Inleiding. Het jeugdbestuur

Inleiding Als eerste is er door het voetbalbestuur een visie ontwikkeld die globaal de richting aangeeft waarin we denken en hoe het er allemaal uit moet gaan zien, ons jongerenopleidingsplan. Hieraan zijn een aantal gouden regels gehangen die absoluut nodig zijn om dit plan te laten slagen. Hierbij is er geopteerd voor de keuze om alle organisatorische en voetbaltechnische zaken apart vast te leggen. In dit eerste deel wordt het organisatorische beleid van onze jeugdopleiding beschreven. Deze zaken zijn gericht naar alle mensen die onze jeugd een warm hart toedragen. Daarom is de organisatie van S.K. Berkenrode een onderdeel van dit plan en zijn de doelstellingen en taken per functie helder omschreven. Hierdoor weet ieder wat er van hem of haar verwacht wordt en kunnen vragen over een specifiek onderwerp snel beantwoord worden. Aangezien het belangrijk is dat we de vooropgestelde visie volgen, worden enkele korte- en langetermijndoelstellingen opgesomd die onze club met de jeugdafdeling in de periode 20092014 wil bereiken. Om het plan te laten slagen is discipline van groot belang. Om deze reden zijn er naast het huishoudelijke reglement ook regels en richtlijnen voor trainers, begeleiders en spelers opgesteld. Als laatste worden er verschillende communicatie- en omgangsvormen met mensen en in bepaalde situaties beschreven aangezien het niet altijd evident is hoe we op een correcte manier met iedereen kunnen omgaan. Dit document kan worden gezien als een soort meerjarenbeleidsplan waarin langdurige afspraken zijn vastgelegd. Er is gekozen voor deze aanpak omdat de jeugdopleiding een zeer complex proces is. Door niet alles in één allesomvattend plan te stoppen blijft het overzichtelijk en beheersbaar. Vanuit een managementperspectief zitten er ook twee lagen in de jeugdopleiding: de uitvoering en de planning. De uitvoerende mensen (trainer/coach) zijn meestal bezig met één groep en één seizoen tegelijk. De omgang met spelers, ouders en tegenstanders, gecombineerd met het geven van training of coachen vraagt veel aandacht en is complex genoeg. Het overzicht tussen alle groepen ligt meestal buiten het gezichtsveld van de trainer/coach en is een taak van de jeugdcoördinator en het bestuur. Dit jeugdopleidingsplan kan daarom worden gezien als het beleidsdocument waarin de grote lijn van de opleiding wordt geschetst en welke zal gaan leiden tot de operationele plannen en informatie voor de uitvoerende trainers en coachen (zie verder structuur en doelstellingen jeugdopleidingsplan).

Het jeugdbestuur

Inhoudsopgave Inleiding............................................................................................................................................................. 2 Inhoudsopgave .................................................................................................................................................. 3 1 S.K. Berkenrode op structureel vlak ....................................................................................................... 4 1.1 Voorstelling ...................................................................................................................................... 4 1.2 Organisatie voetbalbestuur................................................................................................................ 5 1.3 Organogram jeugdraad ..................................................................................................................... 6 1.3.1 Taken jeugdverantwoordelijke ..................................................................................................... 6 1.3.2 Taken jeugdsportcoördinator ........................................................................................................ 7 1.3.3 Taken pupillenverantwoordelijke ................................................................................................. 7 1.3.4 Taken jeugdtrainer ....................................................................................................................... 8 1.3.5 Taken jeugdbegeleider ................................................................................................................. 8 2 Structuur en doelstellingen van het opleidingsplan ................................................................................ 9 2.1 Structuur jeugdopleidingsplan .......................................................................................................... 9 2.2 Missie/visie Berkenrode voetbal – jeugdafdeling ............................................................................ 12 2.3 Strategische doelstellingen.............................................................................................................. 13 2.3.1 Kortetermijndoelstellingen ......................................................................................................... 13 2.3.2 Lange termijndoelstellingen ....................................................................................................... 14 3 Afspraken en gedragsregels bij S.K. Berkenrode ................................................................................. 15 3.1 Belangrijkste algemene huisregels .................................................................................................. 15 3.2 Huisregels trainers/begeleiders ....................................................................................................... 16 3.3 Huisregels spelers ........................................................................................................................... 16 3.3.1 Omgangsvormen ........................................................................................................................ 16 3.3.2 Aanwezigheid ............................................................................................................................ 17 3.3.3 Voorbereiding seizoen en vakanties ........................................................................................... 17 3.3.4 Eigen verantwoordelijkheid ....................................................................................................... 17 3.3.5 Netheid en hygiëne .................................................................................................................... 18 3.3.6 Overige afspraken ...................................................................................................................... 18 3.3.7 Strikt verboden .......................................................................................................................... 19 3.3.8 Kleding ...................................................................................................................................... 19 3.3.9 Studie ........................................................................................................................................ 19 3.4 Wat verwachten wij van de ouders? ................................................................................................ 20 4 Communicatie ........................................................................................................................................ 21 4.1 De relatie met en invloed van ouders .............................................................................................. 22 4.2 Overleg tussen trainers onderling .................................................................................................... 23 4.3 Communicatie met je spelers .......................................................................................................... 24 4.4 Omgaan met moeilijke jongeren ..................................................................................................... 24 4.4.1 Enkele types .............................................................................................................................. 26 4.4.2 Hoe gaan wij met deze jongeren om? ......................................................................................... 26 4.4.3 Geweld en pesten ....................................................................................................................... 27 4.5 Behandelen van blessures ............................................................................................................... 28 4.5.1. De ICE-regel ........................................................................................................................ 28 4.5.2. Tips: ...................................................................................................................................... 29 4.5.3. Kort overzicht EHBO ............................................................................................................ 30 5 Stappenplan teambegeleider/coach (voorbeeld) ................................................................................... 31 5.1 Voor de wedstrijd ........................................................................................................................... 31 5.2 Tijdens de wedstrijd ....................................................................................................................... 32 5.3 Tijdens de rust ................................................................................................................................ 32 5.4 Na de wedstrijd .............................................................................................................................. 32 6 Bijlagen .................................................................................................................................................. 33 6.1 Intern reglement afdeling voetbal S.K. Berkenrode ......................................................................... 33 6.2 Organogram VZW-bestuur S.K. Berkenrode seizoen 2010-2011 .................................................... 37 6.3 Organogram voetbalbestuur S.K. Berkenrode seizoen 2010-2011 ................................................... 38 6.4 Organogram jeugdraad S.K. Berkenrode seizoen 2010-2011 .......................................................... 39 6.5 Het wedstrijdblad ........................................................................................................................... 40 6.6 Wedstrijdkenmerken ....................................................................................................................... 45

Jeugdopleidingsplan S.K. Berkenrode 2010-2011

structuur Berkenrode

1 S.K. Berkenrode op structureel vlak 1.1 Voorstelling S.K. Berkenrode vzw is een omnisportclub waarbij men verschillende sporten, al dan niet op recreatief niveau, kan beoefenen. Hoewel voetbal sinds de opstart steeds de hoofdcomponent heeft gevormd, besteedt de club veel aandacht aan het opvolgen van de andere sporttakken. Bij aanvang van seizoen 2010-2011 biedt S.K. Berkenrode volgende sportmogelijkheden aan: voetbal, zaalvoetbal, korfbal, tafeltennis, recreatieve petanque, kaarten en recreatief fietsen. S.K. Berkenrode afdeling Voetbal maakt deel uit van S.K. Berkenrode vzw (ondernemingsnummer 435.938.190). S.K. Berkenrode is aangesloten bij de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond (KVV) onder het BLOSO-nummer 1082. Het organogram van het VZW-bestuur gedurende seizoen 2010-2011 kan men terugvinden in bijlage 2. In het begin van seizoen 2010-2011 telt de club circa 420 leden. Hiervan zijn er 250 actief in de voetbalafdeling. Het aantal jeugdleden bedraagt gemiddeld ongeveer 100. Naargelang de leeftijd (tussen 6 en 18 jaar) wordt de jeugd onderverdeeld in 6 categorieën: pupillen, mini-miniemen, miniemen, cadetten, scholieren en junioren. Het voetbalbestuur coördineert het praktische en sportieve beleid van de verschillende onderafdelingen. Deze omvatten het senioren-, jeugd-, dames- en zaalvoetbal.

4



1.2 Organisatie voetbalbestuur In aanvang van seizoen 2010-2011 bestaat het voetbalbestuur uit 9 vrijwilligers, verdeeld over de volgende functies: 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9)

Voorzitter Secretaris Feestcomité Verantwoordelijke seniorenvoetbal (afgevaardigde seniorenraad) Verantwoordelijke veteranenvoetbal Verantwoordelijke jeugdvoetbal (afgevaardigde jeugdraad) Verantwoordelijke pupillen Verantwoordelijke damesvoetbal Verantwoordelijke zaalvoetbal

Secretaris

Feestcomité

Verantwoordelijke

Verantwoordelijke

Verantwoordelijke

Verantwoordelijke

senioren

jeugd

zaal

dames

Verantwoordelijke

Verantwoordelijke

veteranen

pupillen

Binnen dit opleidingsplan gaan we hier niet dieper op in en beperken ons tot het jeugdvoetbal. Verdere uitleg over de organisatie van het voetbalbestuur kan men terugvinden in het interne reglement van de afdeling Voetbal (cfr. Bijlage 1, alinea 2). Het volledige organogram van het voetbalbestuur kan men terugvinden in bijlage 3. Binnen het VZW-bestuur wordt de voetbalafdeling afgevaardigd door de voorzitter van het voetbalbestuur.

5



1.3 Organogram jeugdraad De jeugdraad behartigt de praktische en sportieve organisatie van de jeugdwedstrijden. Het duidt tevens afgevaardigden aan die de afdeling vertegenwoordigen in het voetbalbestuur. Gedurende seizoen 2010-2011 zijn dit de jeugd- en pupillenverantwoordelijke. De jeugdraad bestaat gedurende seizoen 2010-2011 gemiddeld uit 25 interne vrijwilligers en 1 deeltijds betaalde externe. Ze worden verdeeld over de volgende functies: 1) Jeugdverantwoordelijke 2) (Externe) jeugdsportcoördinator 3) Pupillenverantwoordelijke 4) Trainers pupillen, mini-miniemen, miniemen, cadetten, scholieren, junioren, keepers 5) Begeleiders pupillen, mini-miniemen, miniemen, cadetten, scholieren, junioren Het volledige organogram van het jeugdvoetbalbestuur kan men terugvinden in bijlage 4. In de praktijk onderscheiden we 3 vormen van overlegmomenten:  Onder leiding van de jeugdverantwoordelijke komen de ploegbegeleiders (minstens één afgevaardigde van elke jeugdcategorie), jeugdsportcoördinator en pupillen-verantwoordelijke op vooraf bepaalde tijdstippen bij elkaar op een formeel overlegmoment. Het is de bedoeling dat er interactie is tussen de aanwezigen zodat alle agendapunten (o.a. spelers- en ploegproblematieken, wijzigingen reglementen, fair play, communicatie met KVV, beslissingen vanuit voetbalbestuur,…) worden behandeld en afgesloten nadat iedereen zijn gedacht heeft kunnen zeggen. De trainers zijn niet verplicht om hier aanwezig te zijn, maar aanwezigheid geeft een grotere betrokkenheid aan.  Op de trainersbijeenkomsten (o.l.v. de jeugdsportcoördinator) worden de trainers wel verwacht. Alle problemen, verzuchtingen, organisatie, communicatie,… gerelateerd aan training en coaching worden hier besproken. Aangezien interactie hier centraal staat wordt er op geregelde tijdstippen een praktijksessie op het veld ingelast.  Daarnaast zijn er de informelere bijeenkomsten o.l.v. de jeugdsportcoördinator, jeugdof pupillenverantwoordelijke. Deze kunnen bijvoorbeeld plaatsvinden na een wedstrijd, training,… Zaken die een acute aanpak vergen kunnen hier worden gemeld. Dit kunnen gedragsproblemen zijn of opmerkingen die constructief zijn voor een betere communicatie en samenwerking.

1.3.1

Taken jeugdverantwoordelijke

Draagt zorg voor de organisatie van de maandelijkse vergadering met de andere leden van het jeugdbestuur. Heeft de eindverantwoordelijkheid voor de verslaggeving van het overleg. Draagt zorg voor de ontwikkeling van het jeugdbeleid. Draagt zorg voor een juiste taakverdeling binnen het jeugdbestuur. Is ondersteunend naar de leden van de jeugdraad. Heeft regelmatig contact met de andere verantwoordelijken binnen de jeugdraad. 6



Draagt maandelijks verantwoording af binnen het voetbalbestuur. Geeft alle informatie van het algemeen voetbalbestuur door aan het jeugdbestuur. Maakt in samenwerking met het jeugdbestuur een jaarplan. Voert kwaliteitscontrole uit over alle binnen de jeugdafdeling te verrichten werkzaamheden. Treedt op als aanspreekpunt voor alle andere afdelingen binnen de club met betrekking tot administratieve/organisatorische zaken. Draagt zorg voor contacten met andere verenigingen en het KVV. Onderhoudt contact met ouders van spelers indien dat bij problemen vereist is. Onderhandelt op advies van de jeugdsportcoördinator met het voetbalbestuur om sportmateriaal aan te werven of te vervangen.

1.3.2

Taken jeugdsportcoördinator

Werkt een beleid uit om de kwalificatie en de kwantiteit van de jeugdsportbegeleiders te verhogen. Werkt een beleid uit gericht op maximalisering van fair play onder de jeugdleden en – medewerkers. Werkt een beleid uit om de transparantie van het jeugdbestuur te optimaliseren. Zorgt ervoor dat de mogelijkheid om te communiceren tussen sportbegeleiders, ouders en het jeugdbestuur niet wordt gehinderd. Reikt oefenstof aan de trainers van alle jeugdreeksen. Hij/zij ondersteunt en stuurt trainers tijdens trainingen bij. Bouwt een band op met jeugdspelers, trainers/begeleiders, jeugdbestuur en ouders om het jeugdbeleid uit te dragen en te kunnen verantwoorden. Heeft zijn/haar werkzaamheden vanaf de pupillen tot en met de junioren. Heeft de eindverantwoordelijkheid bij het ontwikkelen en bijsturen van dit jeugdopleidingsplan. Ontwikkelt in overleg met jeugdraad nieuwe ideeën om doelstellingen te kunnen actualiseren. Bewaakt en doet voorstellen ten aanzien van het sporttechnische beleid. Dit omvat de bewaking en opvolging van sporttechnische methodieken. Schept voorwaarden om naast plezier en ontspanning prestaties op het veld te kunnen leveren. Is samen met de verantwoordelijke van de senioren en de trainer/begeleider van junioren verantwoordelijk voor een goede doorstroom van spelers van de junioren naar de senioren. Draagt zorg voor het bijhouden van een “speler volgsysteem”. Draagt zorg voor het bijhouden van een “trainer volgsysteem”. Volgt het beleid op het gebied van sportmateriaal en onderhandelt op gepaste tijdstippen hiervoor met de jeugdverantwoordelijke.

1.3.3

Taken pupillenverantwoordelijke

Aanspreekpunt voor trainers/coachen, spelers en ouders van pupillen. Hij/zij kan mensen met de vraag betreffende een persoon doorsturen of het probleem zelf oplossen. Heeft regelmatig overleg met begeleiders en trainers van de betreffende jeugdreeks. Doet voorstellen betreffende trainers/begeleiders van de betreffende categorie. Is ondersteunend naar de andere coördinatoren en brengt knelpunten en verbeteringen aan het licht op sporttechnisch vlak.

7



Draagt beleid verder uit naar begeleiders van de pupillen. Neemt maandelijks deel in het voetbalbestuur.

1.3.4

Taken jeugdtrainer

Draagt mee zorg voor de pedagogische kant van het voetbalgebeuren (o.a. taalgebruik, geen sierraden tijdens trainingen, dragen van scheenbeschermers tijdens trainingen ter preventie van blessures,…). Geeft naar eigen invulling training aan de spelers op de daarvoor voorziene trainingsdagen (maar wel binnen de richtlijnen van dit jeugdopleidingsplan). Draagt zorg voor het beschikbare materiaal tijdens trainingen. Draagt zorg voor het achterlaten van een schone kleedkamer na een training. Dwingt discipline, respect en ontzag af van de spelers terwijl de nadruk blijft liggen op plezier, ontspanning en fair play. Aanleren, onderhouden en verbeteren van voetbaltechnische, fysieke, mentale vaardigheden en voetbaltactische inzichten. Voorbereiden en evalueren van trainingen (liefst op papier). Heeft gesprekken met andere trainers en de jeugdsportcoördinator over de ontwikkeling van spelers en adviseren met betrekking tot het doorschuiven van spelers. Is aanwezig op de georganiseerde trainersbijeenkomsten. Heeft gesprekken met ouders om aan te geven waar S.K. Berkenrode mee bezig is en welke visie er wordt gevolgd. Motiveert zichzelf om permanent bij te leren door op jaarbasis zich bij te scholen of advies in te winnen.

1.3.5

Taken jeugdbegeleider

Begeleidt de ploeg bij wedstrijden en tornooien. Bevordert het speelplezier en de samenhang binnen de eigen ploeg. Zorgt ervoor dat er voldoende spelers en transportmiddelen aanwezig zijn. Aanspreekpunt voor trainers, spelers en ouders van zijn/haar team. Naargelang de aard van het probleem kan hij/zij het probleem doorverwijzen of zelf oplossen. Zorgt voor een goede communicatie met ouders en spelers betreffende de programmatie van wedstrijden. Is gastheer/gastvrouw voor de trainers/begeleiders van de bezoekende verenigingen. Maakt duidelijke ploegregels en –afspraken met de spelers van zijn/haar team. Ondersteunt bij de organisatie van nevenactiviteiten en moedigt de spelers aan om hieraan deel te nemen. Zetelt in de jeugdraad en werkt daar actief mee. Uitgebreidere en specifiekere taken van de ploegbegeleider voor, tijdens en na een wedstrijd worden later in dit opleidingsplan verder behandeld.

8


doelstelling & structuur jeugdopleiding

2 Structuur en doelstellingen van het opleidingsplan 2.1 Structuur jeugdopleidingsplan Zoals uit de inleiding is gebleken bestaat het jeugdopleidingsplan van S.K. Berkenrode uit 3 delen: 1) Het organisatorische beleidsplan 2) Het voetbaltechnische beleidsplan 3) Het operationele jaarplan De voornaamste reden hiervoor is dat men steeds het geheel kan bekijken op een overzichtelijke manier en dat het plan ook beheersbaar blijft. De permanente evaluering die de plannen op geregelde tijdstippen zullen ondergaan kunnen hierdoor gemakkelijker worden uitgevoerd. Via de inhoudstafels en de thema‟s vindt men tevens ook alles gemakkelijk terug. Belangrijk is dat dit opleidingsplan geen vrijblijvende afspraak is. Iedereen die op welke wijze dan ook een taak uitvoert binnen de jeugdafdeling voetbal, zal zich bewust moeten zijn van zijn/haar rol binnen de opleidingsstructuur en zich moeten houden aan het afgesproken jeugdopleidingsplan. Het organisatorische beleidsplan Dit document is vooral bedoeld om eenduidigheid te creëren voor iedereen. Alle jeugdmedewerkers hebben baat bij deze informatie. Het is voornamelijk de bedoeling dat de trainers en coachen grotendeels moeten begrijpen hoe het opleidingsplan eruitziet om de concretere informatie in de operationele jaarplannen in een groter geheel te kunnen kaderen. Eerst wordt de structuur van S.K. Berkenrode overzichtelijk voorgesteld via organogrammen. Men vindt hierbij de taken per functie terug zodat er geen verwarring mogelijk is bij de verschillende verantwoordelijkheden. Aangezien men de jeugd ondersteunt binnen de visie van Berkenrode is het ook aangewezen dat men de clubvisie en de opleidingsvisie en –doelstellingen kent. Aangezien er binnen een clubwerking vooral met mensen wordt gewerkt, is het van essentieel belang dat er duidelijke afspraken worden gemaakt. Aansluitend volgt hierbij een paragraaf over verschillende soorten omgangsvormen en hoe men kan reageren op enkele voorkomende situaties. Als laatste wordt er een overzicht gegeven van het takenpakket van een coach voor, tijdens en na de wedstrijd en kan als een soort checklist beschouwd worden. Het organisatorische beleidsplan moet men dus vooral bekijken als meerjarenplan waarbij kernwaarden en langdurende afspraken in onze jeugdopleiding zijn vastgelegd. Het voetbaltechnische beleidsplan Het voetbaltechnisch beleidsplan behandelt voornamelijk de wat en hoe-vraag van de opleiding. Wat moeten we behandelen en hoe gaan we dit doen? Een logische reden voor deze aanpak is dat alle facetten van de opleiding in een logische samenhang behandeld moeten worden. Samenhang tussen diverse leeftijdsgroepen, oefenstof en tussen diverse trainers en coachen. Op een hoger abstractieniveau wordt er onder andere vastgelegd wat er in welke leeftijdscategorie aan bod moet komen. Dit is de rode draad van de opleiding.

9



Tevens wordt er een kader geschetst om het proces weer te geven hoe men komt tot de gewenste eindresultaten. Dit is echter geen standaardoperatie aangezien een voetbalopleiding een enorm complex proces is. De kinderen zelf hebben immers allen een eigen persoonlijkheid en maken elk een eigen ontwikkeling mee. Er zijn meerdere opleiders die een invloed hebben op deze ontwikkelingen. Tevens is individuele aandacht niet altijd mogelijk. Wanneer we hier ook nog bedenken dat deze leeromgeving gerund wordt door vrijwilligers kunnen we stellen dat een jeugdopleiding een zeer ingewikkeld, maar interessant proces is. De rode draad van het jeugdopleidingsplan spitst zich vooral toe in vier hoofdcomponenten: 1) mentaal 2) fysiek 3) tactiek 4) techniek Elk van deze hoofdcomponenten komt uitvoerig terug in verschillende onderwerpen besproken per leeftijdsgroep. Uiteindelijk mondt dit uit in zogenaamde einddoelstellingen van elke leeftijdscategorie. Volgende figuur geeft een overzicht waar de nadruk per leeftijdscategorie moet liggen en is daardoor een visuele voorstelling van de rode draad van het voetbaltechnisch beleidsplan.

Jeugdopleidingsplan Berkenrode 2010-2011 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

% Mentaal

Fysiek

Tactiek

Techniek

De verdeling van de voetbalonderdelen moet je niet te zwart-wit zien. Ze geven wel een indicatie waar de aandacht moet liggen per leeftijdscategorie, zowel qua training als bij wedstrijden en coaching. Voor de pupillen is verreweg de meeste aandacht gericht op leren van techniek en coördinatie van het lichaam. Zo leren ze hun eigen lichaam kennen en leren ze met een bal omgaan. Na het oefenen van de psychomotoriek in de eerste fase, moet men het aangeleerde balgevoel verder ontwikkelen door onder andere de aangeleerde 10



vaardigheden in combinatievormen uit te voeren. De meeste leerdoelen voor de pupillen zijn dan ook gericht op het voetbalonderdeel techniek. Voor de mini-miniemen blijft het accent nog steeds op het ontwikkelen van de individuele techhnische vaardigheden en het verbeteren van de gehele lichaamscoördinatie. Daarbij dient men in deze leeftijdsgroep aandacht te schenken aan de fysieke mogelijkheden van een speler om bijvoorbeeld door gebruik van het lichaam de bal af te schermen. De meeste leerdoelen voor de mini-miniemen zijn dan ook gericht op het voetbalonderdeel techniek. Bij de miniemen wordt de aandacht gericht op het leren van voetbalinzicht en het herkennen van spelbedoelingen. Ze moeten voornamelijk inzicht krijgen in de bedoeling van de drie teamfuncties (verdedigen, opbouwen en aanvallen). Voor het eerst komen de spelers op een groot veld en komen ze tot een leeftijd waarin ze meer samen doen. Concreter betekent dit vooral dat er aandacht moet zijn voor veldbezetting en organisatie op het veld, onderlinge afstanden, kwaliteit van het positiespel (met en zonder bal) en gebruik van het dieptespel. Het is dan ook logisch dat een aantal leerdoelen voor de miniemen naast techniek gericht zijn op het voetbalonderdeel tactiek. Men spreekt hierbij wel eens van de gouden leeftijd. Wanneer er onvoldoende inzicht en kennis van de bedoelingen is, zal de verdere ontwikkeling stagneren. Bij cadetten dient aandacht besteed te worden aan de ontwikkeling van inzicht en communicatie. Men leert elkaar coachen en niet in verwijtende vorm aan te spreken. De jeugd in deze leeftijd kan inmiddels in een teamgedachte denken. De taken per linie worden ontwikkeld zodat de technische vaardigheden van de spelers functioneel worden. Daarnaast worden mentale aspecten belangrijker, wedstrijdbeleving krijgt nu een aanvang. Bij de scholieren komen we steeds dichter tegen de prestatieve fase van de jeugdopleiding. Meer en meer zijn trainingen wedstrijden probleemgericht. Wedstrijdcoaching is van groot belang. Men richt zich op het ontwikkelen van wedstrijdrijpheid. Techniek is gericht op onderhouden, fysiek krijgt nu een extra factor in conditieopbouw. Het doel moet vooral zijn om te kunnen omgaan met andere speelwijzen van het eigen team en van de tegenstander. Tactiek is in deze leeftijd de belangrijkste opleidingsfactor. Bij de junioren zal al het geleerde in de vorige leeftijdscategorieën samengebracht worden om prestaties tijdens wedstrijden te kunnen leveren. Het doel is om wedstrijden te leren winnen. Gelet op dit te behalen doel, wordt het individu ondergeschikt gemaakt aan het teambelang. Er vindt voornamelijk specialisatie plaats waardoor er veel individuele aandacht moet worden geschonken aan de speler. De aandacht zal zich nog verder blijven verleggen naar het onderdeel tactiek, maar er dient ook aandacht te zijn voor de mentale aspecten van het voetbal. Hoewel dit voetbaltechnisch plan ook jaarlijks wordt geëvalueerd, kan men dit beschouwen als een meerjarenplan. Na invulling van bovenstaande samenhang kunnen we echter nog steeds geen kwaliteit van het eindresultaat garanderen. Kwaliteit zit immers in het kader, de vrijwilligers die de kinderen trainen en begeleiden. Binnen onze vereniging is het niet mogelijk om te eisen dat vrijwilligers een voetbaltechnisch diploma op zak hebben. Wel dient een trainer/coach open te staan voor deze aanpak en moet hij/zij zelf ook coachbaar zijn. Binnen de uitvoering is voldoende ruimte voor eigen inbreng zolang het in de lijn van het opleidingsplan blijft. 11



Het operationele jaarplan Het voetbaltechnische meerjarenbeleidsplan vormt de basis voor de operationele jaarplannen die per leeftijdscategorie worden gemaakt. De kernwaarden en afspraken worden vertaald naar concrete leerdoelen en oefenstof. Deze jaarplannen moeten niet als informatieve documenten worden gezien, maar eerder als een aantal hulpmiddelen die aan de trainers en coachen wordt aangereikt om de doelstellingen van het voetbaltechnisch plan te kunnen verwezenlijken.

2.2 Missie/visie Berkenrode voetbal – jeugdafdeling Missie Bij het voorstellen van de missie van de jeugdafdeling willen we deze verbinden met de vooropgestelde missie van de gehele club. Bij een missie worden volgende vragen beantwoord: Wie zijn we en waar willen we actief zijn? Wat willen we bereiken voor onze leden? Hoe willen we met elkaar en onze omgeving omgaan? In lijn met de missie van S.K. Berkenrode vzw S.K. Berkenrode is een sportieve omnisportclub die zich inzet met respect voor jong en oud gedragen door vrijwilligers in een familiale sfeer. stellen we binnen de entiteit van het jeugdvoetbal de volgende missie voor:

De jeugdopleiding voetbal van S.K. Berkenrode wil alle jeugdleden de mogelijkheid bieden om hun voetbalvaardigheden optimaal te ontwikkelen rekening houdend met de individuele mogelijkheden van de jeugdspeler en de beleving die men zoekt binnen de voetbalsport. Dit alles vindt plaats binnen een sportieve familiale vereniging. Visie De visie gaat over de vraag die men zich stelt naar waar men naartoe wil. Op welke manier willen we onze missie bereiken? De visie van een club wordt opgebouwd uit een aantal waarden waarmee de club zich kenmerkt en profileert naar de buitenwereld toe. Enkele waarden waarvoor S.K. Berkenrode staat gaan over engagement, enthousiasme, sportiviteit en vooral kansen voor iedereen. In deze context is de volgende oneliner van toepassing: Iedere jeugdspeler is een talent. De mate van talent verschilt en daarmee ook het verschil in niveau tussen jeugdspelers. Het is daarom van belang dat Berkenrode een leerklimaat kan scheppen om ieder van deze spelers te leren voetballen. De jeugdafdeling voetbal vormt binnen S.K. Berkenrode een zeer belangrijke tak en zal de eenheid en consistentie met de overkoepelende VZW behouden. Hiervoor wordt de volgende doelstelling binnen de voetbaljeugdopleiding van Berkenrode vooropgesteld in lijn met de missie.

12



“Het bieden van mogelijkheden tot een positieve vrijetijdsbesteding, door het scheppen van voorwaarden waardoor de jeugdleden van S.K. Berkenrode zich optimaal kunnen ontwikkelen in de volgende aandachtsgebieden”:

spelvreugde goede technische en tactische basis ruimte voor individuele ontplooiing constructief, aanvallend en attractief voetbal beleving, samenhorigheid en sportiviteit mentaliteit in de wedstrijdbeleving

sfeerklimaat en waardering zodat voetbal tot op latere leeftijd een plaats in de club blijft behouden als speler, coach, scheidsrechter en/of bestuurslid voetbalresultaat is belangrijker dan resultaatvoetbal

2.3 Strategische doelstellingen 2.3.1

Kortetermijndoelstellingen Opm: KT = seizoen 2010-2011 LT = periode 2009-2014

De kwaliteit van de jeugdtrainingen moet omhoog. a) 75 % van de trainers volgt de aangeboden cursus „beginnende voetbaltrainer‟. b) 25 % van de trainers en/of begeleiders moeten minstens 1 bijscholing (TGV) gevolgd hebben. c) Minstens 1 trainer volgt de initiatorcursus voetbal (getuigschrift C). d) Het jeugdopleidingsplan wordt permanent verbeterd. De trainers moeten de eindtermen voor elke leeftijdscategorie kennen. e) De jeugdsportcoördinator stuurt rechtstreeks bij waar nodig en ondersteunt de trainers/begeleiders. f) Elke trainer/begeleider heeft notie van algemene trainingsopbouw. Berkenrode streeft een permanent imago na van fair play. a) De huisregels worden verspreid over de gehele club. Het ethisch charter wordt op alle zichtbare bijeenkomstplaatsen opgehangen. b) De ploegregels moeten steeds bij elke wedstrijd aanwezig zijn zodat men hierop kan terugvallen.

13



c) Minimumregels voor Oorkonde van Fair Play vanuit KVV is 90%. 1 ploeg per jaar zou dit minimum moeten halen. De helft van de jeugdploegen bevindt zich in de bovenste helft van hun leeftijdscategorie. De communicatie met het bestuur moet verbeteren. a) De gegevens van de jeugdmedewerkers worden intern verspreid onder elkaar. Deze gegevens worden enkel voor interne doeleinden gebruikt en mogen onder geen beding aan derden worden uitgedeeld. b) De communicatie zal vooral via mailverkeer gebeuren. Zij die niet over een computer beschikken wordt een aparte regeling uitgewerkt (infomapjes). c) Elke jeugdmedewerker moet weten hoe de structuur van Berkenrode eruit ziet. d) Bij ernstige of herhaalde problemen met spelers, begeleiders,… wordt dit gemeld aan de jeugdverantwoordelijke en de jeugdsportcoördinator. Problemen en feedback over trainingen worden gemeld aan de interne sporttechnische coördinator en de jeugdsportcoördinator. Er moet een verbeterde relatie komen met de ouders zodat ook zij een rol innemen in het clubleven. a) Er zou minstens 1 infovergadering voor ouders moeten worden gepland. b) De trainers/begeleiders doen inspanningen om alle ouders minstens 1 keer gesproken te hebben.

2.3.2

Lange termijndoelstellingen

Verhoging motivatie, inzet en aantal jeugd a) Het aantal jeugdspelers zou moeten stijgen met 10%. Op termijn zouden er over 5 jaar 2 ploegen per leeftijdscategorie moeten zijn. b) Het aantal jeugdspelers aanwezig op training moet minstens 80% zijn. c) Om de 4 jaar stromen 2 spelers uit de eigen jeugd door naar het eerste elftal. Professioneler imago en verhoging kwaliteit opleiding a) De helft van de trainers/begeleiders zou minstens 1 bijscholing moeten hebben gevolgd. b) 1 op 4 trainers is gediplomeerd. c) Het sportief niveau wordt opgetrokken zodat de ploegen bij Berkenrode gemiddeld in de middenmoot van de competitie spelen. De interne en externe communicatie bevorderen a) Extra uitbouw van de website. b) Extra aandacht aan de jeugdraad en communicatie met de jeugdmedewerkers. c) Stappenplan taken binnen de club uitwerken zodat de ouders gradueel in de club worden opgenomen. Investeringsbeslissingen a) Uitwerking van een financieel investeringsplan voor materiaal jeugd.

14


afspraken en gedragsregels

3 Afspraken en gedragsregels bij S.K. Berkenrode De missie, visie en strategische doelstellingen van de jeugdopleiding bij S.K. Berkenrode zijn duidelijk en overzichtelijk. Deze doelstellingen kunnen we nooit alleen realiseren. Dit is een zaak van de individuele spelers, de club(leiding) en de ouders. Doordat je met zoveel verschillende mensen moet samenwerken, is het aangeraden om van elkaar te weten waar je voor staat en hoe je met elkaar wilt omgaan. Spelen bij S.K. Berkenrode betekent dat je je houdt en instemt met de afspraken zoals ze hierna worden beschreven. Deze afspraken gelden voor zaken binnen en buiten de vereniging. Het bestuur van S.K. Berkenrode behoudt zich het recht om het huishoudelijke reglement van de vereniging toe te passen. De afspraken beschreven in het interne reglement van de afdeling voetbal zijn in dit jeugdopleidingsplan ook van kracht. Daarnaast werden volgende huisregels voor trainers, begeleiders en spelers opgesteld en/of herhaald. Deze vaste afspraken zijn vooral bedoeld als leidraad om enerzijds chaos te voorkomen en misverstanden te vermijden en anderzijds de verschillende partijen op hun verantwoordelijkheden te wijzen die ingaan op het moment dat zij zich bij de club aansluiten.

3.1

Belangrijkste algemene huisregels

Training is VERPLICHT! Indien je door omstandigheden niet kan komen trainen, bel je zelf af naar de verantwoordelijke van je ploeg. NIET TRAINEN + NIET AFBELLEN = GEEN WEDSTRIJD Je bent 5 min. voor de start van de training aanwezig op het veld in aangepaste kledij. Na de training blijf je niet rondhangen op S.K. Berkenrode. Tijdens de trainingen en wedstrijden wordt uitsluitend Nederlands gepraat. Houd de kleedkamers proper. Uw vrienden moeten er zich ook nog in omkleden. Respecteer je ploegmakkers, coach en tegenstander. Heb respect voor de mensen die instaan voor het onderhoud van de terreinen. De ouders zorgen mee voor een vervoersregeling met hun coach tijdens de wedstrijddagen.

15


3.2


Huisregels trainers/begeleiders

De trainer is, eventueel in onderling overleg met de begeleider, verplicht tot het opstellen van een takenlijst voor het schoonmaken van de kleedruimten na trainingen en wedstrijden. Dit geldt voor zowel uit- als thuiswedstrijden. De trainer/begeleider dient een nacontrole uit te voeren. Hij/zij is en blijft de eindverantwoordelijke. De trainer is verplicht zich te houden aan het vooropgestelde trainingsschema. Veranderingen worden alleen in overleg met het voetbalbestuur doorgevoerd. De trainer/begeleider is verantwoordelijk voor de door S.K. Berkenrode beschikbaar gestelde materialen. Dat geldt voor zowel wedstrijd- als trainingsmaterialen. De trainer/begeleider is verantwoordelijk voor het terugplaatsen van gebruikte materialen (zoals doelen, kegeltjes etc.) na een training of wedstrijd. Verplaatsbare doelen en andere materialen dienen na de training of wedstrijd steeds op hun oorspronkelijke plaats worden gezet zodat het speelveld vrij is voor een volgende training of wedstrijd. Materiaaltekort en/of beschadiging dient steeds gemeld te worden aan de jeugdverantwoordelijke. De trainer die als laatste het trainingsveld verlaat is verantwoordelijk voor het uitdoen van de veldverlichting. De trainer/begeleider is, bij trainingen en thuis- en uitwedstrijden van zijn geleding, verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag, het gedrag van de medebegeleiding (vb. assistent-coach) en de spelers. Hij/zij is dus verantwoordelijk voor de naleving van normen en waarden in de algemene zin. Het is niet toegestaan geschorste spelers (bij een ander team) in te zetten!

3.3

Huisregels spelers

3.3.1 Omgangsvormen Deze afspraken zijn gebaseerd op het feit dat we respect hebben voor alle mensen en materiaal. Tijdens trainingen en wedstrijden, maar ook daarvoor en daarna, wordt met respect omgegaan met de tegenstander, de scheidsrechter, de medespeler, de trainer/coach, de ouders en het publiek. We hebben respect voor de ter beschikking gestelde kledij, materialen en accommodatie. De scheidsrechterskleedkamer, kleedkamer van de tegenpartij en ruimten waarin wordt vergaderd worden niet betreden zonder toestemming. Er wordt dan op de deur geklopt en gevraagd of je binnen mag komen. Indien er niemand aanwezig is, ga je niet naar binnen. De aanvoerder is verantwoordelijk voor de groep als er geen begeleiding in de buurt is. De andere teamleden steunen hem en volgen zijn aanwijzingen op. Tijdens de training en de wedstrijden voert de trainer/coach het woord. We luisteren aandachtig naar wat hij te zeggen heeft en houden ons aan de gemaakte afspraken. We lopen niet door de organisatie van een andere training.

16



3.3.2 Aanwezigheid De volgende afspraken zijn gebaseerd op de regel “Afspraak is afspraak”. Je speelt in een team en dus moet je op elkaar kunnen rekenen. Bij trainingen zijn we altijd 5 minuten van tevoren aanwezig. Op het voorziene startuur van de training staan we in sportkledij op het veld. Indien je echt niet op tijd aanwezig kunt zijn, laat dit dan via een medespeler aan de trainer weten. Bij thuiswedstrijden zijn we altijd minstens 1 uur van tevoren aanwezig in de kantine. Men meldt zich steeds onmiddellijk aan bij de ploegverantwoordelijke. Bij uitwedstrijden verzamelen we op het tijdstip dat door de trainer is aangegeven. De verzameltijd is tevens de vertrektijd. Verzamelen op de terreinen van S.K. Berkenrode is verplicht, er wordt niet op eigen gelegenheid naar de uitclub gereisd. Is het onmogelijk om op een afgesproken tijdstip aanwezig te zijn, dan geef je dit vooraf door aan je trainer. Bij verhindering van training en/of wedstrijd melden we dit in een zo vroeg mogelijk stadium met opgave van reden bij de verantwoordelijke trainer(s)/begeleider(s). Er wordt zeker niet afgebeld via een vriendje, medespeler of bij het kantinepersoneel.

3.3.3 Voorbereiding seizoen en vakanties De trainingen beginnen halverwege augustus. Iedereen dient vanaf dat moment beschikbaar te zijn voor het volgen van de trainingen. Indien dit niet mogelijk is (bvb. door vastgestelde vakantie), dient men dit met opgave van reden bij de inschrijving te vermelden. Afwezigheid zonder reden kan consequenties hebben voor het selectiebeleid of de positionering op het veld.

3.3.4 Eigen verantwoordelijkheid Iedereen binnen de club heeft een eigen verantwoordelijkheid voor zijn gedrag en handelen, evenals voor dat van zijn teamgenoten. Gemaakte afspraken moeten worden nagekomen en ieder is verantwoordelijk voor de hem of haar toebedeelde taken. Ieder individu is er dus mede verantwoordelijk voor hoe het er bij de club aan toe gaat. Als je niet op de laatste training voor een wedstrijd aanwezig bent geweest, informeer je zelf bij de trainer hoe laat je moet verzamelen. De trainers bellen de spelers NIET op. Spelers dragen en pakken altijd zelf hun tas in. Ze laten dit dus niet aan de ouders over. Na de training zorgt de groep er gezamenlijk voor dat alle spullen worden opgeruimd en/of worden gevonden (bvb. ballen, markeerhoedjes, etc.). Iedereen spreekt elkaar aan bij schending van de in dit reglement opgenomen afspraken. Je bent namelijk mede verantwoordelijk voor de handhaving hiervan. Helpt dit niet, schakel dan de aanvoerder, trainer of begeleider in. Elke speler ouder dan 12 jaar is verplicht bij officiële wedstrijden zijn identiteitskaart bij zich te hebben.

17



3.3.5 Netheid en hygiëne De volgende afspraken zorgen ervoor dat we samen in en om het clubhuis en kleedkamers alles schoon en netjes houden. Ook de persoonlijke hygiëne krijgt daarbij aandacht. Na de training of wedstrijd gaan we allemaal douchen, geen uitzonderingen. Het omkleden doen we altijd in de kleedkamers op de club, zowel voor als na de trainingen en wedstrijden. Het omkleden gebeurt dus nooit thuis of in de kantine. Voordat je de kleedkamer in loopt, borstel je eerst even je schoenen af aan de daarvoor bestemde borstels. Voetbalschoenen worden niet uitgeklopt op de grond of tegen de muur en worden ook niet afgespoeld in de doucheruimte. De kantine mag niet met voetbalschoenen worden betreden. De bezem, de trekker en het stoffer en blik worden na gebruik weer netjes teruggelegd op de daarvoor bestemde plaats. Deze artikelen worden niet als speelgoed en/of wapen gebruikt. Flesjes en/of ander glaswerk nemen we natuurlijk niet mee naar de kleedkamers i.v.m. breekgevaar en alle mogelijke gevolgen. Meegebrachte blikjes, pakjes etc. worden netjes in de afvalemmer gedeponeerd. Fietsen, brommers en scooters worden, wanneer men de terreinen van S.K. Berkenrode betreedt, uitsluitend aan de linkerzijde van de kantine gezet tegen de voorziene hekjes. Onder geen beding worden ze op de parkeerzone of tegen de kantineruiten gestald. De aangeduide spelers maken de kleedkamer schoon, brengen gebruikte theekannen terug naar de kantine, en geven eventueel gevonden voorwerpen af aan een bestuurslid. Men loopt niet in de grachten naast de velden.

3.3.6 Overige afspraken Spelers dienen in het weekend beschikbaar te zijn voor wedstrijden. Kleedruimten worden gebruikt om zich om te kleden en te douchen voor/na trainingen en wedstrijden. Op andere tijdstippen komen we daar dus niet. Dit geldt ook voor andere personen, familie, vriendjes etc. Ieder heeft zelf de verantwoordelijkheid om zijn familie en vrienden hierop te attenderen. Reservespelers zijn altijd in de directe omgeving van de coach voor een eventuele snelle wissel en/of instructie. Er wordt niet met een bal naast de lijn opgewarmd gedurende de wedstrijd. De reservespelers dragen de verantwoording voor intrapballen en andere spullen van de groep, zowel voor, tijdens, als vlak na de wedstrijd. Voor en na de wedstrijd komen en gaan alle spelers gezamenlijk van en naar het veld. Word je bij een training weggezonden, dan verlaat je de club niet. Direct na de training volgt er een gesprek met de trainer. Bij deelname aan een tornooi blijven alle spelers aanwezig tot na de prijsuitreiking. Voor of na de training blijven we niet op het veld rondhangen waar nog getraind moet worden. De reservespelers dragen steeds een trui, clubtrainer in een andere kleur dan de spelerstenues zodat er geen verwarring kan ontstaan met de veldspelers. In de kleedkamer en vanaf verzameltijd voor de wedstrijd wordt geen gebruik gemaakt van mobiele telefoons tot na de wedstrijd/training buiten de kleedkamer. Ballen die buiten het veld of in de grachten komen worden meteen gehaald. 18



3.3.7 Strikt verboden Niets menselijks is ons vreemd en mensen hebben wel eens moeite met dingen die echt verboden zijn. Verboden vruchten smaken immers het lekkerst. Echter in het belang van jezelf en de club zijn de volgende zaken echt niet toegestaan: (soft)drugs staan de ontwikkeling van een sporter in de weg. Het gebruik van deze middelen is verboden. Voor het gebruik van alcohol gelden de wettelijke voorschriften. Een algemeen rookverbod wordt gerespecteerd. Het zitten aan andermans spullen en/of kleding, smerig maken en/of vernielen van andermans spullen, of erger nog, het wegnemen van zaken die je niet toebehoren wordt onherroepelijk en streng bestraft. Als je zoiets signaleert bij een ander dien je hem hierop aan te spreken. Doe je dat niet dan is dat in feite net zo erg als het vergrijp zelf. Je wilt zelf immers ook dat een ander op jouw spullen past. In de kleedkamer, gang of kantine stuiteren we niet met de bal en gooien we geen ballen tegen de muur. Het vervuilt de muren (afdrukken) en veroorzaakt onnodig geluidsoverlast voor anderen.

3.3.8 Kleding S.K. Berkenrode wil een professionele uitstraling hebben naar sponsors en publiek. Daarom hebben we enkele afspraken op een rijtje gezet betreffende de kledij. S.K. Berkenrode geeft de leden driejaarlijks de mogelijkheid om trainers, T-shirts, truien en sportzakken aan te schaffen met het logo van de club. Het dragen van de clubkledij binnen het domein van S.K. Berkenrode wordt sterk aangemoedigd. Het dragen van de clubkledij buiten de club wordt geapprecieerd wegens het uitdragen van imago en publiciteit. De kleding is altijd schoon, heel en niet verbleekt of verkleurd. Bovendien dragen we de kleding tijdens een wedstrijd altijd correct, d.w.z. de kousen omhoog en dragend onder de knieën. De band van de broek dient boven de heup worden gedragen en het shirt in de broek. Scheenbeschermers zijn verplicht tijdens wedstrijden en trainingen. Tijdens wedstrijden en trainingen dragen we uiteraard geen hoofddeksels, haarbanden, horloges of andere sieraden. Deze zaken kunnen je hinderen bij het spelen, je kunt ze verliezen en/of jezelf of je tegenstander ermee verwonden. Bovendien doet dit afbreuk aan de uniforme uitstraling.

3.3.9 Studie Bij S.K. Berkenrode vinden we naast de sportieve ontwikkeling ook de ontwikkeling op school net zo belangrijk. Daarom maken we hierover een aantal afspraken. Zorg ervoor dat je gedrag op school in orde is. Als dit niet zo is, heb je er namelijk meteen een probleem bij. S.K. Berkenrode accepteert nablijven, om welke reden dan ook, NIET als een geldig excuus om afwezig te zijn op de training. Je bent immers zelf verantwoordelijk voor je eigen gedrag. Geef van tevoren aan je trainer aan als je problemen ziet aankomen, bvb. met een examenweek. Het is verstandig om altijd vooruit te werken op school. Schuif het maken van huiswerk niet op, maar maak het zoveel mogelijk direct. Je hebt hier zelf baat bij want door het voetbal kan het maken van huiswerk op een later tijdstip slecht uitkomen.. 19



Studies gaan voor, maar met een goede tijdsplanning is huiswerk daarom geen legitieme reden voor trainingsverzuim. Indien je wel eens in tijdnood komt, kan je aan je leerkracht ook vragen langer van tevoren huiswerk op te geven.

3.4

Wat verwachten wij van de ouders?

Dat ouders het beste voor hun kind willen is logisch en dat ze daar vaak veel voor over hebben vinden ook wij plezierig. Tijdens trainingen of wedstrijden, zijn ze echter in handen van de club. Het is dan in het belang van uw zoon, uzelf en de club dat u zich niet bemoeit met de gang van zaken. Als uw kind immers op school zit, bent u er ook nooit bij om zelf aanwijzingen te geven. U toont interesse in de vrijetijdsbesteding van uw kind. De club en uw zoon/dochter stellen het zeer op prijs dat men komt kijken naar de uit- en thuiswedstrijden. Op die manier ontstaan er geen vervoersproblemen en leert u nieuwe mensen kennen met een gemeenschappelijke interesse. Bovendien blijft het kind gemotiveerder om zijn/haar favoriete sport te blijven uitoefenen. U wordt verzocht om tijdens wedstrijden of trainingen niet op de speelvelden te komen. De kleedkamers zijn verboden terrein. Tijdens wedstrijden en trainingen verzoeken we u om geen aanwijzingen en/of commentaar te geven op de spelers, trainer(s)/begeleider(s) en scheidsrechter (eventueel grensrechter). Aanmoedigingen zijn welkom. Een trainer/begeleider moet zich tijdens de training/wedstrijd kunnen concentreren op de spelers. U mag daarom niet bij een wedstrijd of training naast de trainer gaan staan om aanwijzingen te geven of een praatje te slaan. Uiteraard kan het voorkomen dat u het niet eens bent met een aantal zaken en/of voorvallen. Bovendien kunt u wellicht goede suggesties voor ons hebben. Wij verzoeken u in dergelijke gevallen op een doordeweekse avond een afspraak te maken met de trainer/coach die altijd bereid is u te woord te staan. De wedstrijddag is hier niet voor geschikt. De coach dient zich dan bezig te houden met de wedstrijd. Het openlijk ventileren van zaken langs de lijn of in de kantine heeft geen zin. De omstanders kunnen uw probleem niet oplossen en voor uw zoon of dochter kan het heel vervelend zijn. Coachgedrag en/of uitingen van commentaar worden niet op prijs gesteld. Uw zoon/dochter is zelf verantwoordelijk voor kleding en materiaal. U wordt gevraagd dit te stimuleren door het kind zelf de spullen te laten inpakken.

20


communicatie

4 Communicatie Voetbal is een teamsport waarvoor bewust gekozen wordt. S.K. Berkenrode is een omnisportvereniging met verschillende jeugdvoetbalteams en –spelers. Dit betekent dat in gedrag en organisatie het individuele belang altijd ondergeschikt is aan het teambelang en het belang van de ploeg ondergeschikt is aan het verenigingsbelang. Dit wil niet zeggen dat de ontwikkeling van de individuele jeugdspeler ondergeschikt mag zijn aan het voetbalresultaat. Naast het voetbalbeleid is er ook een zeer belangrijk sociaal aspect. Om deze twee beleidsvormen goed uit te voeren is het voor de jeugdspeler en zijn ouders noodzakelijk dat er continu aandacht wordt gegeven om alles goed uit leggen (communicatie) aan alle betrokkenen. Binnen dit beleid is er geen ruimte voor tweeslachtigheid. Dit betekent dus onder andere dat het duidelijk moet zijn wie de trainer en de coach is en wie dus de zaken bepaalt. Communiceren Communiceren is een zeer belangrijk aspect binnen de jeugdwerking en wel om de volgende redenen:  Door een goede communicatie met ouders te voeren, kunnen ze zich ook beter inleven in de voordelen en problemen van de vereniging. Irritaties worden hierdoor geminimaliseerd. De kans op engagement wordt tevens ook vergroot.  Er dient binnen de jeugdploegen volgens één lijn gewerkt te worden, zodat er een duidelijke overlap tussen de ploegen aanwezig is. Daarvoor is onderlinge communicatie van groot belang : het praten over voetbal tussen de trainers onderling.  Trainen en coachen is een vorm van lesgeven. Hoe beter je jouw leerstof bij de spelers krijgt overgebracht, des te hoger is het rendement. Bij trainen en coachen speelt communicatie dus een wezenlijke rol. De huidige trainer/begeleider is naast pedagoog ook een opvoeder. Zoals uit het voorgaande hoofdstuk blijkt, zijn regels en afspraken belangrijke communicatievereisten om geen verwarring tussen verschillende partijen te zaaien. De club bepaalt het beleid en dit dient door het kind en de ouders worden geaccepteerd. Er is uiteraard echter steeds mogelijkheid tot overleg. In dit aparte hoofdstuk wordt er ingegaan op een aantal omgangs- en relatievormen die met de jeugdopleiding te maken hebben. Opmerking: coaching is ook een vorm van communicatie. Hier wordt kort even op ingegaan, maar wordt apart behandeld in het voetbaltechnische beleidsplan.

21


4.1

communicatie

De relatie met en invloed van ouders

Ouders vertrouwen hun kinderen aan de zorg van de trainers en begeleiders in onze vereniging. Ondanks dat ze de afspraken in de club accepteren, blijven het kinderen van die ouders. Hierdoor ontstaat soms een moeilijke driehoeksrelatie.

Ouders

Trainer/

Kind

coach

Hierbij moeten we altijd het kind behoeden dat het tussen twee vuren komt. Dit doen we door stipulerend de taken bij deze onderlingen relaties te omschrijven.

TRAINER/COACH  KIND • • • • •

Informatie en uitleg geven over voetbal Informatie en uitleg geven over de spelregels van de vereniging Corrigeren en bijsturen op de training en wedstrijd Toezicht op gedrag binnen de vereniging en op het veld De trainer is in de club de baas.

OUDER  KIND • • • • • •

Begeleiden van en naar het veld Steunen en motiveren Enthousiasmeren Meehelpen bij het corrigeren van wangedrag De ouder is geen coach De ouder is thuis de baas.

TRAINER/COACH  OUDER • Open communicatie • Uitleg over gedrag en regels binnen de vereniging • Stimuleren van betrokkenheid

22


communicatie

Tips voor de trainer/coach  Probeer te anticiperen op problemen die men al van ver ziet aankomen.  Bij problemen : voer overleg met de jeugdcoördinator of bestuursverantwoordelijke.  Bereid je zaken goed voor (organisatie en planning).  Wees steeds op tijd (timing).  Realiseer je altijd dat de ander jou als afgezant ziet van de vereniging. Wees een voorbeeld in gedrag, woordgebruik en lichaamstaal.  Discipline dwing je af door opstelling, attitude en charisma en niet door verbaal geweld.  Geef spelers vertrouwen. Zij en de ouders moeten op jou kunnen rekenen.  Geef bij de infoavond voor ouders (in het begin van het seizoen) tekst en uitleg over de regels en werkwijze die de club en jezelf vooropstelt.  Neem de kans om nadien de sociale contacten met de ouders aan te gaan. Het maakt de instap in de club gemakkelijker, creëert een band en dwingt respect af.  Maak afspraken over tijden, inzet en sportiviteit, kleding, douchen, afwezigheden, rol van de ouders,…  Organiseer met ouders het vervoer van en naar wedstrijden.  Maak spelers binnen de vereniging zo afhankelijk mogelijk van hun ouders.  Sluit ouders niet buiten, maar vraag daar waar nodig hun hulp (bijvoorbeeld: bij opzetten doeltjes, nevenactiviteiten,…).  In overleg moet men altijd opletten dat men de ander laat uitpraten. Als je afspraken hebt gemaakt of tot overeenkomsten bent gekomen, vat die dan aan het eind van het gesprek altijd samen. Opmerking: Voer “risicovol” overleg nooit alleen maar vraag er een collega bij, dan kun je altijd bij discussiepunten op hem/haar terugvallen.  Als je overleg hebt over de technische en gedragskwaliteiten van hun kind, geef dan altijd eerlijk je mening en omzeil de heikele punten niet. Wees diplomatisch.

4.2

Overleg tussen trainers onderling

Praten over het voetbal is essentieel. Door te praten over het voetbal kun je van anderen leren, maar kunnen anderen ook van jou leren (zowel van dingen die goed gaan als zaken die niet goed lukken). Het is in dit opzicht dat de maandelijkse trainersvergaderingen belangrijk zijn. Men is sneller op de hoogte van nieuwigheden of veranderingen die vanuit het jeugdbestuur worden doorgevoerd. Het jeugdopleidingsplan is op zich ook een communicatiemiddel waarbij men in staat is om over de verschillende groepen en leeftijdscategorieën heen een rode draad te volgen. Op die manier wordt er kennisarmoede tegengegaan omdat men de kans krijgt om van elkaar te leren. Er kan sneller op problemen worden geanticipeerd en informatie kan gemakkelijk worden doorgegeven. Naar elkaar toe commentaar geven vereist zorgvuldigheid, want ondanks het feit dat het om de inhoud gaat wordt vaak gelet op de manier waarop commentaar wordt gegeven.  Kritiek geven = helder en duidelijk formuleren  Kritiek ontvangen = kwetsbaar durven opstellen Het is gemakkelijk en hopeloos fout om je collega tot de grond toe af te breken, maar het is net zo verkeerd om kritiek te ventileren achter iemands rug om. Wees duidelijk en recht door zee zonder op een denigrerende toon te spreken.

23


4.3

communicatie

Communicatie met je spelers

Op een juiste wijze communiceren met je spelers heeft een positieve invloed op de discipline in je groep en de manier waarop je respect afdwingt. Op de eerste trainingsavond van het nieuwe seizoen maakt men heldere afspraken zodat de spelers precies weten waar zij aan toe zijn in dat seizoen. Het nabespreken van een wedstrijd kan kort aangehaald worden na de wedstrijd, maar het is aangeraden om dit uitgebreid op de eerstvolgende training te doen. Dan zijn de emoties weg en kan er helder geanalyseerd worden. Indien de begeleider bij de wedstrijd niet dezelfde persoon is dan de trainer, moet deze kort ingelicht kunnen worden over het verloop van de wedstrijd. Maak regelmatig tijd voor een groepsgesprek, liefst in de kleedruimte, maar ga individuele gesprekken niet uit de weg. Probeer, indien mogelijk, tactische zaken zoveel mogelijk visueel voor te stellen (op een bord of papier) en vraag de spelers of zij het begrijpen. Tijdens je overleg moet je kritisch kunnen zijn, maar moet je daarnaast ook positieve zaken melden. Communiceren is tweezijdig, d.w.z. geef je spelers de ruimte om, op een correcte wijze, kritiek te ventileren. De huidige jeugd is veel mondiger en in het moderne voetbal zijn mondigheid, elkaar coachen en aanwijzingen geven belangrijke aspecten. Leer je spelers ook de voetbaltermen aan, die je kan terugvinden in het voetbaltechnisch beleidsplan. Tijdens de trainingen:  Leg vooraf de bedoeling van de oefening uit. Geef aanwijzingen zodanig dat de hele groep deze kan horen, bijvoorbeeld door de spelers bij elkaar te roepen.  Onderbreek de oefening voor verdere uitleg als dat nodig is, maar niet teveel.  Als spelers ver uit elkaar staan, ga dan zodanig staan dat alle spelers je zien en horen, dus niet tegen de wind in praten. Tijdens de wedstrijden:  Vooraf goed uitleggen wat van de spelers verwacht wordt.  Coachen op hoofdzaken en niet te veel details.  Schreeuwen helpt niet.  Gebruik de pauze om zaken bij te sturen.  Coach vooral positief.  Reageer je niet af op de scheidsrechter, ook al heeft hij het bij het verkeerde eind. In het algemeen:  De trainer bepaalt door zijn woordgebruik, houding en lichaamstaal de randvoorwaarden voor de spelers, dus denk eraan dat je zelf als voorbeeld functioneert.

4.4

Omgaan met moeilijke jongeren Moeilijke jongeren zijn geen verschijnsel van de moderne tijd. Zij waren er vroeger ook al, maar wel anders. Daarnaast bestaat onze moderne maatschappij uit veel meer verschillende culturen, met hun eigen specifieke problemen. Het gevolg hiervan is dat de aanpak van deze problemen anders is geworden. Bovendien werd in het verleden veel meer geaccepteerd en waren de ouders het vaak eens met de gekozen oplossing.

24


communicatie

VROEGER • • • •

weinig praten strakke duidelijke lijnen iedereen dezelfde straf "buitenlanders" moeten zich maar aanpassen

NU • • • •

veel overleg (inspraak) iedereen wil meebeslissen weinig of geen acceptatie rekening houden met specifieke problemen van andere culturen

Als vereniging heb je vaak weinig middelen en kennis om problemen met moeilijke jongeren aan te pakken. Bovendien word je geconfronteerd met een echt verenigingsleven: bij het begin van het seizoen wordt een teamindeling gemaakt waarbij ervoor gezorgd wordt dat er voldoende spelers in elk team zitten maar ook weer niet teveel. Dit betekent dat je de probleemjongere in de meeste gevallen wel nodig hebt om je team op de been te houden. Voetbal is daarnaast een sport met een lage drempel. Op zichzelf is dat een prima zaak, maar vaak wordt de voetbalclub dan door de ouders als een crèche gezien waar het kind gedumpt wordt.

25


communicatie

4.4.1 Enkele types

ziektewinst

• Dit zijn jongeren die ervaren dat zij door lastig te zijn vaak hun zin krijgen.

aanpassingsstrategie

• Deze jongeren weten de aandacht steeds af te leiden, waardoor hun falen of lastig zijn niet of slechts ten dele opvalt.

autoriteitsproblemen

• Zij accepteren geen of moeilijk regels en leiding. Zij laten zich binnen een groep niet terechtwijzen want dat heeft voor hun gezichtsverlies tot gevolg.

sterk afwijkend waardepatroon

ADHD

• Zij denken duidelijk anders over normen en waarden. Het begrip teambelang kennen zij bijvoorbeeld niet. Alleen het eigen persoontje telt.

• Dit zijn jongeren die een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit hebben. Deze jongeren kunnen aandachtsproblemen of concentratieproblemen hebben, impulsief reageren en hyperactief zijn.

4.4.2 Hoe gaan wij met deze jongeren om? Er is geen vaste manier van aanpak aangezien elk geval en situatie anders is. De belangrijkste stelregels zijn:  Vooraf altijd duidelijk zijn over regels, afspraken en consequenties. Op deze wijze voorkom je al een aantal problemen.  Consequent zijn in het toepassen van de regels en afspraken. Welke maatregelen en afspraken kan de club vooraf verzorgen?  Zorg voor duidelijke en reële regels.  Zorg dat de trainers en begeleiders goed geïnstrueerd zijn.  Bespreek regels met de spelers en ouders en laat ze hun mening geven. Doe dit altijd voordat het seizoen begint.  Regels gelden voor iedereen.  Controleer of men zich aan de regels houdt en grijp ook in indien dit nodig is.  Belonen van goed gedrag werkt veel beter dan het bestraffen van slecht gedrag.  Probeer spelers en ouders mede verantwoordelijk te maken voor het clubmateriaal. Maak bijvoorbeeld een takenschema waarbij elke speler om de beurt verantwoordelijk is voor schoonmaken van de omkleedruimte,… Men kan ook na het spelen van een trainingswedstrijdje de opdracht geven dat de verliezende ploeg al het materiaal opruimt. Een andere mogelijkheid is dat spelers die na een wedstrijd het laatst klaar zijn, de kleedkamer opruimen.

26


communicatie

Welke mogelijkheden heb je als trainer?  Houd je vooral zelf aan de regels.  Wees altijd op tijd i.v.m. toezicht en controle.  Probeer zo consequent mogelijk te zijn.  Motiveer je beslissingen en doe niet zo maar iets zonder reden.  Blijf rustig. Begin niet te schreeuwen en te roepen.  Geen welles-nietes spelletjes.  Plak de spelers niet te snel een etiket op.  Sta open voor HUN probleem.  Gooi de deur nooit helemaal dicht.  Straf reëel en realistisch. Hou rekening met de leeftijd van het kind.  Beoordeel het huidige gedrag.  Probeer ze altijd weer op het goede spoor te krijgen.  Begin altijd zeer consequent, streng en strak.  Pak de rotte appels eruit.  Hou je handen thuis. Wat te doen als het dan toch fout gaat?  Voer een gesprek met de speler(s) samen met een collega trainer.  Individueel aanspreken werkt meestal beter, ze voelen zich dan minder sterk dan in groep.  Noteer wat er besproken is, laat de speler dat lezen en eventueel ondertekenen voor akkoord? Je kunt daar dan altijd op terugvallen.  Bij regelmatige problemen brengt men de ouders of de opvoeder op de hoogte van wat er speelt.  Bij herhaalde en/of ernstige problemen brengt men het bestuur op de hoogte, als dat nog niet gebeurd is.  Neem nooit alleen en emotioneel een beslissing, zeker geen definitieve beslissing.

4.4.3 Geweld en pesten Geweld en pesten zijn zaken die onder jongeren voorkomen en gelukkig is daar de laatste jaren veel aandacht voor op de scholen en in de media. Ook in de voetbalclub komt dit vaak voor, maar meestal vindt het plaats buiten het zicht van de leiding. Het gevolg daarvan is dat het gebeurt terwijl je er als trainer of coach niet van op de hoogte bent en er pas mee geconfronteerd wordt als het uit de hand loopt. Tips  Schenk vooral bij het begin van het seizoen hieraan aandacht (voorkomen is beter dan genezen). Praat binnen de totale groep over het probleem.  Het slachtoffer is vaak de “minste” voetballer en de rest vindt dat hij niks kan. Wanneer er pestgedrag voorkomt gaat het voornamelijk om een enkeling in een hele groep.  Bescherm het slachtoffer en maak hem/haar belangrijk in de groep.  Laat het slachtoffer en de leider in de groep samenwerken tijdens de training.  Wees alert en pak het probleem direct aan.  Neem klachten ernstig, maar let wel op dat zaken niet overdreven of uitvergroot worden.

27


communicatie

 Wees voorzichtig in je reactie en let op bij het vastpakken (knijpen worden blauwe plekken). Zeker NOOIT slaan.  Grijp direct in bij onderlinge handtastelijkheden. Laat de vechtersbazen even afkoelen en ga daarna samen met hen praten.  Let op met verbaal geweld tegen diegene die anderen pest.  Onderling “dollen” komt vaak in het voetbal voor, maar let op dat dit niet ontaard en let op dat niet altijd dezelfde het slachtoffer is.  Zorg dat men van elkaars eigendom blijft (kleding, tas, fiets,…).  Analyseer het probleem en probeer het probleem met de groep op te lossen.  Vraag ook aan andere trainers of mensen uit het bestuur om eens hun mening te geven over het probleem.

4.5

Behandelen van blessures

4.5.1. De ICE-regel 1

IMMOBILISATIE

COMPRESSIE

ELEVATIE

De algemeen aanvaarde standaardprocedure voor de eerste zorgen bij acute letsels aan de onderhuidse weefsels (verstuiking, kneuzing, spier- en peesscheuren, verrekking) kan worden samengevat in één sleutelwoord: ICE. De ICE-regel is een letterwoord waarbij zowel het geheel als elke letter afzonderlijk een betekenis heeft. Als geheel staat het Engelse woord voor ijs. Dit betekent dat we als eerste stap steeds intensief moeten koelen. Elke letter op zich heeft ook een betekenis in de methode, namelijk: I staat voor immobilisatie (onbeweeglijk maken) C staat voor compressie (drukverband) E staat voor elevatie (hoogstand getroffen lichaamsdeel) Doel:   

1

verdere beschadiging van de gekwetste weefsels voorkomen; de reactie van het lichaam beperken: zwelling beperken, inwendige bloeding beperken en pijnstilling. Men kan dus besluiten dat het toepassen van de ICE-regel helpt om de revalidatie te verkorten. Want: hoe sneller de ontzwelling en hoe kleiner de bloeduitstorting, hoe sneller het herstel.

http://www.cjsm.vlaanderen.be/gezondsporten/ehbso/ice.htm

28


communicatie

Werkwijze ICE-regel a) Koel direct gedurende 10-15 minuten op de plaats van het letsel. Maak daarbij gebruik van koud water, een zak met ijsblokjes of een Cold Pack. Pas bij het koelen op voor bevriezing van de huid: leg een doekje tussen de huid en het ijs. Het doekje dat tussen het ijs en de huid wordt aangebracht mag lichtjes worden bevochtigd. Op deze wijze vindt de koudegeleiding doorheen de doek vlotter plaats. b) Immobilisatie: hou het lidmaat onbeweeglijk Het gekwetste lichaamsdeel mag in geen geval nog belast worden. Draag of ondersteun het slachtoffer als hij moet verplaatst worden; het gekwetste lichaamsdeel moet zoveel mogelijk onbeweeglijk gehouden worden. Leg een immobiliserend verband aan naargelang de mogelijkheden en de plaats van de kwetsuur. c) Compressie: leg een drukverband aan Het aanleggen van een drukverband heeft tot doel de gewrichten te ondersteunen en te immobiliseren of de zwelling te beperken. Gebruik een elastische zwachtel en verbind het getroffen lichaams-deel volledig. Controleer of het drukverband niet te strak zit. d) Elevatie: laat het lidmaat in hoogstand rusten Elevatie of hoogstand wil zeggen dat men het getroffen lidmaat ondersteunt zodat het hoger komt. Met hoogstand bedoelen we alleszins hoger dan horizontaal, liefst boven harthoogte. Het doel van de hoogstand is de bloedtoevoer in het getroffen lichaamsdeel te verminderen en de bloedafvoer te vermeerderen. Daardoor kan de zwelling gemakkelijker wegtrekken. e) Raadpleeg gespecialiseerde hulp Stop zeker met sportbeoefening en raadpleeg een arts als:     

de pijn niet weggaat na eerstehulpverlening naast het veld; het geblesseerde lichaamsdeel direct opzwelt; men iets heeft horen knappen of kraken; de vorm/stand heel duidelijk afwijkt; de sporter het geblesseerde lichaamsdeel niet kan steunen, of niet kan gebruiken, zelfs niet na eerstehulpverlening op het veld.

4.5.2. Tips: Neem bij blessures in de wedstrijd nooit risico aangezien in een wedstrijd de belasting altijd maximaal is hetgeen een extra risico met zich meebrengt. Sporten met een volle maag is niet ideaal. Eet best een beetje voor de training en de rest na de training. Altijd goed uitrusten alvorens te spelen. Geruststellen is een belangrijke taak. De omgeving raakt vaak in paniek. Hou de rest dus uit de buurt. Vraag daarbij hulp. Laat een ernstige geblesseerde nooit alleen. Voorkom afkoeling (bijvoorbeeld in afwachting van de ziekenwagen) door afdekking met een deken of reservekledij. Leg indien nodig het slachtoffer in de goede houding (stabiele zijlig bij bewusteloosheid tegen inslikken braaksel). Zorg voor een goede hygiëne. Zorg dat de waterzak en met name de spons schoon is. Dit is soms een bron van besmetting door bloed. Drink niet uit de waterzak. Geef een bewusteloze nooit te drinken of medicamenten zonder medisch onderzoek.

29


communicatie

4.5.3. Kort overzicht EHBO Griep

• Enkel indien men volledig fit is, mag men spelen. Bij griep heeft het lichaam geen afweerstoffen. Let op bij transpireren omdat het lichaam mogelijk te snel warmte verliest.

Spierverrekking, spierscheur en peesscheur

• ICE-regel, arts raadplegen.

Hoofdletsel en hersenschudding

• Hoofdletsel: voorwerpen uit mond verwijderen; speler niet verplaatsen; afkoeling vermijden, bewusteloze nooit te drinken geven. • Hersenschudding: laten zitten tot duizeling over is, bij blijvende hoofdpijn arts raadplegen, training of wedstrijd NIET voortzetten

Problemen bewustzijn, ademhaling en/of bloedsomloop

• Bewusteloos: knellende kleding losmaken, praten, zonodig reanimatie, stabiele zijlig, tegengaan afkoeling. Zo snel mogelijk ambulance of deskundige hulp halen. • Flauwvallen: op rug leggen, vitale functies controleren, knellende kleding los, afkoeling vermijden, benen hoger, vochtig doekje in nek of op voorhoofd

(open) Schaafwond

• Wassen (stromend water), voorzichtig droogmaken, ontsmetten en zonodig steriel gaas dat op de hoeken is afgeplakt aanbrengen.

Blaar

• Gesloten/zonder hinder: zo laten en tweedehuidspleister • Gesloten/hinder: ontsmetten, vocht uitprikken, ontsmetten, steriel drukkend verband • Open: ontsmetten, losse huid wegknippen, ontsmetten, steriel verband

Bloedneus

• Rustig rechtop zitten of staan (leeshouding), met vingers op tussenschot neus 10 min. dichtknijpen. Door mond ademen. Eventueel met koude doek (inkrimping bloedvaatjes).

Vuil in het oog

• Bovenlid over het onderlid trekken. Als dat niet helpt veegt men naar binnen toe met een wattip (of de punt van een schone zakdoek).

Oogwonden

• Niet-drukkend steriel oogverband aanbrengen. Oogbewegingen vermijden. Afschermen van licht (bij bal op oog pas stappen ondernemen indien na 10 min. de overlast niet overgaat).

Snijwonden

• Kleine snee: Schoonspoelen, wonde dichtdrukken, eventueel ontsmetten en bepleisteren als wond gesloten en droog is. • Grote snee: idem, maar dan naar huisdokter

Kneuzing en verstuiking

• ICE-regel (zie boven), arts raadplegen

Kramp en steken in zij

Botbreuk en ontwrichting

• Kramp: Geleidelijk en voorzichtig de spiergroep in kramp uitrekken zodat spiervezels niet worden beschadigd. • Steken: rustiger aan doen, ademen, zonodig stoppen en lang maken, desnoods op rug • Gesloten breuk: volledig lidmaat immobiliseren, arts raadplegen, alleen vervoeren indien breuk boven de onderste ledematen is. • Open breuk: Bloeding stelpen, wonde steriel afdekken, arts, nooit zelf vervoeren. • Ontwrichting: idem botbreuk; trek nooit zelf terug in de plooi. 30


stappenplan coach

5 Stappenplan teambegeleider/coach (voorbeeld) T = taken voor thuiswedstrijden U = taken voor uitwedstrijden ! Opmerking: Het is aangeraden om 2 personen te hebben per ploeg om jeugdploegen te begeleiden. Er moet alleszins 30 minuten voor de aanvang van de wedstrijd een terreinafgevaardigde zijn, want anders kan de wedstrijd niet aanvatten. (Eén van beide coachen kan deze taak op zich nemen en heeft in theorie geen coachende functie meer tijdens de wedstrijd). De terreinafgevaardigde zorgt ervoor dat de hoekschopvlaggen aanwezig zijn, regelt alle zaken met betrekking tot de scheidsrechter en is verantwoordelijk voor de neutrale zone tijdens de wedstrijd.

5.1 Voor de wedstrijd  T+U De spelers uitnodigen voor de wedstrijd via geëigende communicatiekanalen.  T+U Tijdig verwittigen van problemen of spelerstekorten om alleen of samen een oplossing hiervoor te kunnen vinden.  T+U Bij aankomst van de spelers: verzamelen van identiteitskaarten (vanaf cadetten) en klaarleggen van de licenties.  U Regelen van transportmogelijkheden.  T+U Mand met kledij klaarzetten (controleren of witte, gekleurde en kapiteinsband aanwezig is) én licenties klaarleggen.  U Tijdig op de terreinen van de tegenstrever geraken. Hierbij dient men rekening te houden met de afstand van de verplaatsing en mogelijke hindernissen (files, wegwerkzaamheden,…).  T Medische voorzieningen (bvb. verzorgingstas, waterzak) en opgepompte (opwarmings)ballen regelen, evenals het voorzien van drankgelegenheid in de kleedkamer tijdens de rust.  T+U Opstelling voorbereiden aan de hand van de aanwezige spelers. Oplossing geven aan eventuele tekortkomingen.  T+U Spelers en het klaargelegde materiaal op tijd verzamelen in de kleedkamer om zich om te kleden. Wedstrijduitrusting uitdelen (indien er rugnummers zijn, moeten deze overeenkomen met deze op het wedstrijdblad).  T+U Regelen van het wedstrijdformulier. Wat men precies moet invullen op het wedstrijdformulier wordt uitgelegd in bijlage 5.  T Opvang van de scheidsrechter(s): drankje aanbieden, begeleiden naar de omkleedruimte, informeren naar bijkomende wensen, discreet vragen naar de grootte van de wedstrijden transportvergoeding.  T Kennismaking met de tegenstander. Uitleggen waar ze zich kunnen omkleden en uitnodigen om het wedstrijdblad in te vullen.  T+U Rust creëren in de kleedkamer i.v.m. concentratie voor de wedstrijd.  T+U Opstelling bekendmaken (posities en reserven) en een voorbespreking houden.  T Tijdig aanbieden van het wedstrijdformulier (min. 15 min. voor aanvang), wedstrijdbal, enveloppe met fair playformulieren en drankbonnetjes (hoeveelheid zie lijst achter de toog) aan de scheidsrechter. De betaling van de scheidsrechter gebeurt op discrete wijze. 31


stappenplan coach

 T+U Na de voorbespreking gaat men op een vast tijdstip voor de wedstrijd naar buiten voor de standaardopwarming. Indien mogelijk laat men deze opwarming leiden door de kapitein van de ploeg, terwijl de begeleider de supervisie behoudt (ondertussen geen gesprekken met ouders of supporters langs de lijn).  T+U Identiteitscontrole door de scheidsrechter. Meestal roept de scheidsrechter de namen of rugnummers van de spelers af.

5.2 Tijdens de wedstrijd  T+U Positieve coaching (zie richtlijnen coachen).  T De terreinafgevaardigde houdt toezicht op de neutrale zone en zorgt ervoor dat enkel bevoegde personen zich hier bevinden (uitleg banden in bijlage 5).  T+U Verzorging van de gekwetste spelers.  T Ter beschikking houden van andere wedstrijdballen.  T+U Vervangingen doorvoeren (pupillen tot en met scholieren) zodat er conform de visie van S.K. Berkenrode iedereen evenveel spelgelegenheid krijgt.

5.3 Tijdens de rust  T

Begeleiden van de scheidsrechter naar de omkleedruimte en aanbieden van een drankje.  T+U Geven van een korte tussenevaluatie aan de spelers. Gestructureerd aangeven wat verbeterd moet worden. Onderscheid maken tussen algemene (balbezit, balverlies, schakelmomenten) en specifieke (individuele) uitleg. Doe deze facetten niet door elkaar en check of het begrepen is door een vraag te stellen.  T+U Eventueel vervangingen doorvoeren (bij junioren).

5.4 Na de wedstrijd  T+U Scheidsrechter bedanken voor de leiding.  T+U Gekwetsten doorsturen naar medische diensten. Eventueel een ongevallenformulier bezorgen en uitleg geven van de te volgen procedure.  T Alle materiaal (ballen, verzorgingskist,…) opnieuw verzamelen en op de daarvoor voorziene plaats terugleggen.  T+U Evalueer “kort“ de wedstrijd in de kleedkamer en hou hier de eerstvolgende training rekening mee.  T+U Verzamelen en natellen van de wedstrijduitrusting in de voorziene manden. Afhankelijk van de wasregeling de kledij klaarzetten voor de betreffende persoon.  T+U Eventueel identiteitskaarten teruggeven (kan ook in de rust indien men ze reeds terug kreeg).  T Toezicht op het proper achterlaten van de kleedkamer (wat niet wil zeggen dat op verplaatsing de kleedkamer vuil wordt achtergelaten).  T Wedstrijdformulier goed nakijken. De terreinafgevaardigde ondertekent het wedstrijdblad en bezorgt een duplicaat aan de tegenstrever. Men legt daarna het wedstrijdblad samen met de ingevulde fair play-enveloppe in de daarvoor voorziene bakjes.  U Wedstrijdformulier goed nakijken en ondertekenen (ploegafgevaardigde). Duplicaat ontvangen van de tegenstander en nadien op de voorziene plaats leggen.  T+U Afscheid nemen van de tegenstander.

32


bijlagen

6 Bijlagen 6.1 Intern reglement afdeling voetbal S.K. Berkenrode 1. ALGEMEEN S.K. Berkenrode afdeling Voetbal maakt deel uit van de VZW. S.K. Berkenrode (ondernemingsnummer 435.938.190). S.K. Berkenrode is aangesloten bij de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond (KVV) onder het BLOSO-nummer 1082. De doelstelling van de afdeling Voetbal is de voetbalsport in al zijn facetten te promoten in een familiale sfeer. Iedereen – ook de minder begaafde voetballer – moet hierbij spelgelegenheid krijgen. De afdeling Voetbal bestaat uit volgende onderafdelingen: senioren-, jeugd-, dames- en zaalvoetbal. Het voetbalbestuur coördineert het praktische en sportieve beleid van de verschillende onderafdelingen. Het intern reglement is een onmisbaar instrument om onze vereniging met enige omvang op een degelijke wijze te besturen. In het belang van de continuïteit van onze club heeft het voetbalbestuur ook een disciplinaire taak wanneer het intern reglement niet nageleefd wordt. 2. ORGANISATIE Het bestuur van onze afdeling wordt samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris en de afgevaardigde bestuursleden van de onderafdelingen. Elke onderafdeling vaardigt minstens één bestuurslid af. Een bestuurslid van een bepaalde afdeling kan zich laten vervangen bij afwezigheid door een erkend lid van de betreffende afdeling op de maandelijkse vergadering. De namen en coördinaten van de bestuursleden zullen jaarlijks gepubliceerd worden in de eerste aflevering van het clubblad. Het bestuur duidt een scheidsrechterverantwoordelijke aan. Hij scheidsrechtersbelangen zowel binnen de club als naar het verbond.

behartigt

de

Tijdens de vergadering van de maand april beslissen de bestuursleden of ze hun mandaat nog voor het volgende jaar verlengen. Nieuwe afgevaardigde bestuursleden worden voorgedragen aan het voetbalbestuur. Bestuursleden engageren zich minstens voor één voetbalseizoen. Kandidaturen voor officiële functies opgelegd door KVV dienen ingediend bij de voorzitter vóór de maand april. Tijdens de bestuursvergadering van de maand april worden deze functies zoals jeugdverantwoordelijke, pupillenverantwoordelijke en damesverantwoordelijke bekrachtigd door het bestuur. Het voetbalbestuur kan drie personen afvaardigen naar de maandelijkse vergadering van het overkoepelende VZW-bestuur om zijn belangen te verdedigen.

33


bijlagen

2.1. Seniorenraad    

Is samengesteld uit afgevaardigden, trainers en/of begeleiders van de verschillende ploegen. Komt maandelijks bijeen. Behartigt de praktische en sportieve organisatie van de wedstrijden van senioren en veteranen. Duidt afgevaardigden aan die de afdeling vertegenwoordigen in het voetbalbestuur.

2.2. Jeugdraad     

Is samengesteld uit trainers en begeleiders van de verschillende ploegen. In de afdeling zijn specifieke functies voorzien: jeugdvoorzitter, jeugdverantwoordelijke en pupillenverantwoordelijke. Komt maandelijks bijeen. Behartigt de praktische en sportieve organisatie van de jeugdwedstrijden. Duidt afgevaardigden aan die de afdeling vertegenwoordigen in het voetbalbestuur.

2.3. Damesvoetbal  

Is samengesteld uit afgevaardigden, trainers en/of begeleiders van de verschillende dames- en meisjesploegen. Duidt afgevaardigden aan die de afdeling vertegenwoordigen in het voetbalbestuur.

2.4. Zaalvoetbal  

Duidt afgevaardigden aan die de afdeling vertegenwoordigen in het voetbalbestuur. In de afdeling zijn specifieke functies voorzien: voorzitter en secretaris. Deze functies worden opgelegd door het verbond.

3. LEDEN Elk lid van de afdeling Voetbal wordt aangesloten bij de Koninklijke Vlaamse Voetbalbond. Spelende leden betalen een jaarlijks lidgeld. Alle aangesloten leden worden verondersteld het intern reglement van de afdeling voetbal te kennen en te aanvaarden. Dit reglement ligt steeds ter inzage in het clublokaal. Elk lid verbindt zich ertoe geen enkele handeling te verrichten, die de vereniging in welke zin dan ook nadeel kan berokkenen.

34


bijlagen

Elk lid heeft het recht een wens, een suggestie of een ontevredenheid aan het bestuur kenbaar te maken. De kennisgeving gebeurt door een ondertekende brief, in een gesloten briefomslag, af te geven aan een bestuurslid. Anonieme brieven worden niet in aanmerking genomen. Het bestuur zal op een gepaste manier reageren. 4. LIDGELDEN Het bedrag van het lidgeld voor het volgende seizoen wordt vastgelegd door het overkoepelende VZW-bestuur van S.K. Berkenrode ten laatste in de maand april van het vorige seizoen. Lidgelden dienen principieel betaald vóór de aanvang van de eerste competitiewedstrijd. Bij het niet tijdig betalen van het lidgeld wordt het lidgeld verhoogd en heeft het bestuur het recht om een spelverbod op te leggen en de aansluitingskaart binnen te leveren bij het KVV. 5. BEGELEIDERS EN TRAINERS Elke begeleider/trainer is lid van S.K. Berkenrode afdeling Voetbal. Bij aanvaarding van zijn taak verbindt hij zich ertoe het algemeen doel van onze vereniging te volgen. De begeleider vormt een belangrijke schakel tussen spelers, ouders en club. Het bestuur verwacht van een begeleider en in de gevallen van toepassing ook van een trainer  Dat hij zijn taak ter harte neemt als “een goede huisvader”.  Dat hij zijn ploeg begeleidt voor, tijdens en na de wedstrijd.  Dat hij zorgt voor de uitnodigingen en dat iedere speler voldoende spelgelegenheid krijgt.  Dat hij zorgt voor de administratieve afhandeling van het wedstrijdgebeuren.  Dat hij de verplaatsing organiseert naar de uitwedstrijden op een verantwoorde manier.  Dat hij bij thuiswedstrijden zorgt voor de reiniging van de beide gebruikte kleedkamers en eventueel die van de scheidsrechter.  Dat hij extra aandacht heeft voor de nodige discipline in de kleedkamers zowel uit als thuis.  Dat hij zorgt voor de ploegopstelling in overleg met de trainer  Dat hij praktische afspraken maakt met de spelers om de goede werking van de ploeg te verzekeren.  Dat hij op regelmatige basis de vergaderingen bijwoont van zijn onderafdeling. 6. FAIR PLAY Er wordt van de aangesloten leden verwacht dat zij een positieve ingesteldheid hebben tegen zowel de eigen club als tegen de andere clubs, evenals verdraagzaamheid tegen andere leden ongeacht de afkomst, kleur of andere bijzonderheden. Op het veld gelden de regels van het KVV. De beslissingen van de scheidrechter, als vertegenwoordiger van het verbond, worden gerespecteerd. Indien er hieromtrent betwistingen zijn, worden ze via de begeleider aan het voetbalbestuur voorgelegd. Het bestuur beslist dan of er verdere stappen worden gezet. 35


bijlagen

7. VERPLICHTINGEN        

Respect voor begeleiders, trainers, medewerkers en bestuursleden. Respect voor de ter beschikking gestelde kledij, materialen en accommodatie. Naleven van gemaakte afspraken met begeleiders en trainers. Respecteren van het algemene rookverbod. Als aangesloten speler tracht je aanwezig te zijn op de training, tenzij anders afgesproken met trainer en/of ploegverantwoordelijke. Bij het niet kunnen aanwezig zijn op een wedstrijd waarvoor je bent uitgenodigd, dien je tijdig de begeleider te verwittigen. Elke speler ouder dan 12 jaar is verplicht bij officiële wedstrijden zijn identiteitskaart bij zich te hebben. Op en naast de voetbalterreinen van S.K. Berkenrode wordt uitsluitend Nederlands gesproken.

8. DISCIPLINAIRE MAATREGELEN Bij onsportief gedrag op of naast het veld of het niet respecteren van het intern reglement, heeft het bestuur het recht de speler of begeleider een disciplinaire maatregel op te leggen. Hiertegen is geen beroep mogelijk. Bij gele of rode kaarten opgelopen tijdens wedstrijden kan de club, ongeacht de straf uitgesproken door het verbond, supplementaire maatregelen treffen. De boetes uitgesproken door KVV kunnen verhaald worden op de betrokken leden. Ernstige inbreuken op dit reglement kunnen behandeld worden in de maandelijkse vergadering van het voetbalbestuur. ALLE GEVALLEN, IN HET HUIDIG REGLEMENT NIET VOORZIEN, WORDEN DOOR HET BESTUUR BESLIST.

36


bijlagen

6.2 Organogram VZW-bestuur S.K. Berkenrode seizoen 2010-2011 Voorzitter vzw

Ondervoorzitter

Secretaris

Penningmeester

Bestuurslid

Afgevaardigde tafeltennis

Afgevaardigde voetbal

Afgevaardigde

Verantwoordelijke

Krasseleerke

tapdienst

Verantwoordelijke website

Verantwoordelijke sponsoring/

Afgevaardigde fietsclub

korfbal Peter Kerckx

Francis Hendrickx Ingrid Verbeke

Patrick De Laet

Erik Roef

Frans Bauwelinck

Jan Meuldermans

Mieke Colpaert

Hilda Braspenning 37

Wouter Smets

Johanna Smagge

Eddy Wouters


bijlagen

6.3 Organogram voetbalbestuur S.K. Berkenrode seizoen 2010-2011

Ondervoorzitter

Secretaris

Verantwoordelijke

Verantwoordelijke

Verantwoordelijke

Verantwoordelijke

senioren

jeugd

zaal

dames

Verantwoordelijke

Verantwoordelijke

veteranen

pupillen

Ben Van Ael

Erik Roef

Nicolas Cardon

Ludo Van Echelpoel

Tom Verryckt

Bruno Gielis

Jan Van den Bergh

38

Sandy Van Coninckxloey


bijlagen

6.4 Organogram jeugdraad S.K. Berkenrode seizoen 2010-2011 VZW afdeling voetbal (voetbalbestuur)

seniorenraad

JEUGDRAAD

Jeugdverantwoordelijke

dames

zaalvoetbal

Jeugdsportcoördinator

Pupillenverantwoordelijke Begeleiders

Begeleiders

Begeleiders

Trainers

Trainers

pupillen

mini-miniemen

miniemen

pupillen

mini-miniemen

Begeleiders

Begeleiders

Trainers

Trainers

cadetten

scholieren

miniemen

cadetten

Begeleiders

Trainers

Trainers

junioren

scholieren

junioren

Keepertrainers

39


bijlagen

6.5 Het wedstrijdblad

40


bijlagen

Wat dient ingevuld te worden op het wedstrijdblad? (tekst is hier van toepassing van mini-miniemen t.e.m junioren)

VUL HET WEDSTRIJDBLAD STEEDS IN DRUKLETTERS IN!! Voor elke wedstrijd dient een wedstrijdblad te worden opgemaakt. Dit formulier moet min. 15 minuten voor aanvang van de wedstrijd aan de scheidsrechter overhandigd worden. De thuisploeg draagt zorg voor het wedstrijdblad. Het dient door beide ploegen volgens de op het wedstrijdblad vermelde instructies ingevuld te worden. De gele vakken worden door de thuisploeg ingevuld (de hoofding bij de bezoekers is niet verplicht, maar getuigt van een vriendelijke ontvangst). Dit wedstrijdblad in het voorbeeld is niet voor pupillen!  Wedstrijdnummer: (linksboven) Dit kan men terugvinden in de „voetbalkalender afdeling Antwerpen 2010-2011‟. Men zoekt eerst de datum van het betreffende speelweekend op. Daarna kijkt men naar de afdeling en reeks waarin je ploeg speelt. Onderaan de kolom kiest men het respectievelijke nummer dat met de wedstrijd overeen komt (bvb. Berkenrode staat als derde wedstrijd, dan kiest men het derde nummer in de rij).  Datum en uur: (linksboven) exacte datum en uur waarop de wedstrijd aanvangt. Stel dat in onderlinge overeenkomst de wedstrijd wordt verplaatst en het uur in de kalender niet meer klopt, kiest men voor de meest recente overeenkomst. Men moet dit immers toch op voorhand meedelen aan het verbond.  Thuisploeg en bezoekers: (linksboven) thuisploeg: BERKENRODE, bezoekers: zie kalender. Dit schrijft men opnieuw in de hoofding bovenaan de kader waar de spelers worden geschreven.  BLOSO-nummer: Voor Berkenrode is dit 1082. De BLOSO-nummers van de bezoekers vindt men terug in de voetbalkalender.  Afdeling en reeks: Bij afdeling wordt steeds JEUGD geschreven. Bij reeks wordt de leeftijdscategorie afgekort samen met het nummer van de reeks. SK Berkenrode speelt gedurende seizoen 2010-2011 in volgende jeugdreeksen: MM B, MM F, MIN D, CAD E, SCH D, JUN C.  Nummer: Rugnummers zijn niet verplicht op de voetbalshirts voor MM. MAAR: indien er wel met rugnummers wordt gespeeld, dienen zij ook op het wedstrijdformulier worden vermeld. Dit nummer moet wel uniek zijn.  NAAM + VOORNAAM: De spelers waarmee je de wedstrijd aanvangt, vul je steeds in op de eerste elf (9 voor MM) posities. De overige spelers vul je onder de dikkere lijn in. Deze dienen wel reeds voor de aanvang van de wedstrijd zijn ingevuld. Ook indien iemand de wedstrijd later aanvangt, maar wel komt opdagen, dient de naam van de speler al op het wedstrijdblad te staan. Geschorste spelers zijn niet speelgerechtigd en worden onder geen beding op het wedstrijdblad geschreven. Opmerking: Ten behoeve van de licentie- en paspoortcontrole verwachten de scheidsrechters dat de licenties (en paspoorten) worden aangeboden in dezelfde volgorde als ze op het wedstrijdblad vermeld worden. Tip: Maak als begeleider een overzichtslijstje aan van je spelers (Bvb.: Rugnummer, naam, voornaam en geboortedatum) en geef ze indien mogelijk een vaste rugnummer en steek je licenties in dezelfde volgorde als deze lijst.  Lidnummer: Optioneel in te vullen. Men vindt het rechts onderaan de licentie terug. M.a.w. je mag het invullen, maar het is niet verplicht.

41


bijlagen

 Geboortedatum: zie licentie en/of paspoort (spelers dienen vanaf 12 jaar verplicht hun identiteitskaart op zak te hebben).  (Onder)kapitein, terreinafgevaardigde, afgevaardigde thuisploeg, trainer, verzorger: Schrijf zeker op het wedstrijdblad volgende personen op: Kapitein, onderkapitein en terreinafgevaardigde. Elk van deze personen zet zijn handtekening op de lijn naast zijn eigen naam. De wedstrijd kan niet aanvangen zonder een terreinafgevaardigde! Indien er slechts één coach aanwezig is, vult deze zijn naam in bij terreinafgevaardigde en niet bij de ploegafgevaardigde! De terreinafgevaardigde moet geen groene medewerkerkaart hebben. Hij/zij moet wel minstens 18 jaar oud zijn en een aansluitingslicentie bij S.K. Berkenrode hebben. Hij/zij is in theorie een neutraal persoon en mag geen aanwijzingen geven aan de spelers tijdens de wedstrijd. Opmerking: bovenstaande personen die aanwezig zijn en op het wedstrijdblad vermeld staan dienen ook een band te dragen om in de neutrale zone te mogen. De terreinafgevaardigde draagt een witte band, alle anderen een band in de clubkleuren (dus rood, groen of rood-groen). De ploegkapitein draagt een band in een kleur verschillend van zijn/haar shirt (geen witte armband).  Handtekening terreinafgevaardigde voor ontvangst afschrift wedstrijdblad: Nadat het gehele wedstrijdformulier is ingevuld door beide partijen en de scheidsrechter, tekent de terreinafgevaardigde het wedstrijdblad in het aangeduide vakje. Bij uitwedstrijden tekent de ploegafgevaardigde of de kapitein het document. Het wedstrijdblad bestaat uit drie exemplaren in drie kleuren. Rechts bovenaan wordt vermeld wie welk exemplaar mee krijgt. Iedere doorhaling, overschrijving of toevoeging moet door de scheidsrechter geparafeerd worden. De wedstrijd mag niet aanvangen zonder ingevuld wedstrijdblad. Bij een ter plaatse afgelaste wedstrijd dient het wedstrijdblad ingevuld te worden alsof de wedstrijd normaal zou doorgegaan zijn. Fair play: Voor bekerwedstrijden moeten geen Fair Play briefjes ingevuld worden! Enkel voor competitiewedstrijden van senioren (eerste ploegen), dames en jeugd moet men de Fair Play briefjes laten invullen door de scheidsrechters. De kleuren van de Fair Play briefjes moeten gerespecteerd worden!

42


bijlagen

KONINKLIJKE VLAAMSE VOETBALBOND V.Z.W. UITSLAG PUPILLEN - REEKS DATUM:

THUISPLOEG UUR:

THUISPLOEG: LIDNR. NAAM IN DRUKLETTERS.

NAAM EN HANDTEKENING SCHEIDSRECHTER

BEZOEKERS

VOORNAAM.

BEZOEKERS: LIDNR. NAAM IN DRUKLETTERS.

GEB. DAT.

PLOEGVERANTWOORDELIJKE:

PLOEGVERANTWOORDELIJKE:

43

VOORNAAM.

GEB. DAT.


bijlagen

Wat dient ingevuld te worden op het wedstrijdblad? (tekst is hier van toepassing op pupillen)

VUL HET WEDSTRIJDBLAD STEEDS IN DRUKLETTERS IN!! De thuisploeg draagt zorg voor het wedstrijdblad. Het dient door beide ploegen volgens de op het wedstrijdblad vermelde instructies ingevuld te worden. De gele vakken worden door de thuisploeg ingevuld (de hoofding bij de bezoekers is niet verplicht, maar getuigt van een vriendelijke ontvangst). Dit wedstrijdblad in het voorbeeld is voor pupillen!  Reeks: De reeks is het nummer van de reeks waarin men speelt (A, B, C, D,…). Dit kan men terugvinden in de kalender voor pupillen. S.K. Berkenrode speelt gedurende seizoen 2010-2011 in de eerste ronde met twee pupillenploegen. Men schrijft enkel de letter van de reeks in het vakje.  Datum en uur: (linksboven) exacte datum en uur waarop de wedstrijd aanvangt. Stel dat in onderlinge overeenkomst de wedstrijd wordt verplaatst en het uur in de kalender niet meer klopt, kiest men voor de meest recente overeenkomst. Men moet dit immers toch op voorhand meedelen aan het verbond.  Thuisploeg en bezoekers: thuisploeg: BERKENRODE, bezoekers: zie kalender.  NAAM + VOORNAAM: Alle aanwezige spelers vul je op het wedstrijdblad in (zowel de startende spelers als de invallers). Men kan onbeperkt wisselen.  Lidnummer: Men vindt dit rechts onderaan de licentie terug.  Geboortedatum: zie licentie.  Ploegverantwoordelijke: Hier schrijft de ploegverantwoordelijke zijn naam, voornaam en handtekening.

44


bijlagen

6.6 Wedstrijdkenmerken

Klasse

Leeftijd

Speelveld (l x b in m)

Doel (b x h in m)

Aantal spelers per ploeg

Buiten spel

Vervangingen

Balnr.

Wedstrijdduur (min.)

Rust (min.)

Junioren

17-19 j

45 à 90 x 90 à 120

7,32 x 2,44

11 (min. 7 begin match min. 7 tijdens match)

ja

onbeperkt (opnieuw inzetbaar)

5

2 x 45

5 tot 15

Scholieren

15-16 j

45 à 90 x 90 à 120

7,32 x 2,44


ja


5

2 x 40

5 tot 15

Cadetten

13-14 j

45 à 90 x 90 à 120

7,32 x 2,44


ja


4

2 x 35

5 tot 15

Miniemen

11-12 j

45 à 90 x 90 à 120

7,32 x 2,44


ja


4

2 x 30

5 tot 15

Mini-miniemen

9-10 j

45 à 90 x 57 à 87

5x2


nee


4

2 x 25 (incl. 1 min. time-out per elftal)

10

Pupillen

6-8 j

45 à 90 x 28,5 à 43,5

3x2

7 (min. 6 begin en tijdens match)

nee


3

2 x 20

10

45

Inleiding. Het jeugdbestuur

Recommend Documents