USER MANUAL 34910
INLEIDING Ons unieke draadloze digitale foto-/videorecordersysteem met bewegingsmelder bewaakt het gebied dat u zelf kiest. Wanneer de hoofdunit geactiveerd wordt, bewaakt de bewegingsmelder het door u gekozen gebied. Wanneer het systeem beweging detecteert, wordt de digitale camera ingeschakeld om video- of fotobeelden te maken. BELANGRIJKE TIPS VOOR DE VEILIGHEID 1. Installeer het systeem niet op een plaats waar het wordt blootgesteld aan direct zonlicht of regen. 2. De sirene van het systeem (optioneel) produceert erg veel geluid; plaats deze nooit in de buurt van uw oor. 3. Plaats de unit niet in de buurt van warmtebronnen, zoals radiatoren, verwarmingskanalen en kachels. 4. Als het systeem op willekeurige momenten afgaat, is het mogelijk dat het zich te dicht in de buurt van een warmtebron bevindt; de oplossing kan zijn om de unit te verplaatsen of te verdraaien. 5. Het systeem kan een waardevolle bescherming van uw huis en eigendommen wanneer het op de juiste manier wordt gebruikt. Deze unit biedt echter geen volledige bescherming tegen inbraak of beroving. Daarom aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid voor verliezen of schade die ontstaan tijdens het gebruik van dit product. OMSCHRIJVING VAN DE COMPONENTEN
4
3 MIC DC 9V
1. Antenne 2. Antenneaansluiting 2 3. Lens 1 4. Infrarood-LED 5. Bewegingsdetectorlens 6. Micro 7. Voedingsaansluiting, 9 VDC 8. Afstandinstelschakelaar voor de bewegingsmelder 9. Webcamschakelaar 9 10. SD-geheugenkaartslot 10 11. Mini USB-aansluiting 12. Fotocel 11 12 13. LCD 14. Programmeertoetsenbord 15. Externe aansluiting 16. Batterijcompartimentdeksel 17. Keuzeschakelaar alkalinebatterij/oplaadbare batterij
5
LOW HI
13 15
6 7 8
16 14
17
FUNCTIES • Digitale foto- en video & audio-camera met activering via bewegingssensor • Programmeerbare opnamewijze: foto’s (640 x 480 JPG) of video (640 x 480 AVI) • Kan geprogrammeerd worden voor permanente video-opname, of voor opname na activering via signaal van sensor • HI/LO-schakelaar voor PIR-detectieafstand • LCD-scherm met 14 cijfers en functie-icoon • Programmeerbaar wachtwoord van 4 cijfers • COMS beeldsensor met 300.000 pixels
• Infrarode LED-technologie zorgt voor helder beeld in donkere ruimte • SD-geheugenkaart voor opslag van foto’s/video’s (inbegrepen) • Ondersteunt SD-kaarten tot 32 GB • Datum- en tijdsaanduiding op foto’s en video’s • Opslag met datum & tijd in bestandsnaam voor duidelijk overzicht • Automatisch overschrijven van opnames in lussen • LED-indicator voor laag batterijniveau, LED-indicator voor wisselstroom • Werkt met netstroomadapter (inbegrepen) en 4 AAA-batterijen als back-up (niet inbegrepen) • Compatibel met maximaal 12 extra draadloze bewegingssensoren of draadloze deur/venstersensoren & 8 draadloze afstandsbedieningen ter uitbreiding van het systeem • Verzending van draadloos signaal voor activering van automatische oproep of draadloos ACstopcontact of draadloze lamphouder of draadloze buitensirene/zwaailicht • Draaibare bevestigingskit voor aan de muur • Afbeeldingen eenvoudig op uw pc of laptop te bekijken via SD-kaart, ondersteuning van UART/USB 1.1 • Webcamfunctie voor pc (met MS-Windows driver voor Win2000, WinME, WinXP, VISTA) • Draadloze afstandsbediening voor INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN/PANIEK
INSTALLEREN
1. Verwijder de schroef van het deksel van het batterij- en SD-kaartcompartiment (afb.1). 2. Plaats de SD-geheugenkaart in het SD-kaartslot op de camera. (Op de LCD-display wordt het ‘SD’pictogram verlicht) (afb. 2).
1/DEL 2/ENT
ER 3/UP 0/DOW N
FUNCT
ION
1/DEL
2/ENTER
3/UP
(Fig.1)
0/DOWN
FUNCTION
(Fig.2)
3. Plaats 4 ‘AAA-alkalinebatterijen (niet standaard meegeleverd) of 4 ‘AAA’ NI-MH-oplaadbare batterijen van 700mAh (niet standaard meegeleverd). Dit is de back-upvoeding die gebruikt wordt bij een stroomonderbreking. Op deze batterij zal de unit ongeveer 3 tot 4 uur werken (afb. 3). Belangrijk: In het batterijcompartiment bevindt zich een keuzeschakelaar ‘ALKALINE/RECHARGE’. Als U oplaadbare batterijen gebruikt, moet de schakelaar ingesteld worden op de stand ‘RECHARGE’. 4. Als de unit geleverd wordt met een externe antenne, draait u deze rechtsom (met de wijzers van de klok mee) in de aansluiting (afb. 4). 1/DEL 2/ENT
ER 3/UP
AAA
0/DOW N
FUNCT
ION
AAA
1/DEL
2/ENTER
3/UP
0/DOWN
FUNCTION
ALKALINE
AAA AAA
(Fig.3) (Fig.4)
ALKALINE
RECHARGE RECHARGE
5. Sluit de stekker van de voedingsadapter aan op de aansluiting 9 VDC’ van de unit. De status-LED’ ‘voeding/alarm’ geactiveerd gaat branden. (Afb. 5)
1/DEL
2/ENTER
3/UP
0/DOWN
(Fig.6)
FUNCTION
MIC DC 9V
(Fig.5)
LOW HI
6. Montage aan de wand (indien gewenst) Kies een geschikte locatie, circa 1,5 tot 2,0 meter boven de vloer, boor gaten in de wand, plaats pluggen en schroef de steun vast. Plaats de unit in de steun en schuif deze omlaag tot deze goed vastzit (afb. 6a). U kunt de steun verdraaien en kantelen om het te bewaken gebied optimaal te bestrijken. (Afb. 6b).
1.5~2M
1.5~2M
DC 9V Adaptor
(Fig.7a)
(Fig.7b)
HET SYSTEEM INSTELLEN • Dit programma kan alleen gebruikt worden wanneer de unit stand-by is. Als u tijdens het instellen 10 seconden geen toets indrukt, wordt de instelfunctie automatisch afgesloten. • De fabrieksinstelling van het wachtwoord is 0-0-0. U kunt dit naar eigen inzicht veranderen. 1. Het wachtwoord veranderen a. Houd de toets [FUNCTION] gedurende 3 seconden ingedrukt. U hoort dan een piepsignaal. Voer dan het bestaande wachtwoord (de fabrieksinstelling is 0-0-0) in. Druk nogmaals op de toets [FUNCTION]. Op de LCD-display gaat de melding ‘PASSWORD’ knipperen (afb. 9). b. Druk op de toets [2/ENTER] om te bevestigen dat u inderdaad het wachtwoord wilt wijzigen. c. Voer het nieuwe wachtwoord in en houd vervolgens de toets [2/ENTER] gedurende 3 seconden ingedrukt om het nieuwe wachtwoord te bevestigen. (U kunt voor het wachtwoord 3 of 4 cijfers gebruiken.) d. U kunt nu de toets [0/PIJL PIJL OMLAAG] of [3/PIJL OMHOOG] indrukken om andere instellingen te veranderen of zes keer op [FUNCTION] drukken om de instelfunctie af te sluiten. Opmerking: als u het wachtwoord vergeten bent, houdt u de toetsen [1/DEL] en [0/PIJL OMLAAG] gelijktijdig gedurende 3 seconden ingedrukt. U hoort dan een pieptoon, waarmee het systeem aangeeft dat het wachtwoord gereset is naar de fabrieksinstelling (0-0-0).
PASSWORD
(Fig.8)
2. De identificatiecode aanmelden (34910): Alle draadloze deur-/raamcontacten en afstandsbedieningen die bij dit systeem geleverd worden, zijn in de fabriek voorzien van een identificatiecode (820R). Het systeem heeft 6 zones voor draadloze deur-/raamcontacten en afstandsbedieningen; de zones 1 tot en met 4 werken met slechts 1 identificatiecode voor elk contact; de zone ‘OTHER’ kan werken met maximaal 8 identificatiecodes. De zone ‘REMOTE’ (pictogram ‘REMOTE’ op de LCD-display) is bedoeld voor afstandsbedieningen en kan werken met 8 identificatiecodes voor afstandsbedieningen. U kunt het systeem uitbreiden met 12 extra draadloze bewegingsmelders (34904) of draadloze deur-/ raamcontacten (34902) en 8 afstandsbedieningen (34906). Om dat te doen moeten de codes van de detectoren, deur-/raamcontacten en afstandsbedieningen aangemeld worden bij de unit. Om dat te doen gaat u als volgt te werk: a. Houd de toets [FUNCTION] gedurende 3 seconden ingedrukt. U hoort dan een pieptoon. Voer dan het wachtwoord in en druk vervolgens de toets [FUNCTION] twee maal in. b. Het pictogram ‘LEARN’ op de LCD-display gaat knipperen (afb. 9).
LEARN
(Fig.9) 1 2
3
4 OTHER
REMOTE ZONE NUMBER
c. Druk op de toets [2/ENTER] om uw keuze te bevestigen. De code-instelfunctie van het systeem wordt geactiveerd en het pictogram van zone 1 knippert. d. Houd de toetsen [3/UP] en [0/PIJL OMLAAG] ingedrukt om de zone die u wilt instellen te selecteren. Wanneer op de LCD-display de melding ‘NO ID CODE’ wordt weergegeven, betekent dit dat de betreffende zone niet in gebruik is en u een nieuw deur-/raamcontact (identificatiecode) voor die zone kunt aanmelden. Wanneer op de LCD-display de melding ‘FULL’ wordt weergegeven, betekent dit de betreffende zone al in gebruik is. In dat geval kunt u een andere zone selecteren of de toets [1/DEL] indrukken om de huidige identificatiecode te wissen en die te vervangen door de nieuwe identificatiecode. e. Druk op de toets [2/ENTER] om de locatie van de zone te bevestigen. f. Alarmsensor of afstandsbediening stuurt ID-codesignaal als volgt: Voor de draadloze bewegingsdetector (34904): door met uw hand voor de lens te zwaaien doet u een signaal afgaan Draadloze deur/venstersensor (34902): het openen/sluiten van de magnetische schakelaar zal een signaal doen afgaan Afstandsbediening (34906): door op eender welke toets te drukken zal het signaal afgaan Hoofdeenheid automatische oproeper (34900 moet ID-code doorgeven aan REMOTE zone): wachtwoord intoetsen en dan op de knop [ARM/DISARM] drukken zal verzending van signaal veroorzaken. g. U hoort een lange pieptoon ter bevestiging van de code en het scherm zal “FULL” weergeven voor zone 1 ~ zone 8 of “1 ID CODE IN” voor zone 9 en de afstandsbediening. h. U kunt op de toetsen [0/DOWN] of [3/UP] drukken om een andere set-up te kiezen, of druk vijfmaal op de toets [FUNCTION] om de set-upmodus te verlaten.
Opmerkingen: 1. Het is niet mogelijk om dezelfde identificatiecode in verschillende zones aan te melden. 2. In de zone ‘OTHER’ kunnen 8 draadloze identificatiecodes voor deur-/raamcontact aangemeld worden. Wanneer u op de toets [1/DEL’.] drukt, worden alle identificatiecodes gewist. 3. In de zone ‘REMOTE’ kunnen 8 identificatiecodes voor afstandsbedieningen aangemeld worden. Wanneer u op de toets [1/DEL] drukt, worden alle identificatiecodes gewist. 3. De toegangstijdvertraging programmeren De toegangsvertragingstijd is de tijd die verstrijkt voor de digitale camera begint op te nemen. De fabrieksinstelling is 0 seconden. U kunt dit veranderen in 0, 5, 10, 15 of 20 seconden. (Als u de toegangsvertragingstijd verandert in 5, 10, 15 of 20 seconden, zal de video of foto minder informatie over een indringer bevatten.) a. Houd de toets [FUNCTION] gedurende 3 seconden ingedrukt, voer het wachtwoord in en druk vervolgens de toets [FUNCTION] drie maal in. b. De melding ‘DELAY’ op de LCD-display gaat knipperen (afb. 10). c. Druk op de toets [2/ENTER] om te bevestigen dat u deze instelling wilt veranderen. d. Selecteer de vertraging (0, 5, 10, 15 of 20 seconden) met behulp van de toetsen [3/PIJL OMHOOG] en [0/PIJL OMLAAG]. Druk op de toets [2/ENTER] om het aantal seconden voor de toegangsvertragingstijd te bevestigen. e. Druk de toets [FUNCTION] vier maal in om de instelfunctie af te sluiten.
DELAY
(Fig.10) 4. De opnamemodus instellen Wanneer mensen bewegen terwijl de unit foto’s maakt, zal het beeld van de foto bewogen zijn. We adviseren daarom om de videomodus te selecteren (fabrieksinstelling). a. Houd de toets [FUNCTION] gedurende 3 seconden ingedrukt, voer het wachtwoord in en druk vervolgens de toets [FUNCTION] vier maal in. b. De melding ‘MODE’ op de LCD-display gaat knipperen (afb. 12). c. Druk op de toets [2/ENTER] om te bevestigen dat u deze instelling wilt veranderen. d. Selecteer de videomodus (AVI) of fotomodus met behulp van de toetsen [3/PIJL OMHOOG] en [0/ PIJL OMLAAG]. _Druk op de toets [2/ENTER] om uw keuze te bevestigen. e. Druk de toets [FUNCTION] drie maal in om de instelfunctie af te sluiten. Opmerking: wanneer u de videomodus heeft geselecteerd, zal op de LCD-display het pictogram ‘ ‘ branden; wanneer u de fotomodus heeft geselecteerd, zal het pictogram ‘ ‘ branden (afb. 13)
MODE
(Fig.11)
(Fig.12)
5. De opnamemodus na activering door de sensor of de permanente video-opnamemodus instellen Hiermee kiest u of de camera opneemt na een signaal van de sensor of permanent. De standaardinstelling is de opname na een signaal van de sensor. De SD-kaart van 1 GB kan zo’n 45 minuten video opnemen. Als het geheugen vol is, zullen eerdere opnames automatisch overschreven worden. Als u dus permanent wilt opnemen, is het aangeraden een geheugenkaart van 16 of 32 GB te kopen, van het type “Class 4, High Speed SD-card”. Wanneer u een nieuwe SD-kaart gebruikt, moet u ze eerst formatteren op uw pc.
a. Houd de toets [FUNCTION] gedurende 3 seconden ingedrukt, voer het wachtwoord in en druk vervolgens de toets [FUNCTION] vijf maal in. b. Het pictogram ‘ ‘ op de LCD-display wordt knipperend weergegeven (afb. 13). c. Druk op de toets [2/ENTER] om te bevestigen dat u deze instelling wilt veranderen. d. Selecteren Inschakelen (enable) of uitschakelen (disable) met behulp van de toetsen [3/PIJL OMHOOG] en [0/PIJL OMLAAG]. Druk op de toets [2/ENTER] om uw keuze te bevestigen. e. Druk de toets [FUNCTION] twee maal in om de instelfunctie af te sluiten.
(Fig.13)
(Fig.14)
6. Werkelijke tijd instellen Het systeem zal datum- en tijdsinformatie gebruiken voor het opslaan van de bestanden en deze informatie weergeven op de foto’s of videobeelden. Indien het LCD-scherm niet de correcte tijd weergeeft, gelieve dan de juiste tijd in te stellen. a. Houd de toets [FUNCTION] gedurende 3 seconden ingedrukt, voer het wachtwoord in en druk vervolgens de toets [FUNCTION] zes maal in. b. Het pictogram ‘ ‘ op de LCD-display gaat knipperen (afb. 14). c. Druk op de toets [2/ENTER] om te bevestigen dat u deze instelling wilt veranderen. d. De datum wordt op de LCD-display weergegeven als drie groepjes cijfers voor respectievelijk het jaar, de maand en de dag van de maand, gevolgd door de tijd. Het eerste groepje cijfers knippert, om aan te geven dat u dit kunt veranderen. e. Druk op de toets [2/ENTER] en gebruik de toetsen [3/PIJL OMHOOG] en [0/PIJL OMLAAG] om de juiste datum te selecteren en druk vervolgens op de toets [2/ENTER] om de selectie te bevestigen en op te slaan. U heeft nu de correcte datum en tijd ingesteld. f. Druk nogmaals op de toets [FUNCTION] om de instelfunctie af te sluiten.
HET DETECTIEGEBIED CONTROLEREN Nadat u een locatie voor de unit heeft gekozen, houdt u de toetsen [3/PIJL OMHOOG] en [0/PIJL OMLAAG] ingedrukt en sluit u de voedingsadapter aan op de 9 VDC-aansluiting. U hoort dan een pieptoon. Laat vervolgens de toetsen los. Daardoor wordt de testfunctie van de unit geactiveerd. Wacht 60 seconden (tot u een lange pieptoon hoort). Beweeg dan zelf aan de voorzijde van de unit. Wanneer de unit beweging detecteert, hoort u een pieptoon. Als u buiten het detectiebereik beweegt, hoort u geen pieptoon. Schakel het systeem na de test uit (haal de stekker van de voedingsadapter uit het stopcontact). Sluit het vervolgens aan op de computer om de foto- of videobeelden te bekijken. Door de locatie van de unit, de instelling van de detectieafstand van de bewegingsmelder (instelbaar met de schakelaar HI/LOW en de detectiehoek te variëren en vervolgens het detectiebereik te testen kunt u de detectie optimaliseren voor het te bewaken gebied. BEDIENEN 1. Het systeem activeren a. Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de toets [FUNCTION] op de unit. b. U hoort drie korte pieptonen, het pictogram ‘ARM’ op de LCD-display gaat branden en de statusLED’ ‘voeding/alarm’ geactiveerd gaat knipperen (afb. 15). c. U kunt de toets [ARM] op de afstandsbediening 2 seconden ingedrukt houden om de unit te activeren.
d. Na ongeveer 60 seconden hoort u nogmaals een pieptoon die aangeeft dat de digitale camera eveneens geactiveerd is. Opmerking: • Wanneer het systeem geactiveerd wordt, zal het de status van externe magneetcontacten detecteren. Als een deur-/raam open is, hoort u vier pieptonen. • Wanneer u het inschakelt, zal het systeem de SD-kaart controleren (gedurende zo’n 50 seconden). Als de SD-kaart ontbreekt of niet correct werkt, hoort u een pieptoon van 6 seconden, en moet u een nieuwe SD-kaart invoeren. Controleer of het systeem werkt alvorens u weggaat.
ARM
(Fig.15)
TRIGGER
(Fig.16)
2. Inschakelen (trigger) en opnemen a. Opnamemodus op basis van sensorsignaal: Wanneer het systeem geactiveerd is en een beweging detecteert of een radiosignaal ontvangt van een draadloos deur-/raamcontact in het te bewaken gebied op de LCD-display wordt het pictogram ‘trigger’ weergegeven, samen met het zonenummer van het betreffende deur-/raamcontact) (afb. 16). Na het verstrijken van de toegangsvertragingstijd begint het systeem met het maken van fotoof video-opnamen en wordt ofwel de nummerkiezer (T015S, T016S, T018S, T068S), of de draadloze buitensirene (34908) geactiveerd. De externe sireneaansluiting schakelt een bekabelde sirene 30 seconden in, daarna 30 seconden uit en vervolgens weer 30 seconden in. Opmerking: • Wanneer u de fotomodus geselecteerd heeft, maakt de camera 3 foto’s wanneer deze ingeschakeld wordt. • Wanneer u de videomodus heeft geselecteerd, zal de camera 5 seconden videobeelden maken. Wanneer het systeem binnen 5 seconden tweemaal een beweging detecteert, zal de camera ongeveer 10 seconden videobeelden opnemen. • De ingebouwde fotocel schakelt automatisch de infrarood-LED in wanneer het donker wordt en weer uit wanneer het licht wordt. b. Permanente video-opname Wanneer het systeem ingeschakeld is, zal het permanent video en audio opnemen, en om de 10 seconden een bestand opslaan. De SD-kaart van 1 GB kan zo’n 45 minuten video opnemen. Als het geheugen vol is, zullen eerdere opnames automatisch overschreven worden. Als u dus permanent wilt opnemen, is het aangeraden een geheugenkaart van 16 of 32 GB te kopen, van het type “Class 4, High Speed SD-card”. Wanneer u een nieuwe SD-kaart gebruikt, moet u ze eerst formatteren op uw pc. 3. het systeem in disarmed-modus zetten a. Houd de [DISARM]-knop op de afstandsbediening gedurende 2 seconden ingedrukt of voer uw wachtwoord in gevolgd door de toets [FUNCTION] om het alarm uit te schakelen. b. U hoort een pieptoon en het pictogram ‘ARM’ op de LCD-display dooft om aan te geven dat het systeem gedeactiveerd is. c. U kunt de toets [DISARM] op de afstandsbediening gedurende 2 seconden ingedrukt houden om het systeem te deactiveren. Opmerking: • Wanneer de SD-geheugenkaart vol is, hoort u na het deactiveren van het systeem een pieptoon van 5 seconden.
• Wanneer het systeem ingeschakeld werd, hoort u na het deactiveren van het systeem driemaal een dubbele pieptoon. • Als de camera ingeschakeld is wanneer u het systeem deactiveert, hoort u na het deactiveren van het systeem pas na 2 tot 3 een geluid. 4. paniekfunctie a. Houd de [PANIC]-toets op de afstandsbediening gedurende 2 seconden ingedrukt of houd de [1/ DEL]-toets op de hoofdeenheid gedurende 3 seconden ingedrukt. De digitale camera zal video of foto’s opnemen, met een opnametijd van 6 ~ 40 seconden. De externe sireneoutput zal de aangesloten sirene 30 seconden laten klinken, een pauze laten van 30 seconden, en ze dan weer 30 seconden laten klinken. b. Om de camera te stoppen: houd de [DISARM]-knop op de afstandsbediening gedurende 2 seconden ingedrukt of voer uw wachtwoord in en druk dan op de toets [FUNCTION]. Indien uw systeem is verbonden met een externe sirene zal die ook stoppen. Opmerking: Wanneer u op de [PANIC]-toets drukt in stand-bymodus, heeft het systeem 6 ~ 30 seconden nodig om de SD-kaart te controleren. De camera die video filmt of foto’s neemt zal met 6 ~30 seconden vertraging starten, en eerst met lage beeldkwaliteit filmen. INDICATOR-LED ‘BATTERIJ BIJNA LEEG’ Wanneer de batterij van de unit bijna uitgeput is, zal de indicator-LED elk 3 seconden knipperen om aan te geven dat de batterij bijna leeg is. Wanneer de batterij van een draadloos deur-/raamcontact bijna leeg is, wordt op de LCD-display het batterijpictogram weergegeven, samen met het zonenummer van het betreffende deur-/raamcontact. Opmerking: vervang de bijna lege batterij zo spoedig mogelijk door een nieuwe. Als de batterij te ver leeg raakt, wordt op de LCD-display de melding ‘Po FAIL’ weergegeven. In dat geval kan de unit niet meer goed werken en zal mogelijk valse alarmmeldingen genereren. OPGENOMEN VIDEO’S OF FOTO’S OP UW PC BEKIJKEN 1. Verbind de USB-stekker (1) met een vrije USB-poort op uw computer (Fig. 17). 2. Verbind de USB-stekker (3) met de USB-poort (4) aan de rechterzijde van de camera (Fig.17). Ŭ USB CABLE Plug in to a spare USB port on you PC.
ů
MAIN UNIT
ŭ
Ů (Fig.17)
3. Windows zal u vragen “Wat wilt u dat Windows doet?” in het dialoogvenster voor verwijderbare schijf. Selecteer de optie “Map openen en bestanden weergeven” (Fig. 18).
(Fig.18) (Fig.19)
4. Het onderstaande scherm zou moeten verschijnen. Dubbelklik op de map “DCIM”, die de verschillende mappen bevat, gesorteerd op datum. De namen van de mappen hebben het volgende formaat: jaar + maand + dag + serienummer (Fig. 19). (Fig.19)
5. Dubbelklik op de map met de bestanden die u wilt bekijken. De video’s of foto’s hebben de volgende bestandsnaam: uur + minuten + seconden + serienummer (Fig. 20).
(Fig.20)
6. Dubbelklik op de bestanden om ze te bekijken. 7. Als u de bestanden op uw computer wenst te bewaren, kunt u alle bestanden selecteren door te klikken op de tab “Bewerken” en vervolgens op “Alles Selecteren Ctrl+A”. 8. Klik op de tab “Bewerken” en kies “Kopiëren Ctrl+C”. 9. Ga naar de locatie waar u de bestanden wilt opslaan en klik op de tab “Bewerken” en vervolgens op “Plakken Ctrl+V”. (Fig. 21). Belangrijk: De SD-kaart van 1 GB kan ongeveer 45 minuten video of 6.000 foto’s opslaan. Als uw SD-geheugenkaart vol is worden oudere (Fig.21) bestanden automatisch overschreven. Als u de bestanden wilt bewaren moet u ze kopiëren naar uw pc. Webcamfunctie voor pc Deze camera is ook uitgerust met een webcamfunctie. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u eerst de webcamdrivers op uw pc installeren. (De drivers bevinden zich op de bijgevoegde SD-kaart.) Volg de onderstaande stappen voor de installatie: 1. Verbind de USB-stekker (1) met een vrije USB-poort op uw computer. 2. Open het bestand met de webcamdrivers (Fig. 22).
(Fig.22)
3. U moet eerst de driver STK02N2.4.exe installeren. 4. Daarna moet u de driver Mini Cam_0402.exe installeren. 5. Herstart uw computer nadat u beide drivers geïnstalleerd hebt. 6. Verwijder het USB-opslagapparaat veilig en verwijder de USB-kabel van de digitale camera. 7. Houd de “Webcam”-knop ingedrukt voordat u de USB-stekker (3) aansluit op de USB-poort (4) aan de rechterzijde van uw digitale camera. 8. Windows zal een dialoogvenster “Afbeeldingen downloaden” weergeven. Kies de optie “Annuleren” (Fig. 23). 9. Open het bestand “Mini-Cam” op uw bureaublad. Het onderstaande scherm zou moeten verschijnen (Fig. 24).
(Fig.24)
(Fig.23)
(Fig.25)
10. Klik op “Preview” in het keuzemenu “Options” om het beeld van uw camera vooraf te bekijken (Fig. 25). 11. Klik op “√ Preview” in het keuzemenu “Options” om het beeld van uw camera niet langer vooraf te bekijken.
HET MODEL MET DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING (34906) INSTALLEREN 1. De batterij monteren en vervangen (batterijtype CR2032) a. Open het deksel van het batterijcompartiment door het in de richting van de pijl te schuiven. (Afb. 1)
(Fig.1)
b. Vervang de batterijen door nieuwe van hetzelfde type. Zorg ervoor dat de polariteit (+ of -) van de batterijen overeenkomt met de aanduiding in het compartiment. Zie de onderstaande afbeelding (afb. 1). c. Plaats het deksel van het batterijcompartiment terug. 2. Identificatiecodes aanmelden bij de unit De standaard meegeleverde draadloze afstandsbediening is voorzien van een identificatiecode. De complete unit is direct gereed voor gebruik (stand-by) nadat deze geïnstalleerd is. Wanneer u een identificatiecode opnieuw wilt aanmelden, kunt u dat doen op de manier zoals beschreven is in de handleiding van de unit onder ‘Identificatiecodes aanmelden’. Opmerkingen bij gebruik van de afstandsbediening • Als het bereik van de afstandsbediening afneemt, kunt u de batterijen vervangen op de manier zoals beschreven is onder ‘De batterij van de afstandsbediening monteren en vervangen’. • Bij normaal gebruik heeft de batterij een levensduur van ongeveer zes maanden. Vervang de batterij daarom ten minste elke 6 maanden. • Effectief bereik (open ruimte) ongeveer 30 m (Afb. 2) Properly use remote control do not hand over or horizontal aim main unit to avoid transmit distance interface.
PA NIC AR M DIS AR M
about 15 meters (open space)
(Fig.2)
HET DRAADLOZE DEUR-/RAAMCONTACT (34902) INSTALLEREN 1. Verwijder de schroef van het deksel van het batterijcompartiment. 2. Plaats de 2 ‘CR2032’ batterijen (standaard meegeleverd) in het batterijcompartiment en let erop dat de polariteit klopt. 3. Plaats het deksel van het batterijcompartiment en de schroef weer terug op hun plaats. 4. Monteer het deur-/raamcontact. Kies een geschikte locatie en plak de unit op de deur-/het raam met behulp van het meegeleverde dubbelzijdig plakband. Plak vervolgens het andere deel van deur-/raamcontact (het kleinste deel) op het deur-/raamkozijn met behulp van het meegeleverde dubbelzijdig plakband en zorg ervoor dat de markering ‘ ’ in het verlengde ligt van de markering ‘ ’
op de unit en dat de onderlinge afstand tussen de beide delen van het deur-/raamcontact niet meer dan 6 mm bedraagt.
(Fig.1b)
(Fig.1a)
Opmerking: wanneer u een locatie voor het deur-/raamcontact gekozen heeft, is het belangrijk om het bereik van de zender eerst te testen voordat u het contact definitief monteert. Zet de schakelaar ‘CHIME’ van de unit in de stand ‘ON’ en activeer met behulp van de afstandsbediening de buitensirene. Wacht vervolgens 60 seconden, open (of sluit) dan de magneetschakelaar van het deur-/ raamcontact om het alarm in te schakelen. Als het signaal correct ontvangen wordt, hoort u dan het geluid van de deurbel (‘ding dong’) en de buitensirene gaat af. Als dat niet het geval is kunt u de uitschuifbare antenne verder uittrekken of het deur-/raamcontact op een andere locatie proberen. 7. Identificatiecodes aanmelden bij de unit Het standaard meegeleverde draadloze deur-/raamcontact is voorzien van een identificatiecode. De complete unit is direct gereed voor gebruik (stand-by) nadat deze geïnstalleerd is. Wanneer u een identificatiecode opnieuw wilt aanmelden, kunt u dat doen op de manier zoals beschreven is in de handleiding van de unit onder ‘Identificatiecodes aanmelden’. 8. Bedienen 60 seconden nadat de batterij geplaatst is, is de unit gereed voor gebruik (stand-by). Zodra de unit een trilling detecteert of detecteert dat een deur-/raam geopend wordt, genereert de unit een draadloos radiosignaal. De ‘LED’ knippert. 9. Indicator-LED ‘batterij bijna leeg’ Wanneer de batterijen leeg raken, zal de ‘LED’ afwisselend 3 seconden branden en 1 seconde doven. Vervang de oude CR2032-batterijen zo spoedig mogelijk door 2 nieuwe, omdat het deur-/raamcontact anders mogelijk niet goed meer zal werken.
DE DRAADLOZE BEWEGINGSMELDER (TYPE 34904) INSTALLEREN 1. Verwijder de schroef van het deksel van het batterijcompartiment. 2. Plaats een 9 V alkalinebatterij.
(Fig.1)
3. Plaats het deksel van het batterijcompartiment en de schroef weer terug op hun plaats. 4. Monteer de draadloze bewegingsmelder. Kies een geschikte locatie, circa 1,5 tot 2,0 meter boven de vloer, boor gaten in de wand, plaats pluggen en schroef de steun vast. Plaats de unit in de steun en schuif deze omlaag tot deze goed vastzit (afb. 2). U kunt de steun verstellen om het detectiebereik optimaal aan te passen aan het te bewaken gebied. (Afb. 3)
1.5~2M
1.5~2M (Fig.2)
(Fig.3)
6. Identificatiecodes aanmelden bij de unit De standaard meegeleverde bewegingsmelder is voorzien van een identificatiecode. De complete unit is direct gereed voor gebruik (stand-by) nadat deze geïnstalleerd is. Wanneer u een identificatiecode opnieuw wilt aanmelden, kunt u dat doen op de manier zoals beschreven is in de handleiding van de unit onder ‘Identificatiecodes aanmelden’. 7. De werking van de bewegingsmelder testen Wanneer u een locatie voor de bewegingsmelder heeft gekozen, is het belangrijk om het bereik ervan eerst te testen voordat u de bewegingsmelder definitief monteert. Zet de schakelaar ‘CHIME’ van de unit in de stand ‘ON’ en activeer met behulp van de afstandsbediening de buitensirene. Wacht vervolgens 60 seconden, maak een beweging voor de lens van de bewegingsmelder om het alarm in te schakelen. Als het signaal correct ontvangen wordt, hoort u dan het geluid van de deurbel (‘ding dong’) en de buitensirene gaat af. Als dat niet het geval is kunt u de bewegingsmelder op een andere locatie proberen U kunt het detectiebereik van de bewegingsmelder testen. Plaats de detector provisorisch op de gekozen locatie. U hoort dan de deurbel van de unit. Als u buiten het detectiebereik bewegingen maakt, wordt de deurbel niet ingeschakeld. Door de richting van de detector te veranderen kunt u het detectiebereik veranderen. 8. Indicator-LED ‘batterij bijna leeg’ Wanneer de 9 V-batterij bijna leeg is, zal de LED afwisselend 3 seconden branden en 1 seconde doven. Vervang de batterij zo spoedig mogelijk door een nieuwe alkaline 9 V-batterij, omdat de bewegingsmelder anders mogelijk niet goed zal werken.
STORINGEN VERHELPEN 1. De unit kan niet geactiveerd/gedeactiveerd worden. a. Controleer of u het juiste wachtwoord heeft ingevoerd. Zo niet, voer het juiste wachtwoord in. b. Als dit niet werkt kunt u de batterijen uit de unit verwijderen en de voedingsadapter gedurende 1 minuut ontkoppelen. Plaats vervolgens de batterijen terug en sluit de voedingsadapter opnieuw aan. Reset de unit en probeer opnieuw de unit te activeren/deactiveren. 2. De unit maakt geen opnames. a. Controleer of de SD-geheugenkaart geplaatst is en op de LCD-display het SD-pictogram weergegeven wordt. b. Controleer of de SD-geheugenkaart goed is. c. Controleer of de unit geactiveerd is. 3. De afstandsbediening werkt niet. a. Controleer of de batterijen bijna leeg zijn en vervang deze zonodig. b. Als dit niet werkt, kunt u de identificatiecode opnieuw aanmelden. Meer informatie hierover vindt u onder ‘Identificatiecodes aanmelden bij de unit’. 4. Op de SD-geheugenkaart staat een bestand dat niet verwijderd kan worden. Wanneer op SD-geheugenkaart een beeldbestand staat met een omvang van 0 KB dat niet verwijderd kan worden, kunt u alle andere bestanden naar een pc kopiëren en vervolgens de SD-geheugenkaart formatteren. WAARSCHUWING Om de kans op schade te verkleinen kunt u het beste de batterijen zo spoedig mogelijk vervangen wanneer deze bijna leeg zijn. Verwijder de batterijen wanneer u de unit gedurende langere tijd niet gaat gebruiken, om schade aan de unit als gevolg van lekkage van de batterijen te voorkomen. Opmerking: deze handleiding is geschreven om u in staat te stellen deze unit veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding daarom goed, zodat u die in voorkomende gevallen nogmaals kunt nalezen.
NL Recycling Dit symbool betekent de selectieve verwerking van de afval uit de elektrische en elektronische inrichtingen (WEEE). Dat betekent, dat dit product moet zijn verwerkt volgens de Richtlijn nr. 2002/96/EG met het doel van de recycling ervan of moet zijn gedemonteerd op die wijze, dat zijn invloed op de omgeving de kleinst mogelijk was. Meer details wordt aan u door locale of regionale overheid verstrekt. Elektronische producten niet ingeschakeld in het selectieve verwerkingsproces zijn potentiaal gevaarlijk voor het milieu en voor de volksgezondheid gezien de inhoud van schadelijke stoffen. Verwijdering van gebruikte/ herlaadbare batterijen De gebruiker is wettelijk verplicht (regelgeving over batterijen) om gebruikte en herlaadbare batterijen terug te brengen. De verwijdering van gebruikte batterijen met het huishoudelijke afval is verboden! Gebruikte / herlaadbare batterijen die gevaarlijke stoffen bevatten, worden aangeduid met de doorgestreepte vuilnisemmer op wieltjes. Dit symbool geeft aan dat het voor dit product verboden is om het met het huishoudelijke afval mee te geven. De chemische symbolen voor de desbetreffende gevaarlijke stoffen zijn Cd = Cadmium, Hg = Kwik, Pb = Lood. U kan gebruikte/herlaadbare batterijen gratis inleveren bij elk inzamelpunt van uw lokale overheid, onze winkels of waar batterijen/herlaadbare batterijen verkocht worden. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot de bescherming van het leefmilieu!
R&TTE Declaration of Conformity Dutch Hierbij verklaart CHACON dat het toestel in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. www.chacon.be (CE verklaringen/34910)
Hotline :
[email protected] +32 (0) 900 51 100 Hierbij verklaart, Chacon dat het toestel 34910 in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
Imported by chacon SA / NV • Avenue Mercator 2 • 1300 Wavre • Belgium • www.chacon.be
[email protected]
610-820XX-000R