Inhoudsopgave
Eerste lustrum NRG Reactorsystemen voor de toekomst Nieuw materiaal voor versnelde afbraak kernafval
1-3 4-5 6-7
8-9
Nederlandse bijdrage aan kernfusie technologie 10 - 11 Bouten voor ITER in reactor beproefd 12 - 14 Dienstverlening aan kerncentrales
Breed aanbod medische 15 - 17 dienstverlening Talys - razendsnelle computercode 18 voor vele toepassingen Expertisecentrum voor 19 - 20 stralingsmeetapparatuur
21
Stralingsdosis vliegtuigbemanningen 22 Stijgende vraag naar informatievoorziening 23 - 25 Hoge Flux Reactor 26 Human Resources
Kwaliteit, Veiligheid en Milieu 27 Jaarrekening 2003 28 - 29 Colofon 30
Eerste lustrum NRG
In 2003 vierde NRG haar vijfjarig bestaan. Als Vennootschap onder Firma is NRG in 1998 opgericht door de Stichting Energieonderzoekcentrum Nederland (ECN) en KEMA Nucleair B.V. Het aandeel van de Vennoten ECN en KEMA bedraagt respectievelijk 70% en 30%. NRG is hét Nederlandse kenniscentrum voor nucleaire technologie. Naast de vele toepassingen van deze technologie in de medische, wetenschappelijke en technologische sectoren, heeft NRG een belangrijke functie bij het openhouden van de Nederlandse optie voor kernenergie.
Het argument van vergroting van de voorzieningszekerheid speelt een belangrijke rol bij de beslissing van deze landen om nieuw kernvermogen op te stellen. Het argument van vergroting van de voorzieningszekerheid speelt een belangrijke rol bij de beslissing van deze landen om nieuw kernvermogen op te stellen. Ook in Nederland groeit het besef dat kernenergie onmisbaar is om te kunnen voorzien in de alsmaar stijgende energievraag. Dit blijkt ook uit het onderzoek van het Rathenau Instituut naar de behoefte van een nieuwe maatschappelijke discussie over kernenergie.
In Europa wordt circa 30% van de elektriciteit nucleair opgewekt. Het afgelopen jaar waren er in de wereld 440 kerncentrales in bedrijf en 32 in aanbouw. Door de sterke groei in het energieverbruik en de steeds sterker wordende indicaties van klimaat beïnvloeding door energieproductie met fossiele brandstoffen, neemt de belangstelling voor kernenergie aanzienlijk toe. In de Verenigde Staten hebben twee elektriciteitsbedrijven aanvragen ingediend voor de bouw van nieuwe kernenergiecentrales. In het Verre Oosten wordt een aantal kerncentrales nieuw gebouwd. Dichterbij Nederland, hebben Finland en Frankrijk, besloten tot de bouw van nieuwe 1500 MW kerncentrales.
De stijgende belangstelling voor kernenergie brengt met zich dat er een groeiende behoefte ontstaat aan de expertise en (onderzoeks)faciliteiten van NRG. In het 6e kaderprogramma van de Europese Commissie zal NRG dan ook sterk vertegenwoordigd zijn in de onderzoeksprogramma’s op het gebied van nieuwe generatie energiesystemen, vermindering en opslag van radioactief afval, levensduurverlenging van kerncentrales, innovatieve splijtstoffen, ontwikkeling van kernfusie materialen en risico- en veiligheidsanalyses. Ook zien wij een groeiende vraag naar informatie bij politici en de media voor de ontwikkelingen op het gebied van kernenergie en andere nucleaire toepassingen.
1
Wat heeft dit in het afgelopen jaar betekend voor NRG? Na een tumultueus 2002, waarin veel negatieve publiciteit over vermeende onveiligheid van de Hoge Flux Reactor (HFR) naar buiten kwam, stond 2003 in het teken van het werken aan een nieuwe toekomst. Door de Vennoten werd een nieuwe Algemeen Directeur aangetrokken om de aangestelde interim directeur op te volgen. De nieuwe directie van NRG wordt gevormd door een directeur en een algemeen directeur. NRG.
PAR
De Programma Advies Raad, in de wandelgangen PAR geheten, is een adviesraad die is ingericht om de onderzoeksstrategie en de onderzoeksprogramma’s van ECN en NRG te beoordelen en hierover aan de directies te rapporteren. De adviezen van de PAR worden door de directies onder meer beschikbaar gesteld aan het Ministerie van Economische Zaken. Leden van de PAR zijn vertegenwoordigers van de overheid, kennisinfrastructuur en het bedrijfsleven die een actieve betrokkenheid hebben bij, en kennis hebben van energieonderzoek en -technologie. NRG heeft een aantal jaren geleden haar onderzoeksstrategie opgesteld en uitvoerig en kritisch gecommuniceerd met stakeholders waaronder een aantal leden van de PAR. Daarbij zijn speerpunten voor onderzoek vastgesteld waarop NRG nu een zeer gerespecteerde en gewaardeerde positie, niet alleen in Nederland maar ook internationaal, heeft verworven. De PAR is met de speerpunten van onderzoek zeer ingenomen en onderschrijft de wetenschappelijke én maatschappelijke relevantie van ervan. Recent heeft de PAR het onderzoek van NRG in 2003 beoordeeld en vastgesteld dat “de kwaliteit van het werk goed tot zeer goed is en voorts dat het maatschappelijke belang van de resultaten, hoewel kernenergie in Nederland op dit moment niet in de schijnwerpers van de belangstelling staat, zeker hoog is te noemen”. NRG proficiat met het eerste lustrum!
De verbetering van de veiligheidscultuur is in 2003 met grote kracht voortgezet. Dit heeft, zoals onder andere is geconstateerd door het Internationale Atoom Energie Agentschap (IAEA) in Wenen, geresulteerd in een significante verbetering. Continue aandacht voor dit aspect in de organisatie blijft van groot belang.
Ger Kupers, Voorzitter.
Het besluit om de HFR om te schakelen van het gebruik van hoogverrijkt uranium naar laag verrijkt uranium heeft tot gevolg dat daarvoor een milieu effect rapportage is ingediend en een nieuwe vergunning aangevraagd. Beide documenten zijn eind 2003 bij de bevoegde instanties ingediend. Om de organisatie van de HFR transparanter te maken is mede op advies van het IAEA besloten om de nieuwe vergunning over te dragen van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese
EBC
De Externe BeoordelingsCommissie (EBC) komt jaarlijks driemaal bijeen om de voorgestelde en uitgevoerde onderzoeksprogramma’s van NRG te bespreken in de context van een overeengekomen langere termijn strategie aangaande het nucleaire onderzoek in Nederland. Wij hebben geconstateerd dat het NRG-onderzoeksprogramma op alle onderdelen van (zeer) hoog niveau is, internationaal zeer gewaardeerd wordt en prima ingebed is in voornamelijk de Europese (kader-) programma’s. Hiertoe is maximaal gebruik gemaakt van het benutten en ontwikkelen van de specifiek bij NRG aanwezige kennis en faciliteiten. De EBC acht de genoemde internationale inbedding van essentieel belang om maximaal en herkenbaar mee te kunnen draaien in de Europese programma’s, waardoor het ook binnen Nederland nog steeds mogelijk blijft om een gefundeerde “eigen” mening te vormen over (commerciële) nucleaire aangelegenheden. Wij complimenteren NRG met het verwerven van de bovengenoemde internationale positie in de nucleaire onderzoekswereld en hebben er alle vertrouwen in dat deze positie verder uitgebouwd en verstevigd zal worden. Paul Te Riele, Voorzitter Externe BeoordelingsCommissie
2
Commissie, eigenaar van de HFR, aan NRG. Daarmee komen de bedrijfsvoering alsmede exploitatie van de reactor in handen van de vergunninghouder. Dit maakt de communicatie met de verantwoordelijke overheidsinstanties eenvoudiger en helderder. Naar verwachting zal de nieuwe vergunning in de tweede helft van 2004 aan GCO worden verleend en gelijktijdig worden overgedragen aan NRG.
Het onderzoek naar de vermindering van levensduur van het radioactief afval van honderdduizenden jaren tot honderden jaren is een belangrijk maatschappelijk thema bij het streven naar duurzame kernenergie. Dit blijkt ook uit de grote belangstelling die de media voor dit onderwerp hadden. Geconstateerd kan worden dat ook in algemene zin de belangstelling voor de toepassing van kernenergie groeit. Zowel internationaal als binnen Nederland groeit het besef dat kernenergie ook in de toekomst een bijdrage zal leveren om aan de voortdurend toenemende energievraag op een verantwoorde wijze te kunnen voldoen. Leveringszekerheid is daarbij naast vermindering van CO2 uitstoot een steeds belangrijker thema.
De productie van medische isotopen in de HFR heeft in 2003 een record omvang gehad. Dit bevestigt het belang van deze installatie voor niet alleen het onderzoek, maar ook voor de gezondheidszorg in Europa. Om de productie van deze belangrijke medische producten ook op de lange termijn zeker te stellen is in 2003 een project gestart om de reactor na het einde van de verwachte levensduur, omstreeks het jaar 2015, te vervangen door een nieuwe bestralingsfaciliteit. Gezien het Europese belang daarvan vindt dit werk plaats in een internationale context.
In dit jaarverslag wordt in meer detail ingegaan op de resultaten van een aantal (onderzoeks)projecten om u een indruk te geven van de bijdrage van NRG aan de kennisinfrastructuur in Nederland. Het jaar 2003 was in vele opzichten een succesvol jaar. Ook het financiële resultaat van circa 2 miljoen euro, geeft vertrouwen voor de toekomst. De medewerkers van NRG verdienen een groot compliment voor hun inzet en het bereikte resultaat. NRG zal ook na haar eerste lustrum verder werken aan de vergroting van haar toegevoegde waarde voor de overheid, bedrijfsleven en burgers.
De HFR speelt ook een centrale rol in het onderzoek dat NRG uitvoert. De ontwikkeling van constructiematerialen voor nieuwe splijtings- en fusiereactoren alsmede innovatieve brandstoffen zijn daarbij hoofdonderwerpen, waarin NRG een wereld reputatie heeft.
Algemeen Directeur
Directeur
3
Reactorsystemen voor de toekomst
Minder radioactief afval
De nieuwe generatie kernreactoren, de zogenoemde vierde generatie kernenergiesystemen, heeft als belangrijkste kenmerken inherente veiligheid en minder radioactief afval. Het meest veelbelovende reactortype is volgens NRG de zogenoemde Pebble Bed Hoge Temperatuur Gasgekoelde Reactor. Uit experimenten is gebleken dat zelfs wanneer alle koelsystemen zouden falen, deze reactor niet oververhit raakt.
NRG heeft een vooraanstaande positie bij de ontwikkeling van gasgekoelde hoge temperatuur reactoren op zowel het analytische als experimentele vlak. Dit type onderzoek is in 2003 ingebed in het internationale ‘Generation IV’ programma, waarin Nederland deelneemt via de Europese Commissie. Van de zes binnen dit programma geselecteerde nucleaire systemen, heeft de HTR de hoogste prioriteit. Ten behoeve van efficiënter gebruik van de splijtstof in de VHTR en de hiermee gepaard gaande vermindering van de hoeveelheid afval, heeft NRG een concept ontwikkeld voor het zogenoemde Deep Burn bedrijf. Hierbij wordt de reactor behalve met de gebruikelijke splijtstofballen met laagverrijkt uranium, ook met splijtstof bestaande uit de zelfgeproduceerde langlevende transuranen (plutonium, americium, neptunium en curium) beladen. De resultaten hiervan bleken boven verwachting: reactorfysische berekeningen voorspellen dat met de reactor bedoeld voor energieproductie, dus zonder speciale ‘burner’-reactor, tevens driekwart van de geproduceerde transuranen op te branden is. Ook kon de ‘levensduur’ van het afval significant worden verminderd: de tijdsduur dat het kernsplijtingsafval radiotoxischer dan het erts waar het oorspronkelijk uranium uit gewonnen is, kon met de helft worden bekort.
Het onderzoek naar de Hoge Temperatuur Reactor bij NRG mag rekenen op veel belangstelling van de media. NRG Projectleider Aliki van Heek geeft uitleg over de werking van dit type reactor aan de hand van een demonstratie model.
Ook economisch, in een geliberaliseerde energiemarkt, is dit type aantrekkelijk. Niet alleen dankzij het hoge rendement, maar ook omdat deze reactoren vanwege de spontane koeling in noodgevallen, een relatief klein vermogen per eenheid hebben. Daarom worden zij modulair uitgevoerd, zodat een afnemer die meer elektriciteit nodig heeft, niet een grote, maar een hele reeks identieke modules kan bestellen. Recent is China gestart met het, hoewel kleinschalig, produceren van elektriciteit met dit type reactor. Zuid-Afrika heeft vergevorderde plannen om binnen enkele jaren een prototype te bouwen. Ook in de Verenigde Staten wordt de bouw van een Hoge Temperatuur Reactor (HTR), specifiek gericht op het produceren van waterstof, voorbereid.
The verification and validation of the PBMR thermal hydraulic analysis that uses an inhouse developed computer code, Flownet, presents a considerable challenge to PBMR and is important for regulatory acceptance of the PBMR safety analysis. Comparison of Flownet results with independent simulations performed by NRG using SPECTRA, will play a major role in proving the validity of the PBMR thermal hydraulic analyses. Ryan Froude PBMR V&V Department South Africa
4
Veiligheidsberekeningen
mechanische en stromingsberekeningen uitgevoerd aan twee fundamenteel verschillende ontwerpen, één van een Engelse fabrikant en één van een Franse, waarvan er uiteindelijk één ontwerp gekozen zal moeten worden. Beide soorten analyses zijn tevens gedaan om na te gaan of het ontwerp van een Franse fabrikant voor de roterende heliumafdichting realiseerbaar zou zijn. Dit bleek het geval, maar op detailpunten bleken aanpassingen te moeten worden gedaan. Ten behoeve van het ontwerp van het magnetisch lager zijn rotordynamische berekeningen uitgevoerd aan een rotoras. Speciale aandacht is besteed aan het gedrag van de rotoras onder abnormale bedrijfssituaties, zoals bij bladbreuk in de turbine.
Voor de vergunningsprocedure van de in Zuid Afrika te bouwen demonstratie unit van de zogenoemde Pebble Bed Modular Reactor (PBMR) dienen de berekeningen, die door het Zuid-Afrikaanse bedrijf PBMR (Pty) Ltd. zijn uitgevoerd, te worden gestaafd door berekeningen uitgevoerd met andere computercodes door een onafhankelijke partij. Hiertoe heeft NRG zich in 2003 gericht op de verificatie en validatie van de uitgevoerde thermohydraulische analyses. Daarnaast heeft NRG opdracht gekregen om een simulatiemodel te ontwikkelen en te testen voor het PBMR 400 MWth ontwerp. De werkzaamheden zijn gestart met het ontwikkelen van simulatiemodellen voor de hoofdcomponenten van het systeem. Gebaseerd op deze resultaten zal het integrale simulatiemodel voor de PBMR installatie worden samengesteld en getest. De thermohydraulische veiligheidsanalyses voor het PBMR systeem worden door PBMR (Pty) Ltd. in samenwerking met de Zuid-Afrikaanse Universiteit van Potchefstroom uitgevoerd. De validatie en verificatie van de gebruikte software heeft bij de vergunningsverlenende instantie een hoge prioriteit. Aangezien er weinig experimentele data beschikbaar is om de software te testen, is het vergelijken van de simulatieresultaten met de resultaten van andere, volledig onafhankelijk ontwikkelde en toegepaste codes, een belangrijke activiteit in het validatieproces van de PBMR veiligheidsanalyses. De analyses die NRG momenteel met de code SPECTRA uitvoert zullen als onderbouwing van de door PBMR (Pty) Ltd. uitgevoerde veiligheidsanalyses in de nieuwe versie van het PBMR Veiligheidsrapport worden opgenomen.
Op dit moment wordt de HTR als het meest veelbelovende nucleaire energiesysteem voor de toekomst gezien. Dat verklaart de centrale positie die de ontwikkeling van dit reactortype inneemt in het nieuwe Europese kaderprogramma voor nucleair onderzoek. Grote interesse is er eveneens voor toepassing van dit reactortype voor waterstofproductie. NRG zal met haar theoretische en experimentele kennis en faciliteiten daaraan een belangrijke bijdrage leveren.
Componentenoptimalisatie Tevens voert NRG in een Europees samenwerkingsverband berekeningen uit aan drie belangrijke componenten van het energieconversiesysteem van de HTR: de recuperator, de magnetische lagers en de roterende heliumafdichtingen. Voor de recuperator worden
5
Nieuw materiaal voor versnelde afbraak kernafval
Een belangrijk milieuvraagstuk, dat samenhangt met het gebruik van kernenergie wordt gevormd door het radioactief afval dat hierbij ontstaat. Hiervoor is nog geen maatschappelijk aanvaarde oplossing gevonden. Het gaat hier om afval uit opgebrande splijtstofstaven, dat zeer lang - circa 100.000 jaar - radioactief blijft. Een breed gedragen, maatschappelijk geaccepteerde oplossing voor het afvalvraagstuk is in hoge mate bepalend voor de toekomst van kernenergie. De milieubelasting van kernenergie op de lange termijn kan verminderd worden door de langstlevende en meest radiotoxische componenten selectief te scheiden van het afval en opnieuw met neutronen te bestralen. Dit laatste wordt transmutatie genoemd; door splijting worden de meest radiotoxische nucliden omgezet in kort(er)levende of stabiele isotopen. Het ontwikkelen van innovatieve brandstof, waarmee kernafval efficiënt kan worden getransmuteerd, is een belangrijke uitdaging met diverse fysische aspecten. Vanuit kernfysisch oogpunt bepaalt de interactie van neutronen met atoomkernen de efficiëntie van transmutatie. Daartoe worden grote databibliotheken en Monte Carlo computercodes ontwikkeld om deze interacties steeds nauwkeuriger te kunnen beschrijven.
Bij NRG wordt naar zowel deze kernfysische als de materiaalkundige aspecten veel onderzoek verricht. Deze vinden hun symbiose in de bestralingstesten in de Hoge Flux Reactor, waar de transmutatie van kernafval in de praktijk wordt beproefd. De hoge materiaalkundige eisen aan de kernbrandstof, zoals een goede stralingsresistentie, een hoog smeltpunt, en een goede warmtegeleiding zijn essentieel. Van belang voor de opzet van dergelijke experimenten is verder dat er tijdens transmutatie geen nieuwe ‘probleemnucliden’ gevormd worden. Het verpakkingsmateriaal waarin de te transmuteren nucliden ingebed worden, dient daarom vrij te zijn van uranium, of in meer algemene termen, inert te zijn. Dit zijn vaak verbindingen van oxides van aluminium, silicium en magnesium of van zirkoniumoxide.
Op de foto een CERMET, keramische bolletjes ingebed in een metallische matrix van molybdeen. Na afronding van de testfase waarin de ‘bolletjes’ vrij zijn van radioactief materiaal, zal deze matrix in de toekomst worden beladen met Plutoniumhoudende bolletjes . Na fabricage in het actinidenlaboratorium van NRG worden deze ‘pellets’ gesinterd bij een temperatuur van 1650 graden Celsius gedurende 5 uur. De diameter van de pellet is 8,0 mm en de hoogte is 6.5 mm.
6
NRG speelt een belangrijke rol bij de verdere ontwikkeling van transmutatie, en met succes. Zo kon onlangs melding gemaakt worden van een succesvol experiment waarbij plutonium vier keer zo snel ‘opgebrand’ werd als met de huidige technologie mogelijk is. De resultaten van dit onderzoek hebben wereldwijde aandacht getrokken en zijn op belangrijke internationale conferenties gepresenteerd. De resultaten van een soortgelijk onderzoek naar de transmutatie van americium, uitgevoerd in samenwerking met een aantal Europese partners, zijn veelbelovend.
Fabricage van inerte matrices voor de testfase van transmutatie van componenten uit kernafval
mutatie snel afgevoerd worden, waardoor de temperatuur van de brandstof relatief laag blijft, hetgeen de veiligheid ten goede komt. De eerste experimenten hebben aangetoond dat composieten met een molybdeen matrix gunstige fabricage eigenschappen hebben, die een beladingsgraad tot zo’n 40 volumeprocent plutoniumhoudende microsferen (bolletjes) mogelijk maken. Met deze innovatie brandstof, die uranium vrij is, wordt geen nieuw plutonium gevormd waardoor de plutonium afbraak efficiënter verloopt dan met het gebruikelijke recyclingmengsel van uranium- met plutoiumoxide haalbaar is. Bovendien wordt met deze innovatieve brandstof, die uraniumvrij is, geen nieuw plutonium gevormd. Op deze wijze kan een efficiënte afbraak van langlevende componenten uit het kernafval worden gerealiseerd.
In 2003 is een begin gemaakt met het onderzoek naar een ander, innovatief type brandstof voor transmutatie. De matrix van deze brandstof bestaat uit het metaal molybdeen. Metalen hebben niet alleen een grote druk- en treksterkte, maar ook een intrinsiek hoge warmtegeleiding, dit in tegenstelling tot de meeste keramische materialen die slechte warmtegeleiders zijn. Hierdoor kan de warmte die vrijkomt tijdens trans-
Het NRG Adinidenlaboratorium, waar met splijtstoffen kan worden gewerkt.
De ontwikkelingen rond kernafval zijn allesbepalend voor de vraag of kernenergie nog enige toekomst heeft. Het is daarom prijzenswaardig dat NRG aandacht besteed aan de zoektocht naar een oplossing, maar het zou wat mij betreft een groter deel van het NRG programma moeten zijn, ten koste van het onderzoek naar nieuwe reactortechnologieën. Dat is ook hard nodig, want er is nog verschrikkelijk veel werk nodig voordat transmutatie een substantiële bijdrage kan leveren aan de reductie van kernafval. Ik wacht met spanning af, maar u moet mij niet kwalijk nemen dat ik na 60 jaar wat sceptisch ben geworden over de belofte dat ‘we heus wel een oplossing zullen vinden voor het kernafval’. Diederik Samsom Lid Tweede Kamer PvdA - Ex-campagneleider Greenpeace
7
Nederlandse bijdrage aan kernfusie technologie
Op de langere termijn zal energie uit kernfusie een belangrijke rol kunnen spelen bij het voorzien in de wereldwijd sterk groeiende vraag naar energie. Opwekking van fusie-elektriciteit is nog geen realiteit, maar zal een aantrekkelijke optie zijn, onder andere vanwege de onbeperkte voorraden en lage kosten van de brandstof, namelijk waterstof. De energie van de zon wordt tenslotte ook opgewekt door fusie van waterstof. Op aarde, kan fusieenergie worden opgewekt in centrales die gebruik maken van de waterstof isotopen deuterium en tritium. Er moet echter nog veel onderzoek worden gedaan voordat dit een commerciële werkelijkheid kan zijn. De Nederlandse expertise bij NRG op het gebied van met name materialen en reactor brandstoffen is hierbij van grote waarde.
Flux Reactor verschillende beproevingen uitgevoerd. Een van de mantel concepten is gebaseerd op het gebruik van lithium houdend keramiek in de vorm van bolletjes of korrels. De geometrie hiervan wordt bepaald door een afgewogen keuze van lagen lithium keramiek en beryllium bolletjes als neutronen vermenigvuldiger. Door de keramiek korrelstapeling met gas te doorspoelen, wordt het geproduceerde tritium afgevoerd naar de brandstof injectie systemen. Belangrijk is niet alleen de materiaal keuze, maar ook de warmte geleidbaarheid en de samendrukbaarheid van de korrel stapelingen.
Om nuttig vermogen uit fusie-energie te verkrijgen, is de reactie van de waterstof-isotopen deuterium en tritium het meest geschikt. De reactie levert helium en een neutron, elk met hoge energie. Door de neutronen in een lithium houdende mantel te vangen, wordt niet alleen warmte gegenereerd, maar gelijktijdig nieuw tritium geproduceerd. Het ontwerp van de gecombineerde warmtewisselaar/kweekmantel wordt zo gekozen, dat de fusiereactor minstens evenveel tritium aanmaakt als er wordt ‘verbrand’. Vanwege de hoge temperaturen en neutronenflux, staat deze mantel tijdens bedrijf onder hoge belastingen. Om hiervoor de geschikte constructies en materialen te kunnen ontwikkelen, worden in de Hoge
8
De uiteindelijk bereikte vermogens en temperatuurniveaus kwamen goed overeen met de gewenste waarden. De verkregen meetgegevens worden toegepast bij het verder verbeteren van de modellen. Dit is noodzakelijk voor het ontwerp van de veel grotere module die in de geplande fusiereactor ITER getest zal worden. De NRG bijdrage tot nu toe heeft niet alleen diverse verbeteringen in de modellering gebracht, ook is veel ervaring opgedaan met de instrumentatie, die zeer relevant is voor de ITER test module. De bestraling is na tussentijdse inspectie met neutronenradiografie voortgezet en zal de komende periode waardevolle meetgegevens opleveren.
Temperatuursontwikkeling van de belangrijkste test-element onderdelen tijdens de eerste opstart van het experiment in de HFR. Berekende en gemeten temperaturen langs de centrale as van een test-element.
NRG heeft in nauwe samenwerking met het onderzoekscentrum FZK in Karlsruhe een test module ontwikkeld die erg lijkt op een uitsnede uit de fusiereactor mantel. Bestraling van zulke modules in de HFR zal temperatuurprofielen opleveren, die representatief zijn voor de bedrijfscondities in de reactor. Hiervoor zijn niet alleen diverse fijnmazige modelberekeningen uitgevoerd, ook zijn er diverse prototypes vervaardigd en uitgetest. Uiteindelijk is een viertal modules vervaardigd en beladen met verschillende materialen, bij verschillende temperatuurniveaus.
Voorbeeld van een neutronen radiografie opname.
In 2003 is de voorbereidingsfase afgerond en is aangevangen met de bestralingscampagne. Om de eerste opwarmingscurve goed te volgen, werd de HFR met extra tussenstapjes opgestart. On-line data acquisitie met weergave testelement en instrumentatie.
9
Bouten voor ITER in reactor beproefd
Ook in nucleaire constructies wordt veelvuldig gebruikt gemaakt van bouten voor de montage van componenten. Deze bouten worden onder voorspanning gebracht om de vereiste afdichting te verkrijgen. Met name op plaatsen waar een hoge neutronenstraling heerst in nucleaire reactorsystemen, zoals bij kernenergiecentrales en fusie-installaties, is extra aandacht nodig voor het verschijnsel dat de voorspanning onder invloed van de neutronen afneemt. Voor het bepalen van de afname van deze spanning, ook wel relaxatie genoemd, worden door NRG onderzoeken en beproevingen uitgevoerd met de Hoge Flux Reactor.
Deel binnenwand ITER met - vacuumvat met (paars) ophangpunten - afschermingsmantel module met eerste wand mantel module achterzijde met boutgaten
In het huidige ontwerp zijn dat 40 mm dikke bouten, vervaardigd uit een nikkel-basis superlegering (bijvoorbeeld type 718). Zoals hiernaast beschreven, vertonen materialen onder spanning onder invloed van neutronenstraling enige relaxatie. Dit op kruip gelijkend gedrag met langzame plastische vervorming, vermindert dus geleidelijk de voorspanning. Het is dus noodzakelijk bij het detailontwerp van de ITER mantel hiermee rekening te houden.
In de toekomstige experimentele kernfusiereactor ITER heeft de mantel rondom het plasma met name een functie als afscherming. Deze mantel bestaat uit ruim 400 modules die gemaakt zijn van roestvast staal met daarop een 2 cm dikke laag koper aan de plasmazijde afgedekt met een laag beryllium tegeltjes. De in totaal 4 ton wegende modules worden bevestigd met vier zware bouten (zie figuur). Deze worden extra voorgespannen om een solide ophanging te waarborgen tijdens de geplande 20 jaren bedrijfsvoering van de installatie.
De testresultaten van NRG zijn essentieel voor de specialisten die verantwoordelijk zijn voor het ontwerp van de ITER installatie.
The design of components of the first wall of a fusion device requires high quality, reliable data on specific material properties measured under representative conditions. Within this, and other tasks, NRG has obtained such data for bolting materials in ITER. This data is invaluable for supporting the ITER design. Alan Peacock EFDA Close Support Unit Garching, Germany
10
Voor het bepalen van de spanningsrelaxatie onder bestralingscondities heeft NRG een tweetal meetmethodes ontwikkeld. De ene methode bestaat uit het bestralen van een bout die is voorgespannen met een stevige bus. Bij de andere methode wordt de spanning aangebracht middels het buigen van een dunne strip van het materiaal. In dit laatste geval wordt het materiaal zowel op trek als op druk belast. Beide typen experimenten zijn zodanig klein geconstrueerd dat er 50 tot 70 monsters in een reguliere bestralingscapsule passen.
Geminiaturiseerde bout en bus assemblies en buigstrip met inklemming voor bepaling van spanningsrelaxatie door neutronen bestraling
In 2003 is het materiaal na bestraling onderzocht. Hierbij zijn diverse types hoge sterkte legeringen bekeken. Ook zijn de twee verschillende meetmethodes vergeleken. Het blijkt dat de spanningsrelaxatie bij lagere neutronendoses toch iets sneller gaat, dan was voorspeld op basis van beschikbare gegevens. Ook blijkt het ene materiaal zachter te worden, terwijl het andere juist verstevigt met toenemende dosis.
Bout-bus assembly, in de opgespannen toestand, na bestraling in HFR
Meetopstelling
Spannings relaxatie als functie van neutronen dosis, uitgedrukt als resterende fractie van de opgelegde spanning De grafiek bevat zowel gegevens van opgespannen bouten als gebogen strips.
Reststerkte voor bouten uit bovenstaande figuur
11
Dienstverlening aan kerncentrales
Als hét Nederlandse kenniscentrum voor nucleaire technologie verzorgt NRG op verschillende expertiseterreinen adviezen en diensten aan eigenaren en exploitanten van nucleaire installaties in binnen- en buitenland. De jarenlange en uitgebreide ervaring van onze medewerkers gecombineerd met de beschikbare faciliteiten en systemen, maken NRG een uitermate geschikte partij voor diverse activiteiten. Zowel EPZ, eigenaar van de kerncentrale te Borssele, als reactorexploitanten uit Europa en daarbuiten, doen regelmatig een beroep op deze expertise.
nationale en internationale regelgeving en veiligheidseisen zijn geïmplementeerd en dat een goede conditie van de centrale is gegarandeerd. Het NRG team ondersteunt en adviseert bij de evaluatie van regelgeving, internationale ontwikkelingen, het ontwerp en de bedrijfsvoering van de kernenergiecentrale en verouderingsaspecten, bij specifieke analyses en bij het projectmanagement. Levende risicoanalyse en veiligheidsmonitor Voor het ondersteunen van de bedrijfsvoering wordt in de kernenergiecentrale te Borssele onder andere gebruik gemaakt van een “Probabilistic Safety Analysis” (PSA) en een “Safety Monitor” (SM). De PSA is een zeer gedetailleerde risico analyse waarin de gehele centrale in detail gemodelleerd is. De Safety Monitor is afgeleid van de PSA en wordt gebruikt om snel het effect van een gefaalde component te bepalen. Beide instrumenten dienen actueel gehouden te worden met betrekking tot systeem- en procedurele wijzigingen en state-of-the-art issues. NRG heeft in 2003 voor een aantal systeem wijzigingen en verbeteringen in de PSA en SM doorgevoerd. Daarnaast is ondersteuning verleend om de voorgestelde wijzigingen in het kader van de tien jaarlijkse evaluatie op effectiviteit te beoordelen met behulp van de PSA. De PSA laat zien welke wijzigingen het meest effectief zijn uit het oogpunt van veiligheid (in afgebeeld principeschema vanaf initiërende “events” tot “release” categorieën). De resultaten van de PSA analyse worden gebruikt bij het beslissen of een bepaalde wijziging doorgevoerd wordt.
Periodieke veiligheidsevaluaties In 2003 heeft NRG haar activiteiten voor de tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie van de kernenergiecentrale Borssele voortgezet. Deze evaluatie beslaat het ontwerp van de installatie, de organisatorische, personele en administratieve aspecten alsmede de controle op verouderingsprocessen van verschillende systemen. De totale veiligheidsevaluatie duurt circa drie jaar en is in 2003 grotendeels afgerond. De bevindingen zijn bepalend voor de besluitvorming over eventuele aanpassingen zowel aan de installatie als in de bedrijfsvoering van de centrale. Het doel is om ervoor te zorgen dat Borssele de komende 10 jaar door kan gaan met een veilige bedrijfsvoering. Essentieel daarbij is dat de meest recente
Kerncentrale Brokdorf
12
Hogere verrijking
auspiciën van de Europese Commissie. Hierbij is afgesproken dat deze centrale regelmatig getoetst en waar nodig aangepast zal worden, aan de meest recente Westerse veiligheidsvoorschriften op een geselecteerd gebied. In 2003 betrof dit een evaluatie van maatregelen in het kader van de beheersing van ongevalscenario’s, alsmede effectiviteit van de daarbij behorende informatievoorziening.
In 2003 is EPZ gestart met de voorbereiding van haar voornemen om over te gaan op bedrijfsvoering met splijtstof met een hogere verrijkingsgraad. Het betreft een verhoging van 4,0% naar 4,4%. Een dergelijke wijziging is vergunningplichtig. NRG heeft in samenwerking met EPZ (als vergunninghouder) en KEMA de voor de vergunningaanvraag benodigde documenten voorbereid. Het betrof - de beschrijving, met onderbouwing, van de voorgenomen wijziging - het Milieu Effecten Rapport - de wijzigingen in het veiligheidsrapport Onderbouwende analyses met betrekking tot het effect op het milieu zijn hiervoor door NRG uitgevoerd. Deze omvatten de wijziging in stralingsbelasting bij opslag van gebruikte hoger-verrijkte splijtstof en effecten tijdens normaal bedrijf. Voor ongevalsituaties is het individueel risico bepaald. In gezamenlijk overleg met EPZ en het bevoegd gezag zijn de finale documenten samengesteld en uitgegeven als bijlage bij de vergunningsaanvraag.
De regie van deze evaluatie beruste bij een onafhankelijke derde. Experts presenteren in directe confrontatie tijdens uitwisselingssessies met een veelheid van partijen namens zowel Tsjechië als Oostenrijk (en in bijzijn van Temelin vertegenwoordiging) de gangbare praktijk. NRG, als onafhankelijk derde, heeft aan deze sessies deelgenomen met als specifieke inbreng een inventarisatie en beoordeling van basismateriaal vanuit de westerse ervaringspraktijk op het gebied van ongevalbeheersing. De beoordeling betrof zowel de toegepaste methodologie, de toegepaste strategieën voor ongevallenbeheersing de instrumentatie en de gebruikte hulpmiddelen. Uit de evaluatie zijn diverse punten voor verbetering naar voren gekomen.
Ongevalbeheersing Temelin kerncentrale Ook op internationaal gebied wordt de expertise van NRG ingezet. Bijvoorbeeld bij de beoordeling van de veiligheid van de Temelin kerncentrale in Tsjechië. In het kader van de discussie tussen Tsjechië en buurland Oostenrijk ten aanzien van nucleaire energieopwekking, is een meerjaren bilaterale overeenkomst tussen deze twee landen van kracht onder mede Een enkele herladingsactie, uittillen van 1 brandstofelement
13
Optimalisatie kernherladingen Ook in 2003 zijn de toepassingen van de NRG computercode ROSA voor het optimaal ontwerpen van de reactorkern voor de reguliere herlading van de brandstof voortgezet en uitgebreid. Onze opdrachtgevers hiervoor zijn Amerikaanse licentiehouders die een aantal drukwaterreactoren bedrijven. Quote (aanhalingen van Southern Nuclear Operating Company in haar inzending voor de NEI-award over de resultaten bereikt met ROSA): …hogere veiligheidsmarges… 500,000 dollar besparing (één voorbeeldgeval) … zeer snel een antwoord
de stopduur (en daarmee meer effectieve productietijd) gerealiseerd. Naast eerdere succesvolle toepassing in Borssele, is SOSA ook met goed resultaat toegepast in de USA bij een kokendwater reactor.
In Service Inspections NRG is in Europa geaccrediteerd voor het uitvoeren van InServiceInspecties (ISI) op lasverbindingen in het primaire koelcircuit van een kerncentrale (drukvat, hoofd koelmiddelleidingen etc.). In 2003 heeft NRG in Zweden en Duitsland inspecties uitgevoerd aan dergelijke lassen van primaire reactor circuits in de kerncentrales
Lopende het jaar is een nieuwe versie van ROSA beschikbaar gemaakt met als belangrijkste uitbreiding ook het voor een volle kern kunnen verdisconteren van het criterium “shutdown margin” (veiligheidsmarge voor afschakeling). De vruchten van de ROSA-toepassing zijn door deze Amerikaanse klanten ook op een toonaangevende internationale conferentie ingebracht. Nieuw ontwikkeld op dit gebied is een computercode getiteld SOSA voor de optimalisatie van het proces van herladen van de reactorkern. Met dit programma kunnen, voor zowel drukwaterreactoren als kokend waterreactoren, ook de benodigde uitvoeringsstappen voor het feitelijk wisselen van alle elementen en inbrengen van nieuwe elementen worden geoptimaliseerd. Hiermee wordt verkorting van
Ringhals en Brokdorf. Complicerende factor hierbij is dat ieder Europees land zijn eigen regels heeft op nucleair inspectie gebied. De accreditatie (en mede daarop gebaseerde erkenning) van beide landen kwalificeren NRG om dergelijke inspecties uit te voeren. In Duitsland hanteerde NRG in 2003 de KTA regels voor een inspectie van rondnaden in de leiding naar de stoomgenerator. Voor Ringhals betrof het inspecties van de overgangslassen van de leidingaansluitingen op het reactorvat (in vervolg op eerdere door NRG uitgevoerd ISI’s).
Dit beeld illustreert dat met SOSA een eenvoudiger (en daarmee efficiënter) stappenplan voor de elementwisselingen kan worden bereikt. In beeld zijn gebracht (bovenaanzicht op een reactor) de benodigde bewegingen met de wisselbrug. Getoond zijn het oorspronkelijk door de centrale uitgewerkte stappenplan(links) in vergelijking met het door SOSA gevonden stappenplan (rechts).
14
In Service Inspectie, meet/bedieningskabinet
Breed aanbod medische dienstverlening
NRG verleent op verschillende terreinen diensten en adviezen aan farmaceutische bedrijven, ziekenhuizen, universiteiten en overige medische instanties. Voorbeelden hiervan zijn de productie van medische isotopen in de Hoge Flux Reactor, adviezen op het gebied van optimalisering van behandelingsdosis bij bestralingen, stralingshygienische aspecten en persoonsdosimetrie van radiologisch werkers. Radio-isotopen Het jaar 2003 is een record jaar geweest waarin een omzetstijging van 20% bij de productie van radio isotopen is gerealiseerd. De samenwerking met Mallinckrodt Medical B.V. en andere partners voor producten voor diagnostiek - met name Molybdeen-99 heeft aan dit positieve resultaat een belangrijke bijdrage geleverd. Als bestraler van targets voor de productie van onder andere Molybdeen-99, Iridium-192 en Strontium89 heeft NRG wereldwijd een zeer groot marktaandeel. Verder wordt nauw samen gewerkt met verschillende medische academische ziekenhuizen bij de ontwikkeling van nieuwe producten voor kankerbestrijding. Veelbelovende nieuwe toepassingen zijn gebaseerd op het radioactieve Holmium166 en Lutetium-177, waarmee experimentele behandelingen met positief resultaat zijn uitgevoerd. Door de unieke nucleaire
infrastructuur en hoogwaardige expertise, is NRG de uitgelezen partner voor artsen bij de ontwikkeling van nieuwe behandelingen, die met het oog op de vergrijzende bevolking van steeds groter belang worden. Optimaliseren behandelingsdosis Radiotherapie is een veel gebruikte methode bij de bestrijding van kwaadaardige tumoren. Patiënten worden hierbij bestraald met gammastraling. De apparatuur hiervoor moet zodanig ingesteld worden, dat de bestralingsdosis precies groot genoeg is om de tumor te vernietigen. Nieuwe ontwikkelingen maken het mogelijk tijdens de bestraling de vorm van de tumor zo goed mogelijk te volgen. In plaats van bestraling met een bundel van circa 100 cm2 gammastraling, worden patiënten bestraald met een veel kleinere bundel in de orde van 1 cm2, waarmee de vorm van de tumor optimaal wordt gevolgd en alleen het tumorweefsel wordt bestraald. Het voordeel van deze methode is, dat het gezonde weefsel zo veel mogelijk blijft gespaard, terwijl op de locatie van de tumor een grote dosis wordt toegediend. Nadelen zijn er echter ook, want de totale bestralingsduur van de patiënt neemt toe. Omdat er bij een bestraling ook altijd “strooistraling” geproduceerd wordt, neemt, ten gevolge van de langere bestralingsduur, hierbij de dosis toe die de patiënt elders in het lichaam ontvangt.
15
Dit vergroot de kans op het ontstaan van nieuwe tumoren. Bij de huidige bestralingstherapieën wordt deze kans geschat op ongeveer 1%. Zo’n nieuwe tumor zal overigens pas na vele jaren (20 jaar of meer) klinisch waarneembaar zijn. Het is dus van essentieel belang om de dosis ten gevolge van de strooistraling, zo goed mogelijk in kaart te brengen. Alleen dan kan bepaald worden of de verbetering van de kans op een succesvolle behandeling van de bestaande tumor, opweegt tegen de verhoging van het risico van het ontwikkelen van een andere tumor na verloop van vele jaren.
De in eerste instantie voor nucleaire applicaties ontwikkelde software en de uitgebreide expertise van NRG, leveren nu dus ook op medisch gebied een goede bijdrage. NRG zal de komende jaren de software nog verder ontwikkelen en medici ondersteunen in het uitvoeren van computeranalyses, waarmee een succesvolle behandeling van de patiënt met een kleinere kans op complicaties, kan worden bereikt.
De software die nu in ziekenhuizen wordt gebruikt om bestralingen te plannen, is niet in staat om deze dosis (nauwkeurig) te berekenen. Op dit punt komt de expertise van NRG op het gebied van gedetailleerde computersimulaties goed van pas. Er wordt gebruik gemaakt van geavanceerde software die in eigen beheer verder is ontwikkeld. De berekening van de dosisverdeling in een patiënt, dat is de hoeveelheid achtergelaten energie per gram weefsel, kan hiermee optimaal worden uitgevoerd. Technetium generator
Dienstverlening aan ziekenhuizen In 2003 heeft NRG op een nieuwbouwlocatie van een ziekenhuis, controlemetingen uitgevoerd in toekomstige ruimtes van de afdeling nucleaire geneeskunde. Dergelijke ruimten worden in de regel uitgerust met wanden met een loodbekleding van 2 of 4 mm dik. De algemeen door de overheid in de vergunning gestelde regel bij dergelijke afdelingen is, dat de gecumuleerd dosis van de verschillende behandelingsruimten in de gangen geen jaardosis groter dan 1 millisievert mag opleveren.
Blik op de reactorkern van de HFR
16
NRG heeft voor de verschillende ruimtes met behulp van een röntgenapparaat de op tekening vermelde loodafscherming gecontroleerd. Uit deze meetsessies kon worden geconcludeerd, dat de door het ziekenhuis gevraagde hoeveelheden loodafscherming daadwerkelijk waren aangebracht. Met name is hierbij gekeken naar de kozijnen, deuren en kabeldoorvoeringen, omdat op deze plekken kieren kunnen ontstaan waardoor er ongewenst buiten de ruimtes een te hoog dosistempo zou kunnen optreden. Ziekenhuizen met nieuwbouwplannen doen er verstandig aan om reeds in het ontwerpstadium expertise op het gebied van stralingshygiëne in te schakelen. De huidige praktijk is dat coördinerende stralingsdeskundigen van ziekenhuizen op basis van tamelijk grove vuistregels aanbevelingen doen voor het aantal millimeters benodigd lood voor afscherming van de verschillende ruimtes. NRG beschikt echter over expertise om de dosisniveaus ten gevolge van de werkzaamheden in de verschillende ruimten veel nauwkeuriger te berekenen. Op basis hiervan kunnen dan nauwkeuriger uitspraken worden gedaan over de aanbevolen loodafscherming. Gezien de kosten voor loodafschermingen en de daaruit volgende kosten voor extra fundering, moet het mogelijk zijn aanzienlijke besparingen op bouwkundige kosten van nieuwbouwprojecten van ziekenhuizen te realiseren.
De dienstverlening van NRG omvat tevens gamma- en neutronenmetingen, bijvoorbeeld aan lineaire versnellers, kalibratie van stralingsapparatuur, stralinghygiënische adviezen in relatie tot de vergunning van ziekenhuizen, activeringsanalyses, decontaminatie & afvalbehandeling alsmede trainingen en cursussen op het gebied van stralingshygiëne. Deze activiteiten vormen een belangrijk deel van het brede dienstenpakket van NRG voor de medische sector.
De dosimetriediensten van NRG in zowel Petten als Arnhem behoren tot de in totaal zes erkende dosimetriediensten in Nederland. De grootste dosimetriedienst is die van NRG-Arnhem die voor 90% van alle blootgestelde werkers de persoonsdosimetrie verricht. NRG-Petten is de enige dienst in Nederland die neutronendosismeters mag verstrekken.
Bij de productie en distributie van nucleaire medicijnen zijn leverbetrouwbaarheid, productkwaliteit, flexibiliteit en een marktverantwoorde productprijs onbetwiste kernwaarden. De samenwerking tussen Mallinckrodt en NRG bij de productie van deze medicijnen heeft in 2003 geleid tot een aanzienlijke groei van het marktaandeel, doordat die samenwerking juist wordt gekenmerkt door de hierboven genoemde kernwaarden. Het succes van de samenwerking zal in de komende jaren daarnaast worden bepaald door de reactiesnelheid op de aanhoudende en steeds vaker voorkomende veranderingen in de interne en externe omgeving. Harrie Buurlage Directeur Mallinckrodt Medical BV Petten - Nederland
17
TALYS - razendsnelle computercode voor vele toepassingen
De hedendaagse computerkracht heeft ervoor gezorgd dat steeds meer nucleaire processen met geavanceerde software gesimuleerd kunnen worden. Veel van deze simulaties maken gebruik van gegevens over interacties van voornamelijk neutronen en fotonen - maar ook andere deeltjes - met atoomkernen. Deze interacties kan men meten in experimentele faciliteiten, waarvan er echter steeds minder beschikbaar zijn. Dankzij de computerrevolutie zijn we in staat deze interacties tegenwoordig ook op grote schaal te berekenen door gebruik te maken van moderne kernfysicamodellen. Dit laatste wordt verwezenlijkt door gebruik te maken van nucleaire software genaamd TALYS die door NRG is ontwikkeld in samenwerking met CEA (Commissariat à l’Energie Atomique) in Frankrijk.
Zo gebruikt NRG de TALYS code bij het onderzoek naar transmutatie van radioactief afval. Met de nauwkeurige nucleaire data gegenereerd door TALYS, worden de onzekerheidsmarges voor het reactorontwerp van een transmutatiesysteem geminimaliseerd. Voor de olie-industrie worden deze data toegepast voor een betere interpretatie van metingen bij olie-exploratie. Analyses van activering van structuurmaterialen en neutronenafscherming zijn toepassingen die van belang zijn bij het kernfusieonderzoek. Ook in de medische sector wordt TALYS gebruikt om nieuwe productiemethoden voor medische isotopen te onderzoeken. Een nieuwe toepassing waaraan samen met de Verenigde Staten wordt gewerkt is het inzetten van TALYS bij het bestrijden van terrorisme. Met de resultaten vandeze code kan een verbeterde veiligheidscontrole van containers in bijvoorbeeld zeehavens gerealiseerd worden.
Gegeven de energie van een neutron en de atoomkern waarmee deze botst, rekent TALYS alle interactiekansen uit, met andere woorden in welke mate het neutron door de kern heen vliegt, de kern splijt of door de kern wordt ingevangen, hoeveel extra neutronen er geproduceerd worden, hoeveel activering er plaats vindt etc. De kernreactiemodellen in TALYS zijn zo ontwikkeld dat de berekende resultaten zo goed mogelijk overeenkomen met de resultaten van uitgevoerde experimenten. Dit betekent dat TALYS ook een voorspellende waarde heeft: er kunnen kernreacties gesimuleerd worden die niet gemeten zijn of zelfs niet gemeten kunnen worden. Dat maakt TALYS uitermate geschikt voor zeer uiteenlopende toepassingen.
De door TALYS gegenereerde resultaten worden ondergebracht in de Europese standaard bibliotheek voor nucleaire data: de Joint Evaluated Fission and Fusion file van de OECD. Daardoor kunnen onderzoekscentra en industrieën in OECD landen gebruik maken van de gegevens. Binnen de OECD wordt TALYS gezien als dé standaard nucleaire modelcode om experimenten te analyseren en nucleaire databibliotheken te realiseren. Verwacht wordt dat de TALYS code in 2004 op wereldwijde schaal beschikbaar zal komen.
Fusion studies require neutron induced cross section data to calculate the activation of materials. Work in Europe has produced the European Activation File libraries. All available experimental data are used in the library, but the majority of reactions have no data and so use results from calculational codes. Data from the NRG/CEA TALYS code play an important role in the development of the current and future EAF libraries. Robin Forrest - UKAEA Culham Division - United Kingdom
18
Arjan Koning, wetenschappelijk medewerker NRG én voorzitter van het JEFF-project van de OECD/NEA (Organisatie voor Economische samenwerking en ontwikkeling van geïndustrialiseerde landen), presenteert de resultaten met TALYS op een internationale conferentie. JEFF staat voor de Joint Evaluated Fission and Fusion File, een Europese databibliotheek van reactorfysische gegevens. Zo’n 50 kernfysici uit Europese OECD landen dragen bij aan deze nucleaire databibliotheek.
Expertisecentrum voor stralingsmeetapparatuur
In veel installaties wordt gebruik gemaakt van geavanceerde stralingsmeetapparatuur, die er enerzijds voor zorgt dat medewerkers worden gewaarschuwd bij mogelijke stralingsverhogingen en anderzijds dat mogelijke emissies naar het milieu worden geregistreerd. Al vele jaren is NRG dé expert op het gebied van onderhoud en kalibratie van deze apparatuur. In de loop van de jaren is dan ook een hoogwaardige expertise opgebouwd op het gebied van de kwaliteit, het gebruik, het ijken, onderhoud en testen van stralingsmeetapparatuur. NRG is daardoor een aantrekkelijke partij voor het uitvoeren van onafhankelijke testen van door leveranciers ontwikkelde stralingsmeetapparatuur.
daarbij ingestelde parameters door fysische metingen controleren.
Luchtfiltratiesystemen Deze systemen worden toegepast voor het reinigen van eventueel met radioactiviteit gecontamineerde ventilatielucht. Glasvezelfilters kunnen hier de aërosolen afvangen en de dampen met behulp van actieve koolfilters. Een speciale techniek is de edelgasvertraging, waarbij radioactieve edelgassen tijdelijk in actief kool worden geabsorbeerd. Bij edelgassen met een korte halveringstijd wordt door verval in het kool de activiteit in de ventilatielucht gereduceerd. NRG voert daarbij insitu de volgende testen uit:
• Bepalen van het vangstrendement
Luchtbemonsteringssystemen Ook in 2003 zijn er veelvuldig testen uitgevoerd aan luchtbemonsteringsmonitoren. Bij dit type meetapparatuur onderscheidt men aërosolmonitoren, jodiummonitoren en edelgasmonitoren. Voor elk type monitor is door NRG een dynamische testmethode ontwikkeld, waarbij radioactieve stoffen in de vorm van deeltjes, dampen of gassen in bekende concentraties aan de monitor kunnen worden aangeboden. Kalibratiefactoren, responsietijden en gedrag van de monitor kunnen op deze wijze worden bepaald. Tevens kan NRG
• •
van aërosolen in glasvezelfilters (absoluutfilters/HEPA filters) Bepalen van het vangstrendement van radioactief methyljodide in koolfilters Bepaling van vertragingstijden van Kr-85 en Xe-133 in vertragingskool
Daarnaast kan in het laboratorium de kwaliteit van actief kool worden vastgesteld met behulp van de methyljodide absorptietest volgens de daarvoor geldende normen.
Aerosolmonitoren testmedium: radioactieve zoutdeeltjes in de vorm van 24NaCl bepaling : >> Beta respons als functie van de tijd
19
Poortmonitoren
Voordelen van reële testen
Op het terrein van NRG is tevens een aantal poortmonitoren getest. Het belang hiervan is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Werd er voorheen voornamelijk op gammastraling (onder andere ter bepaling van verontreinigingen in schroot) gemeten, de laatste jaren is er ook een toenemende belangstelling voor het detecteren van neutronenstraling, onder andere met als doel transporten met splijtbaar materiaal te onderscheppen. NRG beschikt over alle benodigde faciliteiten, expertise en een aantal kalibratiebronnen om dergelijke testen optimaal uit te voeren.
Het goed, veilig en onafhankelijk uitvoeren van dergelijke testen is niet alleen voor de leverancier van groot belang, maar ook voor de uiteindelijke locatie waar dergelijke monitoren ingezet worden. NRG is in staat reële situaties zo goed mogelijk na te bootsen door het daadwerkelijk aanbieden van activiteit aan de monitoren. Hiermee kan worden aangetoond dat daar waar geteste monitoren staan opgesteld, de omgeving er op kan vertrouwen dat in geval van potentieel onveilige situaties, de monitoren zullen doen waar ze voor bedoeld zijn: tijdig alarmeren, zodat er voldoende mogelijkheden zijn adequate maatregelen te nemen en daarmee de medewerkers optimaal te beschermen en mogelijke lozingen naar het milieu af te wenden.
Testen poortmonitoren op NRG terrein in Petten
Bij Veenstra Instruments, werken we nu zo’n 20 jaar samen met het huidige NRG (voorheen ECN-Nucleair). Als producent en leverancier van onder andere stralingsmeetapparatuur, is onze relatie met de radiologische kalibratiedienst in het bijzonder van grote waarde. Veel toestellen vinden zo hun weg van Joure naar Petten. Door de brede expertise van NRG, wordt de synergie steeds verder uitgebouwd, met name op het gebied van productontwikkeling en haalbaarheid. De objectieve en transparante organisatie van NRG geeft de ruimte om professioneel en flexibel samen te werken. We kijken met plezier terug op succesvolle projecten en verheugen ons op wat nog komen gaat… Michael Veenstra, Sales Manager Veenstra Instruments
20
Stralingsdosis vliegtuigbemanningen
In de Euratom-basisnormen is opgenomen dat ‘elke Lidstaat de nodige maatregelen treft om ervoor te zorgen dat ondernemingen die luchtvaartuigen exploiteren rekening houden met de blootstelling aan kosmische straling van vliegtuigbemanningen waarvan de jaarlijkse blootstelling meer dan 1 mSv kan bedragen.’ Met het van kracht worden van het Besluit Stralingsbescherming is deze verplichting ook in de Nederlandse regelgeving geïmplementeerd.
vliegtuigbemanningen worden ontvangen, bepaald worden door berekening. NRG doet dit maandelijks voor de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen. Deze leveren daartoe de personeelsbezetting per vlucht aan en de zogenoemde vluchtplannen. Deze worden voor iedere vlucht gegenereerd door een computer en beschrijven de voorziene route in waypoints: locatie, hoogte en tijdstip. Uit een onderzoek is naar voren gekomen dat er geen belangrijke verschillen bestaan tussen de doses berekend met het vluchtplan en de werkelijk gevlogen route. Bij de berekeningen kan derhalve van het vluchtplan worden uitgegaan. Voorts blijkt dat relatief geringe afwijkingen van de route (tot 200 zeemijl) niet leiden tot verschillen in doses van enige betekenis.
NRG beheert in opdracht van de overheid het Nationaal Dosisregistratie- en Informatiesysteem (NDRIS). Hierin worden de stralingsdoses van alle radiologisch werkers, zoals van medewerkers in kernreactoren, laboratoria en ziekenhuizen geregistreerd en bewaakt. Omdat vliegtuigbemanningen tijdens hun vluchten door langere tijd op grote hoogte te verblijven, meer straling ontvangen dan de gemiddelde Nederlander, is het van belang dat hun doses ook hierin worden opgenomen.
Voor de berekening van de stralingsdoses zijn diverse modellen voorhanden. Voor diverse vluchtroutes zijn de rekenresultaten van verschillende programma’s met elkaar vergeleken. De spreiding tussen de verschillende rekenresultaten varieerde ongeveer 10% per vlucht. Voegt men hierbij de onzekerheid ten gevolge van het gebruik van het vluchtplan en de variatie tussen de vluchten, dan resulteert een gemiddelde gecombineerde standaardonzekerheid van ca. 20%. Dat is een waarde die uit oogpunt van persoonsdosimetrie alleszins acceptabel is. In nevenstaande figuur is de verdeling van de jaardoses weergegeven van ca. 11000 personen zoals geregistreerd in het Nationaal Dosisregistratie- en Informatiesysteem.
De straling uit de kosmos (galactische straling) bestaat voor ca. 98% uit deeltjes, voornamelijk protonen (86%) en alfadeeltjes (11%). Het dosistempo varieert met de hoogte boven het aardoppervlak doordat de aardatmosfeer een zekere afscherming biedt. Het dosistempo op grondniveau in Nederland beperkt zich tot ca. 0,04 microSv per uur (0,35 milliSv per jaar). Op vlieghoogte is dit tempo gemiddeld 100 keer hoger. Gezien het constante karakter van de galactische straling kunnen de doses die door
Blootstelling aan kosmische straling is een onderwerp waar KLM Arbo Services zich al langer mee bezig hield: wij adviseren verschillende luchtvaartbedrijven over blootstelling, risico’s en maatregelen. Berekeningen en opslag van dosisgegegevens was voor ons nieuw. NRG heeft ons prima geholpen met het ontwikkelen van methodes en met verwerking en beheer van gegevens. Wij waarderen de flexibiliteit, deskundigheid en het improvisatievermogen van de mensen van NRG, en natuurlijk ook de goede persoonlijke contacten. KLM Arbo Services Tjabe Smid, Stralingsdeskundige Robert Gombault, Projectleider Implementatie Stralingswetgeving
21
Stijgende vraag naar informatievoorziening
Als hét Nederlandse kenniscentrum voor nucleaire technologie, heeft NRG een belangrijke taak op het gebied van adequate en objectieve informatievoorziening. Het internet speelt hierbij een alsmaar grotere rol. Niet alleen onze klanten, maar ook omwonenden, studenten en scholieren weten de weg naar de NRG website www.nrg-nl.com massaal te vinden. De webpagina’s over natuurlijke radioactiviteit, oplossingen voor het radioactief afval en de medische toepassingen van nucleaire technologie zijn het afgelopen jaar aanzienlijk uitgebreid. In 2003 werd de website maandelijks door tussen de acht- en tienduizend personen bezocht.
gegeven op ons onderzoeksprogramma naar de recycling van actiniden en splijtingsproducten. Het feit dat NRG heeft aangetoond dat het bestralen van langlevende radioactieve stoffen verpakt in zogenoemde ‘inerte matrices’ een effectieve methode is om het radioactief afval onschadelijk te maken, heeft ruime aandacht getrokken. Van de ontwikkelingen bij de Hoge Flux Reactor op het gebied van de veiligheidscultuur, technische aanpassingen alsmede de aangevraagde vergunning is uitgebreid verslag gedaan in met name de regionale media. Ook ambtenaren en politici bij gemeenten, provincie en landelijke overheid volgen deze ontwikkelingen op de voet. In 2003 heeft een aantal Colleges van Burgemeester & Wethouders en gemeenteraadsleden van diverse gemeenten in de Pettemer regio een bezoek gebracht aan NRG en de Hoge Flux Reactor. Naast een aantal Tweede Kamer leden, bracht de Staatssecretaris van VROM in 2003 een werkbezoek aan NRG.
Regelmatig wordt NRG benaderd door natuurkunde docenten met vragen, of verzoeken voor informatie om in hun lessen te gebruiken. Uiteraard werken wij daaraan altijd graag mee. Het is immers belangrijk dat scholieren en studenten goede voorlichting krijgen over nucleaire technologie, kernenergie, straling en milieu. Dit heeft er onder andere toe geleid dat in 2003 links zijn gemaakt tussen de NRG website en vele internetsites die door scholieren worden geraadpleegd. Maar de inspanningen gaan verder. Regelmatig verzorgen onze stralingsdeskundigen gastcolleges op scholen in de regio. Deze lessen bestaan uit een stukje theorie en daarna verschillende praktijkoefeningen. Zo leren de leerlingen ‘spelenderwijs’ wat ioniserende straling is, hoe je het kunt meten, hoe je er veilig mee kunt werken en met name de medische en industriële toepassingen ervan.
Niet alleen journalisten en politici bieden wij de mogelijkheid NRG te bezoeken. Eens per maand wordt een HFR Open Zaterdag georganiseerd en worden per dag 60 geïnteresseerde burgers ontvangen en rondgeleid. Deze ontvangsten hebben een belangrijke functie bij het creëren van bekendheid met het onderwerp nucleaire technologie. Tevens worden het belang en de toegevoegde waarde van de reactor verduidelijkt. In de persoonlijke contacten tussen bezoekers en onze medewerkers kan optimaal worden ingespeeld op emoties die soms aanwezig zijn rond het onderwerp nucleair en op de beantwoording van vragen. De reacties van de deelnemers zijn zeer positief en in 2004 zal dit initiatief dan ook worden voortgezet.
Ook journalisten weten de weg naar NRG te vinden wanneer zij vragen hebben over kernenergie of andere nucleaire onderwerpen. In 2003 zijn 50 verslaggevers bij NRG ontvangen voor interviews, achtergrondinformatie gesprekken en rondleidingen door de nucleaire faciliteiten. Dit heeft geleid tot verschillende artikelen in landelijke dagbladen en diverse vakbladen. In het televisieprogramma NOVA is door een NRG medewerker een toelichting
22
Hoge Flux Reactor
De HFR vormt het hart van de nucleaire infrastructuur in Petten en staat internationaal bekend als een zeer betrouwbare onderzoeksreactor met een hoge beschikbaarheid. In 2003 is de reactor volgens planning 285 dagen in bedrijf geweest. Dit hoge aantal bedrijfsdagen is een belangrijke voorwaarde om een continue levering van medische isotopen te garanderen. In de HFR worden grondstoffen voor nucleaire geneesmiddelen (isotopen) geproduceerd, zoals middelen voor diagnostiek, behandeling van tumoren en pijnbestrijding. De HFR is marktleider in Europa op het gebied van de medische isotopen productie. Daarnaast vindt, in samenwerking met verschillende universiteiten en ziekenhuizen, onderzoek plaats naar de ontwikkeling van nieuwe isotopen voor diverse medische toepassingen. De HFR heeft ook een onmisbare functie bij het nucleair onderzoek. De ontwikkeling van een meer duurzame brandstofcyclus voor kerncentrales, verbetering van de veiligheid van nucleaire installaties en de ontwikkeling van fusie- en gasgekoelde reactoren zijn kernactiviteiten.
De voorgenomen conversie van de HFR van hoogverrijkte naar laagverrijkte splijtstof vereist een revisie van de Kernenergiewetvergunning. Een aanvraag hiertoe is, tezamen met een Milieu Effect Rapportage en een Veiligheidsrapport, in december 2003 aan het bevoegd gezag aangeboden. Deze aanvraag vormt het eindresultaat van een driejarig project met onder andere een integrale veiligheidsevaluatie. Hierbij is de installatie getoetst aan de nieuwste eisen op het gebied van de internationale nucleaire regelgeving. Op verzoek van GCO is door het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) uit Wenen een zogenoemde INSARR (Integrated Safety Assessment of Research Reactors) uitgevoerd in 2002. Doelstelling hiervan was de veiligheid en veiligheidscultuur bij de HFR te evalueren. Ten aanzien van de vergunningssituatie heeft dit geresulteerd in de volgende aanbeveling: ‘Consideration should be given towards making NRG the Licence Holder’.
In 2003 is met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie (GCO), thans eigenaar én vergunninghouder van de HFR, een nieuw driejaren contract afgesloten. Hierin zijn afspraken vastgelegd over de bedrijfsvoering van de reactor voor de periode 2004 – 2006. Gedurende deze periode zal vorm worden gegeven aan een nieuwe organisatie- en financieringsstructuur voor de periode na 2006. Uitgangspunt hierbij is dat het Europese karakter van de HFR gewaarborgd blijft, ook op de lange termijn. Deze nieuwe structuur zal tevens als opmaat gelden voor een vervanging van de HFR in de periode na 2015. Documentenpakket voor aanvraag revisie kernenergiewetvergunning voor de Hoge Flux Reactor, inclusief Milieu Effect Rapportage en Veiligheidsrapport
23
GCO en NRG hebben de overheid dan ook gevraagd de nieuwe vergunning op naam van NRG te stellen. Hiermee wordt een meer transparante en eenduidige verantwoordelijkheidsstructuur gerealiseerd. In dit kader zal de verantwoordelijkheid voor zowel de beveiliging van het reactorcomplex alsmede van de gehele splijtstofcyclus bij NRG komen te liggen. GCO blijft eigenaar van de HFR, verantwoordelijk voor de coördinatie van het Europese supplementair onderzoeksprogramma, het management van het eigen onderzoeksprogramma evenals voor de ontmanteling van de HFR wanneer deze het einde van haar levensduur heeft bereikt.
In 2003 hebben in juni en november transporten van containers met gebruikte brandstofelementen van de HFR naar COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval) te Vlissingen plaatsgevonden. COVRA is verantwoordelijk voor het inzamelen, op veilige en milieuhygiënisch verantwoorde wijze verwerken en opslaan van al het radioactief afval dat in Nederland wordt geproduceerd. De transporten zijn overeenkomstig de daarvoor geldende Nederlandse en internationale regelgeving uitgevoerd in speciale containers die aan stringente veiligheidseisen voldoen en gecertificeerd zijn door de Nederlandse overheid. De container die in november naar COVRA is overgebracht, was de eerste die rechtstreeks naar het nieuwe HABOG gebouw voor de opslag van hoogradioactief afval is vervoerd en daar in behandeling is genomen. Daar zijn de elementen uit de container gehaald en in speciale opslagfaciliteiten gebracht. Hier zullen de brandstofelementen voor een periode van minimaal 100 jaar opgeslagen blijven.
Het afgelopen jaar is de samenwerking met de Belgische onderzoeksreactor BR-2, voor met name de productie van radio isotopen, geïntensiveerd. De back-up functie die de BR-2 vervult, versterkt de positie van NRG als leverancier van radio isotopen op de wereldmarkt. Tevens heeft een uitwisseling van bedrijfservaringen plaatsgevonden tussen het personeel van NRG en het Belgische Studiecentrum voor Kenernergie, die de BR2 bedrijft. Dit heeft onder andere geresulteerd in adoptie door NRG van de lastechnologie voor capsules 2003 was a crucial year for the future of the High Flux Reactor (HFR) in Petten: voor medische bestralin• A new supplementary programme for the period 2004-2006 was negotiated, gen. De betrouwbaarheid reaffirming the importance of the HFR as a key nuclear infrastructure in van de capsules wordt Europe. The European Council approved the new supplementary programme hiermee nog verder verin February 2004. hoogd. In verband met de • The re-licensing of the HFR reached a crucial milestone with the submistoenemende vraag naar sion of the formal request for a new operating license to be granted to NRG medische isotopen, is in by mid-2004. This is the result of a close and good collaboration between JRC and NRG on the one hand and the Dutch authorities on the other hand. 2003 een haalbaarheids• Another important result was SERCO’s independent structural integrity asstudie uitgevoerd naar de sessment, which concluded that the reactor could safely operate at least until mogelijkheden voor extra 2015. bestralingscapaciteit in de reactorkern. Naar ver- The HFR has again proven to be a reliable source for both research and isotope production. A joint effort wachting zal een extra with the JRC will be undertaken to strengthen the position of the HFR in the European Research Area for productiefaciliteit eind training young scientists, for carrying out materials research for nuclear fission and fusion and for medical and industrial applications. 2004 beschikbaar zijn. Roland Schenkel, Deputy Director General, Joint Research Centre - European Commission
24
In september is opnieuw een In Service Inspectie van een lasverbinding in het reactorvat uitgevoerd. Deze vond plaats onder toezicht van de Kernfysische Dienst (KFD) en het Stoomwezen. De nadruk lag op meting en controle van een las in het reactorvat met een bekende ‘lasfout’. Het doel was de integriteit van het reactorvat te controleren en te waarborgen. De inspectie die in 2003 is uitgevoerd, bevestigt de resultaten van eerdere metingen waaruit blijkt dat de lasfout niet gegroeid is. De resultaten van de metingen in combinatie met breukmechanica berekeningen, hebben aangetoond dat het reactorvat veilig tot minimaal 2015 gebruikt kan worden.
de nucleaire regelgeving, verwaarloosbaar klein. Door de recente aanpassing is de tijd die het reactorpersoneel heeft om corrigerende maatregelen te nemen ingeval van zo’n volledige pijpbreuk, verlengd tot meer dan 1 uur. Koeling van de reactorkern is gewaarborgd met gebruikmaking van de beschikbare systemen. Door toepassing van deze maatregel is het risico nog verder afgenomen. Deze modificatie maakte onderdeel uit van een maatregelenplan zoals dat voor de nieuwe vergunningssituatie is vastgesteld. Door middel van een aantal aanvullende technische modificaties zal de veiligheid van de HFR nog verder worden verhoogd en voldoen aan de allerlaatste internationale inzichten op veiligheidsgebied.
In december is een kleine technische aanpassing (vacuümbreker) in het koelwatersysteem van de reactor aangebracht. Deze is het resultaat van een uitgebreide veiligheidsanalyse van het zogenoemde ‘Veldmanscenario’. In dit theoretische scenario wordt uitgegaan van het optreden van een volledige pijpbreuk in de koelwater inlaatleiding van het reactorvat op het laagste punt in het koelsysteem. De kans dat dit gebeurt en tot een gevaarlijke situatie zou leiden is, ook volgens
Ook is in 2003 veel aandacht besteed aan veiligheidsmanagement en continue verbetering van de veiligheidscultuur. Hiertoe is in samenwerking met het IAEA, GCO en de KFD een aantal workshops georganiseerd. Doelstellingen hiervan waren te leren van wederzijdse ervaringen alsmede het verbeteren van met name de onderlinge communicatie en samenwerking. De verbeterpunten naar aanleiding van deze workshops zijn ook in de andere nucleaire faciliteiten geïmplementeerd. Belangrijke instrumenten in het continue proces van verbetering vormen de melding van incidenten en menselijke fouten in de vorm van Potentieel Onveilige Situaties (POS) en de Root Cause Analyses, waarbij de onderliggende oorzaken kunnen worden achterhaald. Op basis hiervan kunnen verbetermaatregelen worden vastgesteld en doorgevoerd, waarmee de veiligheid en veiligheidscultuur op een continu hoog niveau worden gehouden. Ten opzichte van voorgaande jaren is het aantal POSmeldingen in 2003 verdubbeld, hetgeen een indicatie is van het toegenomen veiligheidsbewustzijn bij NRG.
Toepassingen HFR in 2003
25
Human Resources
Pensioenproblematiek
Op 31 december 2003 had NRG 324 werknemers in dienst, 71 in Arnhem en 253 in Petten. Het personeelsbestand bestond uit 50 vrouwelijke en 274 mannelijke medewerkers. In 2003 zijn 19 nieuwe medewerkers aangetrokken en 15 medewerkers zijn uit dienst getreden wegens pensionering of aanvaarding van een andere betrekking. De gemiddelde leeftijd van de NRG medewerkers was 45,32 jaar. Meer dan 65% van de medewerkers heeft een HBO of universitaire opleiding.
Net als bij veel andere bedrijven in Nederland, heeft NRG te maken met de noodzaak de pensioenregeling aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden. In 2003 is dan ook veel aandacht besteed aan een nieuwe pensioenregeling, omdat de huidige regeling voor zowel NRG als moederbedrijf ECN niet langer financierbaar is. Uitgangspunt hierbij is te komen tot een regeling waarbij zowel de belangen van medewerkers áls oud-medewerkers alsmede de organisatie zo goed mogelijk worden behartigd. Naar verwachting zal in 2004 een nieuwe regeling kunnen worden overeengekomen.
Bij de oprichting van NRG in 1998 is afgesproken dat NRG de arbeidsvoorwaarden van moederbedrijf ECN volgt. Deze worden jaarlijks overeengekomen in overleg tussen ECN, de bonden (georganiseerd overleg) en de ondernemingsraden van ECN en NRG.
Ondernemingsraad De ondernemingsraad is van groot belang voor het goed functioneren van de organisatie, zowel in haar sociale als in haar economische doelstellingen. De ondernemingsraad heeft een tweeledige taak: hij overlegt met de ondernemingsleiding en hij vertegenwoordigt de werknemers. Daarbij gaat het niet alleen om het naar voren brengen van hun wensen en meningen ten aanzien van het ondernemingsbeleid, maar evenzeer om belangenbehartiging. In 2003 is met de Ondernemingsraad onder andere intensief overleg gevoerd over de pensioenproblematiek, de gedragscode, continudienstzaken alsmede veiligheid en milieu.
Investeren in mensen Het continue opleiden en bijscholen van medewerkers heeft een hoge prioriteit. Er worden opleidingen gevolgd ten behoeve van zowel de huidige functie alsmede in het kader van ‘employability’. De investering in opleidingen in 2003 bedroeg ruim 300.000 euro en in totaal zijn meer dan 7.000 mens uren aan opleidingen en trainingen besteed.
Organisatie ontwikkeling In 2003 is een gedragscode opgesteld waarin afspraken met betrekking tot ethiek, communicatie, veiligheid, milieu en professionele houding zijn vastgelegd. De implementatie van deze gedragscode zal in 2004 extra aandacht krijgen. Tevens is gestart met een Management Development programma. Een geselecteerde groep jonge managers krijgt gedurende 2 dagen per maand extra training op het gebied van bewustzijnsmanagement, leidinggeven, conflicthantering alsmede financieel- en projectmanagement. Ook in het Management Team wordt extra aandacht besteed aan teambuilding, creativiteit en daadkracht.
NRG Ondernemingsraad V.l.n.r. (staand): K. Spijker, S. van Tuinen, R. den Boef, H. Boskeljon, J. Koers, F. Roelofs V.l.n.r. (zittend): B. Janssen, W. van Dijk, R. van der Stad
26
Kwaliteit, Veiligheid en Milieu
Vergunningen
zijn erop gericht om lozingen ten gevolge van de onderzoeks- en productieactiviteiten zo laag mogelijk te houden.
In 2003 is NRG een vergunning verleend voor het uitvoeren van werkzaamheden met radioactieve bronnen door geheel Nederland. Dit maakt het mogelijk om een nog breder dienstenpakket aan te bieden. Hierbij gaat het om ijkingen van stralingsmeetapparatuur, onderwijs of instructie met bronnen, transmissiemetingen van muren en beproevingen met radioactieve tracers in fabrieksinstallaties. Aan NRG-Arnhem is een integrale kernenergiewet vergunning verleend voor alle activiteiten op de Arnhem locatie. In december 2003 is een revisie van de kernenergiewet vergunning voor de Hoge Flux Reactor aangevraagd. Meer informatie hierover vindt u elders in dit jaarverslag.
Ongevallen In 2003 heeft er 1 arbeidsongeval plaatsgevonden bij werkzaamheden met een hogedruk reinigingsinstallatie. Dit ongeval is aan de arbeidsinspectie gemeld en aanpassingen aan de installatie zijn aangebracht om herhaling te voorkomen. De betreffende medewerker heeft na een herstelperiode zijn werkzaamheden hervat.
(Potentieel) Onveilige Situaties. Voor een goede veiligheidscultuur is het essentieel voortdurend lering te trekken uit (potentieel) onveilige situaties. Daartoe zijn de eventuele drempels om een onveilige situatie te melden, verder verlaagd. In 2003 zijn 78 meldingen geregistreerd, wat bijna een verdubbeling is ten opzichte van het jaar daarvoor. Zes van deze meldingen hebben geleid tot nader onderzoek in de vorm van een viertal “In depth-analyses” en twee “Root Cause Analysis” conform de betreffende procedures.
Emissies lucht/water
LFR WSF HCL
Geloosde activiteit in de lucht (Reinh) ‘vergunde limiet = 100 Re.
% van aantal meldingen
Overig
In onderstaande figuren is een overzicht weergegeven van de emissies van licht radioactieve stoffen naar lucht en zee over de afgelopen jaren. De geloosde activiteit naar de lucht bedroeg het afgelopen jaar 3,8 Re bij een vergunde limiet van 100 Re. In 2003 is 207 Re via de speciale leiding naar zee geloosd, bij een vergunde limiet van 2000 Re. Hieruit blijkt dat NRG zeer ruim beneden de vergunde limieten loost. Onze inspanningen
g tor ing ctie ctie nin fac ien tru tru rzie ke ins orz ins j o / / i o o l e e v r r s sv u u nse eid eid ced ced Me ligh pro ligh pro vei en en vei g k n l n e e e ek tbr t vo Fal tbr On Nie On
Via zeeleiding geloosde activireit (Reinh) ‘vergunde limiet = 2000 Re.
27
rig ove
Balans per 31 december 2003 (in € x 1000)
Activa
2003
2002
205 731 18 954
410 942 18 1.370
3.375 5.666 14.975 24.016
4.402 6.855 12.726 23.983
24.970
25.353
Passiva
2003
2002
Vennootschappelijk kapitaal
3.928
2.779
Voorzieningen
6.080
3.089
Kortlopende schulden
14.962
19.485
Totaal
24.970
25.353
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Onderhanden werk Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
Totaal
Toelichting Op 17 september 1998 is de Joint Venture Overeenkomst gesloten tussen Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en KEMA Nucleair B.V. (KEMA) waarmee de vennootschap onder firma Nuclear Research and consultancy Group (NRG) werd opgericht. Het belang van de vennoten ECN en KEMA bedraagt respectievelijk 70% en 30%. De toegevoegde waarde is in het afgelopen boekjaar in vergelijking met het boekjaar 2002 met 2,2% gestegen.
Het jaar 2002 werd nog met een financieel verlies van 715 Keuro afgesloten, met name veroorzaakt door een onvoorziene stop van de HFR en een extra dotatie van 2.851 Keuro aan de pensioenvoorziening. In het jaar 2003 is een positief bedrijfsresultaat gerealiseerd van 2.026 Keuro, dat hoger is dan was begroot. Inclusief de financiële baten en lasten kon het jaar worden afgesloten met een resultaat van 2.071 Keuro.
28
Resultatenrekening (in € x 1000) Bedrijfsopbrengsten Basis-, ENGINE- en Samenwerkingsfinanciering Staat der Nederlanden Opdrachten en overige financiering Toe-/afneming onderhanden werk Geactiveerde productie eigen bedrijf Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen Overige bedrijfskosten
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat
De verwachting is dat, indien de overheidsbijdrage voor het nucleaire onderzoek op peil blijft, de activiteiten zich in het jaar 2004 zullen ontwikkelen in lijn met de gang van zaken in 2003. • investeringen zullen hoofdzakelijk plaatsvinden ter vervanging of uitbreiding van gelijksoortige apparatuur. • het personeelsbestand zal niet significant veranderen. • de omzet en toegevoegde waar de zullen toenemen ten opzichte van 2003. • geen externe financiering voor de normale bedrijfsvoering zal noodzakelijk zijn gezien de huidige liquiditeitspositie.
2003
2002
8.807 33.468 -/- 3.176 131 39.230
8.646 32.588 106 247 41.587
20.391 613 16.200 37.204
22.656 702 19.295 42.653
2.026
-/- 1.066
45
351
2.071
-/- 715
Het businessplan van NRG voor de komende jaren bevestigt de gezonde financiële positie van NRG en vormt een solide basis voor de toekomst. Het plan is gebaseerd op een grote mate van continuïteit in de markten voor NRG producten en diensten. Door de Vennoten is besloten om NRG verder te verzelfstandigen, mits een goede financiële uitgangspositie kan worden bereikt voor zowel NRG als de Vennoten. In de loop van het jaar 2004 zal blijken of voldaan kan worden aan alle voorwaarden voor verdere verzelfstandiging van de vennootschap.
29
Colofon Vennoten ECN: Ton Hoff KEMA: Pier Nabuurs
Directie Algemeen Directeur Rob Stol Directeur André Versteegh
Finance & Commercial Services Pedro Sayers
Quality, Safety & Environment Jeannot Boogaard
Communications Juliette van der LaanJenniskens
Human Resources Ester Eggermond
Bussiness Development & Sales
Plant Performance & Technology
Materials, Monitoring & Inspection
Fuels, Actinides & Isotopes
Radiation & Environment
Ton van Dort
Gerard van Dijk
Bob van der Schaaf
Ronald Schram
Jan van der Steen
Irradiation Services
Externe Beoordelingscommissie
Petten Secretariaat
nucleair onderzoek Ir. M. van der Borst, EPZ Dr. H.D.K. Codée, COVRA Prof.dr.ir. T.H.J.J. van der Hagen, IRI, TU Delft Dr. P.J.W.M. Müskens, Min. VROM Ir. G.R. Küpers, Kandt Management Mw. mr. A. van Limborgh, Min. VROM Ir. P.H.M. te Riele, Urenco (Voorzitter) Ir. G.C. van Uitert, Min. EZ Prof.dr.ir. A.H.N. Verkooijen, IRI, TU Delft
Westerduinweg 3 Postbus 25 1755 ZG Petten telefoon: 0224 - 56 40 80 fax: 0224 - 56 89 12 e-mail:
[email protected] Arnhem Secretariaat
Redactie Coördinatie en eindredactie Mw. J.M.J. van der Laan-Jenniskens
Utrechtseweg 310 Postbus 9035 6800 ET Arnhem telefoon: 026 - 356 60 09 fax: 026 - 351 80 92 e-mail:
[email protected]
Grafische vormgeving en druk Style Design
www.nrg-nl.com
30
Peter Stoop