MAAGKANKER 17852
Inleiding In deze folder leest u meer over de diagnose maagkanker, de onderzoeken en de behandelmogelijkheden. Maagkanker is een kwaadaardige tumor in de maag, het wordt ook wel maagcarcinoom genoemd. Bij maagkanker is er sprake van een ongeremde groei van kwaadaardige cellen in de maag, waardoor een gezwel ontstaat. In Nederland wordt per jaar ongeveer bij 1.600 mensen maagkanker vastgesteld. Maagkanker komt bij mannen meer voor dan bij vrouwen. Het merendeel van de mensen die maagkanker krijgen, is ouder dan 60 jaar.
Onderzoek Als uw huisarts u verwijst naar een specialist zal u vaak gezien worden door een internist of een maag-darm-lever arts. Deze arts zal u verder onderzoeken als uw klachten daar aanleiding toe geven. De volgende onderzoeken kunnen dan plaatsvinden: bloedonderzoek gastroscopie x-thorax (long foto) Bloedonderzoek Met bloedonderzoek kan onder andere bloedarmoede worden vastgesteld. Bij maagkanker kan dit ontstaan als gevolg van langdurig bloedverlies uit de maag. Bloedonderzoek kan geen maagkanker aantonen. Gastroscopie Bij dit onderzoek kijkt de arts via een flexibele slang (gastroscoop) in de maag, de slokdarm en de twaalfvingerige darm. Voor dit onderzoek moet u nuchter zijn. Nuchter wil zeggen dat u: tot zes uur voor het onderzoek een licht verteerbare maaltijd mag gebruiken, zoals een beschuitje of cracker; tot twee uur voor het onderzoek mag u nog heldere dranken gebruiken, zoals thee, water of appelsap. Niet mag roken.
Op basis van de camerabeelden, die worden getoond op een beeldscherm, kan de arts de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm aan de binnenzijde inspecteren. Vaak worden stukjes weefsel weggenomen voor nader onderzoek. Dit noemt men een biopsie. Er zijn mensen die dit onderzoek als onaangenaam ervaren. Daarom kunt u vragen om een slaapmiddel (roesje). X-thorax Een thoraxfoto wordt ook wel 'longfoto' genoemd. Het is een röntgenfoto van de borstkas. De specialist ziet op deze foto: hoe uitgebreid de ziekte is; of er uitzaaiingen in de longen zijn; of er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn. Dit onderzoek is pijnloos.
Aanvullend onderzoek Voor het stellen van de diagnose of het bepalen van het stadium kan aanvullend onderzoek nodig zijn. Het gaat hierbij om: echografie van de buik; CT-scan; endo-echografie. Echografie van de buik Echografie is een onderzoek met behulp van geluidsgolven. Deze golven zijn niet hoorbaar, maar de weerkaatsing (echo) ervan maakt organen en/of weefsels zichtbaar op een beeldscherm. De tumor en/of eventuele uitzaaiingen kunnen zo in beeld worden gebracht. CT-scan CT, de afkorting voor computer tomografie, is een techniek waarbij uw maag en eventueel omringende organen, met behulp van röntgenstralen in beeld worden gebracht.
Endo-echografie Met een endo-echografie (ook wel een endo-echo genoemd) bepaalt de arts de grootte van de tumor. Het onderzoek gebeurt met een endo-echoscoop, een dunne, flexibele bestuurbare slang. In het uiteinde hiervan (de tip) zijn een minuscule camera en een echoapparaatje ingebouwd. Voor dit onderzoek moet u nuchter zijn. Met dit onderzoek kan de arts bekijken hoe ver de tumor door de maagwand is gegroeid. Ook is het mogelijk om vocht (punctie) of stukjes weefsel (biopt) weg te nemen uit de wand van het maag-darmkanaal, omliggende organen en lymfeklieren. Er zijn mensen die dit onderzoek als onaangenaam ervaren, u kunt vragen om een slaapmiddel (roesje).
Onderzoeken en keuze voor behandeling Het kan enige tijd duren voordat u alle noodzakelijke onderzoeken heeft gehad en de aard en het stadium van uw ziekte bekend zijn. Om te kunnen bepalen welke behandeling(en) het beste bij uw ziekte past, moet de specialist weten uit welk soort cellen de tumor is ontstaan, hoe kwaadaardig deze zijn en wat het stadium van de ziekte is. Onder ‘stadium’ verstaat men de mate waarin de ziekte zich in het lichaam heeft uitgebreid. De stadiumindeling is belangrijk voor de inschatting van de prognose en het bepalen van uw behandeling.
Behandeling Aan de hand van de uitslagen van de onderzoeken bepaalt de arts welke behandeling geschikt is. Vaak is een combinatie van behandelingen nodig. De arts bespreekt dit uitvoerig met u. Het kan gebeuren dat bij u of bij uw arts de indruk bestaat, dat de belasting, de mogelijke bijwerkingen of de gevolgen van een behandeling niet (meer) opwegen tegen de te verwachten resultaten. Als u twijfelt aan de zin van (verdere) behandeling, bespreek dit dan met uw specialist.
Een operatie is de meest voorkomende behandeling bij maagkanker. Andere behandelingsmogelijkheden zijn: chemotherapie; bestraling; het plaatsen van een stent. Operatie Het komt regelmatig voor dat vóór de operatie, chemotherapie wordt gegeven. Doel daarvan is om eventuele zeer kleine uitzaaiingen (micrometastasen) te vernietigen en de tumor te verkleinen. Als u in aanmerking komt voor een operatie, heeft dat tot doel om de hele tumor met omliggend weefsel te verwijderen. Als de tumor in de alvleesklier of dikke darm is gegroeid, moet de chirurg ook een deel van deze organen verwijderen. Voordat u wordt geopereerd, maken we voor u een afspraak op de polikliniek Preoperatieve Screening (POS). Daar bespreekt de anesthesist met u uw gezondheidstoestand. De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Na de operatie ligt u een paar dagen op de Intensive Care. Daarna gaat u naar de verpleegafdeling om verder te herstellen. In de periode na de operatie wordt op meerdere momenten gekeken wat voor u de beste toedieningwijze voor uw voeding is. Dit kan bestaan uit sondevoeding (slangetje via uw neus) of een infuus (voeding via een ader). Voor de operatie is niet altijd bekend of de ingreep genezend (curatief) is. Het komt voor dat de chirurg tijdens de operatie vaststelt dat de tumor niet (geheel) te verwijderen is of dat er uitzaaiingen zijn. Op dat moment kan besloten worden tot een palliatieve operatie, die meestal minder uitgebreid is. Chemotherapie Chemotherapie is de behandeling van kanker met zogenoemde cytostatica. Dit zijn medicijnen die een de celdeling remmen of een celdodend effect hebben. U krijgt dit toegediend via een infuus, tabletten of een combinatie hiervan.
Meestal worden de cytostatica toegediend volgens een vastgesteld schema. Hierna volgt een rustperiode, waarin u geen cytostatica krijgt. Deze cyclus noemen we een cytostaticakuur. Zo’n kuur wordt enkele malen herhaald, zoals de oncoloog met u bespreekt. Chemotherapie kent bijwerkingen, de bijwerkingen zijn afhankelijk van het middel dat u krijgt en hoe uw lichaam hierop reageert. De oncologieverpleegkundige bespreekt dit met u voor de start van uw kuur. Radiotherapie Radiotherapie, beter bekend als bestraling, is een behandeling van kanker door middel van röntgen- of elektronenstraling. Het beschadigd het erfelijk materiaal van de kankercellen, waardoor zij niet meer kunnen delen en dood gaan. De bestralingstijd duurt enkele minuten, die volgens een nauwgezet schema een aantal malen moet worden herhaald. Deze behandeling wordt niet uitgevoerd in het Sint Franciscus Gasthuis. U wordt doorverwezen naar Erasmus MC. Stent Mensen met een tumor hoog in de maag, waarbij een operatie niet mogelijk is, kunnen op een bepaald moment problemen krijgen met de doorgang van voedsel. In zo'n geval kan geadviseerd worden om een voedingsbuisje, ook wel stent genoemd, te laten plaatsen. Een stent zorgt ervoor dat voedsel weer kan passeren van de slokdarm naar de maag. De stent wordt langs de tumor ter hoogte van de maagingang geplaatst. Meestal wordt de stent ingebracht tijdens een gastroscopie. Het plaatsen van de stent is een palliatieve behandeling. Wanneer de stent op de juiste plaats is aangebracht, voelt u deze niet zitten.
Begeleiding Als u te horen krijgt dat u verdacht wordt van kanker, kan dit veel onzekerheid geven. Dit geldt voor de periode dat er onderzoeken plaatsvinden, het moment dat u te horen krijgt dat u kanker heeft, de periode dat u behandeld wordt en de fase na de behandeling. Dat geldt voor u, maar ook voor uw eventuele partner, kinderen, familieleden en vrienden. Sommige mensen hebben behoefte aan ondersteuning van een
deskundige om stil te staan bij wat hen allemaal is overkomen. Zowel in als buiten het ziekenhuis kunnen verschillende zorgverleners u extra begeleiding bieden. De oncologieverpleegkundigen van het Sint Franciscus Gasthuis kunnen met u meedenken aan welke ondersteuning u behoefte heeft, welke mogelijkheden er zijn en hoe dit ingezet kan worden.
Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met uw contactpersoon: Naam: __________________________________________ Telefoonnummer: _________________________________ Voorkeurstijd voor bellen: ___________________________
Juni 2012