Voorwoord
2
Eerste deel 5 • ‘Leven met mijn man werd een gevangenis’ 6 • Eenzaamheid, een onplezierig gevoel 10 • Basisinformatie 14 Tweede deel • Kerst, een verhaal van verlangen • Eenzaamheid, een onplezierig gevoel • Balanstraject Eenzaamheid in Boxtel
17 18 24 28
Derde deel • Slachtoffer van huiselijk geweld • Hulpverlening bij eenzaamheid, een taak voor professionals...? • Uitkomsten balanstraject Eenzaamheid in Boxtel
31 32 36 40
Vierde deel • Taboe rond zelfdoding zorgt voor emotioneel isolement • Introductie project ‘Beter een goeie buur(t)’ • Achter de schermen
43
Vijfde deel • De eenzaamheid neemt af, omdat alleen leven gewoon is geworden • Een helpende hand bieden • Het èchte werk
55
Laatste deel • Eenzaamheid... wie vraagt er om? • Wilskracht
67 68 74
44 48 52
56 61 64
Inhoudsopgave
Inhoud
1
Voorwoord
‘Eenzaam maar niet alleen’. Het zijn vier woorden die vaak, zonder bewust er over na te denken, te pas en te onpas gebruikt worden. We staan er niet meer bij stil. Het leven van alledag raast aan ons voorbij. Druk, druk, druk, dat we zijn. Dat beeld wordt, denk ik, nog versterkt door alle moderne technieken waar velen dagelijks mee op pad gaan en die ons leven steeds meer lijken te beheersen. Wat te denken van de mp3-speler of de ipod, de mobiele telefoon -van alle gemakken voorzien- de laptop met webcam en de favoriete bezigheid van de laatste tijd: het sms-en, msn-en e-mailen.
Positief opvallend van dit project is dat professionals en vrijwilligers ‘hand in hand’ met elkaar hebben opgetrokken en nog optrekken om samen te werken aan een Boxtelse aanpak van preventie van eenzaamheid. Hulde daarvoor en… het blijkt te werken.
delijks een aflevering met artikelen van verschillende schrijvers de middenpagina’s van dit nieuwsblad gevuld. Naast een praktijkverhaal, waarvoor dank aan de geïnterviewden en schrijvers, werd de aflevering telkens gevuld met achtergrond-informatie over eenzaamheid. Hoe te herkennen? Wat kunt u doen? Wie werken samen? Kortom tal van praktische tips en wetenswaardigheden rond de Boxtelse aanpak preventie eenzaamheid (ouderen). Omdat de projectgroep Woon Wijs van mening is dat de artikelenreeks een waardevolle bijdrage kan leveren aan allen die preventie van eenzaamheid een warm hart toedragen, heeft de stuurgroep gemeend de bijdragen te bundelen in deze handzame brochure. Om met Loesje te spreken: ‘Eenzaamheid is een goede plaats om te bezoeken, maar een slechte plaats om te verblijven’. Mag dat een handreiking zijn…
Het persoonlijk ‘een op een contact’ verdwijnt zienderogen en maakt plaats voor ‘ontmoeten op afstand.’ Als je elkaar dan wel tegen het lijf loopt, hoor je vaak: “Heb je mijn e-mail al gelezen?” Als je dan vraagt waar het over gaat, omdat jij niet die slaaf van de e-mailterreur bent, krijg je al snel het antwoord: “Lees maar.” Dat zegt boekdelen. Praten met elkaar lijkt zo langzamerhand een taboe te worden. Schuilt daar niet een
Een van de publiciteitsmiddelen om een breed publiek kennis te laten nemen van de aanpak van de preventie eenzaamheid, was een artikelenreeks in het Brabants Centrum. Van november 2007 t/m mei 2008 heeft maan-
Boxtel, 12 juni 2008 Arnold van den Broek, projectleider Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxtel
Voorwoord
‘Eenzaam maar niet alleen’. De titel van een boek waarmee koningin Wilhelmina in 1959 terug keek op haar leven. Wilhelmina, die door het overlijden van haar vader koning Willem III al op zeer jonge leeftijd koningin werd, heeft blijkbaar het gevoel van een eenzaam bestaan met zich meegedragen. Het verhaal gaat zelfs dat zij er de voorkeur aan gaf en profiel geportretteerd te worden. Zo tekende ze in 1900 ook haar zelfportret, zodat zij dan geen toeschouwers in de ogen hoefde te zien en niets van zichzelf hoefde prijs te geven. Is het verwonderlijk dat het wereldbefaamde boek van de schrijver Malot: ‘Alleen op de wereld’ in haar boekencollectie zat?
2
nieuwe vorm van eenzaamheid in? Ik zag eens een schitterende spreuk die daarop van toepassing is. “Elke mens is alleen en die naast ons lopen zijn vreemden die vroeg of laat tot dezelfde ontdekking komen.” Binnen Boxtel heeft de Stuurgroep Woon Wijs de handen ineen geslagen om met partijen in het veld en onder begeleiding van de GGD Hart voor Brabant de aanpak van eenzaamheid binnen onze gemeente ter hand te nemen. Het project: ‘Beter een goeie buur(t)’ was daarmee geboren en een nieuwe loot aan de paraplu van Woon Wijs toegevoegd.
3
4
Eerste deel
5
Zestig jaar is ze nu. Haar jarenlange huwelijk bracht haar niets dan eenzaamheid. “Ik heb mijn man weggedaan ja, maar ik heb hem nooit in de steek gelaten.” Nergens in haar flat staat een portret van hem. Zelfs geen klein pas-fotootje in een lijstje. “Ik heb wel foto’s hoor”, zegt ze. “Die bewaar ik in een mapje op mijn computer. Maar ik hoef dat gezicht van die man echt niet meer de hele tijd te zien.” Hij is niet eens zo lang dood. Ze had nog wel getwijfeld zei ze, toen ze instemde met het gesprek. Maar het gaat nu hartstikke goed met haar, beter dan in jaren, en het is wel eens fijn om het verhaal kwijt te kunnen aan iemand die wil luisteren. Aan de muur hangt wel een groot schilderij, met een spot erop, van de honden. Het ras waar ze jarenlang een kennel van hadden. Zíjn idee was het geweest, niet het hare. O, ja, ze was enthousiast geweest hoor, maar veel later was tot haar doorgedrongen waarom hij die beesten
6
wilde. Hij wou haar thuis hebben, als zijn huishoudster. Toen ze verkering kregen, vroeger, waren ze heel close geweest. Gelijkwaardig, verliefd, ja. Hij bespeelde allerlei instrumenten en samen zongen ze prachtige oude liedjes zoals dat bij haar ouders thuis ook altijd ging. Alles deden ze samen. Het waren achteraf bezien de beste jaren. Langzaam kwamen er steentjes op de weg, steeds meer. Zijn diepere aard kreeg de overhand. Egocentrisch was hij, alles draaide altijd om hem. Hij ging steeds lelijker tegen haar doen, wat ze ook bedacht om het hem naar de zin te maken. “Altijd zat hij te vitten, vol zelfbeklag. Hij had een zwakke gezondheid, longemfyseem, epilepsie. Reuma kwam daar nog bij. Die man had het niet makkelijk, zijn hoofd zat vol wrok. Maar daar is praten toch voor, als je van elkaar houdt? Nee, hij kroop in zichzelf en wentelde zich in zijn zwakte.” Kinderen hebben
ze nooit gekregen. “Op zijn veertigste was hij al impotent. Ik vond dat niet erg, ik zei: je kunt me toch ook gewoon een keer omhelzen? Zegt-ie: wat heb ík daar aan?” De honden brachten veel aanloop mee, maar ze voelde zich opgesloten en moederziel alleen. Als hij thuis was en alle aandacht eiste, maar ook als hij was werken. Tenminste, áls hij was werken. Hij had een baan in de financiële wereld, waarvoor hij ‘s avonds nogal eens naar klanten moest. Op zeker moment kwam uit dat hij gokverslaafd was. Reed hij ’s avonds naar het casino in Limburg, en kwam hij laat thuis. Had hij weer een lekke band gehad. Mobiele telefoons waren toen nog niet gewoon.
Het verhaal
‘Leven met mijn man werd een gevangenis’
Het kwam veel te laat aan het licht. Het huis moest worden verkocht, de enorme schuld moest gesaneerd. Een broer van hem en een schoonzus hielpen hen het schrale huishoudboekje in de zwarte cijfers te krijgen. Maar schuldbewust? Híj?! Ze maakt een wegwerpgebaar. “ Hij ging gewoon door met roken en hij bleef autorijden terwijl we ons niets konden permitteren. Sommige kennissen zeiden: die man houdt niet van jou, maar ik ging door, wilde ons leven zelf op de rails krijgen. Hij moest leven op zakgeld, stond onder curatele bij zijn baas. Ik ging weer werken om onze schulden te kunnen aflossen. Het beetje geld dat we nog voor onszelf hadden plakte ik in enveloppen onder de keukentafel, bang als ik was dat hij het zou vinden.”
7
Toen kreeg hij ook nog een ernstig herseninfarct. Hij kwam in een rolstoel, moest leren zitten, eten, praten. Terwijl hij verder verzuurde, stond zij voor hem klaar. Voor de eerste dauw haalde ze zijn boodschappen, zelden liet ze hem alleen. Ze duwde hem naar het dorp, voor een kopje koffie, wat aanspraak misschien op een terras. Maar al wat ze kreeg, geen greintje dankbaarheid. “God,” zucht ze diep, “wat verlangde ik naar warmte, een arm om me heen. Het was zo verschrikkelijk eenzaam. Was hij door dat infarct overleden, het had me niet geraakt. Medelijden ja, dat wel.” De dag van zijn infarct ontdekte ze onder in zijn shagbuil twee stijf opgerolde staatsloten. Hij was niet eens gestopt met gokken. Hij besloot opeens dat hij dure, aan zijn verlamming aangepaste rijlessen wilde halen. “Ik vond dat belachelijk. We konden ons die auto niet permitteren, en die lessen ook niet, dus ik paste daar ten enenmale voor. Weet je wat er gebeurde? Zijn familie vond dat ik het hem misgunde. Hij heeft al zo weinig, zeiden ze ook nog.
8
Wat ik had, interesseerde hen niet. Er was trouwens bijna niemand meer. Alle sociale contacten droogden op, mijn man duwde iedereen weg.” Ze kon janken. Alles had hij haar afgepakt, zo voelde het. Haar liefde, haar huis, nu ook nog haar leven. Want het besef rees dat voortleven met die man een gevangenis voor haar zou betekenen. “Vier jaar heb ik thuis voor hem gezorgd. De neuroloog had me gevraagd: kunt u dat wel, zo thuis alleen? Toen had ik nee moeten zeggen. Maar ik wilde alles oplossen, ik zou het wel kunnen. Mijn man werd steeds negatiever. Ik zei hem: ik kan dit alleen volhouden, als jij wat vriendelijker tegen me bent. Maar hij... Als ik ging braden, deugde de boter niet. Ik ging letterlijk kapot, was doodmoe. Mijn eigen gezondheid liet me in de steek, ik had niemand meer over. Ik besloot dat ik nu mijn leven terug wilde. Mijn vrijheid, maar ook mijn blijheid.” Met veel moeite kreeg ze voor elkaar dat hij in een verpleeghuis werd opgenomen. Zijn hele familie, die nooit een vinger had uitgestoken, viel over haar heen. Ze had hem zomaar weggedaan, zeiden ze.
“Zeker had ik hem weggedaan,” vertelt ze strijdlustig, de goeierd. Het was lava uit een lang gesmoorde vulkaan “maar ik ging dagelijks naar hem toe en verzorgde hem. - opgekropte woede die zich een uitweg zocht. “Mijn En ik heb nog meer gedaan. Ik heb toen tegen hem ge- man had me zoveel afgenomen, en ik had het laten gezegd: ik ga je niet in de steek laten, maar wat zou je er beuren.” Nu is ze rustig en hebben ze het samen goed. van zeggen als ik daarbuiten eens iemand tegenkwam, De schouwburg, een mooie vakantiereis. Als ze al aan een vriend? Hij gaf geen antwoord, hij negeerde me haar man terugdenkt, dan is het aan die eerste jaren. zoals hij dat altijd deed.” Ze kreeg een vriend. Een vent Zijn beste jaren. die haar warmte gaf, en liefde, en die haar eenzaamheid verdreef. “Je zult het niet geloven, maar mijn man en hij Háár beste jaren, die gaan nog komen. zijn vrienden geworden. Het klikte! Het was mijn vriend die zijn was hielp strijken, en die hem hielp van kamer te verhuizen in het verpleeghuis. Niet zijn familie. Die heb ik geprobeerd de situatie uit te leggen, maar dat had geen zin; want ik had hun broer weggedaan en hield het met een andere vent.” Hij is nog niet zo lang dood. Samen met haar vriend regelde ze een mooie begrafenis. “Die dag heb ik de familie mee begraven”, zegt ze. Ze mist niet hem, wel soms nog die dagelijkse zorg. Kort na het overlijden begon ze zelf uit te varen, tegen haar vriend,
Dit is het eerste interview in een serie over eenzaamheid. Uit privacy-overwegingen worden personen in bovenstaand interview niet met namen genoemd. De inhoud spreekt voor zich.
9
Eenzaamheid, een onplezierig gevoel
De uitleg
“Wat verlangde ik naar warmte, een arm om me heen”
10
Niemand voelt zich graag eenzaam of geeft gemakkelijk toe zich eenzaam te voelen. Eenzaamheid kan verschillende oorzaken hebben en in verschillende vormen en gradaties voorkomen. Eenzaamheid is een onplezierig gevoel waar men niet graag over praat, wat mogelijk de gevoelens van eenzaamheid nog meer versterkt. In deze rubriek krijgt u informatie over mogelijke oorzaken, verschijnselen en kenmerken van eenzaamheid. Daardoor wordt u zich misschien wat bewuster van uw eigen situatie maar gaat u wellicht ook meer signalen zien in uw omgeving. Eenzaamheid komt onder alle leeftijden voor en men praat er niet graag over. Door er meer over te weten, ervaringen te delen en met elkaar in gesprek te gaan over eenzaamheid kan dit taboe doorbroken worden. Deze keer zetten we de mogelijke oorzaken en vormen van eenzaamheid voor u op een rij. In de volgende artikelen komen de verschijnselen van eenzaamheid aan bod en wat u voor uzelf en/of uw omgeving kunt doen om eenzaamheid tegen te gaan.
Wat is eenzaamheid? In theorie betekent eenzaamheid: het niet hebben van de contacten die men zich wel zou wensen. Hierbij is kenmerkend dat men zich niet in staat voelt om op korte termijn zelf iets aan de situatie te veranderen. Eenzaamheid is niet leeftijdsgebonden maar ouderen hebben in sterkere mate te kampen met eenzaamheidgevoelens. Dit komt omdat er vaak ingrijpende gebeurtenissen plaatsvinden in het leven van de oudere, die risico op vereenzaming met zich meedragen. Het is een persoonlijk gevoel dat voor iedereen anders is. Het is een subjectieve beleving. Zo heeft de een wel ‘voldoende’ contacten maar voelt zich toch eenzaam (sociaal weerbaar). De ander heeft weinig contacten maar voelt zich niet eenzaam (contactarm). En soms heeft men weinig contacten en voelt zich daardoor ook eenzaam: men raakt geïsoleerd.
11
Wat kunnen oorzaken van eenzaamheid zijn? • Persoonlijkheidskenmerken, zoals: - een slechte gezondheid waardoor men minder mobiel wordt; - gebrek aan sociale vaardigheden of weinig zelfvertrouwen; - gebrek aan zin in het leven, bijvoorbeeld na de pensionering; - naarmate men ouder wordt, is het soms moeilijker om nieuwe contacten te maken. •
12
Sociale en maatschappelijke factoren, zoals: - naarmate men ouder wordt, vallen contacten weg zoals de geliefde partner, vrienden, broers en zussen; - door pensionering is er geen vanzelfsprekende dagvulling meer; - door zorg voor de zieke partner of een andere dierbare in de omgeving (mantelzorg) heeft men minder tijd om sociale contacten te onderhouden. Hierdoor kunnen gevoelens van eenzaamheid ontstaan en kan men zelf sterk geïsoleerd raken;
- - - -
vervoersproblemen of weinig toegang tot openbaar vervoer maakt dat men er minder gemakkelijk op uit gaat; weinig tot geen winkels of recreatieve voorzieningen in de buurt maken de leefwereld van ouderen of mensen die slecht ter been zijn relatief klein; gevoelens van onveiligheid op straat maken dat men minder vaak naar buiten gaat. Dit komt veel voor onder ouderen; financiële belemmeringen, waardoor deelname aan clubs, uitstapjes enz. afneemt.
Vormen van eenzaamheid: Sociale eenzaamheid ontstaat als men te weinig gemeenschappelijke belangstelling deelt met anderen, zoals met vrienden. Emotionele eenzaamheid ontstaat wanneer iemand een hechte, intieme band mist met één andere persoon, in de meeste gevallen een levenspartner. Het is belangrijk om het verschil te begrijpen tussen deze twee vormen van eenzaamheid. Wanneer er namelijk sprake is van eenzaamheidgevoelens door het
ontbreken van een hechte en intieme relatie, dan kunnen deze niet worden opgelost door bijvoorbeeld het uitbreiden van de vriendenkring (het sociale netwerk). Iemand die zijn partner mist, is niet echt geholpen met een avondje kienen. Ook andersom wordt eenzaamheid door het ontbreken van sociale contacten niet opgelost door het aangaan van één hechte intieme relatie.
Dit is de naam van het project dat is gestart door de gemeente Boxtel in samenwerking met de projectgroep Woon Wijs, diverse zorg- en welzijnsorganisaties en vrijwilligersorganisaties in Boxtel en met de GGD Hart voor Brabant. Doel van dit project is om eenzaamheid onder ouderen in de gemeente Boxtel aan te pakken.
Oplossingen voor eenzaamheid, het project ‘Beter een goeie buur(t)’ Bij het ontstaan van eenzaamheidgevoelens is er meestal sprake van een samenspel van persoonlijkheidskenmerken en opeenvolgende gebeurtenissen in iemands levensloop. Dat maakt het moeilijk om met kant-en-klare oplossingen te komen om eenzaamheid te voorkomen of te bestrijden. De aandacht voor de eenzaamheidproblematiek neemt gelukkig wel toe. Vandaar dat er door verschillende organisaties en instellingen - vaak in opdracht van een gemeente - projecten worden gestart om eenzaamheid te bestrijden. In de loop van de komende maanden wordt u in deze rubriek geïnformeerd over de voortgang van het project ‘Beter een goeie buur(t)’.
13
Woon Wijs Bij haar start in 2003 koos de projectgroep Woon Wijs als logo een paraplu. Daarmee gaf zij als haar doelstelling aan: bescherming van de belangen van ouderen in de gemeente Boxtel. In deze projectgroep zijn vertegenwoordigd: KBO Boxtel, KSV KBO Liempde, BOL, ANBO en Seniorenraad. De regie is in handen van de gemeente en Delta Stichting Welzijn Boxtel, daarbij ondersteund door GGD Hart voor Brabant.
Blijvend thuis in eigen huis + Voorkom vallen In 2004, 2005 en 2006 werden in fases de senioren van de diverse woonkernen van de gemeente persoonlijk uitgenodigd deel te nemen aan het project ‘Blijvend thuis in eigen huis’. Doel: betrokkenen ervan bewust maken om tijdig voorzieningen te treffen als men ervoor kiest zolang mogelijk in de eigen woning en woonomgeving te blijven wonen.
14
Aan dit project werd in diezelfde periode bij deze doelgroep nadrukkelijk aandacht gevraagd voor valpreventie. Uit landelijk onderzoek was namelijk gebleken dat een zeer hoog percentage ouderen in en buiten hun woning slachtoffer is van vallen.
is daar onderdeel van. Op de pagina hiervoor staat het eerste interview. De interviews gaan iedere keer over een bepaald aspect van eenzaamheid en gaan gepaard met een toelichting door een deskundige van de GGD.
Beter een goeie buur(t) November 2007: start van het project Eenzaamheid onder de titel ‘Beter een goeie buur(t)’. De aanleiding voor dit project is een onderzoek van de GGD in Noord-OostBrabant. Daaruit blijkt dat 46 % van de ouderen in Boxtel zich eenzaam voelt. Eenzaamheid is overigens niet alleen een probleem van ouderen. In de komende maanden zal duidelijk worden hoe Boxtel werkt aan een gerichte aanpak van eenzaamheid. Een serie interviews in het Brabants Centrum
Basisinformatie
Voor nadere informatie
“De eenzaamheid maakt ons soms zo ellendig, dat wij zelfs lijden onder de afwezigheid van personen, die wij eigenlijk niet uit kunnen staan”
15
16
Tweede deel
17
Kerst: een verhaal van verlangen
Het verhaal
Een paar weken geleden werd ik getroffen door een uitzending van een reporter over Nederlandse militairen in Uruzgan. Door de aanwezige geestelijk verzorger werd een opmerking gemaakt die ik daarna in enkele andere uitzendingen hoorde terugkomen: “In Nederland wordt gecommuniceerd dat onze jongens met opbouw bezig zijn terwijl velen moeten vechten tegen de Taliban. Ze worden in hun acties niet erkend om wat ze moeten doen”.
18
Het woord dat mij bijzonder opviel en mij ten diepste raakte was “erkenning”. Toen wij in 1995 als Dutchbat III terugkeerden uit Bosnië, na de val van de enclave Screbrenica, kwam er een storm van kritiek van betweterige mensen. De militairen hadden niet gedaan wat ze moesten doen. Alle kritiek werd afgewimpeld op het laagste niveau. De gevolgen daarvan waren gigantisch. Veel mensen waren niet meer in staat om hun ervaringen te verwerken. In plaats van te erkennen dat ze gedaan hadden wat ze konden doen met alle pijn, verdriet en onmacht die daaraan vast zat. Ze werden geschoffeerd om wat ze hadden gedaan. Jarenlang heeft Dutchbat in een slecht daglicht gestaan en werd het met de nek aangekeken. Mensen voelden zich in de steek gelaten door de politiek die wel de opdracht had gegeven voor deze missie. Ze voelden zich in de steek gelaten door collega’s en deels ook door de Nederlandse bevolking. Velen trokken zich terug en wilden met niemand meer iets te maken hebben; anderen werden overvallen door PTSS ( Post Traumatisch Stress Syndroom), en enkelen kozen ervoor om een einde aan hun leven te maken.
Erkenning Op 4 december 2006 ontvingen de Dutchbatters een draaginsigne als zichtbare erkenning voor het feit, dat zij onder buitengewoon moeilijke omstandigheden hun taak naar eer en geweten hadden uitgevoerd en anderzijds voor het feit, dat zij jarenlang verantwoordelijk werden gehouden voor de val van de enclave. Juist deze erkenning betekent voor veel Dutchbatters dat ze hun leven weer op kunnen pakken. Een verlangen van bijna 12 jaar werd werkelijkheid. Op die vierde december ontmoette ik veel mensen die voor de eerste keer na bijna 12 jaar hun isolement doorbraken en de confrontatie aandurfden met collega’s. Iemand zei mij: “ Dit is de eerste keer dat ik weer terug ben en ik durf het aan vanwege de erkenning. Ik heb lang getwijfeld aan mijzelf en of datgene wat ik gedaan heb wel goed was. Het dal was diep voor mij, de eenzaamheid erg groot, maar ik heb nu weer enige hoop op toekomst, heb het gevoel dat ik nu verder mag en kan”.
Blijkbaar biedt erkenning ruimte om de draad weer op te pakken, waar ontkenning isoleert, mensen doet terugtrekken en afsluiten. “Je komt alleen te staan in je beleving. Dan ga je aan de bar zitten en je verdrinkt je boosheid en verdriet,” zei een soldaat tegen mij. Alleen komen te staan in je beleving van verdriet en pijn is verschrikkelijk: niet gehoord worden of erkend, je verhaal niet meer kwijt kunnen. Ja, je mag even pijn hebben, maar liefst niet te lang, je moet weer zo snel mogelijk verder. Alsof je een knop kunt omdraaien, als het leven zich van de donkere kant laat zien. Als het leven voor jezelf al donker is wordt de donkerte nog groter door deze tijd van het jaar: korte dagen in een periode van het jaar, waarin feestdagen vallen zoals Sinterklaas en Kerstmis. Dagen waarin alles gericht is op gezelligheid, warmte, samenzijn. We versturen met elkaar in een korte tijd een paar honderd miljoen groeten. Een sociale verplichting omdat iedereen dat doet? Of is
19
het een schuchtere poging om het leven wat warmer te maken in deze donkere tijd van het jaar, warmer dan we door het jaar kunnen opbrengen? ’n Voornemen om wat meer oog te hebben voor elkaar?
Onze levensruimte wordt na 5 uur kleiner: we gaan de donkere avond tegemoet. Schuilen we daarom misschien ook niet een beetje bij elkaar? We gaan kaarsen aansteken, we zoeken de warmte en de knusheid.
Zoeken naar licht Kerstmis, het geboortefeest van Jezus, dat al eeuwenlang tot de verbeelding van mensen spreekt. Een eeuwenoud gevoel van mensen, dat ze in de donkerste winterdagen gevoeliger zijn voor datgene wat licht met zich meebrengt.
Is de lichtgedachte niet heel wezenlijk? De Romeinen vonden het licht in de zon, een hemellichaam. De zon werd door hen aanbeden. Christenen vinden het licht in de geboorte van een kind, van wie gezegd wordt: “Vandaag is jullie Redder geboren: Hij is de Messias, de Heer”. Naar hem gingen de herders omdat zij naar licht verlangden: een ontwapenende mens, iemand die een lichtpuntje betekende, hoop, toekomst.
De Romeinen vierden op 25 december het zonnewendefeest en dat duurde tot 6 januari, ons driekoningenfeest. Ze vierden dat de dagen gingen lengen omdat de zon terugkeerde. In de donkere dagen zoeken mensen al eeuwenlang naar licht. Laatst las ik een artikel dat veel mensen ’s winters last krijgen van winterdepressies: ze worden dan wat neerslachtiger. Een belangrijke oorzaak is gebrek aan licht. Om te voorkomen dat ze in die depressie terechtkomen, gebruiken ze lichtkuren.
20
In de ander onze medemens zien Vanuit mijn functie als aalmoezenier mocht ik deelgenoot zijn van veel lief en leed, hoorde ik veel levensverhalen. Vaak stukje bij beetje, meestal op hoogte- of dieptepunten van iemands bestaan. Mensen willen hun verrassing, opwinding delen met een ander. Maar ook hun teleurstelling, verdriet en wanhoop: ik zie het even
“Het dal was diep voor mij, de eenzaamheid erg groot, maar ik heb nu weer enige hoop op toekomst” 21
Het verhaal van kerst is een verhaal van Gods betrokkenheid bij het concrete leven van mensen die op zoek zijn naar de zin van dit alles. Waarom ben ik er eigenlijk? Waar neem ik aan deel als ik leef? Waarom blijft een mens zoeken naar ‘meer’ en ‘anders’ en ‘elders’? Hoe ga ik om met het leven en hoe gaat het leven met mij om en welke betekenis kan ik hieraan geven? Het verhaal van kerst gaat over het kind, Jozef en Maria, de engelen, de herders en de koningen. Het verhaal van kerst zoekt de antwoorden niet ‘in de hemel’ maar ook niet ‘in de
22
wereld’. Het gaat uit van de verbinding tussen God en mensen. Mensen gaan op zoek naar God, naar zichzelf en naar elkaar. Als ik u met Kerstmis iets mag toewensen, dan is dat het antwoord van een rabbi uit een oud Joods verhaal: Joodse leerlingen vroegen aan hun rabbi: “Wanneer kun je zeggen dat de nacht overgegaan is in de dag? Is dat wanneer je schapen van geiten kunt onderscheiden?” “Nee,” antwoordde de rabbi, “dat is het niet.” “Is het wanneer je appelbomen van perenbomen kunt onderscheiden?” De rabbi zei:” Nee, ook dat niet. De nacht is overgegaan in de dag wanneer de ene mens in de ander zijn medemens kan zien.” Dat wens ik ons met Kerstmis en in het nieuwe jaar van harte toe: dat wij in de ander onze medemens kunnen zien, dat we een open oor hebben voor die ander, die ander erkennen in zijn bestaan, dat we lichtpuntjes voor elkaar mogen zijn. Theo Raaijmakers
Het huis
niet meer, ik voel me zo alleen, we gaan uit elkaar; verhalen over ziekte en dood, over verlies van een partner. Gaandeweg leer je luisteren naar die verhalen van al die Jozefs en Maria’s, of beter: naar wie en wat er achter die verhalen schuil gaat: een mens die net zoals jijzelf probeert te leren leven, overleven en samenleven. Een mens die blij is als dat lukt en verdrietig of boos is als dat niet lukt. En soms wil hij dat in woorden vangen en vertellen.
Het huis
de trap lijkt in hoogte te stijgen gewoon onbegaanbaar voor mij
Het huis past me niet meer
de douche blijft zich boven verschuilen
de voordeur weigert toegang
wassen kan toch ook in ‘n teiltje
de drempel werpt zich hoog op
de toilet houdt de deur gesloten
binnendeuren zijn smal
ik vlucht op ‘n po stoel
moeilijke barricades zijn er te nemen
ook ons echtelijk bed is verdeeld
ik heb ruzie met het meubilair
mijn bed bevindt zich ‘n etage lager
rij hen steeds in de wielen
nee, ons huis past echt niet meer
nee het huis past niet meer
ik ben het ontgroeit zonder het te willen.
23
In het vorige artikel van deze serie kreeg u informatie over de verschillende vormen van eenzaamheid. We zagen dat de oorzaak van eenzaamheid voor een deel in de persoon zelf kan liggen bijvoorbeeld minder mobiel zijn door slechte gezondheid of niet zo vaardig zijn om contacten te leggen. Maar ook in de sociale en maatschappelijke situatie zoals door het wegvallen van contacten met de geliefde partner of slechte toegankelijkheid van voorzieningen of financiële belemmeringen. Mogelijke signalen van eenzaamheid In dit tweede artikel gaan we in op de verschijnselen van eenzaamheid. Hoe kun je nu zien of vermoeden dat iemand gevoelens van eenzaamheid heeft? Niemand zal ermee te koop lopen, daar is het onderwerp te gevoelig voor. Maar er zijn uiterlijke signalen, die iemand kan afgeven, vaak onbewust en ongepland, die de persoon zelf en de omgeving niet direct herkennen als eenzaamheid. Toch kunnen deze verschijnselen wel ontstaan door gevoelens van eenzaamheid, dus door het hebben van minder contacten dan men zich zou wensen. Maar ook: door het gevoel daar zelf niet voldoende aan te kunnen doen. Vanuit deze onplezierige gevoelens ontstaat dit gedrag, niet direct bedoeld om aandacht te vragen voor het probleem, maar wel een onbewuste uiting van het feit dat er iets aan de hand is. Deze signalen zijn de volgende: Sociale signalen: • iemand heeft weinig sociale contacten • krijgt weinig familiebezoek • heeft geen contact in de buurt
24
• • • •
is geen lid van een vereniging heeft geen hobby’s zoekt geen aansluiting bij een kerk is onhandig/onzeker in contacten.
Lichamelijke signalen: • iemand klaagt veelvuldig over hoofdpijn • of langdurig over moeheid • over spierpijnen, pijn in nek, rug, schouders • heeft slaapproblemen • heeft hartkloppingen • heeft andere lichamelijke klachten.
Psychische signalen: • iemand is opvallend somber of verdrietig • klaagt en/of moppert veel • heeft depressieve klachten • is gespannen • wil teveel contact of is juist afwijzend • heeft een laag zelfbeeld.
Gedragsmatige signalen: • iemand vertoont sociaal onhandig gedrag; • verzorgt zichzelf slecht;
• leeft veel in het verleden; • gebruikt overmatig alcohol.
De uitleg
Eenzaamheid, een onplezierig gevoel
Wat kunt u doen? Nu is het niet zo, dat als u bij iemand één van de bovengenoemde signalen ziet, deze persoon per definitie eenzaam is. Het gaat er om dat u eens in gesprek zou kunnen gaan met iemand bij wie u herhaaldelijk dezelfde gedragingen ziet, zonder dat er een duidelijke oorzaak is. Of als u ziet dat iemand een combinatie van gedragingen vertoont, die u doen vermoeden dat iemand eenzaam is. U kunt iemand aanraden zijn gevoelens op papier te zetten of hulp te zoeken. Via internet is veel te vinden over activiteiten voor ouderen. Daarnaast bestaat in Boxtel de Senioren-
25
“Je komt alleen te staan in je beleving”
wijzer en zijn er tal van activiteiten voor ouderen, zoals bij welzijnsorganisatie Delta. Organisaties als de KBO, de Zonnebloem en het Rode Kruis doen ook veel voor ouderen.
werk vormen, dat hopelijk tot nu toe onbekende, eenzame ouderen binnen de gemeente Boxtel kan opsporen en helpen.
Een extra bezoekje, wat extra aandacht, een kleine attentie, zeker rondom de feestdagen kan voor iemand die zich eenzaam voelt, al zeer welkom zijn. Bij aanhoudende klachten, en zeker bij ernstige lichamelijke of psychische klachten, raad ik u aan om de huisarts te raadplegen of de betreffende persoon te stimuleren daarheen te gaan.
De gemeente Boxtel start dit project in samenwerking met de projectgroep Woon Wijs, diverse zorg- en welzijnsinstellingen, vrijwilligersorganisaties en de GGD Hart voor Brabant. Doel van dit project is om de eenzaamheid onder ouderen in de gemeente Boxtel aan te pakken.
Het project ‘Beter een goeie buur(t)’ Het project ’Beter een goeie buur(t)’ traint mensen van een aantal professionele én vrijwilligersorganisaties in Boxtel in het opvangen van genoemde signalen van eenzaamheid. Het zijn mensen die in hun (vrijwilligers)werk veel met ouderen in contact komen. Daarnaast worden een aantal professionele krachten opgeleid om mensen met eenzaamheidsgevoelens te begeleiden en te helpen bij het zoeken naar oplossingen. Samen gaan zij een net-
26
27
Basisinformatie
Voorafgaand aan de officiële start van het project Eenzaamheid in de gemeente Boxtel is er gedegen voorbereidend werk verricht. Zo heeft de afdeling Burgerzaken en Welzijn van de gemeente in het najaar van 2005 het initiatief genomen om de volgende partijen rondom het thema eenzaamheid bij ouderen bijeen te brengen:
28
• • • • • •
• Cello Delta Stichting Welzijn Boxtel • Vivent Seniorenraad Boxtel • Zorggroep Elde KBO afdeling Boxtel • Woonstichting St.Joseph KSV KBO Liempde • Reinier van Arkelgroep. ANBO afdeling Boxtel Stichting Belangenbehartiging Ouderen in Liempde
Onder begeleiding van de GGD Hart voor Brabant hebben deze partijen een quickscan van het activiteitenaanbod voor ouderen in de gemeente uitgevoerd. Daaruit bleek dat door genoemde organisaties en instellingen tal van zeer waardevolle activiteiten plaatsvinden die direct of indirect gericht zijn op preventie of bestrijding van eenzaamheid.
Een belangrijke succesfactor voor een geslaagde aanpak van eenzaamheid is echter de bundeling van deze activiteiten en de afstemming daarvan op elkaar. Het indertijd gekozen balanstraject is dan ook bedoeld om: • overzicht te krijgen van alle lokale preventieve activiteiten • inzicht te krijgen in eventuele doublures en ‘open plekken’ • overzicht te krijgen van lokale/ regionale netwerken • afstemming en samenwerking te realiseren. Dit alles heeft geleid tot een viertal zogeheten balansgesprekken tussen betrokken partijen.
Oude wonden
Balanstraject Eenzaamheid in Boxtel
Oude wonden
Soms als woorden niet meer vloeiend zijn
gedachten chaos dan doen oude wonden zeer het overwonnen verleden is niet meer
gevecht start opnieuw hoe moet ik verder
29
30
Derde deel 31
Ellen de Vries vluchtte in 2005 van haar toenmalige partner met haar twee dochters. Ze was slachtoffer van huiselijk geweld. Eén dochter was zestien jaar en de andere was pas tien maanden. Voordat Ellen met haar dochters in februari 2006 in Boxtel ging wonen, had ze al zeventien logeeradressen achter de rug. “Hier kwamen we in een wildvreemde omgeving terecht, in een vreemde provincie,” vertelt Ellen. “In die tijd had mijn dochter een fout vriendje. Hij stookte tussen ons en toen heeft mijn dochter tijdelijk niet bij mij gewoond. Nu woont ze gelukkig weer bij mij. Omdat mijn jongste nog geen school had om naartoe te gaan vanwege haar leeftijd, viel ik in een gat. Ze ging en gaat nog steeds vroeg naar bed, zo tussen zeven uur en halfacht en dan rest je daarna alleen de computer. Dat is twee weken leuk, maar daarna raak je heel snel in een isolement. Bovendien ben je ook bang om contacten te leggen. Je moet enorm uitkijken voor de veiligheid van je kind. Vooral die kleine loopt nog altijd gevaar om ontvoerd te worden.”
32
De knop ging om Inmiddels zit de jongste op de peuterspeelzaal en zodoende heeft Ellen wat meer contacten. “Ik zie nu meer volwassenen en dat is heel prettig.” Intussen ging er bij haar een knop om en ze is niet meer zo bang dat haar ex achter haar adres komt. “Nee,” zegt ze fel. “Ik laat me niet meer opjagen als een beest.” Ze woont nu voor het eerst sinds haar vlucht in een huis, maar ervan genieten kan ze nauwelijks. “Ik ben natuurlijk heel blij met een eigen stekje, want als je elf maanden rond hebt gezworven en overal hebt gelogeerd - en je moet je overal aanpassen aan de regels van dat huis, wat voor mijn jongste dochter niet altijd te begrijpen was - dan verlang je erg naar een eigen plekje voor jezelf. Maar hier moet ik weer weg. Deze flat wordt afgebroken en in februari heb ik pas een huis in Tilburg. Ook weer tijdelijk. Waar moet ik in die tussentijd heen? Ik heb van alles geprobeerd, maar er is niets. Ik kan zelfs niet anti-kraak wonen, want daar mag ik mijn kind niet meenemen.” Door de schok die Ellen
kreeg toen ze hoorde dat ze haar huis weer moet verlaten, belandde ze in een depressie. “Dat had ik nog nooit gehad, maar nu dus wel. Dit was echt de druppel. Ik kreeg echt het gevoel: waar heb ik het allemaal voor gedaan? Het kon me in eerste instantie allemaal niets meer schelen.” Onderdak voor lotgenoten In de tijd dat Ellen nu in Boxtel woont, verschafte ze twintig vrouwen onderdak. “Via een lotgenotensite heb ik een vriendinnenkring opgebouwd en ik geef vrouwen onderdak als ze in dezelfde situatie terechtkomen als waarin ik heb gezeten,” vertelt ze. “Op het moment zorg ik bijvoorbeeld voor een baby, wiens moeder nu tijdelijk ergens anders verblijft. Verder bied ik vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld een luisterend oor
en ik geef ze juridisch advies.” Behalve in haar eigen appartement zorgde Ellen nog voor een ander appartement waar ze vrouwen op kan vangen, eveneens in Boxtel. “Maar ook die opvang gaat weg. Heel erg. Eigenlijk wilde ik deze baby ook niet opvangen omdat ik zelf binnenkort op straat sta. Maar ja, als ik dan mensen in nood ontmoet, kan ik het toch weer niet laten. Het is heel belangrijk voor slachtoffers van huiselijk geweld om zich niet terug te trekken. Zelf had ik op een gegeven moment ook de neiging om me terug te trekken. Ik wilde het liefst geen mensen meer zien. Daar ben ik uit gekomen.” Ellen benadrukt dat elk mens eenzaam kan worden als gevolg van huiselijk geweld. “Het kan ook hoogopgeleide vrouwen overkomen. Ik ben er wel uitgekomen, maar de weg is lang. En die is ook niet voorbij. Inmiddels heb ik al wel
Het verhaal
Slachtoffer van huiselijk geweld
33
veel meer contacten, maar ik zal bijvoorbeeld niet naar datingsites kunnen gaan. Niet omdat ik een relatie wil - ik durf nu geen vriend meer te nemen - maar gewoon om mensen te leren kennen. Je moet ieder contact drie keer afwegen of het wel verstandig is. Je kunt zo de fout in gaan, en dat kan ik me niet permitteren.” Graag in Boxtel blijven Ellen hoopt dat ze in Boxtel kan blijven. “Hier ken ik inmiddels mensen die ik aardig vind, ook bijvoorbeeld de winkeliers hier in de straat. Verder ben ik erg te spreken over een aantal dingen hier. Zo kon een vriendin mij laatst twee dagen niet bereiken en toen kwam de politie meteen in actie. Ook zou ik hier willen blijven vanwege mijn jongste dochter. Ik kan haar nu nog niet opgeven voor een school, omdat we niet weten waar we aan toe zijn. Maar eigenlijk zou ze - hoewel ze nog geen vier jaar is - al wel naar school kunnen, want ze is hoogbegaafd. Het zou voor haar heel erg zijn als ze hier weg moet, want ze heeft hier inmiddels vriendjes en vriendinnetjes. Overigens geldt dat voor iedereen: als je moet verhuizen
34
naar een plaats waar je heg noch steg kent, kun je je erg eenzaam gaan voelen. Maar dan hoef je alleen nog niet aldoor op je hoede te zijn. Dat moet ik wel. Zo heb ik me opgegeven bij negentien woningbouwcorporaties door het hele land, behalve in de provincie waar we vandaan komen. Maar hopelijk lukt het om hier te blijven, hoewel ik er niet meer op durf te hopen.”
“Ik kreeg echt het gevoel: waar heb ik het allemaal voor gedaan?”
De naam Ellen de Vries is uit veiligheidsoverwegingen gefingeerd.
35
Niemand praat er graag over. Er rust een taboe op... 36
De uitleg
Hulpverlening bij eenzaamheid, een taak voor professionals...? In de vorige twee artikelen kreeg u informatie over de verschillende aspecten van eenzaamheid. Zo werd een theoretische basis gelegd. Weliswaar wat droge stof, maar voor wie daadwerkelijk met eenzaamheid aan de slag wil, is deze verdieping wel zinvol. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om hoe wij eenzame ouderen kunnen helpen om zich minder eenzaam te voelen. Dan stuiten we al direct op een probleem: want wie zijn ‘wij’? Laten we het signaleren van eenzaamheid over aan de professionals of kan iedere burger in zijn eigen omgeving signalen van eenzaamheid zien en oppikken? Het antwoord is: Ja, dat kan iedereen, als u er maar voor openstaat. Met de theorie als basis en door met een open houding ouderen te ontmoeten en tegemoet te treden, kunt u op zijn minst vermoedens krijgen dat iemand eenzaam is. Dan volgt natuurlijk de vraag: En wat
moet of kan ik daar dan mee? Ik ben geen professional met een psychologische achtergrond, hoe kan ik zo iemand helpen? Hier volgt een uiteenzetting van wat u wel, maar ook van wat u beter niet kunt doen als u vermoedens heeft of zeker weet dat iemand in uw omgeving zich eenzaam voelt. Wat u kunt doen Zoals eerder gezegd, is eenzaamheid een onprettig gevoel. Niemand praat daar graag over. Eenzaamheid toegeven, lijkt een blamage. Er rust een taboe op. Als je een rijk en vol leven hebt gehad met een boeiende baan, een lieve echtgenoot en een huis vol kinderen, dan is het leven als gepensioneerde weduwe, van wie de kinderen over het land verspreid wonen en een eigen leven leiden, wel heel anders. Heb hier begrip voor. Laat zien dat het gevoel zich alleen en eenzaam te voelen in deze levensfase een heel
37
normaal gevoel is en dat meer ouderen daarmee stoeien. Als mensen zich dit realiseren, wordt acceptatie van de situatie en de daarbij behorende gevoelens wellicht iets gemakkelijker. Door erover te praten wordt in elk geval een taboe doorbroken en voelt men zich al minder geïsoleerd. Daarnaast helpt het om iemand die eenzaam is uit te nodigen om activiteiten te gaan ondernemen, die aansluiten aan bestaande interessegebieden en hobby’s. Het aanbieden van activiteiten kan in eerste instantie heel wat weerstand oproepen. Ouderen vinden het vaak moeilijk om toe te geven dat ze oud zijn. Daarom zijn activiteiten voor ouderen niet voor hun, maar voor ‘de ouderen’. Wees hier dus voorzichtig mee en oefen geen dwang uit. En een eerste keer meegaan helpt wellicht. Informatie over activiteiten voor ouderen kunt u o.a. inwinnen bij welzijnsorganisatie Delta. Ook organisaties zoals De Zonnebloem, het Rode Kruis en de verschillende ouderenbonden hebben diverse activiteiten voor ouderen.
38
Wat u beter niet kunt doen Eenzaamheid is een ingewikkeld psychologisch probleem. Het is ook subjectief. Zo is de beleving ervan voor iedereen persoonlijk. Het is een relatief gevoel. Iemand met heel veel contacten kan zich nog steeds eenzaam voelen, omdat hij of zij de geliefde partner intens mist. Iemand anders kan met weinig contacten heel tevreden zijn, omdat hij/zij gewend is aan alleen zijn of dit gewoon prettig vindt. Het is dus gevaarlijk om uw eigen normen als uitgangswaarde te nemen en dit als het ware te ‘projecteren’ op een ander. Ga in gesprek en probeer er achter te komen wat deze persoon graag zou willen. Verder moet u zich realiseren dat niet alle vormen van eenzaamheid op te lossen zijn door iemand simpelweg tot activiteiten aan te zetten.Wanneer iemand nog steeds in een rouwproces zit door het verlies van een dierbare, is gerichte begeleiding door bijvoorbeeld een psycholoog
gewenst. Als iemand vanuit zichzelf contactarm is en dat heel zijn leven is geweest, is het moeilijk om op latere leeftijd hierin nog nieuwe vaardigheiden aan te leren. Er kan sprake zijn van reële lichamelijke of psychische klachten die door een arts behandeld moeten worden. De huisarts heeft vaak een breder beeld van de betrokkene en kan ook adequaat verwijzen. Meegaan kan helpen, omdat de oudere misschien niet zo goed (meer) voor zichzelf kan opkomen en/of de klachten niet zo goed kan verwoorden. Zoals u ziet, kunt u veel doen. Al is het maar een eerste aanzet om eenzaamheid bespreekbaar te maken. Maar professionele hulp is in vele gevallen ook nodig. U kunt als het ware de intermediair zijn, die eenzaamheid bij ouderen signaleert en deze oudere een eindje op weg helpen. Maar u kunt ook degene zijn die de betrokkene de weg wijst naar de professioneel hulpverlening.
Het project ‘Beter een goeie buur(t)’ In dit project wordt bovenstaand principe in grote lijnen ook gebruikt. Het project traint signaleerders in het opsporen van eenzaamheid. Maar het zijn de professionele krachten, die met de betrokkenen dieper in gesprek gaan. Met de verkregen informatie maken zij een individueel plan, waarin activering, verwijzing naar hulpverlening of huisarts een onderdeel kunnen zijn. De gemeente Boxtel start dit project in samenwerking met de projectgroep Woon Wijs, diverse zorg- en welzijnsinstellingen, vrijwilligersorganisaties en de GGD Hart voor Brabant. Doel van dit project is de eenzaamheid onder ouderen in de gemeente Boxtel aan te pakken.
39
Het huidige aanbod De organisaties die betrokken zijn bij het balanstraject hebben een inventarisatie van het activiteitenaanbod gemaakt. Op basis daarvan heeft deze balansgroep een analyse opgesteld. Geconcludeerd is dat het aanbod zeer groot is. Dit geldt voor alle deelterreinen. Dat wil zeggen dat er in de gemeente Boxtel heel veel activiteiten zijn op het gebied van: • sociale ontmoeting • persoonlijke activering • cursussen/gespreksgroepen • intermediairen, gericht op de omgeving van ouderen. Onduidelijk is of het bestaande aanbod voldoende bekend is bij ouderen en bemiddelaars. Er is geen zicht op of de beoogde doelgroepen bereikt worden, en of het bestaande aanbod aansluit op de vraag met name op de individuele problematiek.
40
Conclusies en aanbevelingen Volgens de balansgroep is het belangrijk om: • het huidige aanbod te stroomlijnen en (werkenderwijs) het aanbod te optimaliseren, meer opmaat te maken en vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Het is belangrijk om een regisseur aan te wijzen die de afstemming in de keten van signalering naar uitvoering van activiteiten kan optimaliseren; • meer bekendheid te geven aan het aanbod bij het grote publiek, bij ouderen en intermediairen (professionals en vrijwilligers); • activiteiten op lokaal niveau aan te bieden. En daarbij rekening te houden met het feit dat het aanbod ook toegankelijk moet zijn voor bewoners van de dorpskernen Liempde en Lennisheuvel; • ervoor te zorgen dat financiële drempels om aan activiteiten deel te nemen, weggehaald danwel verlaagd worden.
Zoals gezegd zijn velen binnen de gemeente Boxtel actief in het voorkomen van eenzaamheid, als professional en/of als vrijwilliger. Dat is de basis om met elkaar te werken aan de bovengenoemde aanbevelingen van de balansgroep. Daarmee is een proces in gang gezet, dat vraagt om de bereidheid elkaar te vinden, elkaar te informeren, van elkaar te leren, elkaar te steunen, elkaar te waarderen. Sleutelwoorden daarbij zullen zijn: SAMENWERKING AFSTEMMING VERANKERING
Basisinformatie
Uitkomsten Balanstraject Eenzaamheid in Boxtel
Het resultaat zal op den duur zijn: een integrale en duurzame aanpak van de eenzaamheid in onze gemeente!
41
42
Vierde deel 43
Lotgenoten zorgden voor een omslag
Het verhaal
Taboe rond zelfdoding zorgt voor emotioneel isolement
44
“Het was mij toen een volslagen raadsel waarom mensen zo’n vluchtgedrag vertoonden als het gesprek op de zelfmoord van mijn zoon kwam. En dat was tenslotte alles wat mijn leven op dat moment beheerste. Ik nam ze dat best heel erg kwalijk en trok me steeds meer terug. Nu snap ik wel dat op zelfdoding een enorm taboe rust. Mensen willen het liever niet over zo’n zwaar en moeilijk onderwerp hebben. Ze kunnen het vaak niet; weten niet wat ze moeten zeggen en zijn bang voor mijn tranen. Nu, jaren later, snap ik dat het een proces is, waarin ik niet alleen de schuld bij de anderen moet leggen. Ik besef maar al te goed, dat ik zelf helemaal niet zo’n fijn gezelschap moet zijn geweest. Ik wilde altijd over Valentijn praten, altijd blijven zoeken naar het waarom, het altijd over mijn schuldgevoel of angsten hebben of eindeloos praten over de zorgen die ik had om de andere kinderen. Het feit dat ik alleen woonde, heeft daar zeker niet positief aan bijgedragen.” Brenda’s stem hapert even als ze de periode na de zelfdoding van haar zoon in juiste woorden probeert samen te vatten. Een periode waarin allerlei emoties elkaar in ijltempo afwisselden: teleurstelling, schuld, angst, pijn, verdriet, wanhoop, verantwoordelijkheid, radeloosheid. Een tijd waarin ze zich uiterst kwetsbaar, verloren en door bijna iedereen onbegrepen voelde. Een periode van schrijnende en intense eenzaamheid die uitmondde in een zware depressie.
In ziel gekerfd De boodschap van de rechercheur dat haar zoon zichzelf van het leven had beroofd, staat voor altijd in haar ziel gekerfd. “Toen ze het vertelde, geloofde ik er niets van. Vooral niet omdat ik hem de dag ervoor nog had gezien en we nog uitgebreid met elkaar hadden gesproken. Natuurlijk wist ik wel dat hij niet goed in zijn vel zat, dat hij problemen had, maar die perioden had hij vaker gehad en die kenden we ook van hem. Hij had me zelfs beloofd hulp te gaan zoeken.” Brenda schudt haar hoofd. “Het is maar goed dat ik hem in het mortuarium toch nog even mocht zien, anders was ik nóg naar hem op zoek geweest.” Zelfs nu, jaren later, heeft ze geen antwoorden op alles wat haar zo heeft beziggehouden. “Die laatste dagen van zijn leven heb ik steeds herbeleefd. Gezocht naar wat ik heb gemist. Gezocht naar woorden die ik niet heb begrepen, naar een boodschap die niet is ontvangen. Me afgevraagd wat ik had kunnen doen
en niet gedaan heb.” Ze kijkt ernstig. “Ik heb me toch zó schuldig gevoeld. Omdat ik het niet heb zien aankomen of heb gevoeld. Maar ook woest. Ja, echt! Woedend was ik op hem omdat hij me niet in vertrouwen had genomen. Omdat hij het niet had gezegd. Echt, ik was zijn moeder en ik dacht nog wel dat ik hem zo goed kende! Het beste van al mijn kinderen. Nou, nee, echt niet dus!” Een bijzonder kind Ze weet nu dat Valentijn anders in elkaar stak dan haar andere zonen. “Valentijn was altijd een bijzonder kind. Hij vroeg altijd veel aandacht. Dat is me wel eens kwalijk genomen, maar op de een of andere manier wist ik hoe kwetsbaar hij was. Hij was erg intelligent en sociaal, had een typisch gevoel voor humor, was altijd zoekend, wilde graag ergens bij horen, maar wist niet hoe. Emotioneel was hij niet erg sterk, dan sloot hij zich af. Eigenlijk vond ik hem stoer en kwetsbaar tegelijk. Als puber
45
was hij echt zo’n wereldverbeteraar.” Ze denkt even na. “Eigenlijk realiseerde ik me toen nooit zo dat hij anders was. Je raakt gewend aan iemand zijn gedrag en patronen.” Brenda staart voor zich uit. “Ik vond hem altijd wel heel eenzaam. Als de anderen met vriendinnetjes naar de disco gingen, bleef hij alleen thuis.” Toen Valentijn opgroeide was hij niet alleen moeilijk toegankelijk voor zijn omgeving, maar vooral moeilijk voor zichzelf. Hij rondde diverse studies af, vond werk, had korte relaties, maar voelde zich altijd rusteloos en zocht steeds nieuwe uitdagingen. Periodes met goeie en kwade dagen wisselden elkaar af. Hij pakte veel aan, liet dingen vallen en zocht weer andere bezigheden. Het was een jongen van uitersten: voelde zich heel gelukkig of heel verdrietig. Ook in sport kon hij tot uitersten gaan. Oneindig eenzaam Brenda vertelt dat zij en Valentijn altijd goed contact hebben gehad. Niet altijd gemakkelijk, maar wel oprecht. “We belden regelmatig en als het niet goed ging, kreeg ik van hem een brief. Dan wist ik dat het weer
46
helemaal fout zat.” De laatste keer dat het fout was, had hij net een relatie achter de rug en werd ziek. Hij gleed in een ernstige depressie. “Hij werd steeds zwijgzamer en liet meer dan eens vallen dat hij niemand tot last wilde zijn. Achteraf denk ik dan, had ik dat dan niet gehoord? Had hij daar iets mee willen zeggen? Maar we kenden hem zoals hij was en dit soort perioden hoorden nu eenmaal bij zijn leven. Hij moet oneindig eenzaam zijn geweest. Vooral die laatste uren voor zijn dood. Hij heeft opgeruimd en een afscheidsbrief geschreven en is toen welbewust op pad gegaan. Uren moet hij hebben rondgezworven.” Totaal ontredderd “Ik was zó woedend op hem! Dat hij me niets had gezegd. Totaal ontredderd waren we, allemaal. In het begin deel je die gevoelens nog met je kinderen en je familie, je vrienden en enkele bekenden, maar na een paar maanden ebt die aandacht weg en sta je er alleen voor. Mijn leven was één grote puinhoop. Ik kon niet meer
werken en amper nog functioneren. Ik zocht wanhopig naar handvatten om hiermee om te kunnen gaan. Nu achteraf besef ik heel goed dat er geen kant en klare richtlijnen voor bestaan en dat ieder verwerkingsproces uniek is. Ik ben maanden rusteloos geweest, met van alles bezig om maar niet na te hoeven denken. In de avonduren zat ik achter de computer om alle internetsites over zelfdoding en de verwerking ervan te lezen. Natuurlijk is dat aan de ene kant goed en zijn er kwartjes gevallen, maar aan de andere kant is het ook confronterend en blijft het eenzaam.” Lotgenoten zorgden voor een omslag Gelukkig ging Brenda met haar probleem naar de huisarts die haar doorverwees naar de GGZ. Ze sprak er met een psycholoog en psychiatrisch verpleegkundige en sloot zich aan bij een groep lotgenoten. Dat was confronterend, moeilijk maar vooral ook heel erg heilzaam. “Eindelijk zag ik zelfdoding niet alleen meer vanuit mijn eigen perspectief maar ook vanuit andere invalshoeken. En dat heeft voor mij echt een omslag betekend.”
Zelfdoding is een moeilijk onderwerp, maar Brenda hoopt met haar verhaal duidelijk te maken dat het voor de nabestaanden noodzaak is er over te kunnen en mogen praten. “Het is niet nodig om zware gesprekken te voeren maar het helpt als iemand er gewoon voor je is en naar je wilt luisteren. Die niet aanneemt dat het na een paar maanden wel ‘beter’ of ‘over’ moet zijn. Het doodzwijgen van een dode is dodelijk voor nabestaanden.”
Uit privacy overwegingen zijn niet de echte namen gebruikt in bovenstaand verhaal, maar fictieve namen.
47
De uitleg
Introductie project ‘Beter een goeie buur(t)’ In de vorige drie artikelen in deze reeks kreeg u de theoretische achtergrond over oorzaken en signalen van eenzaamheid en informatie over wat je als betrokken medemens wel en beter niet kunt doen als je vermoedt dat iemand eenzaam is. In dit artikel gaan we in op het project ‘Beter een goeie buur(t)’. Een project in de gemeente Boxtel opgezet om eenzaamheid onder ouderen te bestrijden. Gemeente als initiatiefnemer De eenzaamheidsproblematiek bij ouderen is groot en neemt toe. Uit het ouderenonderzoek van 1999, Ouderen-enquete GGD Hart voor Brabant, bleek dat in Boxtel 46% van de ouderen zich matig tot zeer eenzaam voelde! Onderzoeksgegevens van de GGD uit 2004 laten zien dat dit percentage is gestegen naar 49%, waarvan 12,9% ernstig sociaal eenzaam en 7,9% ernstig emotioneel eenzaam. Voor de gemeente Boxtel was dit aanleiding om preventie van eenzaamheid bij ouderen als
48
actiepunt op te nemen in de Nota Boxtel Blijvend Vitaal 2003 - 2007, de ouderennota van de gemeente Boxtel. De gemeente maakte financiële ruimte voor het zogenaamd balanstraject, dat onderdeel is van het provinciale convenant rond Boxtel Ouderenproof van juni 2004. Onder begeleiding van de GGD Hart voor Brabant maakten betrokken partijen de balans op en stelden gezamenlijke prioriteiten vast om eenzaamheid onder ouderen te bestrijden.
Elde Rode Kruis
Zonnebloem
GGZ
WegWijs Beter een goeie buur(t) De projectgroep Woon Wijs was betrokken bij de start, voortgang en afronding van het balanstraject. Dit resulteerde in het rapport Naar een gerichte aanpak van eenzaamheid bij ouderen in de gemeente Boxtel (Boxtel, Liempde en Lennisheuvel). Het plan van aanpak werd goedgekeurd en het project, dat de naam ‘Beter een goeie buur(t)’ kreeg, ging in mei 2007 van start.
Vivent
Ouderen
St.Joseph
Seniorenraad
KBO / KSV ANBO Delta
Cello GGD
BOL
49
Doelstelling project De doelstellingen van het project zijn als volgt geformuleerd: • Het opsporen van eenzame ouderen (signaleren) in de gemeente Boxtel in de kernen Boxtel, Liempde en Lennisheuvel • Vermindering en bestrijding van eenzaamheid onder ouderen in de gemeente Boxtel.
“Hij moet oneindig eenzaam zijn geweest”
50
Netwerk Bovengenoemde organisaties vormen samen een netwerk om eenzame ouderen te traceren. Dit netwerk bestaat uit mensen die in hun dagelijks (vrijwilligers) werk veel met ouderen in contact komen. Zij worden geschoold in het opvangen en interpreteren van signalen van eenzaamheid. Zo creëren we een vangnet waarmee we eenzame ouderen opsporen. Door gebruik te maken van verschillende disciplines uit verschillende organisaties, is de kans om eenzame ouderen daad-
werkelijk te vinden groter. Alleen met toestemming van de oudere zelf gaat er vervolgens een deskundige op bezoek. Dit is een professionele kracht die een speciale bijscholing over eenzaamheid heeft gehad. Deze bekijkt samen met de oudere welke stappen ze kunnen zetten om de eenzaamheid te verminderen. Samenwerken Eenzaamheid is een maatschappelijk probleem en in de aanpak werken diverse organisaties samen en maken ze gebruik van elkaars kennis en kunde. In dit project staat samenwerking tussen de professionele en vrijwilligersorganisaties dan ook voorop. Ze maken gebruik van elkaars expertise, ervaring en mogelijkheden. Waar een professionele kracht beter een persoonlijk plan van aanpak kan maken, zal een vrijwilliger beter zijn in de begeleiding naar de gekozen activiteiten. De insteek is: samenwerken in een netwerk en elkaar versterken.
51
Basisinformatie
Achter de schermen
52
Achter de schermen wordt door vertegenwoordigers van betrokken instanties intensief gewerkt aan een actieplan voor een duurzame en integrale oplossing van dit probleem. Tijdens een bijeenkomst van dit gezelschap in januari van dit jaar is indringend stilgestaan bij de noodzaak van samenwerking. De conclusies zijn duidelijk en praktisch, zo blijkt uit het verslag. Samenwerken = • elkaar versterken • over je eigen grenzen durven kijken • samen optrekken, gegevens uitwisselen, gebruik maken van elkaars sterke kanten • je conformeren aan de structuur zoals deze in het project is uitgezet. Consequentie is het zoeken naar uniformiteit • waardoor het project beter herkenbaar is voor het publiek • de doelgroep beter bereikt wordt • de doelstelling beter gerealiseerd wordt.
Alle besturen van de deelnemende organisaties hebben toegezegd deel te nemen aan het ontstane netwerk en mee te blijven werken aan dit project. Ook zullen zij het onderwerp eenzaamheid onder de aandacht houden binnen hun organisaties. Het resultaat van deze bijeenkomst was dusdanig positief dat zelfs aan een convenant tussen de samenwerkende organisaties wordt gewerkt. Signaleerders Dat het niet bij woorden blijft blijkt verder uit het verslag, waar het gaat over de signaleerders. Dat zijn personen, die een functionele relatie hebben met ouderen, zowel professioneel als vrijwilliger. Zij hebben direct contact met ouderen, veelal in hun eigen leefomgeving. Daardoor hebben zij min of meer een vertrouwensrelatie. Vanzelfsprekend zijn zij vaak degenen, die het
best in staat zijn signalen van ouderen op te vangen. Vraag is dan dikwijls: hoe daarmee om te gaan? Training om daarin vaardigheid te ontwikkelen is gewenst. De opdracht aan iedere betrokken organisatie is te zoeken naar 5 tot 10 kandidaten. Een groot gedeelte van de namen (of beroepsgroep) is inmiddels bekend. Bij enkele organisaties worden de namen bekend na bestuurs- en ledenvergaderingen. Tot nu toe zijn maar liefst 84 signaleerders ingepland voor zo’n training! Wordt vervolgd.
53
54
Vijfde deel 55
Een alleenwonende taxichauffeur die zich verliest in zijn werk heeft geen hulp nodig, vindt Maarten Huygens in een artikel uit het NRC van 29 december 2007. Het voordeel van een beeldscherm is dat je lekker binnen zit, terwijl je kunt gluren naar mensen in de gure buitentemperaturen. Terwijl wij, het publiek, ons vorige week samen in een zaaltje van het Nijmeegse Lux aan de uitgedeelde glühwein verwarmden, zagen we een televisiefragment over eenzaamheid. Een taxichauffeur stond alleen buiten op een plein geparkeerd en uit zijn opengedraaide raam keek hij naar de passerende mensen in dikke jassen en sjaals. Dat vond hij mooi. Hij verloor zich in zijn baantje. “Als ik acht dagen in de week kan werken, zou ik dat ook doen,” onthulde hij. Even later zagen we hem door de straten rijden terwijl zijn ogen oplettend over het verkeer en de mensen heen en weer
56
zwenkten. Passagiers stapten in en hij reed weg. Maar aan het einde van de lange dag lag hij alleen thuis in zijn witte overhemd en zwarte broek op een beige skaileren bank naast een salontafeltje met volle asbakken. “Hier lig ik toch maar naar het kastje te kijken. Dat is niet gezellig,” zei hij. De man kwam uit en groot gezin maar ze waren uit elkaar gegroeid sinds zijn moeder was overleden. Alleen een broer kwam eens in de twee weken langs. Zijn twee volwassen dochters zag hij niet sinds zijn scheiding. Terwijl hij dit uitlegde, was hij voor zijn opgeknapte oude arbeidershuisje zijn auto liefdevol aan het verzorgen zoals een boer zijn enige trekpaard koestert. Een trekpaard uit de eenzaamheid. Kortom, in dit filmfragment, afkomstig van het NCRVprogramma Heilig Vuur, zagen we een drama met mysterieuze oorzaken. En nauwelijks waren we uit de roes
van dit meeslepende verhaal ontwaakt, of daar kwam de ontnuchterende vraag van de spreekster, de Utrechtse sociologe Anja Machielse: “Moeten we er iets aan doen?” Hier kwam de scheiding der geesten. We zaten namelijk in Nijmegen. Dat is een stad met een rijke historie aan sociale zorg met een katholiek tintje. Eenderde van de aanwezigen had de vinger opgestoken toen werd gevraagd wie hulpverlener was. Sommige drongen aan op ‘interventie’ bij de taxichauffeur die het niet gezellig had. Maar dat klonk hard voor iemand die zichzelf sociaal overeind wist te houden zonder anderen te hinderen. Maar als je samen iets warms drinkt, lijkt iedere eenling ongelukkig. Moest er toch niet een hulpverlener gaan aanbellen, drongen sommigen aan. Gerontologe Nan Stevens vond dat de taxichauffeur zijn lot in eigen handen had.
Het verhaal
De eenzaamheid neemt af omdat alleen leven gewoon is geworden
“Er is genoeg te doen, als je wil,” zei ze. “Zolang hij geen auto-ongeluk krijgt, hoeft er niet te worden ingegrepen.” Met haar licht Angelsaksisch getinte uitspraak klonk Stevens aangenaam liberaal. Ze heeft een succesvolle vriendschapscursus opgezet voor wie dat nodig had. Maar uiteindelijk bepalen de mensen hun leven zelf. De taxichauffeur hoorde tot de zogeheten ‘ contactarmen’, mensen die zichzelf kunnen redden zonder veel contacten. Maar hij was wel
57
Ik ken een dorp waar de bewoners voortdurend hun hand klaar moeten houden om door het raam te zwaaien naar bekende passanten. Lijkt me niet prettig. In arme landen wonen opa en oma nog in. Uit armoede. Zodra mensen het kunnen betalen, gaan ze uit elkaar. Het is prettiger voor ouders om niet meer bij hun kinderen te hoeven wonen maar op zichzelf te kunnen blijven met een eigen pensioen. Veel mensen voelen zich eenzamer als ze onder anderen verkeren dan als ze alleen zijn.
58
Sociaal zijn ze dan niet eenzaam maar emotioneel wel. In die hechte wijk waar heimwee naar is, zaten mensen ’s avonds in het portiek om afleiding te zoeken en om elkaar te beloeren. Nu hoeft dat niet meer want binnenshuis houden de media hen gezelschap. De televisie geeft leven in huis en met een computer kun je terugpraten zonder anderen in hun bezigheden te storen. De televisie heeft mensen geleerd om te praten over levensproblemen als dood, ziekte of verbroken relaties. Het komt minder voor dat mensen lang bij elkaar zitten te zwijgen. Alcohol heeft als voordeel dat het de tongen losmaakt. Het is niet aangetoond dat de eenzaamheid toeneemt. Integendeel, volgens vergelijkingen tussen 1978 en 2003 van Theo van Tilburg, hoogleraar sociale gerontologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, neemt de eenzaamheid zelfs af. “De kwaliteit van de relatie is beter geworden,” zegt hij. “Dankzij enige fysieke afstand hebben ouders en kinderen een betere band. De mensen hebben weliswaar minder broers en zussen maar meer ooms, tantes, grootouders of kleinkinderen doordat ze langer leven,” zegt Van Tilburg.
Veel mensen hebben geen partner of ze zijn gescheiden alleen wonen is normaal geworden. Een alleenwonende is niet langer een incompleet mens. Er zijn meer faciliteiten. Dat wil niet zeggen dat de eenzaamheid is verdwenen. Er zijn nog steeds eenlingen die een hulpverlener nodig hebben. Maar dat geldt net zo goed voor sommige gezinnen. Immigranten voelen zich eenzaam omdat ze zich nooit hebben kunnen hechten aan hun nieuwe land, maar hun oude land ontwend zijn. Tien procent van de mensen is ernstig en twintig procent is matig eenzaam. Dat is niet meer dan vroeger. Mensen zijn zelfstandiger en kunnen een oplossing zoeken: op een singlevakantie, samen fietsen of zomaar een potje buiten verenigingsverband bowlen. Ze kunnen ook lid van een vereniging worden. De taxichauffeur droomt ervan dat ooit een vrouw ‘met wie het klikt’ zal plaatsnemen in zijn taxi. Die droom komt waarschijnlijk niet uit, maar hij kan altijd nog via internet contacten leggen, een vriendschapscursus volgen of vrijwilligerswerk doen.
Verwerking
kwetsbaar, stelde Machielse. Als hij zijn werk niet meer had, kon hij in een gat vallen. Dat kan, lijkt mij, maar het kan ook net zo goed niet. Toch waren de meeste mensen in de zaal ervan overtuigd dat de eenzaamheid in Nederland toeneemt. Dat is een wijdverbreid misverstand, doordrenkt van nostalgie naar dorpjes en wijkjes waar familieleden dicht bij elkaar wonen en de buren elkaar kennen en helpen. Die gemeenschappen lijken op kerstkaarten met lustig timmerende schoenmakers, warme watten van sneeuw en schoorsteentjes met witte rookpluimen.
Verwerking Ik praat deel verwerking ik huil en verwerk denk na over verwerken ‘n verwerkingsproces met mij als middelpunt hoe lang zo zwaar de verandering kwam in één enkele minuut de ontstane schade moet je verwerken daar is geen tijdslimiet voor alleen een zwaar rouwproces
59
“Vraag of iemand zich eenzaam voelt”
Een helpende hand bieden
De uitleg
In de vorige aflevering van deze artikelenreeks werd de opzet van het project ‘Beter een goeie Buur(t)’ geschetst. Daarbinnen wordt een netwerk opgezet van professionals, samen met vrijwilligers, om eenzame ouderen een helpende hand te bieden. Dat is mooi, maar het is geenszins de bedoeling dat u, als buur(t), het bieden van die helpende hand alleen aan dit netwerk zou overlaten.
60
‘Beter een goeie buur(t)’, de naam impliceert voldoende. U als buur of buurt kent uw omgeving het beste, of juist niet? Belt u bij uw buurman of buurvrouw aan als u merkt dat daar weinig bezoek (meer) komt? En wat doet u als na een poosje de aanloop verstomt bij die man aan de overkant waarvan de partner is overleden? In de eerste periode na overlijden en na de begrafenis is iedereen nog wel betrokken, maar dan gaat het leven voor iedereen weer door. Heeft die man dan niet juist behoefte aan aandacht en steun?
In zo’n situatie hoeft u niet direct allerlei acties te ondernemen en elke dag een kopje koffie te gaan drinken. Maar peil eens waar de behoefte ligt. Gevoelens zijn persoonlijk, zo ook mogelijke gevoelens van eenzaamheid. Niet uw eigen norm telt, maar die van de persoon in kwestie. Het gaat erom of iemand het gevoel heeft ‘de regie over zijn/haar eigen leven te hebben’. Hoeveel zeggenschap heeft iemand (nog) over zijn of haar eigen leven, hoe zelf-redzaam is iemand? Fysieke en psychische beperkingen zijn niet gemakkelijk meer om te keren, maar binnen de mogelijkheden kan iedereen zijn leven zó inrichten dat er levensvreugde ervaren wordt. U kunt daarbij een helpende hand bieden. Als u niet kunt inschatten hoe dat voor uw buurman of buurvrouw is, dan kunt u, als u een redelijk vertrouwde band hebt opgebouwd, daar gerust naar vragen. Vráág óf iemand zich eenzaam voelt; vráág wat iemand zou willen. Wie anders dan de persoon in kwestie weet hoe hij of zij zich voelt? En kijk dan eens of u een handje kunt helpen om dat te
61
Levensmantel 62
Levensmantel
Mijn levensmantel is wat sleets de scheuren van het leven zijn duidelijk zichtbaar soms onzichtbaar gestopt maar ook met nieuwe lappen de mantel roodgeblokt door de liefde gestreept door pijn
bereiken. Vaak is ondersteuning in het zetten van de eerste stap op weg naar een oplossing voldoende. Wijs iemand de weg naar instanties die gericht ondersteuning kunnen geven aan ouderen. Bij lichamelijke of psychische klachten is het goed iemand te stimuleren om naar de huisarts te gaan. Bovenstaande is eigenlijk precies hetzelfde als het netwerk van het project voor ogen heeft. Wel zijn de signaleerders en inhoudsdeskundigen extra geschoold om in gesprek te gaan met ouderen en krijgen zij een bredere theoretische basis mee. Daarom kunt u, als de situatie te ingewikkeld wordt voor u, verwijzen naar de medewerkers van dit project.
bevlekt door tranen van verdriet mijn levensmantel met verschillende knopen sluit en gaat open jaar na jaar
63
Zij die hun verhaal over eenzaamheid (anoniem) hebben toevertrouwd aan de interviewers verdienen waardering en dank voor hun moed en openheid. Daarnaast krijgen de personen, die de ervaringen, gedachten en gevoelens van deze mensen hebben neergelegd in een lezenswaardig verhaal een pluim voor hun luisterbereidheid en empathie. Hopelijk zijn er velen binnen onze gemeente die niet alleen van de inhoud hebben kennisgenomen, maar zich ook terdege hebben gerealiseerd dat het verhalen zijn van mensen uit onze eigen gemeenschap. Heel dichtbij dus. Wat we ons daarbij met z’n allen moeten realiseren is dat het slechts een greep betreft uit een scala aan verhalen van dergelijke strekking. In mei wordt deze reeks bijdragen over eenzaamheid afgesloten. Ervan uitgaande dat de ernst van het probleem voldoende duidelijk is om aan het werk te gaan! Samen en waar mogelijk individueel. Deze oproep is bijzonder serieus genomen door de al eerder genoemde instanties. De oplettende lezer heeft in de laatste bijdrage over eenzaamheid in deze serie kunnen zien hoe deze instellingen in een cirkel rond het woord ouderen genoemd stonden. Zij vormen als het ware een beschermende kring van partners, die elkaar gevonden hebben in een gezamenlijke verantwoordelijkheid en opdracht.
64
Begin maart 2008 zijn vertegenwoordigers van deze organisaties opnieuw bijeen geweest om verder inhoud te geven aan heel concrete plannen voor gezamenlijke (bij-)scholing, themabijeenkomsten en trainingen. Ook wordt zelfs gewerkt aan een handboek, waarin elke organisatie uitleg geeft over haar visie en voor welke problemen ouderen naar hen verwezen kunnen worden. Dat alles betekent echter voor ieder van ons allerminst, dat het dús allemaal geregeld is! Integendeel! In voorgaand artikel: ‘Een helpende hand bieden’ van Renate van Galen, de GVO-functionaris van de GGD Hart voor Brabant, wordt in niet mis te verstane bewoordingen en met hele duidelijke vragen een appèl gedaan op ieder van ons, als goeie buur(t)!
Basisinformatie
Het échte werk
65
66
Laatste deel
67
Eenzaamheid...Wie vraagt er om?
Het verhaal
”Nadat we ’n gezellige oudejaarsavond gevierd hadden en ’n symbolische vuurpijl hadden afgestoken, waren we klaar om het nieuwe jaar te ontvangen. Maar wat verliep alles anders... Op 1 januari 2006 kreeg ik ’s middags ’n behoorlijke hersenbloeding. Mijn man en kinderen werden door de neuroloog voorbereid op het ergste... ik was met vlagen comateus en kan me van die eerste paar dagen weinig herinneren, wel dat ik gezegd heb: “Ik maak van deze negatieve tijd iets positiefs...”
68
Zo begint het voorwoord van haar gedichtenbundel ‘ Mijn gecrashte hoofd‘ die Cathy de Baay schreef nadat ze op die eerste dag van het jaar 2006 getroffen werd door die messcherpe ingreep die haar leven zo drastisch zou veranderen. Getrouwd, moeder van twee dochters en al meer dan vijfendertig jaar werkzaam als verpleegkundige, wilde zij zich in het nieuwe jaar weer geheel en al gaan inzetten om de aan haar toevertrouwde medemens lichamelijk maar vooral geestelijk weer op de been te helpen, of te begeleiden in een onomkeerbaar proces. Maar hoe anders had zij nu haar krachten nodig om het noodlot af te wenden. Het noodlot dat de neuroloog verwachtte en die haar nog slechts achtenveertig uren te leven gaf. Zittend in haar rolstoel aan de eetkamertafel doet Cathy, in het bijzijn van haar man en verderop in het gesprek ook van haar dochter, het relaas van ruim twee jaar samen vechten. En van de moeite en pijn - ook die van de eenzaamheid -
die het hen gekost heeft om te komen waar ze nu weer zijn. Het is verwonderlijk te merken hoe geordend haar denkvermogen is en met welk een goede woordkeus zij kan formuleren. De diagnose na het overleven was niet erg hoopgevend; de hersenscan gaf dat aan. Hoewel bij kennis, drong die ernst niet tot Cathy door: Zij besefte niet wat er met haar gebeurd was en dat zou nog wel zo’n vier maanden duren. Later zou een psycholoog dit verklaren als een beschermend overlevingsmechanisme. Een mechanisme dat een deel van het bewustzijn, met de daarbij horende emoties, hiertoe uitschakelt om te overleven. Ook al werd er in haar bijzijn over gepraat, zij ervoer het alsof het niet over haar maar over iemand anders ging. Zoveel kracht Na drie weken ziekenhuis, toen er een gesprek was over opname in een verpleeghuis, een plaats zonder veel uit-
zicht voor kans op herstel, verzette zij zich hevig daartegen. Een revalidatiearts zag daarin het signaal dat er bij haar zoveel kracht aanwezig was dat behandeling in een revalidatiecentrum succesvol zou kunnen zijn. Met het voortschrijden van de revalidatie ontstond langzaam het besef wat er werkelijk gebeurd was. Zeker toen in een gesprek met de revalidatiearts de beelden van de hersenscan de ernst van de beschadigingen lieten zien. Als geoefend verpleegkundige wist zij dat wat ze te zien kreeg, behoorlijk heftig was. De nu bewuste ervaring van de ontstane beperkingen ten gevolge van de verlamming en het besef van daarmee in de toekomst te moeten leven resulteerde na vier maanden verblijf in het centrum in een diepe depressie. Depressie Wie zelf zo’n depressie heeft doorgemaakt, weet als niemand beter wat dit betekent. Zonder dat je er zelf iets aan kunt doen raak je in een totale geestelijke ont-
69
reddering. De hele dag door ben je in een gedeprimeerde stemming. Je hebt geen belangstelling meer voor wat er om je heen gebeurt. Zeker niet voor de aangename dingen. De lichamelijke activiteit neemt af terwijl je tegelijk innerlijk heel onrustig kunt zijn. Het eten smaakt je niet meer. Slapeloosheid, zoals Cathy die zes weken aan een stuk gehad heeft, brengt je in de nachtelijke uren in een gevoel van absolute verlatenheid. De vermoeidheid neemt alsmaar toe en er blijft geen energie meer over. Het liefst lig je de hele dag diep weggedoken onder de dekens om niemand te hoeven zien. Alleen door hem of haar die je het meest na is, laat je je noodgedwongen verzorgen. Zo ontstaat een enorm schuldgevoel over het verzaken van je plichten en van het alleen maar tot last zijn van de ander. Daardoor wordt alles steeds uitzichtlozer en de gedachten om dan maar liever dood te zijn nemen steeds meer toe. Je zou jezelf liever een zware ziekte wensen met uitzicht op beterschap dan dit. Het is echt diepe ellende. Het is totale eenzaamheid.
70
Oerdrang tot overleven Je denkt hier nooit meer uit te komen en de gevoelens om liever dood te zijn, bekruipen je steeds meer en leiden tot gedachten over hoe dat te bewerkstelligen. Op dat dieptepunt van de desolaatheid is het de oerdrang tot overleven die met een hartverscheurende kreet om hulp, overgaand in niet aflatende huilbuien het begin van de ommekeer kan zijn. Dan moet die kreet wel gehoord en begrepen worden. Alleen zij die je tot dan toe toestonden het lijdensproces te ondergaan en zich van dichtbij over jou bleven bekommeren, hoe moeilijk dat voor hen ook was, zijn daartoe in staat. Voor iemand die verder lichamelijk in orde is, betekent een depressie een zware gang door diepe duisternis. Toch geeft het doormaken ervan in de thuissituatie in ieder geval nog de mogelijkheid om dat te doen in een bepaalde anonimiteit voor de buitenwereld. Er is de beschutting van de intimiteit van het vertrouwde eigen huis en bed. Daarnaast geeft de directe aanspreek-
baarheid van de gezinsleden, bij nacht en ontij, nog enig troostend houvast. Hoe heel anders was het voor Cathy, die terecht kwam in de vreemde omgeving van het ziekenhuis en drie weken daarna opnieuw in die van het revalidatiecentrum. Plotseling gedeeltelijk verlamd en daardoor niet meer in staat zichzelf te helpen, werd de afhankelijkheid compleet. Hulpeloos alleen zonder man en kinderen in een vreemde omgeving. Cathy, de sterke vrouw, die altijd de steun en toeverlaat in gezin, werk en vrijwilligerswerk was geweest, wilde niet beseffen wat er met haar aan de hand was. ”Iedereen kan depressief worden, maar ik niet.” Noodsignalen Ze hield het vóór zich en sloot zich af; zelfs voor haar man en kinderen was ze onbereikbaar. Totdat ook zij zover was gekomen dat ze enorm schrok van de gedachten hoe aan deze ellende een einde te maken. De
noodsignalen die ze uitzond, werden verstaan door haar lotgenoten en de verpleging. De medicijnen die ze toen kreeg, brachten haar na een kleine twee maanden in rustiger vaarwater. Bij de psycholoog heeft ze haar ‘hele zak rottigheid’ toen leeggestort. Op de vraag van deze wat ze nou allemaal verloren had, kon ze alleen maar antwoorden: “Ik ben mezelf verloren.” Het besef daarvan, gekoppeld aan de verklaring van de psycholoog dat ze hierdoor in een rouwproces terecht was gekomen, was voor Cathy de eye-opener. Daarmee kwam het begin van inzicht in het proces, dat zij had doorgemaakt en hoe zij zichzelf van daaruit een nieuwe plaats in het leven moest gaan geven. Ook voor de direct betrokkenen, haar man, kinderen en ouders heeft het ziekteproces van Cathy diep ingegrepen. Vanaf het moment van de hersenbloeding was er de angst over wat hen te wachten stond. Zeker nadat de neuroloog te kennen had gegeven, dat het waarschijnlijk binnen achtenveertig uur afgelopen zou zijn.
71
De dochter vertelt hoe zij in dat half jaar van kind tot volwassene is geworden. Dit omdat ze ineens de zorg kreeg over haar moeder, haar vader, haar grootouders en zichzelf. Haar man schetst de problemen die ontstonden toen Cathy na haar behandeling in het revalidatiecentrum een nieuw onderkomen moest krijgen, omdat het eigen huis niet meer geschikt was. De woonstichting liet het afweten en zij in haar woonplaats alleen maar terecht kon in een veel te klein éénkamerverblijf zonder enige privacy, in een verpleeghuis.
72
Samen hebben ze er toen voor gezorgd, dat ze - met behulp van een zich anders opstellende bouwvereniging in haar geboortedorp - gezamenlijk een nieuwe start in een prachtig aangepast appartement konden maken. Cathy knokt... Hoe is het intussen met Cathy? Cathy is er gelouterd uitgekomen en knokt op een manier, waarover u het beste kunt lezen in haar gedichtenbundel ‘mijn gecrasht hoofd’, waarin zij ons toevertrouwd:
Wilskracht
hulpeloosheid De hulpeloosheid werd nog versterkt, toen hen gevraagd werd om niet bij de patiënt te blijven, maar beter naar huis te gaan. Ook het niet mogen tonen van emoties tijdens het bezoek, in het belang van haar, versterkte het gevoel van alleenstaan. Hun maatje te missen, toen die zich in zichzelf keerde in haar depressie, deed ieder van hen in eigen eenzaamheid belanden.
Wilskracht Ik loop tien meter in dertig minuten nog geen record voor mij, pure overwinning nog dreunen de woorden door mijn hoofd ‘u zult nooit meer lopen’, ze doen pijn maar maken me strijdvaardig ik train uur na uur, bedrijf topsport voor mij geen goud, geen zilver zelfs geen medaille wel ‘n dosis wilskracht ik ben tevreden
73
De laatste indrukwekkende bijdrage in de serie artikelen over eenzaamheid eindigt met het gedicht Wilskracht. Om de spiraal van eenzaamheid te doorbreken is wilskracht nodig... soms zelfs als topprestatie! Duidelijk is, dat veel mensen dat niet kunnen in hun eentje. Daarom hebben we in Boxtel de krachten gebundeld om eenzame medeburgers daarbij tot steun te zijn. Convenant Deze opdracht wordt binnen onze gemeente zo serieus genomen dat de verantwoordelijkheid hiervoor is vastgelegd in een convenant. In dit convenant wordt de integrale samenwerking van de betrokken partijen van het netwerk voor het signaleren en toeleiden van eenzame ouderen bekrachtigd. De deelnemende organisaties stellen zich ten doel om de signalering van eenzaamheid bij ouderen te optimaliseren en zorg te dragen voor het toeleiden van deze ouderen naar relevante organisaties of activiteiten.
74
Verantwoordelijkheden • Alle deelnemende organisaties leveren een bijdrage aan het netwerk door signaleerders en/of inhoudsdeskundigen beschikbaar te stellen. • A lle deelnemende organisaties stellen voldoende tijd beschikbaar om de inhoudsdeskundigen gesprekken te laten voeren met ouderen die door een signaleerder naar hen zijn doorverwezen. Dit geldt voor zowel ouderen uit de eigen organisatie als ouderen uit andere (vrijwilligers)organisaties. • D e deelnemers van het netwerk wonen een speciale bijscholing c.q. themabijeenkomst bij. Deze trainingen worden vanuit het project Woon Wijs: ‘Beter een goeie buur(t)’ bekostigd. De organisaties stellen de tijd voor hun medewerkers/leden hiervoor beschikbaar.
• E lke organisatie heeft een aandachtfunctionaris, die op bestuurlijk en managementniveau het onderwerp eenzaamheid op de agenda houdt. • D e deelnemende organisaties hebben alle de verantwoordelijkheid het netwerk in stand te houden.
De uitleg
Wilskracht
Deelnemende partijen De volgende instanties hebben hun handtekening gezet onder dit convenant tijdens een bijzondere bijeenkomst op 12 juni 2008: Afdeling Burgerzaken en Welzijn gemeente Boxtel, Loket WegWijs, Delta Stichting Welzijn Boxtel, Stichting Belangenbehartiging Ouderen in Liempde, Seniorenraad Boxtel, KBO afdeling Boxtel, KSV KBO afdeling Liempde, ANBO afdeling Boxtel, Woonstichting St. Joseph, Cello, Vivent, Zorggroep Elde, Reinier van Arkelgroep, De Zonnebloem afdeling Boxtel, Rode Kruis afdeling Boxtel/Liempde.
75
Leefbaarheid Onlangs deed het Brabants Centrum verslag van een recent Leefbaarheidsonderzoek binnen de gemeente Boxtel, dat veel positieve reacties heeft opgeleverd! In Brabants Centrum van 10 april jl. hebt u kunnen lezen dat Boxtel krachten bundelt tegen armoede en dat daartoe 21 partijen een overeenkomst hebben getekend! Als we daaraan de 15 handtekeningen onder bovengenoemd convenant toevoegen, dan mogen we verwachten dat de leefbaarheid binnen onze gemeente nóg beter wordt! Reden tot trots!
Brabants Centrum blijft aan het project Eenzaamheid aandacht besteden in afgeslankte vorm. Via een regelmatig terugkerende korte column wordt u niet alleen op de hoogte gehouden van de voortgang, maar zal ook via heel concrete suggesties uw persoonlijke medewerking worden gevraagd. Immers u wilt toch ook een goeie buur(t) zijn!
“Iedereen kan depressief worden, maar ik niet” 76