Keulen wat een stad.
In deze folder leest u alles over de geschiedenis en de klassieke bezienswaardigheden van Keulen!!
“Wauw wat een stad” Kelt Garritsen 3VI “Geweldige ervaring” Joep Volman 3VI
1
De gymnasium-leerlingen (3 Vi en 3 Vj) die 5 oktober 2012 Colonia bezochten met het Ludger College.
2
Inhoudsopgave Inleiding
blz. 2
1. De geschiedenis van Romeins Keulen Gemaakt door Cat & Eva
blz. 3
2. De Grote Sint Martinuskerk Gemaakt door Joep & Kelt
blz. 5
3. Romeinse handel in Keulen Gemaakt door David & Jasper
blz. 8
4. Mozaïeken Gemaakt door Chantal & Louisa
blz. 11
5. Grafstenen Gemaakt door Jelle & Muharem
blz. 15
6. Het grafmonument van Poblicius Gemaakt door Niek, Gijs & Jaap
blz. 17
7. De DOM van Keulen Gemaakt door Iris & Femke
blz. 21
3
Inleiding Kort geleden zijn wij, de leerlingen die gymnasium volgen van klas 3Vi, samen met de leerlingen van klas 3VJ van het Ludger College te Doetinchem op excursie naar Keulen geweest. Van deze dag hebben we allen zeer genoten. Op deze dag hebben we informatie opgedaan over de historie van Romeins Keulen. Keulen was vroeger een stad van de Germaanse stam van de Ubii, het heette eerst Oppidum Ubiorum. Daarna kreeg de stad Romeinse stadsrechten en mocht het zich Colonia noemen van keizer Claudius. De naam werd nu veranderd in COLONIA CLAUDIA ARA AGRIPPINENSIUM. In Keulen hebben we het Römisch-Germanisches Museum bezocht. Dit museum gaat over de Romeinse Geschiedenis van Keulen. In dit museum hebben we onder andere het Dionysos Mozaïek en het grafmonument van Poblicius gezien. Ook hebben we een bezoek gebracht aan de Dom van Keulen. Deze is gebouwd onder Christelijke invloed. We hebben deze Dom beklommen en van boven heb je een fantastisch uitzicht over de stad. Keulen is niet alleen een interessante en prachtige stad om te bezoeken om vele aspecten van de Romeinse Geschiedenis te zien, het is een ook een erg mooie stad met veel moderne bezienswaardigheden.
Daarom raden wij u graag aan om deze stad een keer te bezoeken, daarom hebben wij deze folder voor u gemaakt. In deze folder komen verschillende bezienswaardigheden aan bod, ook biedt deze folder u informatie over de Romeinse geschiedenis van Keulen. Wij hopen dat wij u door middel van deze folder enthousiast kunnen maken en dat u deze fantastische stad ook een keer gaat bezoeken.
4
1. De geschiedenis van Romeins Keulen Colonia Claudia Ara Agrippinensium Alles begon 2000jr geleden, op een heuvel aan de Rijn. Toen in het jaar 58 v Chr. Gaius Julius Caesar zijn invasie in Gallië begon, hij kwam ook bij de Rijn waar de Eburonen, een KeltischeGermaanse stam, op de linkeroever van de rivier leefde. Het Romeinse leger versloeg de Eburonen en vernietigde hun nederzettingen. In het jaar 38 v Chr., begon de Romeinse commandant Marcus Vipsanius Agrippa de hervestiging van de Germaanse stam, de Ubiërs. Als dank voor hun hulp kregen werd voor hun Oppidum Ubiorum gesticht. In die stad werd Julia Agrippina (de moeder van keizer Nero) in 15 na Chr. geboren toen haar vader Germanicus in Oppidum Ubiorum was gelegerd. In 49 na Chr. trouwde zij met keizer Claudius (haar oom!) en wist zij hem zo ver te krijgen om de stad de status colonia te geven, dit hield in dat de inwoners het Italische burgerrecht kregen. De officiële naam voor deze kolonie werd Colonia Claudia Ara Agrippinensium (= de Claudische kolonie, het heiligdom van de "familie" van Agrippa), vaak afgekort tot CCAA. Hier vestigden de Romeinen Opschrift boven de noordelijk toren van het hun gouverneurszetel voor de CCAA provincie Germania Inferior, waartoe de nu Nederlandse gebieden ten zuiden van de Rijn en grote delen van België behoorden. De stad ontwikkelde zich snel tot een belangrijke rivierhaven, waar handel en industrie (vooral glas en aardewerk) centraal stonden. In de derde eeuw na Chr. werd de bloeitijd van Keulen verstoord door invallen van de Franken. Rond 450 na Chr. werd het door de Franken bezet en behoorde daarna tot het Frankische Koninkrijk. Het castra-model
Een plattegrond van CCAA op een putdeksel voor de Dom van Keulen
Keulen is net zoals de meeste andere Romeinse steden gebouwd volgens het Romeinse stadsplan, het castra-model. Deze Romeinse steden bestonden uit 2 hoofdstraten die elkaar kruisen met daaraan andere straten die evenwijdig aan elkaar lopen. Deze manier van bouwen noemen we het castra-model omdat de Romeinen ditzelfde plan ook gebruikten om een castra (Romeins legerkamp) aan te leggen. Omdat de meeste Romeinse steden volgens dit plan werden gebouwd, leken ze allemaal erg op elkaar. Als je als soldaat uitgezonden werd naar de andere kant van het Romeinse Rijk, zag het er daar waarschijnlijk hetzelfde uit als waar je vandaan kwam.
5
Vetenari Als een Romeinse legioensoldaat 40 jaar werd, was zijn dienstplicht voorbij. Hij kreeg dan een beloning uit de aerarium militare (veldschatkist) en een stukje land, vaak in de buurt van waar hij gelegerd was geweest. In CCAA woonden veel veteranen, zij zorgden voor rust en vrede. Ook moesten zij er voor zorgen dat de Germanen die in dit deel van het Romeinse Rijk leefden romaniseerden. Romanisering hield in dat de Romeinse cultuur over werd genomen door de onderworpen volken, bijvoorbeeld hun eten, geld, bouwstijl, kleding, politiek et cetera. Maar de veterani namen ook delen van de lokale cultuur over!
6
2. De Grote St.-Martinuskerk De Grote Sint Martinuskerk, of in het Duits: Groß Sankt Martin, is een Romaanse Basiliek in Keulen. Tijdens onze excursie naar Keulen hebben we een bezoek gebracht aan deze kerk. Deze kerk is één van de twaalf Romaanse kerken in Keulen. De kerk is vandaag de dag ingebouwd door verschillende gebouwen. Geschiedenis Over de bouw van de kerk is weinig bekend. Op de plek waar de kerk nu staat, stonden vroeger Romeinse gebouwen. Het gebied behoorde tot het C.C.A.A.: Colonia Claudia Ara Agrippinensium. Op deze plaats is in de zevende eeuw een kapel gebouwd, maar ook dit is niet zeker. Toren van de Grote St.-Martinuskerk
Wel is zeker dat een grote brand het gebied verwoest heeft in 1150. Na aanleiding van de brand had men besloten de gebouwen te slopen. Toen is men begonnen met de bouw van een nieuwe kerk; De Sint Martinuskerk. In de dertiende eeuw was de kerk klaar. De toren, te zien de afbeelding, is niet altijd zo geweest. In het begin zat er een ander toren op. In 1450 tot 1460 is de toren compleet veranderd, toen is er een gotische spits opgezet. In 1707 werden kenmerken van Barok aangebracht. Barok is een stijl waarbij door overdaad indruk gemaakt moest worden. De Sint Martinus werd opnieuw geschilderd en er werden barokke voorwerpen in de kerk geplaatst en het kreeg een groter orgel. Het altaar werd ook verhoogd, maar dit werd niet geaccepteerd. Er kwamen velen protest brieven binnen tegen het verhogen, omdat hierbij de oude grafplaten en de sokkels van de zuilen werden vernietigd. In de Tweede Wereldoorlog is de kerk door vijf luchtaanvallen beschadigd. De kerk kreeg na een aanval ook een nooddak, maar ook die werd kapot gebombardeerd. Er bleef slechts een ruïne over van de kerk, zie afbeelding. Na de oorlog werd de kerk in de categorie “middelzwaar beschadigde kerken” geplaatst. Toen is besloten de kerk te herbouwen in de oorspronkelijke Romaanse stijl. In 1985 werd de Sint Martinuskerk voor het eerst na veertig jaar weer opengesteld voor het publiek. Ruïne van de kerk na WO II.
Romaanse stijl
7
Romaanse kerken zijn het meeste gebouwd in de 11de en de 12de eeuw. Daarna kwam er vooral een gotische stijl. De St.-Martinuskerk hoort hier dus bij, aangezien hij gebouwd is in 1150. De Romaanse stijl is gebaseerd op de Karolingische stijl. De Karolingische stijl probeert de Romeinse architectuur na te doen en haalde daarom kenmerken uit de vroegchristelijke bouwkunst. De vroegchristelijke bouwkunst stamt uit de eerste eeuwen van het christendom. De eerste christenen in het Romeinse rijk hadden plekken nodig om bijeen te komen, want het christendom was niet legaal. De plekken moesten veilig en beschermend zijn. Daarom is weinig aandacht uitgegaan naar kunst. De eerste kerken waren geïnspireerd door de basilica. De Romaanse kerken hebben allemaal een basisvorm, dat is een basilica. Een basilica is een Romeins gebouw, dat werd gebruikt als marktplaats en voor rechtspraak. Het was een grote rechthoekige hal. Aan het eind van de vierde eeuw werd in het Romeinse rijk het christendom toegestaan. De christenen gebruikten toen de vorm van de basilica, maar dan heet het een basiliek. De Romaanse bouwstijl kent een aantal belangrijke kenmerken: 1. Dikke muren met kleine ramen, omdat de muren het gewicht van de hele kerk moeten dragen. Daardoor waren grote ramen niet mogelijk en is het altijd redelijk donker. 2. Ronde vormen. Er zijn vele rondboogvensters en ronde bogen. 3. Donker. Dit komt door de kleine ramen, maar ook omdat het gebaseerd was op de vroegchristelijke bouwkunst. Daar moesten de christenen geïsoleerd zijn van de buitenwereld. Er waren in de Romaanse stijl veel regionale verschillen. Elke regio had weer zijn eigen invloeden. Vooral in Frankrijk waren de verschillen groot. Als we kijken naar de Sint Martinuskerk in Keulen kun je zien dat vele aspecten van de Romaanse Stijl er in terug komen (zie afbeelding). De ronde vormen en bogen zijn goed te zien. Ook zie je voorin de kerk de kleine ramen. Aan de pilaren zie je dat de muren ook zo dik moeten zijn.
Het middenschip van de Grote Sint Martinuskerk in Keulen
We vonden de kerk erg indrukwekkend. De Sint Martinus lijkt heel simpel gebouwd, maar dat is niet zo. Je ziet in het plafond de boden en de kruisbogen. Door de kleine ramen geeft het wel sfeer. Later ging de Romaanse stijl over in de Gotische stijl. De overgang tussen de Romaanse stijl en de Gotische stijl noemt men de Romanogotiek.
8
Romaanse bouwwerken in Nederland In Nederland zijn ook verschillende bouwwerken in de Romaanse stijl, waaronder de volgende bouwwerken: De Sint-Martinuskerk in Wehl (zie afbeelding). De kerk heeft dezelfde naam als de kerk in Keulen. Je kan goed zien dat de kerk kleine ramen heeft. Valkhofkapel in Nijmegen (zie afbeelding). De muren zijn niet de Romaanse stijl. Hier zijn we vorig jaar geweest met de excursie naar Nijmegen. Ook hier zie je de kleine ramen. De Pieterskerk in Utrecht (zie afbeelding). Duidelijk is dat de muren dik zijn. Wel zijn de ramen groot.
Sint Martinuskerk in Wehl.
De Pieterskerk in Utrecht.
Valkhofkapel te Nijmegen
Dagelijks gebruik van de kerk De opbouw van de kerk na de Tweede Wereldoorlog verliep niet snel, omdat de kerk geen parochiegemeenschap meer had. Sinds 2009 is de kerk weer, zoals het eerst was, een kloosterkerk. De Franse Gemeenschap van Jeruzalem stichtte hier een nieuwe orde. Er worden weer diensten en ceremonies gehouden. Ook worden er rondleidingen gegeven.
Na een prima begin van de dag in de Sint Martinuskerk, liepen we nog nadenkend aan het verhaal wat meneer Derksen verteld had, door de binnenstad van Keulen naar het museum.
9
3. Romeinse handel in Keulen Keulen als handelsstad Keulen is en was een goede handelsstad. Dat komt door de zeer geschikte ligging van de stad. Het lag namelijk aan de Rijn, aan de belangrijkste zuid-noord weg langs de Rijn en de belangrijkste oost-west weg die vanuit Keulen naar Boulogne aan de Franse kust liep. De Romeinen vervoerden goederen en brieven over de Rijn met een boot. Het waren grote houten boten waarin een groot De oost-west weg vanuit Keulen naar Boulogne aantal mensen zat die met hele grote roeispanen allemaal tegelijk gingen roeien. Over de weg vervoerden ze goederen of post met houten karren. Die karren hadden een redelijk goede vering vanwege leren banden waar de kar op steunde. Dat was ook wel nodig, want de Romeinen niet echt gladde wegen. De wegen bestonden uit grote stenen. De Romeinen hadden een heel erg groot en goed wegennet. toch duurde het meestal weken totdat de goederen of de post waren aangekomen op de plek waar die moesten zijn. Met die karren vervoerden en verhandelden ze vooral veel aardewerk en glaswerk. Dat aardewerk en glaswerk vind je nu ook nog op heel veel plaatsen terug. Vooral aardewerk, want dat blijft het beste bewaard. Tussen het aardewerk vind je vooral veel dakpannen of potten en vazen. Glas werd vaak omgesmolten of het was al kapot voordat je het had gevonden. De Romeinse dakpannen waren grote vlakke tegels met twee Een gedeelte van het Romeinse wegennet opstaande randen, de tegula.
10
Romeins Köln
Romeinse steden werden vaak gebouwd volgens het castramodel. Het castra-model bestond uit twee elkaar kruisende hoofdstraten, waaraan de andere straten evenwijdig liepen. In het midden was het centrum, oftewel het forum. Hiernaast zie je een plattegrond van het Romeinse Keulen, oftewel C.C.A.A. wat staat voor: Colonia Claudia Ara Agrippinensium. Dat werd kortweg Colonia >> Cologne >> Keulen.
Vervoer De Romeinse boten waren van hout. Daardoor zijn ze niet veel terug gevonden. Het waren hele grote boten waar een heel groot aantal man op kon. Een groot gedeelte van die mannen zaten onderin de boot bij de roeispanen. Die schepen konden alleen stroomafwaarts. Daar werden de schepen afgebroken en ergens anders weer opgebouwd. Romeinse boot
Ook de Romeinse karren waren van hout. Met die karren vervoerden ze vooral goederen en post. De Romeinen hadden een heel erg goed georganiseerd wegennet. Maar toch ging het vervoeren niet snel. De karren waren niet heel erg snel. Ze hadden wel een goede vering nodig. Dat was omdat de Romeinse wegen heel erg hobbelig waren. Die vering bestond uit leren banden die onder de kar door waren gespannen. Als je Romeinse kar in het museum. een bericht vanuit Keulen wilde sturen naar Rome, duurde het weken voordat het daar in Rome was aangekomen. Als je dan ook nog antwoord terug verwachtte duurde dat ook nog eens een aantal weken.
11
Zebrapad
Romeins zebrapad
Hiernaast zie je een Romeinse weg met een zebrapad. Een Romeins zebrapad bestond uit vier grote stenen die boven de weg uitstaken. Dat was omdat je dan droge voeten kon houden als het had geregend en de straat nat was. Als je er met een wagen op af kwam gereden remde je eerst altijd af. Dat was omdat je anders misschien tegen die grote stenen van het zebrapad aanreed. Als dat gebeurde ging je kar kapot en kon je niet meer verder.
Aardewerk en glas Over die rivieren en wegen, in boten en karren, verhandelen de Romeinen vooral aardewerk. In Keulen is heel erg veel van dit aardewerk terug gevonden. Dat komt omdat Keulen aan de Rijn lag en aardewerk werd van dat lei gemaakt. Van de klei maakten ze vooral potten en dakpannen. In die potten stopten ze bijvoorbeeld druiven, kruiden en olie. De Romeinse dakpan zag eruit als een grote vlakke tegel met twee omhoog staande randen. Die randen werden de tegula genoemd. Er zijn ook Aardewerk uit Keulen amforen teruggevonden. Dat zijn kruiken met twee oren die onderaan uitlopen in een punt. Ze werden vooral gebruikt om vloeistoffen in op te slaan en te vervoeren. Maar er werd ook graan in opgeslagen. Amfoor komt van het Griekse wat bestaat it de woorden (aan beide kanten) en (drager) wat terugslaat op de twee handvaten. De Romeinen handelden ook in brons. Dat gebruikten ze vooral veel in beelden. Van die beelden is niet veel teruggevonden. Dat kwam omdat brons vaak werd omgesmolten. Er zijn wel veel marmeren beelden teruggevonden. Dat bleef namelijk beter bewaard en het was duurder omdat het ook van een betere kwaliteit was. Er is ook veel glaswerk teruggevonden in Keulen uit de Romeinse tijd. Glas werd gemaakt van zand en sodablok. En in dat glaswerk bewaarden ze vooral parfum en andere Glaswerk uit Keulen verzorgingsmiddelen. Glaswerk is wel minder teruggevonden dan aardewerk, omdat glas natuurlijk kwetsbaarder is dan aardewerk. Je had gewone hele normale glazen, maar je had ook hele speciale, mooi versierde glazen waarin belangrijkere dingen werden bewaard.
12
4. Mozaïeken Mozaïeken werden in de Romeinse tijd gebruikt als de versiering voor de vloer. Ze werden vooral gebr ikt in l xe villa’s voor rijke mensen. Er zijn 2 grote mozaïeken in het Romisch Germanisches Museum in Keulen. Een mozaïek van Dionysos met zijn gevolg, de ander gaat over de 4 grote filosofen.
Dit is een mozaïek op de vloer van de DOM in Keulen.
13
Technieken en kleuren Vloeren werden in de Romeinse tijd niet beschilderd maar met een mozaïek versierd, zo sleet de vloer minder snel en zag het er ook mooi uit. De mozaïeken werden gemaakt van verschillende materialen. Wit en zwarte kleuren waren van steen, rood was gemaakt van aardewerk en blauw, geel en groen waren gemaakt van glaspasta. Mozaïeken bestaan uit veel rechte hoeken, geometrische figuren en mooie randversieringen, hierdoor word het geheel heel symmetrisch. Er werden ook veel portretten van beroemde mensen en goden erin verwerkt. Er zijn twee manieren om mozaïeken te maken. De eerste manier is om alle steentjes een voor een te leggen op de plaats waar het mozaïek moet komen, dit vergt veel vaardigheid en inspanning. De tweede manier is om op een stuk papier, karton of een sjabloon maken. Vervolgens lijm je dan de steentjes op het sjabloon. Dit werk kan op een andere plek gedaan worden dan op de plaats waar het mozaïek moet komen te liggen. Uiteindelijk, is de sjabloon een spiegelbeeld van het mozaïek. Je plaatst het mozaïek, door met het mozaïek naar boven het sjabloon in het cement te drukken. Op deze manier worden mozaïeken over het algemeen vlakker, dan mozaïeken die direct op de vloer zijn aangebracht. Het gebruik van sjablonen is met name praktisch voor het maken van randversieringen met geometrische patronen. De Romeinse mozaïekleggers pasten ook een combinatie van technieken toe, waarbij de belangrijkste voorstelling ter plaatse werd gelegd, terwijl de omlijsting door middel van sjablonen werden aangebracht.
Een Romeins mozaïek
14
Het filosofen mozaïek Onder het Romisch Germanisches Museum in Keulen is het filosofen mozaïek ontdekt en naar boven gehaald, omdat het mozaïek anders te laag lag. Op het mozaïek zijn 7 filosofen afgebeeld waaronder Plato, Socrates, Diogenes en Aristoteles. De eigenaar van dit mozaïek was erg geïnteresseerd in mozaïeken. Diogenes wou leven als een zwerver, daarom ging hij in een ton wonen. Toen hij Alexander de Grote ontmoette in Korinthe, vroeg Alexander wat hij voor hem kon doen. Diogenes had geantwoord met woorden: ''Ga aan de kant, je staat in mijn zonlicht!''
Socrates
Plato
Aristoteles
Diogenes
15
Het Dionysos mozaïek. Dit mozaïek is gevonden in 1941 op de plek waar hij nu nog steeds ligt. Hij is ongeveer 70 m2. Dit mozaïek is heel erg groot en bevat meer dan 1 miljoen steentjes. Op het mozaïek zie je Dionysos met zijn gevolg afgebeeld. Zijn gevolg bestond uit satyrs en maenaden. Zij houden van dans en muziek. Verder staan op het mozaïek instrumenten, bloemen, fruit en vogels afgebeeld. Hieruit kun je afleiden dat het mozaïek op de vloer van de eetkamer. Het mozaïek werd gelegd rond ongeveer 220 - 230 na Christus.
1 = Vogels 2 = Vogels
1
61
38
104
3 = Eend 4 = Vijgen 5 = Vogels
6 11
2
6 = Appels 7=/
3
12
8 = Bloemen 9 = Kersen 10 = Vogels
4
13
11 = Vogels 12 = Eend
5
7
9
14
13 = Vijgen 14 = Vogels
16
5. Grafstenen Aan de grafstenen van de Romeinen kan vaak al erg veel zien over het leven dat ze hebben geleid. Je kunt eraan zien of ze arm of rijk waren, welk of welke beroepen ze hebben beoefend, of het om een man of een vrouw ging. Aan een grafsteen kon je dus al veel zien over het leven van iemand. Meestal hadden de niet zo rijke burgers een grafsteen gemaakt van hout of ander goedkoop materiaal. Daarop stond dan meestal het beroep dat ze uitoefenden en wat ze in het dagelijkse leven deden. Grafmonument
Een Romeinse grafsteen
Rijke burgers lieten in plaats van een grafsteen een heel grafmonument bouwen. In een grafmonument kon je veel meer laten zien over het leven dat iemand leidde. Ook stond op het grafmonument meestal informatie over de gestorvene. Er stond bijvoorbeeld een opschrift op het grafmonument. In dat opschrift stond de naam van het hoofd van de familie en de familienaam. Er stond dan bijvoorbeeld: L Pablicio. Dat stond dan voor Lucius Pablicio. Zo kon je makkelijk herkennen tot welke familie dit grafmonument behoorde. Een grafmonument zag er meestal zo uit: Onderaan het grafmonument lag de basis. Bovenop de basis lagen de halfzuilen. Tussen de halfzuilen stond de familienaam en de naam van het hoofd van de familie. Tussen de halfzuilen hingen guirlande. Dat waren een soort van versieringen met bladeren en takken. Bovenop de halfzuilen lag weer een basis maar dan met een reliëf met ranken. Dat houdt in dat er plaatjes met diepgang op de basis was gebeeldhouwd. Daar weer op lag een soort van tempel. Die tempel bestond uit zuilen met daarop een basis reliëf met wapens. Daaraan kon je zien dat zijn vroegere beroep waarschijnlijk soldaat is geweest Daar weer bovenop stonden de dak versieringsbeelden. De beelden waren meestal zeegoden. In dit geval leken ze op een soort van zeeslakken. Triton de god van de zee werd gezien als een bemiddelaar voor de mensen die naar de hemel gingen. Het dak bestond uit dakpannen.
Het grafmonument van Poblicius, schematisch.
17
In het midden van de tempel werden beelden neergezet van de familieleden. In het midden staat het hoofd van de familie. De beelden droegen hier een toga. Daaraan kun je opmaken dat het rijke burgers waren. Naast het beeld van het hoofd van de familie zie je de beelden van zijn gezin of andere familieleden. In dit geval werden zijn dochter en zoon afgebeeld. Aan de zijkanten van de tempels werden meestal plaatjes afgebeeld van goden die iets meer over het leven van gestorvene vertellen. Ze konden bijvoorbeeld zijn afgebeeld met plaatjes van Dionysos, de god van de natuur.
Grafheuvel Een grafheuvel heeft meerdere namen, deze zijn tumulus of cairn. Dit is een heuvel uit de oudheid waarin de doden een rustplaats kregen. De heuvels werden opgeworpen over menselijke resten in een grafkist of in een urn. Ook worden vaak de grafheuvels daarna gebruikt voor het begraven van resten van de later overleden mensen. Grafheuvels lijken erg veel op een hunebed en ze lijken ook erg veel op dolmen. Een heuvel van aarde of plaggen die zonder stenen in het hune bed een ruimte vormen. De romeinse benaming van een grafheuvel die opgetrokken werd boven het crematiegraf van een vooraanstaand burger is de naam tumulus. De meervoud van tumulus is tumuli. In de tweede eeuw na Christus werden meer dan 150 tumuli opgericht. Deze waren langs de Romeinse heirbanen in de Civitas Tungrorum. Een cairn is een grafheuvel gemaakt van stenen. Een brandheuvel is opgeworpen op crematieresten. Men denkt en is ervan overtuigd dat grafheuvels werden gebruikt als begraafplaats. Dit komt doordat er menselijke resten zijn gevonden. Soms werden er vaker mensen in dezelfde grafheuvel begraven. En ook zijn er grafheuvels die in verschillende tijden zijn gebruikt en die ook in verschillende tijden zijn aangepast. Men vermoedt dat grafheuvels, behalve om de doden een laatste rustplaats te geven, ook gebouwd zijn en ook gebruikt werden voor verering aan de doden. De oudste grafheuvels in Nederland zijn ongeveer 5000 jaar geleden aangelegd bij Apeldoorn. Grafheuvels staan geregistreerd op de lijst van archeologische monumenten en ze genieten bescherming volgens de monumentenwet. Om de wetenschappelijke Een grafheuvel en landschappelijke waarde ervan te bewaren worden de overblijfselen geconsolideerd door het verwijderen van begroeiing en het herstellen van beschadigingen. In bepaalde gevallen worden uit toeristische en educatieve overwegingen de heuvels die verdwenen zijn maar waarvan de gegevens nog wel bekend zijn geheel gereconstrueerd. Er is veel archeologisch onderzoek gedaan naar grafheuvels. Er zijn veel professoren en een hiervan is professor Albert van Giffen en hij bedacht hiervoor de kwadrantenmethode. De eerste schatgraver met wetenschappelijke belangstelling was dominee Johan Picardt. Hij deed al in de zeventiende eeuw onderzoek naar grafheuvels en andere grafvormen zoals hunebedden.
18
6. Het grafmonument van Poblicius Wat staat er allemaal op het grafmonument? Zo als je op de afbeelding hier rechts kan zien bestaat het grafmonument van Poblicius uit verschillende lagen. Onderaan zie je de basis met de halfzuilen. Hier staat ook een inschrift (zie de afbeelding onderaan deze bladzijde.) Er staat op: Voor Lucius Poblicius, zoon van Lucius, uit het district Teretina. Veteraan van het 5e legioen Alauda en volgens zijn testament opgericht, en voor zijn dochter Paulla en voor de nog levende Modeste en Lucius Poblicius. Dit grafmonument zal de erfgenaam niet ten deel vallen. Daarboven zitten guirlandes. Dat zijn een soort slingers van bladeren. Op de halfzuilen staat het basis reliëf met ranken. Daarop staan enkele zuilen. Tussen de zuilen staan drie beelden. Het middelste beeld is van Lucius Poblicius. Dit grafmonument is voor hem gemaakt. Hij draagt een tunica met daaroverheen een toga. Op het inschrift staat dat hij vroeger soldaat is geweest. Rechts van hem staat zijn zoon, alleen zijn bovendeel is bewaard gebleven. Links van Het grafmonument in het museum in Keulen hem staat waarschijnlijk zijn vrouw, van haar is alleen haar onderdeel bewaard gebleven. Boven de zuilen staat een reliëf met wapens en daarboven is het dak, bestaande uit dakpannen. Op het dak staan enkele dakversieringsbeelden. Ze stellen zeegoden voor: Tritones. Dat kun je zien omdat ze het onderlijf hebben van een zeemeermin. Triton staat afgebeeld op dit grafmonument omdat hij als bemiddelaar gold voor mensen die op weg zijn naar het hiernamaals.
Inschrift van het grafmonument van Poblicius. 19
Op de zijkant van het monument staan twee afbeeldingen. De afbeelding op de rechterkant stellen de god van de wijn Dionysos en de bosgod Pan voor. Pan is half mens, half bok. Hij heeft een dode haas in zijn hand. Dionysos is de kop boven aan de afbeelding. Ook zie je een wijnrank op de afbeelding. Op de afbeelding van de linkerkant van het grafmonument staat ook een afbeelding van Pan. Hij heeft een panfluit in zijn handen. Op deze afbeelding staat ook een wijnrank. Dionysos en Pan staan symbool voor vruchtbaarheid en wedergeboorte.
Afbeelding op de rechterkant van het grafmonument van Poblicius
Afbeelding op de linkerkant van het grafmonument van Poblicius
20
Waarom en wanneer is het grafmonument van Poblicius gemaakt? In de Romeinse tijd was een begrafenis en crematie heel gewoon. De Romeinen verbrandden vaak de lichamen van de gestorvenen. De asresten verzamelden ze in urnen. Later legden ze het lichaam of de as van de dode in een grafkist van hout, steen of marmer. In het graf van de dode werden vaak geschenken of voorwerpen die aan de dode deden denken gestopt. Vaak kun je aan die geschenken zien of de overledene een man, vrouw of kind was, en of de dode rijk of arm was. Ook stond er af en toe een naam of afbeelding van een god/godin op een grafsteen. Als er bijvoorbeeld de naam van Mercurius (Hermes) op een grafsteen stond, kon je zien dat de overledene een koopman of handelaar was geweest. Sommige rijke Romeinen lieten hele bouwwerken als grafmonument oprichten zoals het grafmonument van Poblicius.
Romeinse grafsteen
Het grafmonument van Poblicius en zijn familie is in 30-40 na Christus gebouwd. Het is gebouwd als herinnering aan Poblicius en zijn familie. Op het grafmonument staat dat Poblicius in het leger zat. Waarschijnlijk had hij een hoge functie in het leger aangezien hij zo’n groot grafmon ment kon laten maken. Poblici s zal bij een legioen hebben gezeten dat naar het noorden richting de Rijn gebieden veroverde. Na zijn tijd bij het leger zou hij wel een mooie vrouw uit C.C.A.A (Keulen) aan de haak hebben geslagen, aangezien hij in C.C.A.A is blijven wonen en hier zijn grafmonument liet maken. Het grafmonument is gemaakt van Kalksteen. Door de fijne korreligheid van kalksteen is het gemakkelijk om hier teksten en afbeeldingen uit te hakken, zoals bij dit grafmonument.
Het bovenste gedeelte van het grafmonument
21
Hoe is het in het Grafmonument van Poblicius in het museum gekomen? Het grafmonument van Lucius Poblicius en zijn familie, is gebouwd werd in de jaren 30 à 40 na Christus uit kalksteen. Tijdens het uitgraven van een kelder in een lingeriezaak in de binnenstad van Keulen werd er een deel van dit reusachtige grafmonument gevonden (ongeveer 15 meter hoog). De zoon van de eigenaar van de lingeriezaak is toen het grafmonument gaan uitgraven zonder de hulp in te schakelen van archeologen. Met gevaar voor eigen leven! Hij is zelfs 20 meter diep gegaan terwijl er een groot gevaar was voor instorting. Later werd pas bekend dat dit grafmonument was gevonden. Het grafmonument werd toen afgebroken en in stukken verdeeld en daarna opgesteld bij het trappenhuis in het Römisch-Germanisch Museum in Keulen. Om het enorme grafmonument in het museum te plaatsen moest een deel van het dak van het museum verhoogd worden.
22
7. De Dom van Keulen De Dom van Keulen is gebouwd in 1248 en is voltooid in 1880. Dom staat voor ‘deo optimo maximo’, wat betekent: voor god, de beste en de grootste. Op de plaats waar nu de Dom staat, stond heel vroeger een tempel van Mercurius, de god van de dieven, handelaars en boodschapper van de goden. Godsdienst Christen zijn was verboden in de Romeinse tijd, want ze erkenden niet de Romeinse goden en ze geloofden maar in één god. De Romeinen raakten De Dom vanaf de voorkant geïnteresseerd in de Christelijke opvattingen, omdat de Christenen niet bang waren als ze voor de leeuwen werden gegooid. De Christenen dachten namelijk dat ze stierven voor god en dat als ze goed hadden geleefd ze in de hemel zouden komen. In de tweede en derde eeuw na Christus was er geen groei meer in het Romeinse rijk. Er heerste armoede en werkloosheid. Meer mensen werden Christen, omdat Christus je zou verlossen als je goed leefde, en dan kwam je in de hemel. In 313 na Christus erkende de Romeinse keizer Constantijn het Christendom. Eerder zag hij tijdens een veldslag een kr is in de l cht en een stem zei: ‘in hoc sigmo’, wat betekent: in dit teken z l je overwinnen. Hij schilderde op al zijn schilden een kruis en won de strijd. Zijn opvolger, Theodosius, maakte van het Christendom de
‘In hoc sigmo’
staatsgodsdienst. Het gebouw De Dom is gebouwd in de Gotische stijl waarbij gebruik is gemaakt van het verticalisme; je blik wordt naar boven gericht doordat de zuilen bovenin samenkomen en het licht van boven uit de ramen komt. De kerk is stabiel dankzij steunberen aan de buitenkant van de muren. Dit is het grootste verschil met Romaanse kerken, want die zijn stabiel door de dikke muren. De Dom bestaat uit een middenschip met zijbeuken (het trancept) waardoor de kerk een kruisvorm heeft. ^boven: kruisvorm van de Dom >links: gebruik van bogen en verticalisme 23
De gouden Driekoningenschrijn In de Dom staat een gouden kist, gemaakt door Nikolaas uit Verdun. De kist is 220 cm bij 110 cm bij 153 cm, waardoor het de grootste middeleeuwse reliekschrijn is. Er zijn meer dan 1000 edelstenen en parels gebruikt als versiering van de kist. Aan de voorzijde zijn de drie heiligen en de doop van Jezus afgebeeld. Aan de achterzijde wordt de gijzeling en kruisdood van Jezus afgebeeld. In de kist liggen de relikwieën (botten) van de drie koningen; Balthasar, De Driekoningenschrijn in Keulen Melchior en Caspar. Deze relikwieën verbleven tot 1164 in Milaan. Daarna werden ze in opdracht van keizer Barbarossa naar Keulen gebracht als oorlogsbuit. De drie koningen volgden een ster die aan de hemel stond en zo kwamen ze uit bij Jezus. Zij gaven Jezus goud, wierook en mirre.
De Dom van binnen Binnenin de Dom hangt veel kunst en er zijn prachtige glas-inloodramen te zien. We kunnen natuurlijk niet over alles wat vertellen dus we hebben een paar aspecten uitgekozen. Het glasin-loodraam op het plaatje rechts vonden wij het mooist en daarom gaan we hier wat over vertellen. Eerder zat hier een ander glas-in-loodraam in, maar dit is tijdens de Tweede Wereldoorlog gesneuveld. Sindsdien zat er blank glas in. De kunstenaar Gerard Richter heeft een nieuw raam ontworpen om het blanke glas te vervangen.
Glas in lood in de Dom
Het Drieluik in de Dom in Keulen
Het drieluik van Stefan Lochner is één van de bekendste schilderijen die zich in de Dom van Keulen bevindt. Het is geschilderd rond 1440. Op het middelste paneel staan de drie koningen afgebeeld die Jezus geschenken kwamen brengen. Op de zijpanelen de stadspatronen Ursula en Gereon.
24
De bouwgeschiedenis Op de plek waar nu de Dom staat hebben nog vele andere kerken gestaan na de tempel van Mercurius. In 1164 werden de relikwieën van de drie heiligen naar Keulen gebracht en besloot men om de Dom die er toen stond, te vervangen voor een nieuwe Dom in de Franse gotische stijl. Op 15 augustus in 1248 startte de bouw. Eerst begon men te bouwen aan het oostelijke deel. Toen dit klaar was werd er een dwarsschip gebouwd en twee westelijke torens. De bouw stopte in 1528 wegens geldgebrek. Na 1801 wilden steeds meer mensen dat de Dom voltooid werd. Ook werden in 1814 en 1816 originele bouwplannen van de Dom uit begin veertiende eeuw
Totaal shot van de Dom
teruggevonden. Zo is men in De Dom van binnen 1842 verder gegaan met bouwen. Het geld hiervoor kwam van Pruisen en van de Centrale Dombouw Stichting. De bouw ging verder volgens de originele bouwplannen. Dit ging door tot 1880, in dit jaar waren de twee hoogste toren eindelijk af en was de bouw klaar. Er werd een groot nationaal feest gevierd. De Dom was tot 1884 het hoogste gebouw van de wereld. In de tweede wereldoorlog is de dom beschadigt door luchtbommen. De schade was niet zeer ernstig. En na een lange tijd van restauraties was de Dom in 1956 weer hersteld. Slechts enkele beschadigingen van de oorlog zijn nog zichtbaar. Zelfs nu word er nog aan de Dom gerestaureerd. Al het werk en al de restauraties aan de Dom kosten per jaar gemiddeld 14 miljoen euro.
“Wa w wat een stad” Kelt Garritsen 3VI
“Geweldige ervaring” Joep Volman 3VI
25