in detail te begrijpen hoe de rede zich in de natuur manifesteert.”3
2. Stephen Hawking Stephen Hawking (°1942) is een Brits natuurkundige en professor in Cambridge die vooral bekend is door zijn werk op het gebied van zwarte gaten en singulariteiten in de kosmologie. Hij heeft een zware fysische handicap waardoor hij in een rolstoel zit en enkel kan praten door een computer, maar dat houdt hem niet tegen om zijn wetenschappelijk werk voort te zetten. Bij het grote publiek is hij, behalve door zijn handicap, ook bekend door zijn boek “Het heelal”.
“Ook wanneer er maar één geünificeerde theorie4 mogelijk is, is dat slechts een verzameling regels en vergelijkingen. Wat ademt er dan leven in de vergelijkingen en maakt een heelal dat ze kunnen beschrijven ? De normale werkwijze van de wetenschap, het ontwerpen van een wiskundig model, kan niet de vraag beantwoorden waarom er een heelal zou moeten zijn dat het model beschrijft. Waarom doet het heelal eigenlijk al die moeite om te bestaan? Is de geünificeerde theorie zo dwingend dat ze haar eigen bestaan teweegbrengt? Of heeft ze een schepper nodig, en zo ja, heeft deze dan nog andere gevolgen voor het heelal? En wie schiep de schepper?…Zodra we een volledige theorie ontdekken zal deze na verloop van tijd voor iedereen begrijpelijk zijn, niet alleen voor een handjevol geleerden. Dan kunnen allen, filosofen, geleerden en gewone mensen, deelnemen aan de discussie over de vraag waarom wij en het heelal bestaan. Wanneer we het antwoord op die vraag kennen is dat de bekroning van het menselijk verstand – want dan kennen we de geest van God.”5
3. Richard Feynman Richard Feynman (1918-1988) was een Amerikaans natuurkundige. Hij deed belangrijk onderzoek op het gebied van de kwantumelektrodynamica en won in 1965 de Nobelprijs voor Natuurkunde. Hij was bovendien een heel kleurrijk figuur (hij gaf bv. soms les terwijl hij op een stel bongotrommels speelde) en een goed didacticus.
”Het lijkt mij niet dat dit fantastisch mooie universum, deze enorme uitgestrektheid van ruimte en tijd en al die verschillende soorten dieren, al die planeten en al die atomen met hun bewegingen, enzovoort, dat al deze onnoemelijk gecompliceerde zaken op het toneel zijn gezet opdat God de menselijke strijd voor goed en 3
EINSTEIN, A., 1931. The world as I see it .[online]. (in het Engels) Beschikbaar op: http://www.aip.org/history/einstein/essay.htm [geraadpleegd op 16 juli 2005] 4 De geünificeerde theorie, ook wel de “Theorie van Alles” of in het Engels “Theory of Everything” is de theorie waarin men probeert om de 4 gekende fundamentele interacties (gravitatiekracht, elektromagnetische interactie, zwakke en sterke interactie) voor te stellen als verschillende aspecten van één universele interactie m.a.w. alle interacties (krachten) in de natuur zouden dan verschillende verschijningsvormen zijn van die ene fundamentele interactie. Tot nu toe is men er nog niet in geslaagd om de 4 interacties met elkaar te verenigen, men heeft wel al de elektromagnetische en de zwakke interactie kunnen verenigen. 5 HAWKING, S.,1997. Het heelal. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
Stelling 1
-4kwaad kan gadeslaan – wat toch de visie is die godsdienst voorstaat. Het podium is te groot voor dat drama.”6 ”Kijk, ik kan nu eenmaal goed leven met twijfel en onzekerheid en niet-weten. Ik denk dat het veel interessanter is om niet te weten dan om antwoorden te hebben die verkeerd zouden kunnen zijn. Ik heb antwoorden bij benadering, potentiële overtuigingen en diverse graden van zekerheid over verschillende zaken, maar van niets ben ik helemaal zeker, en er zijn veel dingen waar ik helemaal niets van weet, zoals bijvoorbeeld de vraag of het iets betekent om ons af te vragen waarom we hier zijn... Ik hoef het antwoord niet te weten. Het beangstigt me niet om dingen niet te weten, om verdwaald te zijn in een mysterieus en doelloos universum, en ik denk dat dat echt het geval is. Ik ben er niet bang voor.”7
4. Paul Davies Paul Davies (°1946) is een Engels natuurkundige en doceert aan de universiteit van Adelaide (Australië) waar hij professor is in de natuurfilosofie. Hij doet onderzoek op het gebied van kosmologie en astrobiologie en daarnaast schreef hij al meer dan 20 boeken, waaronder een aantal over wetenschap en religie.
“De wetten die het huidige universum karakteriseren, in tegenstelling tot een oneindig aantal mogelijke alternatieve universa, lijken wel bedacht – afgestemd menen sommige commentatoren -om leven en bewustzijn te laten ontstaan… Ik kan niet bewijzen dat het om een ontwerp gaat, maar wat het ook is, slim is het in ieder geval. Nu is het zo dat sommige van mijn collega’s dezelfde wetenschappelijke feiten aanhangen als ik, maar elke diepere betekenis daarvan ontkennen. Ze schuiven de adembenemende vindingrijkheid van de natuurwetten, de buitengewoon gelukkige samenstelling van de natuur, en de verrassende begrijpelijkheid ervan aan de kant en accepteren die als een verzameling wonderen die er nu eenmaal zijn. Daartoe ben ik echter niet in staat. Voor mij is de vernuftigheid van het natuurlijke bestaan simpelweg té wonderlijk om het zomaar als gegeven aan te nemen. Alles pleit voor een diepere onderliggende betekenis. Sommigen noemen dat een doel, anderen een ontwerp. Aan deze beladen woorden liggen menselijke begrippen ten grondslag, en ze maken het slechts gedeeltelijk mogelijk te bevatten waar het universum over gaat. Maar dát het ergens over gaat, daarover heb ik geen enkele twijfel.”8
5. Arthur Peacocke Arthur Peacocke (°1924) is een Brits biochemicus en theoloog. Hij was nauw betrokken bij het befaamde DNA-onderzoek van Watson en Crick. Sinds 1971 is hij Anglicaans priester. Hij werd professor aan de faculteit theologie van de universiteit van Oxford en heeft heel wat gepubliceerd over de relatie tussen wetenschap en religie.
“De evolutietheorie, die begonnen is bij Darwin, verbreedt eigenlijk ons begrip van de wereld op een manier die volgens mij heel bemoedigend, versterkend en verrijkend is voor het christelijk geloof. Het zegt ons, in tegenstelling tot het gangbare idee dat de schepping 4000 jaar geleden of zelfs 4 of 20 miljard jaar geleden gebeurde, dat de schepping nu nog doorgaat. Dus wat we ook bedoelen met God als schepper, het was in elk geval niet iets dat God één keer deed in het verleden – dat hij bij wijze van spreken alles in gang zette, de klok opwond, wegging en het zijn gang liet gaan. Schepping is iets 6
SIMMONS, J., 1997. De top-100 van wetenschappers. Utrecht: Het Spectrum BAIS, F.A., 1998. Kan wetenschap de grote onbekenden elimineren? Tijdschrift In de Marge [online], nr.1. Beschikbaar op: www.bezinningscentrum.nl/indemarge/ssi_indemarge/pdf_indemarge_hor/marge198.pdf [geraadpleegd op 16 juli 2005] 8 DAVIES, P., 1998. Is het universum absurd? Tijdschrift In de Marge [online], nr.1. Beschikbaar op: www.bezinningscentrum.nl/indemarge/ssi_indemarge/pdf_indemarge_hor/marge198.pdf [geraadpleegd op 16 juli 2005] 7
Stelling 1
-5dat de hele tijd doorgaat. God is voortdurend schepper, God is voortdurend aan het scheppen.”9
6. Richard Dawkins Richard Dawkins (°1941) is een Brits bioloog. Hij is professor in Oxford en schrijver van populair wetenschappelijke boeken. Eén van zijn bekendste boeken is “Het zelfzuchtige gen” waarin hij uitlegt hoe natuurlijke selectie werkt op niveau van de genen. Hij is een onvermoeibare verspreider van het evolutionaire denken, een neodarwinist.
“Ik heb veel sympathie voor mensen die zijn opgegroeid met onwaarheden. Maar ik wil hen daaruit redden, omdat ze hun leven aan het weggooien zijn. En we hebben maar één leven. We hebben de gelegenheid om voor onze dood een aantal zaken echt te begrijpen. Ik vind het tragisch als mensen die gelegenheid verspillen aan Jehova, Allah of de God van de christenen. Al vind ik wel dat kinderen de godsdienst van hun voorouders moeten leren, dat maakt deel uit van hun culturele opvoeding.” "Sommige mensen zijn van mening, dat er wel wat voor religie te zeggen is, omdat ze zichzelf onderzoeken en zichzelf beschouwen als, goed, altruïstisch, liefhebbend en dan denken, dat de evolutietheorie dat niet kan verklaren. Ze zien dat als een zwakte van de wetenschap. Als de wetenschap tekortschiet, moet God eraan te pas komen om een verklaring te geven" (..) Maar het kan ook zijn, dat als de wetenschap geen verklaring kan geven, dat niets het kan verklaren..Of het kan ook zijn, en dat is mijn overtuiging,dat als de wetenschap het niet kan verklaren, dat we dan beter ons best moeten doen om er wel achter te komen"10.
7. Gerard Bodifée Gerard Bodifée (°1946) is een Vlaams doctor in de astrofysica. Hij deed onderzoek op het gebied van het ontstaan van sterren en de evolutie van sterrenstelsels. Hij was wetenschapsjournalist bij De Standaard, medewerker van de VRT, schrijft columns in Knack en schrijft boeken. Zijn belangstelling gaat vooral uit naar de fundamentele wetenschappelijke en filosofische vragen die de mens zich stelt: Wat is de oorsprong en wat is de bestemming van het bestaan? Hoe verhouden wetenschap en religie zich?
“God is de alles omvattende aandacht die nodig is om de werkelijkheid structuur en zin te geven. De wereld die wij bewonen is geen willekeurig conglomeraat, zij is geordend, gewild. Die gewildheid is voor mij God. Hij is het willende, het aandacht schenkende, het goede, want aandacht schenken is iets goeds. (..) Ik denk dat iets dat aandacht schenkt een wezen is. En dat daarom het christelijke beeld van God als een persoon adequaat is. Onze verhouding tot God is als die tot een persoon. De menselijke persoon is het meest nabij aan het goddelijke op aarde. Als we ons van God een beeld willen vormen, zien we dat naar mijn overtuiging het duidelijkst in de menselijke persoon. Niet zozeer in sterren of in atomen of in bloemen, maar veel duidelijker, hoewel nog zeer onvolkomen, in een menselijke persoon.” ”De wetenschapper die gehecht is aan zijn nuchtere en vruchtbare methode, houdt meestal niet van deze beschouwingen. Maar als hij dan afhaakt, en zich tot zijn wetenschap bepaalt, sluit hij zich op in iets dat weliswaar mooi is, maar beperkt. Ik kan dat niet. Ik kan moeilijk muren rondom me verdragen. Metsel een muur rond mij en ik breek hem af of klim
9
PEACOCKE, A., 1998. Interview. In: Faith and Reason.[online], PBS. Beschikbaar op http://www.pbs.org/faithandreason/ [geraadpleegd op 16 juli 2005] 10 DE CEULAER, J., 2005. Grote vragen. De Canvas-tapes & de Knack-interviews. Brussel: Globe
Stelling 1
-6erover. Ik denk dat het voor niemand gezond is zich op te sluiten in een hokje, of het nu dat van de wetenschap is, of een ander. Mensen passen niet in hokjes.”11
8. Christine Van Broeckhoven Christine Van Broeckhoven (°1953) is een Vlaamse biologe. Ze leidt het departement Moleculaire Genetica aan de Universiteit Antwerpen. Ze onderzoekt de genetische oorzaken van de ziekte van Alzheimer en daarmee staat ze aan de wereldtop. Ze is één van de zeldzame vrouwen aan de internationale wetenschappelijke top.
Ik heb een heel logische geest. Ik werk voornamelijk met mijn rede, mijn cognitie, mijn kennis. Ik denk dat ik daardoor veel minder de noodzaak voel om gelovig te zijn. Ik kan met mijn rede proberen te aanvaarden dat ik als mens maar een deel van een geheel ben en dat ik hier maar tijdelijk ben, als een schakel in een keten. Ik ben ook erg emotioneel, maar ik zoek toch vooral verklaringen met mijn rede, verklaringen in de biologie, in de wetenschap. Ik kan mij wel voorstellen dat er mensen zijn die niet die logische geest hebben. En die misschien meer met hun emoties gaan werken. Die niet willen aanvaarden dat ze maar een biologisch wezen zijn, dat in ontluisterende termen kan worden beschreven: een biologisch wezen is per slot van rekening de uitdrukking van een genoom in reactie op prikkels uit de omgeving. Veel mensen willen dat niet weten. Zij willen dat er iets ànders is waaraan zij hun leven kunnen ophangen. Iets wat hun gedrag of persoonlijkheid kan verklaren. Iets waarachter ze zich als het ware kunnen verschuilen. Zodat ze kunnen zeggen: “Ja maar, dat ben ik niet, iemand heeft mij zo gecreëerd, iemand die van bovenaf toekijkt, en die mij af en toe bijstuurt.” Zo ben je niet zelf verantwoordelijk voor je daden. Ik hou meer van het nuchtere feit dat ik toch maar een biologisch gegeven ben. Ik heb geen hoger wezen nodig, omdat ik geloof in de mens zelf. De mens is ook een heel mooi wezen. Ik vind de hersenen iets fantastisch. Hersenen zijn voor mij eigenlijk alleen maar het biologisch omhulsel van datgene wat wij de psyche noemen, van verstand en emoties en intelligentie en cognitieve functies, zoals het denken, het waarnemen, het zien, enzovoort. (..) Ik vind het heel moeilijk te begrijpen dat mensen die biologie bestuderen, toch geloven in God. Tenzij ze in zeker mate schizofreen zouden zijn. Blijkbaar zijn er wetenschappers die naast hun kennis nog iets anders nodig hebben. Ik weet dat ze bestaan, die wetenschappers die geloven. Er zijn zelfs wetenschapper die zeggen dat ze geloven net omdàt ze wetenschapper zijn. Dat begrijp ik helemaal niet. Ik denk dat zij geloven omdat ze mens zijn. Mens en sterfelijk.12
11
VERLEYEN, F., 1993. Op de rand van een vulkaan. Gesprekken met Gerard Bodifée. Kapellen: Pelckmans. 12 DE CEULAER, J., 2005. Grote vragen. De Canvas-tapes & de Knack-interviews. Brussel: Globe
Stelling 1
-7-
Stelling 1 : “Een wetenschapper is per definitie een atheïst.” Over hoe wetenschappers met geloof omgaan
1. Probeer aan de hand van de citaten af te leiden of de wetenschapper in kwestie atheïstisch, agnostisch of gelovig is. Vul onderstaande tabel in.
Naam Albert Einstein Stephen Hawking Richard Feynman Paul Davies Arthur Peacocke Richard Dawkins Gerard Bodifée Christine Van Broeckhoven
atheïst agnost
gelovig
2. Hieronder vind je telkens een korte samenvatting van de citaten. Zet bij de samenvatting de juiste wetenschapper. a) Ons universum zit zo vernuftig in elkaar dat er volgens mij een diepere betekenis, een ontwerp, achter zit.
b) God is aandacht, daarom vind ik God niet zozeer in de natuur, maar wel in mensen. Wetenschappers die zich enkel met hun wetenschap bezighouden (en niet met religie) sluiten zich op in een hokje. Ik kan dat niet.
c) De evolutietheorie zegt ons dat God nu nog voortdurend aan het scheppen is en dat hij de wereld niet op één welbepaald moment geschapen heeft.
d) Ook al zijn wetenschap en religie heel verschillend, toch kan religie niet zonder wetenschap en wetenschap niet zonder religie. Ik besef dat er veel dingen zijn die we niet kunnen begrijpen en in die zin ben ik een religieus mens, maar ik geloof niet in een persoonlijke God.
e) Ik ben een heel rationeel mens en daarom heb ik geen geloof nodig. Ik kan aanvaarden dat ik maar een biologisch wezen en een sterfelijk mens ben. Ik heb geen God nodig om mij achter te verschuilen in tegenstelling tot veel andere mensen.
f) Dit prachtige heelal is te groot om geschapen te zijn opdat God de strijd tussen goed en kwaad zou kunnen bekijken. Er zijn veel dingen die ik niet weet of waar ik niet zeker van ben, maar ik kan leven met onzekerheid en twijfel.
Stelling 1
-8g) Mensen die zich bezighouden met God, houden zich volgens mij met onwaarheden bezig. Als de wetenschap geen verklaring kan geven, dan kan niets het verklaren. God hoeft daar niet aan te pas te komen.
h) Zodra we de “Theorie van Alles” kennen, zullen we het antwoord kennen op de vraag waarom wij en het heelal bestaan. Dan kennen we de geest van God.
3. Met welke van de geciteerde wetenschappers ga je het meest akkoord ? Leg uit waarom je akkoord gaat. Let op! Zorg dat je voldoende argumentatie bedenkt om dit straks in de groep te kunnen verdedigen.
Stelling 1