INLEIDING Tijdens de afgelopen schoolvakantie was ik met mijn zoontje poppenkast aan het spelen. Om de beurt mochten we een stukje opvoeren. Toen het mijn beurt was, nam ik een kleine Superman-vingerpop. Superman kliefde door de lucht om zich naar huis te reppen. Hij moest immers nog boodschappen doen. Plots vroeg ik me af tot welke winkelketen Superman zich laat verleiden om in zijn dagelijkse behoeften te voorzien. Ik maakte tijd voor een interactief intermezzo: “Weet jij eigenlijk in welke winkel Superman boodschappen doet?” Waarop mijn zoontje met de wenkbrauwen opgetrokken beseft dat hij dit antwoord wel degelijk kent: “In de supermarkt natuurlijk!” Er bestaan ontelbare boeken over de uitspraken die kinderen doen. Grappig, absurd, geniaal, de waarheid… er komt van alles uit een kindermond. Is het niet verbazend hoe ontwapenend en simpel ze het leven kunnen maken? Kinderen verrassen ons elke dag. Ze leren ons meer over het leven dan eender wie. Het hoeft dus niet te verbazen dat mensen die met kinderen werken, een passie voor spelen delen. Het is de pure combinatie van verwondering en realiteit die spelen een van de mooiste dingen des levens maakt en die ik mooi geïllustreerd vind in de bovenstaande conversatie. In deze handleiding wil de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS) vzw het organiseren van spelen ontrafelen en terug aan elkaar plakken. Het is een manier om de organisatie van speelaanbod beter te begrijpen en beter te maken. Dit boek zet de logica uiteen die schuilt achter de speelvisie van de VDS. Deze visie werd in de afgelopen twintig jaar verfijnd, verscherpt en geconcretiseerd. Naar mijn mening is het belangrijk om elk onderdeel van deze speelvisie uit de doeken te doen. Het is daarbij mogelijk om het volledige verhaal uit te lezen of er onderdelen uit te lichten. Door deze handleiding simpelweg te openen bent u goed op weg om te timmeren aan de kwaliteit van uw speelaanbod. Die opdracht is nooit af en daarbij wil de VDS elke speelpleinwerker op weg helpen. De vrijwilligers en professionals die stilstaan bij de volledige organisatie van hun speelpleinwerking zullen deze handleiding het meest kunnen gebruiken. Maar niet enkel speelpleinwerkingen hebben hier een boodschap aan. Iedereen die speelt met kinderen moet er handige inzichten uit kunnen halen, gaande van opvoeders tot ouders. De VDS wenst elke lezer veel leesgenot, maar bovenal, veel speelplezier. Succes! Kwinten Fort Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS) vzw
1
INHOUDSTAFEL
1
DEEL 1: HET WAAROM DE INTRINSIEKE WAARDE VAN SPELEN 01 1.1 1.2 1.3
Spelen begrijpen Spelen organiseren Het speelpleinwerk
02 03 05
2
EEN CONTEXTGEBONDEN SPEELVISIE OPBOUWEN
09
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
10 13 14 17 18 22
3
VAKANTIE? OP HET SPEELPLEIN! EEN PLEIDOOI VOOR VRIJHEID EN INTENS SPELEN 25
4
SNELLE GIDS VOOR HET BEGRIJPEN VAN KINDEREN
37
4.1 4.2
38 40
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Kwaliteitsvol spelen Visie opbouwen? Visie op vrije tijd Vrije tijd volgens kinderen Het belang van een visie op vrije tijd voor speelinitiatieven ‘Gezond speelverstand’: een voorlopig besluit
Vakantiegevoel als kwaliteitskenmerk Wat is spelen? Vrijheid Negatieve en positieve vrijheid Een pleidooi voor vrijheid en intens spelen
Waarnaar gaan kinderen op zoek tijdens een speelinitiatief? Hoe reageert een kind op een speelomgeving en hoe wordt het daardoor beïnvloed? 4.3 Wanneer evolueert gewoon spelen naar intens spelen? 4.4 Hoe kan men betrokkenheid zien/observeren? 4.5 Wat is er precies nodig om tot betrokkenheid te komen? 4.6 Besluit
26 27 31 33 35
44 45 48 58
DEEL 2: HET HOE 1
SPEELKANSEN VERSUS SPEELAANBOD
01
1.1 Speelkansen 1.2 Speelaanbod 1.3 Speelkansen optimaliseren 1.4 Tijd voor actie? 1.5 Valkuilen met betrekking tot het optimaliseren van speelkansen 1.6 Besluit
02 04 06 10 11 14
4
2
SPEELAANBOD IN THEORIE
17
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
18 18 19 22 23 31 38 39 39 41 42 44
3
SPEELAANBOD IN DE PRAKTIJK
4
HET SPEELPLEIN BASISSCHEMA
Elementen van een speelaanbod 2.1.1 Georganiseerd (voorbereid) spelen 2.1.2 Spontaan spelen Variatie 2.2.1 Hoe kun je Game en Play begrijpen? 2.2.2 Hoe kun je Game en Play gebruiken? Keuze 2.3.1 Groepsindeling 2.3.2 Dagindeling 2.3.3 Keuzemogelijkheden Variatie + keuze = speelkansen optimaliseren Samenvatting. Wat weten we tot nu toe?
47
3.1 Soorten speelaanbod 3.2 Afstemming tussen speelplannen van begeleiders en kinderen 3.3 Speelimpulsen 3.3.1 Wat is een impuls? 3.3.2 Hoe kunnen animatoren speelimpulsen gebruiken? 3.3.3 Hoe kunnen animatoren speelimpulsen voorbereiden? 3.3.4 Hoe kunnen animatoren speelimpulsen geven? 3.3.5 Waarom werken sommige speelimpulsen wel en andere niet? 3.3.6 Speelimpulsen in een open speelaanbod 3.4 Activiteitenaanbod 3.4.1 Basiselementen van een activiteit 3.4.2 Soorten activiteiten 3.4.3 Activiteitenaanbod in een open speelaanbod 3.5 Speelhoeken 3.5.1 De praktische organisatie van speelhoeken 3.5.2 Tijdelijke speelhoeken 3.5.3 Permanente speelhoeken 3.5.4 Speelhoeken in een open speelaanbod 3.6 Besluit
48 55 59 60 64 65 66 67 67 68 68 71 75 76 77 80 80 83 84
87
4.1 Speelpleinploeg 4.2 Organisatorische onderbouw 4.3 Externe relaties 4.4 Toegankelijkheid
92 93 95 96
5
1
DEEL 3: HET DOEN
1.6 1.7 1.8 1.9
2
01
FAQ 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Is een verplicht speelaanbod per leeftijdsgroep per se slecht? Kan een vierjarige met een twaalfjarige spelen? Hoeveel speelhoeken en activiteiten voor hoeveel kinderen? Biedt een open speelaanbod kinderen de nodige structuur? Hoever kan een werking meegaan in de opmerkingen die ouders hebben over veiligheid en netheid? Welke aanpassingen moet een werking doen die een open speelaanbod op een openbaar terrein organiseert? Vraagt open speelaanbod meer voorbereidingstijd? Hoe kunnen beginnende animatoren snel met speelimpulsen leren werken? Wat moet een animator doen als geen enkel kind voor zijn of haar activiteit kiest?
02 04 05 08 11 13 19 22 25
STAPPENPLAN: EVOLUTIE OF REVOLUTIE, OVER HOE TE BEGINNEN MET EEN 29 OPEN SPEELAANBOD 2.1 2.2 2.3 2.4
Veranderingsvermogen en veranderingsbereidheid Evolutie en revolutie afgewogen Verandering begeleiden voor beginners Het stappenplan
3
DOSSIER: OMGAAN MET WEERSTANDEN
4
STAPPENPLAN: VAN SPEELPLEK NAAR SPEELHOEK
30 32 37 38
51
3.1 Weerstanden 52 3.2 Weerstanden vanuit een tekort 54 3.2.1 Weerstanden vanuit een tekort aan speelruimte 54 3.2.2 Weerstanden vanuit een tekort aan materiaal 57 3.2.3 Weerstanden vanuit een tekort aan kinderen 59 3.2.4 Weerstanden vanuit een tekort aan animatoren 60 3.3 Weerstanden vanuit een slechte ervaring 63 3.3.1 Weerstanden vanuit een slechte ervaring met spelen 68 3.3.2 Weerstanden vanuit een slechte ervaring met de animatorenploeg 70 3.3.3 Weerstanden vanuit een slechte ervaring met de organisatie 72 3.3.4 Weerstanden vanuit een slechte ervaring met externe relaties 73 3.3.5 Weerstanden vanuit een slechte ervaring met toegankelijkheid74 3.4 Besluit 76
4.1 Speelplekken 4.2 Speelhoeken 4.3 Casestudie: Speelstad Kwik Kwak 4.3.1 De aanloop 4.3.2 Een reeks speelhoeken 4.3.3 Praktische organisatie
6
79 80 94 97 97 98 99
5
DOSSIER: SPEELWINKELS
103
5.1 5.2 5.3 5.4
104 105 108 112
6
DOSSIER: KLEUTERS
115
6.1 6.2 6.3
116 118 121
7
DOSSIER: VOORBEREIDING VAN EEN SPEELPLEINDAG
8
DOSSIER: INCLUSIE, AANDACHTSPUNTEN VOOR LAAGDREMPELIGHEID
7.1 7.2 7.3 7.4
8.1 8.2 8.3
Een speelwinkel, wat is dat? De locatie De organisatie Een echte ervaring
Kleuters kennen en inschatten Waarom vinden kleuters een open speelaanbod aantrekkelijk? De beste tips uit het werkveld
125
Een voorbereiding organiseren 126 Onderdelen van een voorbereiding 129 Casestudie: Themastorm, een brainstorm voor speelpleinthema’s van A tot Z 135 Werkvormen voor voorbereidingen 140 7.4.1 Spelpatronen en competitievormen 140 7.4.2 Voorbereidingsvormen 143 7.4.3 Invulfiche 148 7.4.4 Inspiratie op speelidee.be 151
Aandachtspunten voor toegankelijkheid Inclusie in het open speelaanbod De praktijk van inclusief spelen
153 154 157 159
9 10
FOTOBOEK DOSSIER: TIENERS
11
DOSSIER: BELEVINGSONDERZOEK: SPEELAANBOD DOOR DE OGEN VAN KINDEREN 197
10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
167 183
Leer de tieners kennen Tieners in het speelaanbod De beste tips uit het werkveld Voorbereidingstips voor je tienerspeelaanbod Meer lezen?
11.1 Belevingsonderzoek: opzet en resultaten 11.1.1 Kader 11.1.2 Wat de kinderen ons vertelden over spelen op het speelplein 11.2 Do it yourself 11.2.1 Waarom & hoe? 11.2.2 De basisvragenlijst 11.2.3. Onderzoeksmethodieken 11.2.4 Wat achteraf?
7
185 186 188 191 195
199 199 200 222 222 223 226 227
12
DOSSIER: KINDERPARTICIPATIE OP HET SPEELPLEIN
13
DOSSIER: WACHTMOMENTEN
12.1 Korte inhoud 12.2 De basis 12.2.1 Definitie 12.2.2 Meerwaarde 12.2.3 Participatie, op het speelplein 12.2.4 Soorten participatie 12.2.5 De participatieve begeleiderhouding 12.3 Stappenplan
229 232 233 233 233 235 240 243 244
259
13.1 Achtergrond 13.1.1 Wachtmomenten belemmeren een écht vakantiegevoel 13.1.2 Overbruggingstijd ≠ wachtmomenten 13.2 Wachtmomenten vanuit een kinderbril 13.2.1 Kinderen spelen altijd en overal 13.2.2 Sssttt... 13.3 Wachtmomenten in kaart brengen en ervaren 13.4 Aan de slag met wachtmomenten 13.4.1 Algemeen 13.4.2 Specifieke wachtmomenten 13.5 Besluit
DEEL 4: BIJLAGEN
BIJLAGE 1: INFORMATIEFICHES
261 261 262 263 263 264 265 268 268 269 286
01
VDS02 MateriaalMagazijn bvba 03 VVJ04
BIJLAGE 2: BIBLIOGRA FIE
8
01