Inhoudsopgave Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Beleidsverklaring directie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1. Algemene regels binnen de organisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2. Hoe te handelen bij ongevallen en bijna-ongevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3. Hoe te handelen bij brand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 4. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 5. Werken op hoogte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 6. Hoe te handelen bij gevaarlijke stoffen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 7. Werken met machines en gereedschappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 8. Lichamelijke belasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Bijlage 1: Borden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Bijlage 2: Meldingsformulier VGM incident . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Versie 8, augustus 2007
1
Inleiding Werken via onze organisatie betekent dat u voor inleners werkzaam bent. Vaak wordt in plaats van inleners het woord opdrachtgevers gebruikt. Volgens de Arbowet dient de opdrachtgever voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden te zorgen. Onze organisatie gaat dan ook alleen in zee met opdrachtgevers die zich aan deze plicht houden. De hoofdtaak van onze organisatie is om er voor te zorgen dat u bij de juiste opdrachtgever wordt ingezet. Het is heel belangrijk dat u kundig bent en zich thuis voelt in het werk dat u doet. In uw werk kunt u te maken krijgen met bepaalde situaties of handelingen die gevaar kunnen opleveren voor uw veiligheid en gezondheid. Daarom is het belangrijk dat de opdrachtgever u altijd op de hoogte brengt van de veiligheidsvoorschriften. Als algemene aanvulling op de veiligheidsvoorschriften van de opdrachtgever, bieden wij u dit veiligheidshandboek aan. In dit veiligheidshandboek staan een aantal gevaren genoemd die u kunt tegenkomen tijdens uw werk. Bij de genoemde gevaren zijn richtlijnen en verplichtingen aangegeven waar u zich (wettelijk) aan dient te houden.
2
Het veiligheidshandboek is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 komen de algemene regels die gelden binnen onze organisatie aan de orde. In hoofdstuk 2 t/m hoofdstuk 8 komt er per hoofdstuk een onderwerp aan de orde dat betrekking heeft op uw veiligheid en gezondheid. Dit veiligheidshandboek is opgesteld voor alle medewerkers die werkzaam zijn bij . AB Brabant Groep B.V. en de aan haar gelieerde organisaties. U dient dit veiligheidshandboek goed door te nemen. Wanneer er iets onduidelijk is, kunt u dit vragen aan de relatiebeheerder, dit is uw contactpersoon op kantoor.
Beleidsverklaring Mede door middel van deze beleidsverklaring willen wij kenbaar maken dat het beleid van onze onderneming gericht is op: • • • • • •
Het uitvoeren van de werkzaamheden zoals overeengekomen met onze opdrachtgevers en zodanig dat onze opdrachtgevers tevreden zijn en blijven; Het zo goed mogelijk waarborgen van . de veiligheid en gezondheid van indirecte medewerkers, directe mede-. werkers / inleenmedewerkers en derden, . alsmede de zorg voor het milieu; Zorgzame plaatsing van uitzendkrachten, . gedetacheerden en bedrijfsverzorgers . waarbij er duidelijke afspraken . gemaakt worden met de inlener om . de veiligheidsregels te respecteren; Het voorkomen of zoveel mogelijk . beperken van onveilige situaties en / . of onveilige handelingen, waardoor . persoonlijk letsel en / of materiële schade zou kunnen optreden; Het voldoen aan de voorwaarden . zoals omschreven in de criteria van de . veiligheid checklist uitzendbureaus . (VCU) met als doel werkzaamheden in overeenstemming met de geldende . voorschriften en wettelijke regels uit . te voeren en op te leveren; Het streven naar continue verbetering . op het gebied van veiligheid en . gezondheid.
Dit beleid is nader uitgewerkt in doelstellingen en procedures en heeft betrekking op alle activiteiten van de organisatie, voor zowel de indirecte medewerkers als de directe medewerkers / inleen mede-
werkers. Bij beslissingen wordt getoetst of aan bovengenoemde uitgangspunten wordt voldaan. Het beleid is gebaseerd op de overtuiging dat een geïntegreerde aanpak van Arbo en veiligheid essentieel is voor een succesvolle bedrijfsvoering. Door het behalen en behouden van het VCU certificaat willen we dit beleid naar buiten toe kenbaar maken. Jaarlijks worden hiertoe concrete meetbare doelstellingen geformuleerd in het arbojaarplan en aan de medewerkers uitgedragen, zodat een continue verbetering van veiligheid en gezondheid meetbaar is en blijft. Deze beleidsverklaring wordt minimaal eenmaal per drie jaar herzien. Alle medewerkers dienen dit beleid te ondersteunen vanuit de eigen verantwoordelijkheid en de betrokkenheid bij veiligheids- en gezondheidszaken. De directie
3
1. Algemene regels binnen de organisatie Algemeen Wanneer u naar een opdrachtgever gaat, heeft u van de relatiebeheerder doorgekregen welke werkzaamheden u dient te verrichten. Het is belangrijk dat u uw werk uitvoert onder veilige en gezonde omstandigheden. Als het om werk gaat dat risico’s met zich meebrengt, heeft de relatiebeheerder u daarvan op de hoogte gesteld en de nodige maatregelen getroffen. De relatiebeheerder heeft dit in overleg gedaan met de opdrachtgever (inlener). Het kan voorkomen dat een opdrachtgever de opdracht verandert of dat u een onveilige situatie tegenkomt. Daarom zijn er een aantal algemene regels opgesteld die aangeven wat u moet doen in bepaalde situaties. • •
4
Regels met betrekking tot de uitvoering van de opdracht Lees en volg de specifieke veiligheids- regels en gedragsregels op van de opdrachtgever, deze regels mogen niet in strijd zijn met de inhoud van dit veiligheidshandboek. Onderbreek het werk wanneer u van mening bent dat het werk direct gevaar oplevert voor uw veiligheid en gezondheid en/of die van derden, voorwaarde is dat het gevaar ernstig en acuut moet zijn (artikel 29 van de Arbowet). Neem onmiddellijk contact op met de opdrachtgever/hoofd van de afdeling waar u werkzaam bent en met de relatiebeheerder. Zij dienen maatregelen te treffen om de gevaar- lijke situatie op te lossen, zodat u de opdracht veilig kunt voortzetten.
• •
Wanneer de opdracht tussentijds wij- zigt en u bent hiervoor niet bevoegd, dient u in overleg met de opdrachtge- ver/hoofd van de afdeling waar u werkzaam bent een oplossing te zoe- ken. Lukt dit niet, neem dan direct contact op met de relatiebeheerder. Geef onveilige situaties of belangrijke wijzigingen in de opdracht altijd door aan de relatiebeheerder, dit kan zowel telefonisch als schriftelijk via de einde- werkbon. Op deze manier kan de relatiebeheerder samen met de opdracht- gever afspraken maken om de onveili- ge situatie op te lossen.
• • • •
Algemene gedragsregels Alcohol en drugs zijn verboden, zij mogen niet worden meegebracht. De werkzaamheden mogen niet wor- den aangevangen en/of worden her- vat wanneer u onder invloed van genoemde stoffen bent. Het is niet toegestaan om tijdens het werk te eten, drinken of te roken. Voordat er gegeten, gedronken of gerookt wordt na werktijd of tijdens pauzes dient u uit hygiënische oog-. punt uw handen te wassen Bij gebruik van medicijnen met een gele sticker (rijvaardigheid kan beïn- vloed worden) is overleg met een Arbo-arts gewenst. Volg altijd de aanwijzingen die op de waarschuwings-, gebods- en verbods- borden staan, in bijlage 1 van dit veiligheidshandboek staan de belang rijkste borden met de bijbehorende betekenis.
• •
Zorg voor orde en netheid op uw werkplek, dus leg geen materiaal of gereedschap in de looppaden of voor uitgangen, dit voorkomt ongevallen. Parkeer voertuigen alleen op de hier- voor bestemde plaatsen.
Belangrijk! Wanneer u ziet dat uw collega zich niet aan de gestelde regels houdt, is dat voor u uiteraard geen reden om zich dan ook niet aan de regels te houden. Wat u dan wel kunt doen is uw collega er op wijzen wat de regels zijn. Let wel, het gaat om de veiligheid en gezondheid van u, uw collega’s en derden!
Preventiespreekuur Alle medewerkers van onze organisatie hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van het preventiespreekuur van Stigas. Voor medewerkers die werkzaam zijn via de uitzendorganisatie kunnen afwijkende afspraken gelden. U kunt hier terecht voor allerlei vragen over uw werkomstandigheden in relatie met uw gezondheid en welzijn. U kunt bellen met het dichtstbijzijnde vestigingskantoor van Stigas. De telefoonnummers vindt u op www.stigas.nl - Organisatie - Stigas - Stigas preventie-adviseur in uw regio. Alle medewerkers van Stigas zijn gehouden aan het beroepsgeheim. Dit betekent dat er zonder uw toestemming geen informatie naar buiten gaat.
5
2. Hoe te handelen bij ongevallen en bijna-ongevallen • • • •
Algemeen Ongevallen en bijna-ongevallen kun - nen veroorzaakt worden door: Menselijke aspecten: haast, slordigheid, bedrijfsblindheid, sleur, onbekendheid enz. De techniek: het ontwerp van machines, storingen enz. De omgeving: lawaai, gevaarlijke stof- fen, gevaarlijke omstandigheden enz. De organisatie: geen veiligheidsvoor- schriften aanwezig, geen (duidelijke) werkinstructies, niet de juiste man op de juiste plaats enz.
Voordat u begint bij een nieuwe opdrachtgever, stelt u zich op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften die gelden bij deze opdrachtgever. Dit houdt onder andere het volgende in: wat is bij de opdrachtgever de werkwijze bij ongevallen, wie zijn de bedrijfshulpverleners, wat zijn belangrijke (interne) telefoonnummers, waar bevindt zich de verbanddoos enz. Deze voorlichting dient over het algemeen door de opdrachtgever zelf gegeven te worden.
Algemene werkwijze bij ongevallen met ernstig letsel Het melden van een ernstig ongeval is heel belangrijk, omdat bij ernstig letsel elke seconde telt. Een mensenleven kan er van af hangen! 1. Zorg voor uw eigen veiligheid 2. Meld het ongeval bij a. de bedrijfshulpverlening (via intern telefoonnummer) en/of b. door het alarmnummer 112 te bellen: meld uw naam, de plaats van het ongeval, zo mogelijk de aard van de verwondingen, het aantal slachtoffers en waar de ambulance moet komen 3. Zorg dat er leiding is bij het hulp ver- lenen, door bedrijfshulpverleners en leidinggevenden 4. Verleen eerste hulp, dit mag worden verleend door daarvoor opgeleide personeelsleden (EHBO-ers en bedrijfshulpverleners) 5. Verander niks aan de werkomgeving, dit in verband met een mogelijk onderzoek door overheidsinstanties, zoals de Arbeidsinspectie • • •
6
Hoe te handelen bij een ongeval zonder ernstig letsel Waarschuw de direct leidinggevende van de gewonde(n) Maak bij een snee, schaafwond e.d. gebruik van de verbanddoos Meld aan de daarvoor bestemde persoon wat er is gebruikt uit de verbanddoos
Melden ongevallen en bijna ongevallen aan de relatiebeheerder U dient VGM-incidenten, waar u persoonlijk bij betrokken bent, altijd te melden aan de relatiebeheerder. Onder VGMincidenten wordt het volgende verstaan: • Ongevallen • Bijna-ongevallen • Materiële schade • Gevaarlijke situaties/handelingen • Milieu-incidenten Wanneer er sprake is van een VGM-incident dient het meldingsformulier ‘VGMincidenten’ ingevuld te worden door u of de relatiebeheerder. Dit formulier is opgenomen als bijlage 2 van dit veiligheidshandboek en zijn op locatie te verkrijgen. Het is heel belangrijk om VGM-incidenten te melden, omdat er dan maatregelen kunnen worden genomen. Wanneer er niks door u of uw collega’s gemeld wordt, is de kans op herhaling groot.
7
3. Hoe te handelen bij brand Algemeen Brand en explosies veroorzaken altijd schade en vaak menselijk leed door letsel of door dodelijke slachtoffers. In Nederland komen per jaar 70 tot 80 mensen om bij brand of explosie en raken ruim 600 mensen gewond. Oorzaken zijn onder andere: • • • •
het niet bekend zijn met werkinstruc- ties/algemene instructies het niet opvolgen van werkinstructies het niet bekend zijn met de gevaren van brand en explosie het niet bekend zijn met de omgang van blusmiddelen
Voordat u begint bij een nieuwe opdrachtgever, stelt u zich op de hoogte van de bij de opdrachtgever geldende brandveiligheidsvoorschriften, dit houdt onder andere het volgende in: wat is in de organisatie/op de werkplek de werkwijze bij brand, waar bevinden zich de blusapparaten, wat zijn de vluchtroutes enz. Hieronder staat in volgorde aangegeven wat de algemene werkwijze is bij brand.
8
Algemene werkwijze bij brand 1. Zorg voor uw eigen veiligheid 2. Meld de brand a. bij uw direct leidinggevende en/of b. door het alarmnummer 112 te bellen meld uw naam, de plaats en het adres van de brand, omvang van de brand en eventuele aanwezigheid van gewonden 3. Waarschuw de personen in de omgeving 4. Breng personen in veiligheid 5. Doe de deuren achter u dicht 6. Controleer of iedereen in veiligheid is 7. Blus, indien mogelijk 8. Meld u af bij de opdrachtgever 9. Meld het incident/de brand bij de relatiebeheerder • • • • •
Bij brand en brandpreventie dient u verder het volgende in acht te nemen: Gebruik nooit een lift om te vluchten. Verlaat ruimtes met rookontwikkeling zo snel mogelijk en blijf laag bij de grond, door rook kunt u bedwelmd raken en stikken. Bij de grond is vaak nog lucht met voldoende zuurstof aanwezig. Eerste hulp bij brandwonden: Alle brandwonden moeten tenminste 15 minuten met lauw water worden gekoeld! Gebeurt dit niet dan ver- brandt de huid verder, genezing van de wonden wordt dan moeilijker en duurt langer. Verplaats brandblusmiddelen niet onnodig. Houd nooduitgangen, toegangen, blusmiddelen en EHBO-materiaal altijd bereikbaar.
4. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) Door het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen zijn de gevolgen van ongevallen te beperken, maar niet te voorkomen. Bijvoorbeeld: wanneer iemand een baksteen op zijn hoofd krijgt kan dat tot een zeer ernstige hersenbeschadiging leiden of zelfs tot een dodelijk ongeval. Met het gebruik van PBM’s, in dit geval een veiligheidshelm, kan de ernst van de verwonding in dit voorbeeld beperkt worden tot niks of een lichte hersenschudding. De noodzakelijke PBM’s worden aan u verstrekt door de relatiebeheerder of door de opdrachtgever. Voor medewerkers die via AB Service werkzaam zijn, kunnen afwijkende afspraken gelden. Alle werknemers zijn verplicht de ter beschikking gestelde middelen te gebruiken bij die werkzaamheden of situaties waar dit aangegeven is. De belangrijkste PBM’s op een rij:
•
Voetbescherming Draag veiligheidsschoenen of veilig- heidslaarzen overal en altijd waar kans is op: Vallende voorwerpen, vallen of stoten tegen de voet, vallen door uit- glijden, staan op puntige of scherpe voorwerpen, overmatige belasting van de enkel, middenvoet en/of het been, laag- en middenspanning, hoogspan- ning, warmte of koude, metaalspatten en agressieve stofdeeltjes of vloeistoffen.
• • •
Hoofdbescherming Draag een helm overal en altijd waar u kans loopt door vallende voorwerpen geraakt te worden Laat de helm vervangen bij beschadi- ging Laat de helm vervangen wanneer de levensduur van de helm is verlopen
• • •
Gehoorbescherming Draag gehoorbescherming, wanneer het geluidsniveau op de werkplek meer dan 80 dB (a) bedraagt. Vuistregel is: indien men op 1 meter afstand van elkaar staat, moet men met normaal stemgebruik, dus zonder stemverheffing, elkaar goed kunnen verstaan. Is dit niet mogelijk dan kan men er vanuit gaan dat het geluidsni- veau hoger is dan 80 dB (a). Bij een geluidsniveau van 85 dB (a) of hoger is het zelfs wettelijk verplicht om gehoorbescherming te dragen. Let wel, eenmaal opgelopen gehoor schade is nooit meer te herstellen!
9
• •
10
Oogbescherming Gebruik altijd oogbescherming bij slij- pen, lassen, bikken, knippen, schoon- blazen, werken met glas en bij het vastschieten van nietjes en spijkers Dit geldt ook wanneer er in de directe omgeving bovengenoemde werkzaam- heden worden uitgevoerd
Gezichts- en adembescherming • Gebruik gezichts- en adembescher- ming wanneer de mogelijkheid aanwe- zig is dat gevaarlijke gassen, stoffen, rook of nevel worden ingeademd • Laat u goed informeren door de opdrachtgever wanneer welk bescher- mingsmiddel gebruikt dient te worden, bij twijfel de risico-inventarisatie en evaluatie van de opdrachtgever raad- plagen of de Arbodienst om advies vragen: - Wegwerpmaskers: beschermen tegen onschadelijke vaste en vloeibare deeltjes - Halfgelaatsmaskers: beschermen tegen schadelijke gassen en dampen (met juist filter) - Volgelaatsmaskers: beschermen tegen schadelijke gassen en dampen (met juist filter) en de ogen en huid zijn ook beschermd - Soorten filters: verschillende soorten filters voor bepaalde soorten gevaarlijke gassen en dampen - Verse luchtmaskers: schone lucht toevoer - Persluchtmaskers: alleen te gebruiken door speciaal opgeleide mensen
• • • • • • •
Arm- en handbescherming (handschoenen, mouwen en kappen) Gebruik altijd arm- en handbescher- ming in de volgende situaties: Rondslingerende glassplinters of metalen deeltjes Vallende vonken Uitstekende scherpe delen (van machines en materialen) Agressieve vaste of vloeibare stoffen Bij gebruik van messen Kou Trillingen
•
Beschermende kleding Draag een (leren) schort bij gebruik van messen en in geval van vonkvor- ming
5. Werken op hoogte De wet zegt dat werkzaamheden op hoogte alleen mogen worden uitgevoerd vanaf een veilige en ergonomisch verant-woorde steiger, helling, bordes of werkvloer. Het op hoogte werken vanaf ladders, lijnen en dergelijke arbeidsmiddelen is alleen toegestaan bij korte klussen of wanneer een veiliger alternatief zoals een steiger of hoogwerker op een bepaalde plek niet mogelijk is. In dit hoofdstuk staan de belangrijkste veiligheidsregels aangegeven bij het werken op hoogte. • • • • • • • •
Veilig werken met steigers Breng nooit veranderingen aan op de steigerconstructie, dit kan grote gevol- gen hebben Controleer altijd uw schoenen op glad- heid, ga niet met gladde zolen aan de slag Vermijd dat materialen of gereed- schappen naar beneden vallen Gebruik altijd uw persoonlijke bescher- mingsmiddelen Een steiger mag nooit worden gebruikt bij onweer of bij windkracht 6 of hoger Laat een hang- of rolsteiger nooit onbeheerd achter Laat geen materiaal of gereedschap rondslingeren, dit voorkomt struikelen en vallen en bevordert tevens de veiligheid van de collega’s die op lager gelegen vloeren werken Werk nooit vanaf ladders en trappen die zijn opgesteld op de werkvloeren van een steiger
• • • • • • • • •
Waarschuw uw direct leidinggevende, wanneer er sprake is van gladde vloer- planken en looppaden Raadpleeg altijd de steigerkaart voor het betreden van de steiger Gebruik altijd een deugdelijke harnas gordel in combinatie met valbeveili- ging op een hangsteiger Controleer altijd bij aanvang van het werk het aantal contragewichten. Zet de hangsteiger circa 30 cm boven de grond en spring dan een paar keer op de steigervloer Controleer daarna de verankering Controleer een rolsteiger altijd op stabiliteit Zet voor het betreden van de rolstei- ger de wielen op de rem Beklim de rolsteiger altijd via de binnenzijde Een rolsteiger mag maximaal 8 meter zijn Verrijden van een rolsteiger waar zich personen op bevinden is verboden!
Veilig werken met ladders Het werken met ladders is alleen toegestaan als er sprake is van een korte klus of een locatie die niet kan worden aangepast aan andere arbeidsmiddelen, bijvoorbeeld een gebouw waaraan geen materieel kan worden bevestigd omdat het een monument is. Hieronder staan de belangrijkste veiligheidsregels aangegeven voor het werken met ladders.
11
12
Hieronder staan de belangrijkste veiligheidsregels aangegeven voor het werken met ladders
• • • • • • • • • • •
Controleer de ladder voor gebruik op beschadigingen Gebruik nooit een beschadigde of gebroken trap/ladder De ladder moet vlak en stevig staan, op een vaste ondergrond in een opstelhoek van 65˚ - 75˚. Richtlijn: zet de benen tegen de onderste sport aan, als men rechtop staat moet men met de gestrekte arm de muur kunnen aanraken Gebruik nooit een ladder bij wind kracht 6 of hoger Daal af en beklim een ladder altijd met het gezicht er naar toe Beklim de ladder niet hoger dan de vierde sport van bovenaf (is meestal rood gemarkeerd) Verricht geen tijdelijke reparaties aan een ladder, laat reparaties over aan een deskundige Let op de aanwezigheid van een ladderschoen of een scharnierende laddervoet Borg de ladder tegen omvallen door hem bijvoorbeeld bovenaan vast te zetten Gebruik opsteekladders steeds met het schuivende deel aan de voorkant, dus naar u toe. Zorg voor een overlap van minimaal 5 treden Laat opgestelde ladders nooit onbe- heerd achter
• • • • •
Plaats de ladder altijd minimaal 2,5 meter van niet geïsoleerde onder spanning staande elektrische delen, dit omdat metalen ladders geleidend zijn voor elektriciteit Verplaats nooit de ladder wanneer u er nog op staat Houd bij het verrichten van de werk- zaamheden beide voeten op de sport Werk alleen direct naast de ladder, voorkom reiken Ladders bij gebruik in fabrieken mogen maximaal tot 7 meter uitge- schoven worden
6. Hoe te handelen bij gevaarlijke stoffen Algemeen In alle bedrijven worden stoffen gebruikt die, behalve brandbaar en explosief, ook giftig, agressief of bijtend kunnen zijn. Bovenstaande gevaren kunnen brand, ongevallen en overige incidenten tot gevolg hebben. In dit hoofdstuk wordt daarom een toelichting met algemene richtlijnen gegeven op een aantal gevaarlijke stoffen die u tijdens uw werk kunt tegenkomen.
•
Bacteriën, virussen en schimmels kunnen ziektes en aandoeningen veroor- zaken. Het is belangrijk om altijd hygiënisch te werken, onder andere door het dragen van schone kleding en het regelmatig wassen van de handen
Belangrijk! Voer nooit werkzaamheden uit waarvoor u niet bevoegd bent en waarmee u zich niet vertrouwd voelt, bijvoorbeeld werkzaamheden waarbij een certificaat of opleiding vereist is. Werken met gevaarlijke stoffen Algemeen: Lees altijd voor gebruik het etiket van het product, bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen, bestrijdingsmiddelen en verfproducten die u gaat gebruiken! • •
Bij regelmatig contact met verven en lakken is er kans op blijvende aandoe- ningen. Om dit te voorkomen is het volgende van belang: - Vermijd contact met ogen en huid - Zorg voor voldoende ventilatie - Rook niet in de buurt van verf Asbestvezels zijn schadelijk voor de gezondheid, het kan namelijk kanker of stoflongen veroorzaken. Asbesthoudende producten mogen alleen verwijderd worden door speciaal opgeleide werknemers die werkzaam zijn via Man & Mach, volgens de richtlijnen die hiervoor gelden.
13
• Bestrijdingsmiddelen leveren zowel een gevaar op voor mens, als dier en milieu, bijvoorbeeld vergiftiging, huid- aandoeningen, vervuiling bodem en drinkwater. Het is dan ook belangrijk de volgende regels in acht te nemen: - Voer alleen werkzaamheden uit met bestrijdingsmiddelen wanneer u daarvoor bevoegd bent (spuitlicentie I of II) - Let op voldoende re-entry tijd bij behandelde gewassen • Bij blootstelling aan zuren of logen dient u: - Onmiddellijk te spoelen met veel water - Verontreinigde kleding direct uit te trekken - Bij oogcontact doorgaan met spoelen zolang als mogelijk is - Bij elke huid- of oogcontact met loog of zuur een arts te raadplegen • Stoffen/middelen die allergische reac- ties oproepen, zoals bij bijvoorbeeld technovit/Bovi-Bond adhesive bij de klauwverzorging. Dit kan voorkomen worden door PBM’s te gebruiken, door het middel/ de stof niet te gebruiken en/of alter- natieven in te zetten. Ook bepaalde gewassen kunnen reacties geven. Laat u zonodig voorlichten door de opdrachtgever, relatiebeheerder . of Stigas.
14
7. Werken met machines en gereedschappen In dit hoofdstuk wordt er voor een aantal machines en gereedschappen aangegeven welke algemene regels opgevolgd dienen te worden om letsel te voorkomen, daar waar nodig wordt toegelicht welke gevaren er kunnen schuilen achter het gebruik hiervan. De volledige en specifieke regels dienen door de opdrachtgever aan u te worden verstrekt en toegelicht. Algemeen handgereedschappen Ongevallen met handgereedschappen zijn vaak het gevolg van onjuist gebruik van het gereedschap. Een schroeven-draaier dient bijvoorbeeld niet als breekijzer en een tang is niet bedoeld om als hamer te gebruiken. Een andere oorzaak is dat het gereedschap defect of versleten is. Wanneer u werkt met handgereedschappen dient u rekening te houden met de volgende eisen:
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Het juiste gereedschap voor het werk kiezen Deugdelijk en onbeschadigd gereed- schap gebruiken Het gereedschap op de juiste manier gebruiken en opbergen, het is verboden om eventuele veiligheidsvoorzieningen op apparatuur uit te schakelen of te verwijderen (beschermkappen e.d.) Vakmanschap Regelmatig onderhoud en controle Ondeugdelijk gereedschap direct ver- wijderen
Algemeen elektrisch (hand)gereedschap De risico’s van het werken met elektrisch (hand)gereedschap zijn: • Kans op elektrische schok • Kans op het overslaan van vonken • Vonken kunnen explosieve mengsels ontsteken • Loshangende kleding of lange haren kunnen in ronddraaiende delen terechtkomen. Denk daarom om het volgende: - Gereedschappen die werken op 220 Volt dienen dubbel geïsoleerd te zijn (teken op gereedschap twee in elkaar geplaatste vierkantjes) - Bij veilige spanning: 50 Volt wissel- spanning of 120 Volt gelijkspan- ning, mag u ervan uit gaan dat er geen problemen ontstaan wan- neer er door een storing in het apparaat er onverhoopt stroom door het lichaam gaat. Let wel, een natte omgeving of een slech- te lichamelijke conditie kunnen een veilige spanning toch gevaar- lijk maken!
15
16
• • • •
Verricht nooit reparaties aan elektrische machines en apparaten Controleer voor gebruik of het elektrisch gereedschap is goedge- keurd voor gebruik, elektrisch handge- reedschap dient namelijk elk jaar gekeurd te worden door een deskundige Gebruik alleen goedgekeurd gereed- schap Bij ronddraaiende delen; draag bij lang haar een haarnetje en draag geen loshangende kleding
• •
Boormachines Draag oogbescherming, in verband met mogelijk wegspringende deeltjes Haal niet krullen of boorsel met de hand weg, gebruik bij voorkeur een borstel of veger
• • • • • •
Slijpmachines Slijpstenen dienen gemonteerd te worden door deskundigen, als gebruiker dient u op de volgende aspecten te letten: Draag oogbescherming (slijpbril, gelaatscherm), in verband met mogelijk wegspringende deeltjes Draag gehoorbescherming, het geluidsniveau is schadelijk voor de gezondheid De zijkanten van de machines moeten zijn afgeschermd De afstand tussen de leunspaan en slijpsteen mag niet groter zijn dan 3 mm De leunspaan mag alleen worden bij gesteld bij een stilstaande machine De leunspaan mag niet U-vormig zijn uitgesleten
Houtbewerkingsmachines Onder houtbewerkingsmachines vallen zaagmachines, vlakbanken, vandiktebanken, tafelfreesmachines en pennenbanken. Met het werken met houtbewerkingsmachines dient u rekening te houden met de volgende aspecten: • Draag oogbescherming, in verband met mogelijk wegspringende deeltjes • Draag gehoorbescherming, het geluidsniveau is schadelijk voor de gezondheid • Verwijder nooit beschermingskappen e.d. • Let op dat u niet in aanraking komt en/of gegrepen wordt door bewegen de delen • Let op dat u niet bekneld raakt bij gebruik van pneumatische opspan- of doorvoerapparatuur • Denk om hinderlijk of schadelijk hout stof, dit kan nadelige gevolgen heb- ben voor de gezondheid, het is aan te raden adembescherming te dragen Pneumatisch handgereedschap (bijvoorbeeld bikhamers, vloerhamers en koppensnellers) De risico’s van het werken met pneumatisch handgereedschap zijn: • Het gebruik hiervan kunnen trillingen over het hele lichaam geven en aanlei- ding geven tot ernstige gewrichts- klachten • Bij het gebruik van hakbeitels is het verschijnsel ‘witte vingers’ het resultaat • Het geluidsniveau kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Denk daarom om het volgende:
- - -
Gebruik van zacht leren hand schoenen kunnen trillingen enigszins opvangen Onderbreek bij sterke trillingen het werk regelmatig Gebruik, indien noodzakelijk, gehoor bescherming
Handslijpmachines, doorslijp- en afbraamschijven De risico’s van het gebruik van hand slijpmachines, doorslijp- en afbraamschijven zijn: • Rondvliegende deeltjes van het werk- stuk en/of van de slijpschijf • Aanraking van de slijpschijf • Brand door ontsteking van brandbare stoffen • Kans op gehoorschade • • • • •
Houdt u daarom aan de volgende voorschriften: Een slijpbril is bij slijpen verplicht Gezien het hoge geluidsniveau is gehoorbescherming verplicht Gebruik de juiste slijpschijf Adembescherming in de vorm van stoffiltermaskers wordt sterk aanbevolen Gebruik de machine alleen waarvoor die bestemd is
Werken met haspels/verlengsnoer Er mag alleen met haspels/verleng- snoer worden gewerkt, indien de volgende voorschriften in acht worden genomen: • Rol voor gebruik de haspel geheel uit • Controleer of isolatie nog intact is • Controleer of de stekker en de contra- stekker nog intact zijn • Controleer of er geen breuken zijn • Gebruik nooit een 2-aarderig verleng- snoer, indien 3-aarderig bedoeld is • • • • •
Rijden met aanhangwagen Houdt u aan de regels die behoren bij uw rijbewijs Controleer bij het aankoppelen altijd de slijtage-indicator van de trekkop van de aanhangwagen. Indien slijtage wordt aangegeven, de aanhangwagen niet gebruiken Zorg ervoor dat de juiste kenteken- plaat op de juiste aanhangwagen komt Let op! Overschrijd het gewicht dat op het kentekenbewijs deel I staat aange- geven niet Controleer of de verlichting werkt, indien de verlichting niet werkt de aanhangwagen niet gebruiken
17
8. Lichamelijke belasting
18
Hieronder staan de (wettelijke) richtlijnen en gezondheidsnormen die betrekking hebben op het uitoefenen van zware werkzaamheden.
• • •
Duwen en trekken Duwen is beter dan trekken Maximaal duwgewicht is 50 kg Maximaal trekgewicht is 50 kg
• • • • • • •
• • •
Zittend en staand werk Bij het werk moet er voldoende ruimte zijn om je houding regelmatig te kunnen veranderen Gebruik instelbare werkstoelen Langer dan 4 uur aaneen zitten of staan is te eenzijdig, zorg voor afwisseling
Tillen Til niet meer dan 23 kg per keer (mannen), bij vrouwen is dit gewicht vastgesteld op 18 kg per keer Bij gewichten boven de 23 kg dient er gebruik te worden gemaakt van til hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een opvoerband of moet er met meerdere personen getild worden Til met de bovenbenen en niet met de rug, met andere woorden zak altijd door de knieën om de last te pakken en houd de rug recht Houd de last zo dicht mogelijk bij het lichaam Zorg voor een gemakkelijke en ont- spannen houding wanneer u gaat tillen, ga recht voor de last staan Zorg dat de lasten op een hoogte van ongeveer 75 cm boven de vloer zijn gezet, wanneer er veel getild moet worden Onder verzwarende omstandigheden kan het nodig zijn het tilgewicht naar beneden te halen
Bijlage 1: Borden Verbodsborden (wit bord met rode rand) Verboden te roken Vuur, open vlam en roken verboden Verboden voor voetgangers Verboden met water te blussen Geen toegang voor onbevoegden
Waarschuwingsborden (geel bord met zwarte rand)
Bijtende stoffen Gevaar voor elektrische spanning
Gebodsborden (blauw bord) Adembescherming verplicht Gelaatsscherm verplicht Veiligheidshandschoenen verplicht Veiligheidshelm verplicht Veiligheidspak verplicht
Veiligheidsbril verplicht
Gehoorbescherming verplicht Veiligheidsschoenen verplicht
Explosieve stoffen Opgelet: gevaar
Giftige stoffen . Schadelijke of irriterende stoffen
Oxiderende stoffen . Ontvlambare stoffen
19
Bijlage 2: Meldingsformulier VGM incident
Naam melder:....................................................................
Aard van ongeval / incident:
Naam betrokkene:.............................................................
0 Onveilige werksituatie
Werkzaam bij lid / inlener:.................................................
0 Bijna-ongeval
Plaats van gebeurtenis:......................................................
0 Ongeval zonder letsel/met letsel/
Adres lid / inlener:.............................................................
met verzuim*
Telnr. lid / inlener:..............................................................
0 Milieu-incident
E-mailadres lid / inlener:....................................................
0 Materiële schade
Datum ongeval:.................................................................. Tijdstip ongeval:................................................................. EHBO verleend: 0 Nee 0 Ja, door:................... Omschrijving soort letsel: Bezoek arts/ ziekenhuis: 0 Nee 0 Ja, nl.:.......................
..........................................................
Materiële schade: 0Nee 0 Ja, nl.:.......................
..........................................................
Soort werk tijdens ongeval:...............................................
..........................................................
Beschrijving incident:......................................................... Mogelijke oorzaken: 0 Onveilige werkplek 0 Onveilige werkmethode 0 Onveilige materialen 0 Onveilige handeling derden namelijk: 0 Onveilige of onjuiste PBM’s 0 Onvoldoende instructie 0 Onvoldoende overleg 0 Onvoldoende toezicht 0 Onbevoegde handeling 0 Gebrek aan orde en netheid 0 Niet opvolgen veiligheidsregels 0 Overig namelijk:
20
In te vullen door locatiehoofd / KAM functionaris / regiomanager* Te nemen veiligheidsmaatregelen: Handtekening: Plaats, datum: Besproken in werkoverleg 0 Nee 0 Ja Melding arbeidsinspectie 0 Nee 0 Ja Melding ondernemingsraad 0 Nee 0 Ja ………………… …………………