Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
INLEIDING Uit onderzoek van de NCDO (Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling) uit 2009 blijkt dat 22% van de Nederlandse bevolking de millenniumdoelen kent en dat 23% er wel eens van gehoord heeft. Toch weet maar een kwart van de Nederlanders een millenniumdoel te noemen. Het meest genoemde millenniumdoel is het bestrijden van armoede en honger (millenniumdoel 1, zie pagina 2 voor de overige millenniumdoelen). De millenniumdoelen zouden in 2015 bereikt moeten zijn.
Van EPA’s, de Economische Partnerschaps Akkoorden, heeft vrijwel niemand gehoord. Buiten het kleine wereldje van ontwikkelingswerkers en betrokken politici weet vrijwel niemand dat er al sinds 2002 onderhandelingen over handel tussen de Europese Unie en 76 ontwikkelingslanden gaande zijn die moeten leiden tot het ondertekenen van de EPA’s. En dat terwijl de uitkomsten van deze onderhandelingen minstens net zo belangrijk zullen zijn voor het dagelijks leven van mensen in een ontwikkelingsland als het halen van de millenniumdoelen. Er is binnen ontwikkelingslanden en binnen de Europese Unie een fel debat gaande tussen de voor– en de tegenstanders van de EPA’s. In dit lespakket en op de bijbehorende website (http:// www.cmo.nl/epa/) duiken we wat dieper in de EPA’s in relatie tot de millenniumdoelen en de gevolgen voor het dagelijks leven van (kleine) producenten in ontwikkelingslanden. We reiken diverse bronnen aan zodat jullie jullie eigen conclusies kunnen trekken: is handel met Europa goed of slecht voor ontwikkelingslanden? Of is dat te algemeen en moeten we meer kijken naar welke groepen in de Europese Unie en ontwikkelingslanden profiteren van de onderlinge handel en welke niet? ______________________________________________________________________________________________ 1
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
MILLENNIUMDOELEN Na meer dan 25 jaar onderhandelen en redetwisten over het oplossen van de armoede in de wereld heeft de wereld acht doelstellingen opgesteld die door alle leden van de Verenigde Naties, door de Wereldbank en door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) worden onderschreven: de Millennium Development Goals, in het Nederlands aangeduid als de millenniumontwikkelingsdoelen of kortweg de millenniumdoelen.
In 2015 zijn extreme armoede en honger uitgebannen
De Algemene Vergadering van de VN In 2015 gaan alle jongens en meisjes naar school
In 2015 hebben mannen en vrouwen dezelfde rechten
In 2015 is kindersterfte sterk afgenomen
In december 2000 ondertekenen 189 regeringsleiders in New York tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Millenniumverklaring. In die verklaring zijn acht concrete doelen opgenomen:
Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft moet in 2015 zijn gehal
In 2015 sterven er minder vrouwen door zwangerschap
veerd ten opzichte van 1990. En dat geldt ook voor het aantal mensen dat honger heeft. In 2015 moeten alle kinderen op de wereld basisonderwijs volgen. In 2015 moet er gelijkwaardigheid zijn tussen mannen en vrouwen. In 2015 is de verspreiHet sterftecijfer van kinderen onder de vijf jaar moet in 2015 in ieder land ding van ziektes als met minimaal tweederde zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. aids en malaria gestopt De moedersterfte moet in 2015 met driekwart zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. Voor 2015 wordt een halt toegeroepen aan de verspreiding van hiv/aids, malaria en andere ziektes. Voor 2015 hebben we een blijvend goed (duurzaam) milieu. We stoppen het In 2015 leven meer onomkeerbare verlies van natuurlijke hulpbronnen. Het aantal mensen zonmensen in een duurzaam leefmilieu der toegang tot veilig drinkwater wordt gehalveerd en voor 2020 zijn de levensomstandigheden van minimaal 140 miljoen mensen in sloppenwijken aanzienlijk verbeterd. We gaan wereldwijd samenwerken op het gebied van ontwikkeling. We maken afspraken over goed bestuur, we maken eerlijk handel tussen landen mogelijk en er komt een eerlijk financieel systeem. We lossen het schuldenIn 2015 is er meer probleem van ontwikkelingslanden op en we zorgen dat ontwikkelingslanden eerlijke handel, schuldverlichting en hulp kunnen beschikken over nieuwe technologieën. 2 ______________________________________________________________________________________________
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
Europese ontwikkelingssamenwerking Europese ontwikkelingssamenwerking bestaat sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw. In eerste instantie richt de hulp zich alleen op landen in Afrika, later kwamen daar landen in Azië en Latijns Amerika bij. In 2009 wordt ontwikkelingshulp verleend aan meer dan 160 landen, gebieden of organisaties wereldwijd. De hulp concentreert zich vanaf het begin op armoedebestrijding. Vanaf 2000 richt de hulp van de Europese Unie als geheel en van de lidstaten afzonderlijk zich geheel op het bereiken van de millenniumdoelen.
Het grootste deel (42,7%) van het geld dat de Europese Unie uitgeeft voor ontwikkelingssamenwerking gaat naar zaken als onderwijs, gezondheidszorg, schoon drinkwater e.d., allemaal zaken die ertoe bijdragen dat armoede bestreden wordt. Maar ook andere sectoren dragen bij aan armoedebestrijding: het bevorderen van toerisme bijvoorbeeld. Mensen die voorheen werkeloos waren, kunnen dan een inkomen verdienen als gids of als verkoper van souvenirs. Ook het zorgen voor goedkope energie kan bijdragen aan armoedebestrijding. Iemand die in plaats van dure lampolie kan overschakelen op goedkopere elektriciteit houdt geld over dat aan andere zaken kan worden uitgegeven, aan schoolgeld bijvoorbeeld of aan medicijnen. De EU is goed voor meer dan de helft van alle ontwikkelingshulp in de wereld. Ontwikkelingssamenwerking en handel gaan bij de Europese Unie hand in hand. De EU stelt zich op het standpunt dat handel economische groei bevordert. En groei levert een land meer geld op dat vervolgens aan onderwijs, gezondheidszorg enz. kan worden uitgegeven. Samenvattend: ontwikkelingslanden kunnen op twee manieren profiteren van samenwerking met de Europese Unie: 1) Via ontwikkelingshulp (gebaseerd op de millenniumdoelen) 2) Via handel met Europa (gebaseerd op handelsverdragen) In dit lesproject gaan we onderzoeken of ontwikkelingslanden niet alleen via ontwikkelingshulp, maar ook via de handel kunnen profiteren van de samenwerking met de Europese Unie. Voordat we jullie een onderzoeksopdracht verstrekken om dat uit te zoeken, gaan we eerst wat dieper in op genoemde handelsverdragen. Zie daarvoor pagina’s 4 en 5.
______________________________________________________________________________________________ 3
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
ECONOMISCHE PARTNERSCHAPS AKKOORDEN (EPA’S) Met haar bijna 500 miljoen inwoners heeft de Europese Unie na China en India de grootste bevolking van de wereld. De EU is een economische wereldmacht en een belangrijk afzetgebied voor producten uit de hele wereld; 20% van alle handel in de wereld gaat van en naar de EU. De EU stelt zich op het standpunt dat handel economische groei bevordert en dus goed is voor ontwikkeling van een land. Economische groei levert een land geld op dat vervolgens aan onderwijs, gezondheidszorg enz. kan worden uitgegeven. In 1975 heeft de EU met 76 voormalige koloniën afspraken gemaakt over het wegnemen van handelsbelemmeringen. Deze landen noemen we de ACS-landen . A staat voor Afrika, C voor Caraïbisch Gebied en S voor landen in de Stille Oceaan. De ACS-landen zijn samen goed voor 750 miljoen (veelal arme) mensen.
De parlementen van de EU en ACS-landen bijeen; de EU is voor de ACS-landen niet alleen de grootste handelspartner, maar ook de grootste hulpdonor.
De ACS-landen krijgen voor bepaalde producten gemakkelijker toegang tot de EU dan andere landen. Bananen uit de Caraïben zijn daardoor goedkoper in de EU dan bananen uit LatijnsAmerika (op de bananen uit Latijns-Amerika komen extra belastingen in de vorm van importtarieven). De ‘bevoorrechte of preferentiële toegang’ tot de Europese markt is in 2001 verboden door de WTO (Wereldhandelsorganisatie) als zijnde in strijd met internationale handelsafspraken. De EU en ACS-landen krijgen tot 2008 de tijd om nieuwe afspraken te maken. In 2002 worden de EU en de ACS-landen het eens over de uitgangspunten voor een nieuwe onderhandelingsronde. De onderhandelingen moeten leiden tot nieuwe afspraken die de Economische Partnerschaps Akkoorden (EPA’s) worden genoemd. De EPA’s moeten aan een aantal principes voldoen, waarvan de belangrijkste zijn: 1. De EPA’s moeten in overeenstemming zijn met de regels van de WTO 2. De EPA’s moeten bijdragen aan de economische ontwikkeling van de ACS-landen onder de slogan ‘Not aid but trade’. EPA-onderhandelingen
4 ______________________________________________________________________________________________
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
Moeizame onderhandelingen De EPA’s moeten in overeenstemming zijn met de regels van de WTO. Dat houdt in de ACSlanden geen bevoorrechte positie meer mogen hebben en dat de EU en de ACS-landen hun grenzen moeten openstellen voor elkaars producten. Dit heet met een dure term: liberalisatie van de economie. Ook de term vrijhandel is van toepassing. De EPA’s zouden moeten gaan over goederen, diensten (zoals communicatie en transport), investeringen, overheidsaanbestedingen en intellectuele eigendomsrechten. De eerste fase van de onderhandelingen gaat over goederen (= producten uit industrie, landbouw, mijnbouw, bosbouw en visserij). De EU wil in dit stadium alleen met regio’s onderhandelen. De ACSlanden zijn in zes regio’s verdeeld (vier in Afrika, Caraïben en Stille Oceaan). Er zou een EPA voor elk van de zes regio’s ondertekend moeten worden op uiterlijk 31 december 2007.
De ACS-landen
Die datum ligt inmiddels achter ons. Alleen de Caraïben (15 landen) hebben een volledige EPA met de EU gesloten. De EU onderhandelt nu ook met afzonderlijke landen. De meeste ACSlanden weigeren echter te tekenen. Zij hebben grote bezwaren tegen de voorstellen: a) De ACS-landen verliezen een deel van hun inkomsten uit de importbelastingen, een van de weinige betrouwbare inkomstenbronnen die ze hebben; de landen willen meer tijd om die verliezen op te kunnen vangen; b) De ACS-landen kunnen niet concurreren met de Europese producten, die vaak met subsidies worden geproduceerd en op markten in ontwikkelingslanden worden afgezet. Een voorbeeld: bevroren kippendelen overstromen de markt in Kameroen. Een gedeelte daarvan komt uit Nederland. De geïmporteerde kippen zijn goedkoper dan de kippen die de lokale boeren produceren. Zij kunnen niet concurreren met hun Europese collega’s en raken een groot deel van hun inkomsten kwijt. Vooral die ongelijkwaardige concurrentiepositie ondervindt steeds meer kritiek van lokale, regionale en internationale organisaties. Om hun steun aan de kleine producenten in de ACSlanden te betuigen, organiseert een groot aantal Europese organisaties op 27 september 2004 de eerste STOP EPA-dag (sindsdien een jaarlijks terugkerende dag). De organisatoren produceren ook een gezamenlijk pamflet: ‘Zes redenen om tegen de EPA’s in hun huidige vorm te zijn’*. De Europese Unie reageert daarop met het stuk ‘Zes misvattingen over de EPA’s’*. Wie heeft er gelijk? Onderzoek de argumenten van de voor– en de tegenstanders van de EPA's en meng je in het debat. Op de volgende pagina's en op de bijbehorende website vind je vijf case studies waaruit je een keuze kunt maken. Succes daarmee! * Beide teksten kun je vinden op de website http://www.cmo.nl/epa/. Op de website vind je nog meer informatie over millenniumdoelen, de EPA’s en de case studies.
______________________________________________________________________________________________ 5
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
CASE STUDIES Jullie onderzoeken in groepen wat de impact van EPA’s is op het dagelijks leven van mensen in ontwikkelingslanden. We nemen steeds één product en één land onder de loep. Case study 1: Melk(producten) Tanzania Afrika Case study 2: Tomaten Ghana Afrika Case study 3: Visserijproducten Mauritanië Afrika Case study 4: Water Fiji Eiland in de Stille Oceaan Case study 5: Bananen Windward Eilanden Caraïben ___________________________________________________________________________
CASE STUDY 5: Bananen op de Windward Eilanden Bananen staan vijfde op de lijst van meest verhandelde landbouwproducten in de wereld (na granen, suiker, koffie en cacao). Van de 86 miljoen ton bananen die jaarlijks wordt geproduceerd, wordt maar 14% op de wereldmarkt verhandeld. Er zijn ongeveer 100 landen die bananen produceren. De twee grootste bananenproducerende landen, India en Brazilië, produceren vooral voor binnenlands gebruik. Voor 15 landen, voornamelijk in Latijns Amerika en de Caraïben, is de bananenexport van levensbelang. De wereldmarkt is in handen van vijf bedrijven: Chiquita 25% (VS), Dole 25% (VS), Del Monte 15% (VS-Chili), Noboa 11% (Ecuador) en Fyffes 8% (Ierland); samen goed voor 84%. Deze vijf bedrijven produceren of kopen (Fyffes) hun bananen met name in Latijns Amerika. De rest komt van kleine ondernemingen uit de Caraïben (8%), Afrika en Azië. De Europese Unie onderscheidt drie soorten bananen: eurobananen (afkomstig uit (koloniën van) de EU zelf: Canarische Eiland (Spanje), Madeira (Portugal), Guadeloupe en Martinique (Frankrijk) en Griekenland), ACS-bananen (afkomstig uit ex-koloniën van de EU, de ACSlanden) en dollarbananen (geproduceerd door Amerikaanse bedrijven in Latijns Amerika). De eurobananen hebben vrije toegang omdat ze uit de EU zelf afkomstig zijn. De ACS-bananen kregen eveneens vrije toegang. Op de dollarbananen werden hoge importtarieven geheven. Dankzij de importtarieven op dollarbananen konden de Caraïben, waaronder de Windward Eilanden (Dominica, St. Lucia, St. Vincent en de Grenadines, Grenada), concurreren met de dollarbananen (die de helft goedkoper kunnen worden geproduceerd door betere klimaat, vruchtbare gronden en slechtere arbeidsomstandigheden). Na een klacht van Chiquita en de VS heeft de Wereldhandelsorganisatie WTO de ongelijke behandeling van ACS-bananen en dollarbananen door de EU verboden.
22 _____________________________________________________________________________________________
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
Gezamenlijke verklaring over bananen De partners erkennen het belang van bananen voor de economische ontwikkeling van een aantal landen in CARIFORUM als het gaat om ontwikkeling, buitenlandse handel en sociale en politieke stabiliteit. De partners erkennen dat de bananenexport uit CARIFORUM naar de EU in het verleden geholpen is door voordelige importtarieven en dat handhaving van een dergelijke preferentiële behandeling zo lang als dat mogelijk is bijdraagt aan de voordelen die voortkomen uit deze overeenkomst. Binnen het framework van de beschikbare fondsen van de EuropeDe onderhandelaars van se Commissie zullen beide partijen beslissen over het programma EU en CARIFORUM van fondsen, bovenop de acties die al zijn ondernomen en met respect voor de nog steeds aanwezige fondsen van het Speciale Framework voor Ondersteuning (SFA), dat de bananenindustrie van CARIFORUM zal helpen om zich verder aan te passen aan de nieuwe uitdagingen, met inbegrip van activiteiten die gericht zijn op de verhoging van de productiviteit en het concurrentievermogen, de ontwikkeling van alternatieven binnen en buiten de bananenindustrie, met aandacht voor de sociale gevolgen die voortkomen uit veranderingen in de sector en met aandacht voor de bestrijding van rampen. Bron: Agriculture and Preferential Trade Relations with ACP Countries—The EC-CARIFORUM EPA EPA en jouw toekomst De Associatie van Caribische boeren, WINFA, is bezorgd over het feit dat alle producenten, met name in de landbouwsectoren, buiten het onderhandelingsproces zijn gehouden. Met hun opvattingen wordt geen rekening gehouden. Een belangrijke zorg van ons allen zou het gebrek aan informatie moeten zijn over de details van de onderhandelingen. De direct betrokkenen wordt niets gevraagd. Vrijhandel wordt door de onderhandelaars gepresenteerd als van het grootste belang voor de economieën van ACS-landen. Is dat werkelijk zo? Voelen de Caribische boeren dat ook zo? Hier zijn enkele vragen om over na te denken: Zijn er concrete plannen om de ontwikkeling van onze mensen te promoten of wordt ons gouden bergen beloofd zonder een reële kans op succes? Wat gebeurt er met de bananenboeren als de quota worden opgeheven? Kan de bananensector dat overleven? Kunnen onze economieën en producten op een eerlijke wijze concurreren met producten uit EU-landen? Voorspoed - geen armoede voor boeren en voor onze plattelandsbevolking! Zorg dat je betrokken raakt! Het gaat om JOUW middelen van bestaan! Verhef je stem!
Bron: folder van WINFA
Fairtrade-bananen Producenten van Fairtrade-producten ontvangen een prijs die altijd de productiekosten dekt met daarbovenop een extra premie voor investeringen in projecten in de lokale gemeenschap. Op de Windward Eilanden Dominica, St. Lucia en St. Vincent worden bananen onder een Fairtrade-protocol geteeld. De boeren zijn verplicht om hun bananen te telen onder de strikte criteria van GlobalGAP (The Global Partnership for Safe and Sustainable Agriculture), volgens welke de boeren gecertificeerd moeten zijn en hun productiemethoden veilig, milieuvriendelijk en sociaal verantwoordelijk. De criteria voor voedselveiligheid houden in: herleidbaarheid, zorgvuldige administratie, interne zelfcontroles, goede na-oogstprocedures en geen enkel gebruik van chemische middelen. Bron: Windward Islands Fairtrade-flyer _____________________________________________________________________________________________ 23
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
Interview met Renwick Rose
De EPA-onderhandelingen werden in het geheim gevoerd. Boerenorganisaties en vakbonden werden niet gehoord. Wij kregen geen details over de inzet van de onderhandelingen. Wij hebben de bananen als voorbeeld gebruikt om aan de gewone mensen te laten zien wat de gevolgen van een EPA zouden zijn. Een EPA is nogal een technisch iets. Een gewone boer of visser begrijpt daar niets van. We hebben ons met heel veel moeite moeten inwerken in de EPA’s om ons punt over het voetlicht te krijgen. Wij zien de EPA als anti-mensen, als anti-ontwikkeling. De EPA heeft niet gebracht wat ons beloofd werd. Wij zouden niet slechter af zijn! Maar vlak na de ondertekening bleek pas dat de Windward Eilanden na een weigering om te tekenen terug zou kunnen vallen op de Everything But Arms-regeling waardoor we onze voorkeursbehandeling zouden hebben behouden. Ook van de regionale integratie is niets terechtgekomen. Er gaan geen bananen van de Windward Eilanden naar andere (ei)landen in de Caraïben. Er gaan wel bananen van Antigua naar Miami omdat ze met een vrachtschip mee kunnen dat het eiland elke week aandoet. Maar er gaan geen bananen van Antigua naar Dominica waar veel toeristen komen en die ook graag een banaan lusten omdat er geen vrachtschip tussen de eilanden vaart, hoewel de mensen op de eilanden elkaars eiland kunnen zien liggen. De EPA-onderhandelingen waren niet eerlijk. De EU heeft doorgewinterde, dikbetaalde ambtenaren ingezet; zij spraken namens de EU met één stem. Maar de belangen van de Caribische landen lopen sterk uiteen. De een wil zijn bananenexport behouden, de ander heeft een sterke toeristenindustrie, een derde heeft vooral belangen in de dienstensector. CARIFORUM had geen echt mandaat van de Caribische landen. De EU heeft ons tegen elkaar uitgespeeld (divide and rule). Ze hebben ons gezegd dat de bananenexport naar de EU zou wegvallen als we de EPA niet zouden tekenen. De EPA-onderhandelingen met de Caraïben zijn misbruikt om de andere regio’s in Afrika en de Stille Oceaan onder druk te zetten.
Bron: interview afgenomen in februari 2009 in Reading (UK)
Eerlijke handel en mondiale rechtvaardigheid - de casus van de bananen in St. Vincent De bananenindustrie is vlak na de Tweede Wereldoorlog op de Windward Eilanden opgezet door Britten als alternatief voor de suikerindustrie. Dankzij het voorkeurssysteem (bananen van buiten de Britse kolonies kregen hoge importtarieven) kon de bananenindustrie floreren. De bananenboeren op de eilanden konden rentevrije leningen krijgen en werden geholpen met trainingen en kunstmest. In vijf jaar tijd (1954-1959) verdrievoudigde de bananenproductie. Toen Engeland lid werd van de EU nam de EU het voorkeurssysteem over. Meer dan 70% van de bevolking was toen afhankelijk van de bananenteelt en de Windward Eilanden zorgden voor 1% van de wereldhandel in bananen. Aan dit alles kwam een einde toen het voorkeurssysteem onder druk van de WTO en EPA-onderhandelingen afgeschaft werd. In enkele jaren tijd daalde de productie met 65%. Het aantal bananenboeren liep terug van 24.000 in 1990 naar 5.000 nu. Velen verhuisden naar de stad of emigreerden. Velen werden werkeloos. De bananenindustrie leek op sterven na dood. De redding kwam van de Fair Trade Labeling Organisations International (FLO). Die sloot een deal met WINFA om Fair Trade -bananen te gaan telen. Aanvankelijk was er weinig animo (een ‘eerlijke’ teelt zonder kunstmest is veel moeilijker te realiseren), maar velen moesten wel om niet brodeloos te worden. Nu is 80% van de bananenboeren een Fair Trade-bananenteler. FLO garandeert een eerlijke (minimum)prijs die momenteel tussen de 29 en 41% hoger ligt dan de wereldmarktprijs. Bovendien geeft ze één dollar extra op elke doos met 18 kilo bananen voor gemeenschapsprojecten. Er zijn op St. Vincent momenteel 17 bananencoöperaties met tussen de 25 en 100 leden. Van die ‘sociale premies’ (jaarlijks goed voor zo’n honderdduizend euro) zijn de afgelopen jaren vooral scholen en gezondheidsklinieken gebouwd. De doelen van die sociale premies worden vooral door vrouwen gekozen. In die zin dragen de contracten met FLO ook nog eens bij aan emancipatie. Van de bananenexport van de Windward Eilanden gaat 75% naar Engeland naar vier supermarktketens. De casus van de Fair Trade-bananen geldt wereldwijd als één van de succesverhalen van eerlijke handel. Bron: Anna Torgerson op http://www.culturalshifts.com/archives/163/ 24 _____________________________________________________________________________________________
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
EPA - stand van zaken De Windward Eilanden is een geografische aanduiding, maar geen politieke eenheid. Je zou de naam kunnen vertalen als Bovenwindse Eilanden, maar voor ons Nederlanders is dat verwarrend, omdat vlakbij de Bovenwindse Eilanden van de Nederlandse Antillen liggen. De vier landen die samen de Windward Eilanden vormen, behoren tot het handelsblok CARIFORUM in de Caraïben, de C uit de ACS-landen. 14 landen van CARIFORUM hebben in oktober 2008 een volledige EPA getekend, als enige van de zes handelsblokken waarmee de EU heeft onderhandeld. Haïti, het 15e land, heeft getekend in december 2009. “De EPA ondertekenen was onvermijdelijk”, zegt ministerpresident Gonsalves van St. Vincent en de Grenadines. “Ik zal de EPA niet als godsgeschenk verkopen, maar als iets wat ik moest doen.” Minister-president Skerrit van Dominica zegt dat met het onderteken van de EPA de bananenindustrie op de Windward Eilanden gered is. “Als we er niet in geslaagd zouden zijn om onze handel met de Europese Unie via de EPA te reguleren, dan zou ieder land naar de Wereldhandelsorganisatie kunnen stappen en rapporteren dat wij van de Windward Eilanden onze bananen illegaal verkopen.” Hij verzekerde de bananenboeren dat niet tekenen zou hebben geleid tot sancties (lees: hoge importtarieven) op de bananenexport. Protesten tegen ondertekening, protesten die ook na de ondertekening zijn doorgegaan, komen vooral van WINFA, de Windward Islands National Farmers’ Association. De aangesloten boeren vragen zich hardop af wat er met hen zal gebeuren na ondertekening van de EPA en of de landbouwsector met de EPA wel overlevingskansen heeft. WINFA is ook de grote initiator van de protesten in het kader van de jaarlijkse Stop EPA-Dag op 27 september die ook op de Windward Eilanden zijn weerklank vindt.
Op de website (http://www.cmo.nl/epa) kun je meer lezen over de Windward Eilanden en de EPA’s. Onderzoeksopdracht Lees de teksten in de lesbrief en op de website (http://www.cmo.nl/epa/) en beantwoordt de volgende vragen: Profiteren de Windward Eilanden van de handelsbetrekkingen met de Europese Unie? Welke argumenten vóór en welke argumenten tégen de EPA’s kunnen jullie vinden? Weeg de argumenten tegen elkaar af en trek vervolgens jullie eigen conclusie(s). Die conclusie(s) kunnen jullie uitwerken op de pagina’s 26-27. Op de pagina’s 2830 vinden jullie suggesties voor de presentatie van jullie conclusie(s). _____________________________________________________________________________________________ 25
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
Onderzoeksopdracht De onderzoeksopdracht gaat over de gevolgen van Economische Partnerschaps Akkoorden (EPA’s). Een Economisch Partnerschaps Akkoord is een verdrag dat bepaalt hoe de handelsrelaties er uitzien tussen de Europese Unie en de ACS-landen (oud-kolonieën van de Europese landen uit Afrika, de Cariben en de Stille (of Pacifische) Oceaan). Om de onderzoeksopdracht goed te kunnen uitvoeren, is het nodig dat je de informatie in deze lesbrief én de informatie op de bijbehorende website (http://www.cmo.nl/epa/) bestudeert. Het lastige van het EPA-verhaal is dat de EPA-onderhandelingen in verschillende stadia zijn. Er is nog maar één volledige regionale EPA afgesloten, tussen de EU en de landen van de Caraïben. Deze EPA is op 1 januari 2008 van kracht geworden. Daarnaast zijn er enkele interimEPA’s, tussentijdse EPA’s over handel in goederen, afgesloten tussen de EU en afzonderlijke landen in de andere vijf regio’s waarmee de EU onderhandelt. Veel is er dan ook nog niet bekend over de gevolgen van de EPA’s voor het dagelijks leven van mensen in ontwikkelingslanden. Wel zijn er lessen te trekken uit het verleden en spreken allerlei mensen hun verwachtingen uit over toekomstige ontwikkelingen. Het is aan jullie om de verschillende visies, de lessen uit het verleden en de toekomstverwachtingen van diverse mensen onderling te wegen en jullie eigen conclusies te trekken, liefst met redenen onderbouwd. Daartoe kun je jezelf de volgende deelvragen stellen: Deelvragen bij de EPA-onderhandelingen: Welke argumenten vóór het sluiten van een EPA door Tanzania/Ghana/Mauritanië/Fiji/ Windward Eilanden heb kun je vinden? Welke argumenten tégen het sluiten van een EPA door Tanzania/Ghana/Mauritanië/Fiji/ Windward Eilanden heb kun je vinden? Wie in Tanzania/Ghana/Mauritanië/Fiji/Windward Eilanden zal van het sluiten van een EPA profiteren? Voor wie in Tanzania/Ghana/Mauritanië/Fiji/Windward Eilanden is het sluiten van een EPA ongunstig?
Slotvraag Dit alles leidt tot de slotvraag: Stel, jij bent benoemd tot adviseur van de regering van Tanzania/Ghana/Mauritanië/Fiji/ Windward Eilanden. Wat zou jij de regering aanraden: Teken het EPA wel (en waarom dan wel?) of Teken het EPA niet (en waarom dan niet?)
26 _____________________________________________________________________________________________
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
De antwoorden op de deelvragen zullen je hopelijk inzicht geven in de verschillende visies op het afsluiten van een Economisch Partnerschaps Akkoord. Ze geven je misschien inzicht in de lessen die uit het verleden te trekken zijn en kunnen wellicht leiden tot een gunstige of ongunstige toekomstverwachting. Antwoorden op de deelvragen bij de EPA-onderhandelingen:
Conclusies bij de slotvraag (met argumenten) Ik, adviseur van de regering van Tanzania/Ghana/Mauritanië/Fiji/Windward Eilanden, raad de regering aan: het EPA wel te ondertekenen, omdat
het EPA niet te ondertekenen, omdat
_____________________________________________________________________________________________ 27
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
Suggesties voor presentaties Zoek een goede vorm om de resultaten van het onderzoek aan anderen te presenteren. Je kunt ervoor kiezen om er een website of powerpointpresentatie van te maken, je kunt in de huid van een onderzoeksjournalist kruipen en er een artikel (ook te gebruiken voor de schoolkrant) of radio-uitzending van maken. Misschien kun je er een fototentoonstelling van maken? Of een combinatie van verschillende vormen? Hoe dan ook, de vorm is geheel vrij zolang maar uit je presentatie duidelijk is dat je op grond van argumenten bent gekomen tot de conclusies die je presenteert.
Powerpointpresentatie Een Powerpointpresentatie is een veel gebruikte, vaak gelikt eruit ziende manier om je conclusies over het voetlicht te brengen. Juist omdat het vaak gebruikt wordt, is het niet zo origineel, maar waarom zou je het wiel opnieuw moeten uitvinden? Zorg wel voor een goede afwisseling van tekst en beeld en werk gestaag toe in je opbouw naar je eindconclusie. Je presentatie wint veel aan kracht als je ook video in je presentatie kunt opnemen. Op internet vind je daarvoor op meer plekken een goede handleiding. Website Met een beetje kennis van html of een CMS (zoals Joomla of Drupal) kun je al een mooie website bouwen. Voordeel van een website is dat je naast teksten illustraties ook bewegende beelden (animaties, filmpjes) kunt integreren en dat je links naar andere websites kunt leggen. Kun je (nog) niet met html overweg? Geen punt. Met de Websitemaker van Kennisnet maak je gratis en zonder kennis van html in makkelijke stappen je eigen website. Zie daarvoor http://www.websitemaker.nl.
28 _____________________________________________________________________________________________
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
Onderzoeksjournalistiek: artikel of radio-uitzending Onderzoeksjournalistiek is kritische en diepgravende journalistiek. Kritisch wil zeggen dat de journalistiek niet slechts fungeert als doorgeefluik van ‘nieuws’ dat er al was, maar dat nieuws wordt gemaakt dat er zonder dat journalistiek ingrijpen niet zou zijn geweest. Dit kan gebeuren door het creëren van nieuwe feiten, maar ook door reeds bestaande feiten op een nieuwe manier te interpreteren of met elkaar in verband te brengen. Diepgravend wil zeggen dat substantiële eigen journalistiek inspanning is verricht, hetzij in kwantitatieve zin -veel tijd gestoken in het onderzoek, veel bronnen geraadpleegd, etcetera- hetzij in kwalitatieve zin -scherpe vragen geformuleerd, nieuwe benaderingen opgepakt, etcetera-, hetzij een combinatie daarvan. Met deze definitie als basis onderscheiden we drie soorten onderzoeksjournalistiek, die overigens kunnen overlappen. 1. Schandalen blootleggen. Gericht op het opsporen van overtredingen van wetten, regels of fatsoensnormen, door organisaties of personen. 2. Toetsing van beleid of functioneren van overheid, bedrijven en andere organisaties. 3. Signaleren van sociale, economische, politieke en culturele trends. Gericht op het opsporen van veranderingen in de samenleving. Een onderzoeksjournalist die zich met de gevolgen van de EPA’s bezighoudt, valt onder type 2: ‘toetsing van beleid’ (zie voor verdere informatie http://www.vvoj.nl/ cms/vereniging/profiel/onderzoeksjournalistiek). De resultaten van je onderzoeksjournalistiek kun je presenteren in de vorm van een (kranten-)artikel of een radio-uitzending. Kenmerk daarvan dient de zoektocht naar ‘de waarheid’ te zijn en hoor en wederhoor: je laat voor– en tegenstanders aan het woord (voor een radiouitzending speel je dat na; het zal je niet lukken om de echte Eurocommissaris voor Handel in je uitzending te krijgen) en waar mogelijk trek je eigen conclusies. (Tegeltjeswijsheid van onderzoeksjournalist Gerard Legebeke, voormalig eindredacteur van Argos, † 2008)
Hoorspel, rollenspel of drama Als je voor een radio-uitzending een interview naspeelt, ben je al bezig met dramatiseren. Je kunt dat ook ten dienste doen van een hoorspel of drama. In een hoorspel over de EPA’s kun je een overleg tussen EU– en ACS-onderhandelaren naspelen, of een protestbijeenkomst tegen EPA’s. Je kunt ook een voorlichtingsprogramma maken voor kleine boeren over de belemmeringen of kansen die de EPA’s hen bieden. Schrijf de rollen uit en oefen enkele keren voordat jullie het resultaat op de planken brengen. Of je speelt de situatie na waarin alle ACS-landen een EPA met de EU hebben gesloten. Hoe ziet de wereld er dan volgens jullie uit? _____________________________________________________________________________________________ 29
Handel met Europa - Goed of slecht voor ontwikkelingslanden?
Fotopresentatie, fotoverslag of fotocollage Foto’s zeggen vaak meer dan woorden. Jullie kunnen proberen foto’s op internet te vinden, de ambassade van het onderzochte land schrijven of contact proberen te leggen met non-gouvernementele organisaties in Europa of een van de ACS-landen. Je kunt met foto’s de voor– en nadelen van EPA’s proberen duidelijk te maken, eventueel met korte toelichtende teksten zoals je wel op tentoonstellingen in musea ziet.
Rap of lied Jullie kunnen de conclusies uit je onderzoek of de aanbevelingen in je rol van regeringsadviseur ook verwoorden in een rap of lied. Als je een bestaande melodie neemt die iedereen kent, kun je het refrein ook laten meezingen.
Reeks stellingen of gastles Jullie kunnen jullie bevindingen ten aanzien van EPA’s in het land en de case study die jullie onderzocht hebben ook toelichten aan de hand van een aantal stellingen. Het is echter niet eenvoudig om goede stellingen te bedenken waarin jullie alles kwijt kunnen wat jullie gevonden hebben. Stellingen kunnen wel leiden tot levendige discussies. Een voorbeeld van zo’n stelling zou kunnen zijn: ‘Tanzania/Ghana/Mauritanië/Fiji/Windward Eilanden heeft/hebben meer tijd nodig om de gevolgen van het sluiten van een EPA te kunnen opvangen’. De stellingen kunnen jullie ook verwerken in een gastles die jullie aan jullie klasgenoten geven. Maak een lesopzet voor een half uur rondom die stellingen. Geef ze informatie over de case study en het land dat jullie onderzocht hebben en laat ze vragen stellen. Verzin ook enkele opdrachten waarmee ze met het door jullie aangereikte materiaal aan de slag kunnen gaan.
30 _____________________________________________________________________________________________