INHOUDSOPGAVE Instructies over de volgende componenten zijn in dit boek samengebracht: Handzender en Toetsenborden KF-234 PG2 .......................................................................................................................................................................... 2 KF-235 PG2 .......................................................................................................................................................................... 5 KP-140 PG2/KP-141 PG2.................................................................................................................................................... 8 KP-160 PG2........................................................................................................................................................................ 12 Inbraakdetectie MC-302E PG2 .................................................................................................................................................................... 18 GB-501 PG2 ....................................................................................................................................................................... 21 NEXT PG2/NEXT K9 PG2 ................................................................................................................................................. 26 NEXT CAM PG2/NEXT CAM-K9 PG2 .............................................................................................................................. 30 TOWER-30AM PG2/TOWER-30AM K9 PG2 ................................................................................................................... 37 CLIP PG2............................................................................................................................................................................ 42 Gevarendetectie SMD-426/SMD-427 ............................................................................................................................................................ 48 GSD-441 PG2..................................................................................................................................................................... 56 GSD-442 PG2..................................................................................................................................................................... 59 TMD-560 PG2..................................................................................................................................................................... 65 Signalering SR-720 PG2........................................................................................................................................................................ 68 SR-730 PG2........................................................................................................................................................................ 72 Andere componenten RP-600 PG2........................................................................................................................................................................ 76 Appendices APPENDIX A. OPMERKINGEN ........................................................................................................................................ 79 APPENDIX B: VOLDOET AAN STANDAARDEN............................................................................................................ 79
Als de instructies niet heeft gebruikt het apparaat dat u in dit boek, er rekening mee dat dit kan gepaard gaan met een aparte instructie om het apparaat of de bijbehorende radio-alarmcentrale.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
1
KF-234 PG2
KF-234 PG2 Draadloze PowerG 2-weg Keyfob
Installatie instructies
1. INLEIDING De KF-234 PG2 is een miniatuur PowerG 4-knops (6-functies) keyfob, die voor gebruik met de PowerG bedieningspanelen ontworpen is. Het zenden wordt geïnitieerd door het drukken op een van de vier verzonken knoppen. Na het drukken op een bepaalde knop, zendt de KF-234 PG2 een PowerG bericht dat bij de ingedrukte knop behoort, identificeerbaar door de PowerG bedieningspanelen. Een rode LED brandt tijdens het zenden. Bij ontvangst van een geïdentificeerd bericht door het PowerG bedieningspaneel, wordt de opdracht bevestigd. Na bevestiging gaat de groene LED branden en wordt een vrolijke melodie gehoord om de goede uitvoering van de opdracht aan te geven. Als de rode LED gaat branden en een treurige melodie wordt gehoord, geeft dit aan dat het besturingspaneel de opdracht niet kan uitvoeren.
Met het uitgaande bericht wordt ook
een batterijmelding verstuurd. PowerG besturingspanelen zijn zodanig ontworpen dat zij deze melding kunnen herkennen en –indien vereist– daarop een juist antwoord kunnen geven. Elke keyfob wordt geleverd met een kleine sleutelhanger. Voeding wordt verkregen van een ingebouwde 3V Lithium batterij.
Figuur 1 Extern
2. INLEREN Raadpleeg de Besturingspaneel Installatiegids voor de inleer procedure van het apparaat.
3. KF -234 PG2 APPARAAT INSTELLINGEN Deze sectie beschrijft hoe de parameters om mensen thuis te volgen van het besturingspaneel geconfigureerd worden. Voor het aanpassen van de Keyfob instellingen Zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel en voer de procedure uit voor “Een draadloos apparaat toepvoegen” (sectie 4.5.2) of “Een apparaat aanpassen" (sectie 4.5.5). Ga daarna voor het aanpassen van de apparaat instellingen hieronder verder. DEFAULT
1. AUX A
Hier selecteert u de functie van de AUX knop op de keyfob. Inschakelen “direct”: Drukken op de AUX knop gedurende de uitloopvertraging veroorzaakt dat het systeem “direct” wordt ingeschakeld – de inloopvertraging wordt geannuleerd. Niet gebruikt: Er zijn geen functies aan de AUX knop toegewezen. Stop piepjes: Door op de AUX knop te drukken worden de piepjes niet meer gehoord. Uitloopvertraging overslaan: Drukken op de AUX knop stopt onmiddellijk de uitloopvertraging en het systeem wordt onmiddellijk ingeschakeld. PGM: Drukken op de AUX knop activeert de PGM uitvoer (zie voor meer programmeer instructies de Installatiehandleiding Besturingspaneel, sectie 4.12 UITVOER PARAMETERS CONFIGUREREN).
2. Inschakelen direct
3.
of
Selecteer tussen "Insch direct", "Niet gebruikt", "Stop Piepjes", "Uitloopvertr overslaan" en "PGM".
4. AUX A
Bij het verlaten van het "INSTALLATIE MODUS" menu, toont het alarmsysteem als volgt het aantal apparaten dat bijgewerkt moet worden: "Update Apparaten NNN". Voor gedetailleerde instructies voor Apparaten toevoegen, Apparaten verwijderen, Apparaten vervangen en het Definiëren van standaards, zie de Installatiegids van het bedieningspaneel.
2
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
KF-234 PG2
4. WERKING Paniek alarm initiëren Druk 2 sec gelijktijdig op INSCHAKELEN WEG en INSCHAKELEN THUIS. Inschakelen kindzender: Druk tweemaal op INSCHAKELEN WEG/THUIS. Inschakelen WEG/THUIS: Druk eenmaal op WEG of op THUIS. Status: Druk eenmaal op de '' knop.
C A
D E
B
Keypad indicaties De rode LED van de keyfob knippert na elke transmissie eenmaal. Het antwoord voor elke werking - INSCHAKELEN / UITSCHAKELEN / AUX – wordt in onderstaande tabel beschreven. Indicatie
Definitie
LED brandt niet en piepje is niet gehoord
Communicatiestoring met besturingspaneel
Rode LED brandt 1 seconde en "treurige" melodie wordt gehoord
Storing, het besturingspaneel verwerpt het verzoek
Groene LED brandt 1 seconde en Succes, het besturingspaneel "vrolijke" melodie wordt gehoord accepteert het verzoek
Keypad buzzer geluid A. INSCHAKELEN “WEG” B. INSCHAKELEN "THUIS" C. LED D. UITSCHAKELEN E. AUX Figuur 2 Werking
Omschrijving Korte enkele piep bij drukken op een knop “Vrolijke” (succes) melodie
Symbool
"Treurige" (mislukking) melodie
5. ONDERHOUD 5.1 Vervangen van de batterij Een vervanging voor de 3V batterij, CR-2032, is beschikbaar bij gereedschapswinkels en winkels voor elektrische apparatuur. Vervang de batterij zoals getoond in figuur 3. Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte batterijen moeten in overeenstemming met de instructies van de fabrikant worden weggedaan. 1. Verwijder de schroef aan de achterkant en open de deksel. 2. Druk de batterij met een schroevendraaier uit zijn houder en installeer de nieuwe batterij (let op polariteit “+”). 3. Test de eenheid door even te drukken op een van de Zend knoppen – de LED moet gaan branden. Plaats de deksel terug en draai opnieuw de schroef vast.
5.2 Reinigen
De keyfob kan vies worden door bijvoorbeeld vette vingers. Maak het schoon met een droge doek of licht bevochtigde spons. Met een mengsel van water en een mild schoonmaakmiddel en maak het daarna direct droog. Het gebruik van enig schuurmiddel is uitdrukkelijk verboden. Gebruik ook nooit oplosmiddelen, zoals benzine, aceton of thinner.
C
1
D
2
B
3
A A. Toetsenpad (controleer dat het niet verschuift). B. LED indicator.
C. Batterijhouder. D. Batterij Figuur 3 Batterij vervangen
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
3
KF-234 PG2
6. EEN NIEUWE EENHEID TESTEN Omdat de KF-234 PG2 geleverd wordt met een al geïnstalleerde batterij, kan deze praktisch onmiddellijk worden getest. A. Sta op een afstand van 3 m van het bedieningspaneel (of draadloos bedieningspaneel) en druk op de INSCHAKELEN WEG knop (zie fig. 2).
Controleer dat de rode LED bij het zenden brandt en dat de groene LED bij de bevestiging van het bedieningspaneel gaat branden. B. Controleer dat het bedieningspaneel antwoord zoals het geprogrammeerd is en zoals in de instructiehandleiding van het bedieningspaneel beschreven is.
7. SPECIFICATIES Frequentiebanden (Mhz) Europa: 433, 868, VS: 915 Modulatie: GFSK Antenne: Ingebouwde helical antenne. Communicatie protocol: PowerG. Batterij type: 3V CR-2032 Lithium batterij. Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte batterijen moeten overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden weggedaan. Levensduur batterij: 8 jaar (bij normaal gebruik) Stroomvoorziening: Type C
4
Let op: Als het zenden, ondanks de status van de batterij nog steeds nog steeds mogelijk is, zal het apparaat een “batterij lag” melding naar het besturingspaneel zenden. Verzonden berichten: Inschakelen Weg, Inschakelen Thuis, Inschakelen Kindzender, Uitschakelen, AUX en Paniek. Werktemperatuur: 0° tot 55°C. Vochtigheid: Gemiddelde relatieve vochtigheid ongeveer 75% nietcondenserend. 30 dagen per jaar mag de relatieve vochtigheid variëren tussen 85% en 95% niet-condenserend. Afmetingen: 60 x 34.5 x 12.5 mm. Gewicht (incl. batterij): 25 g Kleur: Zwart
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
KF-235 PG2
KF-235 PG2 Draadloze PowerG 2-weg Keyfob
Gebruikershandleiding
1. INTRODUCTIE De KF-235 PG2 is een twee-weg 4-knops PowerG handzender, ontworpen voor de PowerMaster beveiligingscentrales. Met de KF-235 kan het systeem worden in- en uitgeschakeld, kan de systeem status worden opgevraagd en kunnen vooraf ingestelde functies uitgevoerd worden. Deze functies worden uitgevoerd door op een van de vier knoppen te drukken. De status wordt na iedere keer indrukken getoond door middel van Status LEDs en met behulp van de interne buzzer. De KF-235 PG2 zal zowel de gebruiker als de centrale attenderen in geval van een lage batterijspanning, zodat de batterij tijdig vervangen kan worden.
A. "TOTAAL" / "KINDZENDER" INSCHAKELEN B. "THUIS" INSCHAKELEN C. UITSCHAKELEN D. AUX FUNCTIE E. Transmissie LED F. Status LEDs Figuur 1: Vooraanzicht
2. INSTALLATIE 2.1 Inleren Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap 1
Stap 2
Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN" Zie opmerking [1].
02. .ZONES/APPAR
APPARAAT
Stap 3
Stap 4
Leer de afstandsbediening
Stap 5
Selecteer het gewenste keyfob nummer voor deze door op de te drukken nieuwe afstandsbediening. en deze los te laten zodra de gele LED gaat branden. Of, voer de ID code van de afstand-bediening is (te vinden op de sticker op de achterzijde). NU INLEREN of
VOER ID IN:XXX-
F02:Keyfob
Programmeer de PARTITIES, zie opmerking [2].
F02:PARTITIES
ID No. 301-XXXX
WIJZIG APPARAAT
Stap 6
Stap 7
Wijs de gewenste partities toe aan de afstandsbediening, door op de , en knoppen te drukken.
F02:P1 P2
P3
Betekent scroll
Selecteer de “Apparaat Opmerkingen: instellen” optie programmeer 1.Indien de afstandsbediening reeds ingeleerd is, kunt u de instellingen en de de AUX functie aan de hand partities van de afstandsbediening aanpassen via het “Wijzig Apparaat” menu – van de beschrijving in de zie stap 2. sectie 2.2. 2.De PARTITIES functie zal alleen verschijnen als de PARTITIE functie is geactiveerd (meer informatie vindt u in het “Partities” hoofdstuk in de PowerMaster Installatiehandleiding). F01:APP
en selecteer
2.2 Keyfob instellingen programmeren Open het APP INSTELLEN
menu en gebruik de uitleg bij de verschillende opties hieronder om de KF-235 PG2 keyfob in te stellen.
Optie
Programmeer instructies Hiermee selecteert u de functie van de AUX knop op de keyfob.
AUX A
Opties: Direct inschakelen (standaard instelling); Niet gebruikt; Status, Stop Piepjes, Uitloopvertraging overslaan, en PGM. Niet gebruikt: Er zijn geen functies aan de AUX knop toegewezen. Status: De centrale toont en ‘vertelt’* de systeem status.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
5
KF-235 PG2 Stop Piepjes: Door op de AUX knop te drukken, zullen centrale en aangesloten componenten (zoals afstandsbedieningen, bedieningspanelen, sirenes, etc.) niet langer piepen (bijv. tijdens de in- en uitlooptijd). Uitloopvertraging overslaan: Door op de AUX knop te drukken stopt onmiddellijk de uitloopvertraging en wordt het systeem onmiddellijk ingeschakeld. PGM: De AUX knop stuurt de PGM uitgang aan. De functies van de PGM uitgang worden geprogrammeerd op de centrale en worden beschreven in de PowerMaster installatiehandleiding onder de hoofdstukken “UITGANGEN” en “TIJD SCHEMA”. Direct inschakelen: Drukken op de AUX knop gedurende de uitloopvertraging zal het systeem “direct” inschakelen – de inloopvertraging wordt geannuleerd. * Alleen van toepassing op centrales met spraakondersteuning.
3. WERKING 3.1 Keyfob functies Stap
Functies
Gebruikersacties
IN-/UITSCHAKEL LED INDICATIE
TOTAAL inschakelen 1
Blauwe LED boven the TOTAAL knop brandt
THUIS inschakelen
Blauwe LED boven the THUIS knop brandt
UITSCHAKELEN 2
Blauwe LED boven the UITSCHAKEL knop brandt
KINDZENDER
3
PANIEK alarm
4
AUX
Blauwe LED boven the TOTAAL knop brandt Druk gedurende ca. 2 sec. tegelijk op
-
en Afhankelijk van de systeem status en programmering, zie sectie 2.2.
3.2 Keyfob reactie Na het versturen van een bericht zal de transmissie LED van de afstandsbediening eenmaal rood oplichten, om aan te geven dat het bericht goed door de centrale ontvangen is. Indien het commando juist is uitgevoerd, zal de groene LED kort oplichten en zal de ‘vrolijke’ melodie klinken. Indien het commando niet juist is uitgevoerd, bijvoorbeeld wanneer het systeem niet kan inschakelen omdat er nog zones open staan, zal de rode LED branden en de ‘treurige’ melodie klinken. Indien er een bericht verstuurd wordt en dat wordt niet door de centrale ontvangen, dan zal de transmissie LED van de keyfob uit blijven en zal er geen melodie te horen zijn.
3.2.1 Transmissie LED en buzzer reacties Antwoord van de centrale Succes: Functie is juist uitgevoerd Mislukt: Functie kon niet uitgevoerd worden Geen communicatie: Bijv. indien de centrale buiten bereik is Lage batterijspanning keyfob: Opmerking: Indien het nog wel mogelijk is om een bericht te sturen, dan zal de afstandsbediening een ‘lage batterij’ melding naar de centrale sturen. Systeem storing:
Buzzer indicatie
Transmissie LED indicatie Brandt kort GROEN
Vrolijke melodie Treurige melodie Geen Afhankelijk van de uitgevoerde functie
Brandt kort ROOD
Afhankelijk van de uitgevoerde functie
Knippert GEEL gedurende 2 seconden
Geen Knippert GEEL gedurende 2 seconden
Indien het systeem Geforceerd wordt ingeschakeld (als er zones worden overbrugd), dan zal de keyfob buzzer een ‘protest’ toon laten horen, door gedurende 5 seconden een continue toon te laten horen (zie PowerMaster Installatiehandleiding, sectie 5.5.2).
3.2.2 Schakel LED indicatie Wanneer er een schakelcommando door de afstandsbediening wordt uitgevoerd, dan wordt de systeem status aan de hand van de blauwe schakel LEDs weergegeven:
System Status
IN-/UITSCHAKEL LED INDICATIE
Schakelt van UITGESCHAKELD naar TOTAAL Schakelt van UITGESCHAKELD naar THUIS Schakelt van THUIS naar UITGESCHAKELD Schakelt van TOTAAL nar UITGESCHAKELD Schakelt van THUIS naar TOTAAL Schakelt van TOTAAL naar THUIS Systeem staat in Installatie mode, Synchronisatie mode of systeem is wel bereikbaar maar niet beschikbaar.
TOTAAL brandt THUIS brandt UITGESCHAKELD knippert UITGESCHAKELD knippert TOTAAL brandt THUIS brandt TOTAAL, THUIS, UITGESCHAKELD knipperen allen tweemaal, zijn even uit en knipperen dan nogmaals tweemaal.
6
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
KF-235 PG2
4. ONDERHOUD 4.1 Batterij vervangen Vervangende batterijen, type 3V CR-2032, zijn verkrijgbaar in de winkel. Vervang de batterij zoals getoond in figuur 2.. Let op! Indien de batterij wordt vervangen door een verkeerd type, bestaat de kans dat deze ontploft. Gooi de batterijen op een verantwoorde manier weg.
1. Verwijder de schroef aan de achterkant en open de behuizing. A. Silicone toetsen matje (zorg ervoor dat deze op zijn plaats blijft liggen). 2. Gebruik een niet-metaal voorwerp om de batterij uit de houder te duwen en plaats de nieuwe batterij (“+” polariteit zoals B. LED licht geleiding. getoond). C. Batterijhouder. 3. Sluit de behuizing en schroef deze weer dicht. D. Batterij 4. Test de eenheid door even te drukken op een van de knoppen – de LED moet gaan branden. Figuur 2: Batterij vervangen Let op! Indien de batterij wordt vervangen door een verkeerd type, bestaat de kans dat deze ontploft. Gooi de batterijen op een verantwoorde manier weg.
4.2 Reinigen Reinig de keyfob alleen met een zachte doek of met een licht vochtige spons met een mild schoonmaakmiddel. Maak de afstandsbediening vervolgens meteen droog. Gebruik nooit schuur- of bijtende middelen of oplosmiddelen als benzine, aceton of thinner.
4.3 Periodieke test Draadloze apparatuur dient geregeld getest te worden, om eventuele storingen (intern en extern) op te sporen en het systeem tegen fouten te beschermen. Voor meer informatie, zie de PowerMaster Installatie handleiding, ´hoofdstuk 6 Periodieke Test”..
5. STORINGEN OPLOSSEN Probleem
Diagnose
Voorgestelde oplossingen
Keyfob kan niet worden ingeleerd
1. Keyfob is reeds ingeleerd
1. Probeer de keyfob nogmaals in de buurt van de centrale in te leren. 2. Voer het ID nummer nogmaals in. 3. Indien het maximaal aantal afstandsbedieningen reeds ingeleerd zijn, kunnen er geen nieuwe keyfobs ingeleerd worden. 4. Controleer of de frequentie van de zender en de centrale gelijk zijn. Vervang de batterij
2. Verkeerd ID nummer ingevoerd 3. Geen ID locatie meer over
4. Onbekend apparaat Keyfob LED brandt niet wanneer Lage batterijspanning een knop wordt ingedrukt
6. SPECIFICATIES Frequentie Band (MHz) Communicatie protocol
Batterij type Drempel lage batterij Verwachte levensduur batterij Voeding Werk temperatuur Vochtigheid Afmetingen (LxBxD) Gewicht (inclusief batterij)
Europa en de rest van de wereld: 433-434, 868-869 USA: 912-919 PowerG
3V CR-2032 Lithium batterij. 2.1 V 8 jaar (bij normaal gebruik) Type C Opmerking: Indien het ondanks de batterij spanning nog steeds mogelijk is om een bericht te versturen, dan zal de afstandsbediening een lage batterijmelding naar de centrale sturen. 0° tot 55°C Gemiddelde relatieve vochtigheid van 75% non condensing. Gedurende 30 dagen per jaar mag de relatieve vochtigheid tussen de 85% en 95% non-condensing bedragen. 60 x 34.5 x 12.5 mm 25 gram
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
7
KP-140 PG2/KP-141 PG2
KP-140 PG2/KP-141 PG2 Draagbaar draadloos 2-weg Keypad
Gebruikers handleiding
1. INLEIDING KP-140 PG2 en KP-141 PG2 zijn 2-weg PowerG draadloze keypads voor de bedieningspanelen van de PowerMaster familie. De KP-141 PG2 is dezelfde als de KP-140 PG2 maar bevat ook een ingebouwde proximity RFID tag lezer. Beide keypads maken de gewone alledaagse gebruikersfuncties mogelijk. Het alarmsysteem in en uitschakelen Start Noodalarm, Brandalarm en Paniekalarm. Bedienen X-10 apparaten en PGM uitvoer. Starten een van de voor AUX vooraf gedefinieerde functies. Bekijken systeemstatus.. Als bijvoorbeeld voor het in of uitschakelen autorisatie vereist is, kan de gebruiker een PIN code met het ingebouwde numerieke keypad invoeren of een geldig proximity pad bij de ingebouwde tag lezer houden (alleen met KP-141PG2) die zich bevindt bij "N" in figuur 1. Tevens ondersteunt de KP-140 PG2/KP-141 PG2 keypad systemen met partities. Door partitionering zijn maximaal drie partities mogelijk: elke partitie kan onafhankelijk en door dezelfde of door andere gebruikers worden in en uitgeschakeld, ongeacht de status van de twee andere partities (zie de knoppen "E" in figuur 1). De keypads worden met de bijgeleverde houder aan de wand opgehangen, of als draagbare eenheden gebruikt. Voor het naleven van diverse internationale standaarden, zijn de keypads uitgerust met twee sabotage schakelaars die geconfigureerd kunnen worden dat zij waarnemen als de afdekking van het batterij compartiment verwijderd wordt of als de eenheid uit de houder wordt weggenomen. Andere eigenschappen van de KP-140 PG2/KP-141 PG2 keypad zijn: Status, alarmgeheugen, Probleem en Gereed/Niet gereed indicatie. Automatische melding van lage batterijspanning. Keypad achtergrondverlichting. Uitloop/inloop piepjes Tag lezer kan ook gebruikt worden voor het inleren van proximity tags in het systeem. Lange levensduur batterijen (4-5 jaar bij normaal gebruik), 3 VDC lithium batterij.
B
A
L
C
D
E F
M
N
G
H J
I
K
A. INSCHAKELEN "THUIS" B. INSCHAKELEN WEG C. UITSCHAKELEN D. X-10 / PGM E. PARTITIE SELECTIE F. DIRECT INSCHAKELEN G. STATUS / ESCAPE
H. AUX / INLEREN I. NOODALARM J. BRANDALARM K. PANIEKALARM L. BUZZER INDICATOR M. LED INDICATOR N. TAG LEZER
Figuur 1. Extern
2. INSTALLATIE 2.1 Montage en vervanging batterij 3
1
A
2 A
2 1.
Boor 2 gaten in het montage oppervlak, voer muurankers in en bevestig de houder met 2 schroeven. 2. Bevestig de "Visuele indicaties" sticker in het frame. 3. Schuif de keypad in de houder. A. Magneet (activeert de sabotage schakelaar aan de achterkant wanneer de houder van de muur wordt verwijderd). Figuur 2. Montage
8
1
1. Schuif de afdekking open. 2. Vervang de batterij (let op juiste polariteit) en sluit de deksel. A. Batterij compartiment sabotage schakelaar Figuur 3 – Vervanging batterij
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
KP-140 PG2/KP-141 PG2
2.2. INLEREN Zie de Installatiehandleiding van het PowerMaster systeem en volg de procedure onder de "Zone/Apparaat" optie van het Installatiemenu; een algemene beschrijving wordt hiervan gegeven in het onderstaande stroomschema.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Open het Installatie menu en selecteer “ZONES/APPARATEN”
Selecteer de "NIEUW APPARAAT TOEVOEGEN" optie Zie Opmerking [1]
Leer het apparaat in of voer het ID van het apparaat in
Selecteer het gewenste zone nummer
Configureer Plaats, Zone type en Deurbel Parameters
Configuree r het Keypad
02.ZONES/ZENDERS
APP INLEREN
INLEREN NU of ID CODE:XXX-XXXX
Z20: Keypad
ID Nr. 370-XXXX
WIJZIG APPARATEN
Betekent schuiven
Z20.LOCATIE Z20.ZONE TYPE Z20.DEURBEL Z20.DEFAULT
en selecteren
Zie Opmerking [2]
Opmerkingen: [1]
Als de keypad al is ingeleerd, kunt u de keypad parameters via de “Opties aanpassen” optie configureren – zie Stap 2.
[2] Selecteer de "Apparaat instellingen" optie en zie sectie 2.3 voor het configureren van de keypad parameters.
2.3. Keypad parameters configureren Open het DEFAULT onderstaande tabel.
menu en volg de configuratie instructies op voor de KP-140 PG2/KP-141 PG2 keypad, zoals beschreven in
Optie SABOTAGE
Configuratie instructies Hier bepaalt u welke van de twee sabotageschakelaars (batterij compartiment en muurschakelaar) actief zal zijn. Optionele instellingen: Uitgeschakeld (standaard); Alleen muur; Alleen batterij. Hier bepaalt u of het systeem de supervisie berichten van de keypad al dan niet zal volgen (zie Opmerking).
SUPERVISIE
IN/UIT toon
Optionele instellingen: AAN (standaard) of UIT. Let op: De keypad voert elke 5 minuten een communicatie testsessie met het systeem uit (“Supervisie signaal) om de integriteit en de kwaliteit van de radio verbinding te controleren. Als de keypad binnen de vooraf gedefinieerde tijdsperiode tenminste eenmaal geen supervisie signaal meldt, word teen “GEMIST” probleem waarschuwing geïnitieerd. Als u de keypad daarom uit het beschermde gebied wilt nemen, moet de Supervisie worden UITgeschakeld om een probleem waarschuwing te voorkomen. Hier bepaalt u of de keypad de uitloop en inloop piepjes ten gehore zal brengen, of de keypad de piepjes alleen gehoord worden als het systeem is ingeschakeld WEG en niet als het is ingeschakeld THUIS. Optionele instellingen: AAN; UIT (standaard) en UIT @ Thuis.
Hier selecteert u de functie van de (AUX) knop
. Vier opties worden geboden.
Niet gebruikt: Geen functie aan AUX knop toegewezen. Stop piepjes: Door het drukken op de AUX knop wordt het hoorbare alarm van het systeem en alle andere apparatuur (zoals keypads, sirenes, enz.) gestopt (bijvoorbeeld tijdens uitloop en inloop vertraging). KNOP ()
Uitloopvertraging overslaan: Het drukken op de AUX knop stopt onmiddellijk de uitloopvertraging. PGM: Het drukken op de AUX knop activeert de PGM uitvoer. De functies van de PGM uitvoer wordt geconfigureerd in de bijbehorende secties van de Installatiehandleiding van het systeem (zie “UITVOER” menu) en de Gebruikershandleiding (zie “SCHEMA” menu).
Optionele instellingen: Niet gebruikt (standaard); Stop piepjes; Uitloopvertraging overslaan; en PGM.
2.4 Proximity tags inleren De ingebouwde proximity tag lezer van de KP-141PG2 kan ook gebruikt worden voor het inleren van proximity tags in het PowerMaster systeem via de keypad, zoals beschreven in de betreffende secties van de Gebruikershandleiding of Installatiehandleiding van het systeem. Als het systeem u vraagt de tag in te leren ("NU INLEREN" wordt getoond), moet het onderstaande worden uitgevoerd:
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
a) Druk op de WEG knop ( ) op de KP-141 PG2 keypad – de WEG knop begint te knipperen. b) Breng de proximity tag binnen de time-out periode naar de KP-141 PG2 keypad. Als het inleren succesvol is, wordt op het display getoond "APPARAAT INGELEERD" en het toont daarna de details van het apparaat.
9
KP-140 PG2/KP-141 PG2
3. DE KEYPAD GEBRUIKEN 3.1 Het systeem in en uitschakelen Stap
Basis inschakelen
Gebruikers acties
Keypad en systeem antwoord
(1)
Selecteer een PARTITIE (als Partitie is ingeschakeld)
1
De geselecteerde knop licht op.
of
of De geselecteerde knop begint te knipperen en vraagt u uw “Gebruikerscode” in te voeren of uw tag te presenteren. Zie stap 3.
Inschakelen WEG Inschakelen THUIS
2
Uitschakelen (UIT) Snel inschakelen WEG
(2)
Snel inschakelen THUIS
(2)
( 2 sec.) ( 2 sec.)
Voer GEBRUIKERSCODE in of [GEBUIKERSCODE] of [presenteer (3) (4) presenteer Proximity TAG. TAG] [DWANGCODE] (standaard 2580) (5)
3
DIRECT
(Na inschakelen THUIS/ WEG)
KINDZENDER
(Na inschakelen WEG)
(6) (8)
4 (7) (8)
De LED van de keypad knippert eenmaal rood om het zenden van de inschakelen opdracht naar het systeem aan te geven. Het antwoord van het systeem wordt dan op de keypad via de LED en de buzzer aangegeven – zie hieronder “Paneel antwoord op Keypad opdrachten” sectie 3.5. De LED van de keypad knippert eenmaal rood om het zenden van de opdracht naar het systeem aan te geven. Het antwoord van het systeem wordt dan op de keypad via de LED en de buzzer aangegeven – zie hieronder “Paneel antwoord op Keypad opdrachten” sectie 3.5.
Opmerkingen: 1. Als Partitie door het systeem is uitgezet, sla stap 1 over. 2. De Snel inschakelen functies alleen indien deze door het systeem zijn aangezet. 3. Als Snel inschakelen in Stap 2 is geselecteerd, sla Stap 3 over. 4. (a) Door het invoeren van een ongeldige verwerpt het systeem de transmissie. (b) Als de actie niet is voltooid en de geselecteerde inschakel knop knippert, zal de gewenste functie niet worden uitgevoerd. 5. Voor het gebruik van de Dwangcode, zie de betreffende sectie in de Gebruikershandleiding van het systeem. 6. Druk binnen de maximaal 8 seconden time-out periode op de DIRECT knop na het voltooien van de voorgaande stap. Dit zal de inloopvertraging voor de huidige inschakelsessie verwijderen 7. Druk binnen de maximaal 8 seconden time-out periode TWEEMAAL op de WEG knop na het voltooien van de voorgaande stap. Voor het gebruik van KINDZENDER inschakelen, zie de betreffende sectie in de Gebruikershandleiding van het systeem. 8. De KINDZENDER en DIRECT functies kunnen slechts na elkaar worden uitgevoerd. De volgorde is niet belangrijk.
3.2 Automatisch De functies van de PGM en X-10 uitvoer worden geconfigureerd in de bijbehorende secties van de Installatiehandleiding van het systeem (zie “UITVOER” menu) en de Gebruikershandleiding (zie “SCHEMA” menu).
Uitvoer functie
Actie
Antwoord
X-10 of PGM apparaat AAN
[PGM 00] of [X-10 01 tot 15]
X-10 of PGM apparaat UIT
[PGM 00] of [X-10 01 tot 15]
X-10 of PGM apparaat TOGGLE
[PGM 00] of [X-10 01 tot 15]
3.4 Andere functies
3.3 Alarm initiëren Alarm Noodalarm Brandalarm Paniek alarm
Actie ( 2 sec.) ( 2 sec.) ( 2 sec.)
De LED van de keypad knippert eenmaal rood om het zenden van de opdracht naar het systeem aan te geven. Het antwoord van het systeem wordt op de keypad via de LED en de buzzer aangegeven – zie hieronder “Paneel antwoord op Keypad opdrachten” sectie 3.5.
Antwoord
Functie
Zie sectie 3.5. AUX functie
Gebruikers acties
(1)
Zie sectie 3.5. STATUS indicatie Zie sectie 3.5.
Antwoord Zie sectie 3.5. Zie sectie 3.6.
Opmerkingen:
1. De functie van de AUX knop wordt geconfigureerd in bovenstaande sectie 2.3.
10
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
KP-140 PG2/KP-141 PG2
3.5 Paneel antwoord op Keypad opdrachten Bij het uitvoeren van een opdracht, knippert de LED van de keypad ("M" in figuur 1) eenmaal rood om de transmissie van de opdracht naar het systeem aan te geven. Als de operatie succesvol voltooid is, brand de groene LED enkele ogenblikken en word teen "vrolijke melodie" gehoord. Als de operatie mislukt of niet voltooid kan worden, bijvoorbeeld als het systeem "niet gereed" is, gaat de rode
Systeem antwoord Succes: Operatie is met succes voltooid
Buzzer indicatie Vrolijke (succes) melodie
LED branden en wordt een "treurige melodie" gehoord. Als in het systeem een probleem of alarm geheugenconditie bestaat, of als het systeem niet gereed is voor inschakelen, knippert de Statusknop (G in figuur 1) enkele seconden en vraagt u op de knop te drukken om de status informatie van het systeem op te halen.
LED indicator Enkele momenten GROEN
Mislukt: Operatie mislukt
Treurige (mislukking) Enkele momenten ROOD melodie
Geen communicatie: Systeem antwoord niet.
Geen
Geen
Probleem indicatie Als het systeem Niet-Gereed is, of al seen Probleem of Alarm geheugen conditie bestaat, knippert de Status knop (G in fig.1) enkele seconden. Voor het identificeren van de redden, druk op de knop om de Status indicatie op te halen – zie sectie 3.6 voor meer informatie.
3.6 Ophalen en tonen Systeem status Stap
1
2
Status verzoek
Gebruikers acties
Keypad en systeem antwoord De LED van de keypad knippert eenmaal rood om het zenden van het status verzoek naar het systeem aan te geven.
Verzoek om status
Kijk naar status
/
/
De status van het systeem is aangegeven op het keypad via de Inschakel toetsen en de Partitie toetsen – zie hieronder
Inschakel status De Inschakel status van het systeem wordt aangegeven via de betreffende inschakel/uitschakel knoppen LED die enkele seconden gaan branden. Als bijvoorbeeld het systeem is ingeschakeld WEG, zal de
knop branden en als het systeem is
Indicatie van Gereed/Niet gereed en Probleem status De Gereed/Niet gereed, Alarm geheugen en Probleem indicaties worden als volgt via de keypad LED (zie "M" in figuur 1) gegeven: LED indicatie [1]
Systeem status [2]
Wat betekent het
Groen
Systeem GEREED
U kunt het systeem inschakelen
Rood
Systeem NIET GEREED
Een van de zones is niet beveiligd. U kunt het systeem niet inschakelen voordat de zone beveiligd of overbrugd is. [3]
Geel
Probleem of
Er was een alarm of er is een probleem situatie die bekeken en geschoond moet worden. [3]
Alarm Geheugen Geel knipperen
Lage batterij keypad
De batterij van de keypad moet worden vervangen, zoals in sectie 2.1 getoond.
[1] De LED indicatie wordt getoond nadat de rode LED knippert, wat het statusverzoek aangeeft. [2] Als er meer dan een statusindicatie is, zal de LED deze achtereenvolgens tonen. [3] Zie de betreffende secties in de Gebruikershandleiding en Installatiehandleiding van het systeem.
uitgeschakeld zal ook de . knop branden Als Partitie is ingeschakeld, zal de inschakel status van de eerste partitie gelijktijdig getoond worden met de betreffende eerste partitie knop LED
, daarna wordt de tweede partitie status gelijktijdig
en daarna wordt de getoond met de tweede partitie knop LED derde partitie status op eenzelfde wijze getoond.
4 SPECIFICATIES Frequentiebanden (Mhz) Communicatie protocol Batterij type
Levensduur batterij Werktemperatuur Afmetingen (LxBxD): Gewicht (incl. batterij): Kleur
Europa: 433, 868, VS: 915 PowerG. 3V, CR123A type. Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte batterijen moeten overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden weggedaan. 4-5 jaar (bij normaal gebruik). 0C tot 49C 127x70x24mm 107g (96,39 g) Wit
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
11
KP-160 PG2
KP-160 PG2 Keyprox bedieningspaneel
Gebruikers‐handleiding
1. INLEIDING De KP-160 PG2 is een tweeweg draadloos PowerG bedieningspaneel voor gebruik met de PowerMaster centrales. De KP-160 PG2 kan voor de meeste dagelijkse gebruikersfuncties gebruikt worden: In- en uitschakelen van het alarmsysteem Nood, Brand en Paniek alarmen geven Home automation apparaten bedienen Systeem status opvragen Vooraf geprogrammeerde functies uitvoeren De KP-160 PG2 wordt met een proximity tag bediend. Voor acties waar een autorisatie voor benodigd is, kan de gebruiker een geldige proximity tag aan de geïntegreerde taglezer presenteren. Hiernaast kan de KP-160 PG2 ook systemen met Partities schakelingen bedienen. Door gebruik te maken van de Partities functie kan het systeem in drie onafhankelijke delen in- en uitgeschakeld worden, door verschillende of dezelfde gebruikers. De KP-160 PG2 kan met de meegeleverde beugel aan de wand
gemonteerd worden of als een draagbare unit gebruikt worden. Om te voldoen aan diverse internationale eisen is de KP-160 PG2 uitgerust met twee sabotageschakelaars die het openen van het batterijcompartiment en het verwijderen van de wand detecteren. Overige kenmerken van de KP-160 PG2: Intuïtief en eenvoudig te gebruiken grafische touch interface Bediening met proximity tag, geen codes te onthouden Te gebruiken voor alle dagelijkse gebruikersacties Alarmcentrale kan op een verborgen locatie gemonteerd worden 8 of 32 per systeem (afhankelijk van type alarmsysteem), geschikt voor elk type installatie Status, Alarm, Geheugen, Storing en Gereed indicaties Automatische melding in geval van lage batterijspanning Achtergrondverlichting In-/Uitlooptonen Inleren van proximity tags via de centrale of via de tag lezer. Lange batterijlevensduur (bij normaal gebruik).
2. INSTALLATIE 2.1 Batterijen plaatsen
2. Figuur 2 – Batterij klep plaatsen (optie a) Installatie voor wandmontage
1. Figuur 1 – Batterijen plaatsen Plaats twee 1.5V batterijen in ieder batterijcompartiment en let daarbij op de polariteit.
A. Sabotageschakelaar B. DC voeding aansluiting
WAARSCHUWING! Indien een verkeerd type batterij geplaatst wordt, kan deze ontploffen! Ga op een verantwoorde wijze met lege batterijen om.
De KP-160 PG2 kan op verschillende wijzen op de wand gemonteerd worden:
3.
Figuur 3 – Batterij klep plaatsen (optie b)
2.3 Wandmontage opties Wandmontage
2.2 Batterij klep sluiten Installatie voor draagbaar gebruik
2 1
4. Figuur 4a – Wandmontage 1. Boor drie gaten 2. Zet de beugel op de muur en maak deze met drie schroeven vast 3. Plaats de KP-160 PG2 op de beugel 4. Zet het bedieningspaneel vast met de schroef
12
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
KP-160 PG2 Wandmontage met gebruik van inbouwdoos
Figuur 4b – Wandmontage met externe voeding 1. Zet de beugel vast met twee schroeven zoals hierboven getoond. 2. Plaats de KP-160 PG2 op de beugel. 3. Zet het bedieningspaneel vast met de schroef
2.4 De KP-160 PG2 inleren Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap
1
2
Actie Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
02.ZONES
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN" (zie opmerking).
LCD Display
APPARAAT
WIJZIG 3
4
Leer het bedieningspaneel in of voer de 7-cijferige code op de sticker in.
NU INLEREN of
Selecteer het gewenste keyprox nummer
K07: LCD Keypad
VOER ID IN:XXX-
ID No. 374-XXXX
5
Programmeer de verschillende instellingen
6
Configureer het bedieningspaneel
K07.DEV SETTINGS
Zie sectie 2.5
Betekent scroll en selecteer Opmerking: Indien het bedieningspaneel reeds ingeleerd is, kunt u de instellingen van het paneel aanpassen via het “Wijzig Apparaat” menu – zie stap 2.
2.5 KP-160 PG2 instellingen programmeren Open het K07.APP
Optie
SABOTAGE
menu en gebruik de uitleg bij de verschillende opties hieronder om de KP-160 PG2 keyprox te programmeren.
Programmeer instructies Bepaalt welke sabotageschakelaars actief zijn. Opties: Uitgeschakeld (standaard instelling); Alle Sabotagecontacten en Batterijklepje.
Opties: AAN; UIT (standaard instelling) en UIT bij THUIS. Storingstonen
SUPERVISIE
Bepaalt of de alarmcentrale de supervisie berichten van het keyprox bedieningspaneel controleert of niet. (zie opmerking). Opties: AAN (standaard instelling) of UIT. Opmerking: Het bedieningspaneel voert iedere 5 minuten een communicatietest met de centrale uit (een zgn. supervisie bericht). Indien de centrale gedurende een bepaalde tijd geen supervisie bericht van het bedieningspaneel ontvangt, wordt er een Supervisie storing gegeven. Het is daarom belangrijk om de supervisie instelling UIT te zetten als u het bedieningspaneel meeneemt. IN-UITLOOPTONEN
Bepaalt of het bedieningspaneel de in- en uitlooptonen laat horen en of dit altijd of alleen bij WEG schakelingen gebeurt.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
In geval van storing laat het paneel 3 korte piepjes horen. Hier bepaalt u of deze tonen aan, uit of alleen overdag te horen zullen zijn. De nacht uren lopen van 20.00 uur tot 7.00 uur. Opties: AAN; UIT (standaard instelling) en ALLEEN OVERDAG.
VOLUME
Bepaalt het volume van de speaker. Opties: Medium (standaard instelling); Maximaal en Minimaal
Screensaver
Bepaalt of het display na een aantal seconden automatisch uit gaat.
Opties: Uitgeschakeld (standaard instelling) en Ingeschakeld. Opmerkingen: 1) Indien de “Screensaver” instellingen van het PowerMaster systeem op “aan door toets”
13
KP-160 PG2
TOETS ()
staat, zal de KP-160 PG2 actief worden zodra er op de rechterzijde van het scherm gedrukt wordt (zie PowerMaster installatiehandleiding sectie 3.5.6. 2) Indien de “Screensaver” instellingen van het PowerMaster systeem op “aan door code” staat, zal de KP-160 PG2 actief worden zodra er op de rechterzijde van het scherm gedrukt wordt en vervolgens de tag wordt gepresenteerd(zie PowerMaster installatiehandleiding sectie 3.5.6).
Stop uitloopvertraging: Stop de uitloopvertraging; het systeem is direct ingeschakeld. X-10 (PGM): Activeer de gekoppelde X-10 apparaten of de PGM uitgang van de centrale. Gebruik de Installatiehandleiding van de centrale om meer te weten te komen over X-10/PGM opties.
Selecteer de functie van de (AUX) toets : Niet gebruikt: Er is geen functie aan de AUX toets toegewezen. Status: Het centrale display toont en laat de systeem status horen*. Stop tonen: De uitlooptonen van de centrale en gekoppelde apparaten (zoals het bedieningspaneel, sirene, enz.) stoppen.
* Alleen van toepassing indien de centrale voorzien is van de spraakfunctie.
Opties: Niet gebruikt, Status (standaard instelling); Stop tonen, Stop uitloopvertraging; en X-10 (PGM).
AC VOEDING
Bepaalt of netvoeding uitval doorgemeld wordt (alleen gebruiken als er externe voeding wordt gebruikt). Opties: Niet aangesloten (standaard instelling) en Netspanning aangesloten.
2.6 Proximity tags inleren U kunt de proximity tags inleren via de PowerMaster centrale of via het KP-160 PG2 bedieningspaneel. Hieronder staat beschreven hoe proximity tags via de KP-160 PG2 worden ingeleerd. Gebruik de PowerMaster Installatie- of Gebruikershandleiding om de proximity tag via de centrale in te leren. Elke proximity tag wordt aan een gebruikerscode gekoppeld. Zorg er dus voor dat er voor iedere ingeleerde tag een gebruikerscode is aangemaakt (code 0000 is niet geldig). Bijvoorbeeld: “T02: Tag
” wordt gekoppeld aan gebruikerscode 2 en “T14: Tag ” wordt gekoppeld aan gebruikscode 14. De partitie autorisaties van de proximity tag zijn gelijk aan die van de gekoppelde gebruikerscode. Stap
1
Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
02.ZONES/APPAR.
2
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN”
APPARAAT
Actie
LCD Display
WIJZIG
3
Zodra "NU INLEREN" op het display verschijnt, druk op de WEG toets ( ) van de KP-160 PG2. De WEG toets en de Prox Tag toets ( zullen nu gaan knipperen.
4
NU INLEREN
)
Houd de proximity tag bij de KP-160 PG2. Indien het inleren gelukt is, verschijnt "APP INGELEERD" in het display, gevolgd het tagnummer.
DEVICE ENROLLED T01:Tag (Prox)
3. HET KEYPROX BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN 3.1 In- en Uitschakelen
Stap
(1)
1
Selecteer een PARTITIE (indien de Partitie functie wordt gebruikt)
2
WEG inschakelen
THUIS inschakelen
UITSCHAKELEN
3
+
+
(3)
DIRECT KINDZENDER
Reactie
De geselecteerde partities knipperen.
[presenteer tag]
toets ( ) beginnen te knipperen en verzoeken u de tag te presenteren.
[ presenteer tag] [ presenteer tag]
De gekozen toets en de Prox Tag
(4)
(4)
De LED van het bedieningspaneel zal eenmaal knipperen om de transmissie naar de alarmcentrale aan te geven. Vervolgens zullen de LED’s en de buzzer de reactie van de centrale laten zien – zie sectie 3.3 Systeem Status en indicaties.
(4)
(3)
Versneld WEG inschakelen (Indien Versneld inschakelen is toegestaan) Versneld THUIS inschakelen (Indien Versneld inschakelen is toegestaan)
4
Actie
Een combinatie van
+
14
Schakeling
( 2 sec.)
( 2 sec.)
(Na THUIS/WEG inschakeling)
(Na WEG inschakeling)
(5) (6)
(6)
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
KP-160 PG2 Opmerkingen: 1. Indien de Partities functie niet wordt gebruikt kunt u de eerste stap overslaan. 2. Indien de Partities functie is ingeschakeld en er wordt géén partitie geselecteerd, dan zullen alle partities die aan deze gebruiker toegewezen zijn, geschakeld worden. 3. De Versneld Inschakelen functie werkt alleen als deze op de centrale is ingeschakeld. 4. Indien de tag niet is gepresenteerd voordat de LED stopt knipperen, zal de gewenste functie niet uitgevoerd worden. 5. Druk binnen 8 seconden na de inschakeling op de DIRECT toets. Hiermee wordt de inloopvertraging voor deze inschakelperiode geannuleerd. 6. Druk na het inschakelen binnen 8 seconden op de KINDZENDER toets om de Kindzender functie te activeren. U kunt de KINDZENDER en DIRECT functies achter elkaar uitvoeren, de volgorde is hierbij niet van belang. De KINDZENDER en DIRECT functies kunnen alleen tijdens de uitloopvertraging geactiveerd worden. De KINDZENDER functie gaat ervan uit dat deze functie ook in het PowerMaster systeem is geactiveerd (zie de PowerMaster Installatiehandleiding, sectie 3.5.2.) De KINDZENDER/DIRECT LED op het bedieningspaneel zal branden om aan te geven dat de functie actief is.
3.2 Alarmen initiëren Alarmen Nood-toestand alarm
Reactie Zie sectie 3.3.
Acties
( 2 sec.)
Opmerkingen Nadat de Nood of Brand toets gedrukt is, begint de KP160 PG2 te piepen totdat het alarmbericht verstuurd is.
Zie sectie 3.3.
Brand alarm ( 2 sec.)
Zie sectie 3.3.
Paniek alarm ( 2 sec.)
Nadat de Paniek toets gedrukt is, begint de KP-160 PG2 te piepen totdat het alarmbericht verstuurd is.
3.3 Systeem Status en Indicaties Na het uitvoeren van een functie zal de LED van het bedieningspaneel (“30” in het Iconen figuur) rood oplichten om de transmissie naar de centrale aan te geven. Wanneer het commando succesvol is uitgevoerd, zal de groene LED kort oplichten en zal de “vrolijke melodie” klinken. Indien het commando mislukt is of niet uitgevoerd kan worden, zal de rode LED gaan branden en zal de “treurige melodie” klinken.
Reactie bedieningspaneel
Gelukt: Functie/commando is uitgevoerd
Buzzer indicatie
Brandt GROEN
Vrolijke melodie
Mislukt: Functie/commando is niet uitgevoerd of een verkeerde toets is gedrukt
Brandt ROOD
Treurige melodie
Geencommunicatie: Centrale reageert niet
LED indicatie
Geen
Geen
Inschakel indicaties Onderstaande tabel geeft de verschillende Inschakel indicaties toetsen en hun betekenis aan.
Inschakel indicatie WEG INSCHAKELING
Icoon
THUIS INSCHAKELING UITGESCHAKELD UITLOOPVERTRAGING
Iconen verschijnen na elkaar +
De Prox Tag en UITSCHAKELING toetsen knipperen tegelijk
INLOOPVETRAGING
Indien de Partities functie wordt gebruikt wordt de inschakel indicatie gelijk met de partitie LED getoond; eerst de eerste LED inschakel indicatie LED en de tweede LED
, vervolgens de
en tot slot de laatste LED.
Algemene indicaties De Gereed/Niet Gereed, Alarm in Geheugen, Storing en Lage Batterijspanning en overige indicaties worden in onderstaande tabel toegelicht:
Nummer
Indicatie
[1]
Betekenis Geeft aan dat de gebruiker de proximity tag dient te presenteren om een commando uit te voeren Volume bediening Systeem is NIET GEREED; een van de zones staat nog open. Het systeem kan pas worden ingeschakeld als de zone(s) is gesloten of overbrugd Zone overbrugd Toont het volume niveau, het zone nummer of het PGM/X-10 nummer
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
15
KP-160 PG2 PGM/X-10 bediening Systeem is in de KINDZENDER mode ingeschakeld Uitlooptonen zijn uitgeschakeld. Deze mode wordt na de uitloopvertraging weer [2] uitgeschakeld. Systeem is in de DIRECT mode ingeschakeld. Het alarmsysteem heeft een bericht wat niet is afgespeeld De centrale staat in INSTALLATIE of GEBRUIKERSINSTELLINGEN mode Alarm of Alarm in Geheugen De partitie of het systeem heeft een storing waar naar gekeken en welke opgelost [3] dient te worden Netspanningsuitval Communicatie fout: de KP-160 PG2 is buiten bereik van de centrale of heeft geen ontvangstbevestiging van de centrale ontvangen Geeft aan dat de batterijspanning van de KP-160 PG2 laag is en dat de batterijen vervangen dienen te worden (zie sectie 2.1). [1] De toets indicatie wordt getoond nadat de rode LED knippert, om het opvragen van de status aan te geven. [2] Werkt alleen gedurende de Uitloopvertraging. [3] Zie de betreffende secties in de Gebruikers- en Installatiehandleiding van de centrale. [4] Indien er meerdere status indicaties te melden zijn, zullen deze tegelijk getoond worden. Zone status indicaties Druk herhaaldelijk op de toets om de zone nummers van de zones die NIET GEREED ( ) of OVERBRUGD ( ) zijn. Na op de toets gedrukt te hebben, verschijnt het eerstvolgende zonenummer in het Zone# display (nummer “4” in het Iconen figuur). Om de open of overbrugde zones van een specifieke partitie te bekijken, drukt u op het Partitie nummer, ( / gedrukt te hebben, verschijnt het eerste open zonenummer in het Zone# display.
/
) gevolgd door de
toets. Na op de
toets
Opmerkingen: Een zone die zowel OVERBRUGD als NIET GEREED is, wordt weergegeven met de OVERBRUGD icoon ( ). Wanneer "00" in het display verschijnt, geeft dit aan dat er geen zone open staat, maar dat de NIET GEREED stand een andere oorzaak heeft, bijvoorbeeld een “sabotage” melding van een bedieningspaneel of de centrale. Wanneer alle zones GEREED en niet overbrugd zijn, is de
toets niet beschikbaar.
3.4 Zones overbruggen Een zone kan overbrugd worden door op de
toets te drukken totdat het betreffende zone nummer getoond wordt en er vervolgens op de
toets gedrukt wordt. Opmerking: Een zone kan alleen vanaf de KP-160 PG2 overbrugd worden als de Overbruggen functie in de centrale is ingeschakeld (zie PowerMaster installatiehandleiding, sectie 3.5.2.).
3.5 Home Automation apparaten bedienen Meer informatie over het instellen van de PGM en X-10 uitgangen is te vinden in de PowerMaster Installatiehandleiding (“UITGANGEN” menu) en Gebruikershandleiding (“TIJDSCHEMA” menu).
Uitgang functie
Acties
X-10 of PGM apparaat AAN
[PGM P0 tot P9] of [X-10 01 tot 99]
X-10 of PGM apparaat UIT
[PGM P0 tot P9] of [X-10 01 tot 99]
X-10 of PGM apparaat SCHAKELEN
[PGM P0 tot P9] of [X-10 01 tot 99]
Opmerking: Lang indrukken (meer dan 2 sec.) van de
Reactie
De rode LED van het bedieningspaneel knippert eenmaal om de transmissie naar de centrale aan te geven. De LED en buzzer zullen vervolgens de reactie van de centrale aangeven – zie sectie 3.3.
toets start de X-10 functie en op het display verschijnt “01”. Kort indrukken van de
toets start de PGM functie en op het display verschijn “P0”. In beide gevallen verhoogt het nummer iedere keer dat er op de wordt.
16
toets gedrukt
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
KP-160 PG2
3.6 Overige functies
Uitgang functie
Acties
Reactie
AUX functie
Inleren: Lang indrukken (meer dan 5 sec.) totdat de groene LED gaat branden, dan loslaten. Terug naar fabrieksinstellingen: lang indrukken (meer dan 7 sec. ) om de KP-160 PG2 terug naar de fabrieksinstellingen te zetten. Huidige handeling afbreken: Kort indrukken
Volume bediening
Iedere keer drukken wijzigt het volume niveau. Het volume niveau schakelt van 1, 2, 3 en 0.
Uitlooptonen stoppen
Stopt de uitlooptonen; een klein cirkeltje verschijnt bover de toets. Druk nogmaals om de uitlooptonen weer te laten klinken. Opmerking: Werkt alleen voor de huidige uitloopperiode. De uitlooptonen zullen bij de volgende uitloopperiode weer klinken.
4. SPECIFICATIES Frequentie band (MHz)
Europe en de rest van de wereld: 433-434, 868-869 USA: 912-919
Communicatie protocol
PowerG
Batterijtype
Vier 1.5V AA Alkaline batterijen
Verwachte levensduur batterijen
4 jaar (bij normaal gebruik)
Voeding (optioneel)
5-12VDC
Achtergrondverlichting
Blauw/wit of Zwart/wit
Werktemperatuur
0C tot 55C
Afmetingen (BxLxD)
150x100x20mm
Gewicht (incl. batterij en beugel)
379 gram
Montage
Wandmontage of draagbaar
Kleur
Zwart
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
17
MC-302E PG2
MC-302E PG2 Draadloos tweeweg magneetcontact met bekabelde ingang
Installatie instructies
1. INTRODUCTIE De MC-302E PG2 is een draadloos, tweeweg PowerG magneetcontact. Het magneetcontact heeft een ingebouwd reed-contact wat opent zodra de bijbehorende magneet weggehaald wordt en heeft een extra ingang, te programmeren als Normally open, Normally Closed of End of Line, om een extra magneetcontact, een extra sensor, een extra drukknop, enz. op aan te sluiten. De MC-302E PG2 kan vanaf de PowerMaster centrale geprogrammeerd worden en kan zo ook worden geprogrammeerd zodat het reed-contact is uitgeschakeld en alléén de extra ingang functioneert. Het reed-contact en de extra sturen dezelfde zender aan, maar melden wel met eigen codes door en worden dan ook als twee aparte zenders door de centrale gezien. De MC-302E PG2 verstuurt de alarmberichten naar de centrale middels het PowerG tweeweg protocol. Zodra de behuizing wordt geopend, stuurt de MC-302E PG2 een sabotagebericht door en op gestelde tijden wordt een supervisiebericht naar de centrale gestuurd, om de aanwezigheid aan de centrale te melden. Een ingebouwde LED brandt wanneer een alarm of sabotagebericht wordt gestuurd. Bij het versturen van de supervisieberichten zal de LED niet branden. Een 3V Lithium batterij verzorgt de voeding. Bij een lage batterijspanning wordt er een ‘low battery’ bericht verstuurd.
A. Transmissie LED B. Magneet Figuur 1: Vooraanzicht
2. INSTALLATIE 2.1 Montage (Fig. 3a en 3b) Aanbevolen wordt om de zender aan de bovenzijde van het raam-/deurkozijn te monteren en het magneet op het beweegbare deel (deur of raam) te plaatsen. Zorg ervoor dat het magneet, in gesloten toestand, niet verder dan 6 mm vanaf het gemarkeerde deel van de zender geplaatst wordt. Opmerking: Zodra de behuizing wordt geopend, zal er een sabotagebericht naar de centrale gestuurd worden. Wanneer de batterij nu verwijderd wordt, blijft het contact in sabotage staan. Druk, om dit te voorkomen, eerst het sabotageschakelaartje in en verwijder vervolgens de batterij. Waarschuwing! Indien een verkeerd type batterij wordt geplaatst, loopt u het risico dat deze ontploft. Gooi de batterij met het juiste afval weg. Let op! Het magneetcontact is voorzien van een (optionele) sabotageschakelaar onder de print. Zo lang de print stevig in de behuizing is geplaatst, zal deze sabotageschakelaar tegen het afbreekdeel op de achterplaat duwen. Zorg ervoor dat dit afbreekdeel stevig vastgeschroefd wordt. Mocht het magneetcontact nu met geweld van de muur geslagen worden, blijft het afbreekdeel op de muur vast zitten en zal de sabotageschakelaar geopend worden.
B
A
F
C
E
D
A. Flexibel pootje B. Afbreekdeel (voor sabotageschakelaar op de achterplaat) C. Print support nokjes D. Montage gaten E. Kabelinvoer F. Schroefgat voor behuizing schroef Figuur 2. Achterplaat zonder print Figuur 3a. Montage Opmerking: In het voorbeeld is gebruik gemaakt van de 868 MHz versie. De 433 MHz en 915 MHz dienen op dezelfde wijze gemonteerd te worden. * Deze schroef dient voor de sabotageschakelaar.
18
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
MC-302E PG2 1. Zet een platte schroevendraaier in de nis en duw omhoog om de behuizing te openen. 2. Draai de schroef los. 3. Haal de bovenkant los. 4. Duw het flexibele pootje voorzichtig open en haal de print los. 5. Markeer en boor de 2 of 3 schroefgaten in de ondergrond en zet de achterplaat met de pluggen en schroeven vast. 6. Zet het magneet zo dicht mogelijk bij het contact en zet deze met 2 schroeven vast.
Let op! Om te voldoen aan de FCC en IC RF blootstelling eisen, dient het magneetcontact tenminste 20 cm van personen af geplaatst te worden. De antenne mag niet worden aangepast of verlengd worden.
Figuur 3b. Montage
A. Inleerknop B. Kozijn C. Bewegend deel
2.2 Extra ingang bekabelen (Fig. 4) A. Sluit de contactuitgangen van het gewenste apparaat op de ingangsklemmen van de MC-302E PG2. B. Programmeer de MC-302E PG2 als Normally Closed (N.C.) als er een N.C. apparaat wordt gebruikt. Een E.O.L. weerstand is dan niet nodig.
Figuur 4. E.O.L. bekabeling
C. Programmeer de MC-302E PG2 als Normally Open (N.O.) als er een N.O. apparaat wordt gebruikt. Er kunnen nu meerdere N.O. apparaten parallel aangesloten worden. Een E.O.L. weerstand is niet nodig. D. Om E.O.L. (End of Line) controle te gebruiken: Plaats een 47k E.O.L. weerstand aan het einde van de lus en gebruik de N.C. of N.O. apparaten zoals getoond in figuur 4. Opmerking: Om te voldoen aan UL eisen, dient het extra apparaat zich in dezelfde ruimte als de zender te bevinden. Opmerking II: Zodra de lus wordt geopend of gesloten, wordt er een alarm bericht gestuurd.
2.2. Inleren Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN" Zie opmerking [1]
Leer het apparaat in of voer de ID code van het apparaat in
Selecteer het gewenste zone nummer
Programmeer de locatie, deurbelfunctie en de zonetype instellingen
Configuree r het magneet contact
02.ZONES/APPAR.
APPARAAT TOEVOEG
NU INLEREN of
VOER ID IN:XXX-
Z06:Magneetconta ID No. 101-XXXX
WIJZIG APPARAAT
Betekent scroll
Z06.LOCATIE Z06.ZONE TYPE Z06.DEURBEL Z06.APP
en selecteer
Zie opm. [2]
Opmerkingen: [1] Indien het magneetcontact reeds ingeleerd is, kunt u de instellingen van het contact aanpassen via het “Wijzig Apparaat” menu – zie stap 2. [2] Selecteer het Apparaat instellen menu en gebruik de onderstaande tabel om de instellingen van het magneetcontact aan te passen.
2.3. Magneetcontact instellingen programmeren Open het APP INSTELLEN
menu en gebruik de uitleg bij de verschillende opties hieronder om het magneetcontact in te stellen.
Optie Alarm LED
Programmeer instructies Bepaalt of de alarm LED aan of uit staat (LED licht rood op bij alarm). Opties: LED AAN of LED UIT (standaard instelling).
Reed Switch #1
Bepaalt of het interne reed-contact gebruikt wordt.. Opties: ingeschakeld of uitgeschakeld (standaard instelling).
Input #1
Bepaalt de werking van de extra ingang. Opties: Uitgeschakeld, EOL-End Of Line (standaard instelling), Normally Open of Normally Closed.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
19
MC-302E PG2
3. ONTVANGST DIAGNOSE Haal voor het testen de behuizing los van de achterplaat (zie Fig. 3a). A. Druk eenmaal op de sabotageschakelaar en laat deze vervolgens weer los. B. Plaats het kapje weer op de achterplaat en schroef de behuizing dicht. C. Open de deur of het raam en controleer of de rode LED aangaat. D. Na 2 seconden zal de LED 3 keer knipperen. Deze 3 keer knipperen geeft de ontvangstkwaliteit (aan de centrale zijde) aan. LED reactie Groene LED knippert Oranje LED knippert Rode LED knippert Geen knippering
Ontvangstkwaliteit Sterk Goed Slecht Geen ontvangst
BELANGRIJK! Het is belangrijk dat de meldingen van de detector goed ontvangen worden. Een slechte ontvangstkwaliteit is daarom niet acceptabel. Indien de detector een slechte ontvangstkwaliteit aangeeft, verplaats deze dan naar een punt waar de ontvangstkwaliteit minstens Goed is. Opmerking: Uitvoerige Diagnose opties staan beschreven in de handleiding van de centrale.
4. SPECIFICATIES Frequentie Band (MHz) Communicatie protocol Alarm ingang Supervisie Sabotage melding Voeding Batterij type Levensduur batterij Batterij controle Werktemperatuur Vochtigheid Afmetingen (LxBxD) Gewicht (incl. batterij)
Europa: 433-434, 868-869 USA: 912-919 PowerG Eén extra interne ingang Supervisie bericht met 4-min. intervals Gemeld zodra er een sabotage gedetecteerd wordt Type C 3V Lithium batterij, type CR-123A , Panasonic, Sanyo of GP. 8 jaar (bij normaal gebruik) Batterij status wordt bij iedere supervisie melding meegestuurd 0C tot 49C Gemiddelde relatieve vochtigheid van 75% non condensing. 81 x 34 x 25 mm 53g Opent 20mm+/5mm 14mm+/5mm 25mm+/5mm
20
Hout Sluit 14mm+/6mm 15mm+/5mm 24mm+/5mm
Mogelijk Metaal richting Opent Sluit X 15mm+/14mm+/5mm 5mm Y 15mm+/14mm+/5mm 5mm Z 25mm+/24mm+/5mm 5mm
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
GB-501 PG2
GB-501 PG2 Geavanceerde PowerG glasbreukdetector
Installatie instructies
1. INTRODUCTIE De GB-501 PG2 is een draadloze, tweeweg glasbreukdetector, ontworpen om het breken van glas wat in een kozijn gemonteerd is, te detecteren. De GB-501 PG2 bestaat uit twee modules: Een Sentrol Inc. ShatterPro™ akoestische detector met Pattern Recognition Technology™ (beschermd onder U.S. Patent 5,192,931) De Visonic Ltd. MC-302 PG2 zender
A
A
B
A. Microfoon B. Detectie indicatie LED Figuur 1. Vooraanzicht
1.1 Akoestische sensor
B A. PowerG zend module B. Akoestische detector module Figuur 2. Module plaatsing
De akoestische sensor van de GB-501 PG2 is omni-directionaal en heeft hiermee een dekkingsgebied van 360°. Het detectiebereik wordt gemeten vanaf de sensor tot het deel van het glas wat het verst verwijderd is (zie figuur 3). De minimale afstand tussen sensor en glas dient 1 meter te zijn.
Figuur 3. Normale plaatsing en bereik Indien de detector op de tegenovergestelde of op dezelfde muur wordt gemonteerd, dan is het maximale bereik 6 meter voor standaard glas, veiligheidsglas, gelamineerd glas en draadglas. Indien de detector op het plafond wordt gemonteerd, dan is het maximale bereik 6 meter voor standaard glas, veiligheidsglas, gelamineerd glas en draadglas. Voor speciaal inbraakwerend glas wordt aangeraden de detector niet verder dan 3,65 meter van het glas af te plaatsen.
1.2 PowerG zender De akoestische sensor is naast een miniatuur PowerG zender geplaatst, waarmee een digitaal alarm bericht naar de centrale wordt gestuurd zodra er een alarmmelding gegeven wordt. De GB-501 PG2 is ook beveiligd met een sabotageschakelaar aan de voorzijde die het openen van de behuizing detecteert, en een sabotageschakelaar aan de achterzijde, die alarm geeft als de detector van de muur wordt getrokken. Zodra een sabotagesituatie ontstaat, stuurt de GB-501 PG2 een specifiek sabotage alarm bericht naar de centrale. Hiernaast wordt op gezette tijden een supervisie bericht verstuurd. Hiermee wordt de aanwezigheid van de detector aan de centrale gemeld. Op de zendmodule is een rode LED geplaatst (alleen zichtbaar als de behuizing is geopend), welke brandt zodra er een alarm of sabotage melding wordt verstuurd. De LED brandt niet bij het versturen van de supervisie melding.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
21
GB-501 PG2
2. INSTALLATIE 2.1 Detectiegebied bepalen en vals alarm voorkomen Voorkom installatie in: Ruimtes met zware, isolerende of geluiddempende gordijnen. Ruimtes met houten luiken voor de ramen. Voorkom valse alarmen door: Zet de detector niet in een 24-uurs zonetype (omtrek type is prima). Gebruik de detector niet in ruimtes waar veel of plotseling omgevingsgeluid is (let bijv. op met luchtcompressors). Voorkom plaatsing in kleine ruimtes (<3x3 m) of ruimtes met veel akoestiek, zoals kleine keukens, garages, kleine badkamers, enz. Bij voorkeur niet gebruiken in: Glazen luchtsluizen of portalen Luidruchtige keukens Auto garages bij woningen Kleine bijkeukens met veel apparatuur Trappenhuizen Kleine badkamers Andere kleine ruimtes met veel akoestiek. Gebruik in dergelijke ruimtes liever trildetectors. Plaats de detector niet in vochtige ruimtes De draadloze GB-501 PG2 is niet hermetisch afgesloten en vocht op de print kan kortsluiting en vals alarm veroorzaken. Zet de detector niet in een 24-uurs zonetype De GB-501 PG2 is bij voorkeur geschikt om in een omtrek zonetype gebruikt te worden. Indien de detector in een 24-uurs zone wordt gezet, waarbij veel geluiden te horen zijn, wordt de vals alarm immuniteit van de detector
tot het uiterste gedreven. Omdat sommige geluiden voor de detector erg dicht bij het geluid van brekend glas komen, kan er vals alarm gegeven worden. Programmeer de GB-501 PG2 als een omtrek zonetype, welke tegelijk met de raam-/deurcontacten wordt ingeschakeld. Continu gebruikte ruimtes beveiligen De immuniteit voor vals alarm zijn het beste gegarandeerd bij ruimtes met weinig omgevingsgeluiden. Indien u een ruimte dient te beveiligen die continu gebruikt wordt, maak dan gebruik van trildetectoren om de ramen te beveiligen. Testen De GB-501 PG2 is specifiek ontworpen om brekend glas, gemonteerd in een kozijn van een buitenmuur, te detecteren. Het heeft geen zin om de detector te testen met een los stuk glas of glazen fles. Gebruik de speciaal hiervoor ontworpen glasbreukdetector-testers. Opmerking: Het zou kunnen dat GB-501 PG2 niet altijd een scheur in het glas, of het geluid van een kogel door het glas, detecteert. Een glasbreukdetector zou altijd back-up moeten hebben van een ruimtelijke detector. Voor het beste resultaat dient de detector tenminste 1.2 meter verwijderd dienen te zijn van geluidsbronnen als televisies, speakers, gootstenen, deuren enz. en dient de detector recht zicht op de te beschermen ramen te hebben. De detector is niet in staat om brekend glas om de hoek of in andere kamers te detecteren. Het maakt niet uit in welke richting het glas zich bevindt.
2.2 Geluidsrichtingen Het geluid van brekend glas verplaatst zich direct vanaf het raam. De beste locatie voor de glasbreukdetector is daarom de tegenovergestelde muur, vooropgesteld dat deze muur binnen het bereik van de detector valt en een direct zicht biedt. Andere goede montagelocaties zijn het plafond en de aangrenzende muur. Een detector op het plafond geeft het beste resultaat als deze 2-3 meter van het glas af geplaatst is. Zoals met alle glasbreukdetectors wordt het bereik van de detector minder als deze op de aangrenzende muur wordt gemonteerd; de detectie is immers ook afhankelijk van reflecterend geluid. Test de detector daarom altijd met een Sentrol 5709C glasbreukmelder-tester en houd deze tegen het raam. De akoestiek van een ruimte kan het bereik altijd beïnvloeden.
2.3 Voorbereiding 1. Open de detector met een schroevendraaier, zoals getoond hieronder. Binnenin vind u een zakje met daarin de batterij, twee pluggen en twee schroeven.
2. Maak uzelf bekend met de onderdelen hieronder beschreven, allen zijn van belang in de vervolgstappen.
A
B
C
D
E F Figuur 4. De detector openen A. Batterij
C. Zend indicatie LED E. Montagegaten
B. Sabotageschakelaar
D. Inleer knop
F. Detectie indicatie LED
Figuur 5. Binnen aanzicht
22
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
GB-501 PG2 3. Plaats de batterij in de batterij clips zoals getoond in figuren 6 en 7 en let daarbij de op de juiste polariteit!
A
Gebruik uitsluitend Lithium CR-123 type batterijen, Panasonic, Sanyo of GP.
B
A
A. (-) zijde B. (+) zijde
A. De batterij op de juiste plek Figuur 7. Batterij geplaatst
Figuur 6. Batterij plaatsen
4. Druk eenmaal op de sabotageschakelaar aan de voorzijde om de zender te resetten. Opmerking: Omdat de behuizing geopend is, zal er een sabotage bericht verzonden worden.
Figuur 8. De detector resetten Let op! De GB-501 PG2 is voorzien van een sabotageschakelaar onder de print. Zolang de print op zijn plek zit, duwt deze schakelaar tegen een speciaal wegbreek-stukje (zie figuur 9). Zorg ervoor dat dit wegbreek-stukje stevig aan de ondergrond wordt vastgeschroefd. Op deze manier wordt er een sabotagemelding gegeven zodra de detector van de muur afgetrokken wordt.
A
B
A. Montage gaten B. Wegbreek-stukje Figuur 9. GB-501 PG2 Binnen aanzicht
2.4. INLEREN Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap 1
Stap 2
Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN” 02.ZONES/APPAR.
Stap 3
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN" Zie opmerking [1] APPARAAT TOEVOEG
NU INLEREN of VOER ID IN:XXX-
Betekent scroll
Stap 4
Stap 5
Leer het apparaat in of voer Selecteer het gewenste zone de ID code van het apparaat nummer in
Z04:Glasbreukdet ID No. 160-XXXX
Programmeer de locatie en de zonetype instellingen Z06. Z03.LOCATIE Z06.ZONE TYPE
en selecteer
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
23
GB-501 PG2
3. ONTVANGST DIAGNOSE Haal vóór het testen de voorkant los (zie figuur 4). A. Druk eenmaal op de sabotageschakelaar. B. Na twee seconden zal de zendindicatie LED drie keer knipperen. Deze 3 keer knipperen geeft de ontvangstkwaliteit (van de centrale) aan. LED reactie Groene LED knippert Oranje LED knippert Rode LED knippert Geen knippering
Ontvangstkwaliteit Sterk Goed Slecht Geen ontvangst
BELANGRIJK! Het is belangrijk dat de meldingen van de detector goed ontvangen worden. Een slechte ontvangstkwaliteit is daarom niet acceptabel. Indien de detector een slechte ontvangstkwaliteit aangeeft, verplaats deze dan naar een punt waar de ontvangstkwaliteit minstens Goed is. Opmerking: Uitvoerige Diagnose opties staan beschreven in de handleiding van de centrale.
4. TEST PROCEDURE 4.1 Hoe de test mode werkt
De Pattern Recognition Technology™ van de GB-501 PG2, negeert de meest vals alarm geluiden, waaronder het geluid van glasbreukmeldertestes. Om de GB-501 PG2 toch te kunnen te testen wordt een speciale test mode gebruikt. In deze test mode worden de algoritmes voor de lage en hoge frequenties uitgezet en worden alleen de frequenties in het middengebied gebruikt. Deze frequenties worden door de Sentrol 5709C testers gegenereerd. IN DE NORMALE MODE ZAL DE DETECTIE LED KORT BRANDEN ALS ER EEN HARD GELUID WAARGENOMEN WORDT. DIT HOUDT NIET IN DAT ER DIRECT EEN ALARMSITUATIE GEDETECTEERD WORDT. DE GB-501 PG2 ZAL NIET REAGEREN OP HET GELUID VAN DE TESTER, TENZIJ DEZE VLAK BIJ DE DETECTOR GEHOUDEN WORDT. OPMERKING: nadat de detector een alarm geeft, wordt de TEST mode voor één minuut geactiveerd.
4.2 De detector in de Test mode zetten
Gebruik de Sentrol 5709C of de Intellisense FG701 handtesters om de detector in de test mode te zetten. Zet de tester op de gelaagd glas (Tempered) stand, houd de speaker van de tester tegen de detector en activeer de tester. De detector zal nu alarm geven en vervolgens voor één minuut in de test mode gaan staan. Gedurende de test mode zal de LED continu knipperen. Verleng de test mode indien nodig door nogmaals de tester tegen de detector te houden en te activeren.
4.3 De detector testen (zie figuur 10).
A. Houd de tester vlak tegen het glas en richt de tester naar de detector en activeer de tester om het bereik te controleren. Indien er gordijnen of lamellen aanwezig zijn, houd de tester dan achter de gesloten gordijnen (gebruik de detector niet als er heel zware gordijnen gebruik worden). Indien de detector op de dezelfde muur als het raam wordt geplaatst, richt de tester dan op de tegenoverliggende muur.
Figuur 10. De GB-501 PG2 testen B. De tester heeft verschillende standen voor ieder type glas. Gebruik altijd de Tempered of Laminated standen (beide geven hetzelfde bereik) tenzij u er zeker van bent dat er alleen standaard (Plate) glas gebruikt wordt. C. Als de LED kort brandt op het moment dat de tester wordt geactiveerd, dan is de detector binnen bereik van het glas. D. Als de LED blijft knipperen en niet gaat branden, verplaats dan de detector dichter bij het raam en test opnieuw. Het kan ook zijn dat er meerdere glasbreukdetectors gebruikt dienen te worden. Het komt overigens maar zeer zelden voor dat het bereik niet toereikend is. Een zwakke batterij in de tester kan de test ook beïnvloeden, dus controleer deze als u onverwachte resultaten heeft. Opmerking: Ongeveer één minuut na het laatste signaal van de tester, zal de detector automatisch terugkeren naar de normale stand. BELANGRIJK! Akoestiek van de ruimte kan het bereik van de glasbreukdetector erg beïnvloeden. Het opgegeven bereik van 6 meter wordt echter ook in worst-case situaties bereikt. Wellicht werkt de detector ook op grotere afstand, maar kan er als er echt alarm is, net een minimale waarde gemist worden of kan de akoestiek van de ruimte veranderen door het verplaatsen van meubilair o.i.d. Plaats de detector niet verder dan de opgegeven 6 meter, ongeacht wat de tester uitwijst.
4.4 Handenklap test De GB-501 PG2 kan ook door de installateur of eindgebruiker getest worden door even, dichtbij de detector, in de handen te klappen. De LED zal tweemaal knipperen, maar er zal geen alarm gegeven worden. Dit geeft aan dat de microfoon en de print juist functioneren. Deze test heeft een verwaarloosbaar effect op de batterij levensduur en kan regelmatig uitgevoerd worden.
24
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
GB-501 PG2
5. SPECIFICATIES POWERG DRAADLOZE ZENDER Frequentie Band (MHz) Communicatie protocol Supervisie Sabotage melding VOEDING Interne batterij Nominale batterij capaciteit Levensduur batterij Batterij controle AKOESTISCHE SENSOR Microfoon Alarm duur RF Immuniteit Temperatuur bereik Aanbevolen afmetingen glas:
Werktemperatuur FYSIEK Afmetingen Gewicht (zonder batterij) Behuizing materiaal en kleur
Europa en de rest van de wereld: 433-434, 868-869 USA: 912-919 PowerG Supervisie bericht met 4-min. intervals Gemeld zodra er een sabotage gedetecteerd wordt 3V Lithium batterij, type CR-123A , Panasonic, Sanyo of GP. 1.45 Ah 4 jaar (bij normaal gebruik) Batterij status wordt bij iedere supervisie melding meegestuurd
Waarschuwing! De batterij kan exploderen indien een verkeerd type gebruikt wordt. Ga op een verantwoorde wijze met gebruikte batterijen om.
Omni-directionele electret 4 seconden 20 V/m, 1 MHz tot 1000 MHz -10C tot 50C Minimaal – 0.3 x 0.6 m bij glasdiktes Standaard glas – 2.4 tot 6.4 mm Veiligheidsglas – 3.2 tot 6.4 mm Draadglas – 6.4 mm Gelamineerd – 3.2 tot 6.4 mm 0C tot 49C 80 x 108 x 43 mm 130 gram Vuurvertragend ABS, wit
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
25
NEXT PG2/NEXT K9 PG2
NEXT PG2/NEXT K9 PG2 Draadloos, PowerG, Digitaal PIR / Diervriendelijke PIR detectors
Installatie instructies
1. INLEIDING
De Next PG2 en Next-K9 PG2 zijn 2-weg, microprocessor bestuurde, draadloze digitale PIR detectors. De eigenschappen van de detectors zijn als volgt: Gecombineerde Fresnel en cilindrische lens, tot maximaal 15 meter (49 ft). De Next PG2 bevat kruipzone beveiliging. In Next PG2 en Next-K9 PG2 wordt Target Specific Imaging™ (TSI) technologie gebruikt voor onderscheid tussen mensen en huisdieren tot een gewicht van 38 kg (85lb). Bevat een volledig supervised PowerG transceiver. Het geavanceerde True Motion Recognition™ (gepatenteerde) algoritme maakt het onderscheid tussen de beweging van een indringer en een potentieel vals alarm.
Geen verticale afstelling nodig. De event teller bepaalt of 1 of 2 achtereenvolgende detecties een alarm initiëren. Automatische beëindiging van looptest na 15 minuten. Microprocessor-bestuurde temperatuur compensatie. Verzegelde kamer beschermt het optisch systeem. Sabotage schakelaars aan voorkant en achterkant voor een betere beveiliging. Wit licht bescherming.
A
B A. LED B. Lens Figuur 1 Extern
Geavanceerde frequentiedomein digitale signaalverwerking. Ingebouwde verbinding kwaliteitsindicatoren, geen noodzaak voor de monteur voor het bereiken van het bedieningspaneel waardoor de installatie sneller en gemakkelijker wordt.
2. INLEREN Raadpleeg de Besturingspaneel Installatiegids voor de inleer procedure van het apparaat.
3. Next PG2 en Next-K9 PG2 APPARAAT INSTELLINGEN Deze sectie beschrijft hoe de parameters van de PIR detectors van het besturingspaneel geconfigureerd worden. Voor het aanpassen van de PIR detector instellingen Zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel en voer de procedure uit voor “Een draadloos apparaat toepvoegen” (sectie 4.5.2) of “Een apparaat aanpassen" (sectie 4.5.5). Ga daarna voor het aanpassen van de apparaat instellingen hieronder verder. DEFAULT 1. Alarm LED
Hier bepaalt u of de alarm LED indicatie geactiveerd wordt.
2. LED AAN 3.
of
Selecteer tussen "LED AAN", en "LED UIT".
4. Alarm LED 5. Gevoeligheid
Hier bepaalt u of een alarm geactiveerd wordt bij voortdurende beweging (lage gevoeligheid) of bij een enkel event (hoge gevoeligheid)
6. LED gevoeligheid 7.
of
Selecteer tussen "LAGE gevoeligheid" en "HOGE gevoeligheid".
8. Gevoeligheid
26
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
NEXT PG2/NEXT K9 PG2 9. Hier stelt u de activiteit tijd bij uitschakelen in.
Inactiviteit 10. NIET Actief 11.
Selecteer tussen "NIET Actief", "AAN – geen vtr", "AAN + 5s vertr.", "AAN + 15s vertr", "AAN + 30s vertr", "AAN + 1m delay", "AAN + 2m vertr", "AAN + 5m vertr", "AAN + 10m vertr", "AAN + 20m vertr" en "AAN + 60m vertr".
of
12. Inactiviteit Bij het verlaten van het "INSTALLATIE MODUS" menu, toont het alarmsysteem als volgt het aantal apparaten dat bijgewerkt moet worden: "Update Apparaten NNN". Voor gedetailleerde instructies voor Apparaten toevoegen, Apparaten verwijderen, Apparaten vervangen en het Definiëren van standaards, zie de Installatiegids van het bedieningspaneel.
4. LOKALE DIAGNOSTISCHE TEST A. Scheid de basis van de afdekking (zie fig. 5). B. Plaats de afdekking terug waardoor de sabotageschakelaar naar de normale (ongestoorde) positie wordt teruggebracht en bevestig de deksel met de afsluitschroef aan de basis. C. De Next PG2 / Next-K9 PG2 begint een 2 min. stabiliteitsperiode. In deze tijd knippert de rode LED. D. Looptest van het dekkingsgebied – zie fig. 2. Loop naar het verste punt van het dekkingsgebied in beide richtingen. De rode LED gaat telkens als uw beweging gedetecteerd wordt branden, gevolgd door 3 keer knipperen van de LED. Onderstaande tabel geeft de indicatie van de signaalsterkte. LED antwoord
Ontvangst
Groen LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rood LED knippert Niet knipperen
Zwak Geen communicatie
BELANGRIJK! Betrouwbare ontvangst moet verzekerd zijn. Daar is een “zwakke” signaalsterkte niet acceptable. Als u een "zwak" signaal van de detector ontvangt, verplaats deze dan te verplaatsen en test opnieuw totdat een "goed" of "sterk" signaal wordt ontvangen. Let op: Voor gedetailleerde Diagnostische test instructies, zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel.
EVENT
1 2 LED
Rx Tx
A A. INLEER knop Figuur 3 Inleer knop van het apparaat
5. INSTALLATIE 5.1 Algemene richtlijnen (zie fig. 4)
1
2
3
4
5
6
7
Figuur 4. Algemene richtlijnen 1. Weghouden van hittebronnen. 2. Niet blootstellen aan tocht. 3. Niet buitenshuis installeren. 4. Direct zonlicht vermijden.
5. Bekabeling op afstand van stroomkabels houden. 6. Niet achter afscheidingen installeren. 7. Op een solide en stabiel oppervlak monteren.
BELANGRIJK! The Next-K9 PG2 detector is immuun voor dieren tot 38 kg die over de grond lopen of op meubels klimmen, zolang deze activiteit plaats vindt onder 1 m (3 ft). Boven de limiet van 1 m is de diervriendelijke detector voor huisdieren tot 19 kg, maar de diervriendelijkheid neemt af naarmate deze zich dichter bij de detector beweegt. Aanbevolen wordt daarom een montageplaats te kiezen die de nabijheid van dieren minimaliseert.
WAARSCHUWING Om te voldoen aan de FCC en IC RF blootstelling vereisten, moet de PIR detector bij normale werking op een afstand van tenminste 20 cm van alle personen worden geplaatst. De antennes die voor dit product worden gebruikt, mogen zich niet bevinden of werken in samenhang met enige andere antenne of zender.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
27
NEXT PG2/NEXT K9 PG2
5.2 Monteren (zie fig. 5)
4
2
3 A
B
1
– Verander de positie van de ontvangstantenne. – Zet de apparatuur en het ontvangende apparaat verder bij elkaar vandaan. – Sluit de apparatuur niet aan op hetzelfde stopcontact als het ontvangende apparaat. – Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus. WAARSCHUWING Wijzigingen of aanpassingen aan deze eenheid aangebracht die niet uitdrukkelijk door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving zijn goedgekeurd kunnen de mogelijkheid van de gebruiker om de apparatuur te gebruiken ongeldig maken.
28
C
D
1. Draai de schroef los en verwijder de afdekking. 2. Druk de klem weg en verwijder het board. 3. Plaats de batterij 4. Montage Sabotageschakelaar voorkant B. Sabotageschakelaar achterkant C. Op oppervlak D. In hoek Figuur 5. Montage
Dit apparaat voldoet aan de FCC Rules Part 15 en aan de Industriële Canada licentie vrijstelling RSS standaard(en). De werking is afhankelijk van twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke verhindering veroorzaken en (2) Dit apparaat moet elke verhindering accepteren, ook die verhindering die een ongewenst effect kan veroorzaken.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
NEXT PG2/NEXT K9 PG2
2. SPECIFICATIES ALGEMEEN Detector type: Dual element laag geluidsniveau pyro-elektrische sensor Lens gegevens: Aantal gordijnstralen / gordijndetector Next PG2: 18 ver, 18 midden, 10 dichtbij. Next-K9 PG2: 18 ver, 18 midden, 18 dichtbij. Maximale dekking: 15 x 15 m / 90° A. HORIZONTAAL BEELD B. VERTICAAL BEELD C. Next PG2: 0.5-4m, NextK9 PG2: 2-4m
10m 32.8ft 90°
A
5m 16.4ft 0
5m 16.4ft 10m 32.8ft 0
B
5 16.4
10 32.8
15 m 49.2 ft
5 16.4
10 32.8
15 m 49.2 ft
2.1 m (6.9 ft)
C
0
Fig. 2.Dekkingspatroon en Looptest Pet immuun (alleen Next-K9 PG2): Tot maximaal 38 kg (85 lb). ELEKTRISCH Stroomvoorziening: Type C Interne batterij: 3V Lithium batterij, type CR-123A of gelijkwaardig. Let op: Voor UL installaties, gebruik alleen Panasonic, Sanyo, GP of Varta. Gebruik alleen de bovengenoemde batterij. Gebruikte batterijen moeten in overeenstemming met de instructies van de fabrikant worden weggegooid Nominale batterij capaciteit: 1450 mA/h Levensduur batterij (bij normaal gebruik) 6 tot 8 jaar
True Motion Event verificatie: 2 selecties op afstand – 1 (UIT) of 2 (AAN) beweging events Alarm periode: 2 seconden DRAADLOOS Frequentiebanden (Mhz) Europa: 433, 868, VS: 915 Modulatie: GFSK Antenne: Ingebouwde helical antenne Communicatie protocol: PowerG. Supervisie: Signalering met tussenpozen van 4 min. Sabotage waarschuwing: Melding wanneer een sabotage event zich voordoet en in elk daaropvolgend bericht totdat de sabotageschakelaar hersteld is. MONTAGE Hoogte: 1.8 - 2.4 m. Voor Next PG2 is de aanbevolen hoogte maximaal to 2.1 m Installatie opties: Oppervlak of hoek ACCESSORIES BR-1: Draaibeugel voor oppervlak montage, aanpasbaar 30° naar beneden en 45° links/45° rechts. BR-2: BR-1 met een hoek adapter BR-3: BR-1 met een plafond adapter OMGEVING RFI beveiliging: >20 V/m tot maximaal 2000 MHz, exclusief inband frequenties Werktemperatuur: -10°C tot 50°C binnenskamers Opslagtemperatuur: -20°C tot 60°C Vochtigheid: Gemiddelde relatieve vochtigheid tot ongeveer 75% niet-condenserend. 30 dagen per jaar mag de relatieve vochtigheid variëren tussen 85% en 95% niet-condenserend. FYSIEK Afmetingen (H x W x D): 94,5 x 63,5 x 53,0 mm Gewicht (met batterij): 70 g (70,87 g) Kleur: Wit PATENTEN V.S. patenten 5,693,943 6,211,522 D445,709 (een ander patent aangevraagd)
FUNCTIONEEL
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
29
NEXT CAM PG2 / NEXT CAM-K9 PG2
NEXT CAM PG2 / NEXT CAM-K9 PG2
Installatie instructies
Draadloze , PowerG, PIR / Diervriendelijke detectors met geïntegreerde camera 1. INLEIDING
De Next CAM PG2 is een 2-weg, door een microprocessor bestuurde draadloze digitale PIR detector met een geïntegreerde camera en microfoon voor de verificatie van alarm. De Next CAM PG2 wordt geactiveerd door PIR detectie of op verzoek, en stuurt duidelijke beelden met optionele audio naar de meldkamer. Hierdoor wordt een juiste beoordeling van de status van het pand mogelijk. De eigenschappen van de PIR detector is als volgt: Maximaal 15 meter (49 ft). 90 de hoek van de camera overlapt het PIR gezichtsveld 10 meter (33 ft) bereik in volledig duister overlapt PIR bereik Muur kruipzone beveiliging Voor diervriendelijke versie - Target Specific Imaging™ (TSI) technologie wordt gebruikt voor onderscheid tussen mensen en huisdieren tot een gewicht van 38 kg (85lb). Bevat een volledig supervised PowerG transceiver. True Motion Recognition™ algoritme. De Next CAM PG2 heeft ingebouwde verbinding kwaliteitsindicatoren; geen noodzaak voor de monteur voor het bereiken van het bedieningspaneel waardoor de installatie sneller en gemakkelijker wordt.
Geen verticale afstelling nodig. Temperatuur compensatie. Verzegelde kamer beschermt het optisch systeem tegen insecten. Sabotage schakelaars aan voorkant en achterkant voor een betere beveiliging. Wit licht bescherming. De eigenschappen van de camera zijn als volgt: Optionele stroomvoorziening Maximaal 10 camera’s Optionele audio met beelden voor meeluisteren Multiplexte beelden van alle camera’s
Kleur en zwart/wit beelden Automatische installatie (helderheid, contrast) Camera bijstelling door een eenvoudige looptest Dag en nacht CMOS camera, met IR verlichting. Hierdoor kunnen foto’s in volledig duister genomen worden zonder dat de indringer dit weet Instant vastleggen garandeert het vastleggen van een snel bewegende indringer Camera werkmodus: o Post alarm – foto’s worden genomen na detectie door de detector. o Op verzoek – Foto’s worden genomen na een betreffende opdracht door de meldkamer. Een event neemt 2 beelden per seconde op Totaal 10-15 beelden (kan op verzoek worden aangepast) Werkt met repeater voor een groter bereik A. Microfoon B. Camera lens C. IR LED D. Licht sensor E. LEDs
B
A
C D E
Figuur 1. Extern
2. INLEREN Raadpleeg de Besturingspaneel Installatiegids voor de inleer procedure van het apparaat.
3. Next CAM PG2 / Next CAM-K9 PG2 DEVICE SETTINGS Deze sectie beschrijft hoe de parameters van de PIR detector van het besturingspaneel geconfigureerd worden. Voor het aanpassen van de PIR detector instellingen Zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel en voer de procedure uit voor “Een draadloos apparaat toepvoegen” (sectie 4.5.2) of “Een apparaat aanpassen" (sectie 4.5.5). Ga daarna voor het aanpassen van de apparaat instellingen hieronder verder. DEFAULT 1. Hier bepaalt u of de alarm LED indicatie geactiveerd wordt. Alarm LED
30
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
NEXT CAM PG2 / NEXT CAM-K9 PG2 2.
LED AAN 3.
Selecteer tussen "LED AAN", en "LED UIT".
of
4.
Alarm LED 5.
Gevoeligheid
Hier bepaalt u of een alarm geactiveerd wordt bij voortdurende beweging (lage gevoeligheid) of bij een enkel event (hoge gevoeligheid)
6.
LED Gevoeligheid 7.
Selecteer tussen "LAGE gevoeligheid" en "HOGE gevoeligheid".
of
8.
Gevoeligheid 9. Hier stelt u de activiteit tijd bij uitschakelen in. Inactiviteit 10.
Inactief 11.
of
Selecteer tussen "NIET Actief", "AAN – geen vtr", "AAN + 5s vertr.", "AAN + 15s vertr", "AAN + 30s vertr", "AAN + 1m delay", "AAN + 2m vertr", "AAN + 5m vertr", "AAN + 10m vertr", "AAN + 20m vertr" en "AAN + 60m vertr".
12.
Inactiviteit 13. Hier bepaalt u of stroomstoring en stroomherstel gemeld worden. Netsp. uitval 14.
Geen 230V 15.
of
Selecteer tussen "Geen 230V" en "Netsp. uitval".
16.
Netsp. uitval 17.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
31
NEXT CAM PG2 / NEXT CAM-K9 PG2 Hier bepaalt u of het beeld in zwart/wit of kleur is. Beeld kleur 18.
Zwart/Wit 19.
Selecteer tussen "Zwart/wit" en "Beeld kleur".
of
20.
Beeld kleur 21.
Resolutie
Hier wordt de pixel kwaliteit van het beeld ingesteld. Selecteer 160 x 120 voor een lage kwaliteit of 320 x 240 voor een hoge kwaliteit.
22.
Resol. 320x240 23.
Selecteer tussen "Resol. 160 x 120" en "Resol. 320 x 240".
of
24.
Resolutie 25. Hier wordt de helderheid van het beeld ingesteld. Helderheid 26.
Normaal 27.
of
Selecteer tussen "-3", "-2", "-1", "Normaal", "+1", "+2" en "+3".
28.
Helderheid 29. Hier wordt het contrast van het beeld ingesteld. Contrast 30.
Normaal 31.
of
Selecteer tussen "-3", "-2", "-1", "Normaal", "+1", "+2" en "+3".
32.
Contrast
32
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
NEXT CAM PG2 / NEXT CAM-K9 PG2 33. Hier bepaald u het activeren van de microfoon. Mic. instelling 34.
Uitgeschakeld 35.
Selecteer tussen "uitschakelen" en "inschakelen ".
of
36.
Mic. instelling Bij het verlaten van het "INSTALLATIE MODUS" menu, toont het alarmsysteem als volgt het aantal apparaten dat bijgewerkt moet worden: "Update Apparaten NNN". Voor gedetailleerde instructies voor Apparaten toevoegen, Apparaten verwijderen, Apparaten vervangen en het Definiëren van standaards, zie de Installatiegids van het bedieningspaneel.
4. LOKALE DIAGNOSTISCHE TEST A. Scheid de basis van de afdekking (zie fig. 5). Plaats de afdekking terug waardoor de sabotageschakelaar naar de normale (ongestoorde) positie wordt teruggebracht en bevestig de deksel met de afsluitschroef aan de basis. C. De NEXT CAM start een stabiliteitsperiode van 2 min. In deze tijd knippert de rode LED. D. Looptest van het bestreken gebied – zie fig. 2. Loop naar het verste punt van het dekkingsgebied in beide richtingen. De rode LED gaat telkens als uw beweging gedetecteerd wordt branden, gevolgd door 3 keer knipperen van de LED. De onderstaande tabel geeft aan de ontvangen signaalsterkte indicatie. LED antwoord
Ontvangst
Groen LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rood LED knippert Niet knipperen
Zwak Geen communicatie
BELANGRIJK! Betrouwbare ontvangst moet verzekerd zijn. Daar is een “zwakke” signaalsterkte niet acceptabele. Als u een "zwak" signaal van de detector ontvangt, verplaats deze dan te verplaatsen en test opnieuw totdat een "goed" of "sterk" signaal wordt ontvangen. Let op: Voor gedetailleerde Diagnostische test instructies, zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel.
A A.
Inleer knop
Figuur 3 Inleer knop van het apparaat
5. INSTALLATIE 5.1 Algemene richtlijnen (zie fig. 4)
1
2
3
4
5
6
7
Figuur 4. Algemene richtlijnen 1. Weghouden van hittebronnen. 2. Niet blootstellen aan tocht. 3. Niet buitenshuis installeren. 4. Direct zonlicht vermijden.
5. Bekabeling op afstand van stroomkabels houden. 6. Niet achter afscheidingen installeren. 7. Op een solide en stabiel oppervlak monteren.
BELANGRIJK! The Next CAM-K9 PG2 detector is diervriendelijk voor dieren tot 38 kg (85 lb) die over de grond lopen of op meubels klimmen, zolang deze activiteit plaats vindt onder 1 m (3 ft). Boven de limiet van 1 m is de detector immune voor huisdieren tot 19 kg (42 lb), maar de immuniteit van het huisdier neemt af naarmate deze zich dichter bij de detector beweegt. Aanbevolen wordt daarom een montageplaats te kiezen die de nabijheid van dieren minimaliseert.
WAARSCHUWING Om te voldoen aan de FCC en IC RF blootstelling vereisten, moet de PIR detector bij normale werking op een afstand van tenminste 20 cm van alle personen worden geplaatst. De antennes die voor dit product worden gebruikt, mogen zich niet bevinden of werken in samenhang met enige andere antenne of zender.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
33
NEXT CAM PG2 / NEXT CAM-K9 PG2
5.2 Montage
3
2
1 A
5
B
4
6
C
7
F
D
G E
*WAARSCHUWING!
DE SABOTAGE SCHAKELAAR AAN DE ACHTERKANT BESCHERMT DE EENHEID ALLEEN ALS HET VAN DE BASIS WEG TE BREKEN SEGMENT MET TENMINSTE EEN SCHROEF AAN DE MUUR BEVESTIGD IS. Figuur 5a. Montage aan de muur
34
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
NEXT CAM PG2 / NEXT CAM-K9 PG2
8
9
Figuur 5b. Afsluiten
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
1. Draai schroef los 2. Neem afdekking van de basis. 3. Plaats de batterij in de batterijhouder en verbindt de batterij met de batterij connector. 4. Voor optionele elektriciteitsvoeding: Voer de elektriciteitskabel in na het wegbreken van de betreffende kunststof opening (knockout). 5. Druk de basis tegen de muur op de uitgekozen plaats en markeer de boorpunten door de montagegaten. 6. Boor 2 gaten of 3 gaten (voor sabotage schakelaar) en bevestig de basis met de schroeven aan de muur. 7. Verbindt de externe voedingadaptor met de connector. 8. Lijn de afdekking uit met de basis. 9. Vastdraaien met een schroef. G. Batterij aansluiting. B. In plaats van de knockout, de ingang voor de kabel. C. BR-1 Knockout D. Monteren knockouts (voor montage op oppervlak) E. Wegbreek basis segment (grijs) WAARSCHUWING! DE SABOTAGE SCHAKELAAR AAN DE ACHTERKANT BESCHERMT DE EENHEID ALLEEN ALS HET VAN DE BASIS WEG TE BREKEN SEGMENT MET TENMINSTE EEN SCHROEF AAN DE MUUR BEVESTIGD IS. F. Montage knockouts (3 van 6 – voor montage in de hoek). G. Stroomcircuit connector.
35
NEXT CAM PG2 / NEXT CAM-K9 PG2
6. SPECIFICATIES ALGEMEEN Detector type: Dual element laag geluidsniveau pyro-elektrische sensor Lens gegevens: Aantal gordijnstralen / gordijnen: Next CAM PG2: 18 ver, 18 midden, 10 dichtbij. Next CAM-K9 PG2: 18 ver, 18 midden, 18 dichtbij. Maximale dekking: 12 x 12 m, (40 x 1.219,20 cm) / 90° Diervriendelijk (alleen Next CAM-K9 PG2): Tot maximaal 38 kg ELEKTRISCH Interne batterij: 6V Lithium batterij (twee CR-123A 3V batterijen of twee seriële CR17450 3V batterijen) of gelijkwaardig. Let op: Voor UL installaties, gebruik alleen Panasonic, Sanyo, GP of Varta. Gebruik alleen de bovengenoemde batterij. Gebruikte batterijen moeten overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden weggegooid Nominale batterij capaciteit: 6V 1450 mA/h (2xCR123A), 2200 mA/h (2xCR17450) Levensduur batterij (bij normaal gebruik) 4 tot 5 jaar (CR123A) / 8 jaar (CR17450). Optionele voeding: In aanvulling op batterijen: 7,5 V DC. Stroomvoorziening: Type C FUNCTIONEEL True Motion Event verificatie: 2 selecties op afstand – 1 (UIT) of 2 (AAN) beweging events IR verlichting: 10 m (1.005,84 cm) Foto resolutie: 320x240 pixels QVGA Frame snelheid: Maximaal 2 fps (voor gebruiker) Alarm periode: 2 seconden A. BEELD VAN BOVEN B. BEELD VAN ZIJKANT C. Next CAM PG2: 0.54m, Next CAM-K9 PG2: 2-4m
9 (30ft) 6 (20ft)
90°
A 3 (10ft) 0
DRAADLOOS Frequentiebanden (Mhz) Europa: 433, 868, VS: 915 Communicatie protocol: PowerG. Supervisie: Signalering met tussenpozen van 4 min. Sabotage waarschuwing: Melding wanneer een sabotage event zich voordoet en in elk daaropvolgend bericht totdat de sabotageschakelaar hersteld is. MONTAGE Hoogte: 1.8 - 2.4 m. For Next CAM-K9-PG2 is de aanbevolen hoogte maximaal to 2.1 m. Installatie opties: Oppervlak of hoek ACCESSORIES BR-1: Draaibeugel voor oppervlak montage, aanpasbaar 30° naar beneden en 45° links/45° rechts. BR-2: BR-1 met een hoek adapter BR-3: BR-1 met een plafond adapter OMGEVING RFI beveiliging: >20 V/m tot maximaal 2000 MHz, exclusief inband frequenties Werktemperatuur: -10°C tot 50°C binnenskamers Opslagtemperatuur: -20°C tot 60°C. Vochtigheid: Gemiddelde relatieve vochtigheid tot ongeveer 75% niet-condenserend. 30 dagen per jaar mag de relatieve vochtigheid variëren tussen 85% en 95% niet-condenserend. Naleving van standaarden: VS: Ontworpen om te voldoen aan FCC Part 15 Europa: Directief 1999/5/EC van het Europese Parlement. EN 50131-1 Grade 2 Class II. EN 50131-2-2, EN 50131-6 FYSIEK Afmetingen (H x W x D): 125 x 63 x 60 mm. Gewicht (met batterij): 200 g Kleur: Wit PATENTEN V.S. patenten 5,693,943 6,211,522 D445,709 (een ander patent aangevraagd)
3 (10ft) 6 (20ft) 9 (30ft)
B
0
3 10
6 20
9 30
0
3 10
6 20
9 30
12 m 40 ft
2.4 m (8 ft)
C
12 m 40 ft
Fig. 2.Dekkingspatroon en Looptest
36
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
TOWER-30AM PG2 / TOWER-30AM K9 PG2
TOWER-30AM PG2 / TOWER-30AM K9 PG2
Installatie instructies
Draadloze PowerG digitale Spiegel PIR detector 1. INTRODUCTIE De TOWER-30AM PG2 en TOWER-30AM K9 PG2 (diervriendelijk) zijn tweeweg, microprocessor gestuurde, draadloze spiegel PIR detectors met de volgende kenmerken: Actieve Infrarood Antimasking techniek voor een betrouwbare detectie van bewust afdekken van de detector
A
(patent in aanvraag)
Gecontroleerde PowerG transceiver Geïntegreerde black mirrors voor een enorm hoge immuniteit tegen witlicht (patent in aanvraag) Zeer geavanceerde elliptische/parabool spiegel techniek (patent in aanvraag) Detectiepatroon met meerdere gordijnen (patent in aanvraag) V-slot® optische techniek (patent in aanvraag) biedt een verbeterde robuustheid, vandalismebestendigheid en hoge mate van betrouwbaarheid Kruipzone detectie TOWER-30AM K9 PG2 kan onderscheid maken tussen mensen en dieren tot 18 kg Geavanceerd True Motion Recognition™ algoritme (gepatenteerd) zorgt voor een nauwkeurig onderscheid tussen de beweging van een indringer en andere verstoringen die vals alarm zouden kunnen veroorzaken. Ingebouwde ontvangstkwaliteit indicatie LEDs, waardoor de installateur niet langer tussen detector en centrale hoeft te lopen om de ontvangstkwaliteit te controleren Geen verticale instelling benodigd Pulsteller om te bepalen of één of twee achtereenvolgende detecties een alarm veroorzaakt Automatisch afsluiten van de looptest na 15 minuten Microprocessor gestuurde temperatuur compensatie Het optische deel wordt afgeschermd door een gesloten kamer Sabotageschakelaar op de de voor- en achterzijde Zelf testsysteem
B C
A. Schroefkapje B. LED C. PIR optiek raampje Figuur 1. Vooraanzicht
2. INSTALLATIE 2.1 Algemene richtlijnen (zie fig. 2)
1
2
3
4
5
6
7
Figuur 4. Algemene richtlijnen 1. Uit de buurt van warmtebronnen houden 2. Niet op tochtige locaties monteren 3. Niet buiten monteren 4. Voorkom direct zonlicht 5. Niet in de buurt van stroomkabels plaatsen 6. Niet achter gordijnen of lamellen monteren
Belangrijk! De detector is immuun voor huisdieren tot 38 kg, zolang deze bewegen onder een hoogte van 1 meter. Boven de 1 meter is de detector immuun voor dieren tot 18 kg, maar deze ongevoeligheid neemt af naar mate het dier dichter bij de detector komt. Het wordt daarom aangeraden de detector niet te plaatsen op een plek waar huisdieren dicht bij kunnen komen.
7. Op een stabiele ondergrond monteren Waarschuwing! Om te voldoen aan de FCC en IC RF blootstelling eisen, dient de detector tenminste 20 cm van personen af geplaatst te worden. De antenne mag niet worden aangepast of verlengd worden.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
37
TOWER-30AM PG2 / TOWER-30AM K9 PG2
2.2 Monteren
1
2
3
Let op: Gebruik de montagegaten a of b , afhankelijk van de montagehoogte en het gewenste bereik en zoals getoond in onderstaande tabel.
4 C
a b
A C
a b
ft
m
10
3.0
9
2.7
8
2.4
7
2.1
6
1.8
b
b
b
b
b
b
b
a
b
b
a
a
b
a 15 6
a 30 9
a 45 12
60 ft 15 m
B
a – Bovenste vlak (zonder neerwaartse tilt) b – Onderste vlak (met neerwaartse tilt)
38
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
TOWER-30AM PG2 / TOWER-30AM K9 PG2
6
5
D E F
1. Haal het batterijklepje met uw duim los. 2. Haal de schroef los en open de behuizing op de aangegeven manier. 3. Zet een schroevendraaier in het slotje en duw deze naar binnen om de behuizing los te maken. 4. Stel het gewenste bereik in d.m.v. de montagegaten. 5. Plaats de batterij en let daarbij op de juiste polariteit. A. Montagehoogte B. Detectiebereik C. Afbreekdeel (donker gemaakt) D. Inleerknop (gebruik een schroevendraaier om het diepliggende knopje in te drukken) E. Batterij F. Sabotageschakelaar LET OP! DE SABOTAGESCHAKELAAR AAN DE ACHTERZIJDE WERKT ALLEEN ALS HET AFBREEKDEEL MET TENMINSTE EEN SCHROEF OP DE WAND IS VASTGEZET. Figuur 3. Monteren
2.3. Inleren
Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN" Zie opmerking [1]
Leer het apparaat in of voer de ID code van het apparaat in
Selecteer het gewenste zone nummer
Programmeer de locatie, deurbelfunctie en de zonetype instellingen
Configureer de detector
02.ZONES/APPAR.
APPARAAT TOEVOEG
NU INLEREN of
VOER ID IN:XXX-
Z14:Bewegingsdet ID No. 123-XXXX
WIJZIG APPARAAT
Betekent scroll
Z14.LOCATIE Z14.ZONE TYPE Z06.DEURBEL Z06.APP
en selecteer
Zie opm. [2]
Opmerkingen: [1] Indien de detector reeds ingeleerd is, kunt u de instellingen van het contact aanpassen via het “Wijzig Apparaat” menu – zie stap 2. [2] Selecteer het Apparaat instellen menu en gebruik de onderstaande tabel om de instellingen van de detector aan te passen.
2.4. Detector instellingen programmeren Open het APP INSTELLEN in te stellen.
menu en gebruik de uitleg bij de verschillende opties hieronder om de TOWER-30AM PG2 PIR detector
Optie Alarm LED
Programmeer instructies Bepaalt of de alarm LED aan of uit staat (LED licht rood op bij alarm). Opties: LED AAN (standaard instelling) en LED UIT.
Pulsteller
Bepaalt of de detector alarm geeft bij twee opeenvolgende detecties (LAGE gevoeligheid) of direct bij één detectie alarm geeft (HOGE gevoeligheid). Opties: LAGE gevoeligheid (standaard instelling) en HOGE gevoeligheid.
Actief bij
Bepaalt of de detector actief is als de centrale is uitgeschakeld. Als de detector wel actief is, kan er een vertraging tussen twee opvolgende meldingen ingesteld worden. Opties: NIET Actief (standaard instelling), JA – geen vertraging, JA + 5s vertraging, JA + 15s vertraging, JA + 30s vertraging, JA + 1m vertraging, JA + 2m vertraging, JA + 5m vertraging, JA + 10m vertraging, JA + 20m
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
39
TOWER-30AM PG2 / TOWER-30AM K9 PG2 vertraging en JA + 60m vertraging. ANTI MASKING-AM
Bepaalt de gevoeligheid van het anti-masking circuit. LAGE gevoeligheid (standaard instelling), HOGE gevoeligheid en uitgeschakeld.
3. ONTVANGST DIAGNOSE A. Haal de voorkant los van de achterplaat (zie figuur 3). B. Plaats de behuizing weer terug om de sabotageschakelaar weer dicht te zetten (normale positie) en schroef de behuizing vast. C. De TOWER-30AM PG2 zal zichzelf nu twee minuten stabiliseren. Gedurende deze periode zal de rode LED knipperen. D. Voer een looptest in de ruimte uit – zie figuur 4. Loop in beide richtingen dor het detectiebereik en test ook de verste uithoeken. Iedere keer dat de detector een beweging detecteert zal de rode LED branden, gevolgd door een 3 keer knipperende LED. Deze drie keer knipperen geeft de ontvangstkwaliteit (van de centrale) aan: De onderstaande tabel geeft de ontvangstkwaliteit aan. LED reactie
Ontvangstkwaliteit
Groene LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rode LED knippert Geen knippering
Slecht Geen ontvangst
BELANGRIJK! Het is belangrijk dat de meldingen van de detector goed ontvangen worden. Een slechte ontvangstkwaliteit is daarom niet acceptabel. Indien de detector een slechte ontvangstkwaliteit aangeeft, verplaats deze dan naar een punt waar de ontvangstkwaliteit minstens Goed is. Opmerking: Uitvoerige Diagnose opties staan beschreven in de handleiding van de centrale.
4. LED INDICATIES LED indicaties
Betekenis
Rode LED knippert
Stabilisatie (120 sec)
Rode LED 0.2 sec. AAN Rode LED 2 sec. AAN Gele LED aan Gele LED knippert langzaam (0.2 sec. AAN, 30 sec. UIT) Gele en rode LED knipperen tegelijk (0.2 sec. AAN [beide], 0.2 sec. UIT) Gele en rode LED knipperen tegelijk langzaam (0.2 sec. AAN [beide], 30 sec. UIT)
Sabotageschakelaar open / dicht Beweging gedetecteerd – alarm AM detectie – diagnose mode AM detectie – normale mode Zelf test fout – diagnose mode Zelf test fout – normale mode
40
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
TOWER-30AM PG2 / TOWER-30AM K9 PG2
5. SPECIFICATIES ALGEMEEN Detector type Lens data
Dual element low-noise pyroelectrische sensor Aantal bundelelementen: 18x3=54 verre parabolische spiegel segmenten Aantal gordijnelementen: 18 15 m / 90°
Max. bereik
A
10m 32.8ft
A. Bovenaanzicht B. Zijaanzicht C. 18 gordijnen dichtbij D. 18 gordijnen ver
5m 16.4ft
0
5m 16.4ft 10m 32.8ft
B
0
5 16.4
10 32.8
15 m 49.2 ft
0
5 16.4
10 32.8
15 m 49.2 f t
2.1 m (6.9 ft)
C
D
Figuur 4. Detectiebereik & looptest Immuun voor huisdieren
Tot 38 kg (alleen K9 versie)
ELECTRISCH Voeding Interne batterij
Nominale batterij capaciteit Levensduur batterij (bij normaal gebruik) FUNCTIONEEL Pulsteller Alarm Period DRAADLOOS Frequentie Band (MHz) Communicatie protocol Supervisie Sabotage melding
MONTAGE Montagehoogte Installatieopties ACCESSOIRES OMGEVING RFI Bescherming Werktemperatuur Opslagtemperatuur Vochtigheid FYSIEK Afmetingen (H x B x D) Gewicht (met batterij) Kleur PATENTEN
Type C 3V Lithium batterij, type CR-123A Opmerking: Gebruik alleen Panasonic, Sanyo, GP of Varta batterijen indien de installatie aan UL regelgeving dient te voldoen. Waarschuwing! De batterij kan exploderen indien een verkeerd type gebruikt wordt. Ga op een verantwoorde wijze met gebruikte batterijen om. 1450 mA/h 7 jaar 2 opties, in te stellen vanaf de centrale - 1 (UIT) of 2 (ON) bewegingdetecties 2 seconden Europa en de rest van de wereld: 433-434, 868-869 USA: 912-919 PowerG Supervisie bericht met 4-min. intervals Gemeld bij de sabotage zelf, en vervolgens bij ieder verstuurd bericht, totdat de sabotageschakelaar hersteld is.
1.8 – 3.0 meter Wand of hoekmontage BR-1: Kantelbare wandmontage beugel, 30° naar beneden en 45° links/45° rechts te kantelen. BR-2: BR-1 met hoek adapter voor hoekmontage BR-3: BR-1 met plafond adapter voor plafondmontage >20 V/m tot 2000 MHz, met uitzondering van de eigen band frequenties. -10°C tot 50°C binnen -20°C tot 60°C Gemiddelde relatieve vochtigheid van 75% non condensing. 115 x 60 x 48 mm 90 gram Wit U.S. Patents 5,693,943 6,211,522 D445,709 (andere patenten in aanvraag)
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
41
CLIP PG2
CLIP PG2 Draadloos Gordijntype PowerG PIR Detector
Installatie instructies
1. INTRODUCTIE De CLIP PG2 is een kleine en elegante draadloze PIR detector met gordijnlens, bestemd voor gebruik binnenshuis en ontworpen om snel en eenvoudig geïnstalleerd te worden. Door moderne technieken toe te passen, worden er in deze ene behuizing 3 verschillende detectors gebruikt, die ieder geprogrammeerd zijn om het beste resultaat op de specifieke montagelocatie te verkrijgen. Hierdoor biedt de detector een betere pakkans en geeft de melder vrijwel geen vals alarm. De kracht van de detector komt voort uit de toepassing van de verbeterde versie van het gepatenteerde True Motion Recognition™ (TMR) algoritme. Dit algoritme stelt de CLIP PG2 in staat om een duidelijk onderscheid te maken tussen een beweging van een persoon en verstoringen die vals alarm kunnen veroorzaken. De CLIP PG2 heeft de volgende kenmerken: 2-way PowerG protocol communicatie Zeer laag stroomverbruik Microprocessor-gestuurde temperatuur compensatie Optisch deel beschermd door afgesloten kamer Sabotageschakelaar op de voorkant van de behuizing Optionele sabotageschakelaar op de achterplaat Wit licht bescherming Elegant ontwerp met een stevige behuizing RF Verbinding kwaliteit indicatie. Een gedetailleerd detectiepatroon en de montagemogelijkheden staan vermeld in figuur 2 tot en met 6.
Figuur 1. CLIP PG2 algemeen
Figuur 4. Horizontaal plafond patroon
A. Deze kant omhoog
Figuur 2. Wandmontage met gordijnpatroon
Figuur 5. Gordijnpatroon met onderdoorloop voor huisdieren
Figuur 6. CLIP PG2 op een (binnen-) deurkozijn
E. 3.6 meter max. bereik
B. 6 meter max. bereik
F. Detectiegordijn
C. 1 meter max. breedte
G. Optie A
D. 0.5 meter max. breedte
H. Optie B
42
Figuur 3. Plafondmontage met gordijnpatroon
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
CLIP PG2
2. INSTALLATIE 2.1 Algemene richtlijnen
2.2 Normale montage
A. Inleer knop E. LED’s B. Voorzijde sab.schakelaar F. Achterplaat sab.sch. (optioneel) C. RF Module G. 3 Volt Lithium batterij
A. Achterplaat sabotageschakelaar Zodra de achterplaat van de muur getrokken wordt, zal er een sabotagemelding gegeven worden.
D. Sensor Figuur 7. Binnenzijde
Figuur 8. Sabotageschakelaar achterzijde Let op! De sabotageschakelaar op de achterplaat werkt alleen als het afbreekdeel (B hiernaast) aan de muur is vastgeschroefd. Opmerkingen: 1) Controleer na de montage of er geen gaten of openingen in de behuizing zitten (i.v.m. ongedierte), bijvoorbeeld rond de schroefgaten. 2) Verwijder de batterij met uw vingers en niet met een schroevendraaier.
A
1
B 2
3
1. Boor twee gaten in de ondergrond en zet de achterplaat met twee schroeven vast. 2. Boor twee extra gaten voor de (optionele) sabotageschakelaar en zet deze ook met twee schroeven vast. 3. Zet de print vast in de achterplaat. 4. Zet de voorkant vast met de schroef. A. Ondergrond
B. Afbreekdeel
4 Figuur 9. Wandmontage
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
43
CLIP PG2
2.3 Beugel montage Opmerking: Indien een beugel wordt toegepast, dan zal de sabotageschakelaar op de achterzijde niet werken.
A 1 *
1. Boor twee 7 mm (1/4") gaten op de getoonde punten. Figuur 10. Gaten boren
**
2 1 1. Boor twee gaten in de ondergrond. 2. Zet de beugel met twee schroeven vast. A. Ondergrond Opmerking: De beugel biedt twee montagemogelijkheden. Voor een optimaal detectiepatroon, gebruik: deze twee gaten om het detectiebereik te vergroten met 5 deze twee gaten om het detectiebereik te vergroten met 10 Figuur 11. Montagebeugel op de ondergrond monteren
1
2 1 A
3 1. Zet de achterplaat van de CLIP PG2 over de twee pinnen van de beugel. 2. Plaats het sluitplaatje over twee pinnen. 3. Zet het sluitplaatje vast door deze naar beneden te duwen. A. Sluitplaatje Figuur 12. Sluitplaatje op de achterplaat vastzetten
44
2
1. Zet de print vast in de achterplaat. 2. Zet de voorkant vast met de schroef. Figuur 13. Behuizing op de beugel zetten
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
CLIP PG2 A
A. Raam Opmerking: De CLIP PG2 kan aan beide zijdes van een raam gemonteerd worden.
A
Figuur 14. Monteren op beide zijdes van een raam
2.4 Detectiebereik instellen De CLIP PG2 kan in drie verschillende standen geprogrammeerd worden, afhankelijk van het type installatie en hiermee het gewenste bereik. (zie figuur 15 en sectie 2.7) A. Minimaal bereik B. Gemiddeld bereik C. Maximaal bereik Figuur 15. Overzicht bereik instellingen
2.5 Looptest A. Sluit de behuizing en draai de schroef vast. Wacht tot de detector gestabiliseerd is (de LED stopt ca. 1 minuut na het sluiten met knipperen). B. Wandel in beide richtingen langzaam door het uiterste bereik van de detectiegordijnen. Iedere keer dat u een detectiegordijn binnenloopt of verlaat, zal de LED 3 seconden branden. Belangrijk: Voer regelmatig een looptest uit om het correct functioneren van de detector te controleren. Opmerking: Zodra de behuizing gesloten wordt, springt de detector in een 15 minuten durende looptest-modus. In deze modus zal de LED bij iedere detectie aangaan en iedere detectie naar de centrale sturen, ongeacht de geprogrammeerde instelling.
2.6. Inleren Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN" Zie opmerking [1]
Leer het apparaat in of voer de ID code van het apparaat in
Selecteer het gewenste zone nummer
Programmeer de locatie, het zonetype en de deurbel instellingen
Programmee r de detectoe
02.ZONES/APPAR.
APPARAAT TOEVOEG
NU INLEREN of VOER ID IN:XXX-
WIJZIG APPARAAT
Betekent scroll
en selecteer
Z03:Bewegingsmel ID No. 122-XXXX
Z03.LOCATIE Z03.ZONE TYPE Z03.DEURBEL Z03.APP.
Zie opmerking [2]
Opmerkingen: [1] Indien de detector reeds ingeleerd is, kunt u de instellingen van de detector wijzigen via de “Wijzig apparaat” optie – zie stap 2. [2] Selecteer de APPARAAT INSTELLEN optie en gebruik sectie 2.7 hieronder voor het programmeren van de juiste instellingen.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
45
CLIP PG2
2.7. Detector instellingen programmeren Gebruik het APP. INSTELLEN
menu en onderstaande instellingsmogelijkheden om de CLIP PG2 gordijndetector in te stellen.
Optie Alarm LED
Programmeer instructies Bepaalt of de alarm LED aan of uit staat (LED licht rood op bij alarm). Opties: LED AAN (standaard instelling) en LED UIT.
PIR BEREIK
Kies een van de drie bereikopties, aangepast aan het type installatie. Selecteer "Maximaal" voor een bereik van 6 m, selecteer "Gemiddeld" voor een bereik van 4 m, of selecteer "Minimaal" voor een bereik van 2 m. Opties: Maximaal (standaard instelling), Gemiddeld en Minimaal.
Actief bij
Bepaalt of de detector actief is als de centrale is uitgeschakeld. Als de detector wel actief is, kan er een vertraging tussen twee opvolgende meldingen ingesteld worden. Opties: NIET Actief (standaard instelling), JA – geen vertraging, JA + 5s vertraging, JA + 15s
vertraging, JA + 30s vertraging, JA + 1m vertraging, JA + 2m vertraging, JA + 5m vertraging, JA + 10m vertraging, JA + 20m vertraging en JA + 60m vertraging.
3. ONTVANGST DIAGNOSE A. Haal de voorkant los van de achterplaat (zie figuur 8). B. Plaats de voorkant terug en zet de schroef aan de onderzijde weer vast (zie figuur 9). C. De CLIP PG2 zal nu gedurende 1 minuut stabiliseren. Gedurende het stabiliseren knippert de rode LED. D. Loop de detector vervolgens uit. Iedere detectie wordt door de detector weergegeven door de rode LED, gevolgd door een driemaal knipperende LED. Deze 3 keer knipperen geeft de ontvangstkwaliteit (van de centrale) aan: LED reactie
Ontvangstkwaliteit
Groene LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rode LED knippert Geen knippering
Slecht Geen ontvangst
BELANGRIJK! Het is belangrijk dat de meldingen van de detector goed ontvangen worden. Een slechte ontvangstkwaliteit is daarom niet acceptabel. Indien de detector een slechte ontvangstkwaliteit aangeeft, verplaats deze dan naar een punt waar de ontvangstkwaliteit minstens Goed is. Opmerking: Uitvoerige Diagnose opties staan beschreven in de handleiding van de centrale.
46
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
CLIP PG2
4. SPECIFICATIES OPTISCH Detector type Aantal gordijnbundels Montageposities Bereik instellingen ELECTRISCH Interne batterij
Nominale batterij capaciteit Levensduur batterij (bij normaal gebruik) FUNCTIONEEL
Alarm periode DRAADLOOS Frequentie Band (MHz) Communicatie protocol Supervisie Sabotage melding MONTAGE Montagehoogte Installatie opties ACCESSOIRES
OMGEVING RFI Bescherming Werktemperatuur Opslagtemperatuur FYSIEK Afmetingen (H x B x D) Gewicht (met batterij) Kleur PATENTEN
Dual element low-noise pyroelectrische sensor 2 Zie figuur 2 tot en met 6 Maximaal (6 m), Gemiddeld (4 m) en Minimaal (1.2 – 2m) (ingesteld vanaf centrale) 3V Lithium batterij, type CR-123A Opmerking: Gebruik alleen Panasonic, Sanyo, GP of Varta batterijen indien de installatie aan UL regelgeving dient te voldoen.
1450 mA/h 7 jaar
Waarschuwing! De batterij kan exploderen indien een verkeerd type gebruikt wordt. Ga op een verantwoorde wijze met gebruikte batterijen om.
Visuele indicaties: Rode LED knippert gedurende 2 seconden bij een detectie in de loopstand mode en gedurende 0.2 seconden bij sabotagemeldingen. Rode LED knippert gedurende de stabilisatie periode (ca. 1 minuut) na het sluiten van de behuizing. Rode LED brandt niet bij het versturen van de supervisie berichten. Ongeveer 2 seconden Europa en de rest van de wereld: 433-434, 868-869 USA: 912-919 PowerG Supervisie bericht met 4-min. intervals Gemeld bij de sabotage zelf, en vervolgens bij ieder verstuurd bericht, totdat de sabotageschakelaar hersteld is. 1.8 - 2.4 meter Zie figuur 9 tot en met 13 BR-1: Kantelbare wandmontage beugel, 30° naar beneden en 45° links/45° rechts te kantelen. BR-2: BR-1 met hoek adapter voor hoekmontage BR-3: BR-1 met plafond adapter voor plafondmontage >20 V/m tot 2000 MHz, met uitzondering van de eigen band frequenties. -10°C tot 50°C binnen -20°C tot 60°C 105 x 35 x 30 mm 60 gram Wit U.S. Patents 5,693,943 6,211,522 D445,709 (Andere patenten in behandeling)
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
47
SMD-426 / SMD-427
SMD-426 / SMD-427 Supervised draadloze PowerG rookmelder / Hitte en rookmelder
Installatie instructies
1. INLEIDING De SMD-426 (rookmelder) en de SMD-427 (hitte en rookmelder) zijn automatische brandmelders met een geïntegreerd hoorbaar signaal voor de bescherming van open gebieden. Zij zijn ontworpen om hitte of rook (geen open vuur) waar te nemen en uitgerust met een PowerG transceiver. De SMD-426 / SMD-427 biedt een vroegtijdige waarschuwing van de ontwikkeling van vuur door een alarm te laten horen en door het zenden van een gecodeerd alarm naar een PowerG receiver of naar een compatibel draadloos alarmsysteem. SMD-427 activeert een brandalarm bij het waarnemen van rook of hitte (snelheid van de verhoging van temperatuur). Met twee brandsensors (hitte en rook) kan de SMD-427 de tijd voor het activeren van het brandalarm verkorten. Een effectieve waarschuwing voor brand kan echter alleen worden doorgegeven als de melder zich bevindt, geïnstalleerd is en wordt onderhouden zoals hier beschreven. In de alarmconditie kan het alarm 12 minuten lang worden gestopt door het drukken op de TEST/MUTE knop. Het zal de alarmconditie niet herstellen, maar legt het alarm stil terwijl u de conditie corrigeert. Na 12 minuten herstart de detector de alarmering.
Let op: De TEST/MUTE schakelaar functioneert als een TEST schakelaar (bij normale werking), of als een MUTE schakelaar (in alarmconditie). De sabotage schakelactor (fig. 9a en 9b) wordt tegen de beugel gedrukt bij het bevestigen van de eenheid aan de beugel. Verwijdering van de eenheid van de beugel, veroorzaakt het openen van de schakelaar contacten en creëert een sabotage event, dat door de zender aan het systeem wordt gemeld. Let op: Als de sabotageschakelaar geopend wordt, is de detector niet meer functioneel.
A
B
A. BUZZER GAT B. TEST / MUTE KNOP EN LEDs Figuur 1. Algemeen beeld (SMD-427)
2. INSTALLATIE 2.1 Demontage Scheid de eenheid van de montage beugel, zoals in figuur 2 wordt getoond.
A
B
1
2
Voor maximale bescherming moet een rookmelder buiten de primaire slaapruimten op elke etage van uw woning geplaatst worden. Hier volgen een aantal handige tips: Installeer een rookmelder in de gang buiten elk slaapgedeelte, zoals aangegeven in figuur 3. Twee melders zijn vereist in woningen met twee slaapkamers, zoals aangegeven in figuur 4. Installeer een rookmelder op elke etage van een woning met meerdere verdiepingen of appartement, zoals getoond in figuur 5. Plaats minimaal 2 rookmelder in elke woning. Plaats een rookmelder in elke slaapkamer. Plaats rookmelders aan beide kanten van een gang wanneer deze langer is dan 12 meter.
A
B
C
C
1. Houd de beugel met een hand vast 2. Roteer de detector linksdraaiend en trek het van de beugel
D
A. BEUGEL B. DETECTOR Figuur 2. De detector van de beugel scheiden
E
2.2 Waar rookmelders installeren
F
WAARSCHUWING Om te voldoen aan de FCC en IC RF blootstelling vereisten, moet de rookmelder bij normale werking op een afstand van tenminste 20 cm van alle personen worden geplaatst. De antennes die voor dit product worden gebruikt, mogen zich niet bevinden of werken in samenhang met enige andere antenne of zender. Rookmelders moeten worden geïnstalleerd overeenkomstig met de NFPA Standard 74 (National Fire Protection Association, Batterymarch Park, Quincy, MA 02169). Voor volledige dekking in woonverblijven, moeten rookmelders in alle kamers, gangen, opslagruimten, kelders en zolders in elke woning geïnstalleerd worden. Minimale dekking is een melder op elke etage en in elk slaapvertrek en zolder in elke woning.
48
C
A. EETKAMER B. KEUKEN C. SLAAPKAMER D. WOONKAMER E. ROOKMELDER VOOR MINIMALE BESCHERMING E. ROOKMELDER VOOR MAXIMALE BESCHERMING Figuur 3. Plaatsen voor rookmelders in een enkele woning met slechts een slaapruimte Plaats een rookmelder in elke kamer waar iemand met gesloten deur slaapt, omdat een alarm in de gang iemand misschien niet kan wekken.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
SMD-426 / SMD-427
A
B
C
E. ACCEPTABELE PLAATS Figuur 6. Aanbevolen beste en acceptabele plaatsen voor de montage van rookmelders WAARSCHUWING (Overeenkomstig de vereisten van de California State Fire Marshall) “Vroegtijdige brandwaarschuwing wordt het best bereikt door de installatie van brandmelders in alle kamers en gebieden in de woning als volgt: (1) Een rookmelder in elke afzonderlijk slaapgebied (in de nabijheid maar buiten de slaapkamers), en (2) Hitte of rookmelders in de woonkamers, eetkamers, slaapkamers, keukens, gangen, zolders, stookkamers, kasten, bijkeukens en opslagruimten, kelders en aangebouwde garages."
D
E D F G
D
A. FAMILIEKAMER B. KEUKEN A. EETKAMER D. SLAAPKAMER E. WOONKAMER F. ROOKMELDER VOOR MINIMALE BESCHERMING G. ROOKMELDER VOOR MEER BESCHERMING
2.3 Waar rookmelders niet installeren
Figuur 4. Plaatsen voor rookmelders in een woning op een etage en met meer dan een slaapruimte.
A
A
G
A C
B
F
E
D
A. SLAAPKAMER B. WOONKAMER C. KEUKEN D. KELDER E. GARAGE F. ROOKMELDERS VOOR MINIMALE BESCHERMING G. ROOKMELDERS VOOR MEER BESCHERMING Figuur 5. Rookmelders plaatsen in een woning met meerdere etages Plaats rookmelder onderaan de keldertrap. Plaats rookmelders bovenaan de trappen naar hogere verdiepingen. Zorg ervoor dat de weg van de rook naar de melder niet gehinderd wordt door objecten. Plaats extra melders in de woonkamer, eetkamer, familiekamer, zolder, bijkeuken en opslagruimten. Plaats rookmelders zoveel mogelijk in het midden van het plafond. Als het niet handig is de melder op het plafond te plaatsen, plaats deze dan tenminste 10 cm van een wand of hoek, zoals in figuur 6 wordt getoond. Als het niet mogelijk is de melder op het plafond of op de wand te plaatsen, en het is door uw lokale en nationale voorschriften toegestaan, plaats de melders dan tussen 10 en 15 cm van het plafond, zoals in figuur 6 wordt getoond. Als sommige kamers schuine of puntlopende plafonds hebben, plaats de melders dan ongeveer 0.9 meter horizontaal gemeten van het hoogste punt van het plafond, zoals in figuur 7 wordt getoond. 10 cm (4 in.)
A B
C
10 cm (4 in.) Min.
D E A. PLAFOND B. MIDDEN VAN PLAFOND C. NOOIT HIER D. BESTE PLAATS
A 15 cm (6 in.) Max.
0.9 m (3 ft)
B A. MELDER B. HORIZONTALE AFSTAND VAN PUNT Figuur 7. Aanbevolen Plaats voor rookmelders in kamers met schuine of puntlopende plafonds.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
Vals alarm komt voor als rookmelders op een plaats zijn geïnstalleerd waar zij niet juist functioneren. Om dit te voorkomen moet er op de volgende dingen worden gelet. Verbrandingsdeeltjes en vonken zijn bijproducten van iets dat brandt. Installeer geen rookmelders in of bij ruimtes waar verbrandingsdeeltjes en vonken voorkomen, zoals keukens met een slechte ventilatie, garages waar veel uitlaatgassen kunnen voorkomen, bij gasfornuizen, boilers en kachels. Installeer de rookmelders op minstens 6 meter van ruimtes waar verbrandingsdeeltjes in de lucht aanwezig zijn, zoals keukens. Is dit niet mogelijk, plaats de melder dan zo ver mogelijk afstand van de verbrandingsdeeltjes, bij voorkeur aan de wand. Ter voorkoming van vals alarm moet in dergelijke plaatsen goed worden geventileerd. BELANGRIJK: Vermijd nooit vals alarm door het ontkoppelen van de melder. Monteer geen rookmelders in het pad van frisse lucht of luchttoevoer. De stroom van frisse lucht kan rook van de rookmelder verdrijven, waardoor de melder minder betrouwbaar wordt. Figuur 8 geeft de juiste en foute plaatsen voor dit probleem aan. In de nabijheid van verfverdunner gassen. Bij uitlaatgassen, die de melder kunnen beschadigen. Op plaatsen waar de luchtvochtigheid relatief hoog is, zoals bij badkamers met douches. Vocht en natte lucht kan bij de sensor komen en bij afkoeling druppels vormen, waardoor een vals alarm veroorzaakt kan worden. Installeer de rookmelder op tenminste op 3 meter afstand van badkamers. In erg koude of erg warme gebieden, waaronder niet verwarmde gebouwen of kamers in de buitenlucht. Als de temperatuur stijgt boven of dealt onder het werkingsbereik van de rookmelder, zal deze niet juist werken. Controleer dat het temperatuurbereik van de melder zich binnen de bedrijfstemperatuur bevindt, (zie hoofdstuk 2. Specificaties). In zeer stoffige of vieze ruimtes. vuil en stof kan op de sensor komen en deze overgevoelig maken Daarbij kunnen stof en vuil de openingen naar de sensor blokkeren waardoor de rook niet goed gemeld kan worden.
Bij luchtventilatoren of op tochtige plekken, zoals airconditioners, kachels of ventilatoren. Deze kunnen de rook van de sensor verdrijven.
Dode lucht in ruimten bevindt zich meestal bovenin een puntdak of in de hoeken tussen plafonds en wanden. Dode lucht kan verhinderen dat de rook een melder bereikt. Zie Figuur 6 en 7 voor de aanbevelingen voor montageplaatsen.
In ruimten met veel insecten. Als insecten de sensorkamer binnendringen, kunnen zij een vals alarm veroorzaken. Als insecten een probleem zijn, moeten deze voor het monteren van de melder worden verwijderd.
Nabij fluorescerende lampen; de elektrisch "ruis" van fluorescerende lampen kan een vals alarm veroorzaken. Installeer rookmelders op tenminste 1,5 meter afstand van dergelijke lampen.
Het waarnemen van rook is afhankelijk van de dichtheid van de rook in een ruimte. Met dezelfde hoeveelheid rook is de dichtheid is groter in kleine dan in grote ruimten.
49
SMD-426 / SMD-427 In ruimten, die kleiner zijn dan 25 m³, kan reeds een kleine hoeveelheid rook een rookalarm doen afgaan. Bijvoorbeeld: roken of de damp van de badkamer kan een rookalarm activeren.
C
B
E
D
A F
2.5 Batterij verbinding en Initiële test Let op: De afdekking van het batterij compartiment van de detector heft een rode knop die voorkomt dat de detector gesloten kan worden als er geen batterij inzit. De rookmelder wordt geleverd met een 3V CR123A / CR17450 batterij. Batterij verbinding voor beide types batterijen wordt getoond in onderstaande figuren 9a en 9b.
A
B
A H
G
I A. SLAAPKAMER B. LUCHT UITGANG C. BAD D. LUCHT INGANG E. FORNUIS F. KEUKEN D. WOONKAMER H. JUISTE PLAATS I. ONJUISTE PLAATS Figuur 8. Aanbevolen plaatsen voor rookmelders ter voorkoming van luchtstromen en verbrandingsdeeltjes WAARSCHUWING Verwijder nooit de batterij om een vals alarm te stoppen. Open een raam of zorg ervoor dat de rook van de melder vandaan gaat. De melder schakelt zichzelf uit wanneer de rook weg is. Als het alarm af blijft gaan, probeer dan de melder te reinigen, zoals beschreven in deze handleiding. WAARSCHUWING: Sta niet te dicht bij de melder wanneer deze afgaat. Het geluid is hard om mensen te wekken in geval van nood. Als uw oren lange tijd aan dit geluid worden blootgesteld, kunnen ze beschadigd raken.
2.4 Hoorbare en zichtbare indicaties
D C
E A. 3 volt CR123A B. Open batterij afdekking en verbindt de batterij met de contacten (zonder isolatie). Controleer de juiste polariteit C. Batterij afdekking. D. Inleer knop. E. Sabotage schakelaar Figuur 9a. Batterij verbinding voor CR123A
De twee-kleuren LED en buzzer worden gebruikt om diverse alarmeringen en probleemberichten te signaleren, zoals getoond in onderstaande Tabel 1: Tabel 1. Hoorbare en zichtbare indicaties Visuele indicatie (LEDs) Audio Indicatie Rood Geel elke 4 sec 3 lange Rook alarm Flitst elke piepjes 500ms elke 2 sec. een Hitte alarm(***) Flitst elke lange piep 500ms elke 2 sec. een Sabotage alarm lange piep (*) Standby Flits elke 30 sec. elke 30 sec. een Lage Flits elke 30 korte piep batterijspanning sec. Rook sensor Flits elke 60 3 flitsen elke 60 elke 60 sec. een probleem sec. sec. korte piep elke 30 sec. een Laag Flits elke 30 korte piep gevoeligheid sec.(**) alarm Hitte sensor Flits elke 60 5 flitsen elke 60 elke 60 sec. een probleem(***) sec. sec. korte piep Elke 30 sec 2 Reinigen 2 flitsen elke 30 lange piepjes sec. Test Zie par. 6.1 * Het sabotage alarm zal bij het initieel inschakelen 3 minuten stil zijn en daarna naar de normale modus gaan als de conditie van de sabotage schakelaar veranderd wordt. ** Vertraging van 15 sec. tussen buzzer en LED werking *** Alleen SMD-427 Conditie
50
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
SMD-426 / SMD-427 A. 3 volt CR17450 B. Batterij afdekking. C. Inleer knop D. Sabotage schakelaar E. Open batterij afdekking en verbindt de batterij met de contacten. Figuur 9b. Batterij verbinding voor CR17450 Let op: Wanneer de batterij voor het eerst contact maakt, kan het alarm een seconde te horen zijn. Dit geeft aan dat de batterij juist is aangesloten. Sluit de afdekking en druk dan ongeveer 2 seconden op de test knop (zie fig. 1) (voor meer bijzonderheden, zie par. 3.6).
A
C
2.6 De zender module herstellen
B
De detector heft een wand/achterkant sabotage schakelaar die alarmeert bij het verwijderen van de detector. De sabotage schakelactor, door een gat in de basis (fig. 9a en 9b), wordt tegen de beugel gedrukt bij het bevestigen van de eenheid aan de beugel. Verwijdering van de eenheid van de beugel, veroorzaakt het openen van de schakelaar contacten en creëert een sabotage event, dat door de zender aan het systeem wordt gemeld.
D E
3. INLEREN Raadpleeg de Besturingspaneel Installatiegids voor de inleer procedure van het apparaat.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
51
SMD-426 / SMD-427
4. APPARAAT INSTELLINGEN AANPASSEN Deze sectie beschrijft hoe de parameters van de rookmelder van het besturingspaneel geconfigureerd worden. Voor het aanpassen van de rookmelder instellingen Zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel en voer de procedure uit voor “Een draadloos apparaat toepvoegen” (sectie 4.5.2) of “Een apparaat aanpassen" (sectie 4.5.5). Ga daarna voor het aanpassen van de apparaat instellingen hieronder verder. DEFAULT 1. Hier bepaalt u of de melder een inbraak sirene zal activeren. Inbraak sirene 2.
ingeschakeld 3.
Selecteer tussen "aan" en "uit ".
of
4.
Inbraak sirene 5. Hier bepaalt u of de melder een brand sirene zal activeren. Brand sirene 6.
ingeschakeld 7.
Selecteer tussen "aan" en "uit ".
of
8.
Brand sirene 9. Hier bepaalt u of de melder een gas sirene zal activeren. Gas sirene 10.
ingeschakeld 11.
of
Selecteer tussen "aan" en "uit ".
12.
Gas sirene 13. Hier bepaalt u of de melder een water sirene zal activeren. Water sirene
52
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
SMD-426 / SMD-427 14.
ingeschakeld 15.
Selecteer tussen "aan" en "uit ".
of
16.
Water sirene
Bij het verlaten van het "INSTALLATIE MODUS" menu, toont het alarmsysteem als volgt het aantal apparaten dat bijgewerkt moet worden: "Update Apparaten NNN". Voor gedetailleerde instructies voor Apparaten toevoegen, Apparaten verwijderen, Apparaten vervangen en het Definiëren van standaards, zie de Installatiegids van het bedieningspaneel.
5. ROOKMELDER TEST Open de testmodus door 2 seconden te drukken op de testknop. In deze modus test de melder rook, hitte en batterijfuncties. Als alle functies goed zijn, gaat de rode LED lichten 0.5s aan, 0.5s, uit, gaan de gele LED lichten 0.5s aan, 0.5s uit en dit wordt gevolgd door een alarm van 3 luide piepjes en het rode LED, dat gelijktijdig knippert. In andere gevallen geeft de detector de waarschuwingssignalen, die in Tabel 1 genoemd worden. Als de detector zich in een diagnostische modus bevindt, wordt de diagnostische test uitgevoerd zoals beschreven in 6.1.
5.1 Diagnostische test Waarschuwing! De diagnostische test kan niet worden uitgevoerd als de sabotage schakelaar “open” is. A. De melder voert een LED communicatie test uit. B. Als de LED lichten oranje (rood en groen) oplichten, geeft dit een juiste werking van de LEDs aan. C. De detector voert nu de communicatiekwaliteit test uit. Let op: Als de detector zich niet in de lokale diagnostiek modus bevindt, zal de detector de verbindingskwaliteit test niet uitvoeren.
D. Aan het einde van de diagnostische test knippert de LED 3 keer. De onderstaande tabel geeft aan de ontvangen signaalsterkte indicatie. LED antwoord
Ontvangst
Groen LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rood LED knippert Zwak Niet knipperen Geen communicatie BELANGRIJK! Betrouwbare ontvangst moet verzekerd zijn. Daar is een “zwakke” signaalsterkte niet acceptabel. Als u een "zwak" signaal van de detector ontvangt, verplaats deze dan te verplaatsen en test opnieuw totdat een "goed" of "sterk" signaal wordt ontvangen. Let op: Voor gedetailleerde Diagnostische test instructies, zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel.
6. MONTAGE 1. Markeer en boor 2 gaten in het montage oppervlak. Bevestig de beugel met 2 schroeven aan het oppervlak. 2. Lijn de beugel tabs uit met de detector inhammen en draai de detector zoals getoond. Trek de detector naar buiten om te controleren dat het stevig bevestigd is. A. Montage ondergrond B. BEUGEL C. DETECTOR D. Tab (1 van 3) Figuur 10. Montage Let op: 1. Een batterij moet in de detector worden geplaatst voordat de detector aan de beugel wordt gemonteerd. 2. Niet geautoriseerde verwijdering van de beugel zal een sabotage alarm veroorzaken.
A B
C
D
1
2
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
53
SMD-426 / SMD-427
7. ROOKMELDER BEPERKINGEN voor brand, welke veroorzaakt wordt door onvoorzichtigheid of veiligheidsgevaren, zoals roken in bed, heftige explosies, ontsnappend gas, onjuiste opslag van brandbare materialen, overbelaste elektrische bedrading, kinderen die met lucifers spelen of brandstichting. G. Rookmelders zijn niet onfeilbaar. Zoals alle elektronische apparatuur hebben rookmelders hun beperkingen. Geen enkel type rookmelder kan elk soort brand altijd waarnemen. Daarbij kan de rook van langzaam brandende en smeulende vuren de rookmelder niet bereiken totdat het vuur uitbreekt. Het is mogelijk dat dit soort rookmelder de bewoners niet op tijd bereikt en zij dus niet op tijd ongedeerd kunnen ontsnappen. H. Rookmelders zijn geen vervanging voor een levensverzekering of inboedelverzekering. Hoewel het bekend is dat rookmelders verantwoordelijk zijn voor het redden van vele levens, zijn zij geen garantie dat in het geval van brand levens of eigendom ongedeerd blijft. I. Deze draadloze systemen zijn erg betrouwbaar en getest aan hoge normen. Echter, vanwege het lage zendvermogen en beperkt bereik (vereist door de FCC en andere regelgevende instanties), moeten enkele beperkingen worden overwogen: i) Receivers kunnen worden geblokkeerd door radiosignalen op of in de buurt van hun frequentie, ongeacht de geselecteerde code. ii) Een receiver antwoordt telkens slechts één uitgezonden signaal. iii) Draadloze apparatuur moet regelmatig worden getest om vast te stellen of er storingsbronnen zijn en om ze te beschermen tegen storing.
A. Deze rookmelder is ontworpen voor het gebruik in een enkele wooneenheid of kantoor, wat betekent dat het gebruikt moet worden binnen een eengezinswoning of appartement of kantoor. B. Raadpleeg NFPA 101, de Veiligheidscode, NFPA72 voor de vereisten van rookmelders voor brandbeveiliging in gebouwen die niet als "wooneenheden" zijn gedefinieerd. C. De rookmelder zal geen vuur waarnemen als de rook de melder niet bereikt. Voor het waarnemen van rook moet de rookmelder in de onmiddellijke omgeving van het vuur geïnstalleerd zijn. Het is daarbij mogelijk dat rook van vuur in schoorstenen, in wanden, op daken, in verwijderde plaatsen van het gebouw of op een andere etage dan dat waar de rookmelder is geplaatst, de rookmelder niet snel genoeg kan bereiken om de bewoners ongedeerd te laten ontsnappen. Daarom moeten rookmelders op elke etage, in elk slaapgebied en in elke slaapkamer van de woning geïnstalleerd worden. D. Rookmelders kunnen ook niet gehoord worden. De claxon in deze rookmelder voldoet aan of overschrijdt de huidige standaarden van Underwriter’s Laboratories. Als echter de rookmelder zich niet in dezelfde ruimte bevindt als de bewoner, of als het geluid geblokkeerd wordt door een gesloten deur of door ander geluid, is het mogelijk dat de claxon niet gehoord wordt. Daarbij kunnen mensen die diep slapen of onder invloed van alcohol of verdovende middelen zijn, het alarm niet horen of er niet op reageren. Plaats de rookmelder, waarvan het geluid 85 dB op 3 m bedraagt, daarom op elke etage, in elke slaapruimte en in elke slaapkamer van het huis. E. Indien gebruikt als een autonome eenheid, zal deze melder mensen met gehoorproblemen niet waarschuwen. F. Melders zullen u over het algemeen niet altijd waarschuwen
8. ONDERHOUD VAN DE SMD-426 of SMD-427 8.1 Vervanging van batterij
Vervang de batterijen als volgt: A. Neem de melder van de beugel (zie Figuur 2). B. Vervang de batterij (zie Figuur 3a of Figuur 3b afhankelijk van de gebruikte batterij)
De SMD-426 en SMD-427 zijn zodanig ontworpen dat zij zo min mogelijk onderhoud nodig hebben. Om de rookmelder goed te laten functioneren, moet deze elke week, zoals aangegeven in onderstaande par. 6.1, getest worden. Vervang de batterij (lithium) van de rookmelder elke 8 jaar, zelfs als er geen indicatie is dat de batterij leeg raakt. Vervang de batterij ook onmiddellijk zodra van het systeem een bericht wordt ontvangen dat de batterij leeg raakt. Als u dit bericht negeert zal na enige dagen een hoorbare herinnering in de vorm van een "piep" elke minuut worden gegeven. De batterij-leeg "piep" wordt tenminste 30 dagen gehoord totdat de batterij volledig leeg is. LET OP: Voor de beste prestatie mogen als vervanging alleen lithium batterijen worden gebruikt (zie specificaties). Koolstof-zink batterijen mogen in geen geval worden gebruikt.
8.2 Onderhoud
Het is noodzakelijk de melder regelmatig te onderhouden om te verzekeren dat deze juist functioneert. Gebruik de onderstaande tips voor het verzorgen van uw melder: Gebruik een stofzuiger voor het regelmatig reinigen van de luchtwegen van de detector om deze stofvrij te houden. Als een "Reinigingswaarschuwing" is ontvangen moet de melder schoongemaakt worden. Als een probleem event is ontvangen, moet de melder worden verwijderd (zie Tabel 1 voor zichtbare en hoorbare indicaties). Voer wekelijks een functionele test voor de melder uit (zie par. 3.7). Een reinigingssignaal (onderhoud) wordt verzonden wanneer de gevoeligheid van de kamer van de melder vermindert. Let op: Als zich een vals alarm blijft voordoen, moet worden gecontroleerd of de plaats van de melder goed gekozen is (zie par. 4.1 en 4.2). Verplaats in dit geval de eenheid. Reinig zoals hierboven is aangegeven.
9. EXTRA ADVIES 9.1 Routine testen
De melder moet elke week en telkens als aan het juist functioneren getwijfeld wordt, worden getest (voor meer bijzonderheden zie par. 3.6). Als de melder niet juist functioneert, moet het onmiddellijk gerepareerd en vervangen worden, om te verzekeren dat het juist functioneert. De rookmelder moet elke 3 maanden met een rookmelder test vaporisator worden gecontroleerd. WAARSCHUWING: Gebruik nooit open vuur om de melder te testen. U kunt hierdoor niet alleen de melder door vuur beschadigen maar ook uw huis in brand steken. De ingebouwde testschakelaar controleert alle functies van de melder, zoals vereist door Underwriters' Laboratories. Dit is de enige juiste wijze om de eenheid te testen. LET OP: Als u de eenheid niet test en de claxon geeft een luid continu signaal en de rode LED knippert, betekent dit dat de melder rook of verbrandingsdeeltjes in de lucht heeft waargenomen.
54
Controleer of het alarm het resultaat van een ernstige situatie is, die uw onmiddellijke aandacht vereist. Het alarm kan zijn veroorzaakt door een valse situatie. Rook van het koken, of een stoffig fornuis wordt soms "veilig vuur" genoemd en kan een alarm veroorzaken. Als dit gebeurt, moet een venster worden geopend of de rook of stof moet met een ventilator worden verwijderd. Het alarm wordt uitgeschakeld zodra de lucht volledig schoon is. WAARSCHUWING: Verwijder de batterij niet uit de melder. Dit verwijdert uw bescherming tegen brand. Indien de oorzaak van het alarm onduidelijk is, moet worden verondersteld dat het alarm door een werkelijke brand wordt veroorzaakt en moet de woning onmiddellijk worden geëvacueerd. Als de claxon elke 30 seconden wordt gehoord (zie voor bijzonderheden par. 3.6), betekent dit dat de batterij van de melder zwak is. Installeer onmiddellijk een nieuwe batterij. Houdt volle batterijen voor dit doel in voorraad.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
9.2 Tips voor het verbeteren van uw beveiliging tegen brand
Het installeren van rookmelders is slechts één stap bij het beschermen van uw gezin tegen brand. U moet ook de kans op brand in uw huis verminderen. En uw kansen verbeteren om bij brand een veilig heenkomen te vinden. Voor een goed brandveiligheid programma moet u voor het verbeteren van de bescherming van uw gezin tegen brand de onderstaande tips uitvoeren. Installeer op de juiste wijze rookmelders. . Volg de aanwijzingen in deze handleiding op. Houd uw rookmelders schoon en test ze wekelijks. A. Rookmelders die niet functioneren, zullen u ook niet waarschuwen. Vervang uw rookmelders onmiddellijk als deze niet juist functioneren. B. Volg de brandinstructies op en voorkom gevaarlijke situaties: Gebruik op de juiste manier uw rookgerij. Rook nooit in bed. Houd lucifers en aanstekers buiten het bereik van kinderen. Bewaar brandbare materialen in de juiste containers. Gebruik deze nooit bij open vuur of vonken. Houd elektrische apparatuur in goede staat. Overbelast de elektrische bedrading niet. Houd fornuizen, haardvuren, schoorstenen en barbecues vetvrij. Controleer dat deze op de juiste wijze geïnstalleerd zijn en op afstand van brandbare materialen.. Houd draagbare kachels en open vuur, zoals kaarsen, verwijderd van brandbare materialen. Laat afval zich niet ophopen. Houd een voorraad extra batterijen voor de door batterijen aangedreven rookmelders aan. C. Ontwikkel een vluchtplan en oefen dit met het hele gezin. Ook de kleine kinderen moeten in de oefening betrokken worden. Teken een plattegrond van uw huis; elke kamer moet twee uitgangen hebben. Er moet een manier zijn om elke slaapkamer te verlaten zonder de deur te openen. De kinderen moet verklaard worden wat het alarm van de rookmelder betekent. Leer hen dat zij voorbereid zijn om, indien nodig, zelfstandig het huis te verlaten. Toon hoe te controleren of de deuren warm zijn voordat deze geopend worden. Hoe zij dichtbij de vloer kunnen blijven en zonodig moeten kruipen. En hoe zij alternatieve uitgangen kunnen gebruiken als de deur warm is en niet geopend moet worden.
SMD-426 / SMD-427
Bepaal een ontmoetingsplaats op veilige afstand van het huis. Alle
kinderen moeten begrijpen dat zij daarheen moeten gaan en op elkaar moeten wachten als er brand is. Organiseer tenminste elke 6 maanden de brandoefening om te verzekeren dat zelfs de kleine kinderen weten wat te doen om veilig te ontkomen. Weet op welke wijze u ook buitenshuis de brandweer kunt bellen. Verzorg noodmateriaal, zoals brandblussers, en leer uw gezin dit materiaal op een juiste manier te gebruiken.
9.3 Meer tips hoe met brand in het huis moet worden omgegaan
Als u een vluchtplan hebt gemaakt en dit met uw gezin hebt geoefend, zijn hun kansen om veilig te ontvluchten toegenomen. Bespreek de oefeningen met uw kinderen wanneer u brandoefeningen organiseert. Hierdoor kan iedereen de regels in een werkelijke noodsituatie herinneren. A. Geen paniek en blijf kalm. Veilig vluchten kan afhangen van helder denken en onthouden wat u hebt geoefend. B. Verlaat het huis zo snel mogelijk. Volg de route van het vluchtplan. Stop niet om voorwerpen op te halen of om aan te kleden. C. Voel de deuren of zij warm zijn. Als ze niet warm zijn, open ze voorzichtig. Open geen deur als deze warm is. Gebruik dan een alternatieve vluchtroute. D. Blijf dicht bij de vloer. Rook en warme gassen gaan omhoog. E. Bedek uw neus en mond met een natte of vochtige doek. Adem kort en vluchtig. F. Houd deuren en vensters gesloten. Open ze alleen om te ontvluchten. G. Ga na het verlaten van het huis naar de geplande ontmoetingsplaats. H. Bel zo snel mogelijk van buiten het huis de brandweer. Geef uw naam en adres. I. Betreed nooit opnieuw een brandend huis. Raadpleeg de plaatselijke brandweer. Zij kunnen u meer ideeën verschaffen hoe uw huis brandveiliger te maken en hoe de vlucht van uw gezin georganiseerd kan worden.
10. SPECIFICATIES ROOKMELDER Alarm geluidsniveau: 85 dB op 3 m DRAADLOOS Frequentiebanden (Mhz) Europa: 433, 868, VS: 915 Modulatie: GFSK Sabotage waarschuwingen: Sabotage event (verwijderen van de eenheid van de beugel) wordt eenmaal gemeld. Sabotage herstel wordt gemeld wanneer de sabotageschakelaar hersteld is. ALARM MELDING In de alarmconditie stuurt de melder het alarm event naar het systeem. Bij herstel van de alarmconditie stuurt de melder een alarm herstel event naar het systeem en activeert de alarmherstel indicatie (rode LED knippert eenmaal per seconde) Let op: De alarmherstel indicatie kan alleen via het bedieningspaneel worden geschoond. ELEKTRISCHE GEGEVENS Voeding: 3 Volt CR123A / CR17450 lithium Werkspanning: Van 2.5 V tot 3 V. Stroomverbruik: 22 µA standby, 200 mA max. in werking Rookdichtheid: Europa: 0.09 – 0.14 dB/m VS: 1.44%/ft tot 2.74%/ft Bereik: 50 – 100 m3 Batterij supervisie: Automatische verzending van batterijstatus gegevens als onderdeel van elk verzonden bericht.
Levensduur batterij: 5 tot 6 jaar voor CR123A, 8 jaar voor CR17450 onder typische gebruikscondities. Hoorbaar en zichtbaar lage batterij waarschuwing: Een ingebouwd alarm piept elke 30 seconden, gelijktijdig met een knipperend rood LED (maximaal 30 dagen tot de spanning in de batterij vermindert). Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte batterijen moeten in overeenstemming met de instructies van de fabrikant worden weggedaan. Hoorbaar en zichtbaar waarschuwing voor aangetaste gevoeligheid: Ingebouwd alarm piept elke 30 seconden in de interval van knipperende rode LED – dit geeft aan dat de melder vervangen moet worden. Reiniging waarschuwing melding: Een reiniging (onderhoud) signaal wordt verstuurd wanneer de kamer van de melder vuil wordt, waardoor de detector met een hoge gevoeligheid moet werken. FYSIEKE GEGEVENS Werktemperatuur: -10C tot 50C . Relatieve vochtigheid: 10% tot 85% Afmetingen: SMD-426 120 mm x 58 mm SMD-427.120 mm x 63 mm Gewicht (incl. batterij): 165 g (164,43 g)
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
55
GSD-441 PG2
GSD-441 PG2 Draadloze PowerG Gas detector
Installatie instructies
1. INTRODUCTIE De GSD-441 PG2 is een gecontroleerde, eenvoudig te installeren PowerG gas detector voor binnen. De GSD-441 PG2 verstuurd een alarm bericht bij detectie van methaan gas en kan gebruikt worden in woningen, caravans of schepen. De detector wordt gevoed door de 230V AC netspanning en heeft een lithium batterij voor het doormelden van stroomuitval (de lithium batterij wordt niet gebruikt om de detector te laten functioneren). De detector kan de volgende berichten naar het alarmsysteem versturen: Gas alarm, Gas detector storing, netspanningsuitval en lage batterijspanning. De GSD-441 PG2 dient aan de wand gemonteerd te worden, op een plek waar een gaslek te verwachten zou zijn. Zodra er gas wordt gedetecteerd gaat de interne buzzer klinken en wordt er door de interne zender een alarmbericht met het PowerG protocol verstuurd. Naast de alarmberichten wordt er met een vaste interval periode een supervisiebericht naar de centrale gestuurd, om de aanwezigheid en juiste werking te controleren.
A. Test / geluid uit knop B. Rode LED C. Oranje LED D. Groene LED
A
Figuur 1 – Vooraanzicht B
C
D
B
A GSD-441 PG2
A. Gaslek van gasstel, CV, gas aansluiting, enz. B. PowerMaster centrale Figuur 2 – Integratie met het Alarmsysteem
2. INSTALLATIE 2.1 Voor installatie A. De GSD-441 PG2 gas detector wordt rechtstreeks op een standaard 230 VAC wandcontactdoos aangesloten. Opmerking: Zorg ervoor dat de detector volgens de elektrische richtlijnen wordt geïnstalleerd. B. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden en de detector moet vrij van stof gehouden worden. C. Voor een goede detectie van de lucht dient er voldoende luchtverplaatsing rond de detector en in de ruimte mogelijk te zijn. Houdt hier rekening mee, zowel bij plaatsing als later bij gebruik D. De detector dient tenminste 90 cm van een gasapparaat af geplaatst te worden om vals alarm te voorkomen, maar mag niet meer dan 6 meter van een gasapparaat af geplaatst worden. E. Plaats de detector niet in de buurt van vluchtige substanties, zoals alcohol, drank, uitlaatgassen, haarspray, verf, deodorants of industriële oplosmiddelen, om vals alarm te voorkomen. F. Plaats de detector ook niet direct boven een gasfornuis, boven een gootsteen of naast een afzuigkap. Belangrijk! Zodra het alarm gaat: vind de oorzaak van het alarm en herstel het lek of verlaat het pand. Ventileer de ruimte door deuren en ramen open te zetten. Doof direct al het open vuur en de waakvlam. Zet geen elektrische apparaten aan. Vind de oorzaak van het gaslek en zoek gekwalificeerde hulp indien nodig.
56
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
GSD-441 PG2
2.2 De GSD-441 PG2 monteren
Waarschuwing: De GSD-441 PG2 dient door een professional geïnstalleerd te worden.. A. Gasfornuis B. Monteer de GSD-441 PG2 ongeveer 30 cm onder het plafond en boven het hoogste raam of deuropening.
B A
Figuur 3. Plaatsing in een keuken
2.3 Inleren Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN"
Leer het apparaat in of voer de ID code van het apparaat in Zie opmerking
Selecteer het gewenste zone nummer
Programmeer de locatie instellingen
02.ZONES/APPAR.
APPARAAT TOEVOEG
NU INLEREN of VOER ID IN:XXX-
Betekent scroll
Z07:GAS detector
Z07.LOCATIE
ID No. 220-XXXX
en selecteer
Opmerking: i) Plaats de batterij (zie figuur 4) om de gas detector in te leren. -ofii) Voer het ID nummer van de gas detector en plaats de batterij tijdens montage om het inleren af te maken.
2.4 Batterij plaatsen
A 1
3
1. Monteer de montagebeugel met 2 schroeven op de ondergrond. 2. Plaats de batterij (let op de polariteit) 3. Zet de detector op de beugel en schuif deze omhoog zoals getoond. 4. Sluit de 230VAC netspanning aan.
A. Ondergrond B. Achterkant Waarschuwing! Indien een verkeerd type batterij geplaatst wordt, kan deze ontploffen. Gooi de batterijen op een verantwoorde manier weg.
B
2
4
Figuur 4 – De GSD-441 PG2 monteren
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
57
GSD-441 PG2
3. VOOR GEBRUIK 3.1 LED functies Zodra de detector op de netspanning wordt aangesloten, begint de groene power LED te knipperen, om aan te geven dat de voeding is aangesloten en dat de detector werkt. Na een 10 minuten opstartperiode begint de detector de lucht te controleren. Tabel 1. LED functies LED
Functie
Groen
Knipperend: Gedurende de eerste 10 minuten na het aansluiten van de voeding knippert de groene LED om de opstartperiode aan te geven. Brandend: De detector functioneert naar behoren.
Oranje
Brandt in geval van een storing, gelijk met een eentonig akoestisch signaal.
Rood (alarm)
Knippert in geval van alarm, gelijk met een onderbroken akoestisch signaal.
3.2 Test knop en geluid uit schakelaar Druk op de Test/Geluid Uit knop (zie figuur 2) om de LED’s te testen. De rode en oranje LED zullen gaan branden en er klinkt een onderbroken alarmsignaal. Het is aan te bevelen deze test wekelijks uit te voeren. Druk in geval van alarm op de Test/Geluid Uit knop om het alarmsignaal te stoppen. De rode LED blijft knipperen en iedere 45 seconden klinkt een korte piep totdat de lucht weer schoon is. Opmerking: Test de GSD-441 PG2 niet met een gasaansteker. Opmerking: In geval van een gaslek kan het gebeuren dat het gas geroken wordt voordat het alarm afgaat.
4. OPMERKINGEN Deze draadloze systemen zijn erg betrouwbaar en zijn getest volgens hoge standaards. Echter, door het lage verbruik en het gelimiteerde bereik zijn er een aantal beperkingen om rekening mee te houden: Ontvangers kunnen geblokkeerd worden door radiosignalen op of nabij de gebruikte frequenties, ondanks de geselecteerde code. Een ontvanger kan alleen reageren op een signaal in een bepaalde tijd. Draadloze apparatuur moet regelmatig getest worden om te kijken of er storingsbronnen in de omgeving van de detector aanwezig zijn en zo fouten uit te sluiten. Zelfs de meest gecompliceerde detectoren kunnen soms falen door de volgende oorzaken: voedingsfout/ slechte verbinding/kwaadaardige afscherming van de lens/ sabotage van het optisch systeem of een onverwachte fout van een component van de detector. Bovenstaande lijst bevat de meest voorkomende redenen van een detector fout. Daarom is het aan te bevelen om het complete alarmsysteem inclusief de detectors regelmatig te controleren om valse alarmen uit te sluiten. Deze controle kan het best uitgevoerd worden door een beveiligingsinstallateur. Een alarmsysteem moet niet gezien worden als een vervanging voor veiligheid. Huiseigenaren moeten verstandig genoeg zijn om hun levens en eigendommen te verzekeren, ondanks de aanwezigheid van een alarmsysteem.
5. SPECIFICATIES Methaan (CH4) Tenminste 85 dB op 3 meter. 8% 3% van de gas laagste explosiegrens (LEL). Supervisie bericht met 15 minuten interval of volgens lokale eisen Belangrijk: De detector functioneert niet zonder 230 VAC netspanning. In geval van een stroomstoring of wanneer de detector niet de netvoeding is aangesloten, stuurt de detector een netspanningsuitval bericht naar de centrale (wordt ontvangen door PowerMaster centrales met software versies 13 en hoger)
Gas type Volume akoestisch signaal Gevoeligheid Supervisie
ALARM MELDINGEN
Gas alarm Iedere 20 sec. gedurende de eerste 3 minuten. Iedere 3 min. gedurende de volgende 27 minuten. Alarm stopt na 30 min, of zodra de detector herstelt. Netspanningsuitval 20 seconden na het wegvallen van de spanning stuurt de detector een alarmbericht naar de centrale. Het alarm wordt gedurende drie minuten iedere 20 seconden verstuurd. Storingsberichten In geval van een storing wordt er een storingsbericht naar de PowerMaster centrale verstuurd. PowerG 220-240V 50 Hz 3V lithium batterij, type CR123A, Panasonic, Sanyo of GP. 5 jaar (bij normaal gebruik en bij kamertemperatuur) 0°C tot 45°C 155 mm x 80 mm x 58 mm 370 gram
Communicatie protocol Voeding Batterij Verwachte levensduur batterij Werktemperatuur Afmetingen Gewicht (met batterij)
58
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
GSD-442 PG2
GSD-442 PG2 Draadloze PowerG tweeweg Koolmonoxide (CO) detector
Installatie instructies
1. INLEIDING De GSD-442 PG2 is een tweeweg draadloze PowerG koolmonoxide (CO) melder, ontworpen om CO gas in woningen te detecteren en bewoners een vroege waarschuwing van potentieel gevaarlijke gas concentraties te geven. Het CO alarm wordt verstuurd naar de PowerMaster centrale en op het display weergegeven. Koolmonoxide is een zeer gevaarlijk en dodelijk gas. Het is kleurloos, geur- en smaakloos en zeer giftig. Te veel CO gas in de lucht zorgt ervoor dat het bloed niet langer in staat is zuurstof door het lichaam te transporteren, wat tot hersenschade en uiteindelijk de dood kan leiden. Koolmonoxide komt vrij bij een onvolledige verbranding van brandstoffen (zoals natuurgas, propaan, kerosine, kool, benzine of hout) door apparaten (zoals gasfornuizen, CV installaties, kookapparatuur en apparaten die op benzine of diesel werken). Voordat de CO concentraties schadelijk worden zal de interne buzzer van de detector beginnen te piepen en zal de rode LED knipperen. Is dit het geval dan kan de detector 6 A minuten stil gemaakt door op de TEST/STIL knop te drukken. Het CO gas probleem wordt hier niet mee opgelost, maar de detector is nu stil terwijl het CO probleem opgelost kan worden. Indien de CO concentraties na 6 minuten nog steeds te hoog zijn, begint de detector B weer te piepen. Bij lage batterijspanning of wanneer de CO detector op is, wordt er een alarmmelding verstuurd. Waarschuwing: De houdbaarheidsdatum van de detector is vermeld op de detector. Na C de houdbaarheidsdatum dient de detector niet langer gebruikt te worden – wacht niet tot er een end-of-life melding wordt verstuurd! De detector voert geregeld zelf-testen uit en kan met de TEST knop door de gebruiker getest A. Alarm (rode) LED worden. Opmerking: De TEST/STIL knop werkt als TEST schakelaar in normaal gebruik en als STIL B. Batterij (groen) / Storing (geel) LED C. TEST / STIL knop knop bij alarm. Figuur 1 - Vooraanzicht De sabotage schakelaar aan de achterzijde wordt gesloten zodra de detector aan de beugel wordt gehangen. Zodra de detector wordt losgehaald opent de schakelaar en wordt er een sabotagemelding naar de centrale verstuurd.
2. VOORBEREIDEN 2.1 Losmaken
A
1. Houd de beugel in één hand vast. 2. Draai de detector zoals getoond en haal deze van de beugel los.
1
B
A. Beugel B. Detector
2
Figuur 2. Detector losmaken van de beugel
2.2 Inleren
Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN"
Leer het apparaat in of voer de ID code van het apparaat in Zie opmerking [1]
Selecteer het gewenste zone nummer
Programmeer de locatie instellingen
02.ZONES/APPAR.
APPARAAT TOEVOEG
NU INLEREN of VOER ID IN:XXX-
Betekent scroll
Z07:GAS detector
Z07.LOCATIE
ID No. 220-XXXX
en selecteer
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
59
GSD-442 PG2 Opmerking: iii) Plaats de batterij (zie figuur 3) om de gasdetector in te leren. -ofiv) Voer de ID code van de gasdetector in en plaats de batterij later, tijdens installatie.
2.3 Batterij plaatsen
Plaats de batterij (zie figuur 3). 1. Open het batterij kapje en sluit de batterij aan op de connector. Let op de polariteit.
1
9 volts
A C B
A. Rode knop B. Batterij connector C. Tab (1 van 4) D. Sabotageschakelaar Waarschuwing! Indien een verkeerd type batterij wordt geplaatst, loopt u het risico dat deze ontploft. Gooi de batterij met het juiste afval weg.
D Figuur 3. Detector achterzijde
3. INSTALLATIE 3.1 Montage De detector kan aan de wand of aan het plafond gemonteerd worden. Voor EN goedgekeurde installaties dient de CO melder aan het plafond gemonteerd worden. De detector kan niet zonder de beugel gemonteerd worden (de beugel zorgt ervoor dat de sabotageschakelaar wordt ingedrukt en de reset functie wordt uitgevoerd). ! Waarschuwingen Installatie dient door een gekwalificeerd persoon uitgevoerd te worden. Een onjuiste installatie, verkeerd testen of onderhouden kan ervoor zorgen dat de CO detector niet juist functioneert wanneer het nodig is! Installatie van een CO melder betekent niet dat verbrandingsapparaten onjuist gebruikt of met onvoldoende ventilatie gebruikt kunnen worden. Loshalen van de detector zorgt voor een sabotagemelding! !
Waarschuwing - De detector kan alleen gesloten worden als de batterij geplaatst is! 3.2 Diagnose test Uitgebreide instructies voor het uitvoeren van de test staan beschreven in de Installatiehandleiding van de centrale. ! Waarschuwing: De detector kan alleen door middel van de testschakelaar getest worden. Gebruik geen uitlaatgassen o.i.d. om de detector te testen! Uitlaatgassen kunnen permanente schade toebrengen en de hiermee de garantie laten vervallen! B. Communicatie test Om de communicatie tussen zender en ontvanger te testen, haalt u de detector los en creëert u een sabotagealarm. Controleer of deze alarmmelding door de centrale ontvangen wordt.
A
2 1
UP
1. Plaats de montagebeugel zo dat de letters “UP” te lezen zijn, zoals getoond in figuur 4 (dit zorgt ervoor dat de stickers op de detector goed te lezen zijn). 2. Markeer en boor de twee montagegaten en zet de beugel met twee schroeven vast. 3. Zet de uitsparingen van de detector gelijk met de beugel en draai de detector met de klok mee zoals getoond. Controleer of de detector goed vast zit.
A. Ondergrond
3 Figuur 4. Montage
60
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
GSD-442 PG2
4. ONDERHOUD ! Waarschuwing: Test de detector regelmatig (advies: wekelijks) door op de TEST knop te drukken. Vervang in geval van een lage batterijspanningsmelding de batterij zo snel mogelijk (zie figuur 3). Maak de luchtkanalen van de detector tenminste eenmaal per maand schoon met een stofzuiger.
5. SPECIFICATIES CO DETECTIE Detectie principe Levensduur detector Instelbare gevoeligheid
Alarm volume DRAADLOOS Frequentie Band (MHz) Communicatie protocol Supervisie Verstuurde berichten Sabotage alarmen ELEKTRISCH Voedingsbron Stroomverbruik Batterij controle Verwachte levensduur batterij Hoorbare en zichtbare indicaties
Elektrochemische cel 5 jaar DIP switch op EN mode: Geen alarm bij 30 ppm gedurende 120 minuten, 50 ppm gedurende 60 minuten, 100 ppm gedurende 10 minuten. Alarm bij 50 ppm tussen 60-90 minuten, 100 ppm gedurende 10-40 minuten, 150 ppm binnen 3 minuten. DIP switch op UL mode: Geen alarm bij 30 ppm gedurende 30 dagen, 70 ppm gedurende 60 minuten, 150 ppm gedurende 10 minuten, 400 ppm gedurende 4 minuten. Alarm bij 70 ppm gedurende 60-240 minuten, 150 ppm gedurende 10-50 minuten, 400 ppm tussen 4-15 minuten >85db bij 3m afstand Europa en de rest van de wereld: 433-434, 868-869 USA: 912-919 PowerG Automatisch supervisie- (aanwezigheids-) bericht met 60 minuten interval (912-919 MHz versies), 15minuten intervals (433-434, 868-869 versies) of anders volgens de lokale eisen. CO gas alarm, lage batterijspanning, sabotage, storingsmelding bij sensor end-of-life of algemene storing, supervisie berichten. Zodra de detector van de beugel wordt losgehaald, wordt er een sabotagebericht naar de centrale verstuurd. 9 Volt Lithium batterij (Ultra Life #U9VL, U9VL-J), of Alkaline batterij, Energizer #522. 55 μA gemiddeld stroomverbruik Bij ieder verstuurd bericht wordt de batterijstatus meegestuurd. Tenminste 1 jaar (bij normaal gebruik)
Status Alarm End of Life / Storing Batterij OK Lage batterijspanning De STIL knop is ingedrukt (om de alarmpiepjes voor 6 min. Te onderdrukken) TEST knop is ingedrukt
FYSIEK Werktemperatuur Relatieve vochtigheid Afmetingen Gewicht (met batterij) Voldoet aan standaarden
Visuele indicaties (LED’s) Rood Geel Groen 4 x knipperen (*) 3 keer knipperen, iedere 60 sec. Knippert eenmaal per minuut Knippert eenmaal per minuut 4 x knipperen (*) -
Hoorbare indicaties 4 piepjes (*) Een piep per 60 sec. Een piep per 60 sec. UIT gedurende 6 minuten (**)
Knippert (de 3de Een piepje LED) Indien het CO en batterij circuit goed zijn – brandt deze LED 2 seconden. * Gedurende de eerste 4 minuten iedere 5 seconden, daarna iedere 60 seconden. ** Indien het CO niveau te hoog blijft, zal het alarm na 6 minuten weer afgaan. Opmerking: Indien in de detector een langere tijd een lege batterij blijft zitten, kan er een storing optreden. Vervang in geval van een storing eerst de batterij. Blijft de storing bestaan, vervang dan de detector. 1 keer knipperen (de 1ste LED)
1 keer knipperen (de 2de LED)
0°C tot 40°C 10% tot 93% 2% RV 127 mm x 40 mm 180 gram Europa: EN50291, EN 50130-4, EN 300220, EN 301489. Gecertificeerd door LPCB (UK) USA (315MHz): UL2075, CFR47 part 15.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
61
GSD-442 PG2
6. CO DETECTOR INSTALLATIE OVERZICHT 6.1 Installatie locatie selecteren
Het is enorm belangrijk dat de CO detector op de juiste locatie te monteren. De Consumer Product Safety Commission (CPSC) adviseert om tenminste een CO melder per huishouden toe te passen, dicht bij de slaapkamers gemonteerd, omdat men tijdens het slapen het meest kwetsbaar is voor koolmonoxide vergiftiging. Voor extra bescherming kunt u CO detectors in iedere slaapkamer en op iedere verdieping van de woning monteren. Indien de gang tussen de slaapkamers langer dan 14 meter is, plaats dan aan BEIDE zijdes van de gang een detector. Plaats extra detectors tenminste 6 meter van een gasfornuis of verbrandingsbron. Voor maximale bescherming kunt u CO detectors in andere kamers in uw woning monteren. Monteer de detectors aan de muur of tegen het plafond (zie par. 3.1).
A
A. Slaapkamer B. Woonkamer C. Keuken D. Kelder E. Garage
A
A C
B
F. CO detector
F
E
D
Figuur 5. CO Detectors locatie in een woning met meerdere verdiepingen
6.2 Waar de CO detectors niet te installeren 1. 2. 3. 4.
In ruimtes waar de temperatuur onder -10C of boven 40C kan komen. In ruimtes waar de relatieve vochtigheid onder 10% of boven 93% RV kan komen. In de buurt van verfdampen. In de buurt van airconditioning, gasfornuizen, open haarden en andere ventilatiebronnen die kunnen voorkomen dat het koolmonoxidegas in de detector kan komen. 5. Op plekken waar meubilair of gordijnen de luchtstroom kunnen blokkeren. 6. In de buurt van uitlaatpijpen, ventilatieopeningen of schoorstenen. 7. Op plekken waar stof en viezigheid de sensor kunnen verstoppen. 8. Op plekken waar kinderen bij de detector kunnen komen. 9. In de buurt van plafond ventilatoren. 10. In de buurt van auto-uitlaatgassen – deze kunnen de detector beschadigen.
7. EFFECTEN VAN KOOLMONOXIDE 7.1 Giftige effecten Koolmonoxide gas (CO) is een kleurloos, geurloos en niet-irriterend gas, welke geclassificeerd wordt als een chemisch verstikkingsgas. Blootstelling aan het gas veroorzaakt hypoxie, of zuurstoftekort in het lichaam. Koolmonoxide wordt snel door de longen geabsorbeerd, diffundeert via het alveolaire capillaire membraan en bindt zich met hemoglobine als carboxyhemogoblin (COHb), met een zeer kleine hoeveelheid in het plasma. Hemoglobine bindt zich 200 keer makkelijker met koolmonoxide dan met zuurstof. Hierdoor vermindert de zuurstofdragende capaciteit van het bloed en wordt ook de oxyhemoglobines in het bloed aangetast, waardoor de zuurstoftoevoer door het lichaam nog meer vermindert. Koolmonoxide verandert in het lichaam verder niet en wordt bij het ademen uitgestoten. Het uitstoten van koolmonoxide wordt bepaald door de dezelfde factoren als voor de absorptie. Wanneer het koolmonoxide niveau in de ingeademde lucht aanhoudt, zal het COHb niveau in het bloed na een aantal uren een evenwicht bereiken. De snelheid waarin dit evenwicht bereikt wordt, hangt echter af van verschillende factoren, zoals de longactiviteit, de alveolair capillaire verandering, de concentratie hemoglobine in het bloed, de luchtdruk, zuurstof en koolstofdioxide niveaus in de ingeademde lucht, maar de belangrijkste factoren in het bepalen van het COHb niveau zijn de koolmonoxide concentraties en de duur van de blootstelling. Onderstaande tabel toont de effecten van COHb percentages in het bloed bij een gezonde volwassene. Tabel 1 – Lichamelijke effecten van COHb percentages in het bloed van een gezonde volwassene % COHb Effecten 03 - 0.7 Normaal bereik bij niet-rokers door endogene productie 0.7 - 2.9 Geen aangetoonde fysieke veranderingen 2.9 - 4.5 Cardiovasculaire veranderingen bij hartpatiënten 4-6 Normaal gemeten waarde bij rokers, slechtere resultaten bij psychomotorische testen 7 - 10 Cardiovasculaire veranderingen bij niet-hartpatiënten (verhoogde cardiac output en coronaire bloedstroom) 10 - 20 Lichte hoofdpijn, slapheid en potentieel belasting van het ongeboren kind 20 - 30 Erge hoofdpijn, misselijkheid, moeite bij bewegen van ledematen 30 - 40 Erge hoofdpijn, irritatie, verwarring, problemen met zicht, duizeligheid, slapheid in de spieren 40 -50 Stuiptrekkingen en bewusteloosheid 60 - 70 Coma, in elkaar vallen, sterfte Bron: US Environmental Protection Agency 1984
62
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
GSD-442 PG2 De volgende symptomen zijn van toepassingen op koolmonoxide vergiftiging en dienen bekend te zijn bij ALLE personen van het huishouden: 1. Milde blootstelling: Lichte hoofdpijn, misselijkheid, overgeven, vermoeidheid (vaak als griepachtige verschijnselen beschreven). 2. Gemiddelde blootstelling: Zware hoofdpijn, loomheid, versnelde hartslag. 3. Ernstige blootstelling: Bewusteloosheid, stuiptrekkingen, hartfalen, sterfte. 4. In veel gevallen van koolmonoxide vergiftiging schijnen slachtoffers in staat zijn vast te stellen dat ze zich niet goed voelen, en vervolgens zo verward raken dat ze zich niet meer in veiligheid kunnen brengen. Jonge kinderen en huisdieren krijgen over het algemeen het eerst klachten.
7.2 Chronische effecten op de groep met verhoogd risico Personen met coronaire hartziektes die aan lage concentraties koolmonoxide blootgesteld worden merken een verminderde mogelijkheid tot fysieke inspanning. Koolmonoxide dringt makkelijk de placenta binnen en kan de ontwikkeling van een ongeboren kind beïnvloeden. Een aantal groepen loopt een bijzonder risico bij koolmonoxide vergiftiging: a. Personen met verminderde zuurstoftransport van het bloed, bijvoorbeeld door anaemia of andere hemoglobine aandoeningen. b. Personen die extra zuurstof nodig hebben, zoals personen met koorts, hyperthyroïdie of zwangere vrouwen. c. Personen met hypoxie, door ademhalingsstoornis. d. Personen met hartziektes en vasculaire stoornissen, zoals personen met hersenischemie en vaatziektes.
7.3 Normale COHb niveaus Onder normale omstandigheden heeft ieder persoon een lage concentratie COHb tussen 0.3%-0.7% in het lichaam. Deze concentraties worden niet schadelijk of voordelig geacht.
7.4 Roken Rokers worden aan een behoorlijke hoeveelheid koolmonoxide blootgesteld. Koolmonoxide niveaus variëren van 5%-9% en bij zware rokers zelfs meer dan 10%.
8. WAT TE DOEN ALS HET ALARM AFGAAT Indien de detector een schadelijke concentratie koolmonoxidegas detecteert, zal deze alarm geven. Voer direct de volgende acties uit: 1. Druk de TEST/STIL knop op de detector in om het alarm stil te krijgen. ! Waarschuwing: Verwijder nooit de batterijen om de detector stil te krijgen. Door de batterij te verwijderen is uw bescherming ook weg! 2. Bel direct de hulpdiensten via 112. 3. Zoek direct de frisse lucht op – buiten of door een raam/deur te openen. Controleer of iedereen aanwezig en ga niet het pand in/van het open raam/deur weg voordat de hulpdiensten zijn gearriveerd, de woning gelucht is en het alarm stil blijft. 4. Na stappen 1-3, als het alarm binnen 24 uur weer geactiveerd wordt, herhaal dan bovenstaande stappen en neem contact op met een gekwalificeerd installatiebedrijf om de oorzaak te achterhalen en op te lossen. Controleer of er geen motorvoertuigen in een naastgelegen garage of naast het pand aan heeft gestaan. ! Waarschuwing: Normaal geeft de activering van de CO detector aan dat er koolmonoxide gas aanwezig is. Als het koolmonoxidegas niet wordt gedetecteerd, kan de concentratie zeer giftig zijn. De bron van het koolmonoxidegas kan verschillende oorzaken hebben. Let op: Deze detector geeft alleen alarm als er CO gas in de buurt van de detector aanwezig is. Koolmonoxide gas in andere ruimtes kan niet gedetecteerd worden. Na het probleem is opgelost Nadat de oorzaak van het koolmonoxide gas alarm is opgelost, zal de detector uit moeten blijven. Druk na 10 minuten op de TEST knop om de detector te testen en verifieer dat deze juist functioneert.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
63
GSD-442 PG2
9. WAARSCHUWINGEN EN BEPERKINGEN Dit product is bestemd voor gebruik in reguliere woningen. De detector is niet bedoeld om gasmetingen conform de Occupational Safety and Health Administration (OSHA) commerciële en industriële standaarden te meten. Let op: Deze detector geeft alleen alarm als er CO gas in de buurt van de detector aanwezig is. Koolmonoxide gas in andere ruimtes kan niet gedetecteerd worden. Personen met medische klachten kunnen overwegen om detectors toe te passen welke in staat zijn om koolmonoxide concentraties van minder dan 30 ppm te detecteren. De detector dient tenminste 1.5 meter van een kooktoestel gemonteerd te worden. Bij lage koolmonoxide niveaus kan het zijn dat de detector niet afgaat. De Occupational Safety and Health Association (OSHA) heeft bepaald dat continue blootstelling aan CO gas bij 50 ppm niet langer dan 8 uur mag zijn. Personen met medische klachten kunnen overwegen om meer gevoelige detectors toe te passen. De CO gas detector is geen alternatief voor een rook- of brandmelder. Deze detector is ook niet geschikt om in bedrijfsgevaarlijke locaties, zoals beschreven in de National Electrical Code, toegepast te worden. Voor een (goede) detectie van koolmonoxide dient het gas de detector te kunnen bereiken. Het kan zijn dat de detector niet voldoende bescherming biedt aan personen die onder een risicogroep vallen, zoals ouderen, zwangere vrouwen of personen met een medische aandoening. Indien u twijfelt, overleg dan met uw arts. CO detectors hebben een beperkte levensduur en kunnen, door de gebruikte elektronica, defect raken. Test de detector daarom regelmatig. Vertel kinderen niet met de detector te spelen. Gebruik geen oplosmiddelen om de detector te reinigen. Voorkom gebruik van luchtverfrissers, haarspray, verf of andere vluchtige middelen in de buurt van de detector. De detector mag niet geverfd worden. De verf kan de luchtkamers verstoppen en de werking van de detector negatief beïnvloeden. Situaties die een te hoge koolmonoxide niveau kunnen veroorzaken zijn bijvoorbeeld: 1. Lekkage of verkeerde luchtafvoer van brandstof verbrandende apparaten door bijv.: a. Situaties in de buitenatmosfeer zoals windrichting en/of snelheid zoals hevige rukwinden, zware lucht in de ventilatiepijpen (koude/vochtige lucht). b. Negatieve luchtdruk verschillen door gebruik van ventilatoren. c. Het gelijktijdig gebruiken van verschillende brandstof verbranden apparaten in een ruimte met beperkte zuurstofaanvoer. d. Afvoerpijpen van drogers, gasfornuizen of CV ketels die verstopt of lek raken. e. Blokkades of verkeerd aangebrachte afvoerpijpen. 2. Langdurig gebruik van brandstof verbrandende apparaten, zonder een goede ventilatie te verzorgen. 3. Grote temperatuurverschillen waardoor gassen bij de grond blijven hangen. 4. Een stationair draaiende auto in een open of gesloten garage, naast of in een woning.
10. FOUT OPSPORING Probleem De gele LED knippert eenmaal en u hoort 1 piep, iedere 60 seconden. Bij het indrukken van de TEST/STIL knop gaat de groene LED branden in plaats van 2 seconden te knipperen. De gele LED knippert driemaal en u hoort 1 piep, iedere 60 seconden. De CO detector geeft nadat u op de TEST/STIL knop gedrukt heeft, na 6 minuten weer een alarm melding. De CO detector geeft regelmatig alarm, maar uit onderzoek blijken er geen gevaarlijke CO niveaus te bestaan. !
64
Dit betekent... Oplossing Lage batterijspanning Vervang de batterij (zie specificaties). gemeten Detector storing of de batterij Vervang de batterij (zie specificaties). Blijft het probleem is niet goed meer. bestaan, vervang dan de detector. Detector end of life/ storing.
Vervang de batterij (zie specificaties). Blijft het probleem bestaan, vervang dan de detector. Indien u de symptomen van koolmonoxide vergiftiging bemerkt, verlaat dan direct uw woning en bel de hulpdiensten. De CO detector kan op een Herplaats de detector – zie bijlage B. Indien de valse verkeerde locatie alarmen doorgaan, laat uw woning dan opnieuw op CO opgehangen zijn. waardes controleren. Het kan zijn dat u terugkerende CO problemen heeft. Waarschuwing! Veranderingen of aanpassingen aan de detector die niet expliciet door Visonic Ltd. zijn goedgekeurd, kunnen de garantie doen vervallen en kunnen voor een vals gevoel van veiligheid zorgen. Het koolmonoxide niveau is nog steeds gevaarlijk hoog.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
TMD-560 PG2
TMD-560 PG2 Draadloze PowerG temperatuur detector
Installatie instructies
1. INTRODUCTIE De TMD-560 PG2 is een draadloze PowerG detector voor het PowerMaster alarmsysteem. De detector is ontworpen om het alarmsysteem van verschillen in temperatuur op de hoogte te stellen. De centrale geeft vervolgens alarm indien de temperatuur onder of boven een bepaalde waarde komt en geeft een herstel bericht indien de temperatuur weer onder de drempelwaarde komt. Er kunnen een aantal vaste temperatuur drempels in de centrale geprogrammeerd worden en de gebruiker kan een of meerdere drempels instellen. De TMD-560 PG2 is daarmee uitstekend toepasbaar in situaties waarin temperatuurdetectie kritisch is. Een aantal andere voorbeelden waarin de detector toe te passen is: Het activeren en deactiveren van leidingverwarmers om kapotvriezen van leidingen te voorkomen. Figuur 1. TMD-560 PG2 met temperatuur Waarschuwen voor mogelijke storingen van elektrische apparatuur door te hoog of sensorkabel te lage temperaturen. Waarschuwen van oudere of minder valide mensen van plotselinge temperatuur stijging of daling van de kamertemperatuur. De TMD-560 PG2 detecteert zowel binnen als buiten temperaturen. De detector controleert de kamertemperatuur met een interne sensor. Voor buiten detectie of detectie in een koelkast/vriezer kan een optionele waterdichte sensorkabel gebruikt worden. Indien de sensorkabel wordt gebruikt, dan is de interne sensor uitgeschakeld. Indien de sensorkabel niet is aangesloten en de klemmen zijn kortgesloten, dan wordt de temperatuur alleen gemeten door de interne sensor. Zodra de geprogrammeerde temperatuur drempel wordt overschreden, kan de centrale een alarmbericht versturen of via de PGM/X-10 uitgangen een apparaat aansturen (bijv. een airco of verwarming). Opmerking: Om de temperatuur van een koelkast of vriezer te controleren wordt de sensorkabel binnen de koelkast/vriezer geplaatst en wordt de detector buiten de koelkast/vriezer geplaatst. Voor buitentoepassingen wordt ook de sensorkabel buiten geplaatst, terwijl de detector binnenshuis wordt gemonteerd. De TMD-560 PG2 maakt gebruik van de unieke PowerG techniek, waarmee meldingen tweeweg tussen detector en centrale verstuurd worden. Ontvangst van alarmberichten is hiermee enorm betrouwbaar geworden. Voor extra betrouwbaarheid is de TMD-560 PG2 voorzien van een sabotageschakelaar, die alarm geeft als de behuizing wordt geopend (zie figuur 2). Voeding wordt verkregen van een 3V lithium batterij, geplaatst in de behuizing. Bij een lage batterijspanning wordt er een ‘lage batterijspanning’ bericht verstuurd.
Kenmerken
De TMD-560 PG2 werkt met de PowerMaster centrales Interne temperatuur sensor Optionele temperatuur sensorkabel (cat. no. 99-300890) voor buiten en koelkast/vriezer toepassingen PowerG detector met supervisie controle Lange batterijlevensduur Melding bij lage batterijspanning Melding bij loshalen van de sensorkabel Indicatie van de ontvangstkwaliteit
2. INSTALLATIE, INLEREN EN INSTELLEN 2.1 Montage en batterij plaatsen 1. Installatie: De TMD-560 PG2 kan binnenshuis, op wanden of plafonds en in iedere richting gemonteerd worden. Gebruik de temperatuur sensorkabel om buiten of in koelkasten/vriezers de temperatuur te meten (zie figuur 1 en3). Monteer de detector zo dicht als mogelijk bij de centrale om een goede ontvangst te krijgen. Indien de twee sensor klemmen zijn kortgesloten (fabriekstandaard), wordt de interne temperatuur sensor gebruikt. In de sensor klemmen niet zijn kortgesloten dan wordt de temperatuur gemeten met de sensorkabel. Opmerking: indien de sensorklemmen niet kortgesloten zijn en er geen sensorkabel aangesloten is, wordt er een “Sensor niet aangesloten’ storingsbericht verstuurd. 2. Plaats de batterij tussen de batterijclips (zie figuur 2) en let daarbij op de juiste polariteit. Gebruik uitsluitend CR123 lithium batterijen. Opmerking: Indien de batterij vervangen wordt, dient er na het verwijderen van de lege batterij 30 seconden gewacht te worden, voordat de nieuwe batterij geplaatst wordt. Waarschuwing! Indien een verkeerd type batterij wordt geplaatst, loopt u het risico dat deze ontploft. Gooi de batterij met het juiste afval weg.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
65
TMD-560 PG2
Figuur 3. Temperatuur sensorkabel aansluiten 1. Zet een platte schroevendraaier in de nis en duw deze voorzichtig omhoog om het klepje los te maken. 2. Verwijder de schroef. 3. Haal de behuizing los. 4. Duw het lipje weg en haal de print los. 5. Markeer en boor twee gaten in de ondergrond en zet de achterplaat vast met 2 schroeven en pluggen. 6. Zet de print terug in de behuizing en sluit de twee draden van de sensorkabel op de klemmenstrook aan. A. Kortsluit jumper B. Inleerknop C. LED D. Interne temperatuur sensor Figuur 2. Montage
2.2. Inleren Gebruik de installatiehandleiding van de PowerMaster centrale en volg de beschrijving gegeven voor het “02: Zones/Apparaten” menu. In het kort wordt de beschrijving in onderstaande tabel weergegeven.
Stap 1 Open het Installatie menu en selecteer “02:ZONES/APPARATEN”
02.ZONES/APPAR.
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Selecteer "APPARAAT TOEVOEGEN"
Leer het apparaat in of voer de ID code van het apparaat in
Selecteer het gewenste zone nummer
Programmeer de locatie, deurbelfunctie en de zonetype instellingen
Configuree r de detector
Zie opmerking [1] APPARAAT TOEVOEG
NU INLEREN of
VOER ID IN:XXX-
Z06:Temp. Sensor ID No. 250-XXXX
WIJZIG APPARAAT
Betekent scroll
Z06.LOCATIE Z06.ZONE TYPE Z06. DEURBEL Z06.APP
en selecteer
Zie opm. [2]
Opmerkingen: [1] Indien de temperatuur detector reeds ingeleerd is, kunt u de instellingen van de detector aanpassen via het “Wijzig Apparaat” menu – zie stap 2. [2] Selecteer het Apparaat instellen menu en gebruik de onderstaande tabel om de instellingen van de temperatuur detector aan te passen.
2.3. Temperatuur detector instellingen programmeren Open het APP INSTELLEN
Optie TEMPERATUUR C/F
menu en gebruik de uitleg bij de verschillende opties hieronder om de temperatuur detector in te stellen.
Programmeer instrructies Stel de temperatuur waarde in op graden Celsius of Fahrenheit. Opties: Celsius C (standaard) of Fahrenheit F.
TE HEET > 35C
Bepaalt of de centrale een “Te Heet” bericht stuurt zodra de gemeten temperatuur voor tenminste 10 minuten boven de 35C (95F) bedraagt. Er wordt een herstelbericht gestuurd zodra de gemeten temperatuur tenminste 10 minuten onder de 34C (93F) bedraagt. Opties: Uitgeschakeld (standaard) of Ingeschakeld.
KOUD < 19C
Bepaalt of de centrale een “Koud” bericht stuurt zodra de gemeten temperatuur voor tenminste 10 minuten onder de 19C (66F) bedraagt. Er wordt een herstelbericht gestuurd zodra de gemeten temperatuur tenminste 10 minuten boven de 20C (68F) bedraagt. Opties: Uitgeschakeld (standaard) of Ingeschakeld.
66
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
TMD-560 PG2 VRIEST <7ºC
Bepaalt of de centrale een “Vriest” bericht stuurt zodra de gemeten temperatuur voor tenminste 10 minuten onder de 7C (45F) bedraagt. Er wordt een herstelbericht gestuurd zodra de gemeten temperatuur tenminste 10 minuten boven de 8C (48F) bedraagt.
VRIEZER >–10ºC
Bepaalt of de centrale een “Vriest” bericht stuurt zodra de gemeten temperatuur voor tenminste 30 minuten boven de -10C (14F) bedraagt. Er wordt een herstelbericht gestuurd zodra de gemeten temperatuur tenminste 10 minuten onder de -11C (12F) bedraagt.
Opties: Uitgeschakeld (standaard) of Ingeschakeld.
Opties: Uitgeschakeld (standaard) of Ingeschakeld.
Opmerking: De temperatuur dient voor tenminste de aangegeven tijdsduur onder of boven de drempelwaarde gemeten te worden om een alarm of herstelbericht te sturen.
2.4. Temperatuur display Om de temperatuurmetingen van de detector in het display van de centrale weer te geven, volg de instructies in de PowerMaster Installatiehandleiding in sectie 4.2 “Periodieke test uitvoeren”.
3. ONTVANGST DIAGNOSE Haal voor het testen de behuizing los van de achterplaat (zie fig 2). A. Druk eenmaal op de sabotageschakelaar en laat deze vervolgens weer los. B. Na 2 seconden zal de LED 3 keer knipperen. Deze 3 keer knipperen geeft de ontvangstkwaliteit (aan de centrale zijde) aan. LED reactie
Ontvangstkwaliteit
Groene LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rode LED knippert
Slecht
Geen knippering
Geen ontvangst
C. Plaats het kapje weer op de achterplaat en schroef de behuizing dicht. BELANGRIJK! Het is belangrijk dat de meldingen van de detector goed ontvangen worden. Een slechte ontvangstkwaliteit is daarom niet acceptabel. Indien de detector een slechte ontvangstkwaliteit aangeeft, verplaats deze dan naar een punt waar de ontvangstkwaliteit minstens Goed is. Opmerking: Zodra de behuizing geopend en de batterij geplaatst is, zal de detector een sabotagebericht sturen. Controleer of de TMD-560 PG2 het bericht uitzendt (de LED brandt kort). Sluit de behuizing indien de ontvangstkwaliteit naar wens is. Opmerking: Uitvoerige Diagnose opties staan beschreven in de handleiding van de centrale.
4. SPECIFICATIES Frequentie Band (MHz) Communicatie protocol
RFI bescherming Temperatuur meting nauwkeurigheid (interne sensor of optionele sensorkabel) Lengte sensorkabel Batterij type Verwachte levensduur batterij Batterij controle Werktemperatuur (binnen) Werktemperatuur sensorkabel (buiten) Opslagtemperatuur (binnen) Afmetingen (LxBxD) Gewicht (excl. batterij)
Europa en de rest van de wereld: 433-434, 868-869 USA: 912-919 PowerG
>20 V/m 80 tot 2000 MHz ±1.5C (±2.7F)
3.5m 3 V Lithium batterij, CR123, Panasonic, Sanyo of GP 7 jaar (bij normaal gebruik)
Batterij status wordt bij iedere melding meegestuurd
-20° tot 50°C (-4°F tot 122°F) -30° tot 70°C (-22°F tot 158°F) -20°C tot 60°C (-4°F tot 140F) 92 x 36.5 x 31 mm 50 gram
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
67
SR-720 PG2
SR-720 PG2 Draadloze PowerG Binnensirene
Installatie instructies
1. INLEIDING De SR-720 PG2 is een volledige 2-weg draadloze PowerG binnensirene, ontworpen voor installatie in gebieden waar bekabeling moeilijk of onmogelijk is.
Eigenschappen Sirene en flitser activering: Zodra een alarmbericht van het
PowerG alarmsysteem, wordt ontvangen, worden de sirene en de flitser geactiveerd. Opmerkingen: De sirene wordt geactiveerd voor een vooraf gedefinieerde “Beltijd” (zie de Installatiehandleiding voor het besturingspaneel), in overeenstemming met de vereisten van de lokale autoriteiten, of totdat het systeem wordt uitgeschakeld, wat het eerste voorkomt. De flitser functioneert als in de Installatiehandleiding voor het systeem beschreven. Sabotage indicatie: In geval van sabotage terwijl het systeem is ingeschakeld, zendt de sirene een bericht naar het alarmsysteem en dan bepaalt het alarmsysteem of de sirene al dan niet geactiveerd wordt. Als de sirene geen bevestigingsbericht ontvangt van het alarmsysteem, zal de sirene zelfstandig gaan werken. Waarschuwing lage batterijspanning: Als de spanning van de batterij laag is, wordt een “batterij laag”bericht naar het alarmsysteem gestuurd. Nadat het “batterij laag” bericht is afgeleverd, zijn er nog tenminste 2 sirene alarmering mogelijk voordat de sirene volledig inactief is.
Stroomvoorziening: Niet oplaadbare batterij. Geluidstypes: Inbreker (tussen 1400Hz – 3200Hz),
brand, gas/Co en overstroming. Inlooop/Uitloop: Uitloopvertraging piezo sirene zodra de gebruiker het systeem heeft ingeschakeld. Inloopvertraging piezo sirene zodra de gebruiker het beschermde gebied betreedt. Inloop/Uitloop piezo sirene kan in- en uitgeschakeld worden vanaf het Installatiemenu van het besturingspaneel. Squawk indicaties: Squawk (piep) geluiden kunnen worden gebruikt om aan te geven dat het alarmsysteem door een keyfob wordt ingeschakeld (1 squawk) en uitgeschakeld (2 squawks) (squawk kan van het Gebruikersmenu van het besturingspaneel worden aangezet). Dubbele sabotage beveiliging: Als de voorpaneel sirene is verwijderd of als de sirene van de muur is verwijderd, wordt een sabotage alarm naar het alarmsysteem gestuurd. 2-weg volledige supervisie De sirene is een volledig supervised, 2-weg communicatie apparaat. Het bevat een receiver voor het ontvangen van event berichten van het alarm systeem, en een zender voor het periodiek sturen van het statussignaal naar het alarm systeem. Figuur 1 - Extern
Self test eigenschap
Door het drukken op de self test schakelaar wordt een functionele controle van de sirene uitgevoerd – de laag niveau geluiden en de flitser geven aan dat de sirene dienst kan doen.
2. INSTALLATIE 2.1 Installatie
A
A
A
2 (*)
1
3
4
5
B 1. Draai de schroef van de kunststof deksel los. 2. Gebruik een Philips schroevendraaier, verwijder schroef en neem deksel af. 3. Markeer voor het boren. 4. Boor 4 gaten. 5. Maak vast met 4 schroeven. A. Montage ondergrond. B. Voor sabotage schroef aan de achterzijde. Figuur 2 Installatie
68
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
SR-720 PG2
2.2 Invoeren Batterij Pack
A. Draai en druk batterij vooruit B. Batterij pack aansluiting C. Batterij aansluiting. D. Inleer knop. E. Self test schakelaar F. Batterij G. Batterij kabel. Figuur 3 Invoeren batterij pack
B A
2.3 Deksel sluiten Zie figuur 4.
1. Kunststof deksel terugzetten. 2. Vastdraaien met een schroef.
1
G 2
C F
D
Figuur 4 Deksel sluiten
E
3. INLEREN Raadpleeg de Besturingspaneel Installatiegids voor de inleer procedure van het apparaat.
4. SR-720 PG2 APPARAAT INSTELLINGEN Deze sectie beschrijft hoe de parameters van de sirene vanaf het besturingspaneel geconfigureerd worden. Voor het aanpassen van de Sirene instellingen Zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel en voer de procedure uit voor “Een draadloos apparaat toepvoegen” (sectie 4.5.2) of “Een apparaat aanpassen" (sectie 4.5.5). Ga daarna voor het aanpassen van de apparaat instellingen hieronder verder. DEFAULT 1.
FLITSER MODE
Hier bepaalt u of de flitser geactiveerd moet worden, en zo ja of deze actief moet blijven totdat het alarmsysteem is uitgeschakeld, of voor de geprogrammeerde tijdsperiode (zie sectie “Sirene configuratie" in de Installatiehandleiding van het besturingspaneel.
2.
Tijd gestuurd 3.
of
Selecteer tussen "Tijd gestuurd", "Uitgeschakeld" en "Tot uitschakel".
4.
FLITSER MODE 5.
IN/UIT toon
Hier bepaalt u of de uitloop – inloop piepjes in worden geschakeld, en zo ja of zij in THUIS of WEG modus geactiveerd worden.
6.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
69
SR-720 PG2 Uitgeschakeld 7.
Selecteer tussen "Uitschakelen", "Uitschakel en Thuis" en "Inschakelen".
of
8.
IN/UIT toon 9. Hier bepaalt u of de squawk wordt ingeschakeld, en zo ja of dan alleen de sirene of de sirene en de flitser gezamenlijk worden ingeschakeld.
SQUAWK 10.
Uitgeschakeld 11.
Selecteer tussen "Uitschakelen", "alleen sirene", "alleen flitser" en "Sirene+flitser".
of
12.
SQUAWK 13. Hier bepaalt u het volume niveau van de sirene. Sirene volume 14.
Volume hoog 15.
Selecteer tussen "Volume HOOG", "Volume LAAG" en "Volume MID".
of
16.
Sirene volume 17.
Sirene bij sab.
Hier bepaalt u of alleen de sirene een sabotagealarm laat horen als er geen communicatie is tussen de sirene en het bedieningspaneel.
18.
Uitgeschakeld 19.
of
Selecteer tussen "uitschakelen" en "inschakelen ".
20.
Sirene bij sab. Bij het verlaten van het "INSTALLATIE MODUS" menu, toont het alarmsysteem als volgt het aantal apparaten dat bijgewerkt moet worden: "Update Apparaten NNN". Voor gedetailleerde instructies voor Apparaten toevoegen, Apparaten verwijderen, Apparaten vervangen en het Definiëren van standaards, zie de Installatiegids van het bedieningspaneel.
70
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
SR-720 PG2
5. LOKALE DIAGNOSTISCHE TEST Voor het testen moet de kunststof deksel worden verwijderd en de deksel van het batterij compartiment worden geopend. A. Druk eenmaal op de self-test knop (zie fig. 3) en laat deze los. Dan zal de volgende procedure plaatsvinden: De rode LED gaat AAN en daarna UIT; de groene LED gaat AAN en daarna UIT; de flitser gaat AAN en daarna UIT; en de piezo sirene wordt gehoord om aan te geven dat de sirene volledig operationeel is. B. Na twee seconden knippert de LED 3 keer. De onderstaande tabel geeft aan de ontvangen signaalsterkte indicatie. LED antwoord
Ontvangst
Groen LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rood LED knippert Niet knipperen
Zwak Geen communicatie
BELANGRIJK! Betrouwbare ontvangst moet verzekerd zijn. Daar is een “zwakke” signaalsterkte niet acceptabel. Als u een "zwak" signaal van een bepaald apparaat ontvangt, tracht deze dan te verplaatsen en test totdat een "goed" of "sterk" signaal wordt ontvangen. Let op: Voor gedetailleerde Diagnostische test instructies, zie de Installatiegids voor het systeem.
6. SPECIFICATIES Frequentiebanden (Mhz) Europa: 433, 868, VS: 915 Modulatie: GFSK Antenne: Ingebouwde antenne Communicatie protocol: PowerG. Sirene type: Eén Piezo 109 db min. Niveau geluidsdruk @ 1m, 1.41.400Hz – 3200Hz, sweep frequency 7 Hz. Batterij type: 3.6V/14.5A/H Lithium batterij (EVE ER34615M/w200), Visonic montage cat. No. 0-9912-K. Let op: De flitser flitst 5 keer en de rode LED brand continu gedurende de installatie van de eerste batterij. Let op: Gebruik alleen de bovengenoemde batterij. Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte batterijen moeten overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden weggedaan. Levensduur batterij: 8 jaar (bij normaal gebruik) Flitser: Gepulst @ 1 sec. Werktemperatuur: -10C tot 60C Afmetingen (LxBxD): 295x186x63mm Gewicht (incl. batterij): 470g
Kleur: Wit (met transparante lens) Naleving van standaarden: Europa: EN50131-1 Grade 2 Class 2, EN 50131-4, EN 301489, EN 50130-4, EN 50130-5, EN 300 220, EN 60950-1, EN 60950-22 Omgeving IP55. VS: CFR47 Part 15 Canada: RSS 210
Let op: De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enige radio of TV storing, veroorzaakt door niet geautoriseerde aanpassingen aan dit apparaat. Dergelijke aanpassingen kunnen de toestemming van de gebruiker om het apparaat te gebruiken nietig verklaren. Storing preventie Dit apparaat voldoet aan FCC Rules Part 15. Werking is afhankelijk van twee voorwaarden. (1) Dit apparaat mag geen schadelijke verhindering veroorzaken en (2) Dit apparaat moet elke verhindering accepteren, ook die verhindering die een ongewenst effect kan veroorzaken. Het digitale circuit van dit apparaat is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van Class B, conform Deel 15 van de FCCregels. Deze grenswaarden dienen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een particuliere installatie. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie gegenereerd, gebruikt en mogelijk uitgestraald en indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, zou het schadelijke storing kunnen veroorzaken voor radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in een bepaalde installatie geen storing zal optreden. Mocht het apparaat storing veroorzaken, hetgeen kan worden vastgesteld wanneer de apparatuur uit en aan wordt gezet, dan kunt u met de volgende maatregelen trachten de storing te verhelpen: Verander de positie van de ontvangstantenne. Zet de apparatuur en het ontvangende apparaat verder uit elkaar. – Sluit de apparatuur niet aan op hetzelfde stopcontact als het ontvangende apparaat. - Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus. Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Visonic Ltd. zijn goedgekeurd kunnen de toestemming voor het gebruik door de gebruiker nietig verklaren.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
71
SR-730 PG2
SR-730 PG2 Volledig draadloos PowerG Buitensirene
Installatie instructies
1. INLEIDING De SR-730 PG2 is een volledig draadloze buitensirene, ontworpen voor installatie in gebieden waar bekabeling moeilijk of onmogelijk is. De sirene is geschikt te werken met PowerG besturingspanelen.
Eigenschappen Sirene en flitser activering: Zodra een alarmbericht van het
PowerG alarmsysteem, wordt ontvangen, worden de sirene en de flitser geactiveerd. Opmerkingen: De buzzer wordt geactiveerd voor een vooraf gedefinieerde “Beltijd” (zie de Installatiehandleiding voor het besturingspaneel), in overeenstemming met de vereisten van de lokale autoriteiten, of totdat het systeem wordt uitgeschakeld, wat het eerste voorkomt. De flitser functioneert als in de PowerG Installatiehandleiding beschreven. Sabotage indicatie: In geval van sabotage terwijl het systeem is ingeschakeld, zendt de sirene een bericht naar het alarmsysteem en dan bepaalt het alarmsysteem of de sirene al dan niet geactiveerd wordt. Als de sirene geen bevestigingsbericht ontvangt van het alarmsysteem, zal de sirene zelfstandig gaan werken. Waarschuwing lage batterijspanning: Als de spanning van de batterij laag is, wordt een “batterij laag”bericht naar het alarmsysteem gestuurd. Nadat het “batterij laag” bericht is afgeleverd, zijn er nog tenminste 2 sirene alarmering mogelijk voordat de sirene volledig inactief is. Stroomvoorziening opties: Niet oplaadbare batterij. Optioneel – twee niet oplaadbare batterijen. Geluidstypes: Inbreker (tussen 1400Hz – 3200Hz), brand, gas/Co en overstroming. Inloop/Uitloop: Uitloopvertraging piezo sirene zodra de gebruiker het systeem heeft ingeschakeld. Inloopvertraging piezo sirene zodra de gebruiker het beschermde gebied betreedt. Inloop/Uitloop piezo sirene kan in- en uitgeschakeld worden vanaf het Installatiemenu van het besturingspaneel. Squawk indicaties: Squawk (piep) geluiden kunnen worden gebruikt om aan te geven dat het alarmsysteem door een keyfob wordt ingeschakeld (1 squawk) en uitgeschakeld (2 squawks) (squawk kan van het Gebruikersmenu van het besturingspaneel worden aangezet).
72
Flitser
kleur: De sirene kan worden aangeschaft met een rode, blauwe, amber of transparante lens. Sirene activiteit LED: Een knipperende LED (optioneel, onderaan de voorkant van de sirene) geeft de activiteit van de sirene aan (kan worden uitgeschakeld met het besturingspaneel) Dubbele sabotage beveiliging: Als de voorpaneel sirene is verwijderd of als de sirene van de muur is verwijderd, wordt een sabotage alarm naar het alarmsysteem gestuurd. BELANGRIJK! De SR-730 PG2 sirene moet aan de muur in een verticale positie worden bevestigd met de schroef die alleen naar de grond wijst, zoals in figuur 1b wordt geïllustreerd. Het belang van een juiste positie van de SR-730 PG2 is om het mogelijk te maken dat de sirene als waterdicht apparaat functioneert. 2-weg volledige supervisie De sirene is een volledig supervised, 2-weg communicatie apparaat. Het bevat een receiver voor het ontvangen van event berichten van het alarm systeem, en een zender voor het periodiek sturen van het statussignaal naar het alarm systeem.
A
A. Muur
Fig. 1a - Extern
Fig. 1b – Montage positie
Self test eigenschap Door het drukken op de self test schakelaar wordt een functionele controle van de sirene uitgevoerd – de laag niveau geluiden en de flitser geven aan dat de sirene dienst kan doen.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
SR-730 PG2
2. INSTALLATIE A
A
A
A
B
1
2
3
4
5
G a
E
b
6
I
220/110 VAC
H
F 9VAC 7
C
8
9VAC
J
D 1. Draai de schroef van de kunststof afdekking los. 2. Gebruik een Philips schroevendraaier, verwijder schroef en neem afdekking af. 3. Optioneel: Hang de achterkant met één schroef aan het montage oppervlak om de volgende stap (markeren voor boren) eenvoudiger te maken. 4. Markeer voor het boren. 5. Boor 5 gaten. 6. Maak vast met 5 schroeven. 7. Maak klem (A) los en open de batterij compartiment deksel (B). 8. Verbindt de batterij / optionele batterij en de 9VAC met de juiste connectors en stel de optionele jumpers in als gewenst. A. Montage ondergrond. B. Voor sabotage. C. Self-Test knop. D. Inleer knop. E. Primaire batterij. F. Secundaire batterij. G. Batterij aansluiting. H. Optionele tweede batterij en de aansluiting. I. Sirene achterkant. J. Als externe stroomvoorziening wordt gebruikt, stel de AC inschakelen (AAN) / uitschakelen (UIT) jumper in de Aanzetten positie (zie stap 8). Let op: Er zijn SR-730 PG2 model variaties die alleen met een batterij, of met een batterij en stroomvoorziening worden geleverd. Figuur 2 Installatie WAARSCHUWING Om te voldoen aan de FCC en IC RF blootstelling vereisten, moet de sirene bij normale werking op een afstand van tenminste 20 cm van alle personen worden geplaatst. De antennes die voor dit product worden gebruikt, mogen zich niet bevinden of werken in samenhang met enige andere antenne of zender.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
73
SR-730 PG2
3. INLEREN Raadpleeg de Besturingspaneel Installatiegids voor de inleer procedure van het apparaat.
4. SR-730 PG2 APPARAAT INSTELLINGEN Deze sectie beschrijft hoe de parameters van de sirene vanaf het besturingspaneel geconfigureerd worden. Voor het aanpassen van de Sirene instellingen Zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel en voer de procedure uit voor “Een draadloos apparaat toepvoegen” (sectie 4.5.2) of “Een apparaat aanpassen" (sectie 4.5.5). Ga daarna voor het aanpassen van de apparaat instellingen hieronder verder. DEFAULT 1. Hier bepaalt u of de flitser geactiveerd moet worden, en zo ja of deze actief moet blijven totdat het alarmsysteem is uitgeschakeld, of voor de geprogrammeerde tijdsperiode (zie sectie “Sirene configuratie" in de Installatiehandleiding van het besturingspaneel.
FLITSER MODE 2. Tijd gestuurd 3.
Selecteer tussen "Tijd gestuurd", "Uitgeschakeld" en "Tot uitschakel".
of
4. FLITSER MODE 5. Hier bepaalt u of de uitloop – inloop piepjes in worden geschakeld, en zo ja of zij in THUIS of WEG modus geactiveerd worden.
IN/UIT toon 6. Uitgeschakeld 7.
Selecteer tussen "Uitschakelen", "Uitschakel _ Thuis" en "Inschakelen".
of
8. IN/UIT toon 9. Hier bepaalt u of de squawk wordt ingeschakeld, en zo ja of dan alleen de sirene, alleen de flitser, of de sirene en de flitser gezamenlijk worden ingeschakeld.
SQUAWK 10.
Uitgeschakeld 11.
Selecteer tussen "Uitschakelen", "alleen sirene", "alleen flitser" en "Sirene+flitser".
of
12. SQUAWK 13. Sirene volume
Hier bepaalt u het volume niveau van de sirene.
14. Volume hoog 15.
of
Selecteer tussen "Volume HOOG", "Volume LAAG" en "Volume MID".
16. Sirene volume 17. Status LED
Hier bepaalt u of de LED wordt geactiveerd om aan te geven dat de sirene werkt.
18.
74
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
SR-730 PG2 Uitgeschakeld 19.
Selecteer tussen "uitschakelen" en "inschakelen ".
of
20. Status LED 21. Hier bepaalt u of alleen de sirene een sabotagealarm laat horen als er geen communicatie is tussen de sirene en het bedieningspaneel.
Sirene bij 22. Uitgeschakeld 23.
Selecteer tussen "uitschakelen" en "inschakelen ".
of
24. Sirene bij Bij het verlaten van het "INSTALLATIE MODUS" menu, toont het alarmsysteem als volgt het aantal apparaten dat bijgewerkt moet worden: "Update Apparaten NNN". Voor gedetailleerde instructies voor Apparaten toevoegen, Apparaten verwijderen, Apparaten vervangen en het Definiëren van standaards, zie de Installatiegids van het bedieningspaneel.
5. LOKALE DIAGNOSTISCHE TEST Voor het testen moet de kunststof deksel worden verwijderd en de deksel van het batterij compartiment worden geopend. A. Druk eenmaal op de self test knop en laat deze los. Dan zal de volgende procedure plaatsvinden: De rode LED gaat AAN en daarna UIT; de groene LED gaat AAN en daarna UIT; de flitser gaat AAN en daarna UIT; en de piezo sirene wordt gehoord om aan te geven dat de sirene volledig operationeel is. B. Na twee seconden knippert de LED 3 keer. De onderstaande tabel geeft aan de ontvangen signaalsterkte indicatie.
LED antwoord
Ontvangst
Groen LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rood LED knippert Zwak Niet knipperen Geen communicatie BELANGRIJK! Betrouwbare ontvangst moet verzekerd zijn. Daar is een “zwakke” signaalsterkte niet acceptabel. Als u een "zwak" signaal van een bepaald apparaat ontvangt, tracht deze dan te verplaatsen en test totdat een "goed" of "sterk" signaal wordt ontvangen. Let op: Voor gedetailleerde Diagnostische test instructies, zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel.
6. SPECIFICATIES Frequentiebanden (Mhz) Europa: 433, 868, VS: 915 Modulatie: GFSK Antenne: Ingebouwde antenne Communicatie protocol: PowerG. Sirene type: Een Piezo 109 db min. Niveau geluidsdruk @ 1m, 1.4-3.2 kHz, sweep frequency 7 Hz. Een extra piezo is optioneel. Stroomvoorziening: Type C Batterij type: 3.6V/14.5A/H Lithium batterij (EVE ER34615M/w200), Visonic montage cat. No. 0-9912-K. Let op: De flitser flitst 5 keer en de rode LED brandt continu gedurende de installatie van de eerste batterij. Let op: Gebruik alleen de bovengenoemde batterij. Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte batterijen moeten volgens de instructies van de fabrikant worden weggedaan. Levensduur batterij: 8 jaar (bij normaal gebruik) Flitser: Gepulst @ 1 sec. Werktemperatuur: -33C tot 70C , RH vochtigheid 75%. Afmetingen (LxBxD): 295x186x63mm Gewicht (incl. batterij): 970g (963,88 g) Kleur: Wit (met een rode, blauwe, amber of transparante lens)
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
75
RP-600 PG2
RP-600 PG2 Installatie instructies
Draadloze repeater voor PowerG systemen 1. INLEIDING De RP-600 PG2 is signaalversterker, ontworpen voor het overbrengen van digitale gegevens tussen draadloze PowerG systeem apparatuur en een PowerG besturingspaneel. Verbindingen
met repeaters zijn nodig, wanneer het besturingspaneel buiten het bereik van tenminste een aantal apparaten is en dus hierdoor de transmissie niet direct kan ontvangen (zie figuur 3). Figuur 1. Extern
2. INSTALLATIE 2.1 Plaats selectie van de repeater A. In een installatie met een repeater, installeer de repeater waar een goede communicatie met de ontvanger en met de zenders in het dekkingsgebied van de repeater verzekerd is.
2
B. Monteer de repeater zo hoog mogelijk boven de vloer en op een zo groot mogelijke afstand van metalen schoorstenen, grote metalen kasten, metalen deuren en gewapende betonnen muren, alles wat het communicatiebereik kan verminderen. C. Controleer dat de door u gekozen plaats dichtbij een stopcontact is. A. Montage ondergrond. B. Voor sabotage schroef aan de achterzijde. C. wisselstroom adaptor.
A
A
Let op! Voor Europa moet de transformator CEcompliant zijn en beperkt in vermogen.
(*)
3
1
4
B A
C 5
6 Figuur 2 Installatie
2.2 Inleren Zie de Installatie handleiding voor het PowerMaster paneel en volg de procedure onder de "02:ZONES/APPARATEN" optie van het Installatie menu. Een algemene omschrijving van de procedure wordt in het onderstaande stroomschema gegeven.
Stap 1 Open het Installatie menu e selecteer “02:ZONES/APPARATEN” 02.ZONES/ZENDERS
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Selecteer de "NIEUW APPARAAT TOEVOEGEN" optie
Leer het apparaat in of voer het ID van het apparaat in
Selecteer het gewenste zone nummer
APP. INLEREN
WIJZIG APPARATEN
betekent schuiven 76
INLEREN NU of ID CODE:XXX-XXXX
RP04:Repeater ID Nr. 430-XXXX
en selecteren
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
RP-600 PG2
3. CONFIGURATIE EN WERKING Service berichten Vijf soorten event codes zitten automatisch in een service transmissie in aanvulling op die van de repeater. Stroomstoring Lage Batterij Einde levensduur Sabotage Supervisie. Bij een stroomstoring en een stop voor opladen, neemt de backup batterij de stroomvoorziening over. Daarom is het juist aan te nemen dat zonder stroomvoorziening de batterij langzaam verzwakt en er een “laag” melding gegeven wordt. Voeding / batterij herstel wordt alleen in het volgende testrapport gemeld. Einde levensduur wordt gemeld als de batterij geen voltage meer heft en het apparaat wordt uitgeschakeld. Sabotage herstel wordt onmiddellijk nadat dit gebeurd gemeld. Als de sabotage of stroomstoring conditie lang genoeg voortduurt, worden de betreffende waarschuwingen herhaaldelijk met elk testrapport verstuurd.
A
E
F
B C D A. Sirene. B. Bewegingsensor. C. Deur of venster open/dicht sensor D. Keyfob E. RP-600 PG2 Repeater F. Besturingspaneel Figuur 3 Repeater configuratie
4. ONDERHOUD Let op: Vervanging van de batterij onderhoudsmonteur worden uitgevoerd.
moet
door
een
B A
C
G H
A. Draai en druk batterij vooruit B. Batterij pack aansluiting C. Sluit de kabels aan op het terminal blok D. Self-test knop. E. Inleer knop F. Voeding connector terminal blok G. Batterij aansluiting. H. Batterij Figuur 4 - Batterij Pack invoer
D E F
5. LOKALE DIAGNOSTISCHE TEST Scheidt voor het testen de basis van de afdekking (zie figuur 2). A. Druk eenmaal op de self test knop en laat deze los. De rode LED en daarna de groene LED gaan achter elkaar AAN en UIT en geven aan dat de repeater nu volledig functioneel is. B. Na twee seconden knippert de LED 3 keer. De onderstaande tabel geeft aan de ontvangen signaalsterkte indicatie. LED antwoord
BELANGRIJK! Betrouwbare ontvangst moet verzekerd zijn. Daar is een “zwakke” signaalsterkte niet acceptabel. Als u een "zwak" signaal van een bepaald apparaat ontvangt, tracht deze dan te verplaatsen en test totdat een "goed" of "sterk" signaal wordt ontvangen. Let op: Voor gedetailleerde Diagnostische test instructies, zie de Installatiegids voor het bedieningspaneel.
Ontvangst
Groen LED knippert
Sterk
Oranje LED knippert
Goed
Rood LED knippert
Zwak
Niet knipperen
Geen communicatie
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
77
RP-600 PG2
6. SLUITEN VAN DEKSEL 1
2
Figuur 5 Sluiting van deksel
7. SPECIFICATIES Frequentiebanden (Mhz)
Europa en de rest van de wereld: 433-434, 868-869 VS: 912-919
Communicatie protocol Stroomvoorziening: wisselstroom adaptor. Backup batterij
PowerG. 120 VAC, 60 Hz / 9 VAC, 0.35 A min. (in de VS) 230 VAC, 50 Hz / 9 VAC, 0.35 A min. 4.8-Volt 1300 mAh NiMH oplaadbaar
Stroomvoorziening: Oplaadtijd Laag voltage alarm Nominaal stroomverbruik (bij gebruik externe voeding) Batterij backup tijdsduur (met volledig opgeladen 1300 mAh batterij) LED indicator Werktemperatuur Vochtigheid
Type A 80 % ( 12 uur) 4.8V Frequentie (Mhz)
Afmetingen (LxBxD): Gewicht (incl. batterij):
78
433 100 mA
Waarschuwing! Explosiegevaar als de batterij door een onjuist type wordt vervangen. Gebruikte batterijen moeten in overeenstemming met de instructies van de fabrikant worden weggedaan.
868 100 mA
915 100 mA
48 uur Groene LED brandt als stroom is ingeschakeld 0°C tot 49°C. Gemiddelde relatieve vochtigheid tot ongeveer 75% nietcondenserend. 30 dagen per jaar mag de relatieve vochtigheid variëren tussen 85% en 95% niet-condenserend. 295x186x63mm 470g
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
APPENDIX A. OPMERKINGEN Deze draadloze systemen zijn erg betrouwbaar en zijn getest volgens hoge standaards. Echter, door het lage zendvermogen en dardoor gelimiteerde bereik zijn er een aantal beperkingen om rekening mee te houden: Draadloze ontvangers kunnen geblokkeerd worden door radiosignalen op of nabij de gebruikte frequenties, ondanks de geselecteerde code. Een draadloze ontvanger kan alleen reageren op een signaal binnen een bepaalde tijd. Draadloze apparatuur moet regelmatig getest worden om te kijken of er storingsbronnen in de omgeving van de detector aanwezig zijn en zo fouten uit te sluiten. Zelfs de meest gecompliceerde detectoren kunnen soms falen door de volgende oorzaken: voedingsfout/ slechte verbinding/kwaadaardige afscherming van de lens/ sabotage van het optisch systeem of een onverwachte fout van een component in de PIR. Bovenstaande lijst bevat de meest voorkomende redenen van een PIR fout. Daarom is het aan te bevelen om het complete alarmsysteem inclusief de detectoren regelmatig te controleren om valse alarmen uit te sluiten. Deze controle kan het best uitgevoerd worden door een beveiligingsinstallateur. Een alarmsysteem moet niet gezien worden als een vervanging voor veiligheid. Huiseigenaren moeten verstandig genoeg zijn om hun levens en eigendommen te verzekeren, ondanks de aanwezigheid van een alarmsysteem. De apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van Class B, conform Deel 15 van de FCC-regels. Deze grenswaarden dienen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een installatie in een woongebied. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie gegenereerd, gebruikt en mogelijk uitgestraald en indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, zou het schadelijke storing kunnen veroorzaken voor radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in een bepaalde installatie geen storing zal optreden. Mocht de apparatuur schadelijke storing aan radio of televisie ontvangst veroorzaken, hetgeen kan worden vastgesteld wanneer de apparatuur uit en aan wordt gezet, dan wordt de gebruiker verzocht te proberen met een van de volgende maatregelen de storing te verhelpen: -- Verander de positie van de ontvangstantenne. -- Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. -- Sluit de apparatuur aan op een stopcontact met een andere fase dan waarop de ontvanger is aangesloten. -- Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus. WAARSCHUWING! Wijzigingen of aanpassingen aan deze eenheid aangebracht die niet uitdrukkelijk door de partij die verantwoordelijk is voor de naleving zijn goedgekeurd kunnen de mogelijkheid van de gebruiker om de apparatuur te gebruiken ongeldig maken.
APPENDIX B: VOLDOET AAN STANDAARDEN Voldoet aan standaarden:
Europa: EN 300220-1, EN 50130-4, EN 50131-1 Grade 2 Class II, EN 50131-3, EN 301489. Alle componenten voldoen aan RTTE eisen Directive 1999/5/EC van het Europese Parliment en raad van 9 Maart 1999. Gecertificeerd door de Nederlandse test en certificatie instantie Telefication BV. USA: CFR 47 part 15, Canada RSS 210 Alle componenten beschikken over twee-weg draadloze commiunicatie, die extra voordelen biedt zoals beschreven in de technische specificaties..Twee-weg communicatie valt buiten de keuringseisen en is niet meegenomen in de product certificatie.
Naleving van FCC-standaarden (alleen VS & Canada) Dit apparaat voldoet aan de FCC Rules Part 15 en aan de Industriële Canada licentie vrijstelling RSS standaard(en). De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1)Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2)Dit apparaat moet elke storing accepteren, ook storing die een ongewenst effect kan veroorzaken. Le présent appareil est conforme aux CNR d'Industrie Canada applicables aux appareils radio exempts de licence. L'exploitation est autorisée aux deux conditions suivantes : (1) l'appareil ne doit pas produire de brouillage, et (2) l'utilisateur de l'appareil doit accepter tout brouillage radioélectrique subi, même si le brouillage est susceptible d'en compromettre le fonctionnement. RFID Tags: ISO-18000-2 (125 kHz) D Dit apparaat voldoet aan de FCC Rules Part 15 en aan de Industriële Canada licentie vrijstelling RSS
standaard(en).De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1)Dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2)Dit apparaat moet elke storing accepteren, ook storing die een ongewenst effect kan veroorzaken.
D-304014 Visonic PG2 Accessories Handleiding
79
GARA ANTIE Visonic Ltd. L en/of haar dochteronde ernemingen en filialen ("de e Fabrikant") garandeert d dat haar prod ducten, hierna te noemen "het " Product" of "de Produ ucten", in overeenstemming g met dienss ontwerp en specificaties en vrij van defecten zijn in n materiaal en vakkundigh eid bij normaal gebruik g en onderhoud, ovver een periode van twaalff maanden vanaf de datum m van levering door d de Fabrikant. De verp plichtingen van de Fabrikant zullen beperkt worden ttot het binnen de e garantieperiode reparere en of vervangen, door hem m te bepalen, van het prod duct of enig dee el daarvan. De Fabrikan nt is niet verantwoordelijk voor demonterings- en/of herinstalllatiekosten. Om van de ga arantie gebruik te kunnen n maken, dient het producct met een vooru uitbetaalde en verzekerde zending teruggestuurd te worden aan de Fabrikant. Deze garrantie is niet van toepass sing in de volgende geva allen: verkeerde installatie,, verkeerd gebruik, het niet volgen va an de installatie- en gebruiiksinstructies, wijzigen aan n uct, misbruik, ongeval of sa abotage en reparatie door anderen dan de Fabrikantt. het produ Deze ga arantie is exclusief en uitdrukkelijk u in plaats va an alle andere schriftelijjke of mondelin nge garanties, verplichting gen of aansprakelijkheden n, uitdrukkelijk aangegevven of geïmplice eerd, inclusief enige garrantie van verkoopbaarheid of geschiktheid voorr een bijzonderr doel of anders. In geen geval zal de Fabrikant je egens iemand aansprakelijijk zijn voor enig ge gevolg- of incidentele schade s door schending va an deze garantie of enig a andere garantiess, zoals bovenvermeld. Deze garrantie zal niet gewijzigd, aangepast a of verlengd wo orden, en de Fabrikant ma achtigt niemand om in zijn opdracht deze garantie te wijzigen, aan te t passen of te verlengen. Deze i alleen van toepassing op p het Product. Alle produccten, accessoires of hulpsttukken garantie is van ande eren die in samenwerking met het Product gebruikt worden, inclusief de batte erijen, zullen sle echts gedekt worden doo or hun eigen eventuele garantie. De Fabrikant is niet aansprakkelijk voor enige directe, in ndirecte, incidentele, gevolg- of andere schade of ve verlies, die veroo orzaakt is door een defect van het product ten gevo olge van producten, accesssoires of hulpsttukken van anderen, inclu usief batterijen, die in sam menwerking met de Prod ducten gebruikt zijn. z
De Fabrikant hou udt niet voor dat zijn Prod duct niet gecompromitteerdd en/of misleid kan worden n of dat het Product elk overlijden, persoonllijke en/of lichamelijke verrwonding en/of schade aan n eigendommen als a resultaat van een inb braak, diefstal, brand off andere gebeurtenis kan n voorkomen of da at het Product in alle gevalllen een adequate waarschhuwing of bescherming za al geven. De gebru uiker begrijpt dat een goed geïnstalleerd en onderhouuden alarm enkel het risico van gebeurtenis ssen zoals inbraak, diefs stal en brand zonder w waarschuwing zou kunnen n verminderen, maar het is geen verzek kering of garantie dat zzo’n gebeurtenis niet za al d het geen overlijden, persoonlijke schade en/of sschade aan eigendommen n plaatsvinden of dat tot gevolg zal heb bben. De Fabrikant is niet aansprakelijk voor overlijden, o persoonlijke een/of lichamelijke m of ander direct, indire rect, incidenteel of ande er verwonding en//of schade aan eigendom verlies of gevolgschade, gebaseerd op p een bewering dat het product niet goed zou u hebben gefuncttioneerd. Nochtans, indie en de Fabrikant direct of inndirect aansprakelijk word dt gehouden voor enig e verlies of schade ond der deze beperkte waarboorg of anders, ongeacht de e oorzaak of herko omst ervan, dan zal de maximale aansprakelijkheidd van de Fabrikant in geen n geval de aankoop pprijs van het Product overschrijden, dat als vereffennde schade vastgesteld za al worden en niet als een straf en het zal het volledige en enige re rechtsmiddel zijn tegen de e Fabrikant. er Waarschuwing: De gebruiker dient de installatie- en gebruiksinstruccties op te volgen en onde uct en het hele systeem te enminste eens per week te testen. Om verschillende e andere het Produ redenen, waaron nder, maar niet beperkt tot, veranderingen in omgevi vingsfactoren, elektrische of o elektronische verrstoringen en sabotage, ka an het zijn dat het Produc ct niet naar verwachting presteert. De gebruikeer wordt aangeraden alle e noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen voor zijn/haar veiligheeid en de bescherming van n zijn/haar eigendo om. 1/08
De technische documentatie, zoalss vereist door de European n Conformity Assessment p procedure wordt bewaard in: M COURT CHIP PPENHAM DRIVE KINGST TON MILTON KEYNES M MK10 0BZ. Telephone number: 0870 7300800, Fax number: 0870 7300801 UNIT 6 MADINGLEY
W.E.E.E. Product Recycling Verklaring Neem contact op met m de lokale verdeler voo or informatie over het recycclen van dit product. Indien u dit product weg gooit, doe dit dan op de juiste m manier en gooi het producct niet weg met het hu uishoudafval. Directive 2002/96/E EC Waste Electrical and Electronic Equipment.
VISONIC LTD. L (ISRAEL): P.O.B 220 020 TEL-AVIV 61220 ISRA AEL. PHONE: (972-3) 645--6789, FAX: (972-3) 645-6788 VISONIC IN NC. (U.S.A.): 65 WEST DU UDLEY TOWN ROAD, BLOOMFIELD CT. 06002-13 376. PHONE: (860) 243-08 833, (800) 223-0020. FAX: (860) 242-8094 VISONIC LTD. L (UK): UNIT 6 MADINGLEY COURT CHIPPENH HAM DRIVE KINGSTON M MILTON KEYNES MK10 0BZ. TEL: (0870) 7300800 FAX: (0870 0) 7300801. TEL: (0870) 73 300800 FAX: (0870) 7300801 PRODUCT SUPPORT T: (0870) 7300830 VISONIC GmbH G (D-A-CH): KIRCHFE ELDSTR. 118, D-40215 DÜSSELDORF, TEL.: +49 ((0)211 600696-0, FAX: +49 (0)211 600696-19 VISONIC IB BERICA: ISLA DE PALMA A, 32 NAVE 7, POLÍGONO O INDUSTRIAL NORTE, 28 8700 SAN SEBASTIÁN DE E LOS REYES, (MADRID)), ESPAÑA. TEL (34) 91659-3120, FAX (34) 9166 63-8468. www.visonic-iberica.es INTERNET T: www.visonic.com VISONIC C LTD. 2012 VISONIC PG G2 Accessories Handleiding D-304014 (REV. 0,07/1 2)
80
D-304014 Vison nic PG2 Accesso ories Handleidin ng